• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De trouwe dienaar

    Op 4 mei 2019 hield Erik Akerboom, de korpschef van de Nationale Politie een praatje tijdens de Dodenherdenking in de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam. De koninklijke familie, tal van hoogwaardigheidsbekleders en de burgemeesteres Halsema waren erbij.

    ‘In de Nieuwe Kerk kon ik vandaag namens de politie een getuigenis uitspreken over de rol van politiemensen tijdens de bezetting: ‘niet veroordelen maar ook niet zwijgen’. “Tijdens de bezetting bood de politie niet de bescherming die ze had moeten bieden. Ik herdenk de collega’s die toen wel naar voren stapten. Samuel Esmeijer, een Rotterdamse agent in opleiding. Hij sneuvelde toen hij medeverzetslieden wilde bevrijden uit de gevangenis. Ik herdenk Jan van den Oever, inspecteur van politie in Amsterdam. De eerste en lange tijd enige, die weigerde Joden op te halen voor deportatie. Jan Wiarda was de eerste korpschef die sprak over het zwarte oorlogsverleden van de politie. Hij leerde ons niet te veroordelen. Maar ook om niet te zwijgen.”

    U denkt vast dat na afloop van de getuigenis van Erik Akerboom een massa Damschreeuwers toesloeg. Maar nee. Niet de burgemeesteres, geen enkele hoogwaardigheidsbekleder, geen enkel lid van het koninklijk huis. Niemand zei iets, niemand reageerde. Ook daarna bleef het stil. Stil? Nee, niet helemaal. Linda Buitenweg, landelijk coördinator opsporingscommunicatie van de politie zette de getuigenis van Akerboom op haar Twitteraccount.( https://twitter.com/lindabuitenweg) Daarna pikte ook Akerboom het zelf weer op.(https://twitter.com/POL_Akerboom?ref_src=twsrc%5Egoogle%7Ctwcamp%5Eserp%7Ctwgr%5Eauthor)

    Akerboom zelf was ook blijkbaar zo onder de indruk dat hij het vermeldde op zijn LinkedIn-account. Op dat bericht op LinkedIn oogstte Akerboom tientallen positieve reacties. Reacties van collega’s, oud-collega’s en mensen werkzaam in de beveiligingsbranche.

    Persoonlijk heb ik ook wel een reactie op het getuigenis van meneer Akerboom. Hij noemt maar liefst 2 collega’s die tijdens de Tweede Wereldoorlog stierven voor de goede zaak. Twee collega’s. Eén daarvan is een Rotterdammer, de andere een Amsterdams inspecteur. Is dat alles? Echt? Meneer Akerboom doet net alsof de politie gelouterd is door de daden van deze 2 slachtoffers. Maar van de duizenden politiemensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog ‘gewoon hun werk deden’ waren er 2 die hun leven offerden voor de goede zaak? Waar waren al die anderen, meneer Akerboom? Waar waren al die andere ‘de politie is je vriend’-agenten, meneer Akerboom? Waar waren ze? Wat deden ze?

    ‘De bezetter was sterk afhankelijk van de medewerking van de Nederlandse politie en verkreeg die medewerking ook in grote mate. Tijdens de oorlogsjaren werd de politie daarmee voor bijvoorbeeld Joden en verzetsmensen een groot gevaar.’, lees ik op de site van Historiek (https://historiek.net/de-nederlandse-politie-in-de-tweede-wereldoorlog/78481/) ‘Jonge politiechefs die tijdens de oorlog Joden deporteerden, kwamen later in leidinggevende posities terecht.’, meldt het Historisch Nieuwsblad. ‘Joden werden door de politie weggevoerd.’ ‘De politie kreeg bijvoorbeeld de opdracht Engelse piloten op te sporen en aan te brengen. Intern was daar veel discussie over, maar het kader werkte er toch aan mee.’(https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/43119/van-liempt-schetst-geen-genuanceerd-beeld-van-de-politie-tijdens-de-oorlog.html)

    Even googelen levert meteen een schat aan informatie op over het gedrag van de Nederlandse politie tijdens de Duitse bezetting. Talloze verschillende bronnen geven informatie die onbetwistbaar is. Er is niets op af te dingen. De jodenvervolging en de collaboratie in Nederland waren naar verhouding het grootst. De weggehaalde joden uit Nederland behoorden procentueel tot het hoogste aantal van alle bezette landen in Europa. Dankzij de collaboratie van de hele overheid en de Nederlandse politie konden mensen worden geregistreerd, geïsoleerd in aparte buurten, gearresteerd en worden weggevoerd onder bewaking. De Duitsers zorgden voor de rest.

    Maar meneer Akerboom weet van al die duizenden moordenaarshulpjes 2 politieagenten te noemen die oke waren. Procentueel gezien vrijwel nihil. We kunnen dus concluderen dat de Nederlandse politie de Duitsers extreem behulpzaam is geweest bij het vermoorden van het grootste deel van de Nederlandse joden. Door het noemen van 2 agenten die wel ‘goed’ waren, doet Akerboom voorkomen alsof er toch nog iets goeds was bij de moordenaarshulpjes die voor de grootste massamoord in de geschiedenis verantwoordelijk waren. Geen soldaten die met gevaar voor eigen leven naar het oostfront gingen omdat ze geloofden in de Duitse propaganda. Ook heel fout, maar wel heel anders dan de behulpzame collaborateurs die veilig vanuit hun politiebureau’s de straat op gingen om weerloze burgers te laten deporteren. Er waren zelfs Nederlandse politieagenten die bonussen kregen voor het aanbrengen van Joden. Kopfgeld genoemd. Het opsporen van Joden werd daarmee een sport en een lucratieve bezigheid. Al hebben niet alle politiemensen daaraan meegedaan.

    Na de oorlog vonden wel zuiveringen plaats. Maar zoals boven al gesteld, kwamen na de oorlog jonge politiemensen op leidinggevende posities terecht. Dus hoe grondig is de politie in staat geweest zichzelf te zuiveren? We hebben het niet over de daders of verantwoordelijken voor een uit de hand gelopen feestje. Of een vechtpartijtje. We hebben het over medeplichtigheid aan de moord op 6 miljoen joden.

    Maar feitelijk wisten we dit allemaal al. Want zoals gezegd is een simpele druk op google voldoende om alle schrikbarende daden van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog naar voren te halen. Wat bedoelt korpschef van de Nationale Politie Akerboom dus te zeggen? Omdat er 2 agenten waren die hun leven offerden, is de totale score van deze moordenaarsbende iets gematigd? Zeggen die 2 dappere mannen die stierven in plaats van medeplichtig te zijn iets over al die vele duizenden anderen die meehielpen joden op te halen? Verzetsstrijders te arresteren? Piloten op te sporen?

    Maar Akerboom zegt ook nog iets anders. ‘Niet veroordelen, maar ook niet zwijgen’, zegt hij. Wat bedoelt hij daarmee? Niet veroordelen? Medeplichtig zijn aan de opsporing, registratie, isolatie, bewaking, op transport stelling en moord op 6 miljoen joden, waarvan vele tienduizenden landgenoten, en alle verzetsstrijders en geallieerde piloten daar nog eens bovenop? Niet veroordelen? En: ‘Tijdens de bezetting bood de politie niet de bescherming die ze had moeten bieden.’ De politie bood niet de bescherming die ze had moeten bieden? Dat is wel een heel eufemistisch gestelde opmerking over een politiekorps dat gewoon, zonder protest, meehielp bij de grootste moord uit de geschiedenis. Een moord op onschuldige burgers, een moord ook op landgenoten, een moord op geallieerde militairen die wel de moed hadden te vechten tegen de nazi’s, een moord op minderheden. Een moord op Joden en zigeuners, een moord op homoseksuelen, op andersdenkenden, op socialisten en communisten. Een moord op de mensen die hun salaris betaalden. Een moord op de mensen die ze hadden moeten beschermen.

    De daders hadden juist wel veroordeeld moeten worden. Allemaal. Zonder enige uitzondering. Juist omdat de meesten geen idealisten waren die hun leven zelf waagden. Het waren mensen die zonder scrupules, voor een handvol kopeken, tienduizenden landgenoten lieten vermoorden. Niet veroordelen? In de zin van dat je als burger niet mag oordelen? Dan zouden de reacties nog harder moeten zijn. Tienduizenden van onze medeburgers zijn vermoord en we mogen niet oordelen over de mededaders? Het schorremorrie dat dit liet gebeuren? Het onbeschrijflijke uitschot dat gewoon netjes betaald kreeg voor zijn werk gedurende de bezettingstijd? Waarvan velen in hun vrije tijd op jodenjacht gingen ‘om nog even lekker wat bij te verdienen’? Niet oordelen?

    Nee, wel oordelen en ook inderdaad niet zwijgen. Maar meneer Akerboom bedoelt natuurlijk dat die zin ‘niet oordelen, maar ook niet zwijgen’ doorgetrokken moet worden naar vandaag. De politie was de trouwe dienaar van de bezetter. ‘It is the law’, zouden ze gezegd kunnen hebben. ‘Befehl ist Befehl’. Maar wat leerde de politie van de oorlog? In hoeverre maken ze zichtbaar wat ze hebben geleerd? Vandaag zegt de politie: ‘We doen gewoon ons werk.’ Ze noemen zich nu vaak ‘first responders’, of ‘hulpverleners’. Maar zijn hun daden ook onvergelijkbaar met die allerzwartste peiode van politiehandelen?

    Nog vandaag wordt door de politie etnisch geprofileerd. (http://justitieenveiligheid.nl/wetenschappers-dienst-van-de-overheid-het-onderzoek-van-de-universiteit-van-leiden-naar-etnisch-profileren-den-haag-de-gehele-reconstructie/) Etnisch profileren kennen wij maar al te goed uit de bezettingstijd. Is dit de lijn die meneer Akerboom doortrekt naar vandaag?

    De politie is betrokken bij talloze mishandelingen en bij de dood van vele burgers. We noemen maar even heel summier de dood van Rishi (http://justitieenveiligheid.nl/wetenschappers-dienst-van-de-overheid-het-onderzoek-van-de-universiteit-van-leiden-naar-etnisch-profileren-den-haag-de-gehele-reconstructie/) en Mitch Henriquez (https://www.telegraaf.nl/nieuws/3422704/arrestatie-mitch-henriquez-was-niet-normaal?utm_source=google&utm_medium=organic) Maar er zijn nog vele anderen. Dat hier inderdaad geldt ‘niet veroordelen, maar ook niet zwijgen’ hebben vooral de nabestaanden en vrienden van deze 2 dode burgers heel goed begrepen. De daders of verantwoordelijken voor de dood van deze mensen werden pas na heel veel gedraai vervolgd en kregen daarbij te verwaarlozen straffen. De schutter die zomaar Rishi in zijn nek schoot kreeg een baan als beveiliger van Wilders waar hij opnieuw in opspraak kwam. ‘Niet veroordelen’? Bewust zorgt de politie ervoor dat daders en verantwoordelijken van misdaden niet worden vervolgd en in dienst gehouden? Mensen die blijkbaar labiel zijn en recidiveren?

    De politie is ook betrokken bij een enorm aantal ‘affaires’. Corruptie en het lekken van informatie tieren welig. (https://www.hartvannederland.nl/nieuws/2019/nederlandse-politie-overspoeld-met-incidenten-rond-corruptie-en-lekken-informatie/), (https://www.nrc.nl/nieuws/2019/01/27/nieuwe-aanwijzing-voor-corruptie-binnen-politie-rotterdam-a3651876), (https://www.ad.nl/binnenland/strafontslag-cor-baas-politie-wegens-lange-reeks-misstanden~a8f6d5c7/), (https://www.rtlnieuws.nl/nederland/artikel/240001/veel-misstanden-bij-inkoopmanagers-politie-blijkt-uit-geheim-rapport), (https://www.nrc.nl/nieuws/2019/03/05/oud-politiecommissaris-gedaagd-wegens-valsheid-in-geschrifte-en-witwassen-a3908037), (https://www.nu.nl/binnenland/4765437/amsterdamse-politiecommissaris-vervolgd-wegens-verduistering.html). Het gaat om omkoping, witwassen, corruptie, verduistering, lekken van informatie aan criminelen. Alle rangen doen er aan mee: aspirant-agenten, agenten, inspecteurs en commissarissen. De stoere mannen in astronautenpak die eerst trots met hun volledige naam in de krant stonden, worden nu alleen nog maar genoemd met hun initialen. Trotse dienders van een trots korps met een prachtige staat van dienst.

    De politie is ook niet heel tevreden over het eigen salaris en de pensioenmogelijkheden. Zij voeren daarvoor actie. Om meer loon af te dwingen hield de politie gevaarlijke langzaamaanacties op snelwegen. Toen dezelfde actie werd gekopieerd door Zwarte Piet-activisten volgden er aanhoudingen, rechtszaken en zeer pittige veroordelingen. De agenten kwamen er mee weg. Toen gewapende politieagenten het Haagse Binnenhof omsingelden voor meer loon, kwamen ook zij er mee weg. Dezelfde agenten sleepten een eenzaam Geel Hesje van de straat toen die zich enkele weken geleden daar vertoonde. De burger keek toe en dacht er het zijne van.

    De politie komt telkens in het nieuws om te smeken om nieuwe wetten te laten aannemen. Meer wetten, minder beroepsmogelijkheden, meer bevoegdheden voor de politie, etnisch profileren, organisaties verantwoordelijk stellen door ze te verbieden voor het gedrag van enkelen. Ondertussen komen politiechefs en agenten in de krant vanwege corruptie, te hoge salarissen die zij weigeren te laten aanpassen, lekken van informatie aan criminelen, mishandelingen soms met de dood tot gevolg, weigeren van opnemen van aangiftes (maar wel beweren dat er minder misdaad is omdat er minder aangiftes binnenkomen) en het uitvinden van het meest wazige onderzoeksterrein in de moderne misdaad ooit ‘ondermijning’. Ondermijning opent bijna elke deur en kan bijna elke burger in justitiële problemen brengen wanneer de politie de tijd daarvoor aangebroken vindt.

    En over Erik Akerboom gesproken. Hoe zit dat eigenlijk met zijn salaris? Is dat wel volgens de regels? ( https://www.rtlnieuws.nl/economie/artikel/100551/zo-omzeilde-het-kabinet-voor-korpschef-akerboom-het-salarisplafond) Hier uit blijkt dat Akerboom slim genoeg was om de wettelijke salarisregels voor ambtenaren te laten omzeilen. Maar hij komt daar gewoon mee weg. Veel van zijn collega’s streven hem zelfs nog voorbij. ( https://nos.nl/artikel/2165596-24-politiemensen-verdienen-meer-dan-minister-en-topman-akerboom.html ) Eigenlijk kan het niet. Eigenlijk mag het ook niet. Maar als politieman kom je er toch gewoon mee weg.

    Dus welke lijn wil meneer Akerboom nu doortrekken naar vandaag? Niet veroordelen? Nou, zwijgen doen we er niet over, maar wat heeft dat voor zin? Je mag het gewoon zeggen. Je mag gewoon benoemen dat er vele misstanden zijn bij de politie, maar er iets aan doen is een andere zaak? We laten het maar gewoon zo? Meneer Akerbooms salaris? Het salaris van zijn collega’s? De misstanden? De mishandelingen? De leugens? De doden? De nieuwe wetten? De nieuwe bevoegdheden? Het meten met 2 maten? Het handelen van een organisatie die altijd op zoek is naar ‘ondermijners’? Een paranoïde organisatie die voor zichzelf bijna onbeperkte bevoegdheden wenst? Wetten wil aanpassen zodat daders uit politiekring vrijuit gaan of in ieder geval niet meer onder het normale strafrecht vallen? Organisaties verbieden terwijl ze maar tegen een paar leden van zo’n organisatie bewijs van wetsovertreding kunnen vinden?

    Wij hadden al lang de link met de politie uit 1940-1945 verbroken. Maar juist Erik Akerboom rakelt dit opnieuw op. Akerboom vindt het noodzakelijk de meest afgrijselijke misdaden ooit waar zijn organisatie bij betrokken was door te trekken naar het heden. En een beetje schoon te wassen door te stellen dat er maar liefst 2 leden van die organisatie niet fout waren en stierven voor de goede zaak. Terwijl juist die mannen, die helden, tegenstanders waren van waar zijn organisatie voor stond. Hoe kun je zoiets beweren?

    Maar geen van de aanwezigen in de Nieuwe Kerk hield er een vieze smaak aan over. Niet de koning zelf, niet de premier of één van zijn ministers, niet de burgemeesteres van Amsterdam, niet één van de vele genodigde hoogwaardigheidsbekleders. Sterker nog, de volgende dag al twitterde de eigen organisatie van Akerboom tevreden de uitspraken van zijn hoogste baas het land in. Akerboom zelf ontving lovende woorden van mensen uit zijn organisatie voor zijn moed dit bespreekbaar te maken.

    De organisaties die hadden gecollaboreerd met de bezetter werden merendeels opgeheven na de oorlog. De leden werden vervolgd en verloren stemrecht, Nederlanderschap, of kregen gevangenisstraf. De politie bleef bestaan. Het kon niet anders. Wie anders wil dat soort werk doen? Er vond weliswaar een klein zuiveringetje plaats, maar dat gold hoofdzakelijk de politiemensen die lid waren geweest van de NSB. Dat was zichtbaar. De anderen mochten blijven. Tot in de jaren’80 waren agenten op leidinggevende posities binnen het korps die tijdens de oorlog Joden hadden laten deporteren. Dat is nog niet zo lang geleden. Er is dus niets gebeurd. De medeplichtigen aan moord mochten gewoon bij de politie blijven werken. Wat velen niet beseffen is dat de Nederlandse politie tijdens de oorlog deel uitmaakte van de SS. SS’er Rauter was niet alleen baas van de SS, maar was ook de leider van de Nederlandse politie. Na de oorlog werd de SS verboden en tot criminele organisatie verklaard.

    Dus wanneer ook wij die lijn van Akerboom eens doortrekken, zien wij een organisatie vandaag die zich identificeert met die organisatie van eergisteren. Een organisatie in 2019 die vindt dat het een band heeft met de misdadige moordenaars uit 1940-1945. Wat betekent dat dan? De politie-organisatie in 1940-1945 was zonder twijfel een criminele organisatie. En dan kunnen de leden van de organisatie van 2019 zich wel in geinige astronautenpakjes steken, maar wanneer ze zich verbonden voelen met het tuig van de richel uit 1940-1945 zijn ze niet veel beter. Vooral niet omdat ze vandaag weten wat men in de oorlog zelf niet altijd volledig overzag. En de uitspraken van meneer Akerboom geven niet veel fleur aan die feiten uit de oorlog. Integendeel. Het proberen slachtoffers te claimen die nota bene door zijn eigen organisatie zijn verraden, werden gezocht, opgepakt en geslachtofferd is zo enorm ver beneden peil, dat meneer Akerboom de politie-organisatie uit 1940-1945 daarmee groot plezier zou hebben gedaan. Het zodanig verdraaien van feiten is zo onbetamelijk voor een politieman dat daarmee de geloofwaardigheid van zijn hele organisatie op het oude peil terecht komt. Het peil uit 1940-1945. Want dat is de lijn die meneer Akerboom door wil trekken. Niet op een feestje. Nee, op onze, en dus ook mijn, Nationale Dodenherdenking!

    De positieve reacties van de kornuiten van meneer Akerboom geven veel voeding aan de gedachte dat we inderdaad met een zeer kwalijke organisatie te maken hebben. Blijkbaar is men er van overtuigd te werken voor dezelfde organisatie van 1940-1945. Een organisatie die zonder twijfel crimineel was en verboden had moeten worden en alle leden veroordeeld. De lijn doortrekken en positief beoordelen zonder kritiek geeft aan dat de organisatie van vandaag de organisatie van 1940-1945 is. Maar wel naar anderen wijzen! De gotspe!

     

     

     

    Het feestje dat niet doorging!

    Het is 4 juni 2016. De oplettende lezer beseft dat dat vorig jaar was. De Limburger kopt: ‘Het feestje dat niet doorging.’ In de inleiding van het artikel vervolgt de krant: ‘Een militaire onderscheiding als eerbetoon voor getoonde inzet. De uitreiking ervan aan zeven oud- Libanongangers in Heerlen deze week ging echter niet door. De burgemeester zegde het feestje af omdat een van de veteranen lid is van Satudarah.’

    Ja, wij hebben het destijds al gezegd. De burgemeester is Ralf Krewinkel. De tovenaarsleerling van de Kerkraadse burgemeester Jos Som. Jos Som, de meneer die een clubhuis van de Hells Angels sloot omdat dat beter was voor de horecazaak van zijn dochter die daarnaast zit op de nieuw ingerichte Markt in Kerkrade. Een Markt die onderdeel was van een groot project waarbij wij de vraag stelden of meneer Som daar financieel beter van was geworden.

    Maar dit terzijde. Meneer Krewinkel annuleert een ceremonie waarbij zeven veteranen, waarvan enkelen een PTSS hebben opgelopen door hun uitzending, een medaille uitgereikt zouden krijgen. Meneer Krewinkel heeft namelijk ontdekt dat één van die veteranen lid is van motorclub Satudarah. Ja, en dan ben je in de ogen van niet-militair Krewinkel geen veteraan meer en heb je ook geen recht op een medaille. En krijg je lekker ook geen hand van meneer Krewinkel.

    Meneer Krewinkel heeft dit soort maatregelen niet zelf bedacht. Nee, natuurlijk niet. Al in Den Haag verbood de burgemeester een andere motorclub om mee te rijden in het veteranendéfilé tijdens de Nationale Veteranendag. Dat gebeurde nu al drie maal. Meneer Van Aartsen bepaalt in het kader van de openbare orde wie er welkom is in zijn stad. En dat waren de Veterans MC dus niet. Ook niet tijdens het veteranendefilé. De nooit-militair Van Aartsen roept wel op 4 en 5 mei dat we onze vrijheid te danken hebben aan de offers van zovele militairen. Maar ja, dat tuig in je stad ontvangen en dan ook nog op de motor is natuurlijk wat anders.

    En zo zal ook meneer de burgemeester van Heerlen hebben gedacht. Dupont heeft zich verdiept in de affaire en ontdekte een aantal zaken. Zo is het dat het gaat om de Nobelprijs voor de Vrede die is uitgereikt aan de soldaten die VN-missies hebben uitgevoerd. Deze nobele onderscheiding werd al bijna 30 jaar geleden toegekend aan die VN-ers. Alleen vond de Nederlandse overheid het veel te omslachtig om de bijbehorende draaginsignes uit te reiken aan de individuele soldaten die de onderscheiding hadden verdiend. Dat heeft dus 30 jaar lang niet plaatsgevonden.

    Maar er is inmiddels het één en ander veranderd in soldatenland. Het volk moet blijven geloven in de nuttigheid van al die militaire missies en de soldaten zelf moeten gemotiveerd blijven. Zonder een beetje motivatie zouden ze zich anders misschien gaan afvragen wat een stel analfabete woestijnbewoners te maken heeft met onze nationale veiligheid. Dus probeert onze overheid zich te presenteren als een overheid die oké is. Er is dus een gezellige Nationale Veteranendag gekomen en die oude Nobelprijs wordt alsnog uitgereikt. En zo is het begonnen.

    Het Ministerie van Defensie weet niet wie de eigen veteranen zijn, daarom krijgen alleen mensen die in actieve dienst zijn én mensen die geregistreerd zijn bij het Veteranen Instituut in Doorn een brief thuis met het verzoek een formulier in te vullen waarmee de zeer geachte veteraan zijn medaille kan laten uitreiken. Dat kan op het gemeentehuis in de woonplaats van de zeer geachte veteraan en dat gebeurt dan door de burgemeester. Het kan ook op enkele lokaties in het ganse land waarbij hoge militairen de medaille uitreiken met militair ceremonieel. De veteranen die niet zijn geregistreerd door Defensie moeten zelf maar zien dat Defensie ontdekt dat zij veteraan zijn. De veteraan is verplicht nette kleding aan te trekken bij deelname aan de ceremonies.

    En over registratie gesproken. Leden van motorclubs worden overal geregistreerd. Dit om ervoor te zorgen dat zij bij bepaalde banken geen hypotheek meer kunnen krijgen, of een lening, hun horecavergunning wordt ingetrokken, of hun beveiligingspas, hun zaak kan worden dichtgetimmerd of om de lokale media wat negatieve roddels over ze te laten schrijven. De lezer ziet het, niets dan voordelen. Door de registratie kan tevens worden gezien dat de oud-soldaat die in aanmerking komt voor de Nobelprijs voor de Vrede, eigenlijk een lid is van een niet-verboden motorclub. Nou, en dan krijg je geen medaille. Dat scheelt waarschijnlijk enorm in de kosten.

    Wij maken nu even een klein zijstapje. Op 25 oktober 2016, alweer vorig jaar dus, berichtte de NOS dat het Ministerie van Justitie heeft besloten dat motorclubs Veterans en Black Sheep niet crimineel zijn. Op 4 januari 2017 bericht de Leeuwarder Courant dat de politie Noord-Nederland de motorclub Black Sheep nog steeds beschouwt als een OMG (Outlaw Motorcycle Gang). Ondanks het feit dat het Ministerie van Justitie twee motorclubs vrijpleit, geeft de politie aan daarmee niet akkoord te gaan. Al eerder verklaarde de Koninklijke Marechaussee dat er bij de Veterans MC geen strafbare feiten werden gesignaleerd. Maar ook daar was de politie het niet mee eens.

    De lezer van deze blog weet dat de politie veel in het nieuws komt. Dupont heeft daarover vaak gesproken. Zaken die dan zoal besproken worden lopen van twitterberichten waarin politiechefs de minister het zwijgen opleggen, mishandeling met de dood tot gevolg, valsheid in geschrifte in processen-verbaal en voortgangsrapportages, het omsingelen van het Binnenhof voor een hoger loon met dienstmaterieel en dienstwapens, het constant zeuren over meer middelen en bevoegdheden, corruptie en omkoping, het gebruik van het dienstwapen met zeer ernstige gevolgen, het bekritiseren van de democratische instituten van ons land, het bekritiseren van de rechterlijke macht, het naast zich neerleggen van uitspraken van de rechterlijke macht. Kortom, het lijkt of we in het Argentinië van Jorge Zorreguieta zijn. Je moet er toch niet aan denken dat zulke onbesuisde rabauwen een motorclub oprichten?

    In verschillende artikelen op onze blog schreef Dupont hoe er verschillende politiemotorbendes zijn in Nederland. De Marshalls, Lex Legio en de Blue Knights. Deze motorbendes zijn alleen maar voor politiemensen en oud-politiemensen. Als je het hart maar op de juiste plek hebt, zeg maar. Het is nog niet gebleken dat dergelijke politiemotorbendes ook maar iets door de daartoe bevoegde autoriteiten in de weg is gelegd. Dat is niet heel erg verwonderlijk. Immers wanneer het bevoegd gezag maatregelen neemt tegen een motorclub, is dat vrijwel altijd op advies van….de politie. Ja, wat dacht u dan?

    Motorclubs die in Nederland actief zijn, worden in speciale politiehandboeken over motorclubs vaak vergeleken met gebeurtenissen en incidenten met motorclubs in het buitenland, dan wel het zeer verre buitenland. Vrijwel altijd zijn deze gebeurtenissen jarenlang geleden. Zo wordt veelvuldig gerefereerd aan een strijd tussen Hells Angels en Bandidos in Scandinavië. Vergeten wordt te vermelden dat dit allemaal al meer dan 20 jaar geleden is en deze clubs inmiddels samen feesten organiseren en heel goed met elkaar omgaan. Ook incidenten tussen motorclubs in de Verenigde Staten worden veelvuldig genoemd om de motorclubs in Nederland in een slecht daglicht te stellen. Niet vermeld wordt dat ook in de Verenigde Staten Hells Angels en Bandidos vrede hebben gesloten en elkaar zelfs helpen bij ongevallen en pech.

    Wat ook niet wordt vermeld in de mooi uitgevoerde en o zo handige bikerhandboeken van de Nederlandse oom agent, is dat er natuurlijk in het buitenland wel uitzonderingen zijn op het gedrag van motorclubs. Zo is met name motorbende Iron Order berucht en regelmatig betrokken bij schietpartijen die soms zelfs dodelijk zijn. Iron Order MC bestaat hoofdzakelijk uit politieagenten en gevangeniscipiers die gewapend rondrijden op hun motorfietsen. Dupont heeft hierover vorig jaar al uitvoerig bericht in diverse blogs.

    Is het daarmee tijd om de Nederlandse politiemotorbendes met andere ogen te bezien? Motorbendes waar alleen mensen lid van mogen worden die politieagent zijn? Of zijn geweest? Politiemensen die zo enorm vaak genoemd worden bij zoveel strafbare feiten en incidenten? Kan iemand de mogelijkheid uitsluiten dat politieagenten die binnenvallen bij leden van motorclubs, of belast zijn met het verbieden van de toegang tot het veteranendefilé in Den Haag, of de complete inboedel bij No Surrender-voorman Henk Kuipers hebben vernield zelf onderwerp zijn van een onderzoek naar strafbaar handelen? Of lid zijn van een politiemotorbende als Blue Knights, Marshalls of Lex Legio? De lezer nodigen wij uit de blogs van Dupont op deze site over deze politiemotorbendes nog eens na te lezen. Onze beweringen zijn tot stand gekomen na veel onderzoek en goed onderbouwd. In Duitsland heeft een politiekorps dat nauw samenwerkt met de Nederlandse politie vorig jaar zelfs speciaal een motorclub, Schnelles Helles, opgericht bestaande uit potige agenten om daarmee de Hells Angels te provoceren. Dus wat gebeurt er in Nederland? Heeft de politie hier ook invloed binnen bepaalde clubs? Of beperken zij zich tot hun eigen politiemotorbendes?

    In ieder geval kunnen we na deze zijsprong terugkeren naar Heerlen, de uitreiking van medailles en nooit-militair Ralf Krewinkel. Want wat is namelijk het geval? Op 26, 27 en 28 mei viert politiemotorbende Blue Knights MC zijn twintigste verjaardag. Volgens de eigen website van de club: http://blueknightsnl2.nl/ Het zal de lezer niet zijn ontgaan dat het grote feest plaatsvindt in Heerlen. In Villa Eikhold om precies te zijn. Ook daar schreef Dupont al eerder over. En wie was nou ook alweer die burgemeester van Heerlen? Ja, Riding Ralf Krewinkel, helemaal goed. De politiemeneren van de motorbende zijn welkom in zijn stad. Meer dan welkom zelfs. Misschien vindt meneer Krewinkel het zelfs een grote eer. Het is zelfs niet uitgesloten dat meneer Krewinkel zelf aanwezig zal zijn op het feest van de motorbende.

    Nu zou je kunnen zeggen dat er niets aan de hand is, want net als alle andere feesten van motorclubs zijn er tijdens feesten nooit incidenten. Feesten en bijeenkomsten van motorclubs worden alleen maar verboden door geschrokken burgemeesters wanneer de politie adviseert dat er misschien onenigheid komt doordat vijandelijke clubs heel erg misschien ook op dat feest afkomen. Bij zulke vage vermoedens moet natuurlijk het zekere voor het onzekere worden genomen en het feest, ondanks hoge al gemaakte kosten, worden afgezegd. Voor ieders veiligheid.

    Het is dan ook alleen maar om het zekere voor het onzekere te nemen dat wij Riding Ralf Krewinkel alvast waarschuwen. Wij hebben namelijk net een bezoek gebracht op enkele Facebookpagina’s als ‘The Force’ en ‘Discriminatie van motorclubs’ en daar wordt al opgeroepen om dat feestje van de Blue Knights in Heerlen te gaan bezoeken. En het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn dat vage aanwijzingen door lanterfanters op Facebook of in expres gedane uitlatingen op getapte telefoons resulteren in een erg vijandige of zelfs gevaarlijke situatie op een groot feest. En al helemaal niet in Heerlen, want stel je voor dat er gevochten gaat worden, dan zijn er daarna veteranen en die zijn ook al niet welkom. En narigheid zou ook helemaal onnodig die politiemotorbende in diskrediet brengen. Dus Riding Ralf, u weet het. Villa Eikhold, Blue Knights en de maand mei. U weet wel die maand waarin we de veteranen herdenken en eren. Al is dat laatste woord voor u misschien heel moeilijk.

     

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Riding Ralf tegen motorbendes

    De vers benoemde burgemeester van de Limburgse gemeente Heerlen heeft zichzelf al meteen flink op de kaart gezet bleek onlangs. De Telegraaf berichtte daar op 10 maart 2016 het volgende zeer verontrustende nieuws over: ‘De gemeente Heerlen heeft ternauwernood de vestiging van een van de beruchte motorbendes in de Limburgse stad weten te voorkomen. Burgemeester Ralf Krewinkel stak hier de afgelopen tijd een stokje voor, blijkt uit onderzoek van De Telegraaf. Of het om outlawclub Hells Angels, Satudarah of Bandidos gaat, wordt geheim gehouden. De gemeenteraad werd over de verboden komst van de motorbende niet ingelicht, zeggen raadsleden.’

    De gemeenteraad werd niet ingelicht. Wel een beetje vreemd. Is er een addertje onder het gras?

    ‘Ik had signalen gekregen dat leden van een motorclub ergens bij elkaar kwamen om zich te gaan vestigen, daarom heb ik na onderzoek meteen een zogeheten stop-gesprek met de beheerder van dat pand gevoerd”, bevestigt Krewinkel, sinds eind augustus vorig jaar burgervader in Heerlen. ,,Verdere details ga ik niet geven over deze kwestie. Wij monitoren op dit moment voortdurend of er nog steeds dergelijke berichten vanuit de stad komen die betrekking hebben op de motorclubs. Die wil ik in Heerlen namelijk niet hebben.’

    De burgemeester heeft dus ‘signalen’ gekregen. En meteen die signalen omgezet in actie.

    ‘Krewinkel benadrukt dat hij ,,vanuit Den Haag te weinig handvaten krijgt” om te kunnen optreden in dit soort kwesties. Het bezoek van minister Ard van der Steur in mei vorig jaar aan het diepe zuiden van ons land om deze problematiek te bespreken is volgens hem niet afdoende geweest. ,,Ik en ook mijn collega’s hier in Zuid-Limburg moeten meer wettelijke maatregelen hebben om de motorbendes keihard te kunnen aanpakken.’

    Ronduit geweldig zo’n doortastende burgervader te hebben. Maar waarom verzwijgt hij tegen de democratische gemeenteraad welke club er is tegengehouden? Is het wel waar wat de burgervader roept? Wie is eigenlijk de burgemeester van dit Limburgse dorp?

    Ralf Karel Hubert Krewinkel werd in 1974 geboren in een ander Limburgs dorpje, Kerkrade. In deze gemeente was hij jarenlang gemeenteraadslid en zelfs vijf jaar wethouder. Wethouder in Kerkrade? Dat is toch die gemeente waar burgemeester Jos Som zijn sceptertje zwaait? Die man waarvan wij ons afvragen hoeveel geld hij heeft verdient met de ontwikkeling van zijn prestigieuze stadscentrum? Een prestigeproject waar namen bij genoemd worden als Piet van Pol en Joep Jansen? De burgemeester die ook al bij tal van andere een beetje kromme zaken werd genoemd? Dupont schreef er regelmatig over. Daarvan moet Ralf Karel Hubert Krewinkel toch meer geweten hebben? Of was Jos Som destijds net zo zwijgzaam naar zijn wethouders als Krewinkel nu naar zijn gemeenteraad?

    Feit is dat de oude mentor van Krewinkel zijn sporen heeft verdient in de hevige strijd tegen de ‘motorbendes’. Hij werd naar eigen zeggen bedreigd door ‘motorjasjes’ na de sluiting van een horecapand dat in gebruik was als clubhuis van de Hells Angels. Ook hier wist Dupont een en ander danig te relativeren. De vraag is dus of er in Heerlen werkelijk iets aan de hand was. Of is.

    Want wat wil het geval? In Heerlen wordt al enige jaren achtereen een feest gevierd van een motorbende. Dat feest vindt plaats in Huis Eikhold. En er heeft nog nooit een haan naar gekraaid. Ook Ralf Karel Hubert Krewinkel niet. Zelfs hij niet. En dat is zeer opmerkelijk daar deze motorbende een danige reputatie heeft opgebouwd. Soms staan de leden langs de kant van de weg en houden mensen aan. ‘Betalen jij!’ Nog onlangs werd door de leden van de bende het Haagse Binnenhof omsingeld. De motorclubleden wilden namelijk meer loon van hun baas. En weet je wat? Het werkte. Ze kregen 5% meer loon en duizend euro. Dat gaat je niet snel lukken wanneer je alleen op je baas af stapt voor een hoger loontje.

    De motorbende in kwestie is MC Blue Knights. Ja, en lacht u er maar om, maar alle leden van deze motorbende zijn politiemeneren. Dat moet, anders mag je geen lid worden. Om zich van de sterveling te onderscheiden gaan deze heren gekleed in een motorjasje (Ojee, meneer Som!). Regels en onderscheidingstekenen van deze motorbende zijn rechtstreeks afkomstig (of gepikt) van motorclubs als Hells Angels. Die waren hét grote voorbeeld blijkbaar. Kreten als ‘broederschap’, ‘treasurer’, ‘president’,’secretary’, ‘vice-president’, zijn hiervan enige bewijzen. Naast natuurlijk een logo op de rug. De onwetende zou maar zo denken dat de heren ‘onepercenters’ zijn. Op een foto is te zien hoe één van de leden onder zijn motorjasje een setje handboeien aan zijn riem draagt. En dat is niet zo mooi.

    De Telegraaf gaat verder: ‘Naast Heerlen en Oirsbeek kwamen in Zuid-Limburg eerder Sittard-Geleen, Echt-Susteren en Kerkrade in het nieuws vanwege ontwikkelingen rondom motorbendes. In laatstgenoemde stad ontstond een hoop onrust toen de Hells Angels zich wilden vestigen in een voormalig horecapand, eigendom van de van vastgoedfraude verdachte huisjesmelker Joep J., aan de Markt. Burgemeester Jos Som besloot uiteindelijk om dit pand dicht te gooien.’

    Ja, Kerkrade noemden wij al. En over Sittard willen wij ook wel iets zeggen. Daar zit namelijk één van de hoofdkwartieren van de Blue Knights MC. In de Gulicksestraat wanneer u het niet gelooft. Al sinds 1998 en geen haan die er naar kraait. Hoe zit dat met die vergunningen?

    Maar moeten wij dit de kersverse burgemeester van een Limburgs dorpje kwalijk nemen? Per slot is hij een minderheid in zijn eigen college. In een gemeenteraad waar de SP maar liefst 11 zetels heeft en de PvdA maar 2, kan een PvdA-burgemeester maar beter voorzichtig zijn. Af en toe iets roepen tegen motorbendes kan hem daarbij helpen.

     

    Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat

    Een prachtig verhaal over een politieman en hoe het gaat met vrijheid wanneer je eventjes niet goed oplet.

    De politieman is commissaris Bouman. Dat is er niet zomaar één. Commissaris Bouman is de grote baas van de Nederlandse politie. De allerhoogste chef. Vlak onder de minister van Justitie en Veiligheid. In een rechtsstaat is het zo geregeld dat de minister, als vertegenwoordiger des volks, de verantwoording heeft over het politieapparaat. Hij is dus de baas en hij is verantwoording schuldig aan het parlement. We zullen dus uitleggen wat een rechtsstaat eigenlijk is. Wikipedia zegt het volgende hierover:

    ‘Een rechtsstaat is een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten. De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderen. In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door wetten. Onafhankelijke rechters kunnen bij een conflict oordelen en worden geacht de wetten te volgen. Een rechter kan bij overtredingen sancties opleggen die wettelijk geregeld zijn. Als de rechters in een staat niet onafhankelijk zijn, mag die staat geen rechtsstaat genoemd worden.’

    De minister is de baas en de politie niet. De politie heeft voor goed functioneren natuurlijk zijn eigen hierarchie en een eigen baas. Maar die baas staat onder de minister en ook onder de wet. Er zijn wetten die de basis zijn voor het functioneren van de staat. Wanneer het omgekeerd zou zijn is er sprake van een politiestaat. Wikipedia zegt over de politiestaat het volgende:

    ‘Onder een politiestaat verstaat men een staat waar de sociale, economische en politieke macht door de leiders gehandhaafd wordt met behulp van (geheime) politie. Deze politie heeft in dit soort staten meer bevoegdheden dan gebruikelijk is in een liberale democratie. Politiestaten in de strikte betekenis van het woord worden meestal gekenmerkt door totalitarisme en een sterke sociale controle.

    Onder druk van een interne of externe bedreiging van de staatsveiligheid, al dan niet openlijk of bedekt gepromoot door media en overheden, bestaat het gevaar dat wetten doorgevoerd worden die burgerrechten inperken en stapsgewijs in de richting van een politiestaat leiden. Dikwijls wordt deze ‘bedreiging van de staatsveiligheid’ in scène gezet door degene die zich vervolgens als dictator ontpopt. Voorbeeld is nazi-Duitsland. Adolf Hitler kwam via verkiezingen op democratische wijze aan de macht. Vervolgens wist hij na de Rijksdagbrand, die hoogstwaarschijnlijk door de nazi’s zelf is voorbereid, grote bevoegdheden naar zich toe te trekken (uitroepen van de noodtoestand, etc) om ‘de orde te handhaven’. Met deze, in theorie tijdelijke, ‘ordehandhavingswetten’ schakelde hij in snel tempo alle politieke tegenstanders uit, werd de noodtoestand permanent, en werd het hele land aan zijn wil ondergeschikt gemaakt. Een recent voorbeeld van inperking van burgerrechten gebeurde na de aanslagen op 1 september 2011 in de VS. Ook hier werden sommige burgerrechten (in theorie tijdelijk) ingeperkt zoals het absolute recht op privacy. De regering Bush gaf aan dat dit in het kader was van de strijd tegen terrorisme en tegen drugs.’

    Is Nederland nu het één of het ander? Is Nederland een rechtsstaat, zoals de mensen denken, of is Nederland een politiestaat?

    Wij geven wat voorbeelden om de lezer aan het denken te zetten. In De Telegraaf van 4 maart 2015 zegt commissaris Bouman: ‘Er is een wetswijziging nodig om ervoor te zorgen dat agenten die noodgedwongen hun dienstwapen hebben moeten gebruiken, niet meer in hetzelfde juridische hokje terechtkomen als een burger of een crimineel.’ Dat zegt Bouman dus ruimschoots voor de dood van Mitch Henriques en de schietende agent uit Kerkrade.

    Het blijft daar niet bij. Op 17 juli 2015 bericht 1limburg.nl het volgende: ‘De politieagent uit Kerkrade die vrijdag veroordeeld werd tot twee jaar cel krijgt massaal steun van zijn collega’s. Ze zijn het oneens met de uitspraak. Ook de nationale politie heeft geen goed woord over voor het vonnis. In een persbericht stelt de organisatie ‘verbijsterd’ te zijn door de veroordeling van de agent. “Ik ben vreselijk teleurgesteld in het vonnis van de rechtbank”, reageert korpschef Gerard Bouman van de nationale politie. Hij heeft contact gehad met Gery Veldhuis, de chef van de eenheid Limburg. “Ik heb hem aangegeven dat deze collega alle steun van onze organisatie kan verwachten die hij nodig heeft”, zegt Bouman. “Wat mij betreft staat vast dat we dit vonnis gaan aanvechten tot aan de allerhoogste instantie.” ‘

    Korpschef Bouman, die ondergeschikte van de minister en daarmee dus onderworpen aan de rechtsstaat komt met twee zaken. Belangrijke zaken. Ten eerste wil hij de wet veranderen om schietende agenten niet zo snel te laten vervolgen. Ten tweede geeft hij aan de schietende en door de onafhankelijke rechter veroordeelde agent te steunen. De rechter veroordeelt de man dus en daarmee heeft die agent een strafblad. Hij is nu dus crimineel. Volgens de rechter. Maar niet volgens meneer Bouman. Wat ook al te denken geeft is de ‘massale steun’ van collega’s voor de veroordeelde agent. Die denken dus blijkbaar net over schieten als korpschef Bouman. Zeer opmerkelijk. En verontrustend.

    Maar wij gaan verder. De directe chef van de politieagent uit Kerkrade heeft aangegeven de politieagent niet te schorsen. Afgewacht wordt het hoger beroep. Ook de korpsbeheerder van het politiekorps in Kerkrade onderneemt geen actie tegen de veroordeelde schutter. Wie is nu deze korpsbeheerder? De korpsbeheerder is burgemeester Jos Som. Zeg maar de grote man achter de strijd tegen ‘motorbendes’. De ‘papa’ ook van Suze Som die volgens hem ernstig is bedreigd door Hells Angels. De man ook die het vakantiehuiske van Piet van Pol bezocht in Frankrijk. Piet van Pol de van corruptie verdachte vastgoedontwikkelaar die banden heeft met VolkerWessels en de veroordeelde Roermondse ex-VVD’er Jos van Rey.

    Wij gaan nu ietsje terug en komen terecht bij de Spaanse politieman luitenant-kolonel Antonio Molino Tejero die op 23 februari 1981 het Spaanse parlement binnendrong met zijn kornuiten, in de lucht schoot en riep: ‘Todos al suelo, y conho!’ Meneer Molino Tejero wist het beter dan de rechters en de parlementariërs.

    Waarom doet dat ons denken aan politievakbondsleider Gerrit van de Kamp? De wet moet veranderd worden om motorbendes te kunnen verbieden, zo vond deze man, die er zijn hand niet voor omdraait zijn mannetjes het Binnenhof te laten omsingelen. Met politiematerieel en wapens. Dezelfde Gerrit van de Kamp die zijn vriendin opdrong aan de Nationale Politie voor een goedbetaalde baan en zijn steun voor de vorming van de Nationale Politie opzegde toen zijn vriendin werd ontslagen.

    De hoogste politiebaas wil de wet veranderen en uit openlijk kritiek op een beslissing van een onafhankelijke rechter en de baas van de grootste politievakbond steunt hem door ook wetten te willen laten veranderen. ‘De politie is de baas op straat!’, hoorde je vroeger vaak roepen door agenten. Op straat of in de staat? Vanuit de politieorganisatie zelf horen wij nog geen tegengeluiden.

    In het Wikipedia-artikel over de politiestaat staat ook het volgende: ‘Onder druk van een interne of externe bedreiging van de staatsveiligheid, al dan niet openlijk of bedekt gepromoot door media en overheden, bestaat het gevaar dat wetten doorgevoerd worden die burgerrechten inperken en stapsgewijs in de richting van een politiestaat leiden.’

    Ook hier zien wij gelijkenissen met Nederland. Er wordt een vijandbeeld gecreeërd. Als externe bedreiging zou je kunnen zien de jihadstrijders in Irak en Syrië, die na terugkomst een interne bedreiging gaan vormen. Als interne bedreiging kun je ook de ‘motorbendes’ zien. Het is dan ook niet zozeer de rechtsstaat zelf die zich daarover zorgen maakt, maar het is de politie zelf die stemming maakt. Het is de politie die via de media en hun adviserende taak naar overheden toe bepaalt dat ‘motorbendes’ een groot gevaar zijn.

    Om deze strategie van maatschappelijke onrust een gezicht te geven, worden leden van motorclubs met naam en club genoemd door de politie aan de media. Het zogenaamde ‘name and shame’- beleid. De politie heeft dus een aantal mensen bij de media die daarvoor openstaan om het maar zachtjes uit te drukken. Deze mensen die openstaan zijn vaak zelfbenoemde ‘misdaadspecialisten’, zoals Robert Bas van de NOS die riep dat je welhaast crimineel moet zijn om het lidmaatschap van een motorclub te kunnen betalen en dat een Harley Davidson 60.000 á 70.000 euro kost. Of een Gerlof Leistra van Elsevier die niet alleen politie-informatie naar buiten brengt maar ook de politie ondersteunt in de wens tot het veranderen van wetten. Zo schrijft Leistra over de schietende politieman uit Kerkrade in Elsevier: ‘De verontwaardiging is terecht groot. Het valt niet goed uit te leggen dat een agent die tijdens de uitoefening van zijn soms levensgevaarlijke beroep een ernstige inschattingsfout maakt, dezelfde behandeling krijgt als de eerste de beste crimineel. Meer begrip was op zijn plaats geweest.’

    Heeft het effect, die artikelen in de pers? Volgens D66’er Gerard Schouw wel degelijk. Op 2 juli zegt hij: ‘Gerard Schouw van D66 heeft donderdag met een waarschuwing afscheid genomen van de Tweede Kamer. Hij was een kwart eeuw lang te vinden op het Binnenhof, onder meer als lid van de Eerste en later van de Tweede Kamer. ,,De overstap naar de Tweede Kamer was best wennen. In plaats van een stroom wetsvoorstellen dicteert de kop in de krant en het oog van de camera het ritme van de dag”, schreef hij in zijn afscheidsbrief. ,,Het is geen groot geheim dat de aandacht voor actuele politieke incidenten en de lange termijn onderwerpen zo af en toe wat uit balans raakt. Dat is een reëel risico voor de democratische werking van onze huidige parlementaire democratie. Daardoor gaan dingen mis. Meebewegen of juist tegenwicht bieden, dat is de vraag waar de Kamer wel wat vaker bij stil mag staan”, aldus Schouw.’

    Het heeft dus wel degelijk effect. De kop in de krant dicteert het ritme van de dag in de Tweede Kamer. Volgens iemand die het kan weten na 25 jaar politiek. En de koppen uit die krant zijn afkomstig van de politie. Dezelfde politie die wetten wil veranderen en mensen en clubs aanwijst als vijand. En daar dus de media voor misbruikt. Met ‘name and shame’. Maar ook met ‘voortgangsrapportages’. Wij hebben al gezien in eerdere blogs van Dupont op ‘Justitie en Veiligheid’ dat de politie niet schroomt valse informatie in die rapportages te stoppen. De raketwerpers van de Bandidos MC bijvoorbeeld. Wij zeiden al dat die niet van de Bandidos waren. Commissaris Piem Miltenburg, net als Gerard Bouman een geduchte hardliner, zei al dat het niet helemaal zeker was. Maar een dag later stond het wel als vaststaand feit in de voortgangsrapportage van juni. De advocaat van de Bandidos kwam vorige week in het nieuws met hetzelfde verhaal. De wapens werden niet eens in de dagvaarding vermeld, maar wel werden de Bandidos nog even vastgehouden voor nader onderzoek. Zo komen die wapens nog eens goed van pas.

    De advocaat van de Bandidos MC onthulde nog een andere taktiek. Zo stuurden Limburgse burgemeesters brieven naar horeca-gelegenheden om te waarschuwen dat de vergunningen zouden worden ingetrokken van horecazaken die Bandidos toelieten in hun zaak. Dat is heel opmerkelijk. Welk wetsartikel wordt daarbij gebruikt?

    Al jaren gaan verhalen in de motorclubwereld dat de politie stiekeme acties uitvoert om motorclubs of leden daarvan te benadelen. Zo worden horeca-ondernemers niet alleen bedreigd om MC’s buiten de deur te houden, ze worden ook bezocht om informatie over bezoekers los te peuteren. Ze worden bang gemaakt met de vraag of ze worden afgeperst, of rekeningen wel netjes worden betaald. Werkgevers van motorclubleden worden benaderd en bang gemaakt. Zakenpartners van motorclubleden die een eigen zaak hebben worden door de politie ‘gewaarschuwd’. Buren van clubhuizen worden benaderd en om informatie gevraagd of om aangifte te doen van welke vorm van overlast dan ook. Gemeentelijke overheden worden ‘ingelicht’ door de politie, die een unieke informatiepositie heeft, en vervolgens worden evenementen niet toegestaan of verboden terwijl ze al in een vergevorderd stadium verkeren, clubhuizen worden gesloten door informatie van de politie. De politie is opzichtig aanwezig bij bruiloften, familiefeesten waar ook motorclubleden bij aanwezig zijn en probeert soms verhuurders van feestzalen bang te maken hun zaal niet te verhuren, omdat er ook een paar leden van een motorclub komen.

    De vraag is hoe deze politie-acties zich verhouden tot de wet. De wet, basis van de rechtsstaat. Een wet die ondergeschikt is alleen in een politiestaat.

    Vaak is te horen hoe bestuurders of politiemensen in de media verklaren dat motorclubs leden die zich misdragen of de wet overtreden uit de club moeten gooien. Motorclubs doen dat al lang. Maar uit bovenstaande blijkt dat het bij de politie andersom is. De politieman die de wet overtreedt met, potentieel, dodelijk geweld, wordt niet zomaar ontslagen. Neen, men gaat er alles aan doen hem binnenboord te houden en betaalt soms zelfs zijn boetes.

    Zijn leden van motorclubs de laatste Robin Hoods? Zijn zij een soort vrijheidsstrijders? Nee, dat zijn zij niet. Maar meneren als commissaris Bouman of commissaris Miltenburg zijn het zeker ook niet. Wanneer wij onze vrijheid in stand willen houden, wanneer wij niet willen dat wij door onze eigen landgenoten worden bezet, wanneer wij niet willen dat ons land een politiestaat wordt, of blijft, dan zullen wij veel kritischer moeten zijn naar degenen toe die onze vrijheden afnemen. Elke dag een stukje. Elke dag een beetje. Elke dag iets. Want wanneer het te laat is, is het te laat.

    Die wet past ons allemaal!

    De grote breedgeschouderde man met het dikke hoofd zag er uit alsof hij het niet lang zou volhouden om achter een inbrekertje aan te hollen. Hij schudde mismoedig het hoofd toen hij verklaarde dat de Nederlandse wet veranderd moest worden om motorbendes te kunnen verbieden. De man was ACP-politievakbondsvoorzitter Gerrit van de Kamp. Motorbendes? Er zijn toch nog helemaal geen motorclubs verboden in Nederland, of schuldig bevonden aan strafbare feiten? Waarom dan niet de term ‘motorclub’ gebruiken? Maar goed we gaan verder met ons mooie verhaal.

    Gerrit had het erg druk gehad met zijn politievakbond. De politieagenten in Nederland wilden meer salaris hebben en de minister vond dat onverantwoord. ‘Wij zijn toch de baas op straat?’, dacht de vakbondsvoorzitter, die na jarenlang in het blauwe pak te hebben gelopen om het volk te dienen, van tegenspraak niet was gediend. Er werden dus tal van acties aangekondigd. Hoewel de rechter een aantal acties verbood, reden de mannen van Gerrit toch met hun dienstwagens, gekleed in hun door de staat verstrekte macho-overalletjes compleet met modieus petje naar het Haagse Binnenhof. Met dienstpistolen aan hun heup bungelend werd het Binnenhof omsingeld. Dat Binnenhof is eigenlijk het symbool van de Nederlandse democratie, maar omdat de politieagenten zelf vinden dat zij de baas zijn op straat werd daar om geschamperd. ‘Democratie? Eerst eens even meer loon!’ Naar goed Zuidamerikaans gebruik werd de hele boel afgezet en geblokkeerd. Maar goed dat een aantal Nederlandse agenten onlangs nog een opfriscursus had gevolgd in Suriname. ‘Wat Bouterse kan, kunnen wij ook!’, zullen de heren en vrouwtjes gedacht hebben. Hoewel de minister helemaal niet onder de indruk bleek, wat een wereldvreemde man toch, dachten de agenten, werden er ook hardere acties aangekondigd. Het tijdelijk sluiten bijvoorbeeld van politiebureau’s, zodat de mensen geen aangifte meer konden doen. Enige jaren geleden bracht de VARA een tv-programma waarop binnen een week meer dan 1000 mensen reageerden waarvan de politie had geweigerd de aangifte op te nemen, dus of die harde acties veel effect hebben?

    Maar goed, toen gingen de agenten dus voor zichzelf denken, hoewel men daar al op de politie-academie voor had gewaarschuwd. ‘Niet doen!’, had men daar onderwezen. ‘Houd je alleen bezig met haalbare doelen!’ En zo kon het dus geschieden dat Gerrit van de Kamp bedacht dat wanneer hij heel intelligent zou overkomen de minister heel erg misschien wel een duit extra in zijn loonzakje wilde storten. Gerrit bedacht dus een list. En zo gebeurde het dus dat Gerrit op een lichtbewolkte dag verklaarde dat hij een wetboek had gelezen waarin niet stond dat motorbendes verboden konden worden.

    ‘In Duitsland is het bijna onmogelijk om motorgangs te hebben!’, zei Gerrit ook nog. Hij had het zo druk gehad met het omsingelen van het Binnenhof en het lezen van het wetboek, dat hij niet wist dat Duitsland juist het land bij uitstek was voor motorclubs. Het land wemelt letterlijk van de clubs. Roadbreakers, Stahlpakt of Rednecks, in Nederland totaal onbekende clubs, rijden rond met vele honderden leden. Maar ja, kennis kan in de weg zitten, zal Gerrit hebben gedacht en je kunt altijd nog zeggen dat je wel degelijk onderscheid maakt tussen gangs en clubs wanneer dat zo uitkomt.

    Het werd dus tijd eens te kijken wie Gerrit precies is. Op leugens.nl was de volgende informatie te vinden over Gerrit van de Kamp: ‘De voorzitter van de grootste politievakbond ACP heeft zijn vriendin Marloes Smit aan een baan geholpen bij een onderzoek naar de Nationale Politie, onder verantwoording van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

    Bij zijn eerste grote verhaal voor NRC Handelsblad na vertrek bij de Volkskrant legt Merijn Rengers koelbloedig bloot hoe het ministerie dat waakt over ons gedrag zelf laakbaar gedrag tot in de hoogste regionen tentoonspreidt.

    Het departement kocht de steun van de bond door de vriendin te laten werken aan Cultuurmonitor Nationale Politie. Pleitbezorger van dit grootschalige onderzoek naar politiecultuur was Gerrit van de Kamp zelf. Zijn vriendinnetje ging onderzoeken en er een proefschrift over schrijven.’

    Onheilspellend nieuws! De politiemeneer in het nette pak, waar hij bijna uitpuilt, heeft een vriendin. Hoewel de rest van het bericht ook wel wat beven overlaat. Meer loon eisen, het Binnenhof omsingelen, harde acties aankondigen, en dat allemaal voor een paar rotcenten, en dan ook nog eens flink aan vriendjespolitiek doen.

    Maar, zoals vaker, er is nog meer aan de politiehand. Zo zijn er namelijk niet alleen motorclubs van gewone mensen, maar er zijn zelfs motorclubs speciaal voor politieagentjes. De club heet Lex Legio MC en is internationaal. Een reactie op Crimesite Camilleri zei het volgende over deze club: ‘Lidmaatschap is voorbehouden aan mannen die de wet dienen of gediend hebben, arrestatie bevoegdheid hebben of ooit hebben gehad. Lex Legio MC is een democratische club, elk chapter is autonoom. Lex Legio MC word bestuurd door de leden en voor de leden. Niemand zal alleen heersen over Lex Legio MC. Hoewel elk chapter autonoom is ligt er een basis van regels die de fundering vormen van Lex Legio MC. Deze MC protocollen zorgen ervoor dat leden van Lex Legio MC zich gedragen zoals verwacht mag worden van een wetsdienaar. Wij hebben door de leden gekozen officieren die zich bezighouden met de dagelijkse gang van zaken. Hoewel wij vriendschappen met andere clubs waarderen bestaan wij voornamelijk voor onszelf. Door loyaliteit, eer en respect vinden wij de kracht en broederschap die wij soms missen in de hedendaagse overheidsorganen. Wij hanteren onze eigen normen en waarden, wij volgen ons eigen pad. Lex Legio MC is gevormd als een traditionele motorclub.’

    Dat is mooi, hè? ‘Wij hanteren onze eigen normen en waarden, wij volgen ons eigen pad.’ Ja, die politieagenten zijn nou eenmaal de baas op straat. Ze doen dus wat ze willen. Ze bezetten of omsingelen gewoon het Binnenhof om meer loon af te dwingen. En nu hebben ze ook nog eens een traditionele motorclub. Het idee van de organisatie en de inrichting van traditionele motorclubs is afgekeken van de Hells Angels, die vanuit Californië het model over de wereld verspreidden van broederschap en gedragscodes. Oprichter Sonny Barger werd ooit geconfronteerd door een politiechef tijdens een recruteringscampagne die was opgezet om jonge Amerikanen uit achterbuurten te werven voor de politie. ‘My gang is the largest!’, zei de politiechef tegen Barger. ‘We are not a gang, we are a club!’, antwoordde Barger. En zo is het maar net.

    Wanneer je uitgeluld bent, dan wel door stomheid geslagen of met de mond vol tanden staat, of met het schaamrood op je kaken, of door je eigen tunnelvisie rechtdoor rijdt in een bocht, kun je altijd nog de mensen op wie je jaloers bent verbieden. Gewoon even de wet aanpassen. ‘Die wet past ons allemaal!’

    Wat overblijft zijn vragen. Hoe zit dat bijvoorbeeld met de positie van Gerrit van de Kamp bij de ACP? Uiteindelijk heeft hij wel erg gebruik gemaakt van zijn functie. Of hoe zit dat met die acties van de politie en de politievakbond? Zijn dat legale acties? Het omsingelen van het Binnenhof lijkt meer op muiterij! Hoe zit dat verder met die Lex Legio MC? Hebben die een clubhuis in Leeuwarden? Hoe zitten ze met hun vergunningen? Brandveiligheid? Horecavergunning? Bestemmingsplan? Worden die agenten, die op de foto staan met opgestoken middelvingers, net als echte bikers, ook telkens gecontroleerd wanneer zij over de openbare weg rijden? Komen ook zij terecht in een niet-aangemelde databank? Worden zij vervolgens ook niet op de hoogte gesteld, schriftelijk!, van het feit dat zij zijn opgenomen in die databank? Worden hun gegevens ook opgeslagen in de Gemeentelijke Basisadministratie? Wordt ook alles even doorgespeeld naar de wijkagent? En niet te vergeten de belastingdienst? Zoals bij de echte bikers? We weten het niet, maar zullen het te weten komen. Lex Legio? Nulli Cedo!