• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De Bestraffers MC

    Dupont schreef in zijn rubriek al verschillende malen over politiemotorbendes. De Nederlandse wegen worden bereden door motorbendes als Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. De gewone burger zal ze waarschijnlijk nooit hebben zien rijden, dus hun zelf uitgeroepen status op internetsites en Facebook duidt meer op wannabe’s dan op een echte motorclub.

    Sinds enige tijd is er een nieuwe politiemotorbende bijgekomen. Boven een woeste grijnzende doodskop staat de naam van hun club: Punishers LEMC. LEMC staat voor Law Enforcement Motorcycle Club. Ja, we geven toe, die doodskop in combinatie met de stoere naam doet wel een beetje schrikken. Aan de andere kant hebben we wel begrip voor de politie-ego’s van mannen die de hele dag in de struiken hebben gezeten om argeloze voorbijgangers te betrappen die een paar kilometer te hard rijden. Na je werk wil je ook wat, dus een beetje vent gaat dan toch wel graag even een blokje om met zijn doodskop op de rug.

    En de naam Punishers past daar goed bij. Al vele malen heeft de politie aangegeven dat ze de wet willen veranderen en meer bevoegdheden willen. Want ja, een politieman wil nu eenmaal graag de burger bestraffen. Vandaar dan ook die naam Punishers. Een hartekreet.

    Omdat de politie natuurlijk altijd het goede voorbeeld geeft, kijken we even op de mooie website vol gepikte foto’s uit de Verenigde Staten van de Punishers LEMC, afdeling Nederland: http://punishers-holland.jouwweb.nl/wie-zijn-wij Wij zien fotootjes van motorrijdende mannen in t-shirtjes en blote handen zonder handschoenen. Tsja, gelukkig zijn wij niet van de politie, want in sommige landen is het zelfs bij wet verboden zonder beschermende kleding met een motor deel te nemen aan het verkeer. In België en Frankrijk bijvoorbeeld.

    Het Brabants Dagblad meldde nog op 2-2-2012 hoe twee drijvende krachten van de website Gekkermoethetnietworden .nl op het politiebureau van Uden werden ontboden, omdat zij op hun website de grap hadden gemaakt dat een leegstaand fabriekspand een ideaal clubhuis zou zijn voor de Hell’s Angels. De krant destijds: ‘Politiewoordvoerster Dekkers stelt dat dit verhaal is gaan rondzingen. “Het kan leuk bedoeld zijn, maar het gaat om een politiek gevoelig onderwerp en dit kan overal in Nederland worden gelezen en verkeerd worden opgepakt.’

    Je zou dus denken dat de politie helemaal niet van grappen houdt in verband met motorclubs. We gaan er dus maar vanuit dat dan ook de Punishers LEMC bittere ernst is. Wij wensen de club met zijn uit de Amerikaanse 1%-scene afkomstige titels en functies als prospect, road captain, secretary, president, sergeant-at-arms en vice-president daarom veel succes in hun komende strijd met de overheid die ongetwijfeld zal bestaan uit zeer vele snelheidsboetes, staande houdingen, gesloten clubhuizen, burgemeestersoverleg, ontslagen, bezoekjes aan de huisbaas en de werkgever en een bezoekje aan bezochte horeca-gelegenheden. Dat hoort bij het leven van Nederlandse staatsburgers zonder strafblad die lid zijn van een niet bij wet verboden motorclub vandaag de dag. En daar willen jullie toch zo graag bijhoren?

     

    In Vino Veritas

    Op 31 januari 2017 berichtte welingelichtekringen.nl hoe politieagenten in Nijmegen tekeer gingen in een lokale kroeg ter viering van hun nieuwjaarsborrel. ‘Nieuwjaarsreceptie politie loopt uit de hand’, kopt het artikel.

    De teamchef die erbij was zegt erover het volgende: ,,Er was bij enkele collega’s sprake van overmatig drankgebruik, er werd in wastafels geürineerd, buiten werd de genuttigde drank teruggegeven aan de straatstenen en het barpersoneel voelde zich ongemakkelijk bij het gedrag van onze groep. Hoe kunnen wij als onafhankelijke wetshandhavers morgen weer naar dit café om anderen op hun gedrag te wijzen?’

    Nou zou je natuurlijk kunnen beweren dat het eigenlijk wel meevalt. Maar wat heel opmerkelijk is, is vooral ook het volgende: ‘Een woordvoerder van de politie zegt tegen het AD dat het allemaal wel meeviel en dat de teamchef overdrijft.’ Dus wat is het nou? Een teamchef die zijn verantwoordelijk neemt en bovendien aanwezig was en dus ooggetuige of een politiewoordvoerder die er niet bij was? Zelfs over zo iets simpels als een dronkemansfeestje slaagt onze politie er niet in een eensluidende verklaring af te geven.

    Het lijkt symptomatisch voor het gedrag van de politie. Enerzijds roepen ze het één, anderzijds roepen ze totaal iets anders. In sommige steden roept de politie de burgemeesters op alles uit de kast te halen om motorclubs te hinderen, in andere gemeenten zegt de politie dat er geen enkel probleem is met motorclubs. De politie roept op om motorclubs bij wet te verbieden, tegelijkertijd richten politiemedewerkers zelf politiemotorbendes op als Lex Legio, Marshalls en Blue Knights. Enerzijds wil de politie alle evenementen van motorclubs verbieden, anderzijds worden er juist in Heerlen evenementen door politiemotorbendes gehouden.

    Deze week nog werd bekend hoe een politieman die in uniform masturbeerde in het politiebureau werd ontslagen, anderzijds kregen de agenten verantwoordelijk voor de dood van Mitch Henriquez een baangarantie. Dus wat wil de politie nou eigenlijk? Er worden vele statements afgegeven aan de media waarin de politie vraagt om meer bevoegdheden, er wordt geklaagd over onverantwoordelijk gedrag van burgers, motorclubs moeten om wangedrag verboden worden en tegelijkertijd misdragen politieambtenaren zich zelf en zijn het dan ook nog eens publiekelijk met elkaar oneens.

    Misschien is het een idee om het geld voor het volgende nieuwjaarsfeestje uit te geven aan een lezing over normbesef en een gedegen mediatraining.

     

    Het feestje dat niet doorging!

    Het is 4 juni 2016. De oplettende lezer beseft dat dat vorig jaar was. De Limburger kopt: ‘Het feestje dat niet doorging.’ In de inleiding van het artikel vervolgt de krant: ‘Een militaire onderscheiding als eerbetoon voor getoonde inzet. De uitreiking ervan aan zeven oud- Libanongangers in Heerlen deze week ging echter niet door. De burgemeester zegde het feestje af omdat een van de veteranen lid is van Satudarah.’

    Ja, wij hebben het destijds al gezegd. De burgemeester is Ralf Krewinkel. De tovenaarsleerling van de Kerkraadse burgemeester Jos Som. Jos Som, de meneer die een clubhuis van de Hells Angels sloot omdat dat beter was voor de horecazaak van zijn dochter die daarnaast zit op de nieuw ingerichte Markt in Kerkrade. Een Markt die onderdeel was van een groot project waarbij wij de vraag stelden of meneer Som daar financieel beter van was geworden.

    Maar dit terzijde. Meneer Krewinkel annuleert een ceremonie waarbij zeven veteranen, waarvan enkelen een PTSS hebben opgelopen door hun uitzending, een medaille uitgereikt zouden krijgen. Meneer Krewinkel heeft namelijk ontdekt dat één van die veteranen lid is van motorclub Satudarah. Ja, en dan ben je in de ogen van niet-militair Krewinkel geen veteraan meer en heb je ook geen recht op een medaille. En krijg je lekker ook geen hand van meneer Krewinkel.

    Meneer Krewinkel heeft dit soort maatregelen niet zelf bedacht. Nee, natuurlijk niet. Al in Den Haag verbood de burgemeester een andere motorclub om mee te rijden in het veteranendéfilé tijdens de Nationale Veteranendag. Dat gebeurde nu al drie maal. Meneer Van Aartsen bepaalt in het kader van de openbare orde wie er welkom is in zijn stad. En dat waren de Veterans MC dus niet. Ook niet tijdens het veteranendefilé. De nooit-militair Van Aartsen roept wel op 4 en 5 mei dat we onze vrijheid te danken hebben aan de offers van zovele militairen. Maar ja, dat tuig in je stad ontvangen en dan ook nog op de motor is natuurlijk wat anders.

    En zo zal ook meneer de burgemeester van Heerlen hebben gedacht. Dupont heeft zich verdiept in de affaire en ontdekte een aantal zaken. Zo is het dat het gaat om de Nobelprijs voor de Vrede die is uitgereikt aan de soldaten die VN-missies hebben uitgevoerd. Deze nobele onderscheiding werd al bijna 30 jaar geleden toegekend aan die VN-ers. Alleen vond de Nederlandse overheid het veel te omslachtig om de bijbehorende draaginsignes uit te reiken aan de individuele soldaten die de onderscheiding hadden verdiend. Dat heeft dus 30 jaar lang niet plaatsgevonden.

    Maar er is inmiddels het één en ander veranderd in soldatenland. Het volk moet blijven geloven in de nuttigheid van al die militaire missies en de soldaten zelf moeten gemotiveerd blijven. Zonder een beetje motivatie zouden ze zich anders misschien gaan afvragen wat een stel analfabete woestijnbewoners te maken heeft met onze nationale veiligheid. Dus probeert onze overheid zich te presenteren als een overheid die oké is. Er is dus een gezellige Nationale Veteranendag gekomen en die oude Nobelprijs wordt alsnog uitgereikt. En zo is het begonnen.

    Het Ministerie van Defensie weet niet wie de eigen veteranen zijn, daarom krijgen alleen mensen die in actieve dienst zijn én mensen die geregistreerd zijn bij het Veteranen Instituut in Doorn een brief thuis met het verzoek een formulier in te vullen waarmee de zeer geachte veteraan zijn medaille kan laten uitreiken. Dat kan op het gemeentehuis in de woonplaats van de zeer geachte veteraan en dat gebeurt dan door de burgemeester. Het kan ook op enkele lokaties in het ganse land waarbij hoge militairen de medaille uitreiken met militair ceremonieel. De veteranen die niet zijn geregistreerd door Defensie moeten zelf maar zien dat Defensie ontdekt dat zij veteraan zijn. De veteraan is verplicht nette kleding aan te trekken bij deelname aan de ceremonies.

    En over registratie gesproken. Leden van motorclubs worden overal geregistreerd. Dit om ervoor te zorgen dat zij bij bepaalde banken geen hypotheek meer kunnen krijgen, of een lening, hun horecavergunning wordt ingetrokken, of hun beveiligingspas, hun zaak kan worden dichtgetimmerd of om de lokale media wat negatieve roddels over ze te laten schrijven. De lezer ziet het, niets dan voordelen. Door de registratie kan tevens worden gezien dat de oud-soldaat die in aanmerking komt voor de Nobelprijs voor de Vrede, eigenlijk een lid is van een niet-verboden motorclub. Nou, en dan krijg je geen medaille. Dat scheelt waarschijnlijk enorm in de kosten.

    Wij maken nu even een klein zijstapje. Op 25 oktober 2016, alweer vorig jaar dus, berichtte de NOS dat het Ministerie van Justitie heeft besloten dat motorclubs Veterans en Black Sheep niet crimineel zijn. Op 4 januari 2017 bericht de Leeuwarder Courant dat de politie Noord-Nederland de motorclub Black Sheep nog steeds beschouwt als een OMG (Outlaw Motorcycle Gang). Ondanks het feit dat het Ministerie van Justitie twee motorclubs vrijpleit, geeft de politie aan daarmee niet akkoord te gaan. Al eerder verklaarde de Koninklijke Marechaussee dat er bij de Veterans MC geen strafbare feiten werden gesignaleerd. Maar ook daar was de politie het niet mee eens.

    De lezer van deze blog weet dat de politie veel in het nieuws komt. Dupont heeft daarover vaak gesproken. Zaken die dan zoal besproken worden lopen van twitterberichten waarin politiechefs de minister het zwijgen opleggen, mishandeling met de dood tot gevolg, valsheid in geschrifte in processen-verbaal en voortgangsrapportages, het omsingelen van het Binnenhof voor een hoger loon met dienstmaterieel en dienstwapens, het constant zeuren over meer middelen en bevoegdheden, corruptie en omkoping, het gebruik van het dienstwapen met zeer ernstige gevolgen, het bekritiseren van de democratische instituten van ons land, het bekritiseren van de rechterlijke macht, het naast zich neerleggen van uitspraken van de rechterlijke macht. Kortom, het lijkt of we in het Argentinië van Jorge Zorreguieta zijn. Je moet er toch niet aan denken dat zulke onbesuisde rabauwen een motorclub oprichten?

    In verschillende artikelen op onze blog schreef Dupont hoe er verschillende politiemotorbendes zijn in Nederland. De Marshalls, Lex Legio en de Blue Knights. Deze motorbendes zijn alleen maar voor politiemensen en oud-politiemensen. Als je het hart maar op de juiste plek hebt, zeg maar. Het is nog niet gebleken dat dergelijke politiemotorbendes ook maar iets door de daartoe bevoegde autoriteiten in de weg is gelegd. Dat is niet heel erg verwonderlijk. Immers wanneer het bevoegd gezag maatregelen neemt tegen een motorclub, is dat vrijwel altijd op advies van….de politie. Ja, wat dacht u dan?

    Motorclubs die in Nederland actief zijn, worden in speciale politiehandboeken over motorclubs vaak vergeleken met gebeurtenissen en incidenten met motorclubs in het buitenland, dan wel het zeer verre buitenland. Vrijwel altijd zijn deze gebeurtenissen jarenlang geleden. Zo wordt veelvuldig gerefereerd aan een strijd tussen Hells Angels en Bandidos in Scandinavië. Vergeten wordt te vermelden dat dit allemaal al meer dan 20 jaar geleden is en deze clubs inmiddels samen feesten organiseren en heel goed met elkaar omgaan. Ook incidenten tussen motorclubs in de Verenigde Staten worden veelvuldig genoemd om de motorclubs in Nederland in een slecht daglicht te stellen. Niet vermeld wordt dat ook in de Verenigde Staten Hells Angels en Bandidos vrede hebben gesloten en elkaar zelfs helpen bij ongevallen en pech.

    Wat ook niet wordt vermeld in de mooi uitgevoerde en o zo handige bikerhandboeken van de Nederlandse oom agent, is dat er natuurlijk in het buitenland wel uitzonderingen zijn op het gedrag van motorclubs. Zo is met name motorbende Iron Order berucht en regelmatig betrokken bij schietpartijen die soms zelfs dodelijk zijn. Iron Order MC bestaat hoofdzakelijk uit politieagenten en gevangeniscipiers die gewapend rondrijden op hun motorfietsen. Dupont heeft hierover vorig jaar al uitvoerig bericht in diverse blogs.

    Is het daarmee tijd om de Nederlandse politiemotorbendes met andere ogen te bezien? Motorbendes waar alleen mensen lid van mogen worden die politieagent zijn? Of zijn geweest? Politiemensen die zo enorm vaak genoemd worden bij zoveel strafbare feiten en incidenten? Kan iemand de mogelijkheid uitsluiten dat politieagenten die binnenvallen bij leden van motorclubs, of belast zijn met het verbieden van de toegang tot het veteranendefilé in Den Haag, of de complete inboedel bij No Surrender-voorman Henk Kuipers hebben vernield zelf onderwerp zijn van een onderzoek naar strafbaar handelen? Of lid zijn van een politiemotorbende als Blue Knights, Marshalls of Lex Legio? De lezer nodigen wij uit de blogs van Dupont op deze site over deze politiemotorbendes nog eens na te lezen. Onze beweringen zijn tot stand gekomen na veel onderzoek en goed onderbouwd. In Duitsland heeft een politiekorps dat nauw samenwerkt met de Nederlandse politie vorig jaar zelfs speciaal een motorclub, Schnelles Helles, opgericht bestaande uit potige agenten om daarmee de Hells Angels te provoceren. Dus wat gebeurt er in Nederland? Heeft de politie hier ook invloed binnen bepaalde clubs? Of beperken zij zich tot hun eigen politiemotorbendes?

    In ieder geval kunnen we na deze zijsprong terugkeren naar Heerlen, de uitreiking van medailles en nooit-militair Ralf Krewinkel. Want wat is namelijk het geval? Op 26, 27 en 28 mei viert politiemotorbende Blue Knights MC zijn twintigste verjaardag. Volgens de eigen website van de club: http://blueknightsnl2.nl/ Het zal de lezer niet zijn ontgaan dat het grote feest plaatsvindt in Heerlen. In Villa Eikhold om precies te zijn. Ook daar schreef Dupont al eerder over. En wie was nou ook alweer die burgemeester van Heerlen? Ja, Riding Ralf Krewinkel, helemaal goed. De politiemeneren van de motorbende zijn welkom in zijn stad. Meer dan welkom zelfs. Misschien vindt meneer Krewinkel het zelfs een grote eer. Het is zelfs niet uitgesloten dat meneer Krewinkel zelf aanwezig zal zijn op het feest van de motorbende.

    Nu zou je kunnen zeggen dat er niets aan de hand is, want net als alle andere feesten van motorclubs zijn er tijdens feesten nooit incidenten. Feesten en bijeenkomsten van motorclubs worden alleen maar verboden door geschrokken burgemeesters wanneer de politie adviseert dat er misschien onenigheid komt doordat vijandelijke clubs heel erg misschien ook op dat feest afkomen. Bij zulke vage vermoedens moet natuurlijk het zekere voor het onzekere worden genomen en het feest, ondanks hoge al gemaakte kosten, worden afgezegd. Voor ieders veiligheid.

    Het is dan ook alleen maar om het zekere voor het onzekere te nemen dat wij Riding Ralf Krewinkel alvast waarschuwen. Wij hebben namelijk net een bezoek gebracht op enkele Facebookpagina’s als ‘The Force’ en ‘Discriminatie van motorclubs’ en daar wordt al opgeroepen om dat feestje van de Blue Knights in Heerlen te gaan bezoeken. En het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn dat vage aanwijzingen door lanterfanters op Facebook of in expres gedane uitlatingen op getapte telefoons resulteren in een erg vijandige of zelfs gevaarlijke situatie op een groot feest. En al helemaal niet in Heerlen, want stel je voor dat er gevochten gaat worden, dan zijn er daarna veteranen en die zijn ook al niet welkom. En narigheid zou ook helemaal onnodig die politiemotorbende in diskrediet brengen. Dus Riding Ralf, u weet het. Villa Eikhold, Blue Knights en de maand mei. U weet wel die maand waarin we de veteranen herdenken en eren. Al is dat laatste woord voor u misschien heel moeilijk.

     

    Politieagenten lid van 1%-clubs

    Op dinsdag 19 februari 2013 circuleerde bij de Nationale Politie het volgende intranetbericht:

    Beste collega,

    Het afgelopen jaar is de landelijke aanpak van de zogenaamde 1% motorclubs stevig van start gegaan. In een integrale inspanning wordt het criminele en normoverschrijdende gedrag van leden van deze clubs aangepakt. Een niet onbelangrijk aspect van deze aanpak is de integriteit van de overheid. Het is, vanwege de associatie met criminele activiteiten van leden, ongewenst dat leden van 1% motorclubs een publieke functie uitoefenen. Zeker voor de politie geldt dat een lidmaatschap van een 1% motorclub of nauwe contacten met een of meerdere leden van deze clubs leidt tot een bijzondere kwetsbare positie voor de medewerker. En het vormt een risico voor het imago van het politieambt alsook de gehele politieorganisatie.

    De bestaande integriteitstandaarden van de politie vormen het kader waarbinnen dit thema geadresseerd kan worden. Ook de afgelegde ambtseed/belofte refereert naar onkreukbaarheid en betrouwbaarheid en het aanzien van het ambt.

    Door middel van deze mail verzoek ik om aan onderstaande uitvoering te geven opdat mogelijke integriteitkwesties, die kunnen ontstaan bij associaties met leden van 1% motorclubs, vermeden kunnen worden.

    Concreet betekent het bovenstaande dat:

    in het geval van screenen van een (beoogd) politiemedewerker er getoetst wordt op lidmaatschap van

    een 1% motorclub of nauwe associaties met een of meerdere leden van deze clubs aan de orde is.

    Lidmaatschap of associaties betekent geen dienstverband; in het geval van bekend lidmaatschap van een 1% motorclub of vanwege nauwe associaties met een of

    meerdere leden van deze clubs dient de leidinggevende direct met de medewerker hierover in gesprek te gaan. Het uitgangspunt hierbij is onverenigbaarheid met een functie bij de politie en dat het lidmaatschap beeindigd dient te worden. Dit gesprek dient schriftelijk vastgelegd te worden. Indien betrokken medewerker hiertoe niet bereid is, wordt een intern onderzoek door de afdeling VIK gestart.

    in het geval van bekend lidmaatschap van naasten en/of partner dient direct een gesprek tussen

    leidinggevende en betreffende medewerker te volgen over de kwetsbaarheid door associatie en de integriteitrisico’s met dit soort motorclubs. Dit dient ook schriftelijk te worden vastgelegd. Afhankelijk van de uitkomsten van dit gesprek en de persoonlijke relatie tussen de medewerker en het lid van de 1% motorclub kan dit aanleiding zijn voor het opstarten van een intern onderzoek. in alle gevallen van lidmaatschap van een politiemedewerker, diens vrienden, familie en/of partner dient

    dit gemeld te worden bij de afdeling VIK van uw eenheid.

    lk verzoek u hier binnen uw eenheid uitvoering aan te geven en de strekking van deze mail bekend te maken bij leidinggevenden, afdelingen VIK, vertrouwenspersonen en HR. Daarnaast zal ik ervoor zorgdragen dat via het intranet iedere collega hierover geInformeerd wordt. Dit bericht is als bijlage bijgevoegd.

    Mocht u naar aanleiding van deze mail nog vragen hebben, kunt u zich wenden tot projectleider VIK korpsstaf.

    Met vriendelijke groet, Gerard Bouman, Korpschef

     

    Op 21-10-2015 werd dit interne bericht gevolgd door de volgende oproep:

    ‘Lid van omstreden motorclub? Meld het!

    Lidmaatschap van of connecties met omstreden motorclubs kunnen politiemedewerkers in een kwetsbare positie brengen. Het vormt tevens een risico voor het imago van het politieambt en de politieorganisatie. Daarom vraagt onze korpschef om relaties met deze clubs te melden.

    Berichten over overheidsmedewerkers en lidmaatschappen van de zogeheten ‘1% motorclubs’ (Hells Angels, Satudarah MC, Confederates, Demons, Black Sheep, Rogues, Veterans en Animals) haalden de afgelopen tijd regelmatig het nieuws. In deze nieuwsberichten kwam vooral het risico op integriteitsconflicten aan de orde. Korpschef Gerard Bouman: ‘Een politieambtenaar dient zich te onthouden van risicovolle contacten in het algemeen en van de ‘1% motorclubs’ in het bijzonder. Zoals de collega’s weten hecht ik waarde aan een integere en betrouwbare politieorganisatie. lk vertrouw erop dat alle collega’s die naar aanleiding van de berichtgeving menen ook in zo’n kwetsbare positie te verkeren, dit kenbaar maken bij hun leidinggevende. Of het nu gaat om een eigen lidmaatschap of naasten met connecties bij een omstreden organisatie.’

    Heb je vragen over dit bericht of kamp je zeff met een soortgelijk dilemma? Neem dan contact op met je leidinggevende of met het hoofd Veiligheid, Integriteit & Klachten van jouw eenheid. Ook kun je altijd terecht bij een van de vertrouwenspersonen in je eenheid.’

    Dupont en co. vroegen middels een WOB-verzoek om meer bijzonderheden in verband met deze kwestie. Wij wilden graag weten wat de maatregelen waren genomen tegen politie-agenten die lid waren van een 1% motorclub. De eerste keer werd het WOB-verzoek geweigerd met als grond dat de persoonlijke omstandigheden van de betrokken personeelsleden (politie-ambtenaren) zwaarder wogen dan ons voordeel. Na in hoger beroep te zijn gegaan kregen wij echter toch een iets zinniger antwoord. Het is gebleken dat in 2013 1 politieambtenaar is gewaarschuwd in verband met zijn contacten met 1%’ers. In 2014 zijn 2 politieambtenaren ontslagen of met buitengewoon verlof gestuurd en in 2015 zijn 3 politieambtenaren ontslagen, buiten functie gesteld, geschorst of de toegang tot dienstterreinen ontzegd.

    We hebben het hier alleen over de echte motorclubs, niet over clubs als LEMC Marshalls, Lex Legio MC of Blue Knights MC. Lidmaatschap van of contact met deze clubs is vooralsnog geen enkel probleem.

    Het antwoord op ons WOB-verzoek geeft alleen aan dat er maatregelen zijn getroffen en niet van welke clubs betrokken politieambtenaren lid waren.

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Roomser dan de Paus

     

    Afgelopen donderdag ging het helemaal mis in Rotterdam. Twee groepen mannen raakten in een Van der Valk-restaurant slaags met elkaar. Was het eten zo slecht? Of was de appelmoes op? Volgens media werd er zelfs geschoten. Een speciale terreureenheid was al snel ter plaatse en na arrestatie van enkele van de vechtersbazen bleek dat het ging om een vechtpartij tussen leden van de Hells Angels en de Mongols.

    Een zeer vervelend incident, waarbij het logisch is dat de politie de handen eens uit de mouwen van hun astronautenpakjes steekt. Logisch ook dat de media een verhaal zien. Maar er gebeurde nog veel meer. Tal van mensen zagen deze gebeurtenis als afleidingsmanoeuvre voor hun eigen tekortkomingen óf struikelden zowat over hun eigen benen om zich van de gebeurtenis te distantiëren.

    De minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur, kwam net uit het zoveelste debat waarin aan zijn competenties hevig werd getwijfeld. Om het mistige geheugen van de lezer op te frissen, leggen we dat nog even uit. De Turkse president Erdogan berichtte meteen na de aanslagen in Brussel dat één van de aanslagplegers enige tijd geleden was uitgezet naar Nederland en dat Nederland was gewaarschuwd voor hem. Kort daarna werd gemeld dat ook de Amerikanen Nederland hadden gewaarschuwd voor deze terrorist. En daar begon Ard van der Steur te stotteren.

    Informatie van de FBI bleek informatie van de Amerikaanse politie. Twee totaal verschillende partners, maar ach. Als minister hoef je dat verschil toch niet te weten. Feitelijk ging het daar ook niet om. Er was niets gedaan met die informatie en dus was Nederland eigenlijk ook medeschuldig aan het slagen van die aanslagen in Brussel. Nou, dat werd een stevig debatje of twee drie waarin gelukkig Ard van der Steur het voordeel van de twijfel kreeg. Hij hoeft nog geen afspraak te maken met het UWV.

    Ard kwam de Tweede Kamer nog niet uit of hij werd al aangesproken over het ‘zoveelste zeer ernstige incident met een motorbende’. Lang hoefde men niet te wachten op het antwoord van crimefighter Van der Steur. Hij zou ze heel hard gaan aanpakken. Ja, anders kwam hij toch nog terecht op het werklozenbankje naast Ivo Opstelten, want heel goede bewindslieden hadden ze de laatste tijd niet bij dat ministerie.

    Maar er gebeurde nog meer. RTV Rijnmond meldde op 7 april een uitspraak van een onbekend gebleven politiewoordvoerder: ‘”Dit is complete gekkigheid”, vertelt de woordvoerder. “Leden van motorclubs doen alsof ze allemaal heel gezellig zijn en geen criminele zaken uitspoken, maar wij weten wel beter. Het is allemaal één pot nat.”

    Ja, de anonieme politiewoordvoerder weet wel beter. Hij zegt eigenlijk dat de politie wel weet dat motorclubs wel degelijk criminele zaken uitspoken. En de aanleiding om dit te zeggen is een vecht- en schietpartij waarbij de toedracht nog helemaal moet worden onderzocht. Maar de politiewoordvoerder weet het al. Pure laster, immers was er dergelijke wetenschap dan konden die motorclubs makkelijk verboden worden. Dupont berichtte al eerder over dit soort uitspraken.

    Roland Ekkers, een niet anoniem gebleven woordvoerder van de Rotterdamse politie, verwoordde het ietsje anders. We weten niet of het gaat om een meisje, of om bijvoorbeeld drugs. Of woorden van gelijke strekking. Om zijn woorden kracht bij te zetten verzocht hij het hooggeëerd publiek meteen daarna om filmpjes en foto’s van het incident naar de politie op te sturen. ‘Drugs of een meisje?’ Pure kletspraat en ook nogal een beschuldiging om het over drugs te hebben wanneer je nog niet eens weet wat er precies is gebeurt.

    Maar het ergste komt nog. In een motorwereld waarin eigenlijk geen statements naar buiten worden gebracht, waarin je je mond niet opendoet voordat je precies weet wat er is gebeurt, waar je je niet bemoeit met de clubzaken van een andere club, waarin je elkaar respecteert, door dik en dun steunt, waarin je nooit je vrienden laat vallen, gebeurde er de dag na de vechtpartij dit:

    ‘De motorclubs Black Sheep en Veterans „nemen afstand van alle motorclubs of individuele leden” die zich bezighouden met geweld en criminaliteit. Ze reageren hiermee op de massale schiet- en vechtpartij tussen leden van de Mongols en de Hells Angels donderdagavond in en om het Van der Valkhotel in Rotterdam.

    „Ze verafschuwen de gebeurtenissen, waarbij ook nog eens onschuldige omstanders in gevaar zijn gebracht”, schrijft hun advocaat Michael Ruperti in een verklaring namens de twee motorclubs. Het is zeer uitzonderlijk dat motorclubs openlijk afstand nemen van andere clubs of hun leden.

    „De Black Sheep en Veterans zien zichzelf niet als een criminele motorbende”, zegt Ruperti. „Zij zijn zeker voor een strenge aanpak van motorclubs of hun leden die crimineel gedrag vertonen en het daarmee verpesten voor de goedwillende motorclubs.” De Black Sheep en Veterans benadrukken dat dit gedrag door eigen leden niet getolereerd zal worden en leidt tot een royement.’ (‘Reformatorisch Dagblad 8 april 2016).

    Kijk, en dát is kameraadschap. Dát is broederschap. Je vrienden raken betrokken in een vechtpartij en niemand weet nog hoe het zit, zelfs de politie niet, en je distantieert je al van ze. Dat is pas échte broederschap. Kakelen als een kip zonder kop, nadat je lekker met je motorpakje door de stad mocht ronken. Lekker herrie maken, máár….wij zijn geen criminelen. Wij doen helemaal geen slechte dingen. Wij zijn ontzettend oké. De verklaring van Black Sheep MC en Veterans MC kwam daags na de vechtpartij in Rotterdam. Dat insinueert op zijn minst dat er niet door alle chapters van die twee ‘motorclubs’ is overlegd met alle leden over de naar buiten gebrachte statement. Er is dus bij beide clubs sprake van een soort piramidesituatie. Enige leiders spreken voor de andere leden. Dat is al iets wat in strijd is met de traditie en opzet van motorclubs.

    De twee afstandnemers maken dus veel over zichzelf duidelijk. Ze hebben geen benul van hoe het er echt aan toe hoort te gaan binnen een motorclub en ze weten ook niet wat broederschap en respect is. Bij het eerste de beste vechtpartijtje piepen ze al. Ze nemen onmiddellijk de berichten in de door hen telkens van partijdigheid beschuldigde media serieus. Ja, nu wel. Het zijn dus ook geen onepercenters. Het zijn hobbyclubjes net als de Blue Knights MC en Lex Legio MC. Het zijn geen anarchisten on wheels. Het is geen levensstijl. Het zijn kleinburgers die bang zijn wat de buren denken.

    En zo werd veel duidelijk na donderdag. Wat voor een paar mensen een vechtpartij was waarbij werd geschoten, was voor een ander een godsgeschenk waardoor hij zijn baan nog even kon houden, een ander had eindelijk weer eens een verhaal in de bijna niet meer gelezen krant staan, weer een ander kon lekker namens zijn baas uithalen naar motorclubs en het braafste jongetje van de klas kon eindelijk zijn onschuld uitroepen in de hoop weer met de gewone burgers mee te mogen doen. Eind goed, al goed.

    O, en dat restaurant met de appelmoes? We weten nu allemaal dat Blijdorp niet alleen een diergaarde heeft maar ook een prachtig restaurant met een toekan voor de deur.

    Update: Zowel Veterans MC als Black Sheep MC hebben laten weten dat het naar buiten gebrachte persbericht verkeerd is geïnterpreteerd door een journalist. Zij nemen via hun advocaat wel afstand van bepaalde gebeurtenissen, maar niet van bepaalde clubs.

    Opmerking Dupont: Dat misverstand is niet achterhaald door een nieuw gezamenlijk persbericht. Het is ook volkomen zinloos om op deze manier jezelf proberen vrij te pleiten. De overheid heeft het voorzien op alle groepen mensen waarvan zij vinden dat ze ‘anders’ zijn. Of het nu gaat om krakers, hooligans, motorclubs of woonwagenbewoners. De nieuwe strijdwijze van de overheid heet ‘ondermijning’ en dat is een zoveelste poging om hard in te grijpen, terwijl het feitelijk gaat om iets dat heel vaag wordt omschreven. De gebeurtenissen in Rotterdam zullen zeker door deze overheid worden aangegrepen om verdere maatregelen te nemen. Het zijn dus feitelijk voor deze overheid welkome gebeurtenissen. Het is dus volslagen zinloos om er afstand van te nemen. Er zijn nog veel vragen in verband met ‘Rotterdam’ die nog niemand heeft gesteld. Bijvoorbeeld: Hoe kon de politie zo enorm snel ter plaatse zijn? Hoe kon de DSI zo snel ter plaatse zijn? Het aantrekken van al hun speciale uitrusting vergt al meer tijd dan het ter plaatse komen. Waarom waren uitgerekend op die dag de beveiligingscamera’s uitgeschakeld? Kan het zijn dat de politie heel goed wist wat er ging gebeuren en in de buurt heeft afgewacht? Ze hadden in dat geval dus al eerder kunnen ingrijpen. Kan het ook zijn dat de DSI wordt gebruikt op burgers om deze eenheid een realistische training te geven? Een week eerder was de DSI ook al betrokken bij een inval in een café met leden van No Surrender. Het feit dat uitgerekend de beveiligingscamera’s buiten werking waren is ook wel heel vreemd. Kan het zijn dat de zaal vooral vol zat met postende stillen die nu niet op herkenbare beelden willen figureren waaruit dan zou blijken dat ze niet hebben ingegrepen en ook dus van te voren wisten wat er ging gebeuren?

    Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden

    In enkele eerdere bijdragen van Dupont werd al uit de doeken gedaan hoe de Nederlandse politie, naar Amerikaans model, motorbendes opzette die gedrag, structuur en naar eigen zeggen ‘protocollen en tradities’ van de MC’s kopieerde. Kopieerde of pikte van de Hells Angels, als bedenkers van die structuren en regels die nu overal navolging vinden. Dupont vermeldde ook hoe in de Verenigde Staten al talrijke schietpartijen waren begonnen door leden van deze politiemotorbendes en hoe daar verschillende doden bij gevallen waren.

    Een groep politieagenten die het leven zo saai vinden dat ze samen een motorbende gaan opzetten die dezelfde regels volgt, dezelfde structuren kent en dezelfde ‘protocollen en tradities’ als de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die zij willen bestrijden. Op het thema politiemotorbende is een variatie die interessant is om te vermelden. Namelijk het vormen van een motorclub, alléén maar om andere motorclubs te provoceren en in de val te lokken. Bekend is het geval van een bogusclub die zo werd opgericht in de Verenigde Staten.

    Na een dodelijke vechtpartij tussen leden van de motorclubs Hells Angels en Mongols in een casino in de Amerikaanse stad Laughlin, besloten de federale autoriteiten in 2002 een speciale operatie op te zetten tegen de Hells Angels, Operatie Black Biscuit. Een aantal speciaal geselecteerde federale agenten vormde samen een motorclub genaamd Solo Angeles CM, een bestaande motorclub die echter alleen bestond in Mexico. De federale agenten vormden een Amerikaans chapter van deze motorclub en probeerden in contact te komen met de Hells Angels.

    De leden van de Solo Angeles CM werden zelfs proeflid van de Hells Angels en één van hen claimde later zijn Hells Angels-colors gekregen te hebben. Uiteindelijk was het resultaat van de operatie dat vijftig Hells Angels werden gearresteerd.

    Of het het succes is van de Solo Angeles CM, of dat het misschien komt door de constante uitwisselingen van informatie, strategieën en opsporingsmethoden door politieagenten die internationaal informeel met elkaar omgaan, zoals aangetoond in eerdere artikelen van Dupont over IPA-Nederland en politiemotorbendes als Blue Knights MC, Lex Legio MC en LEMC Marshalls weten wij niet. Feit is dat de Amerikaanse cowboy-mentaliteit af en toe overslaat naar Europa. Wij tappen nu uit een artikel van tagesschau.de van 31 maart 2016. Nog maar even geleden dus.

    Om bewijzen te krijgen tegen de Hells Angels in de Duitse stad Bonn, zette de Duitse politie een speciaal opgerichte motorbende in, genaamd ‘Schnelles Helles MC’. De politie had namelijk brieven ontvangen waarin melding werd gemaakt van agressief optreden van deze Hells Angels tegen andere motorclubs in hun gebied. Omdat de Hells Angels volgens de politie echter niet benaderbaar waren en erg discreet, was het moeilijk informatie en bewijzen te bemachtigen.

    Voor Schnelles Helles MC werden politieagenten uit heel Duitsland aangeworven die aan bijzondere kenmerken moesten voldoen. Zij moesten zowel qua postuur als qua optreden voor echte bikers kunnen doorgaan. Een getuige vertelde later dat het ging om echte kleerkasten. Opzettelijk werd ook een logo ontworpen dat de Hells Angels moest provoceren. Zo leken lettertype en de kleuren veel op het logo van de Hells Angels. De politie ging ervan uit dat het de club kwaad zou maken.

    Vervolgens gingen de politiebikers in het gebied dat zij toeschreven aan de Hells Angels regelmatig eten en drinken in een café. Zowel in het café zelf, als op de toegangswegen waren camera’s aangebracht en waakten collega’s. De enige reactie van de Hells Angels was dat na enige tijd enige leden van die club het bewuste café een bezoekje brachten. Omdat de leden van Schnelles Helles MC er zelf niet waren, vroegen ze aan de café-uitbater of die mannen van Schnelles Helles hier nog wel kwamen en of hij aan ze wilde vragen of ze hun logo en de letters wat wilden veranderen omdat het te veel leek op hun logo. Volgens de uitbater kwamen de mannen uiterst vriendelijk over.

    Inmiddels is het Hells Angels chapter in Bonn door de autoriteiten verboden en moeten de leden van het chapter binnenkort voorkomen wegens wapenbezit, mishandeling en afpersing. In de aanklachten staat niets over een operatie van undercover-agenten, maar Schnelles Helles MC wordt wel meer dan vijftig keer genoemd. Waarnemers geven aan dat de Duitse politie zich op een smal pad heeft begeven. Undercover mag, maar uitlokking eigenlijk niet.

    Nu wij de lezer een aardig verhaaltje hebben voorgeschotelt, even nog wat stof tot nadenken. Duitsland is dichterbij dan de Verenigde Staten. Ook in Nederland hebben ongeoorloofde opsporingsmethoden plaatsgevonden, denk nog maar aan de commissie-Van Traa. Maar wat vooral veel argwaan moet opwekken is het feit dat deze undercover-operatie plaatsvond in Bonn. Bonn ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. En uitgerekend deze Duitse deelstaat doet samen met de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse politie samen aan…..bestrijding van Outlaw Motorcycle Gangs.

    Dupont schreef daar op 25 maart 2016 het volgende over in het artikel ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’: Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.

    O, en dat seminar van de IPA-Nederland in Schloss Gimborn waar we het gisteren over hadden? Dat ligt ook al in Noordrijn-Westfalen. Het is maar dat u het weet!

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    Politieagenten als outlawbiker

    In 2014 verscheen in Nederland het rapport van de politie genaamd ‘Outlawbikers in Nederland’. De grote man van de bestrijding van motorclubs, commissaris Piem Miltenburg, zei in zijn voorwoord voor dit rapport het volgende: ‘Binnen Nederland worden we de laatste jaren geconfronteerd met een forse groei van outlaw motorcycle gangs (OMG’s). Een groei die, gelet op ontwikkelingen elders in Europa, niet uniek is, maar ons wel tot alertheid maant. Outlaw motorcycle gangs zijn immers geen normale motorclubs…’

    Het rapport gaat verder met wat ‘outlaw motorcycle gangs’zijn.

    Met het hanteren van de nieuwe term outlaw motorcycle gangs,is wel de oude 1%-afbakening aangehouden. De leden van de voormalige Dutch Council waren zogeheten fullcolour-clubs. Deze onderscheiden zich van andere clubs doordat hun fullcolour-leden hesjes dragen met drie backpatches, te weten het logo van de club, een toprocker (halve boog met tekst) met daarin de naam van de club, een bottomrocker met daarin het specifieke chapter (afdeling) of de regio. Ook internationaal gezien wordt de three piece backpatch als onderscheidend voor outlaw motorcycle gangs beschouwd.’

    Enerzijds wordt dus geconstateerd dat er een flinke groei is in de toename van het aantal clubs en hun leden, anderzijds wordt aangegeven hoe je ‘outlaw motorcycle gangs’ kunt herkennen. Dezen hebben namelijk een driedelige set colors op hun rug. En dat onderscheidt ze volgens dit politierapport van de andere , zeg maar gewone, motorclubs.

    Dupont ging de straat op in Nederland en keek eens rond. Hij vond drie motorclubs, naast de bekende clubs als Hells Angels en Satudarah, die aan dit criterium voldoen: Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. Alle drie de clubs zijn al in eerdere artikelen beschreven. Duidelijk is dat deze clubs alleen toegankelijk zijn voor politiemensen, oud-politiemensen, gevangenispersoneel en mensen die bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie werkzaam zijn.

    Hoewel in Nederland nog niet veel incidenten rond deze zogenaamde ‘copclubs’ bekend zijn, is dat in bijvoorbeeld de Verenigde Staten wel het geval. Het politierapport ‘Outlawbikers in Nederland’ grijpt uitvoerig terug op de ontstaansgeschiedenis en gebeurtenissen van motorclubs in het buitenland om de situatie in Nederland te verduidelijken. Wij gaan dus hetzelfde doen. Wij gaan hiervoor naar de Verenigde Staten.

    Een bekende blogger over motorclubs in de Verenigde Staten is ‘The aging rebel’ (www.agingrebel.com). Op 13 januari 2009 schreef deze het volgende op zijn blog:

    ‘City Heat Motorcycle Club wears a three-piece patch. It is one of the so called “Law Enforcement Motorcycle Clubs” that have repeatedly tried to use the police powers of their patch holders to intimidate other bikers and other clubs.

    For example, last August, Ron Smith, a Seattle police union official and a member of the Iron Pigs motorcycle gang shot a member of the Hells Angels Motorcycle Club named Joseph McGuire in the Loud American Roadhouse in Sturgis. The shooting occurred in the course of a fist fight that followed a verbal altercation.

    Apparently McGuire had the audacity to ask Smith why the Iron Pigs were allowed to wear their colors in the Roadhouse while the Hells Angels were not. The police were carrying concealed weapons and were released by local police immediately after the incident. Charges were filed against the cops but dropped. The victim, Smith, spent months in hospital and is facing charges of trying to kill the cop who shot him.

    Clubs like the Iron Pigs, the Wild Pigs, the Untouchables, the Renegades, the Blue Steel and the club central to the Minneapolis suit, the City Heat clearly intend to be outlaws with police privileges.’

    The Aging Rebel haalt hier niet alleen aan hoe leden van niet-copclubs zomaar door deze laatsten worden beschoten, maar ook zegt hij dat vaak motorclubleden hun colors niet mogen dragen in openbare gelegenheden als horeca. Dit laatste is een situatie die vergelijkbaar is met Nederland. Veel horeca weigert dragers van colors en het is ook opgenomen in sommige plaatselijke verordeningen voor binnensteden. De vraag is of de politiemotorbendes zich ook houden aan deze verordeningen en regels.

    Een copclub oftewel politiemotorbende als ‘City Heat’ wordt er ook van beschuldigd openlijk racistisch te zijn.

    In 2014 kwam een federaal rapport uit in de Verenigde Staten waarin werd geconstateerd dat er een snelle expansie was te zien ondanks bloedvergieten van politiemotorbendes. Een vooraanstaand onderzoeker stelde dat Iron Order MC problemen heeft met iedereen.

    Iron Order noemt zichzelf weliswaar geen copclub, maar een groot aantal van de leden van deze club is wel politieman of cipier in het gevangeniswezen. De laatste jaren is Iron Order MC betrokken geweest bij tal van dodelijke incidenten met andere motorclubs. Zo werd in 2014 een lid van de Black Pistons MC doodgeschoten door een lid van Iron Order. De Denver Post bericht op 2 januari 2016 hoe een lid van Iron Order MC een lid van de Mongols MC doodschiet op een motorevenement in Denver. Drie andere clubleden werden neergeschoten. Bekend is dat leden van politiemotorbendes legaal hun wapens mogen dragen, ook in hun hoedanigheid als motorbendelid.

    Terug naar Nederland zien we, net als bij de andere motorclubs, nog geen echte incidenten, maar wel zien we een snelle groei van politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls en Blue Knights MC. Gezien het martiale karakter van deze clubs en de agressieve macho ogende logo’s met doodshoofden en dolken of zwaarden is het misschien alleen nog afwachten totdat er wel iets gebeurt.

    Vooralsnog is niets bekend van maatregelen die door de overheid, of gemeenten, worden genomen tegen deze politiemotorbendes. Blijkbaar sust het gegeven dat de leden van deze clubs allen politiemensen zijn de overheden in slaap. Net als in de Verenigde Staten kan de schok van het wakker worden des te groter zijn.

     

     

    Motorbendes met alleen maar politieagenten

    De politie heeft er maar mooi zijn handen vol mee. De motorclubs schieten blijkbaar als paddestoelen de grond uit. De politie heeft er ook een fraaie naam voor bedacht: ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. En door die naam maar te blijven voeren gaan de media die naam ook gebruiken. En zo krijgt wie de naam heeft ook de daad. Dat geldt ook voor motorclubs die niet in verband gebracht kunnen worden met criminaliteit. Bovendien is er in Nederland nog geen enkele motorclub door een rechter verboden. Dus om ze dan toch crimineel te noemen. Discriminatie? Stemmingmakerij? Laster?

    Gelukkig geeft de politie nu zelf het goede voorbeeld in motorbendeland. Was er enkele jaren geleden al een motorbende alleen bestaande uit politiepersoneel met de naam Lex Legio MC, vandaag zijn er maar liefst zelfs drie. Lex Legio MC voert in zijn logo (colors voor ingewijden van de motorwereld) een doodshoofd. In een eerder artikel van Dupont (De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde) zei raadsheer Marquart Scholtz over een doodshoofd op de colors van een motorclub dat in de Tweede Wereldoorlog ook al mensen rondliepen met een doodshoofd op hun jas. En dat was heel scherp van de raadsheer, die om de hoek woont van het clubhuis van Veterans MC. In de Tweede Wereldoorlog waren er namelijk inderdaad politiemensen die rondliepen met een doodshoofd op hun pak. Dat waren kwade lieden die rapportages vervalsten en zomaar mensen aanhielden in dienst van het bevoegd gezag.

    Lex Legio MC zegt op zijn eigen website dat de club is gevormd als een traditionele motorclub. Oeiiiii! Geen gele hesjes dus als ze gaan rijden? De president van de club gaat gebukt onder de stoerklinkende bijnaam ‘Fixxer’. De ‘regelaar’ zouden wij in het Nederlands zeggen. Dat doet ons denken aan ‘de pet’ uit de verhalen van Willem Holleeder. Die kon ook van alles regelen.

    Een andere recent ontstane motorclub waar alleen maar politiemensen lid van mogen worden is het in 2005 opgerichte Blue Knights MC. Ook zij hebben een website. Een website? Waarom? Er staan alleen onduidelijke foto’s op de site en de leden hebben alleen bijnamen. Bijnamen die iets minder stoer klinken dan bij hun collega’s van Lex Legio MC. ‘Koko’ heet hun president. ‘Stil jongens, Koko wil iets zeggen!’ De secretaris van de club heet ‘Castro’ en de treasurer ‘TT’. Het mooie van deze club van ongeveer 35 leden is niet alleen het politieledenbestand, maar vooral de leden die werkzaam zijn voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Wanneer we zien dat bijvoorbeeld de ‘treasurer’ werkt als operationeel manager beveiliging bij dat ministerie en de ‘quartermaster’ daar eveneens werkt in de beveiliging en de president badmeester is bij datzelfde ministerie, begrijpen wij waarom gekozen is voor schuilnamen en onduidelijke foto’s. De club zegt een internationale motorclub te zijn met afdelingen over de hele wereld. Als dat waar is dan is dat de georganiseerde anti-misdaad. Maar alsof dat nog niet erg genoeg is, sinds 2015 is er nóg een motorclub van politiemensen ontstaan.

    ‘In Nederland zijn wij één van de weinige LEMC’s die het MC protocol volgen.’, zegt deze motorclub, Marshalls, op zijn eigen website. LEMC staat voor ‘Law Enforcement Motorcycle Club’. Zijn er dan meer van? Nee, LEMC Marshalls is de enige club die zich Law Enforcement MC noemt. Op de colors van de club staat opnieuw een doodshoofd. Wij merkten al op wat raadsheer Marquart Scholtz hiervan vindt. Politiemensen met een doodshoofd op hun jas. Als herkenningsteken? Of om mensen af te schrikken? Om de zaak nog te verergeren staat er een agressieve dolk dwars door het doodshoofd heengeprikt. Vermoedelijk lijdt Henk Marquart Scholtz nu aan ernstige slapeloosheid.

    Marshalls LEMC heeft nog een spreuk op zijn logo staan. ‘Integriteit, respect en vertrouwen’ staat er. Er staat alleen niet bij op wie die spreuk van toepassing is.

    Heel opmerkelijk is het dat deze politiemotorbendes zeggen dat zij geen 1%-clubs zijn, maar dat zij wel steeds refereren aan ‘traditionele motorclub’ en ‘het MC protocol volgen’. Welk protocol? Welke tradities? Alles wat tegenwoordig gebruikt wordt door motorclubs is afkomstig van de Hells Angels. Zij waren het die met colors op hun rug gingen rijden en daar regels voor opstelden. Zij kwamen met de naam van de club, de naam van de stad of regio en met het MC gaven zij aan een motorclub te zijn. Zij waren het die het ‘one man, one vote-systeem’ introduceerden en hun eigen officieren kozen. Op de voorkant van hun motorjassen was te lezen wat de functie was van het desbetreffende lid binnen zijn chapter of afdeling. ‘Treasurer’, ‘president’ of ‘secretary’. Precies de namen en de regels die de politiemotorbendes gebruiken. Alles waarmee ze rondrijden hebben ze gepikt.

    Ambtenaren worden al zeer lange tijd lastiggevallen door hun baas wanneer blijkt dat zij lid zijn van een motorclub. In sommige gevallen worden zij zelfs geschorst of ontslagen. Alleen maar omdat zij lid zijn van een motorclub. Nog los van de huisbezoekjes of de bezoekjes aan de baas door politieagenten. Politieagenten? Toch niet van zo’n politiemotorbende zeker? Want opmerkelijk is het wel. Deze politiemotorbendes nemen je alleen maar aan als lid wanneer je bij de politie zit of hebt gezeten. Bij andere clubs wordt je dan juist ontslagen of kan je alvast op zoek naar een goede advocaat. Zelfs de Veterans MC met hun verdienstelijke operationele inzet en hun medailles zijn niet veilig voor de politie die geen kans onbenut laat om ze aan te houden.

    De laatste jaren zijn bijna alle grotere motorevenementen verboden op advies van de politie. Te gevaarlijk! Jaaa, misschien komen er wel leden van verschillende motorclubs tegelijk die dan onderling ruzie gaan staan maken. Over het van elkaar pikken van insignes, logo’s en colors bijvoorbeeld. En doodshoofden. Daar zal nu misschien een einde aan gekomen zijn. Zo zie je maar weer: de politie is je vriend en die pet past ons allemaal. Pet? Nou ja, motorhelm.

    De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)

    Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’

    Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!

     

    Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’

    Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’

    Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.

     

    Wie is wie?

    De motorclub

    Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’                                                                                                         Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’.                                                                                                           De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?

    Waarom een doodshoofd als embleem?

    In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’

    Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.

    Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.

    Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.

    Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”

    Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?

    De onafhankelijke raadsheer

    Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.

    De raadsheer schrijft brieven

    Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.

    De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.

    Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.

    De raadsheer komt op de televisie

    Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.

    De raadsheer voert actie

    Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.

    Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?

    ‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.

    De raadsheer wordt belaagd

    Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.

    Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.

    De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:

    ‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’                 Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.

    De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.

    De raadsheer en de korte broek

    Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’                  Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.

    Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.

    De raadsheer aan het werk

    Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.

    Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.

    De raadsheer en de motorclub

    In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.

    En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.

    De raadsheer onder vuur

    Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.

    De raadsheer vandaag

    Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.

    De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub

    O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)

     

     

     

    Die wet past ons allemaal!

    De grote breedgeschouderde man met het dikke hoofd zag er uit alsof hij het niet lang zou volhouden om achter een inbrekertje aan te hollen. Hij schudde mismoedig het hoofd toen hij verklaarde dat de Nederlandse wet veranderd moest worden om motorbendes te kunnen verbieden. De man was ACP-politievakbondsvoorzitter Gerrit van de Kamp. Motorbendes? Er zijn toch nog helemaal geen motorclubs verboden in Nederland, of schuldig bevonden aan strafbare feiten? Waarom dan niet de term ‘motorclub’ gebruiken? Maar goed we gaan verder met ons mooie verhaal.

    Gerrit had het erg druk gehad met zijn politievakbond. De politieagenten in Nederland wilden meer salaris hebben en de minister vond dat onverantwoord. ‘Wij zijn toch de baas op straat?’, dacht de vakbondsvoorzitter, die na jarenlang in het blauwe pak te hebben gelopen om het volk te dienen, van tegenspraak niet was gediend. Er werden dus tal van acties aangekondigd. Hoewel de rechter een aantal acties verbood, reden de mannen van Gerrit toch met hun dienstwagens, gekleed in hun door de staat verstrekte macho-overalletjes compleet met modieus petje naar het Haagse Binnenhof. Met dienstpistolen aan hun heup bungelend werd het Binnenhof omsingeld. Dat Binnenhof is eigenlijk het symbool van de Nederlandse democratie, maar omdat de politieagenten zelf vinden dat zij de baas zijn op straat werd daar om geschamperd. ‘Democratie? Eerst eens even meer loon!’ Naar goed Zuidamerikaans gebruik werd de hele boel afgezet en geblokkeerd. Maar goed dat een aantal Nederlandse agenten onlangs nog een opfriscursus had gevolgd in Suriname. ‘Wat Bouterse kan, kunnen wij ook!’, zullen de heren en vrouwtjes gedacht hebben. Hoewel de minister helemaal niet onder de indruk bleek, wat een wereldvreemde man toch, dachten de agenten, werden er ook hardere acties aangekondigd. Het tijdelijk sluiten bijvoorbeeld van politiebureau’s, zodat de mensen geen aangifte meer konden doen. Enige jaren geleden bracht de VARA een tv-programma waarop binnen een week meer dan 1000 mensen reageerden waarvan de politie had geweigerd de aangifte op te nemen, dus of die harde acties veel effect hebben?

    Maar goed, toen gingen de agenten dus voor zichzelf denken, hoewel men daar al op de politie-academie voor had gewaarschuwd. ‘Niet doen!’, had men daar onderwezen. ‘Houd je alleen bezig met haalbare doelen!’ En zo kon het dus geschieden dat Gerrit van de Kamp bedacht dat wanneer hij heel intelligent zou overkomen de minister heel erg misschien wel een duit extra in zijn loonzakje wilde storten. Gerrit bedacht dus een list. En zo gebeurde het dus dat Gerrit op een lichtbewolkte dag verklaarde dat hij een wetboek had gelezen waarin niet stond dat motorbendes verboden konden worden.

    ‘In Duitsland is het bijna onmogelijk om motorgangs te hebben!’, zei Gerrit ook nog. Hij had het zo druk gehad met het omsingelen van het Binnenhof en het lezen van het wetboek, dat hij niet wist dat Duitsland juist het land bij uitstek was voor motorclubs. Het land wemelt letterlijk van de clubs. Roadbreakers, Stahlpakt of Rednecks, in Nederland totaal onbekende clubs, rijden rond met vele honderden leden. Maar ja, kennis kan in de weg zitten, zal Gerrit hebben gedacht en je kunt altijd nog zeggen dat je wel degelijk onderscheid maakt tussen gangs en clubs wanneer dat zo uitkomt.

    Het werd dus tijd eens te kijken wie Gerrit precies is. Op leugens.nl was de volgende informatie te vinden over Gerrit van de Kamp: ‘De voorzitter van de grootste politievakbond ACP heeft zijn vriendin Marloes Smit aan een baan geholpen bij een onderzoek naar de Nationale Politie, onder verantwoording van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

    Bij zijn eerste grote verhaal voor NRC Handelsblad na vertrek bij de Volkskrant legt Merijn Rengers koelbloedig bloot hoe het ministerie dat waakt over ons gedrag zelf laakbaar gedrag tot in de hoogste regionen tentoonspreidt.

    Het departement kocht de steun van de bond door de vriendin te laten werken aan Cultuurmonitor Nationale Politie. Pleitbezorger van dit grootschalige onderzoek naar politiecultuur was Gerrit van de Kamp zelf. Zijn vriendinnetje ging onderzoeken en er een proefschrift over schrijven.’

    Onheilspellend nieuws! De politiemeneer in het nette pak, waar hij bijna uitpuilt, heeft een vriendin. Hoewel de rest van het bericht ook wel wat beven overlaat. Meer loon eisen, het Binnenhof omsingelen, harde acties aankondigen, en dat allemaal voor een paar rotcenten, en dan ook nog eens flink aan vriendjespolitiek doen.

    Maar, zoals vaker, er is nog meer aan de politiehand. Zo zijn er namelijk niet alleen motorclubs van gewone mensen, maar er zijn zelfs motorclubs speciaal voor politieagentjes. De club heet Lex Legio MC en is internationaal. Een reactie op Crimesite Camilleri zei het volgende over deze club: ‘Lidmaatschap is voorbehouden aan mannen die de wet dienen of gediend hebben, arrestatie bevoegdheid hebben of ooit hebben gehad. Lex Legio MC is een democratische club, elk chapter is autonoom. Lex Legio MC word bestuurd door de leden en voor de leden. Niemand zal alleen heersen over Lex Legio MC. Hoewel elk chapter autonoom is ligt er een basis van regels die de fundering vormen van Lex Legio MC. Deze MC protocollen zorgen ervoor dat leden van Lex Legio MC zich gedragen zoals verwacht mag worden van een wetsdienaar. Wij hebben door de leden gekozen officieren die zich bezighouden met de dagelijkse gang van zaken. Hoewel wij vriendschappen met andere clubs waarderen bestaan wij voornamelijk voor onszelf. Door loyaliteit, eer en respect vinden wij de kracht en broederschap die wij soms missen in de hedendaagse overheidsorganen. Wij hanteren onze eigen normen en waarden, wij volgen ons eigen pad. Lex Legio MC is gevormd als een traditionele motorclub.’

    Dat is mooi, hè? ‘Wij hanteren onze eigen normen en waarden, wij volgen ons eigen pad.’ Ja, die politieagenten zijn nou eenmaal de baas op straat. Ze doen dus wat ze willen. Ze bezetten of omsingelen gewoon het Binnenhof om meer loon af te dwingen. En nu hebben ze ook nog eens een traditionele motorclub. Het idee van de organisatie en de inrichting van traditionele motorclubs is afgekeken van de Hells Angels, die vanuit Californië het model over de wereld verspreidden van broederschap en gedragscodes. Oprichter Sonny Barger werd ooit geconfronteerd door een politiechef tijdens een recruteringscampagne die was opgezet om jonge Amerikanen uit achterbuurten te werven voor de politie. ‘My gang is the largest!’, zei de politiechef tegen Barger. ‘We are not a gang, we are a club!’, antwoordde Barger. En zo is het maar net.

    Wanneer je uitgeluld bent, dan wel door stomheid geslagen of met de mond vol tanden staat, of met het schaamrood op je kaken, of door je eigen tunnelvisie rechtdoor rijdt in een bocht, kun je altijd nog de mensen op wie je jaloers bent verbieden. Gewoon even de wet aanpassen. ‘Die wet past ons allemaal!’

    Wat overblijft zijn vragen. Hoe zit dat bijvoorbeeld met de positie van Gerrit van de Kamp bij de ACP? Uiteindelijk heeft hij wel erg gebruik gemaakt van zijn functie. Of hoe zit dat met die acties van de politie en de politievakbond? Zijn dat legale acties? Het omsingelen van het Binnenhof lijkt meer op muiterij! Hoe zit dat verder met die Lex Legio MC? Hebben die een clubhuis in Leeuwarden? Hoe zitten ze met hun vergunningen? Brandveiligheid? Horecavergunning? Bestemmingsplan? Worden die agenten, die op de foto staan met opgestoken middelvingers, net als echte bikers, ook telkens gecontroleerd wanneer zij over de openbare weg rijden? Komen ook zij terecht in een niet-aangemelde databank? Worden zij vervolgens ook niet op de hoogte gesteld, schriftelijk!, van het feit dat zij zijn opgenomen in die databank? Worden hun gegevens ook opgeslagen in de Gemeentelijke Basisadministratie? Wordt ook alles even doorgespeeld naar de wijkagent? En niet te vergeten de belastingdienst? Zoals bij de echte bikers? We weten het niet, maar zullen het te weten komen. Lex Legio? Nulli Cedo!