• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Verdeel en heers

    De Telegraaf berichtte op 25 oktober 2016 groot nieuws: ‘De motorclubs Black Sheep en de Veterans zijn toch geen criminele organisaties, ook wel Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) genoemd. Dat staat in een brief van het ministerie van Veiligheid en Justitie aan advocaat Michael Ruperti. Deze jurist strijdt namens de twee clubs al jaren tegen wat de motorclubs noemen ,,ongefundeerd plakken van criminele etiketten op hun organisatie”. ‘In de brief van het ministerie staat dat het Openbaar Ministerie onderzoek doet en heeft gedaan naar zware en (internationaal) georganiseerde misdaad door (leden van) OMG’s. ,,Deze resultaten hebben, voor zover het Openbaar Ministerie heeft kunnen nagaan, geen betrekking op (leden van) Veterans MC, noch op (leden van) de Black Sheep MC”, staat er te lezen.’

    In andere kranten wordt als gevolg van dit besluit van het Ministerie en Veiligheid gebrainstormt over mogelijke gevolgen voor leden van de twee motorclubs. Er wordt gesproken over schadeclaims door laster en smaad, maar ook over claims door ontslagen ivm het lidmaatschap van een motorclub. Ook wordt gezegd dat er opnieuw gekeken moet worden naar de deelname van leden van Veterans MC aan het Veteranendefile op Nationale Veteranendag in Den Haag.

    Er wordt dus voorzichtig gejuicht. Maar wij vragen ons af of dat niet heel voorbarig is. Er zijn namelijk heel wat maatregelen getroffen tegen motorclubs en hun leden. Worden die maatregelen teruggedraaid voor Black Sheep en Veterans?

    Het terrassenverbod in sommige steden bijvoorbeeld geldt voor alle leden van motorclubs die kenmerkende kleding dragen. Dat geldt tevens voor sommige horecazaken. We hebben de problemen in Sittard Geleen gezien bijvoorbeeld enige maanden geleden. Kunnen Veterans en Black Sheep daar nu wel binnen? Mogen zij dan hun clubcolors dragen? En wanneer dat niet zo is, wat is dan de reden? Want door de brief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden deze twee clubs toch vrijgepleit?

    Maar wij hebben ook vragen over de zogenaamde voortgangsrapportages van de politie. In die rapportages werden tal van criminele feiten benoemd en aantallen en percentages bikers die daaraan schuldig zouden zijn. En hoewel de Koninklijke Marechaussee al eerder de Veterans MC vrijpleitte, ging de politie daar niet mee akkoord. Dus hoe zit dat nu? Zijn die voortgangsrapportages niet meer geldig? Dat betekent dat de politie dus niet de waarheid heeft verteld.

    Veterans en Black Sheep hebben met een advocaat geprobeerd hun recht te halen. Andere clubs doen dat niet. Clubs als Gringos MC, Demons MC, Spiders MC worden in de motorwereld nooit genoemd als gevaarlijke criminele clubs. Toch worden zij door de overheid gezien als 1%-clubs. Zij hebben geen advocaat in de arm genomen en worden nu dus ook niet vrijgepleit door het ministerie. Hoe zit dit nu? Zijn zij crimineel of niet? Clubs als Hells Angels worden vaak genoemd als prototypes van bikerclubs, maar alle pogingen van het Openbaar Ministerie om de Hells Angels te verbieden zijn op niets uitgelopen. En waarom? Omdat deze club volgens de onafhankelijke rechter niet kan worden gezien als criminele organisatie. Toch worden zij niet vrijgepleit door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Mogen leden van de Hells Angels nu wel of niet met clubcolors de stad in? Mogen zij nu wel of niet werken als ambtenaar?

    Een ontslagen lid van Satudarah die werkte bij de gevangenis in Vught is ontslagen zonder geldige reden. Blijkbaar is dus ook Satudarah MC nog steeds gewoon een motorclub. Waarom worden zij dan niet vrijgepleit? Straks mogen wellicht de Veterans weer deelnemen aan het Veteranendefile op Veteranendag. Bij andere clubs zitten ook forse aantallen veteranen. Mensen zonder strafblad die veteraan zijn en geen lid van een verboden of criminele organisatie. Waarom mogen die straks niet deelnemen aan datzelfde defile?

    Nog deze zomer werd door de burgemeester van Heerlen, Ralf Krewinkel, geweigerd een Nobelprijsmedaille uit te reiken aan een lid van Satudarah. Dat mag dus gewoon? Meneer Krewinkel kan dus maar gewoon zelf bepalen wie er een medaille verdient?

    Er is dus eigenlijk niets verbetert in de motorwereld.  Erger nog, misschien is het wel erger geworden. Er is nu door de overheid een tweedeling aangebracht. De ene 1%-club is oke en de andere niet. En met dat vrijpleiten van die twee clubs kunnen we gaan nadenken over het lot van de andere motorclubs in Nederland. Komt er zeer binnenkort een grote verbodsoperatie? Het lijkt raadzaam voor de andere clubs om eens goed op te letten en te kijken of ook voor hen een advocaat of juridisch advies een optie is.

    Lekke agenten

    Vandaag bericht de NOS ons dat er twee ‘lekkende’ agenten zijn opgepakt in Heerlen. De twee, een man en een vrouw, hebben vertrouwelijke informatie gelekt in verband met een onderzoek naar een liquidatie vorig jaar.

    Nou moeten wij even nadenken, want wij willen liever geen overhaaste conclusies trekken. Heerlen? Ligt dat in Limburg? Een korte blik op de kaart leert ons dat dat inderdaad het geval is. Lekkende agenten dus in Limburg. Limburg, de provincie waar de coffeeshops gesloten moesten worden van de burgemeesters om overlast te voorkomen. Limburg, de provincie waar het onkruid welig tiert en waar burgemeesters enorm ageren tegen motorclubs, maar waar de geruchten over corruptie onuitroeibaar blijken.

    En Heerlen? Is de burgemeester van Heerlen niet ‘Riding’ Ralf Krewinkel? De held van het verzet tegen motorclubs? Nog een paar maanden geleden kwam Ralf in het nieuws omdat een niet nader genoemde motorclub zich wilde vestigen in het dorpje. Nou, en dat kon niet hoor, vond onze Ralf. Hij wilde alleen tegen niemand vertellen om welke motorclub het ging. De gemeenteraad wist het niet, de clubs zelf ook niet, maar Ralf wel. Ralf had namelijk ‘informatie’ gekregen. Waarschijnlijk van de politie. Daar is Ralf namelijk korpschef van. Ook van die lekkende agenten trouwens. Daar is Ralf ook korpschef van.

    De strijd van de eenzame held ging zelfs zover dat hij een maandje geleden weigerde een medaille uit te reiken aan een veteraan. Deze veteraan had namelijk net als onze Ralf iets gedaan voor dit land. Nee, het was geen corrupte diender, hij had ook niet gelekt. Nee, en hij was ook nooit genoemd in een zaak van burgemeesters die afspraken maakten met projectontwikkelaars. En nee, hij had ook nooit op het terras gezeten van Café Suus, u weet wel, dat café met de raadselachtige vergunningen van de dochter van Jos Som dat zich naast het onterecht gesloten clubhuis van de Hells Angels bevind. Nee, maar de veteraan had wel een medaille verdiend voor zijn inzet als militair en ja, hij was lid van een motorclub.

    Wacht even, nu zit ik alweer op een terras in Kerkrade, de gemeente waar ‘Riding’ Ralf wethouder was. Maar ja, nu ik daar toch ben. Begin 2015 werd daar een rechercheur uit zijn ambt gezet. Wegens corruptie. Zegt dagblad De Limburger op 22 juli van dit jaar. Kerkrade? Dat leuke dorpje waar de burgemeester de korpschef is en zo vreselijk werd bedreigd na ‘informatie te hebben gekregen’? Toch geen informatie van de politie, hopen wij? Want met die politieagenten in Limburg weet je het maar nooit.

    In Limburg schijnt het zelfs zo enorm erg te zijn, dat hele binnensteden verboden worden voor leden van motorclubs nadat de politie informatie over die motorclubs heeft verspreid. Geen lekker Limburgs biertje op een terrasje in Sittard dus. Ook niet in Geleen. Ook geen alcoholvrij biertje omdat er nog een stukje gereden moet worden. Nee, jongens, Limburg is alleen gastvrij wanneer je lid bent van een andere club. De Blue Knights MC bijvoorbeeld. Die zijn wel welkom. Op terrasjes. Maar ze kunnen zelfs een hele Villa Eikhold afhuren. Villa Eikhold? Ja, dat partyhuis in Heerlen. Maar ja, dat zijn natuurlijk ook agenten daar bij de Blue Knights MC. En u weet het, de politie is je vriend!

    Begrijpt u het nog?

     

    De jaloezie van de inefficiënte politie

    De staatsomroep NOS berichtte gisteren onder de alarmerende kop ‘Rapport kraakt functioneren recherche’, hoe de minister van Veiligheid en Justitie een zeer kritisch rapport over het functioneren van de recherche naar de Tweede Kamer stuurde. Enkele van de bevindingen waren ‘Stroperige overlegstructuren, gebrek aan bijscholing, oncollegiaal en onprofessioneel gedrag en het vaak ontbreken van elementaire recherchevaardigheden.’ Dit beschamende rapport komt kort na berichten over honderden miljoenen extra die moeten worden gespendeerd aan de nieuwe Nationale Politie, een reorganisatie die zeer omstreden is.

    Vandaag berichtte Welingelichte Kringen nog meer fraais. ‘Justitie hield het Teevenbonnetje opzettelijk geheim.’ Het artikel gaat verder met ‘Pieter Cloo, de allerhoogste ambtenaar van het departement en een vertrouweling van Opstelten en Teeven, werd bij herhaling op de vindplaats gewezen. De voormalig secretaris-generaal liet zijn departement echter communiceren dat het bonnetje onvindbaar was. Het ligt voor de hand dat Cloo, als vriend van Opstelten, handelde in opdracht of met medeweten van de minister. Maar dat staat niet vast.’

    De beide artikelen samenvattend is er dus nogal veel mis bij de politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het ruikt er minder fris. ‘Cloo Geruch’ zou men zeggen in Duitsland.

    Bij het Ministerie van Defensie schijnt het er toch geheel anders aan toe te gaan. De mannen en vrouwen van dit ministerie voeren overal ter wereld gevaarlijke opdrachten uit en met succes. Anti-piraterijmissies door de Marine en het Korps Mariniers, inzet in Afghanistan, enkele jaren terug in Irak, inzet van Special Forces in Mali, inzet van de Luchtmacht tegen IS met goed gevolg. De resultaten zijn er naar binnen de krijgsmacht: talloze militairen komen terug van missies met hoge onderscheidingen.

    Ook de Marechaussee, als militaire politie, werkt hard. Twee jaar geleden nog stelden zij een groot onderzoek in naar motorclub Veterans MC. Uit dit onderzoek bleek dat de leden van Veterans MC zich niet schuldig maakten aan het plegen van strafbare feiten.

    Vandaag echter bericht De Telegraaf in het artikel ‘Aanval op motorclubs’ dat ondanks het feit dat zowel Justitie als Defensie op de hoogte zijn van het Marechaussee-rapport er toch enorme druk wordt uitgeoefend op militairen die lid zijn van Veterans MC om afstand te nemen van hun club. Óf ontslag te nemen als militair.

    ‘Defensie beschouwt de club als outlaw mc. Dit doet het departement op aangeven van het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat een lijst met zulke organisaties bijhoudt.’, zegt De Telegraaf. Defensie heeft dus zelf onderzoek laten doen door een efficiënte organisatie, de Koninklijke Marechaussee, en daaruit blijkt niets nadeligs. Vervolgens komt een ministerie dat liegt en bedriegt met rapportages van een organisatie die helemaal niet efficiënt is, de politie, en nu moet Defensie onderscheiden, dappere militairen waarop niets aan te merken is ontslaan.

    Dat is lekker thuiskomen na je risicovolle uitzending. Gelukkig bericht De Telegraaf ook dat er volop militaire commandanten zijn die het lidmaatschap van de Veterans MC door de vingers zien. Dat is kameraadschap. Kameraadschap gesmeed onder vuur en niet in een achterkamertje. Nu de Koninklijke Marechaussee geen smetten kon vinden op het vest van Veterans MC, zou het de burgemeester van Den Haag sieren wanneer hij dit jaar op Nationale Veteranendag de Veterans MC uitnodigde om mee te rijden met het veteranendéfilé.

     

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Je suis Charlie!

    Ze stonden allemaal op de barricades na de aanslag op het Franse satirische blad Charlie Hebdo. Ze verdrongen elkaar zowat voor de camera’s. Staatshoofden, regeringsleiders, partizanen van het vrije woord. Vóór de camera’s waren het allemaal grote voorstanders van de vrijheid van de pers, van de democratie en van de vrijheid van meningsuiting. Je suis Charlie, riepen ze.

    Inmiddels bevinden we ons niet meer vóór, maar áchter de camera’s. En wat zien we daar? De grote vrijheidsstrijdster Merkel maakt de weg vrij voor de vervolging van de Duitse bespotter van de Turkse premier Erdogan. Minder dan een week later staat ze in de Zeeuwse metropool Middelburg om een hoge onderscheiding in ontvangst te nemen. Regeringsleider erbij, geen enkele kritiek, geen enkel protest. Ich bin der Charlie? Op-Merkel-ijk.

    Die kritiek op een vreemd staatshoofd doet ons in Nederland natuurlijk meteen denken aan de censuur in het Derde Rijk. Daarom is het zo vreemd dat er juist vanuit het kritische Nederland geen enkele kritiek komt. Vreemd? Of is er in Nederland ook geen echte persvrijheid?

    Waarschijnlijk is er in Nederland vooral sprake van zelfcensuur. Een soort zeer vergaande beleefdheid om problemen niet te benoemen of zelfs goed te praten. Tijdens de oorlogen die Nederland mee hielp voeren in Irak en Afghanistan was er al sprake van ’embedded’ journalistiek. Journalisten konden met het leger meereizen ‘voor hun eigen veiligheid’, maar schreven dan wel positief over de Nederlandse militaire bezigheden.

    Bijna alle journalisten deden mee met deze vorm van censuur. Eén van de zeer weinigen die weigerden zich te conformeren was Arnold Karskens. Karskens trok meestal alleen het land in en sprak met de mensen zelf. Terug in Nederland verscheen hij dan foeterend en blazend op televisie met nieuws over Nederlandse schuld bij dodelijke schietpartijen en bombardementen. En passant was hij ook nog op zoek naar oorlogsmisdadigers en oorlogsprofiteurs. Dankzij Karskens liepen zij tegen de lamp en werden in heel Nederland bekend.

    Het optreden van Karskens heeft tenminste als voordeel dat de burger niet in slaap valt en wordt geconfronteerd met nieuws dat andere media vaak niet of anders brengen. Karskens is niet te vatten, hij ligt dwars, evolueert volgens sommigen van linkse signatuur tot rechtse sympathieën, benoemt zichzelf tot held en experimenteert met crowd-funding. Lezen van zijn artikelen brengt de lezer op zijn minst tot de slotsom dat er ook ander nieuws is.

    Dupont schreef op 18 april in het artikel ‘Branche-organisaties’: ‘‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’ Het ging hier over Gemma Warmerdam, secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI. Warmerdam trok van leer tegen politiechef Paauw van Rotterdam, nadat deze had gesproken over het verbieden van motorclubs. En daar stak het Warmerdam, want, zo riep zij nijdig, er waren twee jaar geleden afspraken gemaakt om motorclubs ‘motorbendes’ te noemen wanneer het ging om ‘onepercenters’. Anders zou er schade optreden voor motorverkopers. Gemma riep politie, overheidsfunctionarissen en media op voorzichtig te zijn met de term ‘motorclub’.

    Er wordt hier dus door een lobbyiste van de Gemotoriseerde Tweewielers opgeroepen zich te houden aan afspraken gemaakt tussen politie, overheidsfunctionarissen en de media. Met als doel meer motorfietsen te verkopen. Afspraken? Wie hebben die afspraken gemaakt? Welke overheidsfunctionarissen? Welke politiemensen? Welke journalisten of kranten? Je suis Charlie?

    En nu het toch weer gaat over motorclubs, kijken we meteen even verder naar hoe er over die clubs geschreven wordt. Op 8 april 2016 schrijft Gerlof Leistra in Elsevier: ‘Mocht een verbod te ver gaan – ook bikers kunnen zich beroepen op de vrijheid van vereniging – dan kan hen in elk geval het leven zuur worden gemaakt. Bijvoorbeeld door ze geen vergunning te geven voor feesten en ook de vergunning voor hun clubhuis nog eens tegen het licht te houden. Louter hun aanwezigheid op straat is een gevaar voor de openbare orde. Alle strafdossiers leveren bij elkaar het beeld op van organisaties waarvan veel criminelen lid zijn. Het verschil met een criminele organisatie is louter juridisch.’

    Leistra geeft in dit artikel niet alleen zijn mening, hij fantaseert ook: ‘Leden van de clubs houden zich onder meer bezig met drugs- en wapenhandel, afpersing, prostitutie en protectie. Zodra ze in elkaars vaarwater belanden, is het meteen oorlog: kom niet aan ons geld!’

    Leistra is niet aan zijn proefstuk. Al jaren fulmineert de ‘misdaadverslaggever’ tegen motorclubs en pleit hij voor een verbod. In motorland is de brave Leistra echter totaal onbekend. Niemand heeft hem ooit gezien of gesproken. Alle informatie waarmee Leistra komt lijkt onmiddellijk afkomstig van de politie.

    Op het Facebookweblog ‘Discriminatie van motorclubs’ worden regelmatig journalisten aan de kaak gesteld die volgens de maker van het blog de feiten verdraaien of er op los fantaseren. Met name oud-politieman, nu journalist, John van den Heuvel, Bjorn Thimister en Mick van Wely van De Telegraaf krijgen het voor hun kiezen. Deze journalisten lijken volgens het blog partizanen van de overheid in plaats van het vrije woord. Ook het NOS Journaal moet er in het blog vaak aan geloven.

    Op 20 oktober 2015 schreef Dupont al in het artikel ‘De mol die eigenlijk een rat was’: De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.’

    In een artikel van The Post Online van 26 april 2016 zegt Arnold Karskens over de NOS: ‘Het NOS Journaal is, afgewogen tegen het budget, het slechtste journalistieke programma. Ver beneden de maat. Ze zijn doorgeefluik voor nieuws uit Den Haag, Brussel en Washington. Veel NOS’ers worden later voorlichter, ze likken zich in bij de macht. Niets ten nadele van sommige correspondenten, maar de redactie is niet goed. Daar zijn ze meer ambtenaar dan journalist.’

    Op dezelfde dag meldt Quotenet.nl enkele andere uitspraken van Karskens: ‘Nou je hebt natuurlijk pure corruptie, zoals een Telegraaf-journalist die voor geld slecht schrijft over een huurder die de huisbaas eruit wil hebben. Maar wat je vooral veel ziet is dat de commercie, de advertentie-afdeling zich met de inhoud bemoeit. Dan zijn er nog journalisten die al tijdens hun werk voorsorteren op een baan als woordvoerder ergens. Of journalisten die overstappen naar de politiek of adviseur worden bij een ministerie of partij, en daarna zelfs weer doodleuk terugkeren in de journalistiek. Mensen die niet gaan voor het onthullen en het openbaren, zoals ze zouden moeten doen, maar voor hun toekomst of pensioen. Wat ook opvallend is dat veel Nederlandse journalisten er helemaal geen moeite mee hebben samen te werken met de AIVD.’

    Het zijn zeer ernstige beschuldigingen van een man die al vele jaren meedraait in de journalistiek. Journalisten die zich laten omkopen, samenwerken met inlichtingendiensten, politieke belangen hebben of commerciële belangen van media die belangrijker zijn dan nieuwsgaring en publieksvoorlichting. Is het waar wat Karskens daar allemaal roept? Hij durft het in ieder geval te zeggen. Want het opnemen tegen een machtig concern als De Telegraaf doe je niet zomaar. Of de machtige staatsomroep NOS bekritiseren.

    Het verwijt van Karskens over journalisten in de politiek is in ieder geval zeker niet uit de lucht gegrepen. Rinke van de Brink werkt al jaren bij de staatsomroep NOS en zegt over zichzelf op over.nos.nl : ‘In al die jaren in de journalistiek zijn mijn drijfveren dezelfde gebleven: nieuwsgierigheid, het zoeken naar de feiten en het aandragen van informatie om die feiten te kunnen begrijpen.’ Van den Brink geeft op dezelfde pagina aan hoe hij zijn journalistieke carrière begon, maar verzwijgt dat hij vele jaren lang redacteur was van het communistische blad De Waarheid. In het boek ‘De schijn-élite van de valsemunters’ zegt auteur Martin Bosma dat Rinke redacteur was van het blad en lid van de CPN van mei 1977 tot september 1983. Nogal politiek gekleurd dus. Maar toch nog goed terecht gekomen, want de NOS betaald zijn medewerkers goed. Haast Kafkaesque zo’n ommeslag.

    Het Dagblad van het Noorden plaatste op 26 april 2016 een stuk van rechtbankjournalist Rob Zijlstra. ‘Organisaties proberen steeds nadrukkelijker grip te krijgen op de inhoud van journalistieke publicaties’, zegt hij. Zijlstra schiet uit zijn slof door een eerder artikel van hem over de politie in de noordelijke provincies. ‘De politie had het reeds gecorrigeerde artikel nogmaals voor publicatie willen inzien. Nog meer regie. Eigenlijk had het een heel ander artikel moeten zijn. Eigenlijk hadden ze het zelf willen schrijven. De teleurstelling, meldt de voorlichter, heeft ook gevolgen. Geen nieuwe afspraken.’

    ‘Journalisten die niet naar de pijpen dansen van de voorlichter van de politie kunnen het vergeten.’, is de conclusie van journalist Rob Zijlstra. En dat is zeer ernstig. De politie als bedwinger van het vrije woord.

    Een korte rondgang door het land van de ‘onafhankelijke pers’ levert dus al meteen iets op:

    Er worden afspraken gemaakt tussen de media en belangenorganisaties/brancheorganisaties.

    De politie wil alleen journalisten te woord staan die schrijven wat zij willen.

    Sommige journalisten of medewerkers van journalisten zijn oud-politiemensen en sommigen nemen het niet zo nauw met de wet.

    De krijgsmacht neemt ‘voor hun eigen veiligheid’ embedded-journalisten mee in oorlogsgebieden, waar zij eigenlijk onafhankelijk nieuws zouden moeten vergaren.

    Journalisten hebben een politiek extremistisch verleden en werken nu voor een staatsomroep die onder vuur ligt als eenzijdig.

    Journalisten of media hebben commerciële belangen bij onderwerpen waarover zij schrijven.

    Journalisten zijn over bepaalde onderwerpen totaal kritiekloos.

    Journalisten werken samen met inlichtingendiensten.

    Journalisten proberen hun eigen mening koste wat kost, ook door verdachtmakingen, aan de lezer op te dringen. Zelfs wanneer de feiten die zij presenteren helemaal niet bewezen zijn.

    Je suis Charlie? Ja, Charlie Chaplin!

     

     

     

    Foutje…bedankt!

    De Telegraaf berichtte op 1 maart 2016 over een foutje door justitie in Limburg: ‘Het OM in Limburg heeft in het onderzoek naar motorclub Bandidos geblunderd door kopstuk Geert F. (42) onterecht te beschuldigen van overtreding van de schorsingsvoorwaarden na zijn vrijlating en daarom zijn directe arrestatie te vorderen. Hij blijkt nu te zijn verwisseld met een ander persoon, bevestigt een woordvoerster van het OM.’ De reactie van het Openbaar Ministerie spreekt boekdelen: ‘Persofficier van justitie Anneke Rogier geeft aan dat ,,de aanwijzing die wij hadden gekregen naderhand toch niet bleek te kloppen”. ,,Dat gebeurt wel vaker in onderzoeken en hoort bij ons vak.”

    Dat dat inderdaad vaker voorkomt in onderzoeken schreef Dupont al in zijn blog ‘Het zijn de blablabandidos’ op 7 augustus 2015: ‘Er zijn nog andere feiten die wijzen op een niet zo sterke zaak. Zo verklaarde daags na de wapenvondst, die in de Limburgse pers breed werd uitgemeten als een wapenvondst bij de Bandidos, Piem Miltenburg, hoofd operatiën van de bestrijding van motorbendes, dat het helemaal niet zeker was dat die wapens van de Bandidos waren. Dat moest onderzoek uitwijzen en dat kon nog wel maanden duren. Vervolgens kwam de advocaat van de club enige tijd geleden met het bericht dat die wapens zelfs niet in de dagvaarding stonden, omdat de politie er blijkbaar van uitging dat de wapens wel eens van een ander konden zijn.’

    Ondanks die twijfel over de gevonden vuurwapens bij de invallen bij de Bandidos stond de ‘vondst’ bijna daags daarna wel in de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) van juni 2015. Op bladzijde 4 van dit ‘rapport’:

    Vijf raketwerpers gevonden bij actie tegen motorbendes (27 mei 2015 www.nos.nl)

    Recente ontwikkelingen in Limburg laten onverminderd een relatie zien tussen OMG’s en criminaliteit, ondermijning en bedreiging van de openbare orde.

    Criminaliteit en ondermijning

    Tijdens een grootschalig onderzoek van politie en OM treffen de partners onder andere aan:

     raketwerpers;

     automatische wapens;

     handvuurwapens en munitie;

    Het is dus helemaal niet zeker, maar voor propagandadoeleinden komt het wel terecht in één van de toonaangevende rapportages van de politie over motorclubs. Rapportages die zijn bedoelt om beleid mee uit te stippelen en de politiek te overtuigen van een verbod op motorclubs.

    De politie liegt dus aantoonbaar in de officiële rapportages en vergist zich volkomen in de identificatie van een ‘lid’ van de motorclub Bandidos. Wat heeft het onderzoek dan nog voor waarde? Je zal maar lijken op iemand die een motor heeft!

     

    Roomser dan de Paus

     

    Afgelopen donderdag ging het helemaal mis in Rotterdam. Twee groepen mannen raakten in een Van der Valk-restaurant slaags met elkaar. Was het eten zo slecht? Of was de appelmoes op? Volgens media werd er zelfs geschoten. Een speciale terreureenheid was al snel ter plaatse en na arrestatie van enkele van de vechtersbazen bleek dat het ging om een vechtpartij tussen leden van de Hells Angels en de Mongols.

    Een zeer vervelend incident, waarbij het logisch is dat de politie de handen eens uit de mouwen van hun astronautenpakjes steekt. Logisch ook dat de media een verhaal zien. Maar er gebeurde nog veel meer. Tal van mensen zagen deze gebeurtenis als afleidingsmanoeuvre voor hun eigen tekortkomingen óf struikelden zowat over hun eigen benen om zich van de gebeurtenis te distantiëren.

    De minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur, kwam net uit het zoveelste debat waarin aan zijn competenties hevig werd getwijfeld. Om het mistige geheugen van de lezer op te frissen, leggen we dat nog even uit. De Turkse president Erdogan berichtte meteen na de aanslagen in Brussel dat één van de aanslagplegers enige tijd geleden was uitgezet naar Nederland en dat Nederland was gewaarschuwd voor hem. Kort daarna werd gemeld dat ook de Amerikanen Nederland hadden gewaarschuwd voor deze terrorist. En daar begon Ard van der Steur te stotteren.

    Informatie van de FBI bleek informatie van de Amerikaanse politie. Twee totaal verschillende partners, maar ach. Als minister hoef je dat verschil toch niet te weten. Feitelijk ging het daar ook niet om. Er was niets gedaan met die informatie en dus was Nederland eigenlijk ook medeschuldig aan het slagen van die aanslagen in Brussel. Nou, dat werd een stevig debatje of twee drie waarin gelukkig Ard van der Steur het voordeel van de twijfel kreeg. Hij hoeft nog geen afspraak te maken met het UWV.

    Ard kwam de Tweede Kamer nog niet uit of hij werd al aangesproken over het ‘zoveelste zeer ernstige incident met een motorbende’. Lang hoefde men niet te wachten op het antwoord van crimefighter Van der Steur. Hij zou ze heel hard gaan aanpakken. Ja, anders kwam hij toch nog terecht op het werklozenbankje naast Ivo Opstelten, want heel goede bewindslieden hadden ze de laatste tijd niet bij dat ministerie.

    Maar er gebeurde nog meer. RTV Rijnmond meldde op 7 april een uitspraak van een onbekend gebleven politiewoordvoerder: ‘”Dit is complete gekkigheid”, vertelt de woordvoerder. “Leden van motorclubs doen alsof ze allemaal heel gezellig zijn en geen criminele zaken uitspoken, maar wij weten wel beter. Het is allemaal één pot nat.”

    Ja, de anonieme politiewoordvoerder weet wel beter. Hij zegt eigenlijk dat de politie wel weet dat motorclubs wel degelijk criminele zaken uitspoken. En de aanleiding om dit te zeggen is een vecht- en schietpartij waarbij de toedracht nog helemaal moet worden onderzocht. Maar de politiewoordvoerder weet het al. Pure laster, immers was er dergelijke wetenschap dan konden die motorclubs makkelijk verboden worden. Dupont berichtte al eerder over dit soort uitspraken.

    Roland Ekkers, een niet anoniem gebleven woordvoerder van de Rotterdamse politie, verwoordde het ietsje anders. We weten niet of het gaat om een meisje, of om bijvoorbeeld drugs. Of woorden van gelijke strekking. Om zijn woorden kracht bij te zetten verzocht hij het hooggeëerd publiek meteen daarna om filmpjes en foto’s van het incident naar de politie op te sturen. ‘Drugs of een meisje?’ Pure kletspraat en ook nogal een beschuldiging om het over drugs te hebben wanneer je nog niet eens weet wat er precies is gebeurt.

    Maar het ergste komt nog. In een motorwereld waarin eigenlijk geen statements naar buiten worden gebracht, waarin je je mond niet opendoet voordat je precies weet wat er is gebeurt, waar je je niet bemoeit met de clubzaken van een andere club, waarin je elkaar respecteert, door dik en dun steunt, waarin je nooit je vrienden laat vallen, gebeurde er de dag na de vechtpartij dit:

    ‘De motorclubs Black Sheep en Veterans „nemen afstand van alle motorclubs of individuele leden” die zich bezighouden met geweld en criminaliteit. Ze reageren hiermee op de massale schiet- en vechtpartij tussen leden van de Mongols en de Hells Angels donderdagavond in en om het Van der Valkhotel in Rotterdam.

    „Ze verafschuwen de gebeurtenissen, waarbij ook nog eens onschuldige omstanders in gevaar zijn gebracht”, schrijft hun advocaat Michael Ruperti in een verklaring namens de twee motorclubs. Het is zeer uitzonderlijk dat motorclubs openlijk afstand nemen van andere clubs of hun leden.

    „De Black Sheep en Veterans zien zichzelf niet als een criminele motorbende”, zegt Ruperti. „Zij zijn zeker voor een strenge aanpak van motorclubs of hun leden die crimineel gedrag vertonen en het daarmee verpesten voor de goedwillende motorclubs.” De Black Sheep en Veterans benadrukken dat dit gedrag door eigen leden niet getolereerd zal worden en leidt tot een royement.’ (‘Reformatorisch Dagblad 8 april 2016).

    Kijk, en dát is kameraadschap. Dát is broederschap. Je vrienden raken betrokken in een vechtpartij en niemand weet nog hoe het zit, zelfs de politie niet, en je distantieert je al van ze. Dat is pas échte broederschap. Kakelen als een kip zonder kop, nadat je lekker met je motorpakje door de stad mocht ronken. Lekker herrie maken, máár….wij zijn geen criminelen. Wij doen helemaal geen slechte dingen. Wij zijn ontzettend oké. De verklaring van Black Sheep MC en Veterans MC kwam daags na de vechtpartij in Rotterdam. Dat insinueert op zijn minst dat er niet door alle chapters van die twee ‘motorclubs’ is overlegd met alle leden over de naar buiten gebrachte statement. Er is dus bij beide clubs sprake van een soort piramidesituatie. Enige leiders spreken voor de andere leden. Dat is al iets wat in strijd is met de traditie en opzet van motorclubs.

    De twee afstandnemers maken dus veel over zichzelf duidelijk. Ze hebben geen benul van hoe het er echt aan toe hoort te gaan binnen een motorclub en ze weten ook niet wat broederschap en respect is. Bij het eerste de beste vechtpartijtje piepen ze al. Ze nemen onmiddellijk de berichten in de door hen telkens van partijdigheid beschuldigde media serieus. Ja, nu wel. Het zijn dus ook geen onepercenters. Het zijn hobbyclubjes net als de Blue Knights MC en Lex Legio MC. Het zijn geen anarchisten on wheels. Het is geen levensstijl. Het zijn kleinburgers die bang zijn wat de buren denken.

    En zo werd veel duidelijk na donderdag. Wat voor een paar mensen een vechtpartij was waarbij werd geschoten, was voor een ander een godsgeschenk waardoor hij zijn baan nog even kon houden, een ander had eindelijk weer eens een verhaal in de bijna niet meer gelezen krant staan, weer een ander kon lekker namens zijn baas uithalen naar motorclubs en het braafste jongetje van de klas kon eindelijk zijn onschuld uitroepen in de hoop weer met de gewone burgers mee te mogen doen. Eind goed, al goed.

    O, en dat restaurant met de appelmoes? We weten nu allemaal dat Blijdorp niet alleen een diergaarde heeft maar ook een prachtig restaurant met een toekan voor de deur.

    Update: Zowel Veterans MC als Black Sheep MC hebben laten weten dat het naar buiten gebrachte persbericht verkeerd is geïnterpreteerd door een journalist. Zij nemen via hun advocaat wel afstand van bepaalde gebeurtenissen, maar niet van bepaalde clubs.

    Opmerking Dupont: Dat misverstand is niet achterhaald door een nieuw gezamenlijk persbericht. Het is ook volkomen zinloos om op deze manier jezelf proberen vrij te pleiten. De overheid heeft het voorzien op alle groepen mensen waarvan zij vinden dat ze ‘anders’ zijn. Of het nu gaat om krakers, hooligans, motorclubs of woonwagenbewoners. De nieuwe strijdwijze van de overheid heet ‘ondermijning’ en dat is een zoveelste poging om hard in te grijpen, terwijl het feitelijk gaat om iets dat heel vaag wordt omschreven. De gebeurtenissen in Rotterdam zullen zeker door deze overheid worden aangegrepen om verdere maatregelen te nemen. Het zijn dus feitelijk voor deze overheid welkome gebeurtenissen. Het is dus volslagen zinloos om er afstand van te nemen. Er zijn nog veel vragen in verband met ‘Rotterdam’ die nog niemand heeft gesteld. Bijvoorbeeld: Hoe kon de politie zo enorm snel ter plaatse zijn? Hoe kon de DSI zo snel ter plaatse zijn? Het aantrekken van al hun speciale uitrusting vergt al meer tijd dan het ter plaatse komen. Waarom waren uitgerekend op die dag de beveiligingscamera’s uitgeschakeld? Kan het zijn dat de politie heel goed wist wat er ging gebeuren en in de buurt heeft afgewacht? Ze hadden in dat geval dus al eerder kunnen ingrijpen. Kan het ook zijn dat de DSI wordt gebruikt op burgers om deze eenheid een realistische training te geven? Een week eerder was de DSI ook al betrokken bij een inval in een café met leden van No Surrender. Het feit dat uitgerekend de beveiligingscamera’s buiten werking waren is ook wel heel vreemd. Kan het zijn dat de zaal vooral vol zat met postende stillen die nu niet op herkenbare beelden willen figureren waaruit dan zou blijken dat ze niet hebben ingegrepen en ook dus van te voren wisten wat er ging gebeuren?

    Zware maatregelen zonder effect

    Alweer een jaar geleden dat Satudarah MC werd verboden in Duitsland. Weet u het nog? Dupont las er een Duitse krant over en zag hoe daar bij de zaak werd stil gestaan. Op 30-3-2016 schreef www1.wdr.de er een heel artikel over.

    Satudarah werd verboden in heel Duitsland, maar dat was door een verbod in de deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW). Kunt u zich nog herinneren dat wij al eerder schreven over deze deelstaat? Het IPA-seminar over OMG’s? De speciaal opgerichte undercoverpolitiemotorbende Schnelles Helles MC? Allemaal in Noordrijn-Westfalen, de deelstaat die naast Hessen bekend staat als de strengst optredende deelstaat tegen motorclubs.

    Thomas Jungbluth, de Kriminaldirektor bij het Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen en de expert in georganiseerde misdaad zegt er over: ‘Het verbod is een succes. De Satudarah-symbolen en vooral de colors mogen niet meer in het openbaar worden gedragen. Daardoor is het voor bikers veel moeilijker zichzelf nadrukkelijk neer te zetten en ook hun samenhang neemt af.’ Het is nog maar de vraag of deze Duitse jurist met zijn Wilders-look gelijk krijgt.

    Wat betreft het nut van een clubverbod is bikerdeskundige Jörg Diehl sceptischer. Een verbod heeft meestal een zekere rechtvaardiging omdat ze daarmee de invloedsmogelijkheden van een bende ongedaan maken of verkleinen, en het milieu onzeker maken. Maar men moet niet de illusie hebben dat bikers daardoor worden bekeerd en terug in de legaliteit keren.’, zegt de ‘Spiegel Online-journalist, die zich al jaren bezighoudt met bikercriminaliteit.

    In het geval van Satudarah wordt duidelijk dat een clubverbod een ‘relatief zwakke maatregel’ is. ‘Het is veel belangrijker de criminelen onder de bikers de gevangenis in te krijgen. Wanneer de leiders weer op vrije voeten komen, komt er zeker weer nieuwe aanwas’, zegt Diehl. ‘De rest van de troep gaat eenvoudigweg door. ‘Ik kan bijna zeker uitsluiten dat ook maar een enkel ex-lid nu een onbevlekt leven leidt.’ Volgens Diehl gaan de ex-leden voor eigen rekening verder als drugsdealer of pooier.

    We hebben al gezien in het artikel van Dupont ‘Holle vaten…’ dat strenge maatregelen in Australië feitelijk helemaal geen effect hebben. De politie in Australië kan geen enkel succes aantonen na verschillende clubs verboden te hebben. Tegenstanders van een verbod vermoeden zelfs dat dergelijke zware maatregelen een averechts effect kunnen hebben. In Duitsland lijkt hetzelfde te gebeuren. Het verbieden van wat je niet aanstaat is niet alleen zeer kostbaar, maar lost de problemen niet op. In Noordrijn-Westfalen waren 540 politieagenten nodig om het verbod op Satudarah af te dwingen. Vandaag staat de politie van deze strenge deelstaat onder enorme druk door een probleem dat zij lange tijd waren ‘vergeten’. Veel agenten zijn vandaag nodig in de strijd tegen terreur.

    De beste maatregel blijft dus gewoon goed rechercheren en alleen schuldigen aanpakken en opsluiten. En laat dat nou net één van de kenmerken zijn van een rechtsstaat?

     

     

    Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden

    In enkele eerdere bijdragen van Dupont werd al uit de doeken gedaan hoe de Nederlandse politie, naar Amerikaans model, motorbendes opzette die gedrag, structuur en naar eigen zeggen ‘protocollen en tradities’ van de MC’s kopieerde. Kopieerde of pikte van de Hells Angels, als bedenkers van die structuren en regels die nu overal navolging vinden. Dupont vermeldde ook hoe in de Verenigde Staten al talrijke schietpartijen waren begonnen door leden van deze politiemotorbendes en hoe daar verschillende doden bij gevallen waren.

    Een groep politieagenten die het leven zo saai vinden dat ze samen een motorbende gaan opzetten die dezelfde regels volgt, dezelfde structuren kent en dezelfde ‘protocollen en tradities’ als de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die zij willen bestrijden. Op het thema politiemotorbende is een variatie die interessant is om te vermelden. Namelijk het vormen van een motorclub, alléén maar om andere motorclubs te provoceren en in de val te lokken. Bekend is het geval van een bogusclub die zo werd opgericht in de Verenigde Staten.

    Na een dodelijke vechtpartij tussen leden van de motorclubs Hells Angels en Mongols in een casino in de Amerikaanse stad Laughlin, besloten de federale autoriteiten in 2002 een speciale operatie op te zetten tegen de Hells Angels, Operatie Black Biscuit. Een aantal speciaal geselecteerde federale agenten vormde samen een motorclub genaamd Solo Angeles CM, een bestaande motorclub die echter alleen bestond in Mexico. De federale agenten vormden een Amerikaans chapter van deze motorclub en probeerden in contact te komen met de Hells Angels.

    De leden van de Solo Angeles CM werden zelfs proeflid van de Hells Angels en één van hen claimde later zijn Hells Angels-colors gekregen te hebben. Uiteindelijk was het resultaat van de operatie dat vijftig Hells Angels werden gearresteerd.

    Of het het succes is van de Solo Angeles CM, of dat het misschien komt door de constante uitwisselingen van informatie, strategieën en opsporingsmethoden door politieagenten die internationaal informeel met elkaar omgaan, zoals aangetoond in eerdere artikelen van Dupont over IPA-Nederland en politiemotorbendes als Blue Knights MC, Lex Legio MC en LEMC Marshalls weten wij niet. Feit is dat de Amerikaanse cowboy-mentaliteit af en toe overslaat naar Europa. Wij tappen nu uit een artikel van tagesschau.de van 31 maart 2016. Nog maar even geleden dus.

    Om bewijzen te krijgen tegen de Hells Angels in de Duitse stad Bonn, zette de Duitse politie een speciaal opgerichte motorbende in, genaamd ‘Schnelles Helles MC’. De politie had namelijk brieven ontvangen waarin melding werd gemaakt van agressief optreden van deze Hells Angels tegen andere motorclubs in hun gebied. Omdat de Hells Angels volgens de politie echter niet benaderbaar waren en erg discreet, was het moeilijk informatie en bewijzen te bemachtigen.

    Voor Schnelles Helles MC werden politieagenten uit heel Duitsland aangeworven die aan bijzondere kenmerken moesten voldoen. Zij moesten zowel qua postuur als qua optreden voor echte bikers kunnen doorgaan. Een getuige vertelde later dat het ging om echte kleerkasten. Opzettelijk werd ook een logo ontworpen dat de Hells Angels moest provoceren. Zo leken lettertype en de kleuren veel op het logo van de Hells Angels. De politie ging ervan uit dat het de club kwaad zou maken.

    Vervolgens gingen de politiebikers in het gebied dat zij toeschreven aan de Hells Angels regelmatig eten en drinken in een café. Zowel in het café zelf, als op de toegangswegen waren camera’s aangebracht en waakten collega’s. De enige reactie van de Hells Angels was dat na enige tijd enige leden van die club het bewuste café een bezoekje brachten. Omdat de leden van Schnelles Helles MC er zelf niet waren, vroegen ze aan de café-uitbater of die mannen van Schnelles Helles hier nog wel kwamen en of hij aan ze wilde vragen of ze hun logo en de letters wat wilden veranderen omdat het te veel leek op hun logo. Volgens de uitbater kwamen de mannen uiterst vriendelijk over.

    Inmiddels is het Hells Angels chapter in Bonn door de autoriteiten verboden en moeten de leden van het chapter binnenkort voorkomen wegens wapenbezit, mishandeling en afpersing. In de aanklachten staat niets over een operatie van undercover-agenten, maar Schnelles Helles MC wordt wel meer dan vijftig keer genoemd. Waarnemers geven aan dat de Duitse politie zich op een smal pad heeft begeven. Undercover mag, maar uitlokking eigenlijk niet.

    Nu wij de lezer een aardig verhaaltje hebben voorgeschotelt, even nog wat stof tot nadenken. Duitsland is dichterbij dan de Verenigde Staten. Ook in Nederland hebben ongeoorloofde opsporingsmethoden plaatsgevonden, denk nog maar aan de commissie-Van Traa. Maar wat vooral veel argwaan moet opwekken is het feit dat deze undercover-operatie plaatsvond in Bonn. Bonn ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. En uitgerekend deze Duitse deelstaat doet samen met de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse politie samen aan…..bestrijding van Outlaw Motorcycle Gangs.

    Dupont schreef daar op 25 maart 2016 het volgende over in het artikel ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’: Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.

    O, en dat seminar van de IPA-Nederland in Schloss Gimborn waar we het gisteren over hadden? Dat ligt ook al in Noordrijn-Westfalen. Het is maar dat u het weet!

    Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden

     

    In september 2016 organiseert de International Police Association IPA-Nederland weer een Nederlandstalig seminar in Schloss Gimborn in Deutschland. (http://www.ipa-nederland.nl/ipa-nederland/ibz-gimborn/) Het seminar is groots opgezet en zal deze keer gaan over de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).

    De Nederlandse afdeling van IPA, die het seminar organiseert verwoord het zo:

    ‘De samenleving is in de laatste jaren veelvuldig geconfronteerd met criminaliteit en ordeverstoringen begaan door (leden van) Outlaw Motorcycle Gangs. De overheid is gaandeweg doordrongen van de ernst van de misdragingen. Dit heeft onder meer geleid tot een zero-tolerance beleid in de aanpak van deze vorm van criminaliteit. Door het optreden van politie, justitie en bestuur is inmiddels een duidelijker beeld ontstaan over criminele motorgroepen, hun werkwijzen en hun activiteiten.

    In dit seminar wordt nader ingegaan op het verschijnsel Outlaw Motorcycle Gangs. Gestart wordt met een analyse en een overzicht van de situatie in Nederland en in de buurlanden. Thema’s als de ontstaansgeschiedenis van de motor groepen, hun samenstelling, en hun subcultuur zullen worden verkend. In het vervolg van het seminar zullen een aantal case-studies worden behandeld door inleiders vanuit de politie en het bestuur. Ook is voorzien in een case-study uit Duitsland. Het seminar beperkt zich niet tot louter beschrijvingen. Nadrukkelijk zal worden ingegaan op vragen over de aanpak van het fenomeen en welke instrumenten de overheid daarbij ter beschikking staan en welke mogelijk ontbreken. De opbouw van een informatiepositie binnen en rond de OMG vormt het laatste onderdeel van het seminar. Beoogd wordt om de leeropbrengst van dit seminar vast te leggen in een gezamenlijk artikel dat ter publicatie zal worden aangeboden aan een politievakblad. ‘

    Het is een bekende taktiek van de (internationaal opererende) politieagenten. Een probleemstelling als vaststaand feit presenteren en daar dan ‘oplossingen’ bij aandragen. Zowel in de gepubliceerde politierapportages in Nederland alsook in het Handboek Outlawbikers dat is bestemd voor politieagenten is er sprake van het langdurig bespreken van de situatie in het buitenland. Zo ook hier. De IPA gaat nog een stapje verder, want voor de Nederlandse politieagenten die deelnemen aan het seminar wordt een zogenaamde ‘case-study’ gebruikt uit Duitsland. Komt dat omdat in Nederland geen goede voorbeelden zijn van criminaliteit en ordeverstoringen door OMG’s? Aan te nemen is dat de betreffende case-study niet zal gaan over motorclubs die deelnemen aan een Kika-run of het inzamelen van geld of speelgoed voor kinderen in het ziekenhuis. Er wordt dus bewust een negatief beeld geschapen.

    Maar wat is die IPA nu eigenlijk? Een bezoek aan de website van de IPA verteld ons dat deze organisatie een particuliere organisatie is voor politiepersoneel. In vele landen zijn afdelingen, zo ook in Nederland. Wat zegt nu IPA Nederland over zichzelf?

    ‘De IPA is de grootste politievereniging ter wereld met in 2014 ruim 420.000 leden in 63 landen. Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden. Godsdienst, politieke overtuiging, rang, ras, geslacht spelen hierbij geen rol. De IPA vormt een bron van waardevolle contacten over de gehele wereld. De vereniging is gebaseerd op idealisme en vrijwilligheid en biedt hulp in normale- en noodsituaties. De IPA staat voor internationale vriendschap zonder onderscheid. De Nederlandse sectie heeft ruim 6300 leden.’

    Dat de IPA niet heel erg secuur is bewijst wel het bericht over het aantal Nederlandse leden. Op een andere pagina van dezelfde website staat namelijk: ‘De IPA heeft momenteel wereldwijd meer dan 413.158 leden in meer dan 63 landen. Ons land heeft ruim 7500 leden.’

    Een nogal fors verschil in het aantal leden.

    Maar goed wij stappen naar het bericht op de website over de deelnemende landen. ‘Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden.’, bericht de site. En dat is mooi. Even verder vertelt de website ons welke landen lid zijn van de IPA. Naast een aantal redelijk onverdachte landen zien wij ook: Argentinië, Armenië, Brazilië, Kazakhstan, Kenia, Mexico, Mozambique, Pakistan, Peru, Sri Lanka, Swaziland, Turkije en Oekraïne.

    Om de lezer duidelijk te maken of deze landen wel democratisch zijn en de mensenrechten worden geëerbiedigd, vlogen wij even over het internet en vonden enige markante rapportages en uitspraken:

    Over de mensenrechten in Argentinië zei Brigitte Adriaensen van de Radboud Universiteit op 14 maart 2016: ‘Mensenrechten gaan hard achteruit onder beleid van Mauricio Macri (de nieuwe president)’.

    “Mensenrechten dagelijks geschonden in Armenië” volgens de website van de School voor Journalistiek op 11-12-2012.

    ‘Brazilië schendt mensenrechten bij voorbereiding WK en Spelen’ in Ravage (27-5-2013).

    ‘Marteling nog steeds wijdverbreid in Kazachstan’. Amnesty International op 11-7-2013.

    ‘Mensenrechtenactivisten worden regelmatig lastig gevallen door de politie en zonder een rechtmatig proces vastgehouden, gechanteerd en blootgesteld aan geweld’. Peace Brigades in een artikel uit 2008 www.peacebrigades.nl

    ‘Vandaag de dag is Mexico een gevaarlijk land voor verdedigers van de mensenrechten. Door het verrichten van hun werk krijgen ze regelmatig te maken met onwettige arrestatie, opsluiting onder valse voorwendselen, fysieke aanvallen, intimidatie en zelfs moord. In sommige gevallen zijn de Mexicaanse autoriteiten verantwoordelijk voor het vervolgen van mensenrechtenverdedigers en in andere gevallen zijn het onbekenden, waarbij de regionale en de federale autoriteiten door politieke onwil verzaken om op te treden tegen de daders.’ www.peacebrigades.nl

    ‘Mozambique: Duizenden vast onder slechte omstandigheden’. Amnesty International 23-11-2012.

    ‘Mensenrechten: ‘We maken kleine stapjes, maar de agenda is nog niet af’,volgens Jeannette Seppen, de Nederlandse ambassadrice in Pakistan vorig jaar op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

    ‘Mensenrechten zijn ondergeschikt aan de economische belangen van bedrijven en Peruaanse staat.’ Mondiaal Nieuws op 1 oktober 2014.

    ‘Mensenrechten in Sri Lanka verslechterd’ De Telegraaf 20 mei 2013.

    Swaziland: aanvallen op vakbondsactivisten worden opgevoerd. De laatste absolute monarchie van Afrika heeft zijn aanvallen op vakbonden en activisten geintensiveerd. Politieke partijen in Swaziland zijn verboden en oppositieleider Mario Maseku (PUDEMO) en jeugdleider Maxwell Dlamini zijn slachtoffer van willekuerige detentie. Mensenrechtenadvocaat Thulani Maseko en journalist Bheki Makhubu zijn veroordeeld tot 2 jaar cel omdat ze aan de kaak hadden gesteld dat de rechtspraak niet onafhankelijk is.’ In een artikel van vakbond FNV op Mondiaal FNV Noord 29-3-2015.

    ‘EU gealarmeerd over schendingen mensenrechten in Turkije’ (Nu.nl op 10 november 2015).

    ‘VN signaleert schendingen mensenrechten in Oekraïne’.(nu.nl op 15 april 2014)

    In een aantal van de genoemde landen is ook het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken actief om de mensenrechten te bevorderen door kleinschalige projecten te financieren. Een andere indicatie dat het met de mensenrechten en de ‘democratische rechtsorde’ in deze landen niet bepaald meevalt.

    Duidelijk is dat wanneer overheden betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen de politie en het leger daaraan deelnemen. Dat de contacten verder gaan dan alleen het noemen van een aantal landen op internet bewijst wel het bezoek dat een Turkse delegatie bracht op 19 februari van dit jaar en die werd ontvangen door IPA-bestuursleden Taal en Korsel. De foto die hiervan werd gemaakt en op Facebook werd geplaatst, werd meteen ‘geliked’ door PvdA-er Wim Cornelis.

    De volgende vraag is natuurlijk wie er in het bestuur van IPA Nederland zitten. Enkele opmerkelijke vondsten: Vice-voorzitter Wim Cornelis is oud-burgemeester van Gouda voor de PvdA en is Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 2010 raakte hij ernstig in opspraak na het bouwen van een huis in het buitenland en verliet een jaar later zijn burgemeesterspost. Penningmeester Bert van der Wal is oud-politieman en ook al Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bestuurslid Beleid Wim Olieman is manager Bureauplanning van de Apeldoornse Politieacademie. Om er maar een paar te noemen.

    De seminarleiding is in handen van Patrick Reinerink, Albert Roskam en Michiel Holtackers. Patrick Reinerink is politieagent in actieve dienst in Vriezenveen, Albert Roskam werkt bij politie Twente en Michiel Holtackers zit namens het CDA in de Tweede Kamer en was werkzaam als docent op de Politie Academie.

    Op het seminar worden lezingen gegeven door een uitgelezen gezelschap: professor Cyril Fijnaut van de Universiteit van Tilburg, Henk Waarsing, in actieve dienst bij politie-eenheid Oost-Nederland, Rianne Verwijs die in dienst is als projectleider OMG bij het LIEC, Lian van Sinten die werkt als eenheidscoördinator OMG in de politieregio Oost-Brabant en George Kroese die werkt als strategisch analist taakaccent OMG bij de politie-eenheid Limburg.

    We zetten even een aantal zaken op een rijtje voor u. Een particuliere organisatie waarvan 7500 Nederlandse politiemensen en oud-politiemensen lid zijn die gezeteld is in meer dan 14 landen waar de democratische rechtsorde een lachertje is, die zelfstandig met een probleemstelling komt over Nederlandse motorrijdende burgers die zij vervolgens willen gaan oplossen, waarbij Nederlandse politiemensen en politie-officieren met vertrouwensfuncties namens de Nederlandse politie en een Nederlands parlementariër van het CDA hun verregaande medewerking mogen geven. In het bestuur van deze organisatie die dus blijkbaar vindt dat de ‘democratische rechtsorde’ in de bovengenoemde landen wel in orde is, zitten gepensioneerde politie-officieren, docenten en managers van Nederlandse politieacademies, een gesjeesde PvdA-politicus en van belangenverstrengeling beschuldigde burgemeester en maar liefst twee koninklijk onderscheiden Ridders in de Orde van Oranje Nassau. Op foto’s van IPA-bijeenkomsten is te zien hoe de straatarme politieambtenaren in dienstkleding moeten rondlopen om hun eigen kleding niet te verslijten. Overigens geeft IPA Nederland specifiek aan dat leden van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst) ook lid mogen worden.

    Het seminar kost 200 euro per persoon, maar het IPA vindt het zo belangrijk dat Nederlandse deelnemers (alleen politiemensen) gratis mogen deelnemen. Krijgen ze hiervoor subsidie van de Nederlandse overheid? Lijkt dit op beïnvloeding of niet? Heeft de IPA-Nederland voorrechten in Nederland? Krijgen zij gratis zaaltjes, materiaal, gratis de beschikking over in dienst zijnd politiepersoneel? Op welke wijze worden zij nog meer gefaciliteerd?

    Het IPA wil graag onderlinge banden tussen politieagenten in verschillende landen aanhalen en informeel informatie uitwisselen. Komt er nu informatie die wordt verzameld door verdachte staandehoudingen in Nederland via een niet-aangemelde politiedatabank over ‘Outlawbikers’ terecht in landen waar eigenlijk helemaal geen mensenrechten zijn? En welke ander informatie van de politie komt op deze manier in het verdachte buitenland terecht? Komt er ook informatie terecht bij de Nederlandse politie op deze manier?

    Dupont berichtte enkele dagen geleden in zijn blog over de ‘appende’ politieagenten bij een grensovergang na de terroristische aanslagen in België. Blijkbaar besteedt de politie liever aandacht aan motorrijders en motorclubs waarvan er tot op heden geen enkele verboden is.

    Verbaast het de lezer dat de IPA ook zijn eigen motorclub heeft? Dit is de IPA MC. Hier de reactie van de politiemotorbende Blue Knights MC Nederland op hun website: ‘In 1989 waaide het enthousiasme voor politiemotorclubs over naar Europa, nadat enkele collega’s via de International Police Association (IPA) contact hadden opgenomen met collega’s uit de U.S.A.’

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat

    Op 21 maart 2016 publiceerde de het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden. Deze OMG’s worden overigens in dit rapport opnieuw anders genoemd. Nu zijn het OMCG’s (Outlaw Motor Cycle Gangs), waar het vroeger OMG’s waren (Outlaw Motorcycle Gangs).

    Wat veel ernstiger is dan onenigheid of verwarring over afkortingen om motorclubs aan te duiden is het feit dat de meeste maatregelen die worden aanbevolen in dit internationale verband gebaseerd zijn op aannames, leugens en al eerder weerlegde aantijgingen. Wij geven hiervan enige voorbeelden.

     

    Op bladzijde 7 lezen wij: ‘Politiekorpsen en justitiële instanties in de Benelux Unie maken melding van een toename van geweld en gebruik van vuurwapens en zelfs explosieven door OMCG・s. Leden van OMCG・s zijn maar al te vaak actief in de grootschalige productie van en handel in soft- en harddrugs, illegale prostitutie, afpersingen en gewelddadige vergeldingsacties. OMCG・s hebben een sterk ontwrichtend effect op het maatschappelijk en economisch verkeer in steden en gemeenten in de Europese Unie, alsook in de Benelux Unie en de Euregio Maas-Rijn.’

    Explosieven? Dat is voor het eerst dat wij horen van het gebruik van explosieven. Er zijn tegen enige leden van de Bandidos MC in Nederland wel aanslagen geweest, maar deze leden en de president van de club, de heer Harrie Ramakers, hebben verschillende malen benadrukt dat deze aanslagen niets te maken hebben met geweld tussen motorclubs onderling. Justitie in Nederland heeft het tegendeel nog niet bewezen.

    Dat leden van OMCG’s ‘maar al te vaak’ actief zijn is een uitspraak die niet wordt ondersteunt met feiten. Kom maar eens met welke clubs en welke feiten. ‘De OMCG’s hebben een sterk ontwrichtend effect’ is ook al weer zo’n uitspraak die niet wordt ondersteund met een enkel feit en een sterk suggestief karakter heeft.

    Op bladzijde 11 lezen wij meer aantijgingen: ‘OMCG・s zijn sterk betrokken bij de georganiseerde misdaad

    en verstoringen van de openbare orde. De Nederlandse multidisciplinaire aanpak van OMCG・s begon in

    2012. Hiermee werd gestart als reactie op de toenemende spanningen tussen verschillende OMCG’s en verstoringen van de openbare orde door geweld en intimidatie door de OMCG’s.’

    Betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad moet eerst nog maar eens bewezen worden en bovendien zal dat dan niet gelden voor alle clubs die in dit rapport worden genoemd. Bovendien is er nergens bewijs dat clubs als club betrokken zijn bij misdaad of dat het de persoonlijke initiatieven betreft van afzonderlijke leden van clubs. Er is tot zover nog geen enkele club in Nederland die ooit is verboden door een rechter.

    Laat men eens enkele voorbeelden geven van verstoringen van de openbare orde, met name van ‘geweld en intimidatie’.

    Op bladzijde 12 lezen wij: ‘OMCG・s trachten cafés over te nemen door intimidatie of afpersing. Ze trachten ook cafés te dwingen om leden van OMCG’s in dienst te nemen als uitsmijters. Uitbaters van horecagelegenheden worden geïnformeerd over de risico・s en worden ook aangemoedigd om intimidatie en afpersing te melden aan de overheid.’

    Ook hier wordt er voor waar gepubliceerd wat de politie in Nederland al veel langer roept. Er zijn nog steeds geen concrete voorbeelden genoemd en bovendien staat opnieuw ter discussie of dit dan zou worden gedaan door clubs of alleen individuele leden van clubs. Bovendien wordt niet gepreciseerd welke clubs zich hieraan schuldig zouden moeten maken. Moeten alle clubs lijden onder de gedragingen van enkele leden van een andere club?

    Op bladzijde 21 lezen wij opnieuw een leugen die telkens opnieuw wordt herhaald: ‘In de problematiek met de HAMC in Kerkrade is er besloten dat de burgemeester wordt beveiligd. Zijn collega in Maasmechelen (België) moet dit in de krant lezen. Hij zoekt hieromtrent de publiciteit in België en vraagt zich af hoe het kan dat een collega van hem op nog geen 30 kilometer afstand bescherming krijgt omdat hij problemen heeft met OMCG・s, zonder dat hij hiervan op de hoogte wordt gebracht. Immers in zijn gemeente zijn chapters van rivaliserende OMCG・s gevestigd. Een van die OMCG・s is de HAMC.’

    Dupont heeft herhaaldelijk gewezen op het feit dat de burgemeester van Kerkrade niet is bedreigd door de HAMC (Hells Angels Motorcycle Club). In eerste instantie zei burgemeester Jos Som in een interview dat hij helemaal niet wist uit welke richting de bedreigingen kwamen, later zei hij dat de officier van justitie hem had gezegd onder te duiken. Bedreigingen waren dus in ieder geval niet rechtstreeks en Jos Som wist helemaal niet waar het vandaan kwam. Later kwam hij in een interview met het gegeven dat het ging om ‘motorjasjes’. Iets waarvan helemaal geen sprake was in eerdere interviews. Ook de bedreigingen aan het adres van zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, hebben niet plaatsgevonden.

    Wel worden bovenstaande ‘bedreigingen’ gebruikt om te benadrukken dat er internationaal moet worden samengewerkt, omdat de burgemeester van een Belgische gemeente die 30 kilometer verder weg ligt in zijn gemeente ook rivaliserende motorclubs heeft. Niet-gebeurde bedreigingen die plaatsgevonden zouden hebben door een motorclub omdat hun clubhuis werd gesloten worden in verband gebracht met een gemeente over de grens die toevallig ‘rivaliserende OMCG’s’ binnen zijn gemeentegrenzen heeft.

    Maatregelen die worden getroffen door het samenwerkingsverband van Duitse, Belgische, Luxemburgse en Nederlandse autoriteiten berusten helemaal niet op feiten, maar op leugens, valse aannames, geruchten en valse beschuldigingen. De deelname van de Duitse overheid aan deze gang van zaken verbaast niets. Zij hebben veel ervaring met het vals beschuldigen van bevolkingsgroepen en het vervolgen daarvan.

    Voor wie het hele rapport wil lezen: http://www.eu2016.nl/documenten/publicaties/2016/03/21/tackling-crime-together

    De biker als ideale zondebok

    Vorig jaar schreeuwde de Kerkraadse burgemeester Jos Som moord en brand toen het Openbaar Ministerie hem waarschuwde dat hij werd bedreigd. Hoewel Jos Som eerst nog verklaarde dat onbekend was uit welke hoek de bedreigingen afkomstig waren, riep hij later dat het om ‘motorjasjes’ ging. Dat kwam hem dan ook heel goed uit, want nadat zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, zogenaamd bedreigd zou zijn door Hells Angels, besloot Jos Som het clubhuis van die motorclub te sluiten. Achteraf bleek dat zijn dochter helemaal niet was bedreigd. Het clubhuis was toen al dicht, de burgemeester had zijn gezicht gered en er kon weer een dossiertje toegevoegd worden aan de bestrijders van motorclubs.

    Omroep Brabant berichtte op 11 maart 2016 hoe de fantaserende officier van justitie Lucas van Delft zelf bedreigingen verzon en doorgaf via Meld Misdaad Anoniem. ‘Volgens Van Delft zou hasjbaas Van Laarhoven leden van de motorclub Satudarah hebben ingehuurd om Van Delft te bedreigen. Advocaat Taco van der Dussen, die Van Delft vertegenwoordigt, en het Landelijk Parket willen niet reageren omdat het strafrechtelijk onderzoek tegen de ervaren officier nog loopt. De crimefighter zit vanwege de vermeende bedreigingen al ruim vier maanden thuis.’ Het artikel brengt perfect de tegenstellingen aan het licht. Bedreigende leden van motorclub Satudarah enerzijds en de ‘ervaren crimefighter’ anderzijds. Het moet dus haast wel waar zijn.

    Op 10 maart 2016 berichtte De Telegraaf dan weer dat de burgemeester van Heerlen ternauwernood had kunnen voorkomen dat een beruchte motorbende zich had gevestigd in het Limburgse kerkdorp. De burgemeester wilde de naam van de ‘motorbende’ niet noemen, zelfs niet aan de gemeenteraad. Het zit er dan ook in dat die gemeenteraad hem niet zou geloven wanneer hij toch opening van zaken zou geven. Wat de burgemeester ook zei was dat ‘Den Haag’ niet genoeg handvaten gaf om de ‘motorbendes’ te bestrijden. Het geroep van burgemeester Krewinkel had dus ook een politiek doel en was een boodschap om hulp aan de regering.

    Zo worden motorclubs tegen wil en dank en geheel buiten hun eigen handelen en medeweten betrokken in tal van dossiers. Onderzoeken gaan lopen, clubhuizen worden dichtgetimmerd en de burger kruipt angstig weg na de zoveelste subjectieve berichtgeving. Maar er gaat altijd baas boven baas. Sommige mensen gaat echt geen zee te hoog om hun daden te rechtvaardigen. En laat nou uitgerekend weer een politieman daarvan het voorbeeld geven.

    Want 1Limburg bericht op 17 maart 2016: ‘De 54-jarige politieman C.P. heeft volgens het OM vorig jaar “onnodig vuurwapengeweld gebruikt tegen een man die psychotisch was, en niet wist wat hij deed. Op 31 mei vorig jaar schoot P. een verdachte in zijn benen. De man uit Sittard zou in Susteren vuurwerk tegen een voordeur hebben gegooid. Na een korte achtervolging loste P. een waarschuwingsschot, maar daarop reageerde de man niet. De agent schoot de verdachte daarop in zijn benen. Na onderzoek door de Rijksrecherche besloot het Openbaar Ministerie (OM) om de agent te vervolgen. Het Openbaar Ministerie liet tijdens de zitting weten een psychiatrisch rapport over de agent te laten opstellen. Volgens de verdediging was de politieman nog gespannen van de acties tegen motorbendes afgelopen jaar, en kampte hij met PTSS, een post traumatisch stress syndroom.’

    Als politieman schiet je zomaar een man met psychische problemen neer die hard wegloopt en feitelijk niets heeft gedaan en dan zeg je dat het komt door de spanningen van die ‘motorbendes’. Dit is natuurlijk een open deur voor andere verdachten van een zeer ernstig misdrijf. Je zegt gewoon dat je erg in de war bent geraakt van ‘motorbendes’. De kranten staan er vol mee en het eist gewoon zijn tol.
    1Limburg gaat verder: ‘Uit onderzoek bleek later dat de verdachte helemaal geen vuurwerk tegen de deur had gegooid, maar een steen. De bewoner had in paniek de politie gebeld met de mededeling dat iemand vuurwerk tegen zijn deur had gegooid. De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes.’

    ‘De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes’? Wat is het verband? Is er sprake van zodanige berichtgeving, ook binnen de politie zelf, dat de agenten geloven wat er in al die politierapportages staat over motorclubs? Dan kan er binnenkort ook maar zo een lid van zo’n motorclub worden neergeschoten. Een agent in de war maakt rare sprongen.

    De politie ondertussen onderzoekt of er een extra wapen kan worden toegevoegd aan het arsenaal om vuurwapengebruik zo te voorkomen. En de neergeschoten psychoot? Die wordt mogelijk vervolgd voor het gooien van een steen. Hij zal wel in de war zijn geweest over wat hij in de krant over politiegeweld had gelezen.

    Politieagenten als outlawbiker

    In 2014 verscheen in Nederland het rapport van de politie genaamd ‘Outlawbikers in Nederland’. De grote man van de bestrijding van motorclubs, commissaris Piem Miltenburg, zei in zijn voorwoord voor dit rapport het volgende: ‘Binnen Nederland worden we de laatste jaren geconfronteerd met een forse groei van outlaw motorcycle gangs (OMG’s). Een groei die, gelet op ontwikkelingen elders in Europa, niet uniek is, maar ons wel tot alertheid maant. Outlaw motorcycle gangs zijn immers geen normale motorclubs…’

    Het rapport gaat verder met wat ‘outlaw motorcycle gangs’zijn.

    Met het hanteren van de nieuwe term outlaw motorcycle gangs,is wel de oude 1%-afbakening aangehouden. De leden van de voormalige Dutch Council waren zogeheten fullcolour-clubs. Deze onderscheiden zich van andere clubs doordat hun fullcolour-leden hesjes dragen met drie backpatches, te weten het logo van de club, een toprocker (halve boog met tekst) met daarin de naam van de club, een bottomrocker met daarin het specifieke chapter (afdeling) of de regio. Ook internationaal gezien wordt de three piece backpatch als onderscheidend voor outlaw motorcycle gangs beschouwd.’

    Enerzijds wordt dus geconstateerd dat er een flinke groei is in de toename van het aantal clubs en hun leden, anderzijds wordt aangegeven hoe je ‘outlaw motorcycle gangs’ kunt herkennen. Dezen hebben namelijk een driedelige set colors op hun rug. En dat onderscheidt ze volgens dit politierapport van de andere , zeg maar gewone, motorclubs.

    Dupont ging de straat op in Nederland en keek eens rond. Hij vond drie motorclubs, naast de bekende clubs als Hells Angels en Satudarah, die aan dit criterium voldoen: Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. Alle drie de clubs zijn al in eerdere artikelen beschreven. Duidelijk is dat deze clubs alleen toegankelijk zijn voor politiemensen, oud-politiemensen, gevangenispersoneel en mensen die bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie werkzaam zijn.

    Hoewel in Nederland nog niet veel incidenten rond deze zogenaamde ‘copclubs’ bekend zijn, is dat in bijvoorbeeld de Verenigde Staten wel het geval. Het politierapport ‘Outlawbikers in Nederland’ grijpt uitvoerig terug op de ontstaansgeschiedenis en gebeurtenissen van motorclubs in het buitenland om de situatie in Nederland te verduidelijken. Wij gaan dus hetzelfde doen. Wij gaan hiervoor naar de Verenigde Staten.

    Een bekende blogger over motorclubs in de Verenigde Staten is ‘The aging rebel’ (www.agingrebel.com). Op 13 januari 2009 schreef deze het volgende op zijn blog:

    ‘City Heat Motorcycle Club wears a three-piece patch. It is one of the so called “Law Enforcement Motorcycle Clubs” that have repeatedly tried to use the police powers of their patch holders to intimidate other bikers and other clubs.

    For example, last August, Ron Smith, a Seattle police union official and a member of the Iron Pigs motorcycle gang shot a member of the Hells Angels Motorcycle Club named Joseph McGuire in the Loud American Roadhouse in Sturgis. The shooting occurred in the course of a fist fight that followed a verbal altercation.

    Apparently McGuire had the audacity to ask Smith why the Iron Pigs were allowed to wear their colors in the Roadhouse while the Hells Angels were not. The police were carrying concealed weapons and were released by local police immediately after the incident. Charges were filed against the cops but dropped. The victim, Smith, spent months in hospital and is facing charges of trying to kill the cop who shot him.

    Clubs like the Iron Pigs, the Wild Pigs, the Untouchables, the Renegades, the Blue Steel and the club central to the Minneapolis suit, the City Heat clearly intend to be outlaws with police privileges.’

    The Aging Rebel haalt hier niet alleen aan hoe leden van niet-copclubs zomaar door deze laatsten worden beschoten, maar ook zegt hij dat vaak motorclubleden hun colors niet mogen dragen in openbare gelegenheden als horeca. Dit laatste is een situatie die vergelijkbaar is met Nederland. Veel horeca weigert dragers van colors en het is ook opgenomen in sommige plaatselijke verordeningen voor binnensteden. De vraag is of de politiemotorbendes zich ook houden aan deze verordeningen en regels.

    Een copclub oftewel politiemotorbende als ‘City Heat’ wordt er ook van beschuldigd openlijk racistisch te zijn.

    In 2014 kwam een federaal rapport uit in de Verenigde Staten waarin werd geconstateerd dat er een snelle expansie was te zien ondanks bloedvergieten van politiemotorbendes. Een vooraanstaand onderzoeker stelde dat Iron Order MC problemen heeft met iedereen.

    Iron Order noemt zichzelf weliswaar geen copclub, maar een groot aantal van de leden van deze club is wel politieman of cipier in het gevangeniswezen. De laatste jaren is Iron Order MC betrokken geweest bij tal van dodelijke incidenten met andere motorclubs. Zo werd in 2014 een lid van de Black Pistons MC doodgeschoten door een lid van Iron Order. De Denver Post bericht op 2 januari 2016 hoe een lid van Iron Order MC een lid van de Mongols MC doodschiet op een motorevenement in Denver. Drie andere clubleden werden neergeschoten. Bekend is dat leden van politiemotorbendes legaal hun wapens mogen dragen, ook in hun hoedanigheid als motorbendelid.

    Terug naar Nederland zien we, net als bij de andere motorclubs, nog geen echte incidenten, maar wel zien we een snelle groei van politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls en Blue Knights MC. Gezien het martiale karakter van deze clubs en de agressieve macho ogende logo’s met doodshoofden en dolken of zwaarden is het misschien alleen nog afwachten totdat er wel iets gebeurt.

    Vooralsnog is niets bekend van maatregelen die door de overheid, of gemeenten, worden genomen tegen deze politiemotorbendes. Blijkbaar sust het gegeven dat de leden van deze clubs allen politiemensen zijn de overheden in slaap. Net als in de Verenigde Staten kan de schok van het wakker worden des te groter zijn.

     

     

    Motorbendes met alleen maar politieagenten

    De politie heeft er maar mooi zijn handen vol mee. De motorclubs schieten blijkbaar als paddestoelen de grond uit. De politie heeft er ook een fraaie naam voor bedacht: ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. En door die naam maar te blijven voeren gaan de media die naam ook gebruiken. En zo krijgt wie de naam heeft ook de daad. Dat geldt ook voor motorclubs die niet in verband gebracht kunnen worden met criminaliteit. Bovendien is er in Nederland nog geen enkele motorclub door een rechter verboden. Dus om ze dan toch crimineel te noemen. Discriminatie? Stemmingmakerij? Laster?

    Gelukkig geeft de politie nu zelf het goede voorbeeld in motorbendeland. Was er enkele jaren geleden al een motorbende alleen bestaande uit politiepersoneel met de naam Lex Legio MC, vandaag zijn er maar liefst zelfs drie. Lex Legio MC voert in zijn logo (colors voor ingewijden van de motorwereld) een doodshoofd. In een eerder artikel van Dupont (De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde) zei raadsheer Marquart Scholtz over een doodshoofd op de colors van een motorclub dat in de Tweede Wereldoorlog ook al mensen rondliepen met een doodshoofd op hun jas. En dat was heel scherp van de raadsheer, die om de hoek woont van het clubhuis van Veterans MC. In de Tweede Wereldoorlog waren er namelijk inderdaad politiemensen die rondliepen met een doodshoofd op hun pak. Dat waren kwade lieden die rapportages vervalsten en zomaar mensen aanhielden in dienst van het bevoegd gezag.

    Lex Legio MC zegt op zijn eigen website dat de club is gevormd als een traditionele motorclub. Oeiiiii! Geen gele hesjes dus als ze gaan rijden? De president van de club gaat gebukt onder de stoerklinkende bijnaam ‘Fixxer’. De ‘regelaar’ zouden wij in het Nederlands zeggen. Dat doet ons denken aan ‘de pet’ uit de verhalen van Willem Holleeder. Die kon ook van alles regelen.

    Een andere recent ontstane motorclub waar alleen maar politiemensen lid van mogen worden is het in 2005 opgerichte Blue Knights MC. Ook zij hebben een website. Een website? Waarom? Er staan alleen onduidelijke foto’s op de site en de leden hebben alleen bijnamen. Bijnamen die iets minder stoer klinken dan bij hun collega’s van Lex Legio MC. ‘Koko’ heet hun president. ‘Stil jongens, Koko wil iets zeggen!’ De secretaris van de club heet ‘Castro’ en de treasurer ‘TT’. Het mooie van deze club van ongeveer 35 leden is niet alleen het politieledenbestand, maar vooral de leden die werkzaam zijn voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Wanneer we zien dat bijvoorbeeld de ‘treasurer’ werkt als operationeel manager beveiliging bij dat ministerie en de ‘quartermaster’ daar eveneens werkt in de beveiliging en de president badmeester is bij datzelfde ministerie, begrijpen wij waarom gekozen is voor schuilnamen en onduidelijke foto’s. De club zegt een internationale motorclub te zijn met afdelingen over de hele wereld. Als dat waar is dan is dat de georganiseerde anti-misdaad. Maar alsof dat nog niet erg genoeg is, sinds 2015 is er nóg een motorclub van politiemensen ontstaan.

    ‘In Nederland zijn wij één van de weinige LEMC’s die het MC protocol volgen.’, zegt deze motorclub, Marshalls, op zijn eigen website. LEMC staat voor ‘Law Enforcement Motorcycle Club’. Zijn er dan meer van? Nee, LEMC Marshalls is de enige club die zich Law Enforcement MC noemt. Op de colors van de club staat opnieuw een doodshoofd. Wij merkten al op wat raadsheer Marquart Scholtz hiervan vindt. Politiemensen met een doodshoofd op hun jas. Als herkenningsteken? Of om mensen af te schrikken? Om de zaak nog te verergeren staat er een agressieve dolk dwars door het doodshoofd heengeprikt. Vermoedelijk lijdt Henk Marquart Scholtz nu aan ernstige slapeloosheid.

    Marshalls LEMC heeft nog een spreuk op zijn logo staan. ‘Integriteit, respect en vertrouwen’ staat er. Er staat alleen niet bij op wie die spreuk van toepassing is.

    Heel opmerkelijk is het dat deze politiemotorbendes zeggen dat zij geen 1%-clubs zijn, maar dat zij wel steeds refereren aan ‘traditionele motorclub’ en ‘het MC protocol volgen’. Welk protocol? Welke tradities? Alles wat tegenwoordig gebruikt wordt door motorclubs is afkomstig van de Hells Angels. Zij waren het die met colors op hun rug gingen rijden en daar regels voor opstelden. Zij kwamen met de naam van de club, de naam van de stad of regio en met het MC gaven zij aan een motorclub te zijn. Zij waren het die het ‘one man, one vote-systeem’ introduceerden en hun eigen officieren kozen. Op de voorkant van hun motorjassen was te lezen wat de functie was van het desbetreffende lid binnen zijn chapter of afdeling. ‘Treasurer’, ‘president’ of ‘secretary’. Precies de namen en de regels die de politiemotorbendes gebruiken. Alles waarmee ze rondrijden hebben ze gepikt.

    Ambtenaren worden al zeer lange tijd lastiggevallen door hun baas wanneer blijkt dat zij lid zijn van een motorclub. In sommige gevallen worden zij zelfs geschorst of ontslagen. Alleen maar omdat zij lid zijn van een motorclub. Nog los van de huisbezoekjes of de bezoekjes aan de baas door politieagenten. Politieagenten? Toch niet van zo’n politiemotorbende zeker? Want opmerkelijk is het wel. Deze politiemotorbendes nemen je alleen maar aan als lid wanneer je bij de politie zit of hebt gezeten. Bij andere clubs wordt je dan juist ontslagen of kan je alvast op zoek naar een goede advocaat. Zelfs de Veterans MC met hun verdienstelijke operationele inzet en hun medailles zijn niet veilig voor de politie die geen kans onbenut laat om ze aan te houden.

    De laatste jaren zijn bijna alle grotere motorevenementen verboden op advies van de politie. Te gevaarlijk! Jaaa, misschien komen er wel leden van verschillende motorclubs tegelijk die dan onderling ruzie gaan staan maken. Over het van elkaar pikken van insignes, logo’s en colors bijvoorbeeld. En doodshoofden. Daar zal nu misschien een einde aan gekomen zijn. Zo zie je maar weer: de politie is je vriend en die pet past ons allemaal. Pet? Nou ja, motorhelm.

    De politiedatabank van Outlaw VVD’ers

    Op 25 januari 2016 schreef Nu.nl: ‘VVD partij met meeste integriteitsschandalen’. Wij citeren het artikel niet, maar geven het voor het gemak helemaal weer:

    ‘Regeringspartij VVD voert ook dit jaar de lijst aan van integriteitsschandalen onder politici en bestuurders.

    Met veertien affaires staan de liberalen, net als in voorgaande jaren, bovenaan de jaarlijkse Politieke Integriteitsindex van weekblad Vrij Nederland. In 2014 waren er binnen de VVD elf schandalen.

    In 2015 gingen in totaal 64 bestuurders en politici de fout in. In 2014 waren dat er 47.

    Strafblad

    Het aantal VVD’ers met een strafblad is daarmee dit jaar opgelopen tot zestien. Daarnaast lopen er nog strafzaken tegen zes liberalen: Rolf Zincken (mishandeling), wethouder Carel van Gelder (hennepkweek), oud-wethouder Piet Ploeg (corruptie), Kathalijne de Kruif (deelname criminele organisatie), oud-senator Jos van Rey (corruptie) en oud-wethouder Tilman Schreurs (corruptie).

    De VVD riep vorig jaar een interne integriteitscommissie in het leven na de ophef rond het declaratiegedrag van Kamerlid Mark Verheijen. Hij erkende fouten te hebben gemaakt en stapte op. Onlangs werd hij nog vrijgesproken door het Openbaar Ministerie.

    De interne commissie kon echter niet verhinderen dat Kamerlid René Leegte (betaalde bijbaan) de fout inging en oud-Senator Loek Hermans (wanbeleid Meavita) de Eerste Kamer moest verlaten. En Europarlementariër Hans van Baalen zegde onlangs halsoverkop twee omstreden bijbanen in de autoindustrie op.

    Grootste partij

    VVD-leider en minister-president Mark Rutte zei vorig jaar in een reactie op alle schandalen dat de VVD voorop moet lopen als het gaat om integriteitsbeleid bij politieke partijen. Volgens de premier is het logisch dat de VVD als grootste partij onder een vergrootglas ligt.

    Vrij Nederland, die de lijst in samenwerking met de Vrije Universiteit samenstelde, stelt dat het niet vreemd is dat de VVD als grootste partij ook de meeste schandalen telt. Toen het CDA de grootste partij was, hadden de christendemocraten de meeste schandalen, schrijft het weekblad.

    Het CDA telt dit jaar overigens zeven affaires. De PvdA telt er zes en D66 had te maken met acht schandalen.’

    Denk eraan dat dit niet zomaar een journalistiek werkje is geweest. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Vrije Universiteit. Wetenschappelijk dus. Wat evenzo bedenkelijk is, is het feit dat ook de andere grotere partijen graag meedoen met deze schandalen. Zij bleven enkel wat achter doordat de VVD veel groter is.

    Wij kunnen ons dus wel vinden in het waarheidsgehalte, althans wij bestrijden het niet. Wij hebben wel een opmerking: ‘Schandalen?’ Welke schandalen? Het gaat hier om misdaad. Mishandeling, corruptie, deelname criminele organisatie, hennepkweek. Het gaat dus niet over politieke integriteit, of om schandalen. Het gaat om misdaad.

    Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Het is dus niet alleen een schandaal wanneer een politicus of een mandataris een misdaad pleegt. Het is ook ondermijning volgens de eigen definitie van de politie. Een maatschappelijk probleem. Maar waarom dan als voorbeeld geven een buurman met wiet op zijn zolder, een mensenhandelaar of overlastgevende hangjongeren? Is dat ondermijning? Is dat het vermengen van de onderwereld met de bovenwereld? Die vermenging, en dus de echte ondermijning, is pas aan de orde wanneer de gegeven voorbeelden contact maken met de bovenwereld. En wat is nu die bovenwereld? Dat zijn de gezagsdragers, de vertegenwoordigers van de gevestigde orde, de grotere jongens. En dat zijn de mensen die we moeten hebben. Anders gaan we de ondermijning te lijf door een omaatje met een bijbaantje, een bijklussende bijstandsmoeder, een bejaarde met een paar plantjes op te sporen en aan te geven.

    Er is op 18 maart van dit jaar zelfs een Dag van de Ondermijning gehouden. Een dag waar vooraanstaande politiemensen, politici, bestuurders en burgemeesters kennis konden maken met dit nieuwe fenomeen. En nu wetenschappelijk is vastgesteld dat die ondermijning in een aantal gevallen afkomstig is van politieke bestuurders, waarom wordt er dan opgeroepen door de politie om te kijken naar je buurman of een stelletje hangjongeren?

    Al eerder schreef Dupont in zijn blogs over een creatieve officier van justitie, Lucas van Delft, die zelf anoniem meldingen deed. Wij vroegen ons toen al af in hoeveel andere gevallen justitie en politie achter dergelijke meldingen zaten of zitten. Dupont meldde ook dat er nogal wat aan de hand was met zogenaamde bedreigingen van burgemeesters door motorclubs. Genoemd werden opnieuw mensen als Lucas van Delft, burgemeesters Jos Som en Fons Jacobs. Dupont meldde ook diverse malen hoe burgemeesters werden genoemd in corruptiezaken. Nou, dat is ondermijning. Echte ondermijning. Die buurman met zijn zolderkamertje is meer een noodsprong van een hulpeloze en kansarme.

    Dupont schreef ook hoe de politie erg creatief omgaat met verkeerscontroles. Ze zien een persoon rijden die zij checken in hun databank en houden hem vervolgens aan voor ‘opvallend rijgedrag’. Daarna worden openstaande boetes gevonden, een zakje wiet (afkomstig van die buurman zijn zolderkamertje?), een wapen en na huiszoeking zelfs enkele messen. Dit terwijl een rechter een uitspraak heeft gedaan over deze handelwijze. Het mag niet. Maar het gebeurt toch! Wat we dus zien is dat onder het mom van ‘ondermijning’ de politie bijna alles kan maken. Er is helemaal geen controle meer.

    Wat wij ons nu afvragen. Er is vastgesteld dat de politie leden van motorclubs registreert, invoert in een databank en regelmatig aanhoudt in hun strijd tegen ‘ondermijning’. Een databank die, wij vermelden het nog maar even voor de zoveelste keer, illegaal is. Is er nu ook een aparte databank voor politici? Een databank voor Outlaw Politicians? Als tegenhanger van de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG)? Worden op onzalige tijden leden van de VVD aangehouden die in die databank zitten, wegens ‘opvallend rijgedrag’? Of houdt de politie liever de bestuurders van dit land buiten schot? Nou, dat zou pas echt ondermijning zijn.

     

    18 maart: Dag van de ondermijning

    Vrijdag 18 maart is het zover. Dan wordt in de mediaplaza van de Jaarbeurs Utrecht de ‘dag van de ondermijning’ gehouden. Toegangsprijs 395 euro. ‘Ondermijning is een steeds groter wordend maatschappelijk probleem.’ stelt Landelijk hoofdofficier van Justitie mr. G.W. (Gerrit) van der Burg, die de dag mag openen, op de website. Dat is logisch, want het OM kan moeilijk zeggen dat ze bezig zijn met zomaar wat dingetjes die er niet toe doen. Hoeveel het toeneemt zegt hij er niet bij. In mei 2015 zei hij bij Nieuwsuur nog: ‘Het is een probleem waarbij niemand precies kan zeggen hoe groot het is.’ Uit die Nieuwsuur-uitzending, die overigens nadere bespreking verdient, blijkt ook niet hoe groot het ondermijningsprobleem dan wel is.

    Ondermijning is al een paar jaar het toverwoord in de justitiewereld. Criminelen uit de onderwereld maken gebruik van diensten in de ‘bovenwereld’. Daarmee wordt deze ‘bovenwereld’ ‘ondermijnd’. Deze criminelen werken nooit alleen, ze zitten in een ‘crimineel samenwerkingsverband’ oftewel CSV. Er zijn targets gesteld hoeveel CSV’s er moeten worden opgerold. En dan gaat het niet vooral om veroordelingen, maar vaak ook om mensen het leven zuur te maken door een fiscale voorkeursbehandeling, zegt Van der Burg in Opportuun van oktober 2014.

    De termen CSV of ondermijning staan niet in het wetboek van strafrecht. Targets over werkelijke strafbare feiten die de politie voor de rechter heeft gebracht zijn nooit gehaald. Misschien daarom wordt nu gekozen voor het treiteren van groepen mensen die worden ingedeeld bij ‘de onderwereld’. Met behulp van welwillende mediaconnecties wordt het fictieve probleem extra aangedikt.

    Mensen die aangifte hebben gedaan van inbraak, beroving of verkrachting moeten wachten, want de politie vindt het belangrijker om hun zelfverzonnen vijand aan te pakken. Of deze aanpak leidt tot veroordelingen, en of het in het wilde weg beslag leggen op allerlei bezittingen voor de rechter stand houdt, is van later zorg. Het lijkt belangrijker de vastgeroeste politieorganisatie weer een doel te geven, waarbij de hele maatschappij, of in elk geval de hele overheid moet meedoen in deze mythologische strijd tegen het kwaad.

    Maar goed, dag van de ondermijning dus. Behalve mr. Van der Burg en wat politiemensen is ook de private veiligheidsbranche vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld Wendy van der Krift, die mede-eigenaarschap van een bedrijf dat veiligheid verkoopt aan gemeenten weet te combineren met de functie van teamchef bij de nationale politie. En die uit dien hoofde natuurlijk nooit zal zeggen dat het wel meevalt met die ondermijning. En haar eigen dubbelfunctie, ondermijnt die dan niet de geloofwaardigheid van de politie? Verder twee heren van de FIOD over hun ‘afpak-app’ (helaas niet openbaar verkrijgbaar), een entrepreneur in intimiteit en verleiding en een NLP-master die hardnekkige weerstanden (‘mogen we dit wel doen?) weet te doorbreken.

    In het vuur van de strijd is intussen elke motorclub in de ogen van justitie een ‘outlaw motorcycle gang’ geworden en iedereen met een paar wietplanten behoort tot de ‘ondermijnende en georganiseerde misdaad’. Is de grootste ondermijning hier niet de ondermijning van de rechtsstaat?

    Zieligheid als argument

    Omroep Brabant bericht zaterdag 6 februari 2016 dat officier van justitie Lucas van Delft zijn eigen bedreiging verzon. Onder een andere naam belde Van Delft op (naar Meld Misdaad Anoniem?) om aan te geven dat hij met de dood werd bedreigd. De politie kwam meteen na deze bedreigingsmelding met een zeer uitvoerig pakket aan beveiliging voor de officier. Wij zullen dit verschijnsel noemen ‘het Varma-effect’.

    Lucas van Delft was eerder belast met de zaak tegen Johan van Laarhoven, de grondlegger van coffeeshopketen The Grass Company. Van Laarhoven verdiende in Nederland zijn geld met coffeeshops, die hier zijn gedoogd en dus legaal zijn. Van Laarhoven was dus in Nederland juridisch niets te maken. In Thailand werd echter Van Laarhoven veroordeeld voor het witwassen van crimineel geld, toen hij zijn 20 miljoen euro winst overbracht naar dit land. Zijn vrouw kreeg daarbij 12 jaar cel. Omroep Brabant berichtte daarover na het vonnis: “Dit is vreselijk nieuws”, zegt Tim Vis van advocatenkantoor Spong. “Van Laarhoven werd door het dubieuze en rancuneuze handelen van het Nederlandse Openbaar Ministerie overgeleverd aan een rechter die niet voldoende in staat is gebleken het Nederlandse gedoogbeleid te beoordelen.”

    Dus de man die zijn eigen bedreigingen verzon was ook medeverantwoordelijk voor de veroordeling in Thailand van een landgenoot die in Nederland de wet niet overtrad. Blijkbaar was Van Delft goed op de hoogte van de wetgeving in andere landen. In hoeveel andere gevallen werden landgenoten in het buitenland veroordeeld voor iets wat in Nederland helemaal niet verboden is?

    Wat wij ons nu afvragen is dit: gebeurt het vaker dat politie of justitie zélf bellen naar Meld Misdaad Anoniem? Op deze manier kun je volkomen legaal bij mensen invallen doen, of ze aanhouden voor onderzoek, of een groot onderzoek starten. De talloze meldingen via de meldlijn over ‘buren met een wietplantage’ komen hiermee ook in een heel ander kunstlicht te staan.

    Maar wij gaan verder, want het zal toch niet dat? Op 9 juli 2015 berichtte Dupont in zijn rubriek ‘Burgemeester Jos Som in het nauw’ hoe het erg twijfelachtig is dat de burgemeester van Kerkrade werkelijk is bedreigd. Hij zegt daarover zelf tweemaal iets geheel anders en het is ook te betwijfelen dat de Hells Angels daarachter zitten. Bovendien werd zogenaamd zijn dochter ook nog bedreigd. Dupont geeft aan dat ook dat waarschijnlijk heel anders zit. Het leverde de burgemeester wel veel publiciteit op en hij wist de motorrijders neer te zetten als een stel nietsontziende boeven.

    In hetzelfde artikel over Jos Som geeft de burgemeester van Helmond aan dat hij verkeerd is voorgelicht door justitie over eerdere bedreigingen aan zijn adres. Heel vreemd dus allemaal. Burgemeesters moeten onderduiken nadat zij door justitie zijn getipt over zeer ernstige bedreigingen. Daarna blijkt dat die burgemeesters of erop los liegen of zelfs aangeven dat ze zich bedonderd voelen. Overigens zijn beide burgemeesters tevens onderwerp van speculaties over corruptie. In één geval (maar wie weet hoeveel andere gevallen er nog zijn?) blijkt zelfs dat een officier van justitie zelf stiekem opbelde naar een meldlijn om valselijk aan te geven dat hij werd bedreigd.

    Nu weer terug naar de eerbare Lucas van Delft. Deze officier van Justitie was ook belast met onderzoeken naar leden van motorclub Satudarah. Deze motorclub wordt in verband gebracht, u raadt het al, met ernstige misdrijven als bedreigingen. Net als de Hells Angels trouwens. En in beide gevallen is nu grote twijfel ontstaan. Wij berichtten ook al diverse malen hoe de ‘voortgangsrapportages’ over motorclubs door de politie vol stonden met valse informatie. De politie is dus nogal makkelijk met het zetten van ‘informatie’ in rapportages en justitie verzint zelf bedreigingen, terwijl meldingen op Meld Misdaad Anoniem ook door politie of justitie gedaan kunnen worden. Ja, zo krijg je iemand wel achter slot ende grendel.

    Dat de politie niet te vertrouwen is, bleek al eerder, zoals met de leugens in het proces-verbaal over de dood van Mitch Henriques vorig jaar. Nu blijken ook officieren van justitie en burgemeesters niet altijd op hun mooie ogen te vertrouwen. En hoe zit het dan met de onafhankelijke rechters, zo zult u natuurlijk graag willen weten. Uitgerekend over zo’n rechter berichtte Dupont in oktober 2015 in het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’. Mr. Marquart Scholtz, de rechter in een zaak tegen motorclub Veterans MC, bleek om de hoek te wonen van het clubhuis van de club in Haren. Natuurlijk was zijn uitspraak niet in het voordeel van de club.

    Je hoeft in dit land de wet helemaal niet te overtreden om in de gevangenis te belanden.

     

     

     

    De mol die eigenlijk een rat was

     

    Op 2 oktober 2015 werd in het Limburgse Weert de 28-jarige Mark M. gearresteerd. De man, die het breed liet hangen, was werkzaam bij de politie en werd beschuldigd van het lekken van informatie. In de dagen die volgden werd steeds meer bekend over de man. Werd hij eerst genoemd als 48-jarige agent, nu bleek het te gaan om een 28-jarige man. De man bleek niet alleen loslippig te zijn geweest, maar werd inmiddels beschuldigd van het doelbewust informatie verstrekken aan drugscriminelen en leden van enkele motorclubs. In het huis van M. werd 235.000 euro aan contant geld gevonden.

    M. bleek niet helemaal alleen te hebben gehandeld, in zijn kielzog werd een 45-jarige man gearresteerd. M. was werkzaam in het Brabantse Son bij de Dienst Infrastructuur van de politie. Dat M. werd aangenomen bij de politie is op zich een wonder, hij werd namelijk eerder door de AIVD ongeschikt bevonden voor een baan bij de politie. De politie echter sloeg dat advies in de wind en nam de voormalige persfotograaf toch aan.

    Zeer opmerkelijk, des te meer daar het oud-hoofd van de AIVD het tegenwoordige hoofd van de Nationale Politie is. Korpschef Gerard Bouman kondigde vorige week zijn vertrek aan zonder opgaaf van redenen enige dagen later gevolgd door zijn trouwe vriend en hoofd van de communicatie-afdeling Eric Stolwijk. Gerard Bouman kwam regelmatig in het nieuws in verband met onderzoeken naar en de aanpak van motorclubs. Tachtig procent van de leden van die motorclubs was volgens hem crimineel. Jawel. Met name in Brabant en Limburg zou het de spuigaten uitlopen.

    Mark M. had het de politie bepaald niet moeilijk gemaakt. In Weert bleek hij een bekende persoon die met zijn Oekraiense vrouw een importfirma runde voor bont. Ook reed Mark rond in een dure bolide en fronste menigeen zijn wenkbrouwen over zijn flamboyante levensstijl. De politie echter viel het niet op. Verblind als zij waren door de strijd tegen de motorbendes? Of is er nog meer mis bij de politie?

    Op 19 oktober 2015 bericht rtlnieuws.nl : ‘Het Openbaar Ministerie heeft in Eindhoven vanochtend een agent aangehouden. Hij zou zich niet hebben gehouden aan zijn ambtsgeheim. Ook zijn er twee burgers aangehouden, een daarvan is een medewerker van het RTL4-programma Ontvoerd.’

    De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Na zijn politietijd werd hij directeur van de Spyshop Eindhoven en verkocht hij opname-apparatuur en volgapparatuur. Dit soort gadgets is ook zeer in trek bij criminelen. Nog vorige maand werd een andere directeur van een Spyshop, de Spyshop Nieuwegein, doodgeschoten bij zijn voordeur. Volgens Crimesite.nl op 17 oktober 2015 had deze Ronald Bakker apparatuur verkocht aan enkele criminelen die mogelijk liquidaties aan het voorbereiden waren. Een gevaarlijk beroep dus, directeur van een Spyshop. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.

    U ziet het nu zelf. Criminelen zitten overal, ook bij de politie.

     

     

     

    De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)

    Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’

    Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!

     

    Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’

    Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’

    Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.

     

    Wie is wie?

    De motorclub

    Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’                                                                                                         Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’.                                                                                                           De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?

    Waarom een doodshoofd als embleem?

    In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’

    Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.

    Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.

    Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.

    Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”

    Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?

    De onafhankelijke raadsheer

    Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.

    De raadsheer schrijft brieven

    Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.

    De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.

    Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.

    De raadsheer komt op de televisie

    Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.

    De raadsheer voert actie

    Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.

    Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?

    ‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.

    De raadsheer wordt belaagd

    Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.

    Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.

    De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:

    ‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’                 Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.

    De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.

    De raadsheer en de korte broek

    Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’                  Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.

    Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.

    De raadsheer aan het werk

    Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.

    Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.

    De raadsheer en de motorclub

    In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.

    En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.

    De raadsheer onder vuur

    Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.

    De raadsheer vandaag

    Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.

    De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub

    O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)

     

     

     

    Verbal diarrhea

    Afgelopen week kregen wij weer verschillende artikelen in de media binnen. Uit de meeste artikelen blijkt hoezeer de politie in het duister tast over motorclubs en maar wat verzint. Zij hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

    Op 21 september, een maandag, begon de week met het nieuws dat de explosieve groei van criminele motorclubs was gestopt. Bijna alle media brachten het nieuws. Wij citeren staatsomroep NOS: ‘De jarenlange explosieve groei van criminele motorclubs is gestopt. Dat zeggen de Nationale Politie en de motorclubs zelf. De enorme aanwas was juist de reden voor een harde aanpak van de clubs.Verschillende overheden vreesden voor een bendeoorlog, omdat de territoriumdrift tussen motorclubs tot spanningen leidde. Pim Miltenburg, de politietopman die verantwoordelijk is voor de aanpak van de motorclubs, zegt dat de harde aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. “Burgemeesters hebben clubhuizen gesloten, er zijn veel onderzoeken geweest naar individuele leden van motorbendes, de Belastingdienst heeft meegewerkt om ze aan te pakken, de politie treedt op op de openbare weg. We zien daarom minder intimiderend gedrag van de motorbendes.’ ‘Miltenburg zegt dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Dit jaar zouden er negen afdelingen zijn bij gekomen. Een speciale eenheid van de politie heeft op dit moment zeventien motorclubs in beeld die ze crimineel noemt, met in totaal 123 verschillende afdelingen. In 2011 waren er nog maar tien clubs met in totaal 31 ‘chapters’. De politie heeft zo’n 1800 leden in het vizier.’

    Vreemd. Eerst wordt de onwetende burger vertelt dat er een explosieve groei was en dat die inmiddels is gestopt en dan volgt een uitspraak van de man die daarover gaat, Piem Miltenburg, dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Miltenburg, die zelfs binnen zijn eigen korps bekendstaat als een fanatieke hardliner, noemt daarbij een aantal van 1800 motorclubleden. Op 8 augustus 2015 noemt ex-BBE commandant en huidig recherchechef Rienk de Groot in bndestem.nl echter een aantal van 1200 motorclubleden. Nogal een verschil. Rienk de Groot verdiende zijn strepen tijdens de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier. Fijn dus om te weten dat hij zich nu bezig houdt met motorclubs. Dus wat is het nu? Lichte groei, explosieve groei, groei gestopt of aantallen fors teruggelopen? Wat in ieder geval wel weer duidelijk wordt is hoe de media geen enkele moeite doen om berichten en cijfers van de politie te verifiëren.

    Iets anders wat uit dit krantenartikel blijkt is de opmerking van Piem Miltenburg dat ‘juist de enorme aanwas de reden was voor een harde aanpak van de clubs’. Dat is wel zeer merkwaardig. Omdat de clubs groeiden, moesten politie, burgemeesters en belastingdienst in actie komen? En dan hebben we het dus over aantallen van ongeveer 1800 man. In totaal. Er moet wel waanzinnige paniek zijn bij de politie over de enorme toestroom bij watersportverenigingen, hockeyclubs, voetbalclubs en bridgegenootschappen.

    ‘We zien daardoor minder intimiderend gedrag van de motorbendes’, zegt Miltenburg nog en ook daar vinden wij iets van. Ten eerste is het zo dat er helemaal geen cijfers zijn van intimiderend gedrag van motorbendes. Welk intimiderend gedrag? Tegen wie? En vooral, door wie? Het kan toch niet zo zijn dat club ‘A’ intimiderend gedrag vertoont en club ‘B’ daardoor wordt lastiggevallen door de politie of zelfs in de statistieken terechtkomt? Verder is door talloze andere krantenartikelen bekend dat motorclubs niet welkom zijn in de horeca (op aandringen van de politie die schermt met onnauwkeurige rapportages en daarmee gemeenten en horecaondernemers onder druk zet) en dat clubs soms zelf besluiten om zonder colors te gaan stappen. Dat betekent dat die clubs misschien wel juist in aantal toenemen, maar onzichtbaar zijn geworden door de druk van de politie. Een ongewenst effect, daar wanneer dat inderdaad zo zou zijn, er veel minder zicht is op wie wat doet. De politie roept eerst dat motorclubleden zich schuldig maken aan zware misdaad, vervolgens zorgt de politie er voor dat de leden van die clubs zich minder vertonen met hun colors en dan roept de politie triomfantelijk dat de aantallen clubleden minder zijn geworden en hun beleid dus succesvol is. Rienk de Groot zegt daarover in bndestem: ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.” Dat is dus precies het omgekeerde wat de politie beoogt.

    Wij merken nog op dat de groei van motorclubs verband lijkt te houden met negatieve berichtgeving in de pers. Tijdens de oorlog in Scandinavië tussen Hells Angels en Bandidos namen de aantallen leden enorm toe. Na een zeer negatieve pers in Australië en verregaande maatregelen van de autoriteiten namen ook daar de aantallen leden toe (zie ook op deze website de blog Holle vaten…).

    We zagen net al de naam van een nieuwe motorclubexpert bovendrijven; de sportman Rienk de Groot. Als recherchechef moet De Groot zich blijkbaar nog inlezen, als commandant van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) hoeft hij dat waarachtig niet. Toch een beetje vreemd dat De Groot wel als expert geraadpleegd werd nota bene op de Politieacademie. Wij lezen op politieacademie.nl/onderwijs/ov namelijk het volgende: ‘Een motorclub ontwikkelt zich tot een criminele organisatie. In deze sessie vertellen de hoofdrolspelers van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie over de manier waarop in Enschede partners samenwerkten om dit probleem het hoofd te bieden. Daarvoor zijn de burgemeester van Enschede Peter den Oudsten, het plv. diensthoofd Landelijke Recherche Rienk de Groot en rechercheofficier mr. Evert Harderwijk van het Landelijk Parket (OM) uitgenodigd. “De belangrijkste vraag die op tafel lag was hoe we het toch voor elkaar hebben gekregen resultaten te boeken,” vertelt Harderwijk.’

    De politieacademie geeft dus les aan de hand van ‘gevallen uit de praktijk’, waarbij als expert mensen worden ingehuurd die de cijfers niet goed kennen. Toch wordt door het geven van uitgerekend lessen met als casus een motorclub een beeld gecreëerd bij politiemensen van gevaarlijke en misdadige motorclubs. Wanneer u nog twijfelt, hier het gevolg ervan. Op 112Groningen.nl van 26 september 2015 lezen wij over een grote oefening van de brandweer: ‘Denk aan verschillende scenario’s zoals een ongeval met gevaarlijke stoffen en een bijzonder waterongeval, maar ook brandbestrijding en een XTC lab. Ook was er een motorbende met een wietkwekerij.’

    Kwalijk, want er is nog nooit een motorclub als club betrokken geweest bij een wietkwekerij. Toch wordt een dergelijk feit geoefend door de brandweer. We zien dus hoe onnauwkeurige cijfers via niet ter zake kundige politiemensen terechtkomen in de leerstof of lesmateriaal voor weer andere politiemensen en zelfs de brandweer. Zorgvuldig een vijandsbeeld scheppen en daarna de zelf bedachte bedreiging uitschakelen. Het doet ons ergens aan denken.

     

     

     

     

    De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braassem en het motorclubje
    • In de strijd tegen de motorclubs is opnieuw een significante overwinning behaald. Dat de strijd zich verbreed heeft en er nu ook gewone motorrijders die zich hebben verenigd in een vrijetijdsclubje worden geviseerd is een teken aan de wand. Uw speciale reporter trok er op uit en vertoefde geamuseerd in het landelijke Rijnsaterwoude, u weet wel, waar eerst André van Duin woonde. Ja, toen kon er nog gelachen worden.

      Rijnsaterwoude is een klein dorp in de gemeente Kaag en Braassem. U moet dat zo ongeveer positioneren tussen Leiden en Hillegom. Vlakbij de Kagerplassen en het Braassemermeer, hoewel dat ‘meer’ eigenlijk ‘minder’ wordt. Maar goed, uw reporter toog naar Kaag en zocht uit wat er écht speelt.

      Het gaat om de Motorvereniging Rijnsaterwoude. Niet echt een motorclub die angst en verderf zaait en ook met de naam maakt men niet veel indruk. Op de webpagina van de club (mv-rijnsaterwoude.nl) staat dat de club elke zondag een toerrit wenst te maken en dat motoren van alle merken welkom zijn. Op de foto’s staan lachende mensen die geen enkele colors op hun rug dragen. Gewone burgers uit het dorp die samen gezellig willen rijden. Hun laatste grote uitje was ‘ergens in de Ardennen’. Toch heeft deze club blijkbaar geen geruisloos verleden. En ook geen lawaaiige toekomst, wanneer het aan de wethouder ligt. De motorclub is al twee jaar op zoek naar een eigen clubhuis. Een inwoner van het dorp vond een oplossing en stelde voor de club te huisvesten op zijn eigen terrein in zogenaamde portacabins.

      Een erg slecht idee, volgens wethouder Henk Hoek die blijkbaar over tweewielige transportkwesties gaat. Het is vooral het drukke verkeer door de dorpskern en over de Kerkweg dat de wethouder zorgen baart, zo lees ik op dichtbij.nl van 22 september 2015. Op de website van de vereniging staat dat de laatste rit naar de Ardennen 24 deelnemers kende, waarvan 12 op een motor. Ik kijk nogmaals naar de foto’s op de webpagina’s en zie Suzuki’s en Yamaha’s en een enkele Harley. Veel herrie maakt dat niet. Vergeleken bij de aangetoonde geluidsoverlast van Schiphol is het zelfs totaal verwaarloosbaar. Het vermoeden is dan ook dat er in Rijnsaterwoude andere zaken spelen. Uw verslaggever durfde bij dat besef niet goed in het dorp te blijven na het invallen van de duisternis en zette zijn onderzoek op een veilige locatie verder.

      Kaag en Braassem wordt aangevoerd door burgemeester Marina van der Velde-Mentink. Deze vrouw in de herfst van haar leven doet dat namens de VVD. Dat is opmerkelijk daar de VVD maar 2 zetels in de gemeenteraad heeft en daarmee de allerkleinste partij is. Wethouder Henk Hoek is afkomstig uit het onderwijs en lid van het CDA en ook die partij heeft geen meerderheid in de lokale gemeenteraad. Veel draagvlak hebben beide bestuurders dus niet. Reden om goed te luisteren naar de bevolking van het dorp.

      Op 13 juni 2012 lees ik opnieuw in dichtbij.nl: ‘De gemeente stevent af op een verlies tussen 45 en 50 miljoen euro op het nieuwbouwproject Braassemerland in Roelofarendsveen. Buiten dat heeft de gemeente ook al miljoenen uitgegeven aan de infrastructuur om het gebied te ontsluiten. Toch komt de nieuwbouwwijk er wel. Een oplossing voor het tekort heeft het college ook al, opnemen van de reservepot die zo’n 53 miljoen bedraagt en waarvan 10 miljoen vrij opneembaar is. Het resterende bedrag is belegd en levert de gemeente jaarlijks een flinke rente op. Naar die rente kan de gemeente straks dus fluiten en dat betekent weer dat de gemeente het verlies van die rente moet compenseren. Bezuinigen dus voor een bedrag van 2 miljoen euro per jaar. De gemeente heeft net bezuinigingsronde achter de rug. Ondanks het pijnlijke verlies heerst er ook tevredenheid bij de burgemeester en wethouders. Het college heeft een partij gevonden die het nieuwbouwproject wil uitvoeren. Dat is een combinatie geworden van Volker Wessels Vastgoed als ontwikkelaar en Verwelius Projectontwikkeling. Positief in de overeenkomst is dat de bouwcombinatie samen met de gemeente ieder voor de helft het risico van de ontwikkeling van het gebied draagt. Wel is de snelheid uit het project. Braassemmerland wordt gefaseerd uitgevoerd met zo’n vijftig woningen per jaar. In de hoogtijdagen waren dat er tweehonderd. De gemeente denkt dat al in 2013 de eerste paal de grond in gaat.’

      De gemeente lijdt dus tussen neus en lippen door een verlies van 45 miljoen tot 50 miljoen euro. Zomaar. Klap. Dat is wel even creatief boekhouden om daar nog iets aan te doen. Zonder daar heel diep op in te gaan schiet mij een krantenbericht te binnen van 7 maart 2015. De krant was NRC en het artikel vermeldde dat bouwbedrijf VolkerWessels, dat in Kaag en Braassem voor de gemeente gaat bouwen, als belangenbehartiger had de bekende Jos van Rey. Jos van Rey behartigde niet alleen de belangen van VolkerWessels, maar ook van Piet van Pol die wij nog goed kennen van de berichten over een andere motorclub, deze keer uit Kerkrade. Opmerkelijk om met dat bedrijf in zee te gaan. Ik vraag mij dus af of er nog meer financiële verwikkelingen zijn in Kaag en Braassem.

      Leo Verhoef, de bekende boekhouder die dóórrekent meldde daar op zijn website leoverhoef.nl het volgende over: ‘Ook de jaarrekeningen van gemeente Kaag en Braassem zijn misleidend. Wat als saldo van opbrengsten en kosten wordt gepresenteerd, is niet het werkelijke saldo, en wat als financiële positie wordt gepresenteerd, is niet de financiële positie. Het gemeentebestuur presenteert in de jaarrekening 2009 (de eerste jaarrekening van deze nieuwe gemeente) een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 0,5 miljoen. In werkelijkheid was het voordelig saldo € 44,7 miljoen (waarvan winst van € 43,5 miljoen bij de verkoop van de NUON-aandelen). Mochten we niet weten dat bijvoorbeeld de opbrengst van de Onroerendezaakbelasting van € 3,9 miljoen totaal overbodig was? Dus was ook de jaarrekening 2010 weer misleidend. Het gemeentebestuur presenteerde een nadelig saldo van opbrengsten en kosten van € 0,7 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een verlies van € 2,2 miljoen. Ten minste waren er verliezen van zo’n € 1,1 miljoen op (te ambitieuze?, te weinig doordachte?) grond- en bouwprojecten die blijkbaar gemaskeerd moesten worden. Dus was ook de jaarrekening 2011 weer misleidend. Het gemeentebestuur presenteerde een dramatisch nadelig saldo van opbrengsten en kosten van € 44,5 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een dramatisch verlies van € 42,8 miljoen. Er waren verliezen van € 45,5 miljoen op (te ambitieuze?, te weinig doordachte?) grond- en bouwprojecten. (Zonder dit verlies zou de gemeente € 2,7 miljoen hebben overgehouden. De opbrengst van de Onroerendezaakbelasting was € 4,1 miljoen; die had dan voor meer dan de helft terugbetaald kunnen worden.) In ieder geval: Weg winst van € 43,5 miljoen uit de verkoop van de NUON-aandelen! Opgegaan aan onroerendgoed-speculatie! Dus was ook de jaarrekening 2012 weer misleidend. Het gemeentebestuur presenteerde een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 1,0 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een verlies van € 0,6 miljoen. Ten minste waren er nieuwe verliezen, nu van € 4,2 miljoen, bij (te ambitieuze?, te weinig doordachte?) grond- en bouwprojecten. Alweer, weg belastinggeld! De hele opbrengst van de Onroerendezaakbelasting van 2012 van eveneens € 4,2 miljoen. Het gemeentebestuur presenteerde in de jaarrekening 2013 een voordelig resultaat van € 3.738.000. Bijna goed; in werkelijkheid was het € 3.678.000.’

      Dit alles geschiedde allemaal onder de bezielende leiding van de eerste en enige burgemeester die Kaag en Braassem ooit had: mevrouw Marina van der Velde-Mentink. De VVD zit daar niet mee en het CDA van Henkie Hoek kan niet zo goed rekenen. Ondertussen is Motorvereniging Rijnsaterwoude het kind van deze rekening.

    Voortgaan met rapporteren

     

    In de landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs juni 2015, doet de politie bijna juichend verslag van de resultaten die zij inmiddels hebben geboekt in hun strijd tegen ‘criminele motorbendes’. Al vorig jaar deed de politie uit de doeken in de rapportage van juni 2014, wat het uiteindelijke doel was van die rapportages: het publiceren en bewust maken van het publiek en instanties omtrent de ware aard van de Outlaw Motorcycle Gangs. Nu kun je weliswaar onderzoeken wat je wilt, wat uiteindelijk telt in een rechtsstaat zijn de resultaten. In een rechtsstaat doet de rechter uitspraak en beslist daarmee of een verdachte schuldig is of onschuldig. Je kunt dus net zoveel zeer kostbare onderzoeken verrichten als je wilt, het is pas nadat de rechter een uitspraak heeft gedaan dat je kan spreken van resultaten. Een onderzoek is geen resultaat. Een hongerige leeuw ging eens op onderzoek in de jungle naar een lekker hapje. Dat deed hij elke dag meermaals. Een ondernemende leeuw. Het arme dier zou sterven van de honger, want zijn onderzoek leverde niets op. Een domme, incapabele, slecht doorvoede leeuw dus ook, die met zijn kletspraat ieder op het verkeerde been zette.

     

    Onderstaand de tekst van de rapportage voor wat betreft de resultaten van de onderzoeken die werden geïnitieerd door de politie:

    ‘Inzoomend op de onderzoeken naar de zware en (internationaal) georganiseerde misdaad door (leden van) OMG’s levert een inventarisatie van zo’n 150 lopende en afgeronde opsporingsonderzoeken en strafzaken het volgende beeld op (peildatum: maart 2015).

    • Veruit de meeste opsporingsonderzoeken (ongeveer 75%) hebben betrekking op Satudarah, Hells Angels, No Surrender, Bandidos en Trailer Trash.
    • Ongeveer 30% van dit aantal opsporingsonderzoeken heeft betrekking op de productie en/of handel in verdovende middelen en witwassen.
    • Iets meer dan 25% van de opsporingsonderzoeken heeft betrekking op openlijke geweldpleging en/of diefstal met geweld en/of bedreiging. In de daaruit volgende strafzaken werden gevangenisstraffen van 3 tot 4,5 jaar (9 strafzaken) en 1 tot 2,5 jaar (7 strafzaken). De rechtbank in Den Haag oordeelde in één geval dat het hesje van de betreffende OMG een intimiderend effect had. In één opsporingsonderzoek naar een ernstige mishandeling in een horecagelegenheid werden bij de rechter-commissaris 20 getuigen gehoord. Niemand kon of wilde een belastende verklaring afleggen, waarna het OM de strafzaak moest seponeren.
    • Iets meer dan 10% van de opsporingsonderzoeken heeft betrekking op (poging tot) moord en doodslag. In de daaruit volgende strafzaken werden gevangenisstraffen opgelegd van 10 jaar (1 strafzaak) en 7 jaar (2 strafzaken). In één strafzaak veroordeelde de rechtbank de verdachte tot een gevangenisstraf van 8 jaar; in hoger beroep volgde vrijspraak.
    • Ook iets meer dan 10% van de opsporingsonderzoeken heeft betrekking op de handel in en het bezit van vuurwapens, munitie en explosieven. Dit aantal is verontrustend, met name in het licht van de dreiging van een bendeoorlog. Bij enkele gevallen van wapenbezit / wapenhandel waren (oud) beroepsmilitairen betrokken.
    • Verder heeft een klein aantal opsporingsonderzoeken betrekking op: brandstichting / aanslagen op gebouwen, waaronder woonhuizen, bedrijfspanden en/of clubhuizen; de uitvoering van rechtshulpverzoeken uit het buitenland (met name Duitsland), en; mensenhandel (prostitutie).’

     

    Dit is alles waar de politie mee komt als resultaat van zijn onderzoeken. Een magere oogst. Maar ook wij deden onderzoek. Dat onderzoek staat hieronder.

    In 2011 werd in 1715 gevallen een integriteitsonderzoek gedaan naar politiemensen. Het blijkt dat in 2011 in 650 gevallen sprake is geweest van een integriteitsschending door een medewerker van de politie. Daaronder vallen allerlei zaken, zoals geweld, fraude en misbruik van de eigen positie. De onderzoeken leidden tot 77 ontslagen, 73 voorwaardelijke ontslagen en 24 mensen besloten zelf weg te gaan.  De politie deed in totaal 1517 onderzoeken, waarbij 1715 personen waren betrokken. In 122 was sprake van een strafbaar feit, in 533 gevallen ging het om plichtsverzuim. Een gesprek of mondelinge waarschuwing was de disciplinaire maatregel die het vaakst voorkwam. Het valt op dat er twee keer zo veel onderzoeken zijn gedaan naar politiemensen die meer dan 10 in dienst waren dan in 2010. Het zijn dus niet alleen de jonkies die in de fout gaan. Het totaal onderzoeken was ook overigens stijgende t.o.v.2010. De categorie ‘geweld’ scoort het hoogst in de onderzoeken (731 keer). Daarna komt ‘misbruik van positie’ en ‘vermogen en bezit’ (bv. diefstal). Ook opvallend: 43% van de gevallen komt naar aanleiding van een klacht of melding vanuit de eigen organisatie. 41% naar aanleiding van meldingen/klachten van burgers.

    Nogal een resultaat, zult u nu zeggen. Wij zullen het niet met u oneens zijn, al gebied de eerlijkheid ons te zeggen dat dit onderzoek gepubliceerd is in 2012 op de site van Crimelink.nl. Ook RTL deed onderzoek en publiceerde daarover in 2010. Graag gebruiken wij ook hun cijfers om u te laten zien dat de cijfers van 2011 niet op zichzelf staan of een uitzondering vormen. In de jaren 2008, 2009 en 2010 werden volgens RTL 219 agenten ontslagen en 101 agenten verlieten na wangedrag vrijwillig de politie. Voorwaardelijk ontslag kregen 179 agenten. Die maatregelen kwamen na maar liefst 4000 onderzoeken naar wangedrag.

    Kwamen we in een vorig artikel al tot de conclusie (Die wet past ons allemaal!) dat Gerrit van de Kamp, de voorzitter van de politievakbond ACP een ietwat vrijzinnige mores erop nahoudt wanneer hij zijn vriendin een baan kan laten bezorgen (dat zijn vriendin werd ontslagen nadat bekend werd hoe zij aan haar baan kwam, zegt toch wel iets) en dat dat de ACP zelf zich bezig hield met tal van zeer maatschappelijk verontrustende acties, en er komen er nog meer want de politie dreigt met acties tijdens de Tour de France en Sail, naast het dreigen niet meer aanwezig te zijn bij voetbalwedstrijden en zo u weet zijn dat pas echte onrustveroorzakers. Nu weet u dus ook dat Gerrit en zijn trouwe volgelingen van de ACP niet alleen zijn. In 655 (en dus niet 650) gevallen was er sprake van een integriteitsschending, waarvan 122 gevallen een strafbaar feit behelsde en 533 gevallen plichtsverzuim. U zult begrijpen dat dit alleen gaat om de uitkomsten van onderzoeken. Er zullen zeker ook nog gevallen zijn waarnaar geen onderzoek is gedaan.

    Kunnen we nu op zijn oud-Hollands zeggen, De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet?

     

     

     

    Barneveld beneveld?

    omroepn.nl kwam met een prachtig staaltje nieuws gisteren: ‘De gemeente Barneveld is op de vingers getikt door de rechter in een zaak rond de Hells Angels. De rechter is van mening dat Barneveld fouten heeft gemaakt bij de procedure die voorafging aan het besluit om beslag te leggen op het clubhuis van de motorclub. Oorzaak is het ontbreken van een rechtsgeldige aanmaning, waardoor de bevoegdheid tot invordering van de dwangsommen is verjaard en er dus door de gemeente niets meer te vorderen valt. Ook zou onvoldoende zijn aangetoond dat het clubhuis openbaar toegankelijk was voor publiek. Daarmee zijn de opgelegde boetes voor de aanwezigheid van alcohol onterecht, aldus de rechter. Het clubhuis is inmiddels overgenomen door buurman Bijkerk Recycling. De onteigening van het pand is volgens Barneveld overigens wel rechtsgeldig.’

    De onafhankelijke rechter oordeelt dat de gemeente Barneveld fouten heeft gemaakt. Die fouten die gemaakt zijn, zijn tweeledig. Ten eerste heeft Barneveld procedurele fouten gemaakt bij de beslaglegging op het clubhuis van de lokale Hells Angels MC. Ten tweede is de vordering die ten grondslag lag aan de beslaglegging van dit pand niet rechtsgeldig, omdat de gemeente niet heeft kunnen aantonen dat de motorclub in overtreding was. Dus een onterechte boete en daarna een onterechte beslaglegging, zegt de rechter.

    De gemeente Barneveld echter vindt dat de onteigening van het pand wel rechtsgeldig is. Daar zakt je broek toch van af. De gemeente heeft volgens de rechter niet het recht gehad om een zeer hoge boete op te leggen. Er is dus ook onterecht invordering geweest van die boete, die niet betaald kon worden. Daarnaast is het clubhuis inmiddels van eigenaar verwisseld. Dank zij de gemeente Barneveld. De rechter oordeelt anders, maar de gemeente vindt van niet. Is dit een rechtsstaat of niet?

    De gemeente geeft een vereniging een boete voor iets dat die vereniging niet heeft gedaan. De vereniging kan niet betalen. Het pand van de vereniging wordt door de gemeente in beslag genomen en geveild. Daarna oordeelt de rechter dat het geven van een boete onterecht was en bovendien de beslaglegging ook. Wat moet er dan gebeuren? Elke vereniging die dit zou overkomen kan rekenen op een storm aan sympathie. Behalve wanneer je een motorclub bent. Geldt de rechtsstaat niet voor motorclubs?

    Einde colourverbod Duitse motorclubs!

    Vandaag, 9 juli 2015, is er eindelijk in Duitsland een belangrijke rechtszaak in het voordeel van de motorclubs uitgevallen. Het is een lang verhaal, dat zeer ingewikkeld in elkaar steekt, maar het komt er op neer dat tot vandaag alle Duitse motorclubs die één of meer chapters (afdelingen) hebben die waren verboden door de overheid, een colourverbod hadden. Dat wil zeggen dat al die clubs in zijn totaliteit een verbod hadden om waar dan ook in Duitsland rond te lopen, te rijden, of zelfs in de auto te zitten met hun colours. Ook tatouages met de naam van de club, T-shirts, stickers of welke andere tekst dan ook die openbaar zichtbaar was, was verboden.

    Vandaag is het Bundesgerechtshof daar op teruggekomen. Het verbod is dus van de baan en alle clubs mogen weer gewoon hun colours dragen. De rechtszaak was aangespannen door de Duitse tak van de Bandidos MC. Om de zaak te ondersteunen hadden voor deze gelegenheid Bandidos MC en Hells Angels MC dezelfde advocaat. De verhalen in de Nederlandse pers over een dreigende bendeoorlog tussen deze twee motorclubs lijkt daarmee ook weer vergezocht en overdreven.

    Goed nieuws dus, want feitelijk geeft het Bundesgerechtshof hiermee ook aan dat de clubs geen verboden of criminele organisatie zijn. Jammer voor Jos Som uit Kerkrade, die iets anders vindt. Jammer ook voor Piem Miltenburg, die ook al die motorclubs het liefst vandaag nog verbood. Jammer ook voor Onno Hoes uit Maastricht, die het verschil niet weet tussen Satudarah en Bandidos.

    Blijft over dat Bandidos MC en Hells Angels MC veel geld hebben moeten uitgeven aan juridische kosten, daardoor gedwongen door een kortzichtige Duitse overheid. Met het colourverbod ging een lange weg van negatieve media-aandacht gepaard geïnspireerd door de overheid en de politie. Geen laster of smaad was te erg of de motorclubs waren er wel schuldig aan. Dat heeft veel woede en verdriet opgeleverd en velen raakten onherstelbaar beschadigd of verloren hun baan.

    Waarvan akte!

     

    << oudere artikelen