• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Wijze lessen

    Op vrijdag 12 juli 2019 werd in Den Haag een bijzondere expositie geopend. ‘Zwart Wit Grijs’ heet de expositie. ‘Binnen de Nederlandse politie is steeds meer ruimte en aandacht voor historisch besef.’, zegt een artikel op Traces of War (https://www.tracesofwar.nl/news/8293/Expositie-%E2%80%98Zwart-Wit-Grijs–in-Den-Haag-toont-dilemmas-politie-in-oorlogstijd.htm)

    Dit historische besef bleek al tijdens de Dodenherdenking dit jaar, toen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam korpschef Akerboom een korte toespraak hield. Hij zei daarbij het volgende: ‘In de Nieuwe Kerk kon ik vandaag namens de politie een getuigenis uitspreken over de rol van politiemensen tijdens de bezetting: ‘niet veroordelen maar ook niet zwijgen’. “Tijdens de bezetting bood de politie niet de bescherming die ze had moeten bieden. Ik herdenk de collega’s die toen wel naar voren stapten. Samuel Esmeijer, een Rotterdamse agent in opleiding. Hij sneuvelde toen hij medeverzetslieden wilde bevrijden uit de gevangenis. Ik herdenk Jan van den Oever, inspecteur van politie in Amsterdam. De eerste en lange tijd enige, die weigerde Joden op te halen voor deportatie. Jan Wiarda was de eerste korpschef die sprak over het zwarte oorlogsverleden van de politie. Hij leerde ons niet te veroordelen. Maar ook om niet te zwijgen.” Dupont berichtte al hierover op 13 mei 2019.

    Blijkbaar ging de belachelijkheid van zijn beweringen toen volledig verloren. Akerboom kon maar 3 politiemensen bedenken en opnoemen die in de oorlog niet fout waren geweest. Zover dus het ‘historisch besef’ van de politie.

    De expositie werd geopend door de Haagse politiecommandant Paul Musscher, die de gelegenheid te baat nam enkele mooie uitspraken te doen. ‘‘Bedenk dat hetgeen gisteren bedreigd werd, heden en morgen opnieuw in gevaar kan verkeren. Bescherm het en wees waakzaam’. En: ‘In het bezette land werden de organisaties van vrije burgers door den vijand ontbonden, de wetten ontkracht, de kerken bedreigd. De pers gemuilkorfd en de vrije beoefening van wetenschap en kunst verboden.’,aldus Traces of War opnieuw.

    Wij moeten bij zijn wijze woorden onwillekeurig denken aan: Motorclubs die werden verboden, wetten die door toedoen en op aandringen van de politie werden veranderd, en aan het eenzijdig berichten in de media over zaken door de politie en het O.M. aangedragen en bij wetenschap natuurlijk aan het WODC dat eindconclusies moest aanpassen na druk van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Maar een kniesoor die daarop let. De toespraak van Musscher ging zonder kritiek voorbij, de expositie is namelijk alleen voor intern gebruik.

    De vraag is wie is Paul Musscher en waar kennen we hem ook weer van? Paul Musscher kwam in 2014 uitgebreid in het nieuws toen hij wat verklaringen aflegde over zijn zienswijzen. Hij had dat beter niet kunnen doen, want de kritieken waren niet mild. ‘Berber komt van het woord barbaar en dat is inderdaad cultureel ingebakken dat ze wat wilder zijn, wat makkelijker op straat leven, en wat ruiger zijn. Je zou kunnen zeggen dat het genetisch meegekomen is.’De uitspraken komen van Indymedia op 27-11-2014 (https://www.indymedia.nl/node/25644)

    Indymedia voegt er nog aan toe dat meneer Musscher bepaald niet van kritiek gediend was en op allerlei manieren probeerde van lastige criticasters af te komen. Zo werden zelfs informanten ingezet om anti-racismeactivisten te bestrijden die aanstoot hadden genomen aan zijn uitspraken. Indymedia: Naast racisme is van Musscher ook niet vies van intimidatietechnieken. Onlangs is gebleken dat de Regionale Inlichtingen Dienst (lokale AIVD tak en collega’s van de politie) onderzoek doet naar en informanten probeert te rekruteren binnen cirkels die demonstraties tegen racistisch politiegeweld in Den Haag hebben georganiseerd. Nadat dit naar buiten kwam heeft van Musscher ook nog eens zonder legitieme reden persoonlijk aangifte gedaan tegen één van deze organizers voor “belediging, laster en smaad”, en is er een strafrechtelijk onderzoek gestart dat wordt onderzocht door zijn eigen korps.

    Na de gewelddadige dood van de Arubaanse Mitch Henriquez werd er op internet een petitie gestart voor het aftreden van politiechef Musscher. (https://secure.avaaz.org/nl/community_petitions/De_minister_van_Veiligheid_en_Justitie_mr_GA_van_der_Steur_Ontslag_politiechef_eenheid_Den_Haag_dhr_Paul_van_Musscher/) Tal van bekende Nederlanders ondertekenden de petitie. Ook andere racistische incidenten waarbij door de politie grof, en dodelijk, geweld werd gebruikt werden genoemd. Het mocht niet baten, meneer Musscher zit nog steeds op zijn post.

    Wel kwam meneer Musscher in het nieuws door zijn krokodillentranen. Het Algemeen Dagblad berichtte op 8-7-2015: ‘De chef van de Haagse politie, Paul van Musscher, hield het woensdag niet meer droog bij de gemeenteraadsvergadering over de dood van Mitch Henriquez. Met tranen in zijn ogen onderbrak hij zijn uitleg.’ ‘Na een stilte zei de politiechef: ,,Ik begrijp de emoties die dit oproept. Ook bij mij, zoals u ziet. Ik begrijp ook dat mensen uiting willen geven aan hun emoties.’

    Na de veroordeling van de politiemensen die verantwoordelijk waren voor de dood van Mitch Henriquez was korpschef Musscher aanmerkelijk milder met zijn emoties: ‘De uitspraak van het hof in de zaak van Mitch Henriquez heeft een grote impact op het Haagse korps. Dat heeft politiechef Paul van Musscher woensdag gezegd. Agent DH02 werd vrijgesproken, maar het hof veroordeelde DH01 tot een voorwaardelijke gevangenisstraf. ‘Die veroordeling is een hard gelag voor de betreffende collega.’, aldus Omroep West op 19 juni 2019.

    Dus ja, een fraaie expositie over keuzes die je moet maken en lessen die je daaruit moet trekken. Het lijkt er niet op dat er veel van de oorlog is geleerd.

     

    Het vuil van Minerva

    Al jaren komen er met grote regelmaat berichten in de kranten over ernstige incidenten bij studentenverenigingen. Mishandelingen, aanrandingen, aangiftes. De burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten, zei op 9 januari 2019 in Trouw: ‘Vindicat is niet verheven boven een motorbende, maakt de burgemeester van Groningen duidelijk.’ De burgemeester zei dat naar aanleiding van het opzettelijk toebrengen van letsel bij een ontgroening van studentenvereniging Vindicat. Het was het zoveelste ernstige incident bij Vindicat.

    Ook bij andere studentenverenigingen is het raak. Al jaren verschijnen er krantenartikelen. Een van de meest bekende, of zo u wil beruchte, studentenverenigingen is de Leidse studentenvereniging Minerva.

    Op de websitie van studentenvereniging Minerva staat precies beschreven wanneer de vereniging is opgericht. ‘De Leidse Studenten Vereniging Minerva kent een lange en rijke geschiedenis. In 1575 werd de Universiteit Leiden opgericht. Leiden heeft daarmee de oudste Universiteit van Nederland. Daarnaast heeft Leiden ook de oudste ontmoetingsplaats voor studenten. In 1814 werd de Sociëteit ‘Minerva’ opgericht. Sindsdien heeft de Vereniging vele veranderingen gezien. L.S.V. Minerva is tegenwoordig, met ruim 1900 leden, een van de grootste studentenverenigingen van Leiden en Nederland.’

     

    EEN LANGE LIJST STRAFBARE FEITEN

    Op 9 maart 2006 bericht Mare uitgebreid over een aantal verbijsterende voorvallen bij Minerva in Leiden. ‘In zes maanden hebben zich bij de studentenvereniging Minerva vier gewelddadige incidenten voorgedaan, waarbij leden ernstig zijn mishandeld. Ook is een intern onderzoek gestart naar een mogelijke aanranding van een 18-jarige scholiere.’ Mare gaat uitgebreid in op de gebeurtenissen. ‘In de nacht van 4 januari heeft een bestuurslid – ‘tevens huisgenoot van de vorige dader’ – ‘excessief geweld’ gebruikt. Normaal mag het bestuur tijdens ‘het zaalleven’ met de platte hand ‘corrigerende tikken’ uitdelen, maar in dit geval kreeg een jongen vuistslagen en trappen. Het slachtoffer liep drie gekneusde ribben op. Het bestuurslid is een week op non-actief gesteld. Bij de politie werd geen aangifte gedaan.’ ‘Toch is ook bij het laatste incident een oud-bestuurslid betrokken. Tijdens een scholierenfeest zou een 18-jarige scholiere door hem en een ander lid zijn meegenomen naar de wijnkelder van de sociëteit en daar zijn aangerand. De persoon die het meisje voor het feest had uitgenodigd ging haar samen met de voorzitter zoeken en trof haar volgens de leden ‘totaal overstuur’ aan. Er is geen aangifte gedaan bij de politie, maar de zaak wordt wel door de interne rechtspraak onderzocht.’

    Duidelijk blijkt dat er meestal geen aangifte plaatsvind. Minerva heeft namelijk zijn eigen rechtspraak. ‘Het College van rechtspraak is een onafhankelijk orgaan dat de zaken grondig onderzoekt en zware straffen oplegt.”, aldus Mare. Minerva staat hiermee boven de wet. Ernstige incidenten worden vaak door de vereniging zelf beoordeeld. Dit zegt ook een onafhankelijk onderzoek door een advocatenkantoor. ‘Op basis van het onderzoek heeft het advocatenkantoor een lijst met aanbevelingen verstuurd naar het bestuur van het corps. De mail en de aanbevelingen zijn in handen van de krant.’, volgens Nu.nl op 10 september 2018. ‘Op basis van het onderzoek heeft het advocatenkantoor een lijst met aanbevelingen verstuurd naar het bestuur van het corps. De mail en de aanbevelingen zijn in handen van de krant.’ ‘De aanbevelingen bestaan uit 31 wijzigingsvoorstellen. Dit moet ervoor zorgen dat het corps dezelfde normen en waarden naleeft en dat de interne regels “kritisch moeten worden herzien”. Deze cultuuromslag zou een einde moeten maken aan grensoverschrijdende incidenten.’

    De conclusie is dat er strafbare zaken plaatsvinden bij Minerva als mishandelingen, aanrandingen, verplicht drank- en drugsgebruik: ‘Studentenvereniging Minerva moet de interne ‘Corpswet’ aanpassen om een einde te maken aan grensoverschrijdende incidenten met drank, drugs, geweld en seks. Het bestuur kondigt om die reden een ‘cultuurprogramma’ aan om de cultuur binnen de vereniging te verbeteren.’ Maar in plaats van aangifte, zodat de politie de strafbare feiten kan onderzoeken en de rechter zich hierover kan uitspreken, worden deze strafbare feiten alleen beoordeeld door de eigen rechtspraak van Minerva. Er wordt dus verzuimd aangifte te doen van strafbare feiten, waarbij ook slachtoffers zijn gevallen.

    OMERTA

    Binnen Minerva heerst zelfs een verbod om zaken naar buiten te brengen. ‘Als corpslid uit de school klappen tegenover niet-leden of de media kan je op een flinke boete komen te staan. Er worden zelfs zwijgcontracten over opgesteld. In het geval van het Groningse Vindicat hangt je een som van 25.000 euro boven het hoofd als je iets vertelt over bijvoorbeeld je ontgroening.’, volgens NOS op 29 september 2016.

    ‘Ook na de groentijd kwamen fysieke aanvaringen voor, vertelt Lex. “Ik herinner me een corpslid die op een normale borrelavond zwaar in elkaar is geslagen door twee dronken corpsleden.” Aangifte is niet gedaan. “Nee”, zegt Lex, “daar heeft het corps een intern rechtssysteem voor.” ‘, aldus NOS. ‘Lex’ is een schuilnaam voor een oud lid van Minerva.

    OPENBARE ORDE

    De inwoners en bezoekers van Nederlandse grote steden hebben het al vaak gezien. Elk jaar opnieuw, na het begin van het studiejaar, worden nieuwe studenten ontgroend. Op straat, op pleinen, in publieke gelegenheden, in parken, worden studenten vernederd. Geknield, kruipend en in de houding staand kan het publiek zich aan de toekomstige leiders van het land vergapen.

    Mare op 9 maart 2006: ‘In de nacht van 28 september stormden twee Minervanen (met twee broers van een lid) uit de sociëteitsdiscotheek HiFi en vielen een appartement in de Breestraat binnen. Daar werden de bewoner en een andere Minervaan ernstig mishandeld. Er werd ook een meisje geslagen.’

    ‘Een rustige straat met oude panden en een wijds uitzicht over het water; aan de Nieuwe Rijn in Leiden is het doorgaans goed toeven. Deze idylle wordt echter al jaren ruw verstoord door de bewoners van nummer 97. In Minervahuis ‘Huize Safari’ zouden negen brallende lullo’s de omwonenden terroriseren.’, aldus Quote op 27 september 2005. De activiteiten van Minerva-leden hebben dus meteen invloed op het publieke domein. En wel gedurende langere tijd. En in Leiden zijn ze wel iets gewend.

    NAZI’S

    Een ander incident dat veel ophef veroorzaakte was de ontdekking van een kamer die was ingericht als nazi-pronkkamer. ‘In de nok van de kamer hangt een rol prikkeldraad, aan de muur hangt een geïmproviseerd hakenkruis, er is een treinspoor geschilderd en op een muur is ‘Arbeit macht frei’ gekladderd. Je zou anders verwachten als je de buitenkant van het pand beziet. Het grachtenpand van drie verdiepingen ligt in het centrum van de studentenstad Leiden, in een rustige zijstraat van het chique Rapenburg.’, bericht de Volkskrant op 13 november 2015. Opnieuw is het alleen het interne rechtsorgaan dat de zaak afdoet. ‘Dat de leden niet zijn geschorst, komt omdat schorsing verloopt via het interne rechtspraakorgaan.’, volgens de Volkskrant.

    Dat de verstoring van die openbare orde ook daadwerkelijk wordt gevreesd, bewijst wel het artikel in de Volkskrant van 27 juni 2014. ‘Exploitanten van strandtenten in Wassenaar kwamen in het geweer tegen het plan van de lustrumcommissie om hier de zogenoemde Buitendag te organiseren. Ze vreesden dat met de komst van duizenden (oud-) corpsleden het vertier van de overige badgasten in het gedrang zou komen.’ Leden van Minerva én oud-leden van Minerva worden gevreesd door de horeca.

     

    DODEN EN ZWAARGEWONDEN

    Incidenten bij Minerva leidden soms tot zwaargewonden en zelfs doden. Op 4 oktober 2016 schrijft de publicist Micha Kat een artikel over ontgroeningen en noemt daarbij een hele lijst van voorvallen. (http://niburu.co/index.php?option=com_content&view=article&id=11155:dode-bij-minerva-tijdens-ontgroening-joris-demmink&catid=9:binnenland&Itemid=22) Bij een van die voorvallen overleed zelfs een jaargenoot van Joris Demmink in Leiden.

    Ook in Utrecht viel eens een dode: ‘De student, jonkheer David Rutgers van Rozenburg, kreeg een roetkap opgezet die per abuis niet behandeld was met het gebruikelijke steenkoolroet, maar met petroleumroet, waardoor hij stikte. De lankmoedige wijze waarop deze affaire door justitie werd behandeld en de relatief lichte straffen voor de bestuursleden van Tres stond in scherp contrast met de felle reactie van justitie op ludieke acties van Provo en leidde tot beschuldigingen van klassenjustitie. Omdat de rechters en de officier reünisten van studentencorpora waren sprak men van “klassenjustitie”. De loopbanen van de veroordeelde studenten hebben later niet onder de veroordeling geleden.’

    Dit laatste incident was in 1965. Toen dus al. Ook in Groningen viel een dode bij een ontgroening: ‘De ‘dooie na de consumptie van een fles jenever’ waar Van ‘t Hek het over heeft verwijst naar een affaire in -alweer-Groningen uit 1997 toen foet Reinout Pfeiffer het leven liet toen hij werd gedwongen een hele fles jenever in een keer leeg te drinken. Deze affaire was met name explosief omdat de vader van Reinout een prominent lid was van de toga-mafia en een Minerva-man, net als Joris Demmink, Ivo Opstelten en de halve kabinetten onder Rutte -pa Pfeiffer werkt(e) als notaris voor de elite bral- en plunder-kantoren Nauta Dutilh en Loyens & Loeff.’, volgens Micha Kat.

    Pogingen tot moord of doodslag komen ook voor: ‘Een stuk schimmiger is de ‘hockeybal-affaire’ waarbij een dronken ouderjaars de schedel van een foet gebruikte als golf-tee en in plaats van de bal het hoofd van de foet raakte. Deze poging tot moord werd vrijwel volledig doodgezwegen en was slechts bekend in de kringen van de studentencorpora waartoe ook de auteur van dit stuk behoort. Youp van ‘t Hek noemt de affaire in 1999 in een column in NRC Handelsblad: Ach ja, de rijkeluishooligans. Het ene jaar is het een roetkap, het andere jaar raakt er eentje zwaar gewond omdat een dronken corpsbal bij een foet een hockeybal van zijn kop moet slaan, dan gaat het weer om een dooie na de consumptie van een hele fles jenever. Niet eens bekend is bij welk corps deze affaire zich heeft afgespeeld! Waarschijnlijk is de dader later president geworden van een gerecht of hoofdofficier van justitie.’ aldus weer het artikel van Micha Kat.

     

    TOEKOMSTIGE LEIDERS

    Uit het artikel van Micha Kat bleek het al. ‘De daders van de incidenten worden president van een gerecht of hoofdofficier van justitie.’ Is dit ook inderdaad zo? In het artikel ‘Een helse vereniging’ publiceerden wij al een lange lijst van oud-leden van Minerva: http://justitieenveiligheid.nl/een-helse-vereniging/. Het lijkt erop dat bijna alle ministers van Justitie afkomstig zijn van Minerva. Op 11 maart 2015 bericht NOS: ‘Veel ministers van Justitie waren opgeleid in Leiden en oud-lid van studentenvereniging Minerva. VVD-ministers van Justitie worden al decennialang gerekruteerd uit de kringen van het Leidse studentencorps. Opstelten en bijvoorbeeld zijn voorgangers Korthals Altes en Korthals waren lid van Minerva.’ Na Opstelten kwam Ard van der Steur, die ook Minerva-lid was. De tegenwoordige minister van Justitie Grapperhaus was geen lid van Minerva, maar zijn zoon Max was daarentegen bestuurslid van de beruchte vereniging. Hij was zelfs voorzitter.

    Naar aanleiding van een rechtszaak door boze buren aangespannen, zegt Max Grapperhaus in Quote op 27 september 2005: ‘Preases Collegii van Minerva, Max Grapperhaus: ‘Ik heb begrepen dat een incident dat twee jaar geleden heeft plaatsgevonden helaas is geëscaleerd in een rechtszaak.’ Natuurlijk heeft Grapperhaus de heren even aan de tand gevoeld, maar hij acht Minerva verder geen partij in het conflict. ‘De bewoners zijn lid bij Minerva, maar het huis is geen eigendom van Minerva.’

    Voorzitter Grapperhaus, zoon van minister Grapperhaus, heeft dus zelf even de heren aan de tand gevoeld en kwam tot de conclusie dat Minerva geen partij is in het conflict.

    The Post on Line bericht op 20 maart 2016: ‘Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) liet, toen hij nog universitair docent was, studenten klusjes uitvoeren in en rond zijn woning in Warmond. Dat gebeurde in het kader van hun ontgroening bij studentenvereniging Minerva, waarbij Van der Steur zelf ook lid is geweest. De studenten kregen hier niet voor betaald. Volgens NRC Next verrichtten tientallen studenten tot 2009 werkzaamheden in het kasteel waar Van der Steur een appartement huurt.’ Dit is echter niet toegestaan. ‘Volgens de gedragscode van de Universiteit Leiden moeten docenten hun contacten met studenten “zakelijk” houden en mag er “geen vermenging van persoonlijke en zakelijke relaties” zijn, schrijft NRC Next. “Als je studenten die je in de collegebanken kunt krijgen voor je laat klussen, breng je de professionele distantie in gevaar”, reageert een deskundige op het gebied van omgangsvormen binnen onderwijsinstellingen., aldus TPO.

    Duidelijk is hiermee dat ook oud-leden van Minerva nog bemoeienis hebben met Minerva en activiteiten die niet zijn toegestaan. Ook door iemand die later minister van Justitie zou zijn.

    MINISTERIE OP STELTEN

    NRC op 10 maart 2015: ‘Onduidelijkheid over een deal met een drugshandelaar heeft gisteravond geleid tot het opstappen van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven.’ In het verlengde van deze zaak is ook de beruchte bonnetjeszaak, waarbij een bonnetje zogenaamd niet kon worden gevonden. Op 20 mei 2016 bericht Welingelichte Kringen: ‘De ambtelijke top van het ministerie van Veiligheid en Justitie wist waar het ’bonnetje’ van de Teevendeal gevonden kon worden, maar deed tijdenlang niets met die kennis. Dat onthult De Telegraaf, die inzage heeft in het tweede rapport Oosting, dat volgende week verschijnt. Onderwijl bleef het departement beweren dat niet meer te achterhalen was hoeveel miljoenen er nou echt naar drugsbaron Cees H. werden overgemaakt. Pieter Cloo, de allerhoogste ambtenaar van het departement en een vertrouweling van Opstelten en Teeven, werd bij herhaling op de vindplaats gewezen. De voormalig secretaris-generaal liet zijn departement echter communiceren dat het bonnetje onvindbaar was. Het ligt voor de hand dat Cloo, als vriend van Opstelten, handelde in opdracht of met medeweten van de minister. Maar dat staat niet vast.’ Blijkbaar is het lidmaatschap van Minerva niet meteen een opmaat naar eerlijk en democratisch handelen.

    Dit zijn de mannen, vrouwen zijn blijkbaar minder welkom, die de hoogste posten bekleden in Nederland. Zij mishandelen, vernederen, randen aan, verstoren de openbare orde, gebruiken drugs en excessieve hoeveelheden drank en hebben een eigen rechtssysteem en een zwijgplicht naar buiten. Op het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn al jaren problemen aan de orde van de dag. Hoge justitieambtenaren slapen met andere hoge justitieambtenaren, de Tweede Kamer wordt onjuist voorgelicht en men probeert rechtszaken te beïnvloeden. Officieren van justitie worden zogenaamd bedreigd zonder dat er enig bewijs is, officieren van justitie bedreigen zichzelf en geven motorclubs de schuld, we kennen de affaire-Van Laarhoven en de talloze doofpotaffaires zoals de Enschedese Vuurwerkramp.

    Staan Minerva en zijn leden na de verboden motorclubs in de rechtszaal? Of blijven zij beschermelingen van telkens weer andere ‘onderonsjes’?

     

     

    Enkele helse weken

    Het zou natuurlijk niet mooi zijn om complottheorieën los te laten op deze overheid. Niet voor de overheid, maar voor onszelf. We zijn dus alles netjes op een rijtje gaan zetten. En dan vallen er toch een paar dingen op.

    Deze week werd No Surrender MC verboden door de rechter in Assen. De week daarvoor werd in Utrecht al Hells Angels MC verboden door een andere rechter. Vorig jaar verbood de rechter Bandidos MC, Satudarah MC en Catervarius. Deze laatste is een motorclub waar bijna niemand ooit van gehoord had. De rechter wel.

    Nou valt op dat deze 5 motorclubs intern, organisatorisch dus, totaal verschillend gestructureerd zijn. Ook de ten laste leggingen van de clubs verschillen. Bandidos en No Surrender bestaan nog maar enkele jaren in Nederland. Satudarah al vele jaren en de Hells Angels lijken de bikersubcultuur in Nederland uitgevonden te hebben. Ondanks de enorme verschillen in huishouding bij deze 5 motorclubs werden ze allemaal door een rechter verboden. Alsof de klok erop gelijk was gezet.

    In Nederland worden maar heel zelden verenigingen of organisaties verboden. In 2012 werd de Vereniging Martijn verboden door de rechter in Assen. In 1998 was de extreem-rechtse politieke partij CP’86 al verboden door een rechter in Amsterdam. Er is in Nederland veel discussie, maar het lijkt erop dat het recht van vereniging voor veel mensen een groot goed is en de overheid daar niet snel aankomt.

    Dat binnen korte tijd 5 motorclubs, intern totaal van elkaar verschillend, worden verboden is daarom opmerkelijk. Er moet iets aan de hand zijn. Maar wat er precies aan de hand is, is eigenlijk onduidelijk. Er wordt veel gesproken over de openbare orde, maar de laatste jaren zijn deze motorclubs niet veel in het openbaar gesignaleerd. Van de door journalisten en politie voorspelde ‘bikeroorlog’, of ‘oorlog tussen motorbendes’ is het ook nooit gekomen. In een klein land als Nederland was het toch voor de hand liggend geweest dat iedereen weet waar iedereen woont. Maar bezoekjes zijn achterwege gebleven. De weinige incidenten die plaatsvonden in Limburg bij leden van de Bandidos en die door de politie aan de Hells Angels werden toegeschreven, werden door de Bandidos zelf afgedaan als problemen die zij hadden met derden, dus uitdrukkelijk niet met de Hells Angels.

    Waren er bij clubs als No Surrender, Bandidos en Satudarah ook op het individuele vlak arrestaties en veroordelingen voor een aantal strafbare feiten, bij de Hells Angels leken de problemen zich te beperken tot hoofdzakelijk de afdeling in Haarlem. De andere afdelingen, sommige bronnen spreken toch over een totaal van maar liefst 300 man!, leken zich onzichtbaar voor de media en de politie door het land te bewegen. Volgens advocaat Knoops hebben de meeste Hells Angels gewoon een baan.

    Wat is dan de overeenkomst tussen al deze motorclubs? Nou, simpel, ze zijn nu allemaal verboden.

    Op 9 mei 2014 zei toenmalig minister Opstelten van Veiligheid en Justitie in NRC het volgende: ‘De huidige wetgeving biedt voldoende ruimte om motorclubs in Nederland hard aan te pakken. Dat heeft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten gezegd.’ “Als overheid kunnen wij dit niet en willen wij dit niet tolereren. De doelstelling is dat we deze gangs aanpakken en de wet biedt ons die mogelijkheid.”, aldus de minister.

    De Telegraaf bericht op 8 juni 2019 dat Geert Wilders werd vervolgd voor zijn uitspraken over ‘minder Marokkanen’ door aandringen van dezelfde minister Opstelten. Een nieuwe getuige dook op die een aantal zaken verklaarde. ‘De getuige beweert in 2011 te hebben meegeluisterd met een gesprek tussen en Opstelten en toenmalig topambtenaar Joris Demmink. Daarin zou de ex-bewindspersoon hebben gezegd dat er moest worden gezocht naar een nieuwe aanleiding om de PVV’er te vervolgen, omdat ‘hij ons te veel voor de voeten loopt’, aldus De Telegraaf. Wilders werd pas jaren later, in 2014, aangeklaagd, voor zijn uitspraak over ‘minder, minder Marokkanen’.’

    Dit is kwalijk omdat er een scheiding is tussen politiek en bestuur. Een minister hoort zich niet te bemoeien met de onafhankelijke rechtspraak.

    Vreemd is dat kort voor de Hells Angels door de rechter werden verboden een aantal andere zaken speelde. Een hoog onderscheiden landmachtmilitair kreeg ontslag aangezegd omdat hij lid was van Veterans MC. Volgens de politie zou Veterans MC omgaan met de Hells Angels. Dat Veterans MC niets aan te rekenen viel, werd dus plotseling ongeldig omdat zij omgang zouden hebben met de Hells Angels. Maar die waren op dat moment nog helemaal niet verboden. In dezelfde week werd de ontslagbrief van een Hells Angel die al 24 jaar bij de brandweer werkte door kranten gepubliceerd. Brandweercommandant Schaap had de brief doorgespeeld aan de pers. Ook dit geval speelde in de week vóórdat de Hells Angels werden verboden.

    Was al voor het verbod door de rechter bekend wat hij zou gaan beslissen? Wat gebeurde er na het uitspreken van het verbod op de Hells Angels? Op 29 mei 2019 verklaarde minister Grapperhaus op Nieuws.nl: “Het Openbaar Ministerie heeft de afgelopen jaren hier flink op ingezet. Het is geweldig dat ze dit soort resultaten boeken.” Een nogal partijdige uitspraak.

    De dag van de uitspraak van de rechter over de Hells Angels verspreidde Defensie een bericht onder zijn medewerkers waarin werd opgeroepen leden van motorclubs die dienen bij Defensie te melden, te verraden, bij de leidinggevenden. Een speciaal telefoonnummer werd daarvoor bekend gemaakt. Wel erg snel na het verbod op de Hells Angels dat Defensie zijn verradersactie in de veren had gestoken.

    Dus waarom zijn die motorclubs nu door een rechter verboden? Doordat die clubs strafbare feiten begingen en een gevaar waren voor de openbare orde? Of omdat er een aantal zaken in gang was gezet door een minister? Een minister die dat vaker zou doen? In hoeveel andere zaken is dit ook gebeurt? In hoeveel strafzaken heeft minister Opstelten een dergelijke aansturende rol gespeeld?

     

     

     

     

    Minister van Justitie: ‘Huisuitzetting is geen straf’

    De Nederlandse politie en het Openbaar Ministerie geven prioriteit aan het bestrijden van hennepteelt. Dit is een sector waarin het makkelijk scoren is, want de gedoogde coffeeshops moeten bevoorraad worden en dan is het een koud kunstje om de achterdeur in de gaten te houden, mensen te volgen en de bron van de hennep te achterhalen. 

    Verder geven mensen via Meld Misdaad Anoniem hun buren aan als die een paar plantjes hebben staan. Laaghangend fruit wordt dit genoemd in politiekringen. De kans op succes is groot, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het opsporen van daders die handgranaten plaatsen of coffeeshops beschieten. In die categorie is tot nu nog bijna nooit iemand veroordeeld. Hennepteelt wordt ingedeeld bij ondermijnende criminaliteit en wordt integraal aangepakt. Dat wil zeggen dat zo veel mogelijk partijen worden betrokken bij de bestrijding en dat wordt geprobeerd de ondermijners zo veel mogelijk in hun portemonnee te treffen, naast de strafrechtelijke afhandeling. Dit wordt gecoördineerd door de ‘Regionale Informatie en Expertisecentra’ oftewel RIEC’s. Hierbij gaat het over ‘verstoren’ van ‘criminele netwerken’ en niet in de eerste plaats over strafrechtelijke vervolging.

    (foto: Politie Helmond)

    Dit stuk gaat over het sluiten van woningen. Wanneer de politie in een woning hennep aantreft, kan de burgemeester de woning sluiten voor een bepaalde periode. De bewoners mogen er dan niet meer in en moeten zelf maar een oplossing zoeken. Dit is een bestuursrechtelijke maatregel die wordt opgelegd naast de strafrechtelijke vervolging. Officieel is het geen straf, maar een ‘herstelsanctie’. Zoals VVD-kamerlid Arno Rutte het verwoordde: ‘De illegale situatie wordt gestopt en de norm wordt hersteld’. Het bij-effect is dat gezinnen dakloos worden. In geval van huurwoningen wordt vaak het huurcontract ontbonden en komen de bewoners op een zwarte lijst waardoor ze geen andere woning kunnen huren. Ook huiseigenaren die te goeder trouw zijn lijden schade van sluiting als hun huurders worden gepakt. Het valt op dat hardvochtig wordt gesloten – een MS-patiënt met planten voor eigen gebruik die zijn huis kwijtraakt bijvoorbeeld – terwijl het nut van de sluiting niet voor de hand ligt. Als de wiet weg is, is de norm al hersteld en niet drie maanden later.

    De woningsluitingen die we heden ten dage zien zijn gebaseerd op artikel 13b van de opiumwet. Wat vreemd is, omdat die wet is bedoeld voor coffeeshops die zich niet aan de gedoogcriteria houden. Om dealwoningen te kunnen aanpakken is er namelijk al een bevoegdheid in artikel 174a Gemeentewet die het mogelijk maakt om drugswoningen fysiek te sluiten. Om drugsoverlast vanuit voor publiek toegankelijke lokalen, zoals coffeeshops, te kunnen aanpakken, heeft de gemeente een algemene sluitingsverordening op grond van artikel 149 Gemeentewet. De gemeente moet dan wel bewijzen dat er een zodanige verstoring van de openbare orde en aantasting van het woon- en leefklimaat heeft plaatsgevonden dat die sluiting rechtvaardigt. Voor toepassing van artikel 174a Gemeentewet moet de burgemeester aantonen dat sprake is van een gevaar voor de veiligheid en de gezondheid als gevolg van gedragingen in de woning. Om op te treden tegen hennepkwekerijen is artikel 17 van de woningwet ingevoerd.

    Maar burgemeesters wilden, ook als er geen gevaar en geen overlast is, bij overtreding van de opiumwet al tot sluiting kunnen overgaan. Artikel 13b opiumwet gaf burgemeesters de bevoegdheid om op te treden tegen illegale verkooppunten: lokalen en panden anders dan woningen waarin hard- en/of softdrugs werden verkocht, afgeleverd, verstrekt dan wel daartoe aanwezig waren. In 2007 werd deze sluitingsbevoegdheid uitgebreid tot woningen en was de burgemeester bevoegd op te treden tegen alle illegale verkooppunten. Maar het bleef niet bij verkooppunten.

    Michelle Bruijn bestudeerde voor haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen 217 gevallen van toepassing van artikel 13b opiumwet die waren aangevochten voor de rechter en gepubliceerd op rechtspraak.nl. Het gaat om sluitingen van woningen, coffeeshops en andere ruimtes van 2008 tot en met 2015. Van deze sluitingen was 30% volgens de rechter onrechtmatig. Als het ging over woonhuizen was dat zelfs 40%. Volgens Bruijn wordt artikel 13b oneigenlijk gebruikt omdat het alleen is bedoeld voor coffeeshops en plaatsen waar wordt gehandeld, terwijl voor andere situaties andere wetsartikelen gelden. ‘Burgemeesters gebruiken het uit gemakzucht’ zegt Bruijn. In de rechtspraak is het werkingsgebied van artikel 13b steeds verder opgerekt en rechters accepteren onder verwijzing naar eerdere uitspraken ook hennepteelt of bezit van meer dan 5 gram cannabis als grond voor woningsluiting.

    De juridische vragen die voortkomen uit de formulering van artikel 13b laten zien hoe de rechtspraak het toepassingsgebied heeft vergroot. Zo is er de begunstigingstermijn. Dat betekent in het bestuursrecht dat een belanghebbende de kans moet krijgen zelf maatregelen te nemen om de bestuursdwang te voorkomen. De Afdeling bestuursrecht van de Raad van State maakte er van dat de betrokkene zelf de zaak kan dichttimmeren om kosten te besparen. En vandaag de dag kan de burgemeester de begunstigingstermijn omzeilen door te stellen dat de sluiting spoedeisend is.

    Dan heeft artikel 13b het over ‘verkocht’. Drugs moeten in een ruimte zijn verkocht voordat die kan worden gesloten. Daarvoor hoeven de drugs niet in die ruimte aanwezig te zijn. Zelfs elke ruimte waar iemand zich bevindt die telefonisch drugs verkoopt, kan met artikel 13b in de hand worden gesloten, zolang het verband tussen de handel en de ruimte wordt aangetoond.

    De zinsnede ‘daartoe aanwezig’. Aanvankelijk was de aanwezigheid van drugs niet voldoende voor sluiting van een lokaal of woning. Er moest de bedoeling van drugshandel zijn. Bij de verruiming van de sluitingsbevoegdheid in 2007 werd dit ook veranderd. Nu geldt de aanwezigheid van meer dat 0,5 gram harddrugs, 5 gram cannabis of 5 hennepplanten als bewijs dat er drugshandel is. En er kan worden gesloten.

    Vondst van een hennepkwekerij kon eerst niet leiden tot sluiting krachtens 13b, omdat artikel 17 woningwet daar voor was bedoeld. Daarna gold meer dan vijf oogstrijpe planten als handelsvoorraad. Daarna ging het over een handelshoeveelheid hennepplanten ongeacht groeifase. En op het moment geldt ook een kwekerij zonder planten, met alleen potten en plantenresten als ‘handelsvoorraad’.

    Dan is er de kwestie van de waarschuwing. In de parlementaire behandeling van artikel 13b werd gesteld dat sluiting het uiterste middel zou zijn, als andere, minder ingrijpende middelen niet kunnen worden aangewend om het gewenste doel te bereiken. Het gewenste doel is dan het herstel van de legale situatie. Slechts in een ‘ernstig geval’ zou van dit uitgangspunt mogen worden afgeweken. Wat moet worden verstaan onder een ‘ernstig geval’ werd niet besproken in de parlementaire behandeling. In de rechtspraak geldt nu 30 gram cannabis als ‘ernstig geval’ waardoor sluiting zonder waarschuwing mogelijk is.

    Als een burgemeester een woning sluit, moeten bijzondere omstandigheden zoals aanwezigheid van kinderen of verwachte grote psychische gevolgen bij betrokkenen worden meegewogen, anders kan de sluiting door de rechter onrechtmatig worden verklaard. Wanneer de burgemeester kan laten zien de afweging te hebben gemaakt, kan hij de woning sluiten zonder dat hij hoeft te vrezen dat de rechter daar tegen in gaat.

    Zo te zien wordt het de burgemeesters steeds makkelijker gemaakt om woningen te sluiten op basis van artikel 13b opiumwet. Als het gaat om 5 gram cannabis of 5 planten is duidelijk dat die 5 planten meer wegen dan 5 gram. Er zijn al mensen uit hun huis gezet die hun 5 gedoogde planten hadden geoogst en opeens toch een ‘handelsvoorraad’ hadden.

    Michelle Bruijn is niet optimistisch. De onrechtmatige sluitingen waren vooral onrechtmatig omdat de burgemeester niet goed had geformuleerd. ‘Iets wat makkelijk te herstellen is, en het is een kwestie van tijd voordat alle gemeenten met juridisch sluitende standaardmotiveringen werken. Hoeveel schade iemand heeft van wie het huis wordt gesloten is niet bekend. Daar is nooit onderzoek naar gedaan. En ook de sociale consequenties zijn onduidelijk.’

    En dan is er ook nog een wetsvoorstel om de sluitingsmogelijkheden nog verder te verruimen. Alleen al aanwezigheid van bloempotten waarin cannabis zou kunnen worden gekweekt is dan al genoeg om een woning te kunnen sluiten. Bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer werd het onderzoek van Bruijn door verschillende fracties aangehaald en werden vragen gesteld aan de minister. De sluitingen gelden dan wel als herstelsanctie en niet als straf, iemand uit huis zetten is ongeveer het ergste wat je iemand kan aandoen, beseffen ook sommige kamerleden. Weet de minister wel hoe vaak woningen worden gesloten? Nee, dat wist hij niet.

    Intussen zijn de antwoorden op de kamervragen binnen. Het goede nieuws is dat er zal worden geëvalueerd, zodat we eindelijk weten hoeveel woningen en lokalen er echt worden gesloten en wat de omstandigheden en financiële schade zijn. Helaas is die evaluatie driejaarlijks, dus dat duurt nog even. Als een huis of lokaal onterecht is gesloten denkt de minister dat de schade wordt vergoed, al legt hij niet uit hoe. Verder houdt de minister vast aan de opvatting dat sluiting van een woning geen straf is. Maar als je je verdiept in de aanpak van ‘ondermijning’ zoals justitie die heeft ontwikkeld zie je dat straffen buiten het strafrecht om daar een belangrijke rol in speelt. Het is de vraag hoe lang de minister kan volhouden dat het hierbij alleen maar om een herstelsanctie gaat.

    In 1948 hebben de Verenigde Naties in San Francisco de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld. Daarin staan de grondrechten opgesomd die ieder mens heeft. Er staat dat iedereen recht heeft op adequate huisvesting: staten moeten de bevolking beschermen tegen gedwongen uitzetting. Verder stelt het verdrag dat niemand mag worden bestraft zonder voorafgaande berechting. Nederland is mede-ondertekenaar van dit verdrag, maar het is niet direct toepasbaar in de rechtszaal. Pas als de Nederlandse rechtsmiddelen zijn uitgeput, kan men bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens terecht om de zaak te toetsen aan de mensenrechten.

    Waarom krijgen mensen van wie het huis wordt gesloten geen vervangende woonruimte zolang hun schuld niet vaststaat?

    Het wordt tijd dat dit exces uit de huidige war on drugs de aandacht krijgt dat het verdient. En dat er een einde aan komt.

    De rechtstaat in Nederland: ‘We moeten keuzes maken’.

    “We moeten iedere dag keuzes maken”, zegt Rob van den Broeke, districtschef bij de recherche woensdag 28 november 2018 bij de NOS https://nos.nl/artikel/2261237-politie-stopt-dit-jaar-16-000-zaken-vanwege-personeelstekort.html In het artikel zegt de NOS ‘De politie heeft dit jaar duizenden onderzoeken stopgezet, omdat er niet genoeg rechercheurs beschikbaar zijn. Het gaat om aangiftes en registraties van misdrijven waarvan er een gerede kans is dat de politie ze kan oplossen, omdat er aanknopingspunten zijn, zoals sporen. Tot november gaat het om meer dan 16.000 zaken, blijkt uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd.’

    16.000 zaken die de politie laat liggen? Aan hoeveel zaken werkt de politie? ‘De politie heeft op dit moment ruim 40.000 zaken wél in behandeling. Daarnaast liggen er nog bijna 23.000 nieuwe zaken op de plank. Dat zijn bijvoorbeeld winkelovervallen of geweldsincidenten, waarvoor nu nog geen capaciteit is. Die zaken liggen te wachten op beschikbare rechercheurs. Het komt ook voor dat andere zaken prioriteit krijgen. Hoe deze cijfers in eerdere jaren lagen kan de politie op dit moment niet zeggen.’, volgens de NOS. Dat betekent dat bijna een derde van het totaal aantal zaken dat de politie onder zijn hoede krijgt wordt gestaakt. De NOD zegt dat de politie zaken laat vallen die minder belangrijk zijn. ‘De politie spreekt van “eenvoudiger zaken”, zoals een mishandeling zonder letsel, winkeldiefstal of een inbraak in een woning waar niemand thuis was.’

    Een derde van het totaal aantal zaken waarvan ‘er een gerede kans is dat de politie ze kan oplossen, omdat er aanknopingspunten zijn, zoals sporen.’ Hoe was dit vorig jaar? De Dagelijkse Standaard (DDS) deed onderzoek en schreef op 22 juli 2017 dit artikel: https://www.dagelijksestandaard.nl/2017/07/politie-laat-criminelen-massaal-vrijuit-gaan-half-miljoen-aangiftes-gaan-ongezien-de-prullenbak-in/ In dit artikel zegt DDS: ‘Maar liefst 511.000 van de 930.000 geregistreerde misdrijven werden vorig jaar door de politie niet vervolgd. Daarmee wordt dus ruim 55% van alle aangiftes tegen misdaden in Nederland gevolgd door een zogenaamd sepot: de politie doet er niets mee, en de crimineel in kwestie gaat vrijuit.’ DDS: ‘Op een totaal van 930.000 geregistreerde misdrijven is daarmee 55 procent van de zaken ongemoeid gebleven. Vooral aangiftes via internet worden niet in behandeling genomen.’

    Op 22 oktober 2017 schreef Almere Nieuws ook een artikel over keuzes die de politieman maakt: http://www.almere-nieuws.nl/nieuws/19039/politie-almere-blijft-aangiftes-weigeren-vvd-opent-meldpunt/ Het blijkt dat de politie van Almere al jarenlang weigert aangiftes van burgers op te nemen: ‘Al jaren blijkt dat de politie in Almere weigert om aangiftes op te nemen, nu heeft de VVD in Almere een meldpunt geopend waar inwoners hun verhaal kunnen delen over hun ervaring met de politie omtrent de weigering van hun poging om aangifte te doen.’

    In ons artikel ‘Horecaverbod in Delft (4) Nukkige motorrijders staat dit: ‘Vervolgens is de reactie van de politie (in dezelfde mutatie) dat de horeca-ondernemer deze klanten moet en gaat wegsturen. Waarom zegt de politie dat deze klanten die zich niet misdragen en alleen een motorjack aan hebben weggestuurd moeten worden? De politie zegt verder dat overlast van motorclubs niet wordt getolereerd en dat het landelijk beleid is.’ De politie in Delft gaat zelfs zover dat zij dit zeggen in het artikel ‘Horecaverbod in Delft (5) Dit soort volk’: ‘In de mail staat nog ‘adviseerde een ieder om hen niet te bedienen, omdat zij de huisregels overtreden met hun kleding, de ondernemer zijn vergunning kan kwijt raken, de politie dat adviseert, of wat voor reden dan ook. De ondernemer kan direct 112 bellen waarop de politie verder handelt.’ De politie adviseert dus om maar een smoes te bedenken om motorrijders te verjagen en anders kan gewoon 112 gebeld worden.

    De politie in Delft heeft geen enkele last van werkdruk, neemt alle aangiftes van burgers op en heeft voldoende tijd om alle aangiftes te behandelen en alle zaken op te lossen. Of maken zij ook keuzes? We zagen al in ‘Horecaverbod in Delft (4) dat dit landelijk beleid is. Landelijk beleid. Belangrijke zaken die de politie kán oplossen omdat er sporen zijn worden bij tienduizenden gestaakt, geseponeerd of er wordt zelfs geweigerd de aangifte op te nemen. Maar 112 bellen omdat een motorrijder niet weg wil gaan omdat hij niets verkeerd heeft gedaan is normaal volgens de politie van Delft.

    Wie bepaalt dat landelijk beleid? Wie maakt eigenlijk de keuzes bij de politie? Is er een commissaris die na het lunchen boert dat motorrijders lastig gevallen moeten worden, ook wanneer dat ten koste gaat van belangrijke zaken die kunnen worden opgelost? Of is het een inspecteur van politie die besluit dat een melding over een lid van een motorclub die door de stad toert vervolgd moet worden?

    In 2014 meende een groep veteranen, verenigd in Veterans MC, te weten wie dit landelijk beleid opzette. Zij deden aangifte tegen minister Opstelten wegens smaad. ‘Een aangifte van motorclub Veterans tegen minister Opstelten is door het Openbaar Ministerie (OM) geseponeerd. De minister werd door de Veterans beschuldigd van belediging, smaad en laster. De politie schaart de club, met allemaal (oud-)militairen die in het buitenland hebben gediend, in het rijtje van Satudarah, Hells Angels en Bandidos. Ook minister Opstelten laat zich zo uit over de club. Daar was de motorclub boos over. Volgens hen schildert de minister leden onterecht af als zware criminelen, drugsdealers of moordenaars en hij beschadigt zo de naam van de club en haar leden. Volgens de club is er nog nooit iemand van de leden opgepakt of veroordeeld.’, volgens Crimesite op maandag 14 juli 2014 (https://www.crimesite.nl/klacht-veterans-over-opstelten-afgewezen/)

    De aangifte werd geseponeerd. Ja, er worden door de politie en het Openbaar Ministerie tienduizenden aangiftes geseponeerd, geweigerd op te nemen of gestaakt. Dat zagen we al. En ga je uitgerekend aangifte doen tegen de minister die aan het hoofd staat van het Openbaar Ministerie wat denk je dan zelf?

    In hetzelfde jaar 2014 speelde een andere zaak waarin minister Opstelten een bepaalde rol speelde. Volgens advocaat Knoops althans in het Algemeen Dagblad van 12 november 2018 is er wel degelijk sprake van beïnvloeding door meneer Opstelten geweest. In een heel andere zaak, maar toch. ‘Oud-minister Ivo Opstelten ontkent bij hoog en bij laag dat hij in 2014 heeft geprobeerd het Openbaar Ministerie te beïnvloeden om Geert Wilders te vervolgen voor zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak.’ In hetzelfde artikel zegt het AD: ‘RTL Nieuws bracht vanmorgen het bericht dat Opstelten destijds als minister van Veiligheid en Justitie invloed uitoefende op deze beslissing. Bronnen melden echter aan het nieuwsmedium dat hij voorafgaand aan het besluit van het OM duidelijk maakte dat wat hem betreft deze zaak tot strafvervolging moest leiden.’ https://www.ad.nl/politiek/opstelten-ontkent-beinvloeding-om-in-wilders-zaak~ab4a5bba/

    Ivo Opstelten wendt dus zijn invloed als minister aan om het Openbaar Ministerie onder druk te zetten om Geert Wilders te vervolgen. Hij ontkent dit. Enkele jaren geleden werd er door de Veterans MC aangifte gedaan tegen hem wegens smaad en laster. Die aangifte werd geseponeerd door datzelfde Openbaar Ministerie dat volgens Knoops werd beïnvloed door Opstelten. En niet alleen door advocaat Knoops, maar ook volgens het AD: ‘Bronnen melden echter aan het nieuwsmedium dat hij voorafgaand aan het besluit van het OM duidelijk maakte dat wat hem betreft deze zaak tot strafvervolging moest leiden.’

    Dus alles nog eens op een rijtje: De politie heeft geen capaciteit en seponeert, weigert aangiftes op te nemen en staakt onderzoeken bij de tienduizenden. Een motorrijder die een horecazaak niet wil verlaten omdat zijn jas uitmoet rechtvaardigd het bellen van 112 en is altijd een zaak. Een minister van Veiligheid en Justitie ontkent dat hij het Openbaar Ministerie trachtte te beïnvloeden in 2014, maar volgens het Algemeen Dagblad meldden bronnen dat hij dit wel deed. Een minister dus die niet de waarheid spreekt, maar wel het Openbaar Ministerie aanzet om tot vervolging over te gaan.

    Een paar vragen: Wie bij de politie bepaalt welke zaken worden geseponeerd, gestaakt of geweigerd? Wie bij de politie heeft de bevoegdheid onderzoeken naar misdaden te staken wanneer er sporen zijn om de zaak op te lossen? Is het landelijk beleid tegen motorclubs afkomstig van Ivo Opstelten? Heeft Ivo Opstelten het Openbaar Ministerie onder druk gezet tot vervolging over te gaan? Heeft hij daarmee politiemensen aangezet die kleine keuze te maken om een misdaadonderzoek stop te zetten om over te gaan tot het achternazitten van een motorrijder die zijn jas niet uit wil doen?

     

     

     

     

    Politie kan niets

    Misdaadverslaggever John van den Heuvel kan niet meer op het Leidseplein verschijnen, omdat zijn twintig beveiligers hem daar niet adequaat kunnen beveiligen. Daarom wordt zijn optreden bij RTL Boulevard live geschakeld vanaf de redactie van de Telegraaf, waar wel voldoende beveiliging mogelijk is.

    (bron: Telegraaf)

    Op 52 seconden: Premier Rutte zal er alles aan doen. Opvallend is dat hij het heeft over ‘klootzakken’. Eerder noemde hij stenengooiers in Blerick en terroristen die door middel van de sleepwet zouden moeten worden gepakt al klootzakken. Neonazi’s en agressieve racisten die burgers aanvallen die vreedzaam willen betogen noemt hij ‘aso’s’. Hij vindt dat achterhaald moet worden wie die ‘klootzakken’ zijn.

    Op 1 minuut 8: Onze burgemeesters, officieren van justitie, hoofden van politie, lokaal en regionaal zijn de best denkbare mensen, volgens de premier. De top die we in Nederland hebben, hij twijfelt daar niet over. Waarom eigenlijk niet? Er wordt geen malle moer opgelost, en hoewel de criminaliteit afneemt, willen politie en justitie steeds meer geld terwijl niemand weet waaraan dat op gaat. Verder gaat de politie rustig verder met martelen en etnisch profileren. Dus als dat de top is, is het niet best gesteld met het land.

    (bron: RTL)

    Op 1 minuut 2: Van den Heuvel wordt al bijna een jaar op deze manier beveiligd.

    Op 1 minuut 18: John heeft kennelijk zelf naar buiten gebracht dat hij nu ook al niet meer op het Leidseplein kan komen.

    Op 1 minuut 28: Een hart onder de riem van de minister van justitie. ‘Ja Sjon, kiezen op elkaar, de top van Nederland werkt er keihard aan.’ Zoiets.

    Op 1 minuut47: De aanslagen op Panorama en de Telegraaf worden gememoreerd. Voor dat eerste werden drie mannen aangehouden waarvan twee leden van motorclub Caloh Wagoh. Een club die op de website zegt onderdeel te zijn van de Crips, een criminele organisatie uit Los Angeles. De politie wist dat er iets stond te gebeuren, maar een deel van het onderzoek is ‘afgeschermd’ dus we weten niet hoe ze dat wisten. Of wat het motief was. Voor de brandaanslag op het gebouw van de Telegraaf, de krant van John van den Heuvel, is geen verdachte opgepakt.

    Op 1 minuut 58: Burgemeester Halsema heeft beveiligingsinformatie die anders is dan een jaar geleden.

    Op 4 minuut 5: Peter R de Vries vertelt uit eigen ervaring dat politie nooit wil zeggen waar de dreiging vandaag komt en wat die inhoudt.

    Op 5 minuut 25: John zelf voegt er aan toe dat je misschien dingen zegt die je in gevaar brengen, wanneer je niets weet over aard en herkomst van de bedreigingen.

    Op 6 minuten: John is teleurgesteld. Jarenlang houdt hij rekening met wat de politie wel of juist niet naar buiten wil brengen, en nu is hij al bijna een jaar in zijn bewegingsvrijheid beperkt, omdat de politie geen steek verder komt met zijn bedreigers.

    Op 7 minuut 20: Onlangs is het dreigingsniveau van John nog gestegen.

    Op 8 minuut 26: Premier Rutte zegt dat de Amsterdamse driehoek zeer weloverwogen besluit over het dreigingsniveau. Maar wat weet de driehoek over de dreiging? Weet de burgemeester wel van wie de dreiging uitgaat? En hoe er is gedreigd?

    Op 8 minuut 47: Beau stelt de kritische vraag: wanneer gebeurt er eens wat?

    Op 9 minuut 25: Rutte kan niet zeggen waarom de zaak rond de bedreiging van John van den Heuvel al 11 maanden duurt, of wat er eigenlijk aan de hand is.

    Op 9 minuut 42: Beau vraagt voorzichtig wat de premier nu van plan is.

    Op 10 minuut 18: John komt de politie iets te hulp. Misschien wil hij niet al te kritisch overkomen, hij wil nog langer werken als misdaadverslaggever.

    In de afgelopen jaren zijn er nogal wat misdaadzaken geweest die sensationeel of spectaculair waren. De politie liet niets los over wat er werkelijk aan de hand was ‘in belang van het onderzoek’, maar kon in de publiciteit de legende van de ‘ondermijning’ uitventen. Dat gebeurde bij het leggen van handgranaten en beschieten van coffeeshops en andere middenstand. Maar ook bijvoorbeeld bij de bedreigde burgemeester van Haarlem. De politie heeft als enige kennis van wat er aan de hand is en vertelt alleen wat hun van pas komt. En bedreigde burgemeesters hebben ze juist nodig om de ‘ondermijningsaanpak’ er in het hele land door te drukken.

    Waarschijnlijk heeft de premier met zijn vuist op tafel geslagen, want de ochtend na deze Boulevard-uitzending zijn op 40 plaatsen invallen gedaan bij leden van Caloh Wagoh, waarmee een langlopend onderzoek is ‘geklapt’. We zullen zien wat het oplevert. Of de bron van de bedreigingen ooit bekend wordt en of John binnenkort weer ontspannen over het Leidseplein wandelt…

    (bron Telegraaf)

    Marinus van der Lubbe en het nepnieuws

     

    Dat het op het Ministerie van Veiligheid en Justitie een rommeltje is, had u al begrepen. Na de heisa met de bonnetjes van Teeven, het aftreden van ministers en staatssecretarissen was er al een vermoeden van onzorgvuldigheid. Inmiddels heeft de nieuwe minister de naam van zijn ministerie aangepast. Het heet nu Ministerie van Justitie en Veiligheid. Is daarmee alles nu weer goed? Of hebben wij te veel aandacht besteed aan de misstanden waarvan wij hoorden zonder te kijken naar dingen die nog veel erger waren?

    Deze week werd bekend dat rapporten van het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum, regelmatig worden aangepast aan de politieke voorkeur van ambtenaren en bewindslieden. Op 6 december 2017 zegt Elseviers Weekblad hierover: ‘Topambtenaren op ministeries zouden zich herhaaldelijk bemoeien met onderzoeken van het instituut, dat als onafhankelijk dient te fungeren.’ ‘Het gaat van directe beïnvloeding van het ministerie op onderzoeksrapporten op vraagstelling en methoden, tot het redigeren van teksten en zelfs het achteraf herschrijven van conclusies.’ Weinig wetenschappelijk.

    Wat zegt het WODC over zichzelf? ‘Het WODC wil een toonaangevend wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum zijn voor het veld van JenV. Dat realiseert het door het uitvoeren van eigen onderzoek, het verzamelen van statistische informatie over Justitie en Veiligheid en het uitbesteden van onderzoek aan externe partijen (universiteiten en onderzoeksinstituten).’, zegt de organisatie op de eigen website (https://www.wodc.nl/) Let vooral op het woordje ‘wil’. Het WODC wil het wel, maar ja.

    ‘Het uitbesteden van onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstituten.’ De meerderheid van de lezers zal nimmer eerder hebben gehoord van het WODC. Nog minder zal bekend zijn wat voor soort onderzoeken het WODC doet. The Post Online op 6 december 2017: ‘Uit deze klacht uit 2014 blijkt dat ambtenaren conclusies over onder meer de legalisering van wiet herschrijven en dat er kritiek wordt geuit op de onderzoeksopzet van bepaalde onderzoeken over coffeeshops.’ Het ministerie laat een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar het legaliseren van wiet, maar heeft al een eigen mening. Door het onderzoek van het WODC te manipuleren, wordt feitelijk de mening van het ministerie witgewassen.

    Wat voor soort andere onderzoeken voert het WODC nog meer uit? Op de eigen website zegt het WODC hierover: ‘National Risk Assessment; terrorismefinanciering, Voorlopige hechtenis van jeugdigen in uitvoering, Een onderzoek naar de juridische status van de Nationale Politie, Developing a social media response to radicalization, Criminele beïnvloeding van het openbaar bestuur’, zijn zomaar enkele titels van studies door het WODC. Er wordt dus door het Ministerie van Veiligheid en Justitie opdracht gegeven voor belangrijke onderzoeken in het kader van radicalisering van jongeren, misdaad en terrorisme. Onderzoeken waarvan de uitkomst de kern moet zijn van voorlichting aan de Tweede Kamer en het bepalen van beleid. En het blijkt dat sommige onderzoeken worden gemanipuleerd door de ambtenaren van het ministerie óf, en dat is nog krasser, door de minister zelf.

    Dat betekent dus dat de Tweede Kamer verkeerd wordt voorgelicht en verkeerd beleid kan worden gevoerd. We hebben al gezien in de driedelige serie ‘Carrière in de Jeugdzorg'(door Dupont op deze website) hoe jongeren kunnen worden opgesloten in jeugdinstellingen om behandeld te worden tegen radicalisering en hoe er veel geld wordt verdiend aan die behandelingen en er bovendien een ware baantjesjacht plaatsvindt rondom die jeugdzorginstellingen.

    Soms worden wetenschappers ook gebruikt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie om misdaden wit te wassen. Zo overleed twee jaar geleden de Arubaanse toerist Mitch Henriquez aan de gevolgen van een aanhouding door de politie met een nekklem. Hoewel de officier van justitie aangaf dat hij zich niet kon voorstellen dat de agenten die meneer Henriquez aanhielden werkelijk geloofden dat het grapje van Henriquez over een wapen ernst was en zich dus ook niet bedreigd voelden, was de dood van Henriquez volgens hem niet te wijten aan de agenten. Algemeen Dagblad op 15 december 2017: ‘ Aanvankelijk werd gedacht dat Mitch Henriquez overleed na de nekklem door de agenten. Maar uit videobeelden van de arrestatie zou volgens deskundigen blijken dat die nekklem niet zo lang heeft geduurd, dat de Arubaan er aan kon overlijden. Stress en hartfalen zouden hem volgens het OM uiteindelijk fataal zijn geworden.’

    Opnieuw haalt Justitie er wetenschappers bij. En wat zeggen die wetenschappers? Nee, hoor, Mitch Henriquez overleed gewoon door hartfalen en stress. Hetzelfde Algemeen Dagblad zegt in hetzelfde artikel: ‘Professor Armand Girbes van het VU Medisch Centrum, professor Jan Bakker van de New York University, professor Diederik Gommers van het Erasmus MC en cardioloog-intensivist Rémon Baak van het Haga-ziekenhuis plaatsen hun vraagtekens bij de conclusies van forensisch deskundigen in de zaak-Henriquez. De drie hoogleraren zeggen dat er informatie ontbreekt, waardoor de precieze doodsoorzaak lastig te bepalen is. Acute stress kan volgens hen echter nooit de doodsoorzaak zijn. ,,Ik ben specialist in intensive care-geneeskunde, en ik ken die aandoening niet”, aldus Armand Girbes van het VU Medisch Centrum. ,,Om het netjes te zeggen: het is niet een gedefinieerde ziekte of syndroom. In gewoon Nederlands: het bestaat niet. En je kunt niet aan iets overlijden dat niet bestaat.” Rémon Baak beaamt dat. Hij was degene die Henriquez behandelde nadat hij werd binnengebracht in het ziekenhuis.’

    Voor de goede lezer: Eén van de artsen die Mitch Henriquez heeft behandeld in het ziekenhuis bestrijdt de ‘wetenschappelijke conclusies’ van de ‘experts’ die het Openbaar Ministerie inzet om de daders van de doodslag op Henriquez vrij te pleiten. Het mankeert er nog maar aan dat die arts straks als ware schuldige wordt veroordeeld.

    Op 15 april 2017 werd door Politie.nl een ander wetenschappelijk onderzoek op internet gepubliceerd. ‘Criminele carrière leden motorbendes onderzocht’, is de kop die hierboven staat. Om de vermeende criminele inslag van leden van motorclubs te onderzoeken hebben onderzoekers, wetenschappers, van de Universiteit Leiden opdracht gekregen een onderzoek uit te voeren. De conclusies liegen er natuurlijk niet om: ‘Leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) zijn crimineler dan leden van gewone motorclubs. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden. Doorgaans geven leiders van OMG’s aan dat hun clubs niet verschillen van andere motorverenigingen. Maar nu toont de wetenschap het tegendeel aan.’

    Maar hoe verliep dat ‘wetenschappelijk onderzoek’? ‘Hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de universiteit en zijn onderzoekers en vergeleken in samenwerking met de politie, de criminele geschiedenis van 601 bij de politie bekende OMG-leden. Daar legden ze de historie van een vergelijkbare groep van 300 “gewone” motorrijders van dezelfde leeftijd naast.’, zegt de politie op zijn website Politie.nl.

    Er is dus onderzoek gedaan naar 601 bij de politie bekende OMG-leden. Dat zijn dus 601 OMG-leden die bij de politie bekend zijn. En, zoals iedereen weet, wanneer je bekend bent bij de politie…ja, dan ben je bekend bij de politie. Bekenden van de politie zijn doorgaans niet bij de politie bekend omdat de politie over ze heeft gelezen in de krant. Doorgaans is er dan iets gebeurt, waardoor de betrokkene werd opgenomen in de bestanden van de politie. ‘De politie heeft sinds de start van de integrale aanpak 562 verdachten gehoord in opsporingsonderzoeken welke geleid hebben tot 308 strafzaken die alle OMG-gerelateerd waren. De gehoorde verdachten waren allen lid van een OMG of supportclub.’zegt de politie in de Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015. Er waren 562 verdachten, bekenden nu dus van de politie, die sinds de start van de integrale aanpak zijn onderzocht door de politie. Dat zijn dus die 601 leden die zijn onderzocht, begrijpt u?

    Er zijn bij de politie dus veel meer leden van OMG’s bekend dan die 601 die worden vergeleken met een ‘vergelijkbare groep van 300 gewone motorrijders’. Je neemt dus een groep verdachten en die leg je neer naast een groep mensen die niet verdacht zijn. Om het ‘wetenschappelijke’ karakter van dit onderzoek nog verder te benadrukken geven wij aan hoeveel leden van motorclubs de politie zelf inmiddels heeft geteld. In de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2016 zegt de politie zelf: ‘Op 1 januari 2016 waren er een kleine 1700 leden in beeld. Begin 2017 blijkt dit aantal te zijn gestegen tot ruim 1900 leden.’

    Er zijn dus geen 601 leden van OMG’s bekend bij de politie, maar er zijn er al meer dan 1900. Maar voor het wetenschappelijk onderzoek naar de criminele antecedenten van leden van OMG’s zijn maar 601 leden onderzocht en vergeleken met 300 ‘gewone motorrijders’. 601 leden die tevens verdachte waren. De 1300 andere bij de politie bekende leden van OMG’s zijn niet vergeleken met de ‘300 gewone motorrijders’. Zo kom je wel aan alarmerende uitkomsten. Wetenschappelijk?

    Het Algemeen Dagblad van 15 december 2017 berichtte nog eens over hoe het Ministerie van Justitie en Veiligheid omgaat met leden van motorclubs. De Nationale Ombudsman onderzocht namelijk een klacht van Veterans MC en oordeelde dat de club niet crimineel is. ‘Het rapport dat vandaag verschijnt is een gevoelige tik op de vingers voor de minister van Justitie en Veiligheid.’ Jarenlang is tegen beter weten in de club in verband gebracht met criminaliteit. Leden van de club, soms actief dienende militairen, werden geschoffeerd door de Inspecteur der Krijgsmacht op een veteranendag in Hilvarenbeek (zie artikel Dupont ‘Met de machthebbers op het bordes van 1 november 2017), werden jarenlang geweerd onder bedreiging met politie-inzet van de Nationale Veteranendag in Den Haag, waarbij een andere ‘wetenschapper’, historicus Christ Klep ze eigen schuld verweet, ze werden lastig gevallen op hun werk door hun werkgever, de Koninklijke Marechaussee oordeelde na gedegen onderzoek al eerder dat de club niet crimineel was, maar de politie bestreed dit. En nu blijkt na onderzoek van de Nationale Ombudsman dat politie en justitie er bewust naast gezeten hebben.

    In 2004 publiceerde auteur John Cornwell het boek ‘Hitlers wetenschappers: Wetenschap, oorlog en het duivelse pact’. Hét centraal thema in Cornwells boek is de vraag naar de morele verantwoordelijkheid van de Duitse wetenschappers voor het misdadige regime van hun land. Minutieus onderzoekt hij de beweegredenen van de geleerden die tijdens de jaren 1930 besloten in het land te blijven. De kritiek op zijn vorig boek indachtig hoedt hij zich voor een uitgesproken stellingname. Toch meent Cornwell dat de wetenschappers zich direct of indirect schuldig hebben gemaakt aan de wandaden van het nazi-regime.(http://www.go2war2.nl/artikel/1181/Hitlers-wetenschappers.htm)

    Het kan dus maar zo dat in een verre toekomst onderzoek gaat uitwijzen hoe hard Nederlandse wetenschappers hebben geprotesteerd tegen het verkrachten van hun onderzoeksresultaten. Dan is het echter te laat.

    Zeearendkuikens alweer afgedankt

    foto: mogelijk ‘Hunter’ en Cayenne in betere tijden (bron: Nationale Politie)

    Verrassend nieuws van het roofvogelfront: De Nationale Politie stopt met de inzet van roofvogels tegen ongewenste drones. Zoals hier eerder beschreven heeft de politie een onbekend aantal kuikens van de Amerikaanse zeearend gekocht. Het innovatieve anti-dronebedrijf Guard from Above zou deze opleiden, om net als steenarend Cayenne en nog een andere vogel, die mogelijk ‘Hunter’ heet, drones uit de lucht te halen. Dat er in dit project ook maar één Amerikaanse zeearend een drone heeft onderschept is niet erg waarschijnlijk. Er is in elk geval geen bewijs van. Er zouden ook honderd politiemensen worden opgeleid tot roofvogelgeleider, deze training was al begonnen.

    Op Politie.nl zegt Marjolein Smit-Arnold Bik, diensthoofd van de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking (DLOS) van de Landelijke Eenheid: ‘Een jaar na de start met onze eigen vogels hebben wij de balans opgemaakt. Hoe gaat het, wat levert het op, wat kost het? Het zelf trainen, houden en inzetten van de roofvogels blijkt in de praktijk complexer en lastiger uitvoerbaar dan eerder uit het project bleek. Ook bleek het kostbaarder. Daarbij is de operationele vraag voor ondersteuning minder groot dan verwacht, met als achterliggende reden dat de roofvogel ook een veiligheidsrisico zou kunnen zijn, doordat hij misschien niet doet waarvoor hij getraind is. In gecontroleerde trainingssituaties presteerden de roofvogels goed, maar wat als het ‘echt’ is? Uiteindelijk hebben we moeten concluderen dat we geen sluitende business case hebben.’

    Wat precies de kosten zijn geweest is nog niet openbaar. Ook de beelden van het TNO-onderzoek naar mogelijke verwondingen aan de klauwen door drone-rotors laten op zich wachten. De jonge Amerikaanse zeearenden (aantal onbekend) zouden het goed maken op een onbekende locatie.

     

    Draaideur Elite en klassenjustitie; minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus

    Over een Openbaar Ministerie dat selectief vervolgt, een minister die in het verleden duidelijk maakte waar zijn belangen liggen en een ministeriële naamsverandering die niets inhoudt.

    Het is bijna geruisloos gegaan, al kan dat natuurlijk niet, de naamsverandering van het ministerie van Veiligheid en Justitie in het ministerie van Justitie en Veiligheid. De nieuwe CDA minister Grapperhaus stelde dat de naamsverandering te maken had met het feit dat de overheid wil benadrukken dat Nederland een rechtstaat heeft. Let op het woordje heeft, er staat niet dat Nederland een rechtstaat is, al zal dat voor de overheid een beperkt onderscheid zijn. De naamsverandering kost naar alle waarschijnlijkheid miljoenen daar heeft de media het natuurlijk over. Boekhouden is nu eenmaal het favoriete onderwerp van de Nederlanders, alleen zou dit bij principiële zaken toch eigenlijk van ondergeschikt belang moeten zijn.

    Dit blog, justitie en veiligheid punt nl is begonnen vanuit het perspectief dat justitie voor veiligheid gaat. Buro Jansen & Janssen schreef bij de aanvang van het blog: “De omkering is bewust want ons gaat het eerst om gerechtigheid, justitie, want zonder rechtstaat is er geen veiligheid.” Simpel gezegd een pleidooi voor het onschuld adagium en tevens een pleidooi tegen klassenjustitie. Het ministerie lijkt die gedachte nu te volgen al blijkt dat echter schijn.

    Even een eenvoudige historie. In het verleden was er een ministerie van Justitie. Dit ministerie was verantwoordelijk voor het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Die verantwoordelijkheid was duidelijk gescheiden van het ministerie van Binnenlandse Zaken waar de politie onder viel. Naast de politie was en is dat ministerie nog verantwoordelijk voor de inlichtingendienst de AIVD, de gemeenten en provincies zowel hier als in het Caraïbisch gebied.

    Vijf jaar geleden in 2012 werden politie, Openbaar Ministerie en rechterlijke macht bij elkaar geveegd in het nieuw te vormen ministerie van Veiligheid en Justitie. Het law en order kabinet Rutte I van VVD en CDA, gesteund door de PVV wilde een duidelijk signaal afgeven. In dit land gaat het niet om gerechtigheid en waarheidsvinding maar om veiligheid. Wat dat dan precies inhield was onduidelijk want het ging in ieder geval niet over het oppakken van zaken, het oplossen van strafbare feiten en het serieus nemen van problemen van burgers. Exponenten van de law en order gedachte waren minister Opstelten, de man die in Rotterdam met harde hand regeerde, en zijn adjudant staatsecretaris Teeven, een nietsontziende crimefighter.

    Beiden struikelden over een deal met een crimineel waar allerlei onwaarheden over werden gemeld die uiteindelijk culmineerde in de val van het illustere duo. Opstelten is ondertussen VVD erelid en boeket bezorger van de regerende politieke partij en Teeven buschauffeur en volgens de media de enige gewone Nederland bij de VVD. Het nalatenschap van de twee is niet echt om naar huis te schrijven. De Nationale Politie is een zooitje en of het nu veiliger is in Nederland blijft onduidelijk. Cijfers en de politie lijken niet echt bij elkaar te passen al wordt er nog zo hard geroepen dat de criminaliteit daalt.

    De naamsverandering van het ministerie van Veiligheid en Justitie in het ministerie van Justitie en Veiligheid kan dan ook opgevat worden als een gebaar van de VVD om de periode Opstelten/Teeven maar snel te vergeten. Het ministerie wordt nu geleid door een CDA’er, Grapperhaus, met twee adjudanten van de VVD, Sander Dekker en Mark Harbers. Aan het beleid zal niet veel veranderen, CDA en VVD ontlopen elkaar niet veel als het om repressie gaat. Het tegengaan van klassenjustitie, etnische profileren en discriminatie, meer ruimte voor vrijheid van meningsuiting en het recht op manifestaties zullen niet op de prioriteitenlijst van het ministerie voorkomen.

    De voortekenen laten dit ook meteen zien. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is oorverdovend stil als burgers hun stem willen laten horen tegen de openlijke vertoning van de racistische zwarte piet. Ook de vervolging van mensen die de snelweg blokkeerden om het protest tegen zwarte piet te voorkomen was ook niet meteen een optie voor het ministerie.

    Nu zijn het misschien de wittebroodsweken van de nieuw ministerie maar de onthulling van het NRC Handelsblad over een advies van de nieuwe minister aan autobedrijf Pon Holding om enkele arbeidsrechtelijke maatregelen te nemen tegen werknemers die werden verdacht van corruptie, roept allerlei vragen op. De werknemers werden verdacht van het fêteren van ambtenaren om opdrachten binnen te halen voor Pon.  Het advies van Grapperhaus is gebruikt door de advocaat Hendrik Jan Biemond (Allen & Overy) van de Pon Holding om aan te geven dat het bedrijf zelf orde op zaken kan stellen en dus niet vervolgd hoeft te worden.

    In het advies van Grapperhaus staat dat de werknemers “een formele berisping” krijgen die opgenomen moet worden in hun personeelsdossier. Ook stelt Grapperhaus dat werknemers een boete kunnen krijgen of een overplaatsing. Grapperhaus lijkt in zijn advies geen ontslag voor de werknemers voor te stellen en tevens niet te stellen dat Pon zelf verantwoordelijk is. Grapperhaus stelde het advies op als hoogleraar (Europees) arbeidsrecht aan de Universiteit van Maastricht, maar het zou evengoed kunnen dat hij het advies als partner en advocaat van Allen & Overy opstelde want de huidige minister had nogal verschillende petten op in het verleden. Ja, u leest het goed Allen & Overy leveren ook de advocaat voor Pon. Grapperhaus moet dus hebben geweten dat zijn advies in de juridische strijd met het OM gebruikt zou gaan worden.

    Pon Holding ontspringt de dans. Het Openbaar Ministerie legt het bedrijf nog wel een piepkleine boete op van 12 miljoen euro, 0,2% van de totale jaaromzet van het bedrijf, maar voor de rest ontspringt het bedrijf de dans van strafvervolging voor corruptie en omkoping. Dit zal mede dankzij de advocaat van Allen & Overy en de hoogleraar van de universiteit van Maastricht zijn geweest. Argument voor het sluiten van een deal door het Openbaar Ministerie zal vast zijn geweest, dat het een complexe zaak is en veel te lang zal gaan duren, maar waarom een stel lagere ambtenaren en een werknemer van Pon wel tot op het bot worden vervolgd blijft duister. Erg rechtstatelijk is het niet.

    En daar zit het probleem met de naamsverandering. De nieuwe CDA minister kan dan best zeggen dat Nederland een rechtstaat heeft, maar voor wie blijft onduidelijk. De hoogleraar, partner en advocaat van het kantoor dat een bedrijf vertegenwoordigt in een corruptie zaak weet een bedrijf te helpen in een zaak van corruptie en omkoping. Het bedrijf komt weg met een minuscule boete, zal deze dus niet voelen. Tegelijkertijd krijgen werknemers taakstraffen en worden uiteindelijk ontslagen en worden lage ambtenaren vervolgd. Ministers en hoge functionarissen bij de overheid blijven net als het bedrijf Pon Holding buiten schot.

    De naamsverandering van het ministerie van Justitie en Veiligheid is iets langer dan een maand oud, maar het woord justitie dat er in de tijd van Opstelten en Teeven aan bungelde kan nu al in de prullenmand worden gegooid. De nieuwe minister maakt meteen duidelijk wat voor rechtstaat hij voorstaat.

     

    Topadviseurs hielpen Pon ontsnappen aan de rechter, NRC 1 december 2017

    Grapperhaus: ‘Naamswijziging Veiligheid en Justitie benadrukt rechtsstaat’, Nu.nl 23 oktober 2017