• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Welke pet past ons allemaal?
    • In het artikel van 27 april ‘Ondermijning als goudmijn’ maakten wij ons zorgen over het feit dat ‘ondermijning’ een thema is dat lijkt te zijn bedacht door particuliere bedrijven of organisaties en vervolgens wordt geïntroduceerd in politiebeleid. In het artikel noemden wij al Wendy van der Krift die met haar bedrijf ‘VeelzijdigVeilig’ ‘gemeenten ontzorgt bij de aanpak van sociaal kwetsbare buurten, waarin ondermijing op de loer ligt.’ Wendy is tevens werkzaam bij de Nationale Politie als teamchef.

      Wij zullen met Wendy van der Krift als voorbeeld een bedrijfstak aan de kaak stellen, waar wij onze twijfels over hebben. Het is namelijk bij de overheid een komen en gaan van adviesbureau’s, recherchebureaus en onderzoekbureaus. Niemand weet precies hoe het zit met die bedrijven. Ondertussen worden deze bedrijven wel ingehuurd door overheden om werk uit te voeren dat eigenlijk het werk is van de overheid zelf.

      Een berucht voorbeeld enige jaren gelden was het Bureau Marple. RTV Drenthe berichtte hierover op 22 april 2014: ‘De leidster van het onderzoek naar mogelijke fraude bij de provincie Drenthe, door recherchebureau Marple, is in opspraak. Greet Elsinga werkt ook bij het stafbureau van de nationale politie en na vragen van RTV Drenthe hierover volgt er nader intern onderzoek naar haar. In afwachting van de uitkomsten daarvan mag Elsinga op geen enkele wijze meer recherchewerkzaamheden doen voor het bureau Marple, aldus een politiewoordvoerder. De nationale politie verrichtte een verkennend onderzoek nadat RTV Drenthe onlangs vragen stelde over Elsinga’s betrokkenheid bij het fraudeonderzoek van de provincie namens Marple en haar werkzaamheden voor de politie. Daar wisten ze aanvankelijk niets van enige betrokkenheid van Elsinga bij welk fraudeonderzoek voor welk bureau dan ook.’

      Duidelijk is dat een overheid, in dit geval de provincie Drenthe, een gecertificeerd onderzoeksbureau inhuurt om onderzoek te verrichten dat eigenlijk politiewerkzaamheden zijn. Vervolgens blijkt dan dat het ingehuurde onderzoeksbureau bestaat uit…een medewerker van de politie die daar een bijbaan heeft. Dat is een vreemde gang van zaken die twee jaar geleden plaatselijk ophef veroorzaakte.

      Terug naar Wendy van ‘VeelzijdigVeilig’. ‘Gemeenten spelen een actieve rol op het gebied van veiligheid. Vanuit haar Integraal Veiligheid Beleid heeft zij de regie over gezamenlijke inspanningen op dit terrein. Kijkend naar de uitdagingen die hier voor gemeenten mee gepaard gingen, namen we eind 2014 het besluit onze opgedane kennis en expertise breder in te zetten en daartoe VeelzijdigVeilig op te richten.Ons streven is erop gericht namens gemeenten voorop te gaan bij de aanpak van veiligheidsproblemen in kwetsbare wijken en partijen te binden.We zorgen ervoor dat de partijen die daarvoor nodig zijn op straatniveau komen tot èchte samenwerking, waardoor uiteindelijk het woongenot van bewoners verbetert en (ondermijnende) criminaliteit en verloedering afneemt.Onze focus daarbij is het verstevigen en verbinden van het sociale domein en het veiligheidsdomein om van daaruit een eenduidig doel na te streven. Omdat we de processen van de partners goed kennen, zijn we in staat die goed op elkaar te laten aansluiten waardoor we effectief in de aanpak kunnen zijn.’ Aldus de website van ‘VeelzijdigVeilig’.

      ‘Onze opgedane kennis en expertise’, ‘omdat we de processen van de partners goed kennen’, zijn in het oog springende zinnetjes. De vraag is nu ‘hoe kan het dat Wendy en haar bedrijf zo goed thuis zijn op deze markt? VeelzijdigVeilig-collega Steven Wierckx is oud-politieman, collega Jeffrey Dame is marechaussee. Samen met nog een collega is dat het kwartet dat dus veel ervaring heeft van de materie. Het is dus helemaal niet opmerkelijk dat deze mensen verstand hebben van politieproblematiek, want…ze zijn politiemensen. Al jaren.

      Hoe opmerkelijk is het dus dat deze politieambtenaren in hun vrije tijd een bedrijf runnen dat politiewerk doet. De projecten op de website van het bedrijf zeggen veel over hun aanpak: In Rotterdam en Utrecht verschillende projecten waarbij de bewoners van een wijk gebukt gaan onder criminaliteit en overlast en hun vertrouwen in gemeente en politie opzegden. Je zou zeggen dat de gemeente of de politie dan beter hun best moeten doen. Maar nee, zij sturen Wendy. Niet de politie-Wendy, maar de mede-eigenaar van ‘VeelzijdigVeilig’. Dat is dezelfde Wendy, maar ook een andere Wendy.

      Dat is vreemd, want de politie kan het niet of doet niet zijn best, maar dezelfde ambtenaren kunnen het wel als particulier bedrijf dat particuliere rekeningen indient. De gemeente bakt er niets van en kan niet rekenen op zijn eigen politiekorps, dus wordt een politiepersoon ingehuurd die een particulier bedrijf heeft. En ja, dan werkt het wel. Misschien beter om helemaal de politie niet meer in te zetten?

      Maar we gaan verder. Wendy was ook spreker op ‘De dag van de ondermijning’ in de Jaarbeurs in Utrecht. Op 14 maart 2016 schreef Schulze van ‘justitieenveiligheid’ daarover: ‘Maar goed, dag van de ondermijning dus. Behalve mr. Van der Burg en wat politiemensen is ook de private veiligheidsbranche vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld Wendy van der Krift, die mede-eigenaarschap van een bedrijf dat veiligheid verkoopt aan gemeenten weet te combineren met de functie van teamchef bij de nationale politie. En die uit dien hoofde natuurlijk nooit zal zeggen dat het wel meevalt met die ondermijning. En haar eigen dubbelfunctie, ondermijnt die dan niet de geloofwaardigheid van de politie?’

      En dat is waar we dit artikel mee begonnen: ondermijning. Wendy als mede-eigenaar van een commercieel particulier bedrijf gooit haar functies als politiemens en commercieel bedrijfsleider gemakkelijk door elkaar. Dat zien we bijvoorbeeld op haar twitteraccount ‘wendyindy’. Ook zien wij hoe zij veel aandacht besteedt aan probleemwijken, georganiseerde drugscriminaliteit en natuurlijk motorclubs.

      Wat zegt nu de politie zelf over bijbanen en nevenfuncties? In de politienotitie ‘Nevenwerkzaamheden 2014’ staan de volgende regels:

      ‘4.1 Ontoelaatbare belangenverstrengeling

      Belangenverstrengeling is denkbaar in het geval dat politietaken commercieel worden uitgevoerd of in het geval dat de commerciële activiteiten de uitvoering van de politietaak mogelijk belemmeren. Voorbeelden zijn het werken voor detectivebureaus of particuliere onderzoeksbureaus. Verder kan een te nauwe band tussen de functie bij de politie en de nevenfunctie leiden tot de schijn van belangenverstrengeling. Een voorbeeld hiervan is de medewerker die vanwege zijn specifieke beroepsmatige kennis een adviesfunctie voor bijvoorbeeld een verzekeringsinstelling gaat vervullen.

      4.2 Botsing van belangen

      Nevenwerkzaamheden van de medewerker voor een organisatie, die een financiële en/of beleidsinhoudelijke relatie heeft met de politie kan leiden tot een rolconflict voor de medewerker. Dit kan een goede functievervulling bij de politie in de weg staan.

      4.6 Voorbeelden van mogelijk ongeoorloofde nevenwerkzaamheden

      Van geen enkele kaderstellende notitie kan worden verwacht dat deze uitkomst biedt voor iedere casus die zich voordoet. Met de opgenomen opsomming van criteria waaraan nevenwerkzaamheden worden getoetst, wordt echter getracht maximaal houvast te bieden. De gegeven opsomming dient daarmee de rechtszekerheid van medewerkers.

      Enige voorbeelden van nevenwerkzaamheden die zich in de risicosfeer bevinden zijn echter wel te geven en kunnen die rechtszekerheid verder vergroten. Met de nadrukkelijke kanttekening dat deze voorbeelden geen limitatief karakter dragen en slechts indicatief bedoeld zijn, valt te denken aan de volgende voorbeelden van mogelijke ongeoorloofde nevenwerkzaamheden:

      -controlerende en/of toezichthoudende werkzaamheden die als onderdeel van de eigen ambtelijke werkzaamheden kunnen worden beschouwd

      -werkzaamheden t.b.v. bedrijven waarmee tevens een functionele relatie wordt onderhouden of waarvan het korps klant is.’

      Het lijkt dus alsof het helemaal niet mag. En het is natuurlijk ook een vreemde situatie. Om het eens anders te laten zien: Stel je bent eigenaar van een aannemersbedrijf. Je metselaars krijgen het werk niet af en het werk laat ook veel te wensen over en dus huur je een extern bedrijf in dat metselpraktijken uitvoert. De mannen stappen uit hun busje en je ziet je eigen werknemers die voor het externe bedrijf werken.

      Ander voorbeeld: Een gemeente heeft last van een groep hangjongeren die kleine vergrijpen pleegt. De politie kan het probleem niet oplossen. Een extern bedrijf wordt ingehuurd. Wanneer de ‘experts’ uit hun busje stappen ziet de gemeente dat het dezelfde politiemensen zijn die het probleem niet konden oplossen. Nu kunnen ze dat, tegen een royale vergoeding, ineens wel.

      Nog een voorbeeld: Een gemeente heeft een probleem met een achterstandswijk. Ze weten niet hoe ze dit moeten oplossen. De plaatselijke politie weet het ook niet. In plaats van expertise elders van de Nationale Politie naar de gemeente te halen en expertise en kennis te delen, wordt een extern bedrijf ingehuurd van actief dienende politiemensen die die kennis hebben opgedaan in een andere gemeente als politieman.

      Fraai is dat toch niet, al zal de politie zelf er alles aan doen om wat krom is recht te praten. En lukt ze dat niet, dan wordt er gewoon een extern ‘veiligheids’bedrijfje met actief dienende dienders ingehuurd. Die hebben er per slot van rekening ervaring mee opgedaan…bij de politie.

       

    Media smullen van G4S ‘terreurexpert’ (Buro Jansen & Janssen 2014)

    Hij duikt de afgelopen jaren geregeld op in de media als ‘onafhankelijk’ expert op het gebied van terreur, Glenn Schoen. Hij verkondigt doemscenario’s die de overheid dienen aan te sporen het pakket aan veiligheidsmaatregelen verder op te schroeven. Schoen echter is werkzaam voor de private beveiligingsfirma G4S, in wezen verkoopt hij zijn product.

    Glenn Schoen is een graag geziene gast in de wereld van de media. Van het tv-programma Dit is de dag van Tijs van de Brink, BNR nieuwsradio, Pauw en Witteman, Met het Oog op Morgen tot aan Hubert Smeets van NRC Handelsblad: ze maken allemaal dolgraag gebruik van de diensten van Schoen. Hij wordt onder andere omschreven als ‘terrorisme deskundige/expert’, ‘terreurdeskundige/expert’, ‘Al Qaida deskundige/expert’, ‘veiligheidsdeskundige/expert’, ‘veiligheidsanalist’ en ‘beveiligingsdeskundige’.

    Waaraan hij al deze titels te danken heeft, is niet altijd even duidelijk. Schoen heeft geen indrukwekkende publicatielijst op zijn naam staan. Wie een boek van hem probeert te vinden, raakt teleurgesteld. Ook artikelen van zijn hand in de media zijn moeilijk te vinden. Zelfs op de website van G4S, het beveiligingsbedrijf waar hij voor werkt, bevat geen publicaties onder de naam van Schoen.

    Hans Beerekamp schrijft in een van zijn tv-recensies in NRC Handelsblad (11-02-14) dat Glenn Schoen een ‘praktijkman’ is, ‘in de hoogtij van wat toen steevast werd aangeduid als ‘moslimterrorisme’ werd nog wel eens een praktijkman (Glenn Schoen was de bekendste) voor de camera gehaald.’ Volgens Beerekamp willen ‘we (de media red.) tegenwoordig toch liever een wetenschapper.’ Wie echter de mediastatus van Schoen bekijkt, constateert dat hij nog steeds een graag geziene gast is op radio en tv, maar ook in de geschreven media.

    In de NRC wordt hij zelfs twee dagen eerder dan de angehaalde tv-recensie van Beerekamp door journalist en ‘Ruslandkenner’ Hubert Smeets geciteerd in relatie tot de veiligheid van de Olympische Winterspelen in het Russische Sotsji: “Neem van mij aan dat de Russen voor een goede package zorgen: politieauto’s, motorrijders, busjes”, zo weet Schoen te melden.

    Dokter Clavan

    Er is sprake van een aantal opvallende zaken die aan het optreden van Schoen in de media ten grondslag liggen, maar ook de manier waarop de media met de man omgaan, baart enig opzien. De wijze waarop Schoen bijvoorbeeld zijn mening verkondigt, getuigt van een hoog ‘dokter Clavan’ gehalte. Misschien niet geheel vergelijkbaar met het niveau van het gesprek tussen interviewer Hobbema (acteur Wim de Bie) en dokter Clavan (Kees van Kooten) tijdens een tv-uitzending van Keek op de Week (12-11-89), maar veel recente opmerkingen van Schoen echoën het typetje van Van Kooten na:

    Hobbema: “Dokter Clavan, het gaat allemaal ongelooflijk snel hè?”
    Clavan: “Meneer Hobéma, het gaat eh, ongelooflijk snel.”
    Hobbema: “In een week tijd treedt de regering af, er komt een nieuw Politbureau, een vervroegde Partijconferentie… het is toch niet gering, hè, wat daar gebeurt?”
    Clavan: “Als u nagaat dat in één week tijd de regering aftreedt, dat er een nieuw Politbureau wordt benoemd, dat er een vervroegde Partijconferentie wordt uitgeschreven… Dat is niet gering hoor, wat daar gebeurt.”
    Hobbema: “En dan de Muur, die eigenlijk geen functie meer heeft…”
    Clavan: “De Muur heeft eigenlijk geen functie meer.”

    Taalhistoricus Ewoud Sanders schreef in zijn boek Jemig de pemig! (2000, etymologiebank.nl) dat de personage van dokter Clavan voortkwam uit het feit dat de ontwikkelingen (in Oost Europa red.) zo snel gingen en zo onduidelijk waren dat de gemiddelde leek die z’n krant had gelezen en naar CNN had gekeken, er evenveel zinnigs over kon opmerken als een wetenschapper die er jaren voor had doorgeleerd. Het was alom koffiedik kijken, speculeren en zinnen vullen zonder veel te zeggen.’ Schoen is dan wel geen wetenschapper, hoewel hij soms MA (Master of Science) achter zijn naam laat zetten, maar gebruikt veel van de technieken van dr. Clavan.

    In het artikel van Smeets over Sotsji, hoewel geen tv/radio, lijkt de conversatie van Hobbema en Clavan te worden gespiegeld. Smeets schrijft: ‘De politie krijgt ondersteuning van 23.000 mannen en vrouwen van het paramilitaire Ministerie voor Noodtoestanden.’ Smeets gaat verder over de draconische maatregelen die de Russen hebben afgekondigd. Dan volgt een vraag aan Glenn Schoen over de beveiliging van de Nederlandse hoogwaardigheid bekleders in Sotsji. Het antwoord van Schoen is dan zoals boven weergegeven: “Neem van mij aan dat de Russen voor een goede package zorgen: politieauto’s, motorrijders, busjes.”

    Op 17 maart 2014 wordt Schoen uitgenodigd door BNR Nieuwsradio voor een item over de verdwenen Boeing 777 van Malaysia Airlines (MH370) vanwege de lading en of het vliegtuig gekaapt zou kunnen zijn. De interviewer: “Want die theorie van die kaping is een hele serieuze aan het worden?” Schoen antwoordt: “Ja, dat is een hele serieuze aan het worden. Als we kijken naar hoe het toestel is gevlogen, wat er nodig moest zijn om het te veranderen. Welke route die initieel heeft gekozen? Het moment van de vlucht waarop het is gekozen?”

    De Nuclear Security Summit van 24 en 25 maart in Den Haag vormde een van de hoogtepunten voor Schoen. Veel journalisten vonden hun weg naar onze ‘terrorisme-expert’. Journalisten van onder andere het Dagblad van het Noorden, diverse edities van het Algemeen Dagblad, het Parool, De Nieuws BV van de VARA en het NOS Journaal raadpleegden hem. In het Parool (22-03-14) wordt Schoen geciteerd: ‘Volgens Schoen draait het allemaal om het afdekken van voorspelbare en voorstelbare risico’s. “De groepen moeten van elkaar gescheiden blijven; je wilt niet dat een Amerikaanse delegatielid wordt aangereden door een bakfiets.”’

    ‘Gevaarlijke wereld’

    De gemeenplaatsen die Schoen keer op keer herhaalt, lijken voor de media aantrekkelijk. Hij spreekt heldere en duidelijke taal. Er is echter ook iets anders waarom de man een graag geziene gast is. Hij vertegenwoordigt een groot deel van de journalistieke wereld die geen kritiek heeft op politie, justitie en inlichtingendiensten. Woorden als repressieve tolerantie, repressie, doorgeslagen veiligheidscultuur, gewelddadig politie-optreden en overmatige inbreuk op de burger- en mensenrechten wensen veel media niet langer in hun programma’s horen. Het gevaar van nu vormt bij de media het islamitisch terrorisme, de zelf ontbrandende burger, de eenzame waxinelicht-gooier en andere randverschijnselen van deze samenleving.

    Schoen sluit naadloos aan bij deze ideologie van de veiligheidsstaat. In het Financieele Dagblad (20-08-13) wordt hij geciteerd: “Als een van de kernactiviteiten houdt Al Qaida zich al tien jaar bezig met het kijken naar treinen als doelwit.” Voorbeelden hiervan zijn de aanslagen op treinen in Madrid in 2004 en op de Londense metro in 2005. “Dergelijke aanvallen zijn moeilijk te voorkomen. Het spoor is onderdeel van onze kritische infrastructuur, het is kwetsbaar, een aanslag werkt ontregelend. En helaas heeft een aantal incidenten laten zien dat je veel slachtoffers kunt krijgen”, aldus de veiligheidsexpert. Het artikel is geschreven naar aanleiding van een artikel in het blad Bild waarin beweerd wordt dat ‘veiligheidsdiensten gewaarschuwd hebben voor mogelijke aanslagen op zowel treinmaterieel als spoorinfrastructuur.’

    Veel van wat Schoen zegt is een open deur: “Een aanslag werkt ontregelend, je krijgt veel slachtoffers”. Het ontbreekt de man aan kritische analyse: “Dergelijke aanvallen zijn moeilijk te voorkomen.” Analyses van de aanslagen in Madrid en Londen, en de betrokkenheid en het falen van politie en inlichtingendiensten daarbij, zijn niet besteed aan Glenn Schoen.

    “We leven in een gevaarlijke wereld”, zegt hij aan het eind van een tv-uitzending van Dit is de dag met Tijs van den Brink (02-12-13). Het item gaat over het benaderen ven studenten die protesteerden tegen het bezuinigingsbeleid van de regering door de AIVD. Natuurlijk vindt Schoen het goed dat de dienst alles doet om de veiligheid van Nederland te waarborgen. Van den Brink is het helemaal met Schoen eens en stelt geen enkele kritische vraag aan de ‘terreurdeskundige’. Ook vraagt de interviewer niet naar het bedrijf waar Schoen voor werkt. De EO heeft Schoen in de Rolodex staan, want hij treedt er geregeld op bij ‘veiligheidsvraagstukken’.

    Dubbele tong

    Niet alleen de media zijn van hem gecharmeerd, ook in de semi-academische wereld van inlichtingen- en veiligheidsstudies is Glenn Schoen veelvuldig te vinden. Assistent Professor Giliam de Valk, docent aan de UvA, geeft samen met Schoen les aan de European Security Academy. Hun module is ‘Direction’ genaamd: ‘Voorafgaand aan het diner wordt een praktisch verband gelegd via global threats.’ De module behandelt onder andere de dreigingsmatrix en informatiepositie. Over Schoen staat geschreven dat hij ‘G4S Risk Advisory’ is en blijkbaar kennis heeft over ‘global threats’ en informatieposities van overheden en bedrijven.

    Enkele jaren geleden heeft Professor Dr. Rob de Wijk van The Hague Centre for Strategic Studies Schoen uitgenodigd voor de derde internationale masterclass over ‘International Emergency Management and specifically Consequence Management: try to prepare for the unthinkable disaster!’ Schoen sprak tijdens dit evenement in december 2011 over de bedreigingen van de moderne samenleving. Een jaar eerder waren de heren al gezamenlijk naar buiten getreden met het verhaal dat er sinds 11 september 2001 “zeker vijftig omvangrijke terroristische aanslagen van moslimextremisten in Europa voorkomen” (AD, 25-09-10). Schoen stapte in 2010 over van Ernst & Young naar G4S. Ook Edwin Bakker, hoogleraar Terrorisme aan de Universiteit Leiden, kent Glenn Schoen al jaren en deelt vaak zijn mening over veiligheid en terrorisme in de media.

    Hans Beerekamp schrijft in zijn tv-rubriek van 11 februari 2014 dat Schoen zo vaak optreedt omdat ‘de meeste mensen die er echt iets vanaf weten er niet over mogen praten.’ Volgens de NRC-journalist zouden mensen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de mensen zijn ‘die er echt iets vanaf weten.’ Wie de kritische literatuur over het veiligheidsbeleid volgt, zal concluderen dat geheime diensten het meestal niet echt zo goed lijken te weten. De mogelijke val van de Muur ontging de CIA in het geheel, evenals de aanslagen van 11 september 2001. Ook de AIVD en haar voorloper de BVD hadden veel zaken niet door, zoals de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh.

    Het gaat dus niet om de expertise van Schoen, maar om zijn mening die werd gevormd door zijn ‘professionele’ carrière. En daar doet zich iets geks voor. Wie in de krantenbank zoekt op de naam Glenn Schoen komt de expert of deskundige Schoen vaak tegen. Dat de man deskundige is, wordt overal vermeld, maar slechts in een derde van de artikelen over Schoen in Lexis Nexis van de afgelopen jaren wordt tevens de naam vermeld van het bedrijf waarvoor hij heeft gewerkt. Ook op radio en tv wordt vaak niet vermeld dat Schoen werkzaam is voor de beveiligingsindustrie.

    Is dat dan zo belangrijk? Als Schoen zegt dat ‘we in een gevaarlijke wereld leven’, ‘treinen gevaar lopen’ en ‘elke massa is doelwit’ (Parool, 11-07-05), moet de mediaconsument weten dat hier iemand spreekt die zijn boterham verdient met beveiligen. Het aandikken van het gevaar kan, indirect, extra inkomsten voor het bedrijf waar Schoen voor werkt opleveren.

    Inlichtingen- en beveiligingsadviezen in de commerciële wereld, maar ook in de publieke sector hebben zowel te maken met omzet als met politieke kleur. Glenn Schoen werkt al sinds 1988 in dienst van de commerciële inlichtingenwereld. Eerst onder de vleugels van Noel Koch, een hard-liner die diende onder president Nixon en Reagan, en sinds 2006 als beveiligingsanalist voor Ernst & Young en G4S. Het feit dat hij voor G4S, het grootste beveiligingsbedrijf van de wereld, werkzaam is, maar ook nog eens een groot deel van zijn professionele carrière bij bedrijven van een conservatief uit de rangen van Nixon, zegt iets over zijn mening omtrent beveiliging en hoe de wereld in elkaar zit.

    Private inlichtingenwereld

    Schoen kan dus in principe over alles meepraten. Of het nu gaat over Sotjsi, verdwijntips voor Holleeder, benaderen van studenten door de geheime dienst, Osama Bin Laden, een verdwenen Boeing, beveiliging rond de Olympische Spelen of de NSS; hij heeft een antwoord paraat. Hij werkt al vele jaren in de wereld van het op commerciële basis verzamelen van inlichtingen en adviezen geven over beveiliging. Een lucratieve wereld, zoals hij zelf ooit eens als veiligheidsadviseur van Ernst & Young duidelijk maakte. “Wereldwijd gaat er 53 miljard om in de beveiligingsindustrie”, zegt Glenn Schoen, terrorisme-expert van Ernst & Young. “Meer dan in de film- en de muziekindustrie bij elkaar.”(Vrij Nederland, 10-02-07)

    Schoen begon zijn analytische carrière in 1988 bij International Security Management Inc. (ISM Inc.), een bedrijf uit het Amerikaanse Maryland. ISM Inc. is een zogenoemd beveiligings-adviesbedrijf. Het verdient zijn geld met het verkopen van reis- en veiligheidsadviezen aan bedrijven en vakantiegangers. De meeste van die adviezen bestaan uit het opnieuw verpakken van overheidsinformatie, maar ook uit het bijhouden van berichtgeving door de internationale media.

    In 1998 legde Schoen uit dat het beter is om het Midden-Oosten te vermijden. ‘Certain Islamic countries pose the biggest threat, security consultants like Schoen say, especially Iraq, Jordan, Yemen’, tekent de Seattle Times News Services (15-02-98) op uit de mond van Schoen. Schoen’s informatie is echter grotendeels afkomstig van overheidsorganen en uit de media. ‘The State Department has issued an alert urging American travelers to be aware of government warnings and travel advisory updates stemming from anxieties in the Persian Gulf’, wordt enkele regels eerder aan de opmerking van Schoen vermeld.

    In het algemeen volgen private inlichtingenbedrijven de overheidsinformatie op de voet en ‘verkopen’ die door aan bedrijven en individuen. Een woordvoerder van het State Department legt Schoen bijna de woorden in de mond, al gebruikt die dan niet de namen van specifieke landen: ‘“While at this time we know of no specific threats to U.S. citizens or interests overseas in relation to the present situation in Iraq, we cannot discount the possibility of random acts of anti-American violence”, a spokesman said.’

    De baas van International Security Management Inc. is Noel Koch die in 1986 ook de president wordt van een ander commercieel inlichtingenbedrijf, Transecur inc. Dit bedrijf wordt omschreven als een ‘web-based’ beveiligings-/adviesbedrijf dat inlichtingen over mogelijke gevaren verschaft aan bedrijven, overheden en rijke families. Koch werkte in de jaren ’80 onder president Reagan als assistent van de minister van Defensie en als directeur speciale planningen van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Daarvoor was hij tevens speciaal assistent van president Nixon. Hij leidde het eerste onderzoek naar de aanslagen op de Amerikaanse ambassade in Beiroet in 1983. Koch is duidelijk een hardliner en warm pleitbezorger van de private beveiligingswereld. Schoen heeft vanaf eind jaren ’80 voor hem gewerkt.

    Eind jaren ’90 verkaste Schoen van International Security Management Inc. naar Transecur inc. waar Koch ook de baas van is. In 2004 opent Transecur een Europees kantoor in Den Haag. Koch benoemt Schoen tot directeur analytische diensten. Business Wire (01-06-04) omschrijft Schoen als een expert op het terrein van ‘European and Middle Eastern sub-conflicts, and special interest activism’.

    Dat Schoen een goede leerling van Koch is geweest, blijkt uit een presentatie tijdens een conferentie in Polen, oktober 2012. Onder de titel ‘Terrorism in Europe: Perspectives on 2013-2014’ vertelt Schoen over hoe “the terrorist threat from various quarters – leftwing, rightwing, Jihadist, separatist, activist – is evolving.” Links, rechts, activist, of separatist, het zijn allemaal jihadi en gevaarlijk, zo is de ‘overtuiging’ van Schoen.

    Media-carrière

    In 2005 verlaat Schoen, na 18 jaar werkzaam voor Noel Koch te zijn geweest en na een jaar als Europese directeur van Transecur, zijn post en treedt in dienst van Ernst & Young als veiligheidsadviseur. In dat jaar begint ook zijn Nederlandse media-carrière. In Amerika had hij ook al een status als mediadeskundige opgebouwd, maar de Amerikaanse Nederlander moet in Holland natuurlijk een nieuwe status zien op te bouwen.

    Dit gaat hem goed af, mede dankzij de hoogleraren Rob de Wijk en Edwin Bakker. In 2010 beweren de Wijk en Schoen beiden dat de inlichtingendiensten vijftig aanslagen hadden weten te voorkomen sinds 2001. Veel bewijs hadden ze er niet voor, maar de twee ‘terreurdeskundigen’ uit zowel de publieke als de private sector kregen veel aandacht in de media. In 2010 stapt Schoen over naar G4S om daar de post ‘risk advisory’ in te vullen. Op de website van G4S is te lezen dat ‘Security en Safety Risk Management een groeiende noodzaak’ zijn.

    Glenn Schoen werkt ondertussen bijna vier jaar als veiligheidsadviseur bij het grootste beveiligingsbedrijf ter wereld. G4S is daarnaast de een na grootste werkgever op aarde met meer dan 600.000 werknemers en biedt oplossingen voor zo’n beetje alles, waarbij het niet altijd alleen om veiligheid draait.

    G4S verzorgt de beveiliging op vliegvelden, voor de Olympische Spelen, regeringsgebouwen, havens, allerlei instituties van de Verenigde Naties, niet gouvernementele organisaties, banken en andere commerciële bedrijven, mijnen, olievelden en installaties, kerncentrales. Maar het bedrijf is ook actief bij het geldtransport, in het gevangeniswezen, politiewerk, ambulancewerk, vluchtelingengevangenis en uitzettingen, huisarrest toezicht. G4S is op vele plaatsen doorgedrongen in de haarvaten van de samenleving. Een allround bedrijf, net als Schoen die van alle markten thuis is en overal kan aanschuiven.

    Bij al die mediaoptredens werd Schoen sinds 2010 nooit iets over zijn eigen bedrijf gevraagd. Tijdens de elfde European Security Conference & Exhibition in april 2012 hield hij een lezing over ‘Olympic Terrorism Concerns – Past & Present’. Niemand in de zaal zal hem lastige vragen hebben gesteld over het aanstaande debacle dat G4S in de zomer van dat jaar ontketende. Het bedrijf bleek niet in staat om genoeg beveiligers te rekruteren en voor een deugdelijk veiligheidsplan te zorgen. Het Britse leger moest uiteindelijk uitrukken om de Olympische Spelen in Londen door te kunnen laten gaan.

    Iedere burger kan bedenken dat een van de eerste vereisten voor het voorkomen van aanslagen een goede beveiliging is. Daar hoef je geen deskundige of expert voor te zijn. Schoen is nooit over het disfunctioneren van G4S bij de Olympische Spelen in Londen ondervraagd. Ook rond het WK voetbal in Zuid-Afrika (2010) en de Olympische Winterspelen (2014) is Schoen over terreurdreigingen in de media verschenen.

    Schandalen

    Na het fiasco rond de gebrekkige beveiliging rond de Olympische Spelen van 2012 in Londen stapelden de schandalen rond G4S zich op. De schandalen speelden zich vooral af in Engeland, maar dit is deels bedrog aangezien de Britse media veel publiceren over het bedrijf en haar medewerkers. Het gaat dan om uiteenlopende zaken, zoals het oplichten van de overheid bij een programma voor het controleren van mensen onder huisarrest. G4S heeft de overheid rekeningen gestuurd van mensen die allang geen huisarrest meer hadden, of die overleden waren.

    De dood van een invalide man die werd vervoerd door een ambulance van G4S, het uitzetten van een zwangere vrouw die op het punt stond te bevallen, de dood van een vluchteling door toedoen van G4S-bewakers die de man voorafgaande ook nog racistisch zouden hebben bejegend, de slechte staat van de opvang voor asielzoekers waarbij de lokale overheid moest ingrijpen, zijn slechts enkele andere voorbeelden van de vele schandalen rond het bedrijf.

    In het buitenland is het niet veel beter gesteld. G4S stuurde slecht getrainde labiele bewakers naar Irak die elkaar doodschoten en verwondden. In de VS konden mensen zomaar het terrein van een uraniumverrijkingsfabriek, beveiligd door G4S, oplopen. In Israël werkte G4S mee aan de afsluiting van de bezette gebieden, de West Bank en de Gaza-strook. Ook verzorgde het bedrijf de beveiliging van gevangenissen waar Palestijnse politiek gevangenen en kinderen worden opgesloten.

    In Australië stierven vluchtelingen en gevangenen in de slecht geprivatiseerde gevangenissen van G4S, terwijl in Zuid-Afrika gevangenen werden gemarteld middels elektroshocks en plat spuiten. De meeste media schreven een nieuwsbericht over de martelingen en noemden G4S. In De Groene Amsterdammer beschrijft freelance-journalist Ruth Hopkins het onderzoek naar de behandeling van de gevangenen door G4S. Enkele media besteedden er iets meer aandacht aan, maar Glenn C. Schoen is in het openbaar nooit naar de situatie in de gevangenissen in Zuid-Afrika gevraagd.

    Kritiekloze media

    Begin dit jaar stonden de kranten vol van een personeelsstaking bij G4S wegens dreigende ontslagen. Dit als gevolg van de bezuinigingen en sluitingen van gevangenissen door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Door middel van bezettingen, demonstraties en picket-lines probeerden de werknemers de directie van G4S op andere gedachten te brengen. De media-aandacht voor werknemers die worden ontslagen staat in schril contrast met de aandacht die de vele burger- en mensenrechtenschendingen door G4S krijgt.

    Schoen’s regelmatige mediaoptredens blijven ondertussen gewoon doorgaan. Op 8 maart 2014 treedt hij op als veiligheidsdeskundige in het NOS radioprogramma Met het Oog op Morgen, zonder de vermelding dat hij voor G4S werkt. Hij wordt gevraagd naar de mogelijkheid van een terroristische aanslag op vlucht MH370 van Malaysia Airlines. Op 11 april 2014 zit hij in de uitzending van WNL Opiniemakers van de publieke omroep over het feit dat er geen particuliere beveiligers worden toegelaten op Nederlandse koopvaardijschepen.

    Tussendoor verschijnt er een interview met hem op de G4S website. Schoen geeft daarin aan dat “G4S zowel in een adviesrol als een operationele rol betrokken was bij de NSS. Als kleine schakel in een enorme operatie, heb ik persoonlijk invulling mogen geven aan de adviseursrol.” Naast zijn eigen ‘bescheiden’ rol, noemt Schoen ook de rol van het gehele bedrijf waar hij voor werkt. “Naast de massale inzet van politie en defensie, droegen ook veel beveiligers uit de private sector een steentje bij op het gebied van security en safety. G4S leverde ongeveer 1.100 extra diensten tijdens de NSS”, wordt uit de mond van Schoen opgetekend.

    Natuurlijk wordt Schoen niet gevraagd waarom G4S eigenlijk niet de gehele beveiliging heeft mogen uitvoeren. Het Olympisch debacle zal G4S zo snel mogelijk willen vergeten. Over wat er dan met de adviezen van Schoen is gebeurd, wil de tekstschrijver van de website van G4S ook al niet weten, maar het artikel is dan ook bedoeld als promotie van de beveiligingsbranche en specifiek G4S.

    Toch is er niet zoveel verschil tussen het optreden van Glenn C. Schoen op de website van G4S en zijn optreden in de Nederlandse media. Waarom de beveiliger met alle egards wordt ontvangen, lijkt minder met zijn expertise te maken te hebben dan met zijn onkritische houding ten aanzien van de veiligheidsstaat. Als beveiliger is het logisch om de wereld als het inferno van Dante te omschrijven, hoe gevaarlijker, hoe meer business. Voor de journalistiek lijkt in principe hetzelfde uitgangspunt te gelden. Geweld en ellende verkopen nu eenmaal beter dan het verhaal dat de meerderheid van de Nederlanders elke dag zonder problemen zal doorkomen.

    Toch verwacht je van de journalistiek wel enige mate van feitenonderzoek, en op z’n minst dat de achtergrond van de ‘deskundige’ of ‘expert’ expliciet wordt vermeld. Het weglaten van de naam van het bedrijf waar Schoen voor werkt, geeft eigenlijk aan dat de media niet geïnteresseerd is in de werkelijke feiten ten aanzien van de veiligheid, maar graag een mening wil horen die overeenkomt met die van de journalist. Bij de berichtgeving over het veiligheidsbeleid in Nederland of elders wordt bijna nooit voor een kritische insteek gekozen. Het optreden van Schoen in de media is daar dan ook een schoolvoorbeeld van.

    Over de onzichtbare belangen van veiligheidsdeskundigen in de media. (Medialogica 2016)

    In een tijd van oorlogen en aanslagen geven deskundigen duiding in nieuws- en actualiteitenprogramma’s. Ervaren, betrouwbare mensen. Goede sprekers. Grote namen. De boodschap is vaak: Beter beveiligen, minder bezuinigen op defensie en een steviger militair optreden. Allemaal in het landsbelang. Maar, hoe onafhankelijk zijn deze deskundigen..?
    Medialogica onderzoekt de banden tussen deskundigen en bedrijven in de beveiligings- en wapenindustrie. En waarom journalisten die zakenrelaties bijna nooit noemen.

    Veiligheidsdeskundige Glenn Schoen gaf meer dan 1400 interviews. Daarin vertaalt hij internationale spanningen naar een groeiende angst in Nederland. Schoen pleit vaak voor een betere beveiliging. Maar wat de media daar niet bij vermelden, is dat Glenn Schoen al decennia lang werkzaam is voor de beveiligingsindustrie. “Dat zou er wel bij vermeld moeten worden”, stelt Marcel Gelauff, hoofdredacteur van NOS Nieuws. “Het belang van zo’n iemand zou natuurlijk kunnen zijn, dat het beveiligingsbedrijf graag wil dat het z’n product kan verkopen.”

    Als voormalig opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten, is Dick Berlijn in de media een veelgevraagd duider bij allerlei veiligheidsvraagstukken. Berlijn is vurig voorstander van het JSF-gevechtsvliegtuig. Waarom vertellen journalisten er niet bij, dat Berlijn werkzaam is voor het bedrijf Thales, dat producten en diensten levert voor de JSF? En hoe kan het dat nergens wordt genoemd, dat Dick Berlijn en voormalig Secretaris-Generaal van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, als lobbyist worden betaald door TenCate, dat allerlei militair materiaal produceert? De Hoop Scheffer en Berlijn protesteren in de media voortdurend tegen bezuinigingen op defensie. Terwijl ze werkzaam zijn voor een bedrijf dat zwaar te lijden heeft onder diezelfde bezuinigingen.

    Berlijn laat zich in de uitzending van Medialogica geen lobbyist noemen. “Ik heb wel een systeem van TenCate onder de aandacht van mijn oude defensiecollega’s proberen te brengen. Is dat lobbyisme..?” Ook vertelt Berlijn, dat hij actief een journalist heeft benaderd, om een verhaal over een militair product van TenCate in de krant te krijgen. Met succes. En zonder dat zijn functie bij TenCate wordt vermeld. Hoe kunnen deze lobbyisten al jaren als onafhankelijke deskundigen in de media hun verhaal doen?

    Promo Medialogica: Kennis van Zaken
    HUMAN
    WOENSDAG 24 FEBRUARI 2016, OM 22.50 UUR OP NPO 2
    Door: Erwin Otten en Marco de Lange.
    het programma