• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Een jaar speekseltest: mensen het leven zuur maken

    De speekseltest drugs in het verkeer is ruim een jaar geleden ingevoerd. Het Openbaar Ministerie wijdde hier een persbericht aan, dat breed werd overgenomen door de media. Met de test en de onderliggende wet is van alles mis, en een groot mankement is dat een aantal stoffen bij elkaar is geveegd onder de noemer drugs, die wat betreft uitwerking heel verschillend zijn. Maar onder de leus ‘Drugs in het verkeer, dat moet je niet willen’ zijn er nu mensen strafbaar die wel of niet onder invloed zijn en misschien wel of misschien niet goed een voertuig kunnen besturen.

    (bron: NOS)

    Op 7 seconden: ‘…Dat ligt heel anders als het gaat om drugs’ zegt Rob Trip. Dat blijkt nergens uit. Er zouden in een jaar 1250 personen onder invloed van ‘drugs’ in het verkeer zijn aangetroffen. Dat zijn dan drugs, zonder alcohol. In 2016 werden in Nederland 26.296 mensen onder invloed van alcohol gesnapt. Dat is meer dan twintig keer zoveel.Het OM heeft daar geen actuelere cijfers over. Waarom eigenlijk niet? Deze cijfers van 2016 kwamen pas na een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur te voorschijn. Opvallend is dat maar 100 van die 1250 drugs met alcohol had gecombineerd. De kop had ook kunnen zijn: drugsgebruikers willen niet dood.

    Op 9 seconden: ‘Sinds een jaar is er daarom een speekseltest die laat zien of iemand onder invloed van ‘drugs’ is.’ Nee, die speekseltest is er niet omdat drugsgebruikers nonchalant en roekeloos verkeersgedrag vertonen, maar omdat het College van Procureurs Generaal drugs in het verkeer ‘onwenselijk’ vindt en de toenmalige Raad van Korpschefs had gelezen dat in Australië in een bepaald gebied verkeersslachtoffers sporen van psychotrope drugs in het bloed hadden. En verder speelde het verlangen bij sommigen om drugsgebruikers het leven zuur te maken. En er is de industrie die de testen verkoopt.

    Op 1 minuut 2: B. had THC en cocaïne in zijn bloed. Gezien de lage grenswaarden voor gecombineerd drugsgebruik zegt dit niets over de rijvaardigheid van B.

    Op 1 minuut 58: De rechter maakt bezwaar tegen de strafeis van het OM die geen rekening houdt met het effect van de gebruikte ‘drugs’.

    Op 2 minuut 6: Officier van Justitie Achilles Damen geeft het toe: Er is geen wetenschappelijk bewijs dat een samenhang tussen hoeveelheid gebruikte stof en verkeersveiligheid aantoont.

    Waar bij alcohol na jaren procederen de ‘prijs van de promieltjes’ is vastgesteld en de straf gelijk oploopt met de dronkenschap, zien we hier dat iedereen die positief test ‘onder invloed is’. En straf krijgt als iemand die meermalen of stomdronken tegen de lamp is gelopen.

    Wat in het Journaal-item niet werd verteld is dat twee van de veroordeelden werden ontslagen en door het verlies van hun rijbewijs ander werk moesten gaan doen. En dan is er waarschijnlijk ook nog een melding bij het CBR gedaan, waardoor ze nog langer het rijbewijs kwijtraken en duizenden euro voor onderzoek en verplichte cursus. Zonder dat bekend is of de verkeersveiligheid ooit in gevaar is geweest.

    De enige drug die echt gevaarlijk in het verkeer is, is alcohol. Maar alcoholcontroles zijn er steeds minder, want de politie is bezig met terrorisme en de screening van migranten. Het gebruik van drugs is in Nederland niet verboden. Via de speekseltest wordt geprobeerd om toch straffen uit te delen aan mensen omdat ze ‘drugs’ hebben gebruikt. Het is te hopen dat rechters de onredelijkheid van deze praktijk gaan inzien en werkelijk recht gaan spreken.

    Voorlichting of oplichting?

    Wie de term Hells Angels heeft gegoogelt deze week zal het opgevallen zijn dat er vooral twee berichten uitsprongen. Ten eerste een grote begrafenis in IJmuiden waar een paar duizend Hells Angels op afkwamen. Ten tweede een grote politie-operatie tegen de club in Duitsland waaraan 700 politie-agenten deelnamen.

    Over de begrafenis in IJmuiden is niets slechts te melden. Iedereen lijkt het erover eens dat het voor velen een enorme belevenis is geweest erbij te zijn of getuige te zijn geweest. Er zijn geen negatieve berichten te vinden en ook geen negatieve reacties van het publiek.

    De politie-operatie in Duitsland ligt iets anders. De Westdeutsche Zeitung van 22 oktober 2017 is kritisch over de operatie. ‘700 Polizisten durchsuchen 50 Wohnungen von potenziellen Schwerverbrechern und es kommt zu keiner Verhaftung. Sogar Spezialeinsatzkommandos müssen der Polizei beistehen, da einige Rockerpersönlichkeiten zu gefährlich sind, wie die Essener Polizei mitteilt. Und Herbert Reul (de minister van binnenlandse zaken van deelstaat Noordrijn-Westfalen-opmerking van Dupont)sagt selbst: „Die Mitglieder sind nachweislich kriminell”, ihr Alltag bestehe aus Gewalt, Waffen, Drogen und Zwangsprostitution. Und keiner wird verhaftet?’

    Minister Reul lichtte nog toe: Der Rechtsstaat nimmt nicht hin, dass Parallelgesellschaften wuchern, in denen seine Autorität und das Gewaltmonopol missachtet werden”, erklärte der Innenminister Nordrhein-Westfalens Herbert Reul (CDU) laut Mitteilung. Deshalb sei das Verbot ein wichtiges Signal. „Die Mitglieder des Vereins sind nachweislich kriminell. Ihr Alltag besteht aus Gewalt, Waffen, Drogen und Zwangsprostitution”, so Reul weiter. Das Verbot sei Bestandteil einer Null-Toleranz-Strategie der neuen Landesregierung gegen kriminelle Rockerbanden. (Bild 18-10-2017)’

    Dit laatste werd door bijna alle Nederlandse media overgenomen. Bijna letterlijk. De Hells Angels respecteren het geweldsmonopolie van de staat niet en ze zijn bijna allemaal crimineel. Goed nieuws om ook het Nederlands publiek mee te indoctrineren. Omdat er mogelijk explosieven konden liggen en sommige leden van de motorclub door de politie als levensgevaarlijk worden beschouwd, werden speciale commando’s ingezet vergelijkbaar met de Nederlandse DSI (die mannen die om de hoek stonden te wachten op het uitbreken van de vechtpartij bij Van der Valk in Rotterdam). Heel grof geschut dus.

    Maar wat was het resultaat? Geen enkele aanhouding en een vondst van maar liefst één windbuks, één alarmpistool waarvan onbekend is of er een vergunning voor was enkele messen, een kruisboog en een kleine hoeveelheid drugs.

    Of zoals Merkur.de op 22 oktober bericht: ‘Elf Motorräder, 45 “Kutten”, 13 Messer, Schusswaffen, elf Glücksspielautomaten, eine Armbrust, eine kleinere Menge Drogen und mehr als 88 000 Euro Bargeld.’ ‘Kutten’ zijn de colors, oftewel de vestjes met het clublogo.

    Dus eerst wordt alles uit de kast gehaald door een bestuurlijke zwaargewicht om op een persconferentie nog eens duidelijk te maken wat voor een grote criminele club die Hells Angels eigenlijk zijn. Er wordt aan het publiek duidelijk gemaakt dat de politie speciale teams moet gaan inzetten. Vervolgens wordt er niets gevonden. Ondanks alle voorafgaande maatregelen, het speurneusje spelen van de politie, het afluisteren, het volgen, het inzetten van infiltranten/informanten is er niks.

    De heren en dames van de politie zullen ongetwijfeld hun alleruiterste best hebben gedaan om iets te vinden. Maar het was er echt niet. Op ruim 50 adressen van Duitslands zwaarste boeven werd niets gevonden. Over wie zegt dat nu iets? Over de politie, over de deelstaat Noordrijn-Westfalen of de Hells Angels? Of over allemaal?

    Op 4 april 2016 schreef Dupont het artikel: ‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden‘. In dit artikel werd uitgebreid vertelt hoe de politie van deelstaat Noordrijn-Westfalen samenwerkt met de Nederlandse politie. Dupont: ‘Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.’

    In hetzelfde artikel vertelt Dupont hoe de politie van diezelfde deelstaat een eigen motorclub inzet om de Hells Angels te provoceren. Die motorclub ‘Schnelles Helles’ bestond alleen uit politiemeneren met een fors postuur en had uitsluitend als doel het provoceren van de Hells Angels tot geweldpleging. Dupont gaf ook aan dat dit in Duitsland niet is toegestaan. Schnelles Helles werd dan ook zoveel mogelijk door de politie uit de dossiers gehouden. Wat op zich ook al laakbaar is. Het om de tuin leiden van de rechter.

    Enkele dagen geleden schreven wij hoe het vele vragen opriep dat er in Nederland plotseling een afdeling van de Mongols MC opdook. Vanuit Duitsland. Het land waar bogusclubs worden opgericht alleen maar om de Hells Angels te provoceren. Wij kunnen het niet bewijzen, maar met al die onbeantwoorde vragen rond de Mongols MC in Nederland en hun leider Rafi sluiten wij in elk geval niet uit dat er de mogelijkheid bestaat dat Nederlandse, of nog erger Duitse, politie-mensen in Nederland een afdeling van een internationale motorclub zijn begonnen alleen maar om de Hells Angels te provoceren.

    Wanneer dat nu zo zou zijn, dan mag dat niet. Het zijn ongeoorloofde opsporingsmethoden. Net als het gebruiken van een informant die zelf strafbare feiten begaat. Ook dat mag niet. In Duitsland mag dit ook niet. Maar wat lezen wij? Crimesite 16 oktober 2014: ‘De Duitse politie heeft mogelijk een probleem met een getuige binnen de motorclub Satudarah. Christan J. heeft in de rechtbank verklaard als undercoveragent te hebben gewerkt, en hij zou daar ook voor zijn uitbetaald. Maar nu blijkt dat hij zelf de wapen- en drugswet op grote schaal heeft overtreden. Justitie gaat nu J. zelf aan klagen.’ Het probleem beperkt zich echter niet tot Duitsland, maar informatie van deze informant werd ook gebruikt in een rechtszaak in Nederland tegen leden van Satudarah MC. Informatie afkomstig van een informant die zelf strafbare feiten pleegt, terwijl dit niet is toegestaan. Daarmee is de aangeleverde informatie besmet geraakt. Dat was echter voor zowel de Nederlandse als de Duitse justitie geen enkel beletsel om toch tot veroordelingen over te gaan. En ook deze informant was werkzaam in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Dat is die deelstaat waarmee Nederland zo nauw samenwerkt tegen motorclubs.

    Dus nogmaals voor al diegenen die menen dat de politie in Nederland nooit provocateurs zou inzetten. De Nederlandse politie werkt nauw samen met een Duits politiekorps dat dit wel doet terwijl dit helemaal niet mag. De wet overtreden om mensen te pakken te krijgen die de wet blijkbaar niet overtreden en nog daarover liegen ook. En dan vervolgens die informatie uitwisselen met de Nederlandse dienders.

    Alle berichten die worden aangeleverd door de autoriteiten over motorclubs worden zonder meer door de media geplaatst. Er zijn geen rectificaties, er worden geen vragen gesteld wanneer duidelijk wordt dat er veel niet klopt. Uit de berichten die niet afkomstig zijn van de autoriteiten, zoals de begrafenis in IJmuiden, blijkt dat de sfeer goed was, er geen incidenten zijn geweest en het publiek onder de indruk was en geenszins bevreesd. Stof tot nadenken.

     

    Lekker vliegen tegen ‘georganiseerde misdaad’

    23 augustus 2017 was een aantal nieuwsrubrieken uitgenodigd om te komen filmen in Limburg. Boerenbond LLTB zou laten zien hoe maisvelden vanuit de lucht worden gecontroleerd op wietplanten. De cannabis zou daar zijn geplant door criminele organisaties, en als de mais hoog staat is de wiet onzichtbaar vanaf de weg. Bijzonder dit jaar is dat de politie niet meer mee wil doen. Daarom laat de LLTB op eigen kosten drones vliegen. Intussen blijkt dat bij de planning geen rekening was gehouden met regels over drones in de buurt van hoogspanningsmasten. Daardoor kon maar een kwart van de aangemelde maisvelden worden bekeken. Er is geen hennep aangetroffen.

    De ‘hennepvluchten’ boven Limburgse akkers komen voort uit het project ‘het Groene Goud’ dat liep vanaf 2006. Het ministerie van Volksgezondheid gaf de opdracht in de onjuiste veronderstelling dat nederwiet steeds sterker zou worden waardoor het verslavender zou zijn, en vanwege een vermoeden dat criminele bendes betrokken zouden kunnen zijn die wiet-gerelateerde misdrijven zouden kunnen plegen.

    Om de wietteelt te ontmoedigen werden allerlei maatschappelijke organisaties zoals woningbouwvereniging, gemeente, verzekering, UWV, energiebedrijf en boerenbond LLTB ingezet. In zekere zin is het een voorloper van de aanpak van ‘Ondermijning’, waar je ook ziet dat de politie anderen het vuile werk laat opknappen.

    Dit jaar had de LLTB een vliegtuig gehuurd om de journalisten over de streep te trekken om hier aandacht aan te besteden, hoewel iedereen wel weet dat buiten geteelde nederwiet niet veel opbrengt en alleen door een select publiek wordt gewaardeerd.

    (bron NOS)

    Op 1 seconde: De NOS zet licht psychedelische muziek in om de aandacht van de kijker vast te houden.

    Op 4 seconden: Hoogspanningsmast in zicht.

    Op 18 seconden: Nog een

    Op 35 seconden: Hoogspanningskabels achter in beeld.

    Op 39 seconden: Léon Faassen van de LLTB neemt de NOS verslaggever mee het vliegtuig in.

    Op 1 minuut: Een prima voorbeeld dient zich aan: vanuit een drone gefilmd zien we wat wietplanten tussen mais. Zijn dit beelden van de drone die we net zagen opstijgen? Kijkt Faassen werkelijk uit het raampje naar de wiet in de mais? Waarom heeft de NOS niet vanuit het vliegtuig gefilmd?

    De LLTB plaatst op 23 augustus zelf ook een filmpje:

    (bron: youtube)

    Op 0 seconden: De muziek van de LLTB is minder psychedelisch. Dit is een andere drone dan die we bij de NOS zien.

    Op 19 seconden: We zien een oranje/rode jerrycan op een stok met een pictogram van een verbodsbord met een wietblad. Dit was gebruik bij ‘het Groene Goud’ om uit de lucht te kunnen zien welke boeren meededen, en welke niet. En welke akkers gecontroleerd moesten worden. Het lijkt alsof dit shot later is toegevoegd.

    Op 43 seconden: De wiet in het maisveld is gevonden. Elf planten. Dezelfde als bij de NOS. Wel jammer dat deze boer niet meedeed. Of het was ‘voor de bakens werden opgehangen’, zoals LLBT stelt? In elk geval suggereert het filmpje dat er iets bij een deelnemende boer met baken is gevonden, wat niet zo is. Zou de LLTB hem hebben aangegeven bij de politie?

    (bron: SBS)

    Op 35 seconden: ‘Dat zijn ze’. Dezelfde elf planten, nu gefilmd vanuit het vliegtuig waarin dit keer SBS6 mee vliegt.

    Op 44 seconden: Faassen meldt het vinden de planten bij het OM. Die geeft het door aan de politie. Bij de NOS werd de politie nog direct benaderd, als ‘centrale organisatie’. Of was de LLTB de centrale organisatie?

    Op 53 seconden: dronebeelden uit de LLTB-video.

    Op 59 seconden: In 2005 hebben ze 50.000 planten gevonden in Limburg.

    Op 1 minuut 15: Faassen noemt allerlei serieuze criminaliteit waar de boeren last van hebben. En dan is er de angst dat de voor politie spelende LLTB buiten-wietplantjes op je land vindt.

    Op 1 minuut 54: Faassen kijkt vijf jaar vooruit, maar wat bedoelt hij te zeggen? Dat het niet uitmaakt of je wel of niet controleert? Waarom wordt hem niet gevraagd hoe hij denkt over toekomstige legalisatie van cannabis? Of waar het op slaat om met vliegtuigen of drones achter buitenwiet aan te zitten?

    Op 2 minuut 7: Ger Urlings kreeg een heel naar gevoel. Hart van Nederland laat graag het gevoel zien van gewone mensen. Wat we niet horen, en wat wel een rol speelt als het gaat om geloofwaardigheid, is dat Urlings voorzitter is van de LLTB afdeling Mergelland. Hij staat bij de Hubertusmolen in Beek. Vlak naast Maastricht airport, lekker handig voor de verslaggevers.

    2 minuut 20: ‘Je weet niet wat de gevolgen zijn of kunnen zijn’. Echt niet, Ger? Of doe je alsof je een onwetende angstige akkerbouwer bent, en niet voorzitter van een LLTB-afdeling?

    Op 2 minuut 30: We krijgen een plant te zien. Heeft een criminele bende de ‘tientallen planten’ ver uit elkaar gezet? Of was het er eigenlijk maar 1? Of  was het de buurjongen die op een ochtend een plant in de grond zette?

    Op 2 minuut 43: Nu lijkt of Ger pas kort meedoet met het anti-hennep project. Zou het echt?

    (bron: RTL)

    Op 20 seconden: ‘..dus moeten boeren zelf in actie komen.’ Als je gratis mag vliegen praat je een beetje mee.

    Op 29 seconden: De PH-OTR kiest het luchtruim weer.

    Op 50 seconden: Daar zijn die elf planten weer, nu gefilmd door RTL-nieuws. Gelukkig heeft de politie ze nog niet weggehaald.

    Op 1 minuut: ‘..en de resultaten waren eigenlijk heel goed’ zegt verslaggever Geert Gordijn. Ja, als je de andere jaren weglaat. En in 2005 waren er toch 50.000 planten aangetroffen? Hier staat 42.000. Wat is het nou? De cijfers zijn niet makkelijk te vinden. In 2015 zou het zijn gegaan om 4000 planten, maar hier lezen we dat er in 2015 helemaal geen hennep is gevonden.

    Op 1 minuut 17: Hans van Kruchten van politie Limburg weet het mooi te zeggen. De prioriteit is verlegd. Dat de LLTB als vliegende cowboys boeren terroriseert vindt hij prima.

    Op 1 minuut 32: ‘Het is een ultra HD camera…’ horen we. Maar de beelden die we zien zijn waarschijnlijk van die andere drone.

    Op 1 minuut 57: Een kritisch geluid! Prof. mr. dr. Michel Vols snapt als adjunct hoogleraar openbare orderecht dat je burgers niet de georganiseerde misdaad kan laten bestrijden. In principe dan, over het onderhavige geval lijkt hij zijn lachen niet te kunnen inhouden.

    Op 2 minuut 19: Léon Faassen lijkt iedere boer die niet met zijn project meedoet verdacht te willen maken.

    Op 2 minuut 23: De politie wordt meteen ingeschakeld. Gelukkig gebeurt er vervolgens niets, anders was er geen plant om te filmen.

    (bron: L1)

    Op 10 seconden: Op deze luchtbeelden zien we nog de schaduw van een helicopter. Mogelijk is het een opname van een paar jaar terug. Geen hennep te zien overigens.

    Op 55 seconden: ‘…de rand van het bos, het water daar achter…’ Faassen beschrijft de locatie met de elf wietplanten. In Koningsbosch. Die kan je niet zien van waar hij nu kijkt over de kronkelende Maas, bij Illikhoven.

    Op 1 minuut 4: We zien wel mais maar heel duidelijk geen hennep.

    Op 1 minuut 40: Als Jan Theeven hennep zou hebben aangetroffen, zou hij het hebben doorgegeven an de LLTB en de politie. Gek eigenlijk dat hij niet wist van de drone-beperkingen bij hoogspanningsmasten.

    Op 1 minuut 46: Een hoogspanningsmast van boven gezien. Dit is weer ergens anders, in Susteren. Waar overigens dus ook geen hennep werd gevonden. De NOS had dat ook al gemerkt.

    Op 1 minuut 55: Hier zien we beelden uit 2007, toen de politie nog vloog.

    Op 2 minuut 1: Aangetroffen wietplanten in 2007, niet echt indrukwekkend.

    Waarom is Faassen wel met SBS6 en RTL naar Koningsbosch gevlogen, maar niet met de NOS en L1? Waarom verhullen NOS en L1 dat? Wist SBS6 echt niet dat Urlings van de LLTB is? Waarom speelt iedereen het spelletje mee? Waarom krijgen deze fantasten zoveel kritiekloze aandacht?

    Politiedebat negeert maatschappelijke ontwikkelingen en werkelijkheid

    December 2016 verklaren betrokkenen in de Rotterdamse douanezaak dat de FIOD en de Amerikaanse DEA containers met cocaine hebben doorgelaten naar de Nederlandse markt. Met medeweten van de politie en OM.

    1 januari 2017 raakt een politieman gewond. Er ontstond een groot politietumult over ‘geweld tegen hulpverleners’ zoals ze dat noemen, maar geheel onterecht. Media, politiebond, minister, ze zaten er allemaal naast. De politieman was niet aangevallen.

    13 januari 2017 lekt een rapport van het Openbaar Ministerie uit dat de criminaliteit 4,5 keer zo groot is als werd aangenomen. Als dat waar is, wordt niet 20%, maar minder dan 4,5% van de criminaliteit ‘opgelost’, waarvan dan weer een gedeelte leidt tot vervolging, waarvan weer een deel komt tot veroordeling door een rechter.

    22 februari wordt bekend gemaakt dat een medewerker van DBB, die onder meer Geert Wilders beveiligt, informatie zou hebben gelekt naar een criminele groep. Twee politiechefs van de dienst Landelijke Eenheid ruimen het veld onder wie Michel ‘roofvogel‘ Baeten. Dan zegt het OM dat van lekken naar een criminele organisatie geen sprake is geweest, maar korpschef Erik Akerboom gaat daar weer tegenin. Ook blijkt dat in 2015 al twee DBB-ers zijn gearresteerd wegens financiële malversaties. Dat was stilgehouden voor Wilders. De grootste oppositiepartij legt drie weken voor de verkiezingen zijn verkiezingscampagne stil.

    28 februari lezen we dat er vier grote onderzoeken lopen naar corruptie bij de politie.

    26 mei laat Zembla zien hoe de politie heeft gefaald in de zaak Cyprian Broekhuis en hoe vervolgens door valse processen verbaal en vervalsen van bewijsmateriaal de schuld van de doodschietende agenten is verdonkeremaand.

    13 juni komt de zaak Dotterbloem voor de rechter. Door omkoping lukte het twee auto-importeurs om niet alleen de politie maar ook de krijgsmacht en ook nog het koningshuis (door een prinses in te zetten) jarenlang te ondermijnen. Als het bekend wordt, blijkt er al een schikking te zijn getroffen met de dealers. Bovendien blijkt 12 juni dat een van de daders (Pon) opnieuw de aanbesteding heeft gewonnen en de politie van auto’s blijft voorzien.

    Het zijn stuk voor stuk kwesties die fundamentele vragen oproepen over de effectiviteit en geloofwaardigheid van politie en Openbaar Ministerie. Elke andere organisatie zou bij zo slecht functioneren worden opgeheven of onder toezicht worden geplaatst. Door onbekende oorzaak gebeurt dit niet. Maar er wordt wel gepraat. Regelmatig organiseert de politieacademie ‘politiedebatten’. Laten we kijken waar het 13 juni over ging:

    (bron: Youtube)

    Voor het filmpje start: ‘ontwrichtende criminaliteit’ is nieuw. Misschien een teken dat ‘ondermijning’ als begrip een beetje sleets begint te raken. Op de ‘ondermijnings’-pagina van politie.nl is het nieuwsoverzicht sinds februari 2015 niet meer bijgewerkt.

    Op 17 seconden: Bob Hoogenboom legt uit dat maatschappelijke vraagstukken hier worden ‘geagendeerd’.

    Op 37 seconden: Jan Tromp is journalist. Hij vindt het interessant en fascinerend dat iets zich onder de radar afspeelt. Al gebeurt er volgens de vraagstelster ‘opvallend weinig’. Wat er gebeurt of zich afspeelt krijgen we niet te horen.

    Op 45 seconden: Albert van Wijk van het openbaar ministerie lijdt onder een ‘IT-museum’. Hij wil ons doen geloven dat het door bezuinigingen komt dat de automatisering bij politie en justitie niet goed werkt, terwijl in werkelijkheid de leveranciers ze jarenlang een poot hebben uitgedraaid. Daarna wordt het cryptisch: Hij lijdt onder investeringen en hij voorspelt ons dat er ‘nog veel tegels opgetild moeten worden en iedere keer zullen we weer schrikken’. Schrikken van wat? Hard bewijs dat voormalig korpschef Nationale Politie Gerard Bouman de centrale ondernemingsraad heeft omgekocht? Meer malversaties rond aankoop van materiaal? Meer corrupte politiemensen als er meer wordt geïnvesteerd?

    Op 1 minuut 14: Journalist Hülya Cigdem herkent een gebrek aan effectiviteit. Ze hoorde mensen zeggen dat als je wordt gepakt met een zolder vol wiet je wegkomt met een paar uur schoffelen. En weg is ze weer. Mogelijk heeft ze veel meer gezegd, misschien ook dat die mensen het mis hadden en dat je vooral buitengerechtelijk zwaar moet bloeden.

    Op 1 minuut 22: Karel Schuurman, hoofd LIEC, ook eens met zijn gezicht in beeld. Hij zegt dat de verschuiving van bestrijding van ‘georganiseerde misdaad’ van de strafrechtketen naar ‘decentrale partners’ als gemeenten met hun bestuursrechtelijke aanpak vlot verloopt. En worden de ondermijningsbeelden beter? Geen antwoord. ‘Er komen steeds meer puzzelstukjes bij elkaar te liggen’ Maar passen ze? Hier zie je de kracht van het begrip ‘ondermijning’: Hoe meer je schrijft, hoe minder je weet, hoe meer gemeenschapsgeld je over de balk kunt smijten.

    Op 1 minuut 50: Jorien Scherpenisse van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur mocht voor het ministerie van BZK ‘onderzoek doen‘ naar ondermijning. ‘Iedereen moet DNA inleveren’ is hier figuurlijk gebruikt, maar geeft een beetje aan dat in de beleving van deze mensen de burger geen enkele privacy heeft wanneer een ambtenaar iets wil. Verder schijnen de partijen met bestrijding van ondermijning verschillende doelen na te streven.

    Op 2 minuut 4: Christien Bronda van ‘initiatief 1 overheid’ vertelt hoe je zonder de privacy te schenden heel snel bij een groepje mensen komt dat je wilt rechercheren. Dus eerst mensen tot doel bestempelen en er vervolgens de criminele handeling bij zoeken. Zou dat misschien zijn waarom misschien wel 95% van de criminaliteit niet wordt opgelost? Of denkt ze dat het groepje mensen dat ze wil rechercheren daar ook verantwoordelijk voor is? En wat voor groepje mensen zou ze bedoelen? Motorclubleden? Henneptelers? Woonwagenbewoners? Mannen met een migratieachtergrond? Mensen met een uitkering? Zou het niet beter zijn de politie zelf eens door te lichten?

    Op 2 minuut 33: Marc Schuilenburg, filosoof van de VU, signaleert overmatig gebruik van het woord ‘aanpakken’.

    Op 2 minuut 57: Wilco Berenschot, wijkagent uit Rotterdam, ziet dat mensen elkaar in de gaten houden op een hele mooie manier.

    Op 3 minuut 30: Ruud Bakker van de gemeente Rotterdam beschrijft de west kruiskade van 15 jaar geleden. Door 15 jaar harde aanpak en aankoop van panden zou het nu beter toeven zijn daar.

    Op 4 minuut 2: Frans Heeren van de politie Oost-Brabant heeft veel woonwagenkampen in zijn omgeving. Als ambtenaren daar naar toe willen komt de politie mee. Dat zou dan getuigen van moed.

    Op 4 minuut 22: Ruud Bik, plaatsvervangend korpschef Nationale Politie volgens LinkedIn (volgens andere bronnen sinds 1 november 2016 niet meer) en executive director van IDEC (bevestiging daarvan niet op internet te vinden). Er moet meer capaciteit aan ondermijning worden besteed. En applaus, einde filmpje.

    Waar waren de ‘maatschappelijke vraagstukken’ die zouden worden geagendeerd? Waarom worden wel embedded journalisten en een filosoof uitgenodigd maar geen advocaten of rechters? Waar was het debat als elke tegenspraak ontbreekt? Hoe kan het dat deze mensen ons hun wil opleggen hoewel niemand op ze heeft gestemd? Wie is het die hier ontwricht?

    Politie gaat iedereen altijd in de gaten houden

    Het imago van de Haagse politie is heel slecht. Na de dood van Mitch Henriquez en de pijnlijke onthulling van hoe binnen de politie is omgegaan met de dienders die eerst iemand levensgevaarlijk verwondden, aanwezige medische hulp niet inschakelden, het slachtoffer in hulpeloze toestand achterlieten en er vervolgens een vals proces verbaal van opstellen, is er heel wat PR nodig om dat weer goed te krijgen.

    Op 29 oktober 2016, de zelfde dag dat RTL Nieuws opende op de politie-nekklem nieuwe stijl, plaatste NRC Handelsblad een artikel van 3 pagina’s (2780 woorden) getiteld: Mee met de recherche, ‘Portret van de districtsrecherche Den Haag West.’

    ‘Het vakmanschap van rechercheurs schiet tekort en de opsporing van strafbare feiten is onvoldoende, oordeelde minister van justitie Ard van der Steur eerder dit jaar. Hoe denken rechercheurs zelf over hun vak? En wat doen ze eigenlijk?’

    Prikkelende vragen. Marcel Haenen heeft voor dit artikel een maand meegelopen met de districtsrecherche Den Haag West om alle details te weten te komen. Zou je denken. U herinnert zich waarschijnlijk nog dit artikel, waarin wordt uitgelegd hoe de verhouding politie-journalistiek  in 2016 ligt. Kort samengevat: De journalist vermeldt precies wat de politie wil zeggen, en anders geen medewerking. Dat is voor een rechtbank- of misdaadjournalist onwenselijk. Marcel Haenen schrijft al lang over/voor de politie en het wachten is tot hij eens en boekje opendoet over de mediamanipulaties van politiezijde. In elk geval had NRC er kennelijk een maand Marcel Haenen-budget voor over om dit artikel te laten schrijven. Of en hoeveel budget van politiezijde aan dit portret is besteed weten we niet.

    Omdat we er van uit kunnen gaan dat de tekst direct voortkomt uit de politie-voorlichtingsdoctrine, krijgt de lezer een aardig inzicht in wat de politie op dit moment opportuun vindt om naar buiten te brengen.

    ‘Opsporing van strafbare feiten is onvoldoende’ lezen we meteen bovenaan, dat is mede de aanleiding voor het stuk. Maar veel wijzer worden we op dit punt niet. Strafbare feiten komen nauwelijks aan bod. Het begint met een actie van een arrestatieteam. Vier mensen worden aangehouden, onder meer in een rommelig huis waar tabak wordt gerookt uit een pot die op tafel staat en de was droogt op de overloop. Maar van welk delict de arrestanten worden verdacht staat nergens. Wel lezen we dat via de telefoontap de gezondheid van een van de arrestanten in de gaten wordt gehouden. Een hint naar de zaak Mitch Henriquez: er wordt gesuggereerd dat de Haagse politie rekening houdt met de gezondheid van arrestanten. In het stuk gaat het niet over strafbare feiten, maar over de aanpak van ‘criminelen’. Een niet in de wet omschreven, maar door de politie kennelijk toch goed herkenbare groep mensen, die met alle mogelijke middelen wordt dwarsgezeten. De schending van burger- en mensenrechten die dit met zich mee brengt wordt in het stuk niet benoemd. Conclusie: opsporing van strafbare feiten heeft geen extra aandacht, de politie blijft doen wat ze zelf het leukst vindt.

    Haenen is aanwezig bij de briefing waar wordt gewezen op de nieuwe instructie: ‘Hoe om te gaan met hinderlijke vloggers?’ Dat is interessant, politie en vrije pers, vrije meningsuiting, wat zou er in die instructie staan? Wanneer is een vlogger volgens de instructie hinderlijk? Hoe zouden de politiemensen daar over denken? Haenen schrijft het niet op, of in elk geval komt het niet langs de politiecensor.

    ‘Veel politiemensen klagen over de werkdruk. Er is royaal meer misdaad dan het opsporingsapparaat aan kan. De politiek bedenkt bovendien steeds weer nieuwe prioriteiten, mopperen agenten. En er verdwíjnt nooit een taak. Rechercheren is daarom vooral selecteren. Welke zaken pak je op en welke middelen zet je in?’

    Krijgen we nu inzicht in de prioriterings-systematiek die, ingevoerd in de jaren ’80 toen er nog veel strafbare gedragingen waren, sindsdien het oplossen van werkelijk gepleegde criminaliteit goeddeels onmogelijk maakt? Nee, niets daar over. Royaal meer misdaad? Hoezo? Misdaad neemt al jaren af, hoe kan de politie dan zoveel laten liggen?

    Drie jongens overvallen een taxichauffeur, blijven in de buurt wachten, bellen een maaltijdbezorger en beroven ook deze als de politie net weg is. Recherche Den Haag West is er vier weken mee bezig en brengt het ‘netwerk’ van de drie in kaart. Netwerk? Zijn dat hun Facebook-, Snapchat-, Instagramvrienden? Zijn het de mensen die met hun smartphone in de buurt van de drie zijn geweest? Het wordt niet uitgelegd. Of waarom op deze ‘middelen’ zijn ingezet. Haenen vermeldt wel de afkomst van de jongens.

    ‘Het ‘afpaktarget’ van 875.000 euro is dit jaar in het district al gehaald maar er is behoefte aan extra informatie die kan leiden tot het in beslag nemen van nog meer crimineel geld en bezit zoals auto’s, sieraden en horloges.’

    Kijk eens aan! Politiedistricten hebben ‘afpaktargets’. Dat is een heikel punt. Zonder tussenkomst van een rechter wordt van alles in beslag genomen, wat leidt tot grote schade bij de slachtoffers. De ombudsman wijdde er in augustus 2016 een vernietigend rapport aan. Wat vindt de recherche daarvan? Zijn ze na het ombudsman-rapport anders gaan werken? Het enige bezwaar van de politie dat wordt opgetekend is dat er misschien meer vergaderd zal moeten worden. Dat na de afschaffing van het boetequotum er weer een nieuw quotum is ingesteld dat uitnodigt tot misbruik is geen aanleiding er verder woorden aan vuil te maken. Misschien omdat het gaat over mensen die in een arme wijk opvallen met dure spullen. Hoe pak je crimineel vermogen aan in een rijke wijk? Daar heb je meer geld, auto’s, sieraden en horloges. Of zijn criminelen alleen mensen die tabak roken uit een pot op tafel, of met een bepaalde afkomst?

    ‘Toin (52) is met behulp van Israëlische apparatuur vooral bezig met het ‘uitlezen’ van computers en telefoons die in onderzoeken in beslag zijn genomen.’

    Israelische apparatuur weer. Van Verint? Er wordt een kantoor gebouwd waar zes digitale rechercheurs zullen komen werken. Wat gaan die doen? Toin:

    ‘Gechargeerd zeg ik wel eens: over honderd jaar onderzoek je geen strafbare feiten meer, maar bekijk je waarom iemand zich aan de controle van het internet heeft onttrokken. Want je telefoon, je auto tot zelfs je koffieautomaat weet precies wat je doet. Straks wil de politie vooral weten waarom iemand zich niet laat monitoren.’

    Gechargeerd = nu volgt een proefballonnetje. Omdat de criminaliteit maar blijft afnemen laat de politie de strafbare feiten helemaal vallen, een ontwikkeling die al is ingezet. En om toch iets te doen te hebben gaan ze iedereen altijd monitoren zodat ze bepaalde groepen mensen het leven zuur kunnen blijven maken.

    Laten we hopen dat we over minder dan honderd jaar verlost zijn van deze disfunctionele organisatie die ten koste van veel geld de rechtsstaat om zeep helpt. Wat gaat het de politie aan waar ik ben of wat ik doe? Zijn ze bang dat ik een lastige vlog ga maken? Wie zit hier de taakomschrijving van de politie te veranderen? Kunnen we deze Orwelliaanse plannen ook democratisch wegstemmen?

    De aanleiding voor deze advertorial, de zaak Henriquez, wordt niet genoemd. Dat was kennelijk te moeilijk.

    Een beetje verWard

    Op 1 juni 2016 eindigt Ward Ferdinandusse zijn column in NRC.nl met de volgende zin: ‘Waarom worden leden van dit soort groepen niet aan de grens geweigerd, net als in Canada en Amerika gebeurt? De motorbende is hier al groot genoeg.’ Ward heeft het hier over leden van motorclubs en niet over leden van motorbendes. Want Ward, als officier van justitie in Rotterdam en bijzonder hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Groningen, weet natuurlijk dondersgoed dat er in Nederland helemaal geen motorbendes zijn. Er zijn wel motorclubs en er is er nog geen enkele verboden.

    Het is jammer dat Ward zo tekeer gaat in zijn column. Als officier van justitie is dat nog wel enigszins goed te praten, maar als hoogleraar natuurlijk helemaal niet. Een leraar moet onderrichten en niet zijn eigen mening opdringen aan zijn leerlingen. Het zegt dus wel iets over de onderwijzende capaciteiten van Ward. Ward sluit zijn artikel af met die zinnen over het weigeren van buitenlandse leden van motorclubs dus. Teruglezende heeft hij het ter illustratie van zijn frustraties voornamelijk over incidenten in het buitenland. Hij noemt daarbij incidenten als vechtpartijen en mishandelingen in Duitsland en Griekenland door Canadezen en Duitsers.

    In Nederland zijn aanmerkelijk minder incidenten en de incidenten die er zijn schrijft Ward over uit de krant. Wanneer kranten schrijven over een kandidaat-lid van de Hells Angels die een café in brand steekt, dan is dat volgens Ward zo. Wanneer de politie in Valkenswaard wordt aangevallen met boksbeugels, dan is dat zo volgens hoogleraar Ward. Ook wanneer het om één Bandido gaat met één boksbeugel. Wanneer er her en der handgranaten worden gegooid volgens de pers, dan is dat ook waar, volgens de objectieve Ward. Tsja, een abonnement op De Telegraaf brengt misdaadjournalist en oud-politieman John van den Heuvel veel dichterbij.

    Dat een boos burgermannetje door zijn luxaflex heen gluurt naar het kabaal op straat van een aantal scooterrijders die indruk willen maken op zijn minderjarige dochter, is één ding. Dat een officier van justitie en hoogleraar zich zo laat leiden door de krant is een jammerlijk gevolg van tunnelvisie. Een fenomeen waarvoor vaak vergeefs wordt gewaarschuwd op politiescholen. Jammer is ook dat Ward als hoogleraar ook rechtenstudenten meeneemt in de kruistocht tegen motorrijders. De strijd wordt op alle fronten gevoerd. Kletspraatjes uit de krant worden als waarheid door hoogleraren gevoerd aan studenten die straks als officier van justitie of als rechter aan de slag zullen gaan.

    Wat de hetze van mensen die beter kúnnen weten, en het waarschijnlijk ook wel beter weten, kan veroorzaken illustreert het volgende trieste geval. De Limburger bericht op 3 juni 2016: ‘De gemeente Heerlen heeft deze week de uitreiking van een onderscheiding voor oud-militairen afgelast omdat een van de gedecoreerden lid is van de motorclub Satudarah. De veteranen zouden in het stadhuis van burgemeester Ralf Krewinkel een draaginsigne krijgen als eerbetoon voor de tijd dat ze in Libanon dienden. Toen de gemeente lucht van kreeg van de achtergrond van een van de veteranen, ging de ontvangst niet door.’

    Ralf is de tovenaarsleerling van burgemeester Jos Som uit Kerkrade, die al jaren roept tegen motorclubs. In zijn gemeente mag wel een politiemotorbende een jaarlijkse bijeenkomst houden in Villa Eikhold, maar een echte veteraan krijgt van deze onwerkelijke man geen onderscheiding en geen hand. Je bent veteraan of je bent het niet, zou je toch zeggen? Voor Krehwinkel gaat dat niet op. Teveel in de krant gelezen, naar lieden als Ward Ferdinandusse geluisterd of meegedeeld met Jos Som? Het resultaat is er niet minder triest om. Hevige protesten van het Veteraneninstituut blijven vooralsnog uit en ook dat is jammer.

    En om nog even terug te komen op de praatjes van Ward. Buitenlandse leden van motorclubs weigeren aan de grens? Op wat voor grond? En hoe weet je of iemand lid is van een motorclub? Een club die niet is verboden? Maar in één ding heeft Ward wel weer gelijk: leden van motorclubs komen inderdaad Canada, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland niet in. En de reden? Alleen omdat die mensen lid zijn van een club die niet is verboden, worden zij bij aankomst op eigen kosten gedeporteerd. En hoe weten die landen dat iemand lid is van een motorclub? Omdat dat al in eigen land, ook in Nederland, door de politie wordt geregistreerd in een niet-aangemelde databank en daarna doorgeklikt aan het buitenland. Mensen dus die geen strafbare feiten hebben gepleegd en geen lid zijn van een verboden organisatie worden gelijk gesteld met terroristen en aan de grens geweigerd en gedeporteerd op eigen kosten. Mede dankzij mensen als Ward.

    Ik weet niet of een hoogleraar strafrecht alleen de droge letters van de wet onderwijst of ook ingaat op ethische gronden. De wet is er voor de mens, de mens is er niet voor de wet. En dat was in het Derde Rijk wel anders.

    Georgiër gepakt met verdacht scheermes

    Minder landen in actie tegen mobiel banditisme.

    U heeft het misschien niet gemerkt, maar tussen 16 en 20 mei 2016 is er weer een Operatie Trivium uitgevoerd. Nederland deed mee van 17 tot en met 20 mei. Het idee is: Buitenlandse misdadigers worden aangepakt door middel van het van de weg halen van voertuigen met een buitenlandse nummerplaat. Dan volgt controle op alles wat misschien niet mag. Gegevens worden via het Trivium hoofdkwartier in Birmingham opgevraagd bij Europol en uitgewisseld. Bij 1 op de 10 is er wel iets mis, dus de actie is altijd succesvol. Wat de wettelijke basis is voor het rondsturen van de politie-informatie is niet geheel duidelijk.

    Trivium 6 werd gehouden in het Verenigd Koninkrijk, Litouwen, Roemenië en Nederland. Dat is heel wat minder dan Trivium 5 van december 2015, toen werd gezegd dat 12 landen meededen en we op een kaartje konden zien dat Schotland, Ierland, Engeland, Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië, Roemenië en Bulgarije zouden hebben meegedaan. Naar de overige landen kunnen we alleen raden want erg scheutig met feiten waren de organiserende West Midlands Police en verkeerspolitievereniging Tispol niet.
    Sommige dingen zijn hetzelfde gebleven. Zo is Operatie Trivium nog steeds niet te vinden op de site van Europol, die de spil in de informatieuitwisseling zou zijn. Andere dingen zijn nieuw. Zo zou Trivium 6 dit keer in het hele Verenigd Koninkrijk zijn gehouden. Ook wordt Operatie Trivium voor het eerst genoemd op politie.nl, maar alleen voor wat betreft Noord-Nederland. In Nederland is de reikwijdte van de operatie uitgebreid. ‘Op snelwegen, parkeerplaatsen, het onderliggende wegennet, in internationale bussen maar ook op het water en in treinen voerde de politie controles uit.’ Dat is apart, want je verwacht geen verkeerspolitie in een trein of op het water.

    Er is kennelijk iets veranderd sinds december 2015 en al improviserend werd met de KMAR en de belastingdienst een gezellige totale controle gehouden, waarbij ‘specialisten’ met speciale apps identiteitspapieren controleerden want mobiel banditisme ‘heeft de hoogste prioriteit bij de politie’. Maar niet echt. De Veiligheidsagenda 2015-2018 noemt als prioriteiten: ondermijnende criminaliteit, cybercrime, horizontale fraude, kinderporno en High Impact Crimes, waarbij mobiel banditisme een beetje aan dat laatste begrip bungelt. Of is bezit van een mogelijk gestolen scheermes een High Impact Crime?

    Ook nieuw is dat mobiel banditisme volgens de politie niet alleen wordt uitgeoefend door Oost-Europeanen, maar dat ook inbrekergroepen die vanuit Nederland opereren betrokken zijn. Om onbekende redenen is er extra weinig audiovisuele productie rond Trivium 6.

    (bron: VikingFMnews)

    Wat is er aan de hand? Is het budget op? Waarom doen al die andere landen niet meer mee? Waarom noemt Driebergen Trivium nooit, en Noord-Nederland wel? Waarom hebben die aparte persberichten? Als iemand mogelijk een niet-betaald scheermes bij zich heeft, moeten ‘specialisten’ dan de Europol database doorzoeken? Heeft de politie niets beters te doen? Aangiften opnemen misschien? Opsporen van strafbare feiten die zich al hebben voorgedaan en ter kennis van de politie zijn gekomen in plaats van op zoek gaan naar nieuwe strafbare feiten waarbij de vermoedelijke dader al aanwezig is? Wat heeft er meer impact op de slachtoffers? Wie bepaalt wat de prioriteiten van de politie zijn?

    Als bonus nog wat actiebeelden van Trivium 6:

    (bron: VikingFMnews)

     

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Je suis Charlie!

    Ze stonden allemaal op de barricades na de aanslag op het Franse satirische blad Charlie Hebdo. Ze verdrongen elkaar zowat voor de camera’s. Staatshoofden, regeringsleiders, partizanen van het vrije woord. Vóór de camera’s waren het allemaal grote voorstanders van de vrijheid van de pers, van de democratie en van de vrijheid van meningsuiting. Je suis Charlie, riepen ze.

    Inmiddels bevinden we ons niet meer vóór, maar áchter de camera’s. En wat zien we daar? De grote vrijheidsstrijdster Merkel maakt de weg vrij voor de vervolging van de Duitse bespotter van de Turkse premier Erdogan. Minder dan een week later staat ze in de Zeeuwse metropool Middelburg om een hoge onderscheiding in ontvangst te nemen. Regeringsleider erbij, geen enkele kritiek, geen enkel protest. Ich bin der Charlie? Op-Merkel-ijk.

    Die kritiek op een vreemd staatshoofd doet ons in Nederland natuurlijk meteen denken aan de censuur in het Derde Rijk. Daarom is het zo vreemd dat er juist vanuit het kritische Nederland geen enkele kritiek komt. Vreemd? Of is er in Nederland ook geen echte persvrijheid?

    Waarschijnlijk is er in Nederland vooral sprake van zelfcensuur. Een soort zeer vergaande beleefdheid om problemen niet te benoemen of zelfs goed te praten. Tijdens de oorlogen die Nederland mee hielp voeren in Irak en Afghanistan was er al sprake van ’embedded’ journalistiek. Journalisten konden met het leger meereizen ‘voor hun eigen veiligheid’, maar schreven dan wel positief over de Nederlandse militaire bezigheden.

    Bijna alle journalisten deden mee met deze vorm van censuur. Eén van de zeer weinigen die weigerden zich te conformeren was Arnold Karskens. Karskens trok meestal alleen het land in en sprak met de mensen zelf. Terug in Nederland verscheen hij dan foeterend en blazend op televisie met nieuws over Nederlandse schuld bij dodelijke schietpartijen en bombardementen. En passant was hij ook nog op zoek naar oorlogsmisdadigers en oorlogsprofiteurs. Dankzij Karskens liepen zij tegen de lamp en werden in heel Nederland bekend.

    Het optreden van Karskens heeft tenminste als voordeel dat de burger niet in slaap valt en wordt geconfronteerd met nieuws dat andere media vaak niet of anders brengen. Karskens is niet te vatten, hij ligt dwars, evolueert volgens sommigen van linkse signatuur tot rechtse sympathieën, benoemt zichzelf tot held en experimenteert met crowd-funding. Lezen van zijn artikelen brengt de lezer op zijn minst tot de slotsom dat er ook ander nieuws is.

    Dupont schreef op 18 april in het artikel ‘Branche-organisaties’: ‘‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’ Het ging hier over Gemma Warmerdam, secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI. Warmerdam trok van leer tegen politiechef Paauw van Rotterdam, nadat deze had gesproken over het verbieden van motorclubs. En daar stak het Warmerdam, want, zo riep zij nijdig, er waren twee jaar geleden afspraken gemaakt om motorclubs ‘motorbendes’ te noemen wanneer het ging om ‘onepercenters’. Anders zou er schade optreden voor motorverkopers. Gemma riep politie, overheidsfunctionarissen en media op voorzichtig te zijn met de term ‘motorclub’.

    Er wordt hier dus door een lobbyiste van de Gemotoriseerde Tweewielers opgeroepen zich te houden aan afspraken gemaakt tussen politie, overheidsfunctionarissen en de media. Met als doel meer motorfietsen te verkopen. Afspraken? Wie hebben die afspraken gemaakt? Welke overheidsfunctionarissen? Welke politiemensen? Welke journalisten of kranten? Je suis Charlie?

    En nu het toch weer gaat over motorclubs, kijken we meteen even verder naar hoe er over die clubs geschreven wordt. Op 8 april 2016 schrijft Gerlof Leistra in Elsevier: ‘Mocht een verbod te ver gaan – ook bikers kunnen zich beroepen op de vrijheid van vereniging – dan kan hen in elk geval het leven zuur worden gemaakt. Bijvoorbeeld door ze geen vergunning te geven voor feesten en ook de vergunning voor hun clubhuis nog eens tegen het licht te houden. Louter hun aanwezigheid op straat is een gevaar voor de openbare orde. Alle strafdossiers leveren bij elkaar het beeld op van organisaties waarvan veel criminelen lid zijn. Het verschil met een criminele organisatie is louter juridisch.’

    Leistra geeft in dit artikel niet alleen zijn mening, hij fantaseert ook: ‘Leden van de clubs houden zich onder meer bezig met drugs- en wapenhandel, afpersing, prostitutie en protectie. Zodra ze in elkaars vaarwater belanden, is het meteen oorlog: kom niet aan ons geld!’

    Leistra is niet aan zijn proefstuk. Al jaren fulmineert de ‘misdaadverslaggever’ tegen motorclubs en pleit hij voor een verbod. In motorland is de brave Leistra echter totaal onbekend. Niemand heeft hem ooit gezien of gesproken. Alle informatie waarmee Leistra komt lijkt onmiddellijk afkomstig van de politie.

    Op het Facebookweblog ‘Discriminatie van motorclubs’ worden regelmatig journalisten aan de kaak gesteld die volgens de maker van het blog de feiten verdraaien of er op los fantaseren. Met name oud-politieman, nu journalist, John van den Heuvel, Bjorn Thimister en Mick van Wely van De Telegraaf krijgen het voor hun kiezen. Deze journalisten lijken volgens het blog partizanen van de overheid in plaats van het vrije woord. Ook het NOS Journaal moet er in het blog vaak aan geloven.

    Op 20 oktober 2015 schreef Dupont al in het artikel ‘De mol die eigenlijk een rat was’: De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.’

    In een artikel van The Post Online van 26 april 2016 zegt Arnold Karskens over de NOS: ‘Het NOS Journaal is, afgewogen tegen het budget, het slechtste journalistieke programma. Ver beneden de maat. Ze zijn doorgeefluik voor nieuws uit Den Haag, Brussel en Washington. Veel NOS’ers worden later voorlichter, ze likken zich in bij de macht. Niets ten nadele van sommige correspondenten, maar de redactie is niet goed. Daar zijn ze meer ambtenaar dan journalist.’

    Op dezelfde dag meldt Quotenet.nl enkele andere uitspraken van Karskens: ‘Nou je hebt natuurlijk pure corruptie, zoals een Telegraaf-journalist die voor geld slecht schrijft over een huurder die de huisbaas eruit wil hebben. Maar wat je vooral veel ziet is dat de commercie, de advertentie-afdeling zich met de inhoud bemoeit. Dan zijn er nog journalisten die al tijdens hun werk voorsorteren op een baan als woordvoerder ergens. Of journalisten die overstappen naar de politiek of adviseur worden bij een ministerie of partij, en daarna zelfs weer doodleuk terugkeren in de journalistiek. Mensen die niet gaan voor het onthullen en het openbaren, zoals ze zouden moeten doen, maar voor hun toekomst of pensioen. Wat ook opvallend is dat veel Nederlandse journalisten er helemaal geen moeite mee hebben samen te werken met de AIVD.’

    Het zijn zeer ernstige beschuldigingen van een man die al vele jaren meedraait in de journalistiek. Journalisten die zich laten omkopen, samenwerken met inlichtingendiensten, politieke belangen hebben of commerciële belangen van media die belangrijker zijn dan nieuwsgaring en publieksvoorlichting. Is het waar wat Karskens daar allemaal roept? Hij durft het in ieder geval te zeggen. Want het opnemen tegen een machtig concern als De Telegraaf doe je niet zomaar. Of de machtige staatsomroep NOS bekritiseren.

    Het verwijt van Karskens over journalisten in de politiek is in ieder geval zeker niet uit de lucht gegrepen. Rinke van de Brink werkt al jaren bij de staatsomroep NOS en zegt over zichzelf op over.nos.nl : ‘In al die jaren in de journalistiek zijn mijn drijfveren dezelfde gebleven: nieuwsgierigheid, het zoeken naar de feiten en het aandragen van informatie om die feiten te kunnen begrijpen.’ Van den Brink geeft op dezelfde pagina aan hoe hij zijn journalistieke carrière begon, maar verzwijgt dat hij vele jaren lang redacteur was van het communistische blad De Waarheid. In het boek ‘De schijn-élite van de valsemunters’ zegt auteur Martin Bosma dat Rinke redacteur was van het blad en lid van de CPN van mei 1977 tot september 1983. Nogal politiek gekleurd dus. Maar toch nog goed terecht gekomen, want de NOS betaald zijn medewerkers goed. Haast Kafkaesque zo’n ommeslag.

    Het Dagblad van het Noorden plaatste op 26 april 2016 een stuk van rechtbankjournalist Rob Zijlstra. ‘Organisaties proberen steeds nadrukkelijker grip te krijgen op de inhoud van journalistieke publicaties’, zegt hij. Zijlstra schiet uit zijn slof door een eerder artikel van hem over de politie in de noordelijke provincies. ‘De politie had het reeds gecorrigeerde artikel nogmaals voor publicatie willen inzien. Nog meer regie. Eigenlijk had het een heel ander artikel moeten zijn. Eigenlijk hadden ze het zelf willen schrijven. De teleurstelling, meldt de voorlichter, heeft ook gevolgen. Geen nieuwe afspraken.’

    ‘Journalisten die niet naar de pijpen dansen van de voorlichter van de politie kunnen het vergeten.’, is de conclusie van journalist Rob Zijlstra. En dat is zeer ernstig. De politie als bedwinger van het vrije woord.

    Een korte rondgang door het land van de ‘onafhankelijke pers’ levert dus al meteen iets op:

    Er worden afspraken gemaakt tussen de media en belangenorganisaties/brancheorganisaties.

    De politie wil alleen journalisten te woord staan die schrijven wat zij willen.

    Sommige journalisten of medewerkers van journalisten zijn oud-politiemensen en sommigen nemen het niet zo nauw met de wet.

    De krijgsmacht neemt ‘voor hun eigen veiligheid’ embedded-journalisten mee in oorlogsgebieden, waar zij eigenlijk onafhankelijk nieuws zouden moeten vergaren.

    Journalisten hebben een politiek extremistisch verleden en werken nu voor een staatsomroep die onder vuur ligt als eenzijdig.

    Journalisten of media hebben commerciële belangen bij onderwerpen waarover zij schrijven.

    Journalisten zijn over bepaalde onderwerpen totaal kritiekloos.

    Journalisten werken samen met inlichtingendiensten.

    Journalisten proberen hun eigen mening koste wat kost, ook door verdachtmakingen, aan de lezer op te dringen. Zelfs wanneer de feiten die zij presenteren helemaal niet bewezen zijn.

    Je suis Charlie? Ja, Charlie Chaplin!

     

     

     

    Motorbendes met alleen maar politieagenten

    De politie heeft er maar mooi zijn handen vol mee. De motorclubs schieten blijkbaar als paddestoelen de grond uit. De politie heeft er ook een fraaie naam voor bedacht: ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. En door die naam maar te blijven voeren gaan de media die naam ook gebruiken. En zo krijgt wie de naam heeft ook de daad. Dat geldt ook voor motorclubs die niet in verband gebracht kunnen worden met criminaliteit. Bovendien is er in Nederland nog geen enkele motorclub door een rechter verboden. Dus om ze dan toch crimineel te noemen. Discriminatie? Stemmingmakerij? Laster?

    Gelukkig geeft de politie nu zelf het goede voorbeeld in motorbendeland. Was er enkele jaren geleden al een motorbende alleen bestaande uit politiepersoneel met de naam Lex Legio MC, vandaag zijn er maar liefst zelfs drie. Lex Legio MC voert in zijn logo (colors voor ingewijden van de motorwereld) een doodshoofd. In een eerder artikel van Dupont (De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde) zei raadsheer Marquart Scholtz over een doodshoofd op de colors van een motorclub dat in de Tweede Wereldoorlog ook al mensen rondliepen met een doodshoofd op hun jas. En dat was heel scherp van de raadsheer, die om de hoek woont van het clubhuis van Veterans MC. In de Tweede Wereldoorlog waren er namelijk inderdaad politiemensen die rondliepen met een doodshoofd op hun pak. Dat waren kwade lieden die rapportages vervalsten en zomaar mensen aanhielden in dienst van het bevoegd gezag.

    Lex Legio MC zegt op zijn eigen website dat de club is gevormd als een traditionele motorclub. Oeiiiii! Geen gele hesjes dus als ze gaan rijden? De president van de club gaat gebukt onder de stoerklinkende bijnaam ‘Fixxer’. De ‘regelaar’ zouden wij in het Nederlands zeggen. Dat doet ons denken aan ‘de pet’ uit de verhalen van Willem Holleeder. Die kon ook van alles regelen.

    Een andere recent ontstane motorclub waar alleen maar politiemensen lid van mogen worden is het in 2005 opgerichte Blue Knights MC. Ook zij hebben een website. Een website? Waarom? Er staan alleen onduidelijke foto’s op de site en de leden hebben alleen bijnamen. Bijnamen die iets minder stoer klinken dan bij hun collega’s van Lex Legio MC. ‘Koko’ heet hun president. ‘Stil jongens, Koko wil iets zeggen!’ De secretaris van de club heet ‘Castro’ en de treasurer ‘TT’. Het mooie van deze club van ongeveer 35 leden is niet alleen het politieledenbestand, maar vooral de leden die werkzaam zijn voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Wanneer we zien dat bijvoorbeeld de ‘treasurer’ werkt als operationeel manager beveiliging bij dat ministerie en de ‘quartermaster’ daar eveneens werkt in de beveiliging en de president badmeester is bij datzelfde ministerie, begrijpen wij waarom gekozen is voor schuilnamen en onduidelijke foto’s. De club zegt een internationale motorclub te zijn met afdelingen over de hele wereld. Als dat waar is dan is dat de georganiseerde anti-misdaad. Maar alsof dat nog niet erg genoeg is, sinds 2015 is er nóg een motorclub van politiemensen ontstaan.

    ‘In Nederland zijn wij één van de weinige LEMC’s die het MC protocol volgen.’, zegt deze motorclub, Marshalls, op zijn eigen website. LEMC staat voor ‘Law Enforcement Motorcycle Club’. Zijn er dan meer van? Nee, LEMC Marshalls is de enige club die zich Law Enforcement MC noemt. Op de colors van de club staat opnieuw een doodshoofd. Wij merkten al op wat raadsheer Marquart Scholtz hiervan vindt. Politiemensen met een doodshoofd op hun jas. Als herkenningsteken? Of om mensen af te schrikken? Om de zaak nog te verergeren staat er een agressieve dolk dwars door het doodshoofd heengeprikt. Vermoedelijk lijdt Henk Marquart Scholtz nu aan ernstige slapeloosheid.

    Marshalls LEMC heeft nog een spreuk op zijn logo staan. ‘Integriteit, respect en vertrouwen’ staat er. Er staat alleen niet bij op wie die spreuk van toepassing is.

    Heel opmerkelijk is het dat deze politiemotorbendes zeggen dat zij geen 1%-clubs zijn, maar dat zij wel steeds refereren aan ‘traditionele motorclub’ en ‘het MC protocol volgen’. Welk protocol? Welke tradities? Alles wat tegenwoordig gebruikt wordt door motorclubs is afkomstig van de Hells Angels. Zij waren het die met colors op hun rug gingen rijden en daar regels voor opstelden. Zij kwamen met de naam van de club, de naam van de stad of regio en met het MC gaven zij aan een motorclub te zijn. Zij waren het die het ‘one man, one vote-systeem’ introduceerden en hun eigen officieren kozen. Op de voorkant van hun motorjassen was te lezen wat de functie was van het desbetreffende lid binnen zijn chapter of afdeling. ‘Treasurer’, ‘president’ of ‘secretary’. Precies de namen en de regels die de politiemotorbendes gebruiken. Alles waarmee ze rondrijden hebben ze gepikt.

    Ambtenaren worden al zeer lange tijd lastiggevallen door hun baas wanneer blijkt dat zij lid zijn van een motorclub. In sommige gevallen worden zij zelfs geschorst of ontslagen. Alleen maar omdat zij lid zijn van een motorclub. Nog los van de huisbezoekjes of de bezoekjes aan de baas door politieagenten. Politieagenten? Toch niet van zo’n politiemotorbende zeker? Want opmerkelijk is het wel. Deze politiemotorbendes nemen je alleen maar aan als lid wanneer je bij de politie zit of hebt gezeten. Bij andere clubs wordt je dan juist ontslagen of kan je alvast op zoek naar een goede advocaat. Zelfs de Veterans MC met hun verdienstelijke operationele inzet en hun medailles zijn niet veilig voor de politie die geen kans onbenut laat om ze aan te houden.

    De laatste jaren zijn bijna alle grotere motorevenementen verboden op advies van de politie. Te gevaarlijk! Jaaa, misschien komen er wel leden van verschillende motorclubs tegelijk die dan onderling ruzie gaan staan maken. Over het van elkaar pikken van insignes, logo’s en colors bijvoorbeeld. En doodshoofden. Daar zal nu misschien een einde aan gekomen zijn. Zo zie je maar weer: de politie is je vriend en die pet past ons allemaal. Pet? Nou ja, motorhelm.

    Media smullen van G4S ‘terreurexpert’ (Buro Jansen & Janssen 2014)

    Hij duikt de afgelopen jaren geregeld op in de media als ‘onafhankelijk’ expert op het gebied van terreur, Glenn Schoen. Hij verkondigt doemscenario’s die de overheid dienen aan te sporen het pakket aan veiligheidsmaatregelen verder op te schroeven. Schoen echter is werkzaam voor de private beveiligingsfirma G4S, in wezen verkoopt hij zijn product.

    Glenn Schoen is een graag geziene gast in de wereld van de media. Van het tv-programma Dit is de dag van Tijs van de Brink, BNR nieuwsradio, Pauw en Witteman, Met het Oog op Morgen tot aan Hubert Smeets van NRC Handelsblad: ze maken allemaal dolgraag gebruik van de diensten van Schoen. Hij wordt onder andere omschreven als ‘terrorisme deskundige/expert’, ‘terreurdeskundige/expert’, ‘Al Qaida deskundige/expert’, ‘veiligheidsdeskundige/expert’, ‘veiligheidsanalist’ en ‘beveiligingsdeskundige’.

    Waaraan hij al deze titels te danken heeft, is niet altijd even duidelijk. Schoen heeft geen indrukwekkende publicatielijst op zijn naam staan. Wie een boek van hem probeert te vinden, raakt teleurgesteld. Ook artikelen van zijn hand in de media zijn moeilijk te vinden. Zelfs op de website van G4S, het beveiligingsbedrijf waar hij voor werkt, bevat geen publicaties onder de naam van Schoen.

    Hans Beerekamp schrijft in een van zijn tv-recensies in NRC Handelsblad (11-02-14) dat Glenn Schoen een ‘praktijkman’ is, ‘in de hoogtij van wat toen steevast werd aangeduid als ‘moslimterrorisme’ werd nog wel eens een praktijkman (Glenn Schoen was de bekendste) voor de camera gehaald.’ Volgens Beerekamp willen ‘we (de media red.) tegenwoordig toch liever een wetenschapper.’ Wie echter de mediastatus van Schoen bekijkt, constateert dat hij nog steeds een graag geziene gast is op radio en tv, maar ook in de geschreven media.

    In de NRC wordt hij zelfs twee dagen eerder dan de angehaalde tv-recensie van Beerekamp door journalist en ‘Ruslandkenner’ Hubert Smeets geciteerd in relatie tot de veiligheid van de Olympische Winterspelen in het Russische Sotsji: “Neem van mij aan dat de Russen voor een goede package zorgen: politieauto’s, motorrijders, busjes”, zo weet Schoen te melden.

    Dokter Clavan

    Er is sprake van een aantal opvallende zaken die aan het optreden van Schoen in de media ten grondslag liggen, maar ook de manier waarop de media met de man omgaan, baart enig opzien. De wijze waarop Schoen bijvoorbeeld zijn mening verkondigt, getuigt van een hoog ‘dokter Clavan’ gehalte. Misschien niet geheel vergelijkbaar met het niveau van het gesprek tussen interviewer Hobbema (acteur Wim de Bie) en dokter Clavan (Kees van Kooten) tijdens een tv-uitzending van Keek op de Week (12-11-89), maar veel recente opmerkingen van Schoen echoën het typetje van Van Kooten na:

    Hobbema: “Dokter Clavan, het gaat allemaal ongelooflijk snel hè?”
    Clavan: “Meneer Hobéma, het gaat eh, ongelooflijk snel.”
    Hobbema: “In een week tijd treedt de regering af, er komt een nieuw Politbureau, een vervroegde Partijconferentie… het is toch niet gering, hè, wat daar gebeurt?”
    Clavan: “Als u nagaat dat in één week tijd de regering aftreedt, dat er een nieuw Politbureau wordt benoemd, dat er een vervroegde Partijconferentie wordt uitgeschreven… Dat is niet gering hoor, wat daar gebeurt.”
    Hobbema: “En dan de Muur, die eigenlijk geen functie meer heeft…”
    Clavan: “De Muur heeft eigenlijk geen functie meer.”

    Taalhistoricus Ewoud Sanders schreef in zijn boek Jemig de pemig! (2000, etymologiebank.nl) dat de personage van dokter Clavan voortkwam uit het feit dat de ontwikkelingen (in Oost Europa red.) zo snel gingen en zo onduidelijk waren dat de gemiddelde leek die z’n krant had gelezen en naar CNN had gekeken, er evenveel zinnigs over kon opmerken als een wetenschapper die er jaren voor had doorgeleerd. Het was alom koffiedik kijken, speculeren en zinnen vullen zonder veel te zeggen.’ Schoen is dan wel geen wetenschapper, hoewel hij soms MA (Master of Science) achter zijn naam laat zetten, maar gebruikt veel van de technieken van dr. Clavan.

    In het artikel van Smeets over Sotsji, hoewel geen tv/radio, lijkt de conversatie van Hobbema en Clavan te worden gespiegeld. Smeets schrijft: ‘De politie krijgt ondersteuning van 23.000 mannen en vrouwen van het paramilitaire Ministerie voor Noodtoestanden.’ Smeets gaat verder over de draconische maatregelen die de Russen hebben afgekondigd. Dan volgt een vraag aan Glenn Schoen over de beveiliging van de Nederlandse hoogwaardigheid bekleders in Sotsji. Het antwoord van Schoen is dan zoals boven weergegeven: “Neem van mij aan dat de Russen voor een goede package zorgen: politieauto’s, motorrijders, busjes.”

    Op 17 maart 2014 wordt Schoen uitgenodigd door BNR Nieuwsradio voor een item over de verdwenen Boeing 777 van Malaysia Airlines (MH370) vanwege de lading en of het vliegtuig gekaapt zou kunnen zijn. De interviewer: “Want die theorie van die kaping is een hele serieuze aan het worden?” Schoen antwoordt: “Ja, dat is een hele serieuze aan het worden. Als we kijken naar hoe het toestel is gevlogen, wat er nodig moest zijn om het te veranderen. Welke route die initieel heeft gekozen? Het moment van de vlucht waarop het is gekozen?”

    De Nuclear Security Summit van 24 en 25 maart in Den Haag vormde een van de hoogtepunten voor Schoen. Veel journalisten vonden hun weg naar onze ‘terrorisme-expert’. Journalisten van onder andere het Dagblad van het Noorden, diverse edities van het Algemeen Dagblad, het Parool, De Nieuws BV van de VARA en het NOS Journaal raadpleegden hem. In het Parool (22-03-14) wordt Schoen geciteerd: ‘Volgens Schoen draait het allemaal om het afdekken van voorspelbare en voorstelbare risico’s. “De groepen moeten van elkaar gescheiden blijven; je wilt niet dat een Amerikaanse delegatielid wordt aangereden door een bakfiets.”’

    ‘Gevaarlijke wereld’

    De gemeenplaatsen die Schoen keer op keer herhaalt, lijken voor de media aantrekkelijk. Hij spreekt heldere en duidelijke taal. Er is echter ook iets anders waarom de man een graag geziene gast is. Hij vertegenwoordigt een groot deel van de journalistieke wereld die geen kritiek heeft op politie, justitie en inlichtingendiensten. Woorden als repressieve tolerantie, repressie, doorgeslagen veiligheidscultuur, gewelddadig politie-optreden en overmatige inbreuk op de burger- en mensenrechten wensen veel media niet langer in hun programma’s horen. Het gevaar van nu vormt bij de media het islamitisch terrorisme, de zelf ontbrandende burger, de eenzame waxinelicht-gooier en andere randverschijnselen van deze samenleving.

    Schoen sluit naadloos aan bij deze ideologie van de veiligheidsstaat. In het Financieele Dagblad (20-08-13) wordt hij geciteerd: “Als een van de kernactiviteiten houdt Al Qaida zich al tien jaar bezig met het kijken naar treinen als doelwit.” Voorbeelden hiervan zijn de aanslagen op treinen in Madrid in 2004 en op de Londense metro in 2005. “Dergelijke aanvallen zijn moeilijk te voorkomen. Het spoor is onderdeel van onze kritische infrastructuur, het is kwetsbaar, een aanslag werkt ontregelend. En helaas heeft een aantal incidenten laten zien dat je veel slachtoffers kunt krijgen”, aldus de veiligheidsexpert. Het artikel is geschreven naar aanleiding van een artikel in het blad Bild waarin beweerd wordt dat ‘veiligheidsdiensten gewaarschuwd hebben voor mogelijke aanslagen op zowel treinmaterieel als spoorinfrastructuur.’

    Veel van wat Schoen zegt is een open deur: “Een aanslag werkt ontregelend, je krijgt veel slachtoffers”. Het ontbreekt de man aan kritische analyse: “Dergelijke aanvallen zijn moeilijk te voorkomen.” Analyses van de aanslagen in Madrid en Londen, en de betrokkenheid en het falen van politie en inlichtingendiensten daarbij, zijn niet besteed aan Glenn Schoen.

    “We leven in een gevaarlijke wereld”, zegt hij aan het eind van een tv-uitzending van Dit is de dag met Tijs van den Brink (02-12-13). Het item gaat over het benaderen ven studenten die protesteerden tegen het bezuinigingsbeleid van de regering door de AIVD. Natuurlijk vindt Schoen het goed dat de dienst alles doet om de veiligheid van Nederland te waarborgen. Van den Brink is het helemaal met Schoen eens en stelt geen enkele kritische vraag aan de ‘terreurdeskundige’. Ook vraagt de interviewer niet naar het bedrijf waar Schoen voor werkt. De EO heeft Schoen in de Rolodex staan, want hij treedt er geregeld op bij ‘veiligheidsvraagstukken’.

    Dubbele tong

    Niet alleen de media zijn van hem gecharmeerd, ook in de semi-academische wereld van inlichtingen- en veiligheidsstudies is Glenn Schoen veelvuldig te vinden. Assistent Professor Giliam de Valk, docent aan de UvA, geeft samen met Schoen les aan de European Security Academy. Hun module is ‘Direction’ genaamd: ‘Voorafgaand aan het diner wordt een praktisch verband gelegd via global threats.’ De module behandelt onder andere de dreigingsmatrix en informatiepositie. Over Schoen staat geschreven dat hij ‘G4S Risk Advisory’ is en blijkbaar kennis heeft over ‘global threats’ en informatieposities van overheden en bedrijven.

    Enkele jaren geleden heeft Professor Dr. Rob de Wijk van The Hague Centre for Strategic Studies Schoen uitgenodigd voor de derde internationale masterclass over ‘International Emergency Management and specifically Consequence Management: try to prepare for the unthinkable disaster!’ Schoen sprak tijdens dit evenement in december 2011 over de bedreigingen van de moderne samenleving. Een jaar eerder waren de heren al gezamenlijk naar buiten getreden met het verhaal dat er sinds 11 september 2001 “zeker vijftig omvangrijke terroristische aanslagen van moslimextremisten in Europa voorkomen” (AD, 25-09-10). Schoen stapte in 2010 over van Ernst & Young naar G4S. Ook Edwin Bakker, hoogleraar Terrorisme aan de Universiteit Leiden, kent Glenn Schoen al jaren en deelt vaak zijn mening over veiligheid en terrorisme in de media.

    Hans Beerekamp schrijft in zijn tv-rubriek van 11 februari 2014 dat Schoen zo vaak optreedt omdat ‘de meeste mensen die er echt iets vanaf weten er niet over mogen praten.’ Volgens de NRC-journalist zouden mensen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de mensen zijn ‘die er echt iets vanaf weten.’ Wie de kritische literatuur over het veiligheidsbeleid volgt, zal concluderen dat geheime diensten het meestal niet echt zo goed lijken te weten. De mogelijke val van de Muur ontging de CIA in het geheel, evenals de aanslagen van 11 september 2001. Ook de AIVD en haar voorloper de BVD hadden veel zaken niet door, zoals de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh.

    Het gaat dus niet om de expertise van Schoen, maar om zijn mening die werd gevormd door zijn ‘professionele’ carrière. En daar doet zich iets geks voor. Wie in de krantenbank zoekt op de naam Glenn Schoen komt de expert of deskundige Schoen vaak tegen. Dat de man deskundige is, wordt overal vermeld, maar slechts in een derde van de artikelen over Schoen in Lexis Nexis van de afgelopen jaren wordt tevens de naam vermeld van het bedrijf waarvoor hij heeft gewerkt. Ook op radio en tv wordt vaak niet vermeld dat Schoen werkzaam is voor de beveiligingsindustrie.

    Is dat dan zo belangrijk? Als Schoen zegt dat ‘we in een gevaarlijke wereld leven’, ‘treinen gevaar lopen’ en ‘elke massa is doelwit’ (Parool, 11-07-05), moet de mediaconsument weten dat hier iemand spreekt die zijn boterham verdient met beveiligen. Het aandikken van het gevaar kan, indirect, extra inkomsten voor het bedrijf waar Schoen voor werkt opleveren.

    Inlichtingen- en beveiligingsadviezen in de commerciële wereld, maar ook in de publieke sector hebben zowel te maken met omzet als met politieke kleur. Glenn Schoen werkt al sinds 1988 in dienst van de commerciële inlichtingenwereld. Eerst onder de vleugels van Noel Koch, een hard-liner die diende onder president Nixon en Reagan, en sinds 2006 als beveiligingsanalist voor Ernst & Young en G4S. Het feit dat hij voor G4S, het grootste beveiligingsbedrijf van de wereld, werkzaam is, maar ook nog eens een groot deel van zijn professionele carrière bij bedrijven van een conservatief uit de rangen van Nixon, zegt iets over zijn mening omtrent beveiliging en hoe de wereld in elkaar zit.

    Private inlichtingenwereld

    Schoen kan dus in principe over alles meepraten. Of het nu gaat over Sotjsi, verdwijntips voor Holleeder, benaderen van studenten door de geheime dienst, Osama Bin Laden, een verdwenen Boeing, beveiliging rond de Olympische Spelen of de NSS; hij heeft een antwoord paraat. Hij werkt al vele jaren in de wereld van het op commerciële basis verzamelen van inlichtingen en adviezen geven over beveiliging. Een lucratieve wereld, zoals hij zelf ooit eens als veiligheidsadviseur van Ernst & Young duidelijk maakte. “Wereldwijd gaat er 53 miljard om in de beveiligingsindustrie”, zegt Glenn Schoen, terrorisme-expert van Ernst & Young. “Meer dan in de film- en de muziekindustrie bij elkaar.”(Vrij Nederland, 10-02-07)

    Schoen begon zijn analytische carrière in 1988 bij International Security Management Inc. (ISM Inc.), een bedrijf uit het Amerikaanse Maryland. ISM Inc. is een zogenoemd beveiligings-adviesbedrijf. Het verdient zijn geld met het verkopen van reis- en veiligheidsadviezen aan bedrijven en vakantiegangers. De meeste van die adviezen bestaan uit het opnieuw verpakken van overheidsinformatie, maar ook uit het bijhouden van berichtgeving door de internationale media.

    In 1998 legde Schoen uit dat het beter is om het Midden-Oosten te vermijden. ‘Certain Islamic countries pose the biggest threat, security consultants like Schoen say, especially Iraq, Jordan, Yemen’, tekent de Seattle Times News Services (15-02-98) op uit de mond van Schoen. Schoen’s informatie is echter grotendeels afkomstig van overheidsorganen en uit de media. ‘The State Department has issued an alert urging American travelers to be aware of government warnings and travel advisory updates stemming from anxieties in the Persian Gulf’, wordt enkele regels eerder aan de opmerking van Schoen vermeld.

    In het algemeen volgen private inlichtingenbedrijven de overheidsinformatie op de voet en ‘verkopen’ die door aan bedrijven en individuen. Een woordvoerder van het State Department legt Schoen bijna de woorden in de mond, al gebruikt die dan niet de namen van specifieke landen: ‘“While at this time we know of no specific threats to U.S. citizens or interests overseas in relation to the present situation in Iraq, we cannot discount the possibility of random acts of anti-American violence”, a spokesman said.’

    De baas van International Security Management Inc. is Noel Koch die in 1986 ook de president wordt van een ander commercieel inlichtingenbedrijf, Transecur inc. Dit bedrijf wordt omschreven als een ‘web-based’ beveiligings-/adviesbedrijf dat inlichtingen over mogelijke gevaren verschaft aan bedrijven, overheden en rijke families. Koch werkte in de jaren ’80 onder president Reagan als assistent van de minister van Defensie en als directeur speciale planningen van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Daarvoor was hij tevens speciaal assistent van president Nixon. Hij leidde het eerste onderzoek naar de aanslagen op de Amerikaanse ambassade in Beiroet in 1983. Koch is duidelijk een hardliner en warm pleitbezorger van de private beveiligingswereld. Schoen heeft vanaf eind jaren ’80 voor hem gewerkt.

    Eind jaren ’90 verkaste Schoen van International Security Management Inc. naar Transecur inc. waar Koch ook de baas van is. In 2004 opent Transecur een Europees kantoor in Den Haag. Koch benoemt Schoen tot directeur analytische diensten. Business Wire (01-06-04) omschrijft Schoen als een expert op het terrein van ‘European and Middle Eastern sub-conflicts, and special interest activism’.

    Dat Schoen een goede leerling van Koch is geweest, blijkt uit een presentatie tijdens een conferentie in Polen, oktober 2012. Onder de titel ‘Terrorism in Europe: Perspectives on 2013-2014’ vertelt Schoen over hoe “the terrorist threat from various quarters – leftwing, rightwing, Jihadist, separatist, activist – is evolving.” Links, rechts, activist, of separatist, het zijn allemaal jihadi en gevaarlijk, zo is de ‘overtuiging’ van Schoen.

    Media-carrière

    In 2005 verlaat Schoen, na 18 jaar werkzaam voor Noel Koch te zijn geweest en na een jaar als Europese directeur van Transecur, zijn post en treedt in dienst van Ernst & Young als veiligheidsadviseur. In dat jaar begint ook zijn Nederlandse media-carrière. In Amerika had hij ook al een status als mediadeskundige opgebouwd, maar de Amerikaanse Nederlander moet in Holland natuurlijk een nieuwe status zien op te bouwen.

    Dit gaat hem goed af, mede dankzij de hoogleraren Rob de Wijk en Edwin Bakker. In 2010 beweren de Wijk en Schoen beiden dat de inlichtingendiensten vijftig aanslagen hadden weten te voorkomen sinds 2001. Veel bewijs hadden ze er niet voor, maar de twee ‘terreurdeskundigen’ uit zowel de publieke als de private sector kregen veel aandacht in de media. In 2010 stapt Schoen over naar G4S om daar de post ‘risk advisory’ in te vullen. Op de website van G4S is te lezen dat ‘Security en Safety Risk Management een groeiende noodzaak’ zijn.

    Glenn Schoen werkt ondertussen bijna vier jaar als veiligheidsadviseur bij het grootste beveiligingsbedrijf ter wereld. G4S is daarnaast de een na grootste werkgever op aarde met meer dan 600.000 werknemers en biedt oplossingen voor zo’n beetje alles, waarbij het niet altijd alleen om veiligheid draait.

    G4S verzorgt de beveiliging op vliegvelden, voor de Olympische Spelen, regeringsgebouwen, havens, allerlei instituties van de Verenigde Naties, niet gouvernementele organisaties, banken en andere commerciële bedrijven, mijnen, olievelden en installaties, kerncentrales. Maar het bedrijf is ook actief bij het geldtransport, in het gevangeniswezen, politiewerk, ambulancewerk, vluchtelingengevangenis en uitzettingen, huisarrest toezicht. G4S is op vele plaatsen doorgedrongen in de haarvaten van de samenleving. Een allround bedrijf, net als Schoen die van alle markten thuis is en overal kan aanschuiven.

    Bij al die mediaoptredens werd Schoen sinds 2010 nooit iets over zijn eigen bedrijf gevraagd. Tijdens de elfde European Security Conference & Exhibition in april 2012 hield hij een lezing over ‘Olympic Terrorism Concerns – Past & Present’. Niemand in de zaal zal hem lastige vragen hebben gesteld over het aanstaande debacle dat G4S in de zomer van dat jaar ontketende. Het bedrijf bleek niet in staat om genoeg beveiligers te rekruteren en voor een deugdelijk veiligheidsplan te zorgen. Het Britse leger moest uiteindelijk uitrukken om de Olympische Spelen in Londen door te kunnen laten gaan.

    Iedere burger kan bedenken dat een van de eerste vereisten voor het voorkomen van aanslagen een goede beveiliging is. Daar hoef je geen deskundige of expert voor te zijn. Schoen is nooit over het disfunctioneren van G4S bij de Olympische Spelen in Londen ondervraagd. Ook rond het WK voetbal in Zuid-Afrika (2010) en de Olympische Winterspelen (2014) is Schoen over terreurdreigingen in de media verschenen.

    Schandalen

    Na het fiasco rond de gebrekkige beveiliging rond de Olympische Spelen van 2012 in Londen stapelden de schandalen rond G4S zich op. De schandalen speelden zich vooral af in Engeland, maar dit is deels bedrog aangezien de Britse media veel publiceren over het bedrijf en haar medewerkers. Het gaat dan om uiteenlopende zaken, zoals het oplichten van de overheid bij een programma voor het controleren van mensen onder huisarrest. G4S heeft de overheid rekeningen gestuurd van mensen die allang geen huisarrest meer hadden, of die overleden waren.

    De dood van een invalide man die werd vervoerd door een ambulance van G4S, het uitzetten van een zwangere vrouw die op het punt stond te bevallen, de dood van een vluchteling door toedoen van G4S-bewakers die de man voorafgaande ook nog racistisch zouden hebben bejegend, de slechte staat van de opvang voor asielzoekers waarbij de lokale overheid moest ingrijpen, zijn slechts enkele andere voorbeelden van de vele schandalen rond het bedrijf.

    In het buitenland is het niet veel beter gesteld. G4S stuurde slecht getrainde labiele bewakers naar Irak die elkaar doodschoten en verwondden. In de VS konden mensen zomaar het terrein van een uraniumverrijkingsfabriek, beveiligd door G4S, oplopen. In Israël werkte G4S mee aan de afsluiting van de bezette gebieden, de West Bank en de Gaza-strook. Ook verzorgde het bedrijf de beveiliging van gevangenissen waar Palestijnse politiek gevangenen en kinderen worden opgesloten.

    In Australië stierven vluchtelingen en gevangenen in de slecht geprivatiseerde gevangenissen van G4S, terwijl in Zuid-Afrika gevangenen werden gemarteld middels elektroshocks en plat spuiten. De meeste media schreven een nieuwsbericht over de martelingen en noemden G4S. In De Groene Amsterdammer beschrijft freelance-journalist Ruth Hopkins het onderzoek naar de behandeling van de gevangenen door G4S. Enkele media besteedden er iets meer aandacht aan, maar Glenn C. Schoen is in het openbaar nooit naar de situatie in de gevangenissen in Zuid-Afrika gevraagd.

    Kritiekloze media

    Begin dit jaar stonden de kranten vol van een personeelsstaking bij G4S wegens dreigende ontslagen. Dit als gevolg van de bezuinigingen en sluitingen van gevangenissen door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Door middel van bezettingen, demonstraties en picket-lines probeerden de werknemers de directie van G4S op andere gedachten te brengen. De media-aandacht voor werknemers die worden ontslagen staat in schril contrast met de aandacht die de vele burger- en mensenrechtenschendingen door G4S krijgt.

    Schoen’s regelmatige mediaoptredens blijven ondertussen gewoon doorgaan. Op 8 maart 2014 treedt hij op als veiligheidsdeskundige in het NOS radioprogramma Met het Oog op Morgen, zonder de vermelding dat hij voor G4S werkt. Hij wordt gevraagd naar de mogelijkheid van een terroristische aanslag op vlucht MH370 van Malaysia Airlines. Op 11 april 2014 zit hij in de uitzending van WNL Opiniemakers van de publieke omroep over het feit dat er geen particuliere beveiligers worden toegelaten op Nederlandse koopvaardijschepen.

    Tussendoor verschijnt er een interview met hem op de G4S website. Schoen geeft daarin aan dat “G4S zowel in een adviesrol als een operationele rol betrokken was bij de NSS. Als kleine schakel in een enorme operatie, heb ik persoonlijk invulling mogen geven aan de adviseursrol.” Naast zijn eigen ‘bescheiden’ rol, noemt Schoen ook de rol van het gehele bedrijf waar hij voor werkt. “Naast de massale inzet van politie en defensie, droegen ook veel beveiligers uit de private sector een steentje bij op het gebied van security en safety. G4S leverde ongeveer 1.100 extra diensten tijdens de NSS”, wordt uit de mond van Schoen opgetekend.

    Natuurlijk wordt Schoen niet gevraagd waarom G4S eigenlijk niet de gehele beveiliging heeft mogen uitvoeren. Het Olympisch debacle zal G4S zo snel mogelijk willen vergeten. Over wat er dan met de adviezen van Schoen is gebeurd, wil de tekstschrijver van de website van G4S ook al niet weten, maar het artikel is dan ook bedoeld als promotie van de beveiligingsbranche en specifiek G4S.

    Toch is er niet zoveel verschil tussen het optreden van Glenn C. Schoen op de website van G4S en zijn optreden in de Nederlandse media. Waarom de beveiliger met alle egards wordt ontvangen, lijkt minder met zijn expertise te maken te hebben dan met zijn onkritische houding ten aanzien van de veiligheidsstaat. Als beveiliger is het logisch om de wereld als het inferno van Dante te omschrijven, hoe gevaarlijker, hoe meer business. Voor de journalistiek lijkt in principe hetzelfde uitgangspunt te gelden. Geweld en ellende verkopen nu eenmaal beter dan het verhaal dat de meerderheid van de Nederlanders elke dag zonder problemen zal doorkomen.

    Toch verwacht je van de journalistiek wel enige mate van feitenonderzoek, en op z’n minst dat de achtergrond van de ‘deskundige’ of ‘expert’ expliciet wordt vermeld. Het weglaten van de naam van het bedrijf waar Schoen voor werkt, geeft eigenlijk aan dat de media niet geïnteresseerd is in de werkelijke feiten ten aanzien van de veiligheid, maar graag een mening wil horen die overeenkomt met die van de journalist. Bij de berichtgeving over het veiligheidsbeleid in Nederland of elders wordt bijna nooit voor een kritische insteek gekozen. Het optreden van Schoen in de media is daar dan ook een schoolvoorbeeld van.

    Over de onzichtbare belangen van veiligheidsdeskundigen in de media. (Medialogica 2016)

    In een tijd van oorlogen en aanslagen geven deskundigen duiding in nieuws- en actualiteitenprogramma’s. Ervaren, betrouwbare mensen. Goede sprekers. Grote namen. De boodschap is vaak: Beter beveiligen, minder bezuinigen op defensie en een steviger militair optreden. Allemaal in het landsbelang. Maar, hoe onafhankelijk zijn deze deskundigen..?
    Medialogica onderzoekt de banden tussen deskundigen en bedrijven in de beveiligings- en wapenindustrie. En waarom journalisten die zakenrelaties bijna nooit noemen.

    Veiligheidsdeskundige Glenn Schoen gaf meer dan 1400 interviews. Daarin vertaalt hij internationale spanningen naar een groeiende angst in Nederland. Schoen pleit vaak voor een betere beveiliging. Maar wat de media daar niet bij vermelden, is dat Glenn Schoen al decennia lang werkzaam is voor de beveiligingsindustrie. “Dat zou er wel bij vermeld moeten worden”, stelt Marcel Gelauff, hoofdredacteur van NOS Nieuws. “Het belang van zo’n iemand zou natuurlijk kunnen zijn, dat het beveiligingsbedrijf graag wil dat het z’n product kan verkopen.”

    Als voormalig opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten, is Dick Berlijn in de media een veelgevraagd duider bij allerlei veiligheidsvraagstukken. Berlijn is vurig voorstander van het JSF-gevechtsvliegtuig. Waarom vertellen journalisten er niet bij, dat Berlijn werkzaam is voor het bedrijf Thales, dat producten en diensten levert voor de JSF? En hoe kan het dat nergens wordt genoemd, dat Dick Berlijn en voormalig Secretaris-Generaal van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, als lobbyist worden betaald door TenCate, dat allerlei militair materiaal produceert? De Hoop Scheffer en Berlijn protesteren in de media voortdurend tegen bezuinigingen op defensie. Terwijl ze werkzaam zijn voor een bedrijf dat zwaar te lijden heeft onder diezelfde bezuinigingen.

    Berlijn laat zich in de uitzending van Medialogica geen lobbyist noemen. “Ik heb wel een systeem van TenCate onder de aandacht van mijn oude defensiecollega’s proberen te brengen. Is dat lobbyisme..?” Ook vertelt Berlijn, dat hij actief een journalist heeft benaderd, om een verhaal over een militair product van TenCate in de krant te krijgen. Met succes. En zonder dat zijn functie bij TenCate wordt vermeld. Hoe kunnen deze lobbyisten al jaren als onafhankelijke deskundigen in de media hun verhaal doen?

    Promo Medialogica: Kennis van Zaken
    HUMAN
    WOENSDAG 24 FEBRUARI 2016, OM 22.50 UUR OP NPO 2
    Door: Erwin Otten en Marco de Lange.
    het programma