• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Name and shame

    In enkele artikelen http://justitieenveiligheid.nl/ en http://justitieenveiligheid.nl/een-eerlijke-rechtsgang/ meldden wij al dat het Openbaar Ministerie niet uitblinkt in een zorgvuldige en eerlijke rechtsgang naar verdachten toe. Enkele voormalige Hells Angels kregen niet de beschikking over betrouwbaar materiaal om in detentie hun rechtszaak voor te bereiden. Bovendien hield het O.M. informatie over een royement van de betrokken Haarlemmers achter voor de media om de hele club Hells Angels in een kwaad daglicht te kunnen stellen.

    En nu zijn we waar vier jaar geleden een rechtbankjournalist met zijn vuist op tafel sloeg. In het artikel http://www.denieuwereporter.nl/2014/06/journalisten-negeer-berichten-van-de-politie/ van 3 juni 2014 schreef Chris Klomp hoe de politie onterecht en volslagen irrelevant een ‘name and shame’-beleid toepast op leden van bikerclubs. Klomp haalt daarbij aan een Tweet van de politie zelve. ‘Als antwoord op @polgroningen name en shame is geen taak voor politie en OM.’ Het antwoord dat Klomp kreeg van de politie in Groningen: @chrisklomp Dan denken we daar verschillend over. Dit beleid hanteren we overigens al geruime tijd. Is niet nieuw! @polgroningen @chrisklomp Mocht achteraf blijken dat ‘verdachte’ geen lid van MC is, volgt er nooit rectificatie. Slechte zaak. #datterzijde

    In enkele reacties op de Tweet blijkt dat de informatie die de politie gebruikt om ‘name and shame’ toe te passen niet altijd klopt. Dus de politie kiest zelf voor het noemen van man en paard wanneer het gaat om leden van een motorclub, ook wanneer een verdachte niet is veroordeeld en wanneer het lidmaatschap niet relevant is voor de feiten. Bovendien blijkt dat de informatie niet altijd klopt. De politie vindt dat zij toch moeten doorgaan.

    Weet nu de politie wat er gebeurt met iemand bij het ‘namen and shamen’? Wat is de impact van dit door de politie uitgedachte beleid? We gaan even naar een uitspraak van een politieman die naast vakbondsvoorzitter ook afgestudeerd psycholoog is. In een artikel van Omroep Brabant van 17 januari 2016 zegt hij boos namelijk dit: ‘Politievakbond ANVP vindt dat het Openbaar Ministerie moet oppassen met het benoemen van agenten die mogelijk betrokken zijn bij strafbare feiten. Volgens de vakbond gaat dit ten koste van het imago van de politie. Dat zei ANPV-voorzitter Geert Priem zondagochtend tegen Omroep Brabant. Tijdens het gesprek vertelde hij dat het OM op voorhand politiemensen in de verdachtenhoek zou zetten, terwijl de juristen niet zouden kijken naar de context van de zaken waarbij de politie betrokken is.’ Meneer Priem heeft het hier over de juristen van het Openbaar Ministerie. Dat zijn min of meer de opdrachtgevers van de politie.

    Omroep Brabant: ‘Priem is van mening dat het Openbaar Ministerie nu ‘een sfeertje creëert’, waarbij er misschien een slecht imago ontstaat van de politie. “Ik denk dat dit aanwakkert van hoe er naar de politie wordt gekeken.”

    Geert Priem weet als eerste hoe erg het kan zijn wanneer mensen in de media worden genoemd, helemaal op voorhand, in verband met mogelijk strafbare feiten. Priem is namelijk psycholoog die zich intensief heeft bezig gehouden met PTSS-slachtoffers bij de politie. Hij is ook voorzitter geweest van de ANPV, een politievakbond, die ook te maken kreeg met het behartigen van de belangen van beschadigde politie-agenten. Daarnaast is Priem ook zelve politieman en weet hij dus hoe het moet zijn om ergens publiekelijk van te worden beschuldigd.

    In het kort dus. De politie en het Openbaar Ministerie passen zonder tussenkomst van een rechter en voordat een verdachte is veroordeeld het name-and-shame beleid toe. Dit doen zij bij leden van motorclubs. Ook wanneer de feiten niet relevant zijn en de feiten misschien zelfs niet kloppen. Deze informatie wordt doorgegeven door het O.M. en de politie aan de media met het doel motorclubs te beschadigen. De politie weet maar al te zeer hoe schadelijk en zelfs pijnlijk het ‘namen and shamen’ kan zijn. Ze gaan er toch mee door.

    Er zijn hiervoor termen: Eigen rechter spelen. Laster en smaad. Niet-aangemelde databanken. Beïnvloeding van de onafhankelijke rechtspraak.

    Wij vragen ons nu ook weer een paar dingen af. Stel je wordt aangehouden door de politie na een overtreding. Speelt het dan mee dat je in de databank zit als lid van een motorclub? Wordt je dan eerder aangehouden? Speelt zo’n vermelding in de databank een rol in de hoogte van de boete die wordt uitgedeeld in het kader van de Wet Mulder? (De politie mag hier optreden als rechter). Stel dat een zaak voor de rechter komt, zegt de officier van justitie dan tegen de rechter dat die meneer die 10 kilometer te hard reed lid is van een motorclub? En wat zegt die rechter dan? Het is dus handiger dit soort dingen in de krant te zetten. De rechter leest het dan misschien in de krant en hoeft het niet van de officier te horen.

    Wij gaan nog terugkomen op enkele heren die in dit artikel genoemd worden. Dat kan niet anders.

    In naam der wet?

    Op 9 april 2013 berichtte misdaadverslaggever Mick van Wely in zijn internetblog hoe Satudarah-voorman in Duisburg Ali Osman het einde van de Hells Angels aankondigde. (http://mickvanwely.nl/satudarah-het-gevecht-om-duisburg/) Kort daarop werd Ali gearresteerd. Dat was ook eigenlijk niet echt een wonder. Zulke extreme uitspraken in een, volgens de media en de politie, zeer explosief milieu kunnen de vlam in de Pfanne doen slaan. Dat gebeurde weliswaar niet, want de reactie van een Duitse woordvoerder van de Hells Angels was simpel: ‘De honden blaffen, de karavaan trekt verder.’

    Ali Osman, een schuilnaam voor Yildiray Kalmaz, kwam na zijn te verwachten arrestatie terecht in een getuigenbeschermingsprogramma nadat hij met zijn vroegere aartsvijanden van de politie een deal maakte. Kort daarop werd Satudarah in Duitsland geheel verboden. Een groot succes voor de Duitse politie en justitie. Het wachten was natuurlijk op meer.

    Dat meer kwam uit op de site Crimesite op 16 oktober 2014. De Duitse justitie bleek bij Satudarah in Duisburg niet één, maar zelfs nóg een informant te hebben. Deze andere informant kwam echter in de problemen, nadat bleek dat hij zelf ook de wet overtrad. Crimesite: ‘Voor de rechtbank heeft J. verklaard dat hij als undercoveragent werkte. Hij zou bij Satudarah zijn gegaan toen hij uit de Bandidos in Duisburg werd gezet, en toen door de politie op de loonlijst zijn gezet. Hij zou razendsnel zijn opgeklommen en uiteindelijk de derde man van Satudarah in Duisburg zijn geweest; een goede post om informatie te verzamelen. Maar volgens het Duitse blad Der Spiegel verdenkt justitie J. er nu van dat hij twee machinegeweren heeft geregeld en honderden grammen aan cocaïne heeft gekocht. Het roept vragen op over hoe de samenwerking met J. en justitie is begonnen. Zelf heeft J. voor de rechtbank gezegd dat hij is betaald door justitie om als undercoveragent te werken. Maar Duitse media zetten daar nu vraagtekens bij: mogelijk zat hij al bij Satudarah en is hij later als burgerinformant bij de politie gekomen. Ook is de vraag of justitie op voor de rechtszaak begon al wist van de misdrijven die J. heeft gepleegd. Welke gevolgen een aanklacht tegen J. heeft voor het proces tegen de leden van Satudarah, is niet duidelijk.’

    Het nieuws over criminele informanten bij Satudarah lijkt hier te stoppen, maar in de jaren na het verbod op de Duitse afdelingen van Satudarah kwam er ook in Nederland een reeks politie-operaties tegen Satudarah op gang. Het lijkt erop dat deze onderzoeken deels zijn gebaseerd op verklaringen van de Duitse informanten bij Satudarah. Inmiddels zijn in Nederland veel topfiguren van Satudarah gearresteerd in afwachting van verder onderzoek. Het is onduidelijk of informatie van wetsovertredende Duitse informanten daarbij is gebruikt en wanneer dat zo zou zijn, die informatie wel mag worden gebruikt. In Duitsland hebben politie en justitie vaker gebruik gemaakt van dubieuze opsporingspraktijken.

    Ook is meer dan duidelijk dat de Duitse politie nauw samenwerkt met de Nederlandse politie wanneer het gaat over motorclubs. Zo schreef Dupont op 29 oktober 2017 het artikel ‘Integrale verkeerscontrole of razzia met behulp van de Duitse politie’, waarbij werd ingegaan op een grote controle bij een feest van de Hells Angels in Harlingen.

    Op 4 april 2016 schreef Dupont in het artikel ‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethodes’ over zeer dubieuze provocaties door de oprichting van pseudomotorbendes door de Duitse politie met als doel de Hells Angels uit te lokken.

    Op 22 februari 2016 werd in het artikel ‘De creatieve officier van justitie’ een voorbeeld gegeven van een Nederlandse officier van justitie die zichzelf bedreigde met de dood namens Satudarah.

    We mogen dus concluderen dat de politie en justitie er bijna alles voor over hebben om motorclubs te laten struikelen. Terecht of onterecht, wettig of onwettig. In het artikel ‘Mossad MC’ van 18 oktober 2017 werden twijfels geuit over de vechtpartij van Mongols en Hells Angels in een Van der Valk-restaurant in Rotterdam. Duidelijk werd namelijk dat de oprichter en aanvoerder van de Mongols MC Nederland, ene Rafi, een zeer vreemd verleden heeft.

    We komen nu weer terug bij Ali Osman, die als beschermde getuige een deal sloot met justitie. Voor zijn arrestatie riep Osman dat de Hells Angels eraan gingen. De Hells Angels zelf lieten zich blijkbaar niet provoceren en namen de dreigementen met een korrel zout. Maar niemand uitte wat eigenlijk wel een beetje voor de hand lag, namelijk werkte Ali Osman ook toen al voor de Duitse politie? Net als de derde man van zijn Duisburgse afdeling waarvan wij zagen dat hij werd betaald door de politie? Werd ook Osman gebruikt om de Hells Angels te provoceren?

    Osman slaagde er in elk geval in Satudarah verboden te laten worden. Maar vorige week dook hij met nieuwe verklaringen ook weer op in Nederland. Hij beweerde namelijk dat Satudarah-oprichter Michel Boer verantwoordelijk zou zijn voor de moord op Onno Kuut uit Enschede. Wat er door de media niet bij werd vermeld is hoe Ali aan die informatie is gekomen. Michel Boer is een doorgewinterde leider van een grote motorclub die een afdeling opzette in Duitsland. Zou hij zomaar aan de opvliegende Ali Osman gaan vertellen dat hij verantwoordelijk is voor een geruchtmakende moord op een ‘tattookiller’? Of zou het mogelijk zijn dat hem woorden in de mond worden gelegd die wel heel goed van pas kwamen bij een hernieuwd uitleveringsverzoek om Michel Boer gearresteerd en uitgeleverd te krijgen vanuit Oostenrijk?

    In elk geval is duidelijk dat politie en justitie in Duitsland en Nederland samenwerken en nietsontziend te werk gaan. Criminelen kunnen een deal sluiten wanneer ze verklaringen afleggen over motorclubs, motorclubs worden geprovoceerd door informanten en zeer onduidelijke figuren met banden naar inlichtingendiensten en betaalde politie-informanten plegen ernstige misdaden.

    Het beschuldigende vingertje.

    Op 9 februari 2018, vorige week, schreef De Telegraaf hoe een vrouwelijke officier van justitie die zich bezighield met een strafzaak tegen No Surrender heeft moeten onderduiken na bedreigingen uit onbekende hoek. De suggestie was aanwezig dat die onbekende hoek gevuld is met motorgeronk. De reactie van de nieuwe minister van justitie en veiligheid, Ferd Grapperhaus, loog er niet om: Hij noemde de bedreiging „een grof schandaal” en „vreselijk voor haar en haar familie.” „Dit is gewoon een typisch voorbeeld van de georganiseerde misdaad die op sommige plaatsen denkt dat ze de samenleving kunnen overnemen”, aldus de bewindsman.’

    In een artikel dat wij schreven op 29 mei 2017 getiteld ‘De vluchteling uit Emmen’ maakten wij inzichtelijk hoe er al eerder een wethouder in deze zaak moest onderduiken die een volle neef is van No Surrender-aanvoerder Henk Kuipers. Uit het artikel blijkt overduidelijk dat de politie zijn botte beweringen al snel introk. Er is namelijk helemaal geen bewijs voor wat voor bedreiging dan ook uit de hoek van No Surrender.

    Er is ook geen bewijs voor bedreigingen uit de hoek van No Surrender in de zaak van de officier van justitie. Er is geen bewijs, er is niemand aangehouden, er is niemand als verdachte gekenmerkt en er is niemand veroordeeld. Zonder dat er dus een concrete zaak is waarover een rechter zich heeft uitgesproken heeft de minister van justitie en veiligheid al een oordeel. Net als de media.

    Wij denken nu aan een andere zaak tegen No Surrender. De zaak tegen oprichter Klaas Otto. Hij werd beschuldigd dat hij vanuit de gevangenis een moordopdracht heeft gegeven om de officier van justitie in zijn zaak uit te schakelen. Daags na de beschuldiging werd de ‘hitman’ al aangehouden op de snelweg en daags daarna werd deze al weer vrijgelaten. Geen spettertje bewijs. Inmiddels heeft Klaas Otto wel maandenlang in de extra beveiligde inrichting in Vught gezeten, waardoor hij moeite had zijn zaak voor te bereiden. Bovendien is natuurlijk door al dit zeer negatieve nieuws de schijn al gewekt bij iedereen dat Klaas Otto zeer gevaarlijk is en mogelijk schuldig. Terwijl er helemaal geen enkel bewijs is voor een moordaanslag.

    In het artikel ‘De vluchteling uit Emmen’ besloot Dupont met deze conclusie:

    ‘In eerdere blogs schreef Dupont al over Jos Som en zijn betrokkenheid bij duistere vastgoedbaronnen in het Limburgse. Zogenaamde bedreigingen kwamen dan ook heel goed uit. De aandacht ging naar mensen die zich niet kunnen verdedigen: namelijk de gevaarlijke motorclubs die verboden moeten worden. Omroep Brabant berichtte op 20 juni 2016 hoe officier van justitie Lucas van Gelder zelf bedreigingen verzon aan zijn adres en daarvan valse aangifte deed. Die bedreigingen waren volgens Van Delft waarschijnlijk afkomstig van weer een andere motorclub, namelijk Satudarah. Dupont berichtte ook eerder al over de bedreigingen en de twijfels daarover aan het adres van Fons Jacobs van Helmond.

    De conclusie zou mogen zijn dat de politie en het OM zwakke zaken proberen te versterken met anonieme informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid. Op deze wijze is een kansloze zaak waar het bewijs ontbreekt toch effectief door het inschakelen van de publieke opinie en de media. Zo wordt de mening van een rechter beïnvloed en kunnen er kamervragen worden gesteld. In het geval van de motorclubs Hells Angels en No Surrender betekent het dat ze zomaar, zonder hard bewijs, hun clubhuis kwijtraakten en nog de schuld kregen van onbewijsbare bedreigingen ook. Dat is ondermijning. Ondermijning van de rechtsstaat door politie en justitie zelf. Politie en een OM die zelf burgemeesters en wethouders bedreigen wanneer niemand anders dat doet. Terwijl over echte ondermijning en het verdwijnen van vele miljoenen in de gemeente Emmen door het OM niet wordt gerept. Laten daarover maar eens kamervragen gesteld worden.’

    Het enige dat er nu is veranderd is dat zelfs de minister van justitie en veiligheid Grapperhaus nepnieuws gebruikt om zijn mening te uiten. Een mening die hopelijk geen consequenties heeft voor de strafzaken die lopen tegen mensen die mogelijk ergens schuldig aan zijn, maar zeker niet aan het bedreigen van wethouders, burgemeesters of officieren van justitie.

     

    Een week vechten voor veiligheid door de hoeders van de democratie.

    Begin deze week berichtten wij van een hondenmeneer die werd aangehouden voor het bezitten van een stoute hond. De man zou volgens de media, blijkens politiegegevens, lid zijn van No Surrender MC. Blijkbaar was er iets aan de hand met de OMG-databank van de politie. De hondenmeneer kreeg geen excuus toen bleek dat er geen link tussen hem en de motorclub was. De politie meldde dat zijn naam bekend was gemaakt in verband met het ‘name and shame’-beleid dat zij voeren tegen leden van motorclubs.

    In de nacht van donderdag op vrijdag schrokken buurtbewoners op de Westerdraay in Purmerend wakker van schoten. Crimesite berichtte op 1 september hoe een getuige de schietpartij ervoer: ‘De bewoner van een woonboot op zo’n tien meter van het incident hoorde een man roepen: ‘Sta, of ik ga schieten, blijf liggen.’’ Na de schotenwisseling bleef een 41-jarige man dood achter. De schutter bleek een politieagent. De Rijksrecherche heeft de zaak in onderzoek.

    Op 2 september berichtte De Volkskrant dat voormalig politiekopstuk Giltay wordt ontslagen. ‘Frank Giltay, de omstreden ex-voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad (COR) van de politie, moet onvoorwaardelijk met ontslag wegens ‘zeer ernstig plichtsverzuim’.’

     

    De Volkskrant gaat verder: ‘Uit de twintig pagina’s tellende brief zou blijken dat Giltay zich als COR-voorzitter niet alleen heeft bezondigd aan exorbitante uitgaven op kosten van de politie zoals buitensporige feesten, maatpakken en de inhuur van persoonlijk adviseurs met wie hij bevriend was, maar ook dat hij moedwillig fraudeerde. Zo zou hij 198 flessen prosecco bij zijn echtgenote hebben laten bezorgen, waarvoor de politie heeft betaald. Rekeningen voor uitgaven liet hij achteraf veranderen waarna ze werden gedeclareerd. Een groot deel van het jaarlijkse budget van 1,6 miljoen euro ging op aan uitgaven waarvoor het geld niet was bedoeld.

    Niet bekend is nog of de voormalige korpschef Gerard Bouman, die onlangs is overleden, Giltay bewust zijn gang liet gaan om diens steun te verwerven bij de omvangrijke politiereorganisatie, van 26 korpsen naar één nationaal korps. Het onderzoek daarnaar, van de commissie onder leiding van voormalig secretaris-generaal Maarten Ruys, is afgerond. De publicatie van het rapport is echter uitgesteld vanwege Boumans overlijden. Dinsdag 12 september wordt het alsnog gepubliceerd.’

    Binnenlandsbestuur.nl berichtte ook op 2 september dat de Belastingdienst vele tientallen miljoenen foto’s van kentekens onterecht bewaarde. ‘Er was sprake van ICT-problemen en provisorische systemen. Het beheer was niet ondergebracht bij de juiste afdelingen. Veel werk moest handmatig worden gedaan. Het ontbrak aan deskundigheid en vaste werkwijzen. Het beheer van bewaartermijnen werd daardoor niet structureel, maar alleen ad hoc gedaan. Dat was ook het geval bij de vele miljoenen foto’s die de fiscus verkreeg uit ANPR-camera’s van de politie. Niet-relevante gegevens werden hier wel binnen twee weken gewist, maar mogelijk bruikbare kentekenfoto’s (52 miljoen van de 130 miljoen per jaar) bleven enkele jaren bewaard.’ De politie maakt als verzamelaars vele tientallen miljoenen foto’s voor een onduidelijke databank van de Belastingdienst en een hele reeks van regels wordt overtreden.

    In dezelfde week lezen wij in alle media eerst hoe voormalig No Surrender MC-leider Klaas Otto ‘per ongeluk’ tientallen afgeluisterde gesprekken van medegevangenen cadeau krijgt. Bijna daags daarna wordt Otto verdacht van het opdracht geven aan een huurmoordenaar van een een hit op een Officier van Justitie. De hitman wordt met veel tamtam door een arrestatieteam aangehouden op de highway. Twee dagen later staat hij alweer op straat bij gebrek aan bewijs. Bij een zo enorm ernstig feit. Opnieuw informatie van de politie? Weer een Officier van Justitie die wordt bedreigd? Zoals de officier die zichzelf bedreigde? Of de burgemeesters en wethouders die moesten onderduiken na politie-informatie?

    Stel dat in plaats van politie de naam van een willekeurig ander bedrijf zou worden genoemd. Dan zouden er toch zo langzamerhand maatregelen worden geëist?

    Gelukkig is deze week om!

     

     

     

    Een beetje verWard

    Op 1 juni 2016 eindigt Ward Ferdinandusse zijn column in NRC.nl met de volgende zin: ‘Waarom worden leden van dit soort groepen niet aan de grens geweigerd, net als in Canada en Amerika gebeurt? De motorbende is hier al groot genoeg.’ Ward heeft het hier over leden van motorclubs en niet over leden van motorbendes. Want Ward, als officier van justitie in Rotterdam en bijzonder hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Groningen, weet natuurlijk dondersgoed dat er in Nederland helemaal geen motorbendes zijn. Er zijn wel motorclubs en er is er nog geen enkele verboden.

    Het is jammer dat Ward zo tekeer gaat in zijn column. Als officier van justitie is dat nog wel enigszins goed te praten, maar als hoogleraar natuurlijk helemaal niet. Een leraar moet onderrichten en niet zijn eigen mening opdringen aan zijn leerlingen. Het zegt dus wel iets over de onderwijzende capaciteiten van Ward. Ward sluit zijn artikel af met die zinnen over het weigeren van buitenlandse leden van motorclubs dus. Teruglezende heeft hij het ter illustratie van zijn frustraties voornamelijk over incidenten in het buitenland. Hij noemt daarbij incidenten als vechtpartijen en mishandelingen in Duitsland en Griekenland door Canadezen en Duitsers.

    In Nederland zijn aanmerkelijk minder incidenten en de incidenten die er zijn schrijft Ward over uit de krant. Wanneer kranten schrijven over een kandidaat-lid van de Hells Angels die een café in brand steekt, dan is dat volgens Ward zo. Wanneer de politie in Valkenswaard wordt aangevallen met boksbeugels, dan is dat zo volgens hoogleraar Ward. Ook wanneer het om één Bandido gaat met één boksbeugel. Wanneer er her en der handgranaten worden gegooid volgens de pers, dan is dat ook waar, volgens de objectieve Ward. Tsja, een abonnement op De Telegraaf brengt misdaadjournalist en oud-politieman John van den Heuvel veel dichterbij.

    Dat een boos burgermannetje door zijn luxaflex heen gluurt naar het kabaal op straat van een aantal scooterrijders die indruk willen maken op zijn minderjarige dochter, is één ding. Dat een officier van justitie en hoogleraar zich zo laat leiden door de krant is een jammerlijk gevolg van tunnelvisie. Een fenomeen waarvoor vaak vergeefs wordt gewaarschuwd op politiescholen. Jammer is ook dat Ward als hoogleraar ook rechtenstudenten meeneemt in de kruistocht tegen motorrijders. De strijd wordt op alle fronten gevoerd. Kletspraatjes uit de krant worden als waarheid door hoogleraren gevoerd aan studenten die straks als officier van justitie of als rechter aan de slag zullen gaan.

    Wat de hetze van mensen die beter kúnnen weten, en het waarschijnlijk ook wel beter weten, kan veroorzaken illustreert het volgende trieste geval. De Limburger bericht op 3 juni 2016: ‘De gemeente Heerlen heeft deze week de uitreiking van een onderscheiding voor oud-militairen afgelast omdat een van de gedecoreerden lid is van de motorclub Satudarah. De veteranen zouden in het stadhuis van burgemeester Ralf Krewinkel een draaginsigne krijgen als eerbetoon voor de tijd dat ze in Libanon dienden. Toen de gemeente lucht van kreeg van de achtergrond van een van de veteranen, ging de ontvangst niet door.’

    Ralf is de tovenaarsleerling van burgemeester Jos Som uit Kerkrade, die al jaren roept tegen motorclubs. In zijn gemeente mag wel een politiemotorbende een jaarlijkse bijeenkomst houden in Villa Eikhold, maar een echte veteraan krijgt van deze onwerkelijke man geen onderscheiding en geen hand. Je bent veteraan of je bent het niet, zou je toch zeggen? Voor Krehwinkel gaat dat niet op. Teveel in de krant gelezen, naar lieden als Ward Ferdinandusse geluisterd of meegedeeld met Jos Som? Het resultaat is er niet minder triest om. Hevige protesten van het Veteraneninstituut blijven vooralsnog uit en ook dat is jammer.

    En om nog even terug te komen op de praatjes van Ward. Buitenlandse leden van motorclubs weigeren aan de grens? Op wat voor grond? En hoe weet je of iemand lid is van een motorclub? Een club die niet is verboden? Maar in één ding heeft Ward wel weer gelijk: leden van motorclubs komen inderdaad Canada, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland niet in. En de reden? Alleen omdat die mensen lid zijn van een club die niet is verboden, worden zij bij aankomst op eigen kosten gedeporteerd. En hoe weten die landen dat iemand lid is van een motorclub? Omdat dat al in eigen land, ook in Nederland, door de politie wordt geregistreerd in een niet-aangemelde databank en daarna doorgeklikt aan het buitenland. Mensen dus die geen strafbare feiten hebben gepleegd en geen lid zijn van een verboden organisatie worden gelijk gesteld met terroristen en aan de grens geweigerd en gedeporteerd op eigen kosten. Mede dankzij mensen als Ward.

    Ik weet niet of een hoogleraar strafrecht alleen de droge letters van de wet onderwijst of ook ingaat op ethische gronden. De wet is er voor de mens, de mens is er niet voor de wet. En dat was in het Derde Rijk wel anders.

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat

    Op 21 maart 2016 publiceerde de het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden. Deze OMG’s worden overigens in dit rapport opnieuw anders genoemd. Nu zijn het OMCG’s (Outlaw Motor Cycle Gangs), waar het vroeger OMG’s waren (Outlaw Motorcycle Gangs).

    Wat veel ernstiger is dan onenigheid of verwarring over afkortingen om motorclubs aan te duiden is het feit dat de meeste maatregelen die worden aanbevolen in dit internationale verband gebaseerd zijn op aannames, leugens en al eerder weerlegde aantijgingen. Wij geven hiervan enige voorbeelden.

     

    Op bladzijde 7 lezen wij: ‘Politiekorpsen en justitiële instanties in de Benelux Unie maken melding van een toename van geweld en gebruik van vuurwapens en zelfs explosieven door OMCG・s. Leden van OMCG・s zijn maar al te vaak actief in de grootschalige productie van en handel in soft- en harddrugs, illegale prostitutie, afpersingen en gewelddadige vergeldingsacties. OMCG・s hebben een sterk ontwrichtend effect op het maatschappelijk en economisch verkeer in steden en gemeenten in de Europese Unie, alsook in de Benelux Unie en de Euregio Maas-Rijn.’

    Explosieven? Dat is voor het eerst dat wij horen van het gebruik van explosieven. Er zijn tegen enige leden van de Bandidos MC in Nederland wel aanslagen geweest, maar deze leden en de president van de club, de heer Harrie Ramakers, hebben verschillende malen benadrukt dat deze aanslagen niets te maken hebben met geweld tussen motorclubs onderling. Justitie in Nederland heeft het tegendeel nog niet bewezen.

    Dat leden van OMCG’s ‘maar al te vaak’ actief zijn is een uitspraak die niet wordt ondersteunt met feiten. Kom maar eens met welke clubs en welke feiten. ‘De OMCG’s hebben een sterk ontwrichtend effect’ is ook al weer zo’n uitspraak die niet wordt ondersteund met een enkel feit en een sterk suggestief karakter heeft.

    Op bladzijde 11 lezen wij meer aantijgingen: ‘OMCG・s zijn sterk betrokken bij de georganiseerde misdaad

    en verstoringen van de openbare orde. De Nederlandse multidisciplinaire aanpak van OMCG・s begon in

    2012. Hiermee werd gestart als reactie op de toenemende spanningen tussen verschillende OMCG’s en verstoringen van de openbare orde door geweld en intimidatie door de OMCG’s.’

    Betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad moet eerst nog maar eens bewezen worden en bovendien zal dat dan niet gelden voor alle clubs die in dit rapport worden genoemd. Bovendien is er nergens bewijs dat clubs als club betrokken zijn bij misdaad of dat het de persoonlijke initiatieven betreft van afzonderlijke leden van clubs. Er is tot zover nog geen enkele club in Nederland die ooit is verboden door een rechter.

    Laat men eens enkele voorbeelden geven van verstoringen van de openbare orde, met name van ‘geweld en intimidatie’.

    Op bladzijde 12 lezen wij: ‘OMCG・s trachten cafés over te nemen door intimidatie of afpersing. Ze trachten ook cafés te dwingen om leden van OMCG’s in dienst te nemen als uitsmijters. Uitbaters van horecagelegenheden worden geïnformeerd over de risico・s en worden ook aangemoedigd om intimidatie en afpersing te melden aan de overheid.’

    Ook hier wordt er voor waar gepubliceerd wat de politie in Nederland al veel langer roept. Er zijn nog steeds geen concrete voorbeelden genoemd en bovendien staat opnieuw ter discussie of dit dan zou worden gedaan door clubs of alleen individuele leden van clubs. Bovendien wordt niet gepreciseerd welke clubs zich hieraan schuldig zouden moeten maken. Moeten alle clubs lijden onder de gedragingen van enkele leden van een andere club?

    Op bladzijde 21 lezen wij opnieuw een leugen die telkens opnieuw wordt herhaald: ‘In de problematiek met de HAMC in Kerkrade is er besloten dat de burgemeester wordt beveiligd. Zijn collega in Maasmechelen (België) moet dit in de krant lezen. Hij zoekt hieromtrent de publiciteit in België en vraagt zich af hoe het kan dat een collega van hem op nog geen 30 kilometer afstand bescherming krijgt omdat hij problemen heeft met OMCG・s, zonder dat hij hiervan op de hoogte wordt gebracht. Immers in zijn gemeente zijn chapters van rivaliserende OMCG・s gevestigd. Een van die OMCG・s is de HAMC.’

    Dupont heeft herhaaldelijk gewezen op het feit dat de burgemeester van Kerkrade niet is bedreigd door de HAMC (Hells Angels Motorcycle Club). In eerste instantie zei burgemeester Jos Som in een interview dat hij helemaal niet wist uit welke richting de bedreigingen kwamen, later zei hij dat de officier van justitie hem had gezegd onder te duiken. Bedreigingen waren dus in ieder geval niet rechtstreeks en Jos Som wist helemaal niet waar het vandaan kwam. Later kwam hij in een interview met het gegeven dat het ging om ‘motorjasjes’. Iets waarvan helemaal geen sprake was in eerdere interviews. Ook de bedreigingen aan het adres van zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, hebben niet plaatsgevonden.

    Wel worden bovenstaande ‘bedreigingen’ gebruikt om te benadrukken dat er internationaal moet worden samengewerkt, omdat de burgemeester van een Belgische gemeente die 30 kilometer verder weg ligt in zijn gemeente ook rivaliserende motorclubs heeft. Niet-gebeurde bedreigingen die plaatsgevonden zouden hebben door een motorclub omdat hun clubhuis werd gesloten worden in verband gebracht met een gemeente over de grens die toevallig ‘rivaliserende OMCG’s’ binnen zijn gemeentegrenzen heeft.

    Maatregelen die worden getroffen door het samenwerkingsverband van Duitse, Belgische, Luxemburgse en Nederlandse autoriteiten berusten helemaal niet op feiten, maar op leugens, valse aannames, geruchten en valse beschuldigingen. De deelname van de Duitse overheid aan deze gang van zaken verbaast niets. Zij hebben veel ervaring met het vals beschuldigen van bevolkingsgroepen en het vervolgen daarvan.

    Voor wie het hele rapport wil lezen: http://www.eu2016.nl/documenten/publicaties/2016/03/21/tackling-crime-together

    De biker als ideale zondebok

    Vorig jaar schreeuwde de Kerkraadse burgemeester Jos Som moord en brand toen het Openbaar Ministerie hem waarschuwde dat hij werd bedreigd. Hoewel Jos Som eerst nog verklaarde dat onbekend was uit welke hoek de bedreigingen afkomstig waren, riep hij later dat het om ‘motorjasjes’ ging. Dat kwam hem dan ook heel goed uit, want nadat zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, zogenaamd bedreigd zou zijn door Hells Angels, besloot Jos Som het clubhuis van die motorclub te sluiten. Achteraf bleek dat zijn dochter helemaal niet was bedreigd. Het clubhuis was toen al dicht, de burgemeester had zijn gezicht gered en er kon weer een dossiertje toegevoegd worden aan de bestrijders van motorclubs.

    Omroep Brabant berichtte op 11 maart 2016 hoe de fantaserende officier van justitie Lucas van Delft zelf bedreigingen verzon en doorgaf via Meld Misdaad Anoniem. ‘Volgens Van Delft zou hasjbaas Van Laarhoven leden van de motorclub Satudarah hebben ingehuurd om Van Delft te bedreigen. Advocaat Taco van der Dussen, die Van Delft vertegenwoordigt, en het Landelijk Parket willen niet reageren omdat het strafrechtelijk onderzoek tegen de ervaren officier nog loopt. De crimefighter zit vanwege de vermeende bedreigingen al ruim vier maanden thuis.’ Het artikel brengt perfect de tegenstellingen aan het licht. Bedreigende leden van motorclub Satudarah enerzijds en de ‘ervaren crimefighter’ anderzijds. Het moet dus haast wel waar zijn.

    Op 10 maart 2016 berichtte De Telegraaf dan weer dat de burgemeester van Heerlen ternauwernood had kunnen voorkomen dat een beruchte motorbende zich had gevestigd in het Limburgse kerkdorp. De burgemeester wilde de naam van de ‘motorbende’ niet noemen, zelfs niet aan de gemeenteraad. Het zit er dan ook in dat die gemeenteraad hem niet zou geloven wanneer hij toch opening van zaken zou geven. Wat de burgemeester ook zei was dat ‘Den Haag’ niet genoeg handvaten gaf om de ‘motorbendes’ te bestrijden. Het geroep van burgemeester Krewinkel had dus ook een politiek doel en was een boodschap om hulp aan de regering.

    Zo worden motorclubs tegen wil en dank en geheel buiten hun eigen handelen en medeweten betrokken in tal van dossiers. Onderzoeken gaan lopen, clubhuizen worden dichtgetimmerd en de burger kruipt angstig weg na de zoveelste subjectieve berichtgeving. Maar er gaat altijd baas boven baas. Sommige mensen gaat echt geen zee te hoog om hun daden te rechtvaardigen. En laat nou uitgerekend weer een politieman daarvan het voorbeeld geven.

    Want 1Limburg bericht op 17 maart 2016: ‘De 54-jarige politieman C.P. heeft volgens het OM vorig jaar “onnodig vuurwapengeweld gebruikt tegen een man die psychotisch was, en niet wist wat hij deed. Op 31 mei vorig jaar schoot P. een verdachte in zijn benen. De man uit Sittard zou in Susteren vuurwerk tegen een voordeur hebben gegooid. Na een korte achtervolging loste P. een waarschuwingsschot, maar daarop reageerde de man niet. De agent schoot de verdachte daarop in zijn benen. Na onderzoek door de Rijksrecherche besloot het Openbaar Ministerie (OM) om de agent te vervolgen. Het Openbaar Ministerie liet tijdens de zitting weten een psychiatrisch rapport over de agent te laten opstellen. Volgens de verdediging was de politieman nog gespannen van de acties tegen motorbendes afgelopen jaar, en kampte hij met PTSS, een post traumatisch stress syndroom.’

    Als politieman schiet je zomaar een man met psychische problemen neer die hard wegloopt en feitelijk niets heeft gedaan en dan zeg je dat het komt door de spanningen van die ‘motorbendes’. Dit is natuurlijk een open deur voor andere verdachten van een zeer ernstig misdrijf. Je zegt gewoon dat je erg in de war bent geraakt van ‘motorbendes’. De kranten staan er vol mee en het eist gewoon zijn tol.
    1Limburg gaat verder: ‘Uit onderzoek bleek later dat de verdachte helemaal geen vuurwerk tegen de deur had gegooid, maar een steen. De bewoner had in paniek de politie gebeld met de mededeling dat iemand vuurwerk tegen zijn deur had gegooid. De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes.’

    ‘De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes’? Wat is het verband? Is er sprake van zodanige berichtgeving, ook binnen de politie zelf, dat de agenten geloven wat er in al die politierapportages staat over motorclubs? Dan kan er binnenkort ook maar zo een lid van zo’n motorclub worden neergeschoten. Een agent in de war maakt rare sprongen.

    De politie ondertussen onderzoekt of er een extra wapen kan worden toegevoegd aan het arsenaal om vuurwapengebruik zo te voorkomen. En de neergeschoten psychoot? Die wordt mogelijk vervolgd voor het gooien van een steen. Hij zal wel in de war zijn geweest over wat hij in de krant over politiegeweld had gelezen.

    18 maart: Dag van de ondermijning

    Vrijdag 18 maart is het zover. Dan wordt in de mediaplaza van de Jaarbeurs Utrecht de ‘dag van de ondermijning’ gehouden. Toegangsprijs 395 euro. ‘Ondermijning is een steeds groter wordend maatschappelijk probleem.’ stelt Landelijk hoofdofficier van Justitie mr. G.W. (Gerrit) van der Burg, die de dag mag openen, op de website. Dat is logisch, want het OM kan moeilijk zeggen dat ze bezig zijn met zomaar wat dingetjes die er niet toe doen. Hoeveel het toeneemt zegt hij er niet bij. In mei 2015 zei hij bij Nieuwsuur nog: ‘Het is een probleem waarbij niemand precies kan zeggen hoe groot het is.’ Uit die Nieuwsuur-uitzending, die overigens nadere bespreking verdient, blijkt ook niet hoe groot het ondermijningsprobleem dan wel is.

    Ondermijning is al een paar jaar het toverwoord in de justitiewereld. Criminelen uit de onderwereld maken gebruik van diensten in de ‘bovenwereld’. Daarmee wordt deze ‘bovenwereld’ ‘ondermijnd’. Deze criminelen werken nooit alleen, ze zitten in een ‘crimineel samenwerkingsverband’ oftewel CSV. Er zijn targets gesteld hoeveel CSV’s er moeten worden opgerold. En dan gaat het niet vooral om veroordelingen, maar vaak ook om mensen het leven zuur te maken door een fiscale voorkeursbehandeling, zegt Van der Burg in Opportuun van oktober 2014.

    De termen CSV of ondermijning staan niet in het wetboek van strafrecht. Targets over werkelijke strafbare feiten die de politie voor de rechter heeft gebracht zijn nooit gehaald. Misschien daarom wordt nu gekozen voor het treiteren van groepen mensen die worden ingedeeld bij ‘de onderwereld’. Met behulp van welwillende mediaconnecties wordt het fictieve probleem extra aangedikt.

    Mensen die aangifte hebben gedaan van inbraak, beroving of verkrachting moeten wachten, want de politie vindt het belangrijker om hun zelfverzonnen vijand aan te pakken. Of deze aanpak leidt tot veroordelingen, en of het in het wilde weg beslag leggen op allerlei bezittingen voor de rechter stand houdt, is van later zorg. Het lijkt belangrijker de vastgeroeste politieorganisatie weer een doel te geven, waarbij de hele maatschappij, of in elk geval de hele overheid moet meedoen in deze mythologische strijd tegen het kwaad.

    Maar goed, dag van de ondermijning dus. Behalve mr. Van der Burg en wat politiemensen is ook de private veiligheidsbranche vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld Wendy van der Krift, die mede-eigenaarschap van een bedrijf dat veiligheid verkoopt aan gemeenten weet te combineren met de functie van teamchef bij de nationale politie. En die uit dien hoofde natuurlijk nooit zal zeggen dat het wel meevalt met die ondermijning. En haar eigen dubbelfunctie, ondermijnt die dan niet de geloofwaardigheid van de politie? Verder twee heren van de FIOD over hun ‘afpak-app’ (helaas niet openbaar verkrijgbaar), een entrepreneur in intimiteit en verleiding en een NLP-master die hardnekkige weerstanden (‘mogen we dit wel doen?) weet te doorbreken.

    In het vuur van de strijd is intussen elke motorclub in de ogen van justitie een ‘outlaw motorcycle gang’ geworden en iedereen met een paar wietplanten behoort tot de ‘ondermijnende en georganiseerde misdaad’. Is de grootste ondermijning hier niet de ondermijning van de rechtsstaat?

    De creatieve officier van justitie

     

    Op 6 februari 2016 meldden wij hoe Officier van Justitie Lucas van Delft zijn eigen bedreigingen verzon en daarmee een uitgebreid pakket aan beveiligingsmaatregelen loskreeg van de politie. Wij meldden ook dat deze zelfde Officier van Justitie verantwoordelijk was voor een zaak tegen Johan van Laarhoven. Deze zaak was echter in Nederland niet rond te krijgen. Wij zeiden hierover het volgende: ‘Lucas van Delft was eerder belast met de zaak tegen Johan van Laarhoven, de grondlegger van coffeeshopketen The Grass Company. Van Laarhoven verdiende in Nederland zijn geld met coffeeshops, die hier zijn gedoogd en dus legaal zijn. Van Laarhoven was dus in Nederland juridisch niets te maken. In Thailand werd echter Van Laarhoven veroordeeld voor het witwassen van crimineel geld, toen hij zijn 20 miljoen euro winst overbracht naar dit land. Zijn vrouw kreeg daarbij 12 jaar cel. Omroep Brabant berichtte daarover na het vonnis: “Dit is vreselijk nieuws”, zegt Tim Vis van advocatenkantoor Spong. “Van Laarhoven werd door het dubieuze en rancuneuze handelen van het Nederlandse Openbaar Ministerie overgeleverd aan een rechter die niet voldoende in staat is gebleken het Nederlandse gedoogbeleid te beoordelen.”

    Dus de man die zijn eigen bedreigingen verzon was ook medeverantwoordelijk voor de veroordeling in Thailand van een landgenoot die in Nederland de wet niet overtrad. Blijkbaar was Van Delft goed op de hoogte van de wetgeving in andere landen. In hoeveel andere gevallen werden landgenoten in het buitenland veroordeeld voor iets wat in Nederland helemaal niet verboden is?’

    Johan van Laarhoven schreef vanuit zijn cel in Thailand de volgende brief. Het is een kreet om hulp van een man en een vrouw die vastzitten voor een misdrijf dat zij niet pleegden, maar toch veroordeeld werden dankzij de niet-aflatende pogingen tot veroordeling van een Nederlands officier van justitie met behulp van enige politie-agenten. De brief verscheen op de volgende link: http://justiceforjohan.nl/brieven-van-johan/mijn-naam-is-johan-van-laarhoven/

    Mijn naam is Johan van Laarhoven, in deze brief wil ik een overzicht geven van de verschrikkingen die mijn vrouw, mij en onze kinderen overkwamen omdat de Nederlandse Justitie -onder leiding van Officier van Justitie Lucas van Delft- het nodig vond ons in Thailand aan te geven als zijnde zware drugscriminelen. Mijn vrouw en ik zijn hierdoor op 10 november 2015 tot 18 en 103 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor het witwassen van ons geld. Geld wat ik verdiende met de verkoop van cannabis in coffeeshops onder het Nederlandse gedoogbeleid. Hoe dit mogelijk is? Lees en huiver.

    Na ruim 30 jaar trouwe dienst besloten mijn vrouw en ik om het wat rustiger aan te doen en in Thailand te gaan wonen. Begin 2009 zijn we daadwerkelijk verhuisd. Omdat in diezelfde periode de Europese banken niet meer betrouwbaar leken besloten wij ons geld te beleggen in Thais onroerend goed. Al snel bleek dat het niet praktisch was om de coffeeshops vanuit Thailand aan te sturen. Toen heb ik besloten om, door middel van een management buy-out, de coffeeshops  te verkopen. Op 25 oktober 2011 is de deal bezegeld en spraken we af dat de betaling hiervoor in termijnen voldaan kon worden.

    Kort na deze verkoop vond justitie het nodig om een onderzoek te starten naar de bevoorrading van de shops, de zogeheten achterdeur. Er werden de meest waanzinnige beschuldigingen verzonnen.  Ik noem het waanzinnig omdat er nooit enig bewijs voor geleverd is. Het spel werd via de media, gemeenten en zelfs banken en leveranciers gespeeld. Banken trokken hypotheken terug en leveranciers kregen de raad om maar geen zaken meer te doen met de betreffende coffeeshops. Niets  ging justitie te ver om hun uiteindelijke doel te bereiken; de vernietiging van een belasting betalend bedrijf met zo’n honderd medewerkers.  En ik ? Ik werd afgeschilderd als de Pablo Escobar van de lage landen.

    Langzaam werd duidelijk dat de inspanningen niet het beoogde resultaat opleverden. Tijd voor een strategieswitch van Justitie. Ze gingen zich niet meer op de coffeeshops richten, maar op mij.  Er werden verzoeken aan Thailand verstuurd om mijn vrouw en mij te vervolgens voor zogenaamde drugszaken in Nederland.  Het lijkt erop dat Officieer Lucas van Delft goed begreep waar te knijpen in een land met zulke zware drugswetten en een vers geïnstalleerd militair regime. Het woord drugs zou wonderen verrichten. Op 14 juli 2014 stuurt een Nederlandse liaison officier in opdracht van Lucas van Delft een brief vol valse beschuldigingen naar de Thaise procureur-generaal. Met het verzoek om een onderzoek op te starten.  Vervolgens komen twee Nederlandse agenten naar Thailand om samen met de liaison op 21 juli 2014 een verklaring af te leggen vol verdachtmakingen waarvoor geen enkel bewijs overlegd kan worden. De Thai lijken die bewijzen niet eens nodig te hebben. Lucas van Delft had beloofde de Thaise overheid dat ze mijn geld na een veroordeling mogen houden. Ze hadden er dus alle belang bij de Nederlanders te geloven.

    Twee dagen later werd dan ook met veel machtsvertoon een inval in ons huis gedaan. Mijn vrouw en ik werden onder grote media-aandacht gearresteerd. Na onze arrestatie werden wij afgevoerd naar het beruchte Klong Prem gevangeniscomplex in Bangkok waar we nu al 1.5 jaar onder erbarmelijke omstandigheden vastzitten. Onze twee kinderen van toen 5 en 12 jaar, werden aan hun lot overgelaten.

    Op 25 september en 6 oktober stuurt de Thaise officier van justitie een brief naar Lucas van Delft. Hij vraagt daarin met spoed het bewijs in samenhang met de verklaringen van de agenten. Zonder dit bewijs zegt hij geen zaak te hebben. We hebben het hier over 9 dagen voor de zaak gesloten zou worden! Het lijkt bijna niet nodig om het te zeggen, maar ik doe het toch. Dat bewijs is nooit opgestuurd. Toch werden we aangeklaagd.

    In mei 2015 begint eindelijk de rechtszaak, die duurt tot eind september en bestaat uit maar 10 zittingsdagen. Acht dagen voor de Officier van Justitie, twee voor de verdediging. Veel van onze getuigen konden hierdoor niet gehoord worden. Het eerste teken dat er iets mis was.

    Het werd een rumoerige rechtszaak met steeds wisselende rechters en zonder stenograaf. De rechter sprak zelf in een dictafoon in wat hij in de verklaring wilde hebben. Geen goede manier om die altijd compleet te hebben toch? Na de verklaring luisterde een typiste naar de dictafoon, nam alles over op papier en liet het door een getuige ondertekenen.

    De Thaise Officier van Justitie kwam als eerste aan de beurt. Al zijn Thaise getuigen verklaarden hetzelfde. Deze mensen, wij dus, overtraden in Thailand geen enkele wet. Wat wij in Nederland dan misdaan zouden hebben wisten ze eigenlijk ook niet. Het enige wat ze wel deden was verwijzen naar de eerdere -bewijsloze- verklaringen van de drie Nederlandse agenten.

    Die agenten kwamen in juli getuigen. Voor de gelegenheid kwamen zij speciaal met vrienden businessclass overgevlogen en kregen een mooie kamer in een Hilton hotel. Hun verklaringen kwamen vreemd genoeg niet overeen met de verklaringen die ze een jaar eerder afgelegd hadden. Daarnaast bleek de kennis der Engelse taal selectief uit hun geheugen gewist. De aanwezigheid van  de pers en advocaat Sidney Smeets, een kantoorgenoot van Gerard Spong, maakte de heren duidelijk nerveus. Ze konden zich niet meer zo goed herinneren wat ze een jaar eerder gezegd hadden. Uiteindelijk konden zij niet anders dan schoorvoetend toegeven dat er in Nederland alleen maar een onderzoek liep wat al vier jaar duurde maar waar nog steeds niet voldoende bewijs voor was om naar de rechter te gaan. Vervolgens is er door van Delft een brief opgesteld aan de Thaise Officier van Justitie. Daarin schrijft hij over zijn verwachting de zaak in het eerste kwartaal voor de rechter te brengen. Het doel hiervan? De Thai weer vertrouwen geven in de Nederlandse zaak. De brief werd dan ook prompt aan de rechter overhandigd.

    Pas in september was eindelijk de verdediging aan de beurt om ons onschuld aan te tonen. Als eerste mocht ik zelf getuigen. Waarbij ik duidelijk heb uitgelegd dat in Nederland de verkoop van cannabis –in een vergunning houdende coffeeshop- gedoogd is. Dat deze verkooppunten net als elk ander bedrijf belasting afdragen. Het bewijs dat ik dat ook deed had ik netjes aan de rechtbank overhandigd.

    Hierna was het de beurt aan Tukta, zij verklaarde over onze relatie en waarom het onroerend goed op haar naam staat. Wat overduidelijk is, een buitenlander mag in Thailand namelijk geen onroerend goed bezitten.

    Als laatste kwamen Gerard Spong, Sidney Smeets en oud-rechter Frits Lauwaars  aan de beurt. Zij waren naar Thailand gekomen om de rechters uitleg te geven over het Nederlandse gedoogbeleid en hun te overtuigen van ons onschuld. Helaas leek het erop dat de rechters totaal geen belangstelling hadden voor hun verhaal. Ze keken verveeld, stelden geen enkele vraag en waren druk met berichtjes te versturen met hun telefoon.

    Wij vonden het gedrag van de rechters erg vreemd maar dachten dat dit kwam omdat zij allang begrepen hadden dat wij onschuldig waren. Een grote vergissing bleek zes weken later. Op tien november, de zwartste dag uit ons leven, verklaarde de rechtbank ons schuldig en veroordeelde mij tot 103 jaar celstraf en mijn vrouw tot 18 jaar.

    Hun motivatie? De Thaise anti-witwas wet zegt sinds 2013 dat mensen ook voor basisdelicten buiten Thailand gepleegd, veroordeeld kunnen worden. Dat ik in Nederland nooit veroordeeld ben maakte voor hen niet uit. Volgens de Thai kan de verkoop van cannabis in Nederland dan wel legaal zijn. In Thailand is het illegaal, een overtreding van artikel  5 van de anti-drugs wet die zegt dat bezit of verkoop van cannabis zonder vergunning illegaal is.  Daarom zijn wij door de rechtbank toch veroordeeld.

    Pure onzin natuurlijk, ik had in Nederland namelijk wel een vergunning en in Thailand heb ik nooit cannabis verkocht of in bezit gehad.  Wat ik Nederland gedaan heb is niet voor een Thaise rechter om daarover te oordelen. Dit maakt die veroordeling een belediging van de Nederlandse rechtsstaat en een grove schending van onze soevereiniteit. Verder gebruikt de rechtbank een wet uit 2013 hoewel ik mijn bedrijf al in 2011 verkocht heb. Volgens Thais en internationaal recht is het verboden om een wet met terugwerkende kracht te gebruiken. Ik ben gewoon voor de bus gegooid, met dank aan Lucas van Delft.’

    Wij hebben maar twee vragen:

    1. Wat gaat de Nederlandse overheid doen om dit recht te zetten?
    2. Hoeveel andere Nederlanders zijn er met deze constructie in het buitenland veroordeeld?
    Zieligheid als argument

    Omroep Brabant bericht zaterdag 6 februari 2016 dat officier van justitie Lucas van Delft zijn eigen bedreiging verzon. Onder een andere naam belde Van Delft op (naar Meld Misdaad Anoniem?) om aan te geven dat hij met de dood werd bedreigd. De politie kwam meteen na deze bedreigingsmelding met een zeer uitvoerig pakket aan beveiliging voor de officier. Wij zullen dit verschijnsel noemen ‘het Varma-effect’.

    Lucas van Delft was eerder belast met de zaak tegen Johan van Laarhoven, de grondlegger van coffeeshopketen The Grass Company. Van Laarhoven verdiende in Nederland zijn geld met coffeeshops, die hier zijn gedoogd en dus legaal zijn. Van Laarhoven was dus in Nederland juridisch niets te maken. In Thailand werd echter Van Laarhoven veroordeeld voor het witwassen van crimineel geld, toen hij zijn 20 miljoen euro winst overbracht naar dit land. Zijn vrouw kreeg daarbij 12 jaar cel. Omroep Brabant berichtte daarover na het vonnis: “Dit is vreselijk nieuws”, zegt Tim Vis van advocatenkantoor Spong. “Van Laarhoven werd door het dubieuze en rancuneuze handelen van het Nederlandse Openbaar Ministerie overgeleverd aan een rechter die niet voldoende in staat is gebleken het Nederlandse gedoogbeleid te beoordelen.”

    Dus de man die zijn eigen bedreigingen verzon was ook medeverantwoordelijk voor de veroordeling in Thailand van een landgenoot die in Nederland de wet niet overtrad. Blijkbaar was Van Delft goed op de hoogte van de wetgeving in andere landen. In hoeveel andere gevallen werden landgenoten in het buitenland veroordeeld voor iets wat in Nederland helemaal niet verboden is?

    Wat wij ons nu afvragen is dit: gebeurt het vaker dat politie of justitie zélf bellen naar Meld Misdaad Anoniem? Op deze manier kun je volkomen legaal bij mensen invallen doen, of ze aanhouden voor onderzoek, of een groot onderzoek starten. De talloze meldingen via de meldlijn over ‘buren met een wietplantage’ komen hiermee ook in een heel ander kunstlicht te staan.

    Maar wij gaan verder, want het zal toch niet dat? Op 9 juli 2015 berichtte Dupont in zijn rubriek ‘Burgemeester Jos Som in het nauw’ hoe het erg twijfelachtig is dat de burgemeester van Kerkrade werkelijk is bedreigd. Hij zegt daarover zelf tweemaal iets geheel anders en het is ook te betwijfelen dat de Hells Angels daarachter zitten. Bovendien werd zogenaamd zijn dochter ook nog bedreigd. Dupont geeft aan dat ook dat waarschijnlijk heel anders zit. Het leverde de burgemeester wel veel publiciteit op en hij wist de motorrijders neer te zetten als een stel nietsontziende boeven.

    In hetzelfde artikel over Jos Som geeft de burgemeester van Helmond aan dat hij verkeerd is voorgelicht door justitie over eerdere bedreigingen aan zijn adres. Heel vreemd dus allemaal. Burgemeesters moeten onderduiken nadat zij door justitie zijn getipt over zeer ernstige bedreigingen. Daarna blijkt dat die burgemeesters of erop los liegen of zelfs aangeven dat ze zich bedonderd voelen. Overigens zijn beide burgemeesters tevens onderwerp van speculaties over corruptie. In één geval (maar wie weet hoeveel andere gevallen er nog zijn?) blijkt zelfs dat een officier van justitie zelf stiekem opbelde naar een meldlijn om valselijk aan te geven dat hij werd bedreigd.

    Nu weer terug naar de eerbare Lucas van Delft. Deze officier van Justitie was ook belast met onderzoeken naar leden van motorclub Satudarah. Deze motorclub wordt in verband gebracht, u raadt het al, met ernstige misdrijven als bedreigingen. Net als de Hells Angels trouwens. En in beide gevallen is nu grote twijfel ontstaan. Wij berichtten ook al diverse malen hoe de ‘voortgangsrapportages’ over motorclubs door de politie vol stonden met valse informatie. De politie is dus nogal makkelijk met het zetten van ‘informatie’ in rapportages en justitie verzint zelf bedreigingen, terwijl meldingen op Meld Misdaad Anoniem ook door politie of justitie gedaan kunnen worden. Ja, zo krijg je iemand wel achter slot ende grendel.

    Dat de politie niet te vertrouwen is, bleek al eerder, zoals met de leugens in het proces-verbaal over de dood van Mitch Henriques vorig jaar. Nu blijken ook officieren van justitie en burgemeesters niet altijd op hun mooie ogen te vertrouwen. En hoe zit het dan met de onafhankelijke rechters, zo zult u natuurlijk graag willen weten. Uitgerekend over zo’n rechter berichtte Dupont in oktober 2015 in het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’. Mr. Marquart Scholtz, de rechter in een zaak tegen motorclub Veterans MC, bleek om de hoek te wonen van het clubhuis van de club in Haren. Natuurlijk was zijn uitspraak niet in het voordeel van de club.

    Je hoeft in dit land de wet helemaal niet te overtreden om in de gevangenis te belanden.