• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De gier van Minerva

    Op 27 juli 2015 schreef Dupont het artikel ‘Sesam, open u!’ over de sluiting van clubhuizen van motorclubs door gemeenten. Het verdient veel aanbeveling dit artikel nog eens te lezen: http://justitieenveiligheid.nl/sesam-open-u/ Dieper wordt ingegaan op de redenen die gemeentes aanvoeren om clubhuizen van motorclubs te verbieden, maar ook op de uitzonderingen. Zo gebeurt het dat horeca-gelegenheden waar volgens een burgemeester problemen waren met leden van een motorclub, toch open blijven omdat de uitbaatster de dochter van de burgemeester is. Ook gebeurt het dat uitzonderingen worden gemaakt voor zogenaamde jeugdhonken en sportkantines. In beide gevallen wordt vaak niet gehandhaafd. Ook niet wanneer er uitspraken zijn van een rechter of ernstige incidenten hebben plaatsgevonden.

    Bekend is dat jeugdhonken worden bezocht door minderjarigen om alcohol te nuttigen. Dit is in strijd met de wet. Op 25 april 2016 schreef Dupont het artikel ‘Motorclubhuizen en drankketen’. http://justitieenveiligheid.nl/motorclubhuizen-en-drankketen/

    Duidelijk wordt dat de gemeente en de politie weigeren te handhaven in jeugdhonken. Op Urk is zelfs een minderjarige jongen overleden na bezoek aan een jeugdhonk, maar de gemeente vindt het te onveilig voor controleurs om te handhaven. Ook hier bevelen wij de lezer zeer aan het desbetreffende artikel nog eens te lezen.

    Verbaasd over een artikel van Hart van Nederland op 14 juni 2019 zijn wij dan ook niet. Het artikel https://www.hartvannederland.nl/nieuws/2019/studentenclubs-maken-afspraken-voor-toekomst/?fbclid=IwAR1YN90iBoBjSnE9-ExDNyoJIkJA9LXvGOC22hRtAskDmuV_8KwwKihMxxg beschrijft hoe er afspraken zijn gemaakt met studentenverenigingen over onder meer drankgebruik. ‘Studentenverenigingen hebben de handen ineengeslagen voor een goed verenigingsleven in de toekomst. Ze ondertekenden vrijdag in Den Haag een document vol richtlijnen, onder meer over verantwoord alcoholgebruik.’, aldus Hart van Nederland.

    Er is de laatste jaren veel te doen geweest over studentenverenigingen. Met name verenigingen als Vindicat en Minerva kwamen zeer slecht in het nieuws. Bij ontgroeningen vielen slachtoffers, er waren mishandelingen, aanrandingen, er werd aangezet tot drugsgebruik, alcoholgebruik, de openbare orde werd verstoord door brallende studenten. Na onderzoek werd besloten een aantal regels op te stellen om enkele klachten in de toekomst te helpen voorkomen. ‘De studentenverenigingen moeten ook fysiek en geestelijk geweld uitsluiten, net als discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid “of op welke grond dan ook”. Seksueel grensoverschrijdende opmerkingen en handelingen mogen ook niet voorkomen.’, alweer volgens Hart van Nederland.

    Deze regels komen er omdat blijkbaar deze misstanden voorkomen bij studentenverenigingen. Fysiek en geestelijk geweld. Discriminatie op grond van godsdienst, of levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid. Ook mogen seksueel overschrijdende opmerkingen en handelingen niet voorkomen. En dat is eigenlijk een beetje vreemd. Want dit zijn zonder uitzondering allemaal strafbare feiten. Het staat in het Wetboek van Strafrecht. Zoals iedere korpsbal met een rechtenstudie dondersgoed weet. Daar heb je dus helemaal geen extra regels voor nodig. Dat die regels er toch zijn gekomen betekent dat die strafbare feiten dus blijkbaar werden gepleegd. Dat dit inderdaad zo is, kon u al lezen in onze artikelen ‘Een helse vereniging’ van 11 juni 2019, http://justitieenveiligheid.nl/een-helse-vereniging/, en ‘Het vuil van Minerva’ van 13 juni 2019, http://justitieenveiligheid.nl/het-vuil-van-minerva/.

    Volgens Hart van Nederland zijn er 47 ‘studentengezelligheidsverenigingen’ en zijn ze zelfs georganiseerd in een landelijk orgaan. ‘De richtlijnen zijn opgesteld door de 47 studentengezelligheidsverenigingen die zijn aangesloten bij de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). “Het Nederlandse studieklimaat is door strengere studie-eisen en financiële druk aan verandering onderhevig”, legt de organisatie uit.’ Verenigingen waar speciaal regels moeten worden opgesteld om strafbare feiten te voorkomen, worden ‘studentengezelligheidsverenigingen’ genoemd. Verenigingen die eigenlijk helemaal geen drank mogen schenken zijn gewoon georganiseerd in een legale landelijke vereniging.

    Blijkbaar is het in Nederland dus zo dat wanneer je de dochter bent van een burgemeester je horecazaak gewoon open kan blijven na incidenten, terwijl de zaak van een ander voor minder wordt gesloten. Tegelijkertijd worden, ondanks rechterlijke uitspraken, jeugdhonken waar drank wordt geschonken aan minderjarigen niet gecontroleerd of ze worden gedoogd terwijl de wet zegt dat moet worden gehandhaafd. Studentenverenigingen waar ernstige strafbare feiten worden gepleegd, maken gewoon wat nieuwe richtlijnen en kunnen dan verder gaan zoals vanouds. Oud-leden die hoge posities hebben verworven bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid zorgen daar blijkbaar wel voor.

    En wat moet er gebeuren met al die leden van motorclubs die zijn verboden dankzij de niet aflatende bemoeienissen van dezelfde ambtenaren van met ministerie van Justitie en Veiligheid? Waar moeten zij voortaan gezellig een potje bier gaan drinken? Op plaatsen waar niet gecontroleerd wordt en waar regels zijn tegen strafbare feiten? Misschien in jeugdhonken en bij ‘studentengezelligheidsverenigingen’ als Vindicat en Minerva? Dan zou één ding meteen afgelopen zijn, al die strafbare feiten en het verdrukken van zwakkeren zou in één klap voorbij zijn!

     

     

     

    Het vuil van Minerva

    Al jaren komen er met grote regelmaat berichten in de kranten over ernstige incidenten bij studentenverenigingen. Mishandelingen, aanrandingen, aangiftes. De burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten, zei op 9 januari 2019 in Trouw: ‘Vindicat is niet verheven boven een motorbende, maakt de burgemeester van Groningen duidelijk.’ De burgemeester zei dat naar aanleiding van het opzettelijk toebrengen van letsel bij een ontgroening van studentenvereniging Vindicat. Het was het zoveelste ernstige incident bij Vindicat.

    Ook bij andere studentenverenigingen is het raak. Al jaren verschijnen er krantenartikelen. Een van de meest bekende, of zo u wil beruchte, studentenverenigingen is de Leidse studentenvereniging Minerva.

    Op de websitie van studentenvereniging Minerva staat precies beschreven wanneer de vereniging is opgericht. ‘De Leidse Studenten Vereniging Minerva kent een lange en rijke geschiedenis. In 1575 werd de Universiteit Leiden opgericht. Leiden heeft daarmee de oudste Universiteit van Nederland. Daarnaast heeft Leiden ook de oudste ontmoetingsplaats voor studenten. In 1814 werd de Sociëteit ‘Minerva’ opgericht. Sindsdien heeft de Vereniging vele veranderingen gezien. L.S.V. Minerva is tegenwoordig, met ruim 1900 leden, een van de grootste studentenverenigingen van Leiden en Nederland.’

     

    EEN LANGE LIJST STRAFBARE FEITEN

    Op 9 maart 2006 bericht Mare uitgebreid over een aantal verbijsterende voorvallen bij Minerva in Leiden. ‘In zes maanden hebben zich bij de studentenvereniging Minerva vier gewelddadige incidenten voorgedaan, waarbij leden ernstig zijn mishandeld. Ook is een intern onderzoek gestart naar een mogelijke aanranding van een 18-jarige scholiere.’ Mare gaat uitgebreid in op de gebeurtenissen. ‘In de nacht van 4 januari heeft een bestuurslid – ‘tevens huisgenoot van de vorige dader’ – ‘excessief geweld’ gebruikt. Normaal mag het bestuur tijdens ‘het zaalleven’ met de platte hand ‘corrigerende tikken’ uitdelen, maar in dit geval kreeg een jongen vuistslagen en trappen. Het slachtoffer liep drie gekneusde ribben op. Het bestuurslid is een week op non-actief gesteld. Bij de politie werd geen aangifte gedaan.’ ‘Toch is ook bij het laatste incident een oud-bestuurslid betrokken. Tijdens een scholierenfeest zou een 18-jarige scholiere door hem en een ander lid zijn meegenomen naar de wijnkelder van de sociëteit en daar zijn aangerand. De persoon die het meisje voor het feest had uitgenodigd ging haar samen met de voorzitter zoeken en trof haar volgens de leden ‘totaal overstuur’ aan. Er is geen aangifte gedaan bij de politie, maar de zaak wordt wel door de interne rechtspraak onderzocht.’

    Duidelijk blijkt dat er meestal geen aangifte plaatsvind. Minerva heeft namelijk zijn eigen rechtspraak. ‘Het College van rechtspraak is een onafhankelijk orgaan dat de zaken grondig onderzoekt en zware straffen oplegt.”, aldus Mare. Minerva staat hiermee boven de wet. Ernstige incidenten worden vaak door de vereniging zelf beoordeeld. Dit zegt ook een onafhankelijk onderzoek door een advocatenkantoor. ‘Op basis van het onderzoek heeft het advocatenkantoor een lijst met aanbevelingen verstuurd naar het bestuur van het corps. De mail en de aanbevelingen zijn in handen van de krant.’, volgens Nu.nl op 10 september 2018. ‘Op basis van het onderzoek heeft het advocatenkantoor een lijst met aanbevelingen verstuurd naar het bestuur van het corps. De mail en de aanbevelingen zijn in handen van de krant.’ ‘De aanbevelingen bestaan uit 31 wijzigingsvoorstellen. Dit moet ervoor zorgen dat het corps dezelfde normen en waarden naleeft en dat de interne regels “kritisch moeten worden herzien”. Deze cultuuromslag zou een einde moeten maken aan grensoverschrijdende incidenten.’

    De conclusie is dat er strafbare zaken plaatsvinden bij Minerva als mishandelingen, aanrandingen, verplicht drank- en drugsgebruik: ‘Studentenvereniging Minerva moet de interne ‘Corpswet’ aanpassen om een einde te maken aan grensoverschrijdende incidenten met drank, drugs, geweld en seks. Het bestuur kondigt om die reden een ‘cultuurprogramma’ aan om de cultuur binnen de vereniging te verbeteren.’ Maar in plaats van aangifte, zodat de politie de strafbare feiten kan onderzoeken en de rechter zich hierover kan uitspreken, worden deze strafbare feiten alleen beoordeeld door de eigen rechtspraak van Minerva. Er wordt dus verzuimd aangifte te doen van strafbare feiten, waarbij ook slachtoffers zijn gevallen.

    OMERTA

    Binnen Minerva heerst zelfs een verbod om zaken naar buiten te brengen. ‘Als corpslid uit de school klappen tegenover niet-leden of de media kan je op een flinke boete komen te staan. Er worden zelfs zwijgcontracten over opgesteld. In het geval van het Groningse Vindicat hangt je een som van 25.000 euro boven het hoofd als je iets vertelt over bijvoorbeeld je ontgroening.’, volgens NOS op 29 september 2016.

    ‘Ook na de groentijd kwamen fysieke aanvaringen voor, vertelt Lex. “Ik herinner me een corpslid die op een normale borrelavond zwaar in elkaar is geslagen door twee dronken corpsleden.” Aangifte is niet gedaan. “Nee”, zegt Lex, “daar heeft het corps een intern rechtssysteem voor.” ‘, aldus NOS. ‘Lex’ is een schuilnaam voor een oud lid van Minerva.

    OPENBARE ORDE

    De inwoners en bezoekers van Nederlandse grote steden hebben het al vaak gezien. Elk jaar opnieuw, na het begin van het studiejaar, worden nieuwe studenten ontgroend. Op straat, op pleinen, in publieke gelegenheden, in parken, worden studenten vernederd. Geknield, kruipend en in de houding staand kan het publiek zich aan de toekomstige leiders van het land vergapen.

    Mare op 9 maart 2006: ‘In de nacht van 28 september stormden twee Minervanen (met twee broers van een lid) uit de sociëteitsdiscotheek HiFi en vielen een appartement in de Breestraat binnen. Daar werden de bewoner en een andere Minervaan ernstig mishandeld. Er werd ook een meisje geslagen.’

    ‘Een rustige straat met oude panden en een wijds uitzicht over het water; aan de Nieuwe Rijn in Leiden is het doorgaans goed toeven. Deze idylle wordt echter al jaren ruw verstoord door de bewoners van nummer 97. In Minervahuis ‘Huize Safari’ zouden negen brallende lullo’s de omwonenden terroriseren.’, aldus Quote op 27 september 2005. De activiteiten van Minerva-leden hebben dus meteen invloed op het publieke domein. En wel gedurende langere tijd. En in Leiden zijn ze wel iets gewend.

    NAZI’S

    Een ander incident dat veel ophef veroorzaakte was de ontdekking van een kamer die was ingericht als nazi-pronkkamer. ‘In de nok van de kamer hangt een rol prikkeldraad, aan de muur hangt een geïmproviseerd hakenkruis, er is een treinspoor geschilderd en op een muur is ‘Arbeit macht frei’ gekladderd. Je zou anders verwachten als je de buitenkant van het pand beziet. Het grachtenpand van drie verdiepingen ligt in het centrum van de studentenstad Leiden, in een rustige zijstraat van het chique Rapenburg.’, bericht de Volkskrant op 13 november 2015. Opnieuw is het alleen het interne rechtsorgaan dat de zaak afdoet. ‘Dat de leden niet zijn geschorst, komt omdat schorsing verloopt via het interne rechtspraakorgaan.’, volgens de Volkskrant.

    Dat de verstoring van die openbare orde ook daadwerkelijk wordt gevreesd, bewijst wel het artikel in de Volkskrant van 27 juni 2014. ‘Exploitanten van strandtenten in Wassenaar kwamen in het geweer tegen het plan van de lustrumcommissie om hier de zogenoemde Buitendag te organiseren. Ze vreesden dat met de komst van duizenden (oud-) corpsleden het vertier van de overige badgasten in het gedrang zou komen.’ Leden van Minerva én oud-leden van Minerva worden gevreesd door de horeca.

     

    DODEN EN ZWAARGEWONDEN

    Incidenten bij Minerva leidden soms tot zwaargewonden en zelfs doden. Op 4 oktober 2016 schrijft de publicist Micha Kat een artikel over ontgroeningen en noemt daarbij een hele lijst van voorvallen. (http://niburu.co/index.php?option=com_content&view=article&id=11155:dode-bij-minerva-tijdens-ontgroening-joris-demmink&catid=9:binnenland&Itemid=22) Bij een van die voorvallen overleed zelfs een jaargenoot van Joris Demmink in Leiden.

    Ook in Utrecht viel eens een dode: ‘De student, jonkheer David Rutgers van Rozenburg, kreeg een roetkap opgezet die per abuis niet behandeld was met het gebruikelijke steenkoolroet, maar met petroleumroet, waardoor hij stikte. De lankmoedige wijze waarop deze affaire door justitie werd behandeld en de relatief lichte straffen voor de bestuursleden van Tres stond in scherp contrast met de felle reactie van justitie op ludieke acties van Provo en leidde tot beschuldigingen van klassenjustitie. Omdat de rechters en de officier reünisten van studentencorpora waren sprak men van “klassenjustitie”. De loopbanen van de veroordeelde studenten hebben later niet onder de veroordeling geleden.’

    Dit laatste incident was in 1965. Toen dus al. Ook in Groningen viel een dode bij een ontgroening: ‘De ‘dooie na de consumptie van een fles jenever’ waar Van ‘t Hek het over heeft verwijst naar een affaire in -alweer-Groningen uit 1997 toen foet Reinout Pfeiffer het leven liet toen hij werd gedwongen een hele fles jenever in een keer leeg te drinken. Deze affaire was met name explosief omdat de vader van Reinout een prominent lid was van de toga-mafia en een Minerva-man, net als Joris Demmink, Ivo Opstelten en de halve kabinetten onder Rutte -pa Pfeiffer werkt(e) als notaris voor de elite bral- en plunder-kantoren Nauta Dutilh en Loyens & Loeff.’, volgens Micha Kat.

    Pogingen tot moord of doodslag komen ook voor: ‘Een stuk schimmiger is de ‘hockeybal-affaire’ waarbij een dronken ouderjaars de schedel van een foet gebruikte als golf-tee en in plaats van de bal het hoofd van de foet raakte. Deze poging tot moord werd vrijwel volledig doodgezwegen en was slechts bekend in de kringen van de studentencorpora waartoe ook de auteur van dit stuk behoort. Youp van ‘t Hek noemt de affaire in 1999 in een column in NRC Handelsblad: Ach ja, de rijkeluishooligans. Het ene jaar is het een roetkap, het andere jaar raakt er eentje zwaar gewond omdat een dronken corpsbal bij een foet een hockeybal van zijn kop moet slaan, dan gaat het weer om een dooie na de consumptie van een hele fles jenever. Niet eens bekend is bij welk corps deze affaire zich heeft afgespeeld! Waarschijnlijk is de dader later president geworden van een gerecht of hoofdofficier van justitie.’ aldus weer het artikel van Micha Kat.

     

    TOEKOMSTIGE LEIDERS

    Uit het artikel van Micha Kat bleek het al. ‘De daders van de incidenten worden president van een gerecht of hoofdofficier van justitie.’ Is dit ook inderdaad zo? In het artikel ‘Een helse vereniging’ publiceerden wij al een lange lijst van oud-leden van Minerva: http://justitieenveiligheid.nl/een-helse-vereniging/. Het lijkt erop dat bijna alle ministers van Justitie afkomstig zijn van Minerva. Op 11 maart 2015 bericht NOS: ‘Veel ministers van Justitie waren opgeleid in Leiden en oud-lid van studentenvereniging Minerva. VVD-ministers van Justitie worden al decennialang gerekruteerd uit de kringen van het Leidse studentencorps. Opstelten en bijvoorbeeld zijn voorgangers Korthals Altes en Korthals waren lid van Minerva.’ Na Opstelten kwam Ard van der Steur, die ook Minerva-lid was. De tegenwoordige minister van Justitie Grapperhaus was geen lid van Minerva, maar zijn zoon Max was daarentegen bestuurslid van de beruchte vereniging. Hij was zelfs voorzitter.

    Naar aanleiding van een rechtszaak door boze buren aangespannen, zegt Max Grapperhaus in Quote op 27 september 2005: ‘Preases Collegii van Minerva, Max Grapperhaus: ‘Ik heb begrepen dat een incident dat twee jaar geleden heeft plaatsgevonden helaas is geëscaleerd in een rechtszaak.’ Natuurlijk heeft Grapperhaus de heren even aan de tand gevoeld, maar hij acht Minerva verder geen partij in het conflict. ‘De bewoners zijn lid bij Minerva, maar het huis is geen eigendom van Minerva.’

    Voorzitter Grapperhaus, zoon van minister Grapperhaus, heeft dus zelf even de heren aan de tand gevoeld en kwam tot de conclusie dat Minerva geen partij is in het conflict.

    The Post on Line bericht op 20 maart 2016: ‘Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) liet, toen hij nog universitair docent was, studenten klusjes uitvoeren in en rond zijn woning in Warmond. Dat gebeurde in het kader van hun ontgroening bij studentenvereniging Minerva, waarbij Van der Steur zelf ook lid is geweest. De studenten kregen hier niet voor betaald. Volgens NRC Next verrichtten tientallen studenten tot 2009 werkzaamheden in het kasteel waar Van der Steur een appartement huurt.’ Dit is echter niet toegestaan. ‘Volgens de gedragscode van de Universiteit Leiden moeten docenten hun contacten met studenten “zakelijk” houden en mag er “geen vermenging van persoonlijke en zakelijke relaties” zijn, schrijft NRC Next. “Als je studenten die je in de collegebanken kunt krijgen voor je laat klussen, breng je de professionele distantie in gevaar”, reageert een deskundige op het gebied van omgangsvormen binnen onderwijsinstellingen., aldus TPO.

    Duidelijk is hiermee dat ook oud-leden van Minerva nog bemoeienis hebben met Minerva en activiteiten die niet zijn toegestaan. Ook door iemand die later minister van Justitie zou zijn.

    MINISTERIE OP STELTEN

    NRC op 10 maart 2015: ‘Onduidelijkheid over een deal met een drugshandelaar heeft gisteravond geleid tot het opstappen van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven.’ In het verlengde van deze zaak is ook de beruchte bonnetjeszaak, waarbij een bonnetje zogenaamd niet kon worden gevonden. Op 20 mei 2016 bericht Welingelichte Kringen: ‘De ambtelijke top van het ministerie van Veiligheid en Justitie wist waar het ’bonnetje’ van de Teevendeal gevonden kon worden, maar deed tijdenlang niets met die kennis. Dat onthult De Telegraaf, die inzage heeft in het tweede rapport Oosting, dat volgende week verschijnt. Onderwijl bleef het departement beweren dat niet meer te achterhalen was hoeveel miljoenen er nou echt naar drugsbaron Cees H. werden overgemaakt. Pieter Cloo, de allerhoogste ambtenaar van het departement en een vertrouweling van Opstelten en Teeven, werd bij herhaling op de vindplaats gewezen. De voormalig secretaris-generaal liet zijn departement echter communiceren dat het bonnetje onvindbaar was. Het ligt voor de hand dat Cloo, als vriend van Opstelten, handelde in opdracht of met medeweten van de minister. Maar dat staat niet vast.’ Blijkbaar is het lidmaatschap van Minerva niet meteen een opmaat naar eerlijk en democratisch handelen.

    Dit zijn de mannen, vrouwen zijn blijkbaar minder welkom, die de hoogste posten bekleden in Nederland. Zij mishandelen, vernederen, randen aan, verstoren de openbare orde, gebruiken drugs en excessieve hoeveelheden drank en hebben een eigen rechtssysteem en een zwijgplicht naar buiten. Op het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn al jaren problemen aan de orde van de dag. Hoge justitieambtenaren slapen met andere hoge justitieambtenaren, de Tweede Kamer wordt onjuist voorgelicht en men probeert rechtszaken te beïnvloeden. Officieren van justitie worden zogenaamd bedreigd zonder dat er enig bewijs is, officieren van justitie bedreigen zichzelf en geven motorclubs de schuld, we kennen de affaire-Van Laarhoven en de talloze doofpotaffaires zoals de Enschedese Vuurwerkramp.

    Staan Minerva en zijn leden na de verboden motorclubs in de rechtszaal? Of blijven zij beschermelingen van telkens weer andere ‘onderonsjes’?

     

     

    Enkele helse weken

    Het zou natuurlijk niet mooi zijn om complottheorieën los te laten op deze overheid. Niet voor de overheid, maar voor onszelf. We zijn dus alles netjes op een rijtje gaan zetten. En dan vallen er toch een paar dingen op.

    Deze week werd No Surrender MC verboden door de rechter in Assen. De week daarvoor werd in Utrecht al Hells Angels MC verboden door een andere rechter. Vorig jaar verbood de rechter Bandidos MC, Satudarah MC en Catervarius. Deze laatste is een motorclub waar bijna niemand ooit van gehoord had. De rechter wel.

    Nou valt op dat deze 5 motorclubs intern, organisatorisch dus, totaal verschillend gestructureerd zijn. Ook de ten laste leggingen van de clubs verschillen. Bandidos en No Surrender bestaan nog maar enkele jaren in Nederland. Satudarah al vele jaren en de Hells Angels lijken de bikersubcultuur in Nederland uitgevonden te hebben. Ondanks de enorme verschillen in huishouding bij deze 5 motorclubs werden ze allemaal door een rechter verboden. Alsof de klok erop gelijk was gezet.

    In Nederland worden maar heel zelden verenigingen of organisaties verboden. In 2012 werd de Vereniging Martijn verboden door de rechter in Assen. In 1998 was de extreem-rechtse politieke partij CP’86 al verboden door een rechter in Amsterdam. Er is in Nederland veel discussie, maar het lijkt erop dat het recht van vereniging voor veel mensen een groot goed is en de overheid daar niet snel aankomt.

    Dat binnen korte tijd 5 motorclubs, intern totaal van elkaar verschillend, worden verboden is daarom opmerkelijk. Er moet iets aan de hand zijn. Maar wat er precies aan de hand is, is eigenlijk onduidelijk. Er wordt veel gesproken over de openbare orde, maar de laatste jaren zijn deze motorclubs niet veel in het openbaar gesignaleerd. Van de door journalisten en politie voorspelde ‘bikeroorlog’, of ‘oorlog tussen motorbendes’ is het ook nooit gekomen. In een klein land als Nederland was het toch voor de hand liggend geweest dat iedereen weet waar iedereen woont. Maar bezoekjes zijn achterwege gebleven. De weinige incidenten die plaatsvonden in Limburg bij leden van de Bandidos en die door de politie aan de Hells Angels werden toegeschreven, werden door de Bandidos zelf afgedaan als problemen die zij hadden met derden, dus uitdrukkelijk niet met de Hells Angels.

    Waren er bij clubs als No Surrender, Bandidos en Satudarah ook op het individuele vlak arrestaties en veroordelingen voor een aantal strafbare feiten, bij de Hells Angels leken de problemen zich te beperken tot hoofdzakelijk de afdeling in Haarlem. De andere afdelingen, sommige bronnen spreken toch over een totaal van maar liefst 300 man!, leken zich onzichtbaar voor de media en de politie door het land te bewegen. Volgens advocaat Knoops hebben de meeste Hells Angels gewoon een baan.

    Wat is dan de overeenkomst tussen al deze motorclubs? Nou, simpel, ze zijn nu allemaal verboden.

    Op 9 mei 2014 zei toenmalig minister Opstelten van Veiligheid en Justitie in NRC het volgende: ‘De huidige wetgeving biedt voldoende ruimte om motorclubs in Nederland hard aan te pakken. Dat heeft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten gezegd.’ “Als overheid kunnen wij dit niet en willen wij dit niet tolereren. De doelstelling is dat we deze gangs aanpakken en de wet biedt ons die mogelijkheid.”, aldus de minister.

    De Telegraaf bericht op 8 juni 2019 dat Geert Wilders werd vervolgd voor zijn uitspraken over ‘minder Marokkanen’ door aandringen van dezelfde minister Opstelten. Een nieuwe getuige dook op die een aantal zaken verklaarde. ‘De getuige beweert in 2011 te hebben meegeluisterd met een gesprek tussen en Opstelten en toenmalig topambtenaar Joris Demmink. Daarin zou de ex-bewindspersoon hebben gezegd dat er moest worden gezocht naar een nieuwe aanleiding om de PVV’er te vervolgen, omdat ‘hij ons te veel voor de voeten loopt’, aldus De Telegraaf. Wilders werd pas jaren later, in 2014, aangeklaagd, voor zijn uitspraak over ‘minder, minder Marokkanen’.’

    Dit is kwalijk omdat er een scheiding is tussen politiek en bestuur. Een minister hoort zich niet te bemoeien met de onafhankelijke rechtspraak.

    Vreemd is dat kort voor de Hells Angels door de rechter werden verboden een aantal andere zaken speelde. Een hoog onderscheiden landmachtmilitair kreeg ontslag aangezegd omdat hij lid was van Veterans MC. Volgens de politie zou Veterans MC omgaan met de Hells Angels. Dat Veterans MC niets aan te rekenen viel, werd dus plotseling ongeldig omdat zij omgang zouden hebben met de Hells Angels. Maar die waren op dat moment nog helemaal niet verboden. In dezelfde week werd de ontslagbrief van een Hells Angel die al 24 jaar bij de brandweer werkte door kranten gepubliceerd. Brandweercommandant Schaap had de brief doorgespeeld aan de pers. Ook dit geval speelde in de week vóórdat de Hells Angels werden verboden.

    Was al voor het verbod door de rechter bekend wat hij zou gaan beslissen? Wat gebeurde er na het uitspreken van het verbod op de Hells Angels? Op 29 mei 2019 verklaarde minister Grapperhaus op Nieuws.nl: “Het Openbaar Ministerie heeft de afgelopen jaren hier flink op ingezet. Het is geweldig dat ze dit soort resultaten boeken.” Een nogal partijdige uitspraak.

    De dag van de uitspraak van de rechter over de Hells Angels verspreidde Defensie een bericht onder zijn medewerkers waarin werd opgeroepen leden van motorclubs die dienen bij Defensie te melden, te verraden, bij de leidinggevenden. Een speciaal telefoonnummer werd daarvoor bekend gemaakt. Wel erg snel na het verbod op de Hells Angels dat Defensie zijn verradersactie in de veren had gestoken.

    Dus waarom zijn die motorclubs nu door een rechter verboden? Doordat die clubs strafbare feiten begingen en een gevaar waren voor de openbare orde? Of omdat er een aantal zaken in gang was gezet door een minister? Een minister die dat vaker zou doen? In hoeveel andere zaken is dit ook gebeurt? In hoeveel strafzaken heeft minister Opstelten een dergelijke aansturende rol gespeeld?

     

     

     

     

    Een knaagdier in schaapskleren. (Een portret) 1

    Deze week werd bekend dat militairen die lid zijn van een motorclub geen Verklaring Omtrent Gedrag meer zullen krijgen. Dit betekent dat zij niet meer als ambtenaar kunnen werken. In dezelfde week werd bekend dat een lid van de Amsterdamse brandweer ontslagen wordt, omdat hij lid is van motorclub Hells Angels. De krant Het Parool berichtte het nieuws als eerste op 23 mei 2019. (https://www.parool.nl/amsterdam/brandweer-amsterdam-ontslaat-werknemer-wegens-lidmaatschap-motorbende~b2f8c7e43/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2Furl%3Fsa%3Dt%26rct%3Dj%26q%3D%26esrc%3Ds%26source%3Dweb%26cd%3D1%26ved%3D2ahUKEwiMlseihLniAhUM3qQKHRwRB3MQFjAAegQIAxAB%26url%3Dhttps%253A%252F%252Fwww.parool.nl%252Famsterdam%252Fbrandweer-amsterdam-ontslaat-werknemer-wegens-lidmaatschap-motorbende%7Eb2f8c7e43%252F%26usg%3DAOvVaw3A95RZjDh4HTCfJJJ-NVYl)

    Het bericht in Het Parool verscheen daarop ook in andere media en ging zelfs naar het buitenland. Het Parool was in het bezit van de ontslagbrief van de brandweerman en wist zodoende veel over de zaak te melden. Zo waren voornaam, achternaam (werd afgekort) en bijnaam bekend. Ook persoonlijke gegevens als hoeveel dienstjaren, hoe was zijn gedrag bij de brandweer en zijn functie bij de Hells Angels werden genoemd. Vertrouwelijke informatie die werd gepubliceerd door Het Parool.

    Van wie nu was deze vertrouwelijke informatie afkomstig? Vermoed wordt dat deze brief terecht is gekomen bij Het Parool door toedoen van brandweercommandant Leen Schaap. Al eerder werd duidelijk dat Schaap goede contacten had met Het Parool. Op 8 februari 2019 publiceerde The Post Online een ‘Brief van een Amsterdamse brandweerman’ over het handelen van Leen Schaap.( https://tpo.nl/column/brief-van-een-amsterdamse-brandweerman-commandant-leen-schaap-demoniseert-het-amsterdamse-korps/) De brandweerman zegt het volgende: ‘Bijna wekelijks verschijnt er een negatief artikel in de media. De heer Schaap heeft regelmatig aangegeven goed bevriend te zijn met meerdere journalisten en gebruikt ze dan ook te pas en te onpas. We worden uitgemaakt voor maffia, leden van een criminele motorbende, onbekwaam, laag opgeleid, simpel, lui, tegendraads, racistisch en seksistisch. Op straat worden we hierdoor regelmatig geconfronteerd met agressie, uitgescholden en met de nek aangekeken. En dit allemaal naar aanleiding van de opruiende artikelen van onze commandant. Elke keer lezen we weer dezelfde artikelen in de krant. Er staan zelfs situaties beschreven die al meer dan 15 jaar geleden gebeurd zijn. In het rapport van de heer van Uhm staat heel duidelijk dat de heer Schaap moet ophouden met het negatief communiceren via de media. Helaas lapt de heer Schaap dit advies aan zijn laars en zoekt hij elke keer weer via bevriende journalisten de publiciteit. Het meest recente voorbeeld hiervan gaat over een collega die een oud vrouwtje in een rolstoel zou hebben beroofd. Dit gaat alle perken te buiten en is een pertinente leugen!’

    Commandant Schaap heeft dus in het verleden talloze malen, tot groot ongenoegen van zijn eigen korps, intern nieuws op straat gegooid om zijn eigen korps te belasteren. Door de Commissie Van Uhm, een oud-generaal die door de Amsterdamse brandweer zeer wordt gerespecteerd, wordt Schaap verzocht dit niet meer te doen. In de zaak tegen de brandweerman die lid is van de Hells Angels recidiveerde Schaap echter opnieuw.

    Wat zijn de feiten?

    Brandwacht Edwin M., bijgenaamd ‘Pyro’, is al 25 jaar lid van de Amsterdamse brandweer. Het enige dat Edwin M. wordt verweten is zijn lidmaatschap van de Hells Angels. Er zijn geen andere verwijten. De brandweer is al 20 jaar op de hoogte van zijn lidmaatschap van de Hells Angels. Edwin M. heeft verder geen strafblad en voldoet ook goed als brandwacht. Waarom wordt hij dan nu plotseling toch ontslagen? Volgens zijn ontslagbrief is M. ongeschikt voor zijn functie doordat er meer aandacht is gekomen voor de integriteit van het korps. Bovendien stelt de ontslagbrief ‘Wij vinden het ongewenst dat u willens en wetens in omgevingen met personen verkeert van wie u kunt weten dat ze min of meer structureel misdrijven plegen, zich daar op laten voorstaan of daar openlijk voor uitkomen.’

    De brandweerleiding gaan er dus vanuit dat de Hells Angels structureel misdrijven plegen, terwijl er op het moment van de ontslagbrief nog niet eens een rechterlijke uitslag is over een eventueel verbod van de Hells Angels MC. Oud-politiecommissaris Schaap weet het echter al wel. Nog voordat de rechter het weet, neemt Schaap al maatregelen.

    Wie is Leen Schaap?

    Commissaris van politie Leen Schaap lag binnen de politie niet zo goed en werd in 2016 gedetacheerd bij de brandweer.

    De integriteit van de Amsterdamse brandweer staat voorop. De brandweercommandant moet dus ook integer zijn en van onbesproken gedrag. Is Leen Schaap integer en van onbesproken gedrag?

    Op 28 februari 2019 berichtte De Volkskrant dat Leen Schaap niet integer is. (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/brandweerbaas-schaap-die-intern-op-integriteit-hamert-nu-zelf-in-opspraak-wegens-verzwegen-lening~b46faa62/) Hij leende een substantieel bedrag aan de wegens corruptie ontslagen politiecommissaris Ad Smit zonder dit te melden. De Volkskrant: ‘Geld uitlenen mag. Maar een collega in geldnood is kwetsbaar voor bijvoorbeeld omkoping en dat hoor je te melden als agent, is de gedachte. De reprimande ligt extra gevoelig omdat Schaap in zijn huidige baan hard van leer trekt tegen brandweerlieden die gedrags- en integriteitsregels aan hun laars lappen.’

    Maar er is nog meer: ‘Dat Schaap zelf niet brandschoon is, bleek vorig jaar al. Net als enkele andere hoge politiemannen kreeg hij een tik op de vingers omdat hij concertkaarten van Smit aannam. Die kaarten kocht Smit met geld van de politie.’ Leen Schaap leende geld zonder dit te melden, maar nam ook kaartjes aan van Ad Smit.

    Leen Schaap verkeerd ook in kringen van mensen die het niet zo nauw nemen met de wet. ‘Smit en Schaap zijn al meer dan dertig jaar goed bevriend, als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand sloot Smit Schaaps huwelijk.’, volgens opnieuw De Volkskrant.

    Leen Schaap, de veelbesproken en bekritiseerde brandweercommandant van Amsterdam, is dus niet alleen zelf niet van onbesproken gedrag. Hij lekt vertrouwelijke informatie over zijn ondergeschikten meermaals uit naar de pers. Hij is bovendien bevriend en heeft dus omgang met een meneer die wegens jarenlange corruptie uit de politie is ontslagen en tegen wie nu een strafrechterlijk onderzoek loopt. Leen Schaap had dit niet alleen kunnen weten, hij wist dit ook want hij nam kaartjes aan van Ad Smit. Leen Schaap verkeert dus willens en wetens in omgevingen met een persoon van wie hij weet dat hij al jarenlang corrupt is. Bovendien leent hij geld aan die man toen hij nog politieman was zonder dit aan zijn eigen korpsleiding te melden.

    Dus wie is er integer? De zij-instromer die bij de politie weg ging omdat hij slecht lag en nu bij de brandweer de zaak op stelten zet? Of de hoofdbrandwacht die 25 jaar lang branden bluste en 20 jaar lang bij de Hells Angels zat zonder ooit ergens voor te worden veroordeeld?

     

     

    De grote ondermijner

    Op 15 mei 2019 meldde het Algemeen Dagblad hoe een groot onderzoek naar corruptie in de haven van Rotterdam is stilgelegd doordat dit onderzoek werd tegengewerkt. (https://www.ad.nl/rotterdam/havenpersoneel-werkte-onderzoek-naar-corruptie-tegen~a43e5c4c/) ‘Medewerkers van de Rotterdamse haven hebben een onderzoek naar ondermijning en corruptie onder het havenpersoneel tegengewerkt. Twee onderzoekers die zich verdiepten in de corruptiegevoeligheid van onder meer douane en politie in de Rotterdamse haven, hebben hun opdracht teruggeven. Dat meldt de NOS.’

    Het Reformatorisch Dagblad berichtte op exact dezelfde dag hoe korpschef van de Nationale Politie Erik Akerboom uitspraken deed over ondermijning. (https://www.rd.nl/vandaag/binnenland/akerboom-we-vinden-ondermijning-niet-erg-genoeg-1.1568480) ‘Ondermijning kan bijvoorbeeld betrekking hebben op motorbendes, georganiseerde criminaliteit in de hennepteelt of cocaïnesmokkel via de havens.’, aldus de korpschef.

    Zo liet Erik Akerboom zien dat zelfs criminaliteit waarbij zijn eigen korps is betrokken toegeschreven kan worden aan motorclubs die hij natuurlijk motorbendes noemt. Het is een vorm van creatief denken die bijna een prijs verdient.

    Akerboom gaat hier blijkbaar verder op de lijn die hij aangaf op de Nationale Dodenherdenking op 4 mei 2019, waarbij hij zei over de misdaden van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog ‘niet veroordelen, maar ook niet zwijgen.’ ( http://justitieenveiligheid.nl/de-trouwe-dienaar/)

    Corruptieonderzoek in de haven van Rotterdam door douane en politie wordt tegengewerkt en motorclubs krijgen de schuld. Ja, en dat is pas echte ondermijning!

    Horecaverbod in Delft (6) De beschuldigende vinger

    Op 22 mei schreven wij in ons artikel Horecaverbod in Delft (2) Een dam opwerpen tegen een duister kwaad hoe motorbendes ervan werden verdacht aanslagen te plegen op coffeeshops: ‘Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’ Algemeen Dagblad gaat in het artikel verder met het oude nieuws van 4 mei 2018: ‘Eerder kwam al in het nieuws dat die bendes voet aan de grond probeerden te krijgen in de stad. Minimaal drie Delftse horecabedrijven kregen vorige maand te maken met een invasie van de motorrijders. Gevreesd wordt dat zij een nieuwe uitvalsbasis zoeken na problemen in de Rotterdamse regio. Motorclubs raakten de afgelopen tijd na geweldsincidenten en de vondst van wapens en drugs hun uitvalsbasis in Rotterdam en Vlaardingen kwijt.’ De krant noemt geen namen van motorclubs. Opvallend is dat het steeds het Algemeen Dagblad is dat schrijft over de problemen met ‘motorbendes’ in Delft. Alle drie artikelen in het Algemeen Dagblad werden geschreven door Carel van der Velden, bij het laatste artikel over de beschietingen van coffeeshops in de Peperstraat wordt ook collega Graziella Gioia genoemd.’

    Motorclubs en motorbendes werden in één adem genoemd. Een sfeerbepalend artikel van een kwaliteitskrant. Het móet dus haast wel waar zijn. Op 16 juni 2018 schreven wij dat de zaak heel anders zat in het artikel Horecaverbod in Delft (3) Er blijkt niets van waar: ‘Wat schrijft op 14 juni 2018 Omroep West? (https://www.omroepwest.nl/nieuws/3648714/Geweld-in-Delft-het-zou-zo-maar-eens-afpersing-kunnen-zijn ‘De indruk dat motorbendes achter het geweld zitten wordt gevoed door een bericht dat Koninklijke Horeca Delft eind april op haar website plaatst. Ze waarschuwen daarin voor zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die samen willen komen in de Delftse horeca. ‘Het gaat om twee losse incidenten’, zegt de voorzitter van KHN Delft. Het heeft naar zijn idee niks te maken met de geweldsincidenten: ‘Dat gerucht wil ik wel de kop indrukken’. De anonieme voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft is Jon Cornelese. Hij zegt hier dus iets interessants: KHN denkt dat er helemaal geen motorclubs achter het grove geweld in Delft zitten.

    Sterker nog, ook Omroep West denkt dat het anders zit: ‘Eerder werden in Amsterdam al granaten gelegd bij verschillende clubs voor de deur. Ook in Rotterdam werd eind mei een granaat voor de deur van club Villa Thalia gelegd. Nu lijkt het erop dat de criminelen hun werkterrein verleggen naar Delft. Wie niet betaalt, kan een granaat voor zijn deur verwachten of riskeert een kogelregen. ‘Afpersing als motief’, dat hoor je vaakst terug langs de historische grachten. Criminelen zouden de ondernemers bewust bestoken omdat de burgemeester de zaken dan wel moet sluiten voor de veiligheid van de omgeving. Een coffeeshop lijkt dan een makkelijk doelwit, omdat dit soort zaken sowieso onder een vergrootglas ligt.’’

    Ja, zo namen verschillende media openlijk afstand van de beweringen van invasieve motorclubs. In Horecaverbod in Delft (4) Nukkige motorrijders op 4 november 2018 en het artikel Horecaverbod in Delft (5) ‘Dit soort volk’. van dezelfde dag blijkt echter dat zowel de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) alsook de gemeente Delft en de politie Haaglanden hun alleruiterste best doen om motorclubs uit Delft te weren. Dit om onrust te voorkomen. Motorclubs die helemaal nooit eerder in Delft waren, of er al jarenlang kwamen zonder een enkel incident, leden van motorclubs zonder colors die door horecamedewerkers worden herkend als lid van een motorclub, leden van vriendenclubs die geen motorclub zijn en ook niet zo genoemd willen worden, eenzame motorrijders die door de stad rijden, ze zijn geen van allen welkom in de universiteitsstad Delft. ‘De stad verlaten! Nu!’, zeggen de heren van de politie. Dit alles natuurlijk om de veiligheid van een ieder te garanderen.

    De krant die het allemaal zo goed wist en motorbendes wist aan te wijzen als daders van aanslagen tegen coffeeshops, het Algemeen Dagblad, publiceerde op 15 oktober 2018 een fraai artikel. ‘Zoetermeerse ondernemers zeiden gisteren dat ze gigantisch veel overlast ervaren van een groep foute jongeren.’ ‘Klanten voelen zich onveilig ‘s avonds. ,,Ik heb heel vaak tegen de wijkagent gezegd: wanneer halen jullie die bankjes weg. Ik heb gezegd tegen de politie: je moet goed opletten, de politie zien we hier echt te weinig.” Afgelopen jaar werd een cafetaria op het plein overvallen. Gescholden wordt er ook .,,Kanker op, wordt er geroepen als je zegt dat je overlast hebt. Ze hebben allemaal een grote mond. Je voelt je onveilig.”

    Ook De Telegraaf doet een duit in het zakje. Op 17 oktober bericht de krant over grote overlast in het Zoetermeerse winkelcentrum Palenstein in het artikel ‘Ondernemers Zoetermeer zijn overlast zat na dood Wessel (18)’ De Telegraaf: ‘Aanleiding is het overlijden van de 18-jarige Wessel, die mogelijk door een politiekogel om het leven kwam. De scholier, die tijdens het incident een wapen droeg, maakte deel uit van een groep Antilliaanse hangjeugd, die volgens de buurt bijna dagelijks voor problemen zorgt.’ ‘Racende scooters en auto’s, gesis naar meisjes en dealers in donkere geparkeerde wagens. Winkeliers aan het door scholen omgeven Croesinckplein zijn de overlast, die zich bijna dagelijks en vooral in de avonduren voordoet, meer dat zat. „Het heeft hier veel weg van een spookstad. We hadden hier in het verleden een zero tolerance-beleid. Dat werkte goed, maar het lijkt erop dat we terug bij af zijn. Een paar maanden geleden vond een meisje zelfs een gedumpt pistool in haar fietstas. Tegenwoordig begeleid ik vrouwelijke klanten ook naar hun auto”, aldus een ondernemer.’

    ‘Een andere ondernemer uit Palenstein, die eveneens uit angst anoniem wil blijven, meldt dat ’de politie vaak langsrijdt maar dat er niet wordt ingegrepen’. „Soms zijn het tien jongens, dan weer een stuk of vijftig die in de zomer soms tot vier uur ’s nachts gewoon midden in het winkelcentrum aan het blowen en barbecueën zijn”, zegt hij. „Dit beeld schrikt klanten af en dat is een zorg die we allemaal hebben.” ‘Ook de omgekomen Wessel, die door zijn opdrachtgevers met een wapen op een Delftse coffeeshop zou zijn afgestuurd, werd volgens de ondernemer regelmatig in het winkelcentrum gezien. „Hij viel op omdat hij de enige blonde knul was tussen allemaal Antilliaanse jongens uit de wijk.” Of de jongeren wapens dragen weet hij niet: „Wel heeft de politie een tijdje geleden in het water naast het winkelcentrum naar wapens gezocht.”

    Wanneer op 18 oktober 2018 een verslaggever en Hilbrand Nawijn, politicus in Zoetermeer en oud-minister, de wijk bezoeken om poolshoogte te nemen worden zij bedreigd, volgens WNL op 18 oktober ‘WNL-verslaggever en oud-minister bedreigd tijdens interview over hangjeugd Zoetermeer.’

    Interessant, dat hadden we nog niet eerder gehoord of gelezen. Niet motorclubs zorgen voor overlast, maar ‘foute hangjongeren’. En de wijkagent is op de hoogte gebracht door bange buurtbewoners. Wat de politie eraan doet is onduidelijk. Een straatverbod? Een gebiedsverbod? Een horecaverbod? Veel identiteitscontroles? Die overlastgevende lui de stad uitjagen? Een aanhankelijkheidsdemonstratie zoals enkele weken geleden in Haarlem toen de burgemeester zou zijn bedreigd en opnieuw motorclubs daarvan de schuld kregen?

    Maar het artikel in het Algemeen Dagblad wordt nog duidelijker en verontrustender wanneer nog eens gekeken wordt naar de kop van het verhaal: ‘Overleden Wessel koos foute vrienden’. Het blijkt dat uitgerekend één van de hangjongeren die blijkbaar gewoon overlast konden veroorzaken en de sfeer verpesten de dader was van een aanslag op een coffeeshop in Delft. ‘Een uur eerder had een politieagent in Delft geschoten op twee mannen op een scooter van wie er één een op een vuurwapen lijkend voorwerp richtte op coffeeshop The Game. Het lijkt erop dat Wessel een van de personen was op de scooter en geraakt is bij die schietpartij.’ Uit latere krantenartikelen zou inderdaad blijken dat Wessel V. was neergeschoten door een politieagent toen hij met een vuurwapen op een coffeeshop wilde schieten. Wessel zou bij een ziekenhuis worden achtergelaten en overlijden.

    Kort daarna zou blijken wie Wessel V. was. Hij was de zoon van politieman Lars V. uit Zoetermeer. Lars was Senior GGP Vreemdelingenwetgeving bij Politie Nederland, maar ook jarenlang wijkagent geweest in Leiden-Zuid. Een politieminded gezin, want ook een zuster van Wessel liep stage bij de politie. Hendrik Jan Korterink schreef 10 oktober 2018 het artikel Vraagtekens bij de dood van Wessel (Delft). In het artikel: ‘Per ongeluk ‘s morgens om vijf uur met een wapen voor een coffeeshop in Delft staan? Welingelichte kringen melden dat enkele weken geleden bij Wessel op zijn slaapkamer een kalasjnikov is aangetroffen. Of zijn vader daarvan wist – en zo ja, waarom hij daar toen geen politiewerk van heeft gemaakt – is voorlopig nog de vraag.’

    Korterink meldt in het artikel ‘Wessel was de weg kwijt: een wapen op school’ hoe er ook aanwijzingen zijn dat Wessel eerder al op zijn school had rondgelopen met een vuurwapen en daarvoor tot 8 maanden cel was veroordeeld. Dit bericht was echter niet honderd procent zeker volgens Hendrik Jan Korterink in het artikel.

    Wat wel honderd procent zeker is, is dat het dus toch geen motorbendes waren die de daders waren van de aanslagen op de Delftse coffeeshops. Nee, het was in elk geval in één geval een zoon van een politieman uit Zoetermeer. Mogen nu leden van motorclubs weer gewoon in Delft komen?

    Op 4 november 2018 schreven wij in het artikel Horecaverbod in Delft (5) Dit soort volk: ‘Op 19 april stuurt de gemeente Delft een schrijven, waarin met de urgentie hoog wordt aangegeven dat een lid van de Hells Angels (HA) opnieuw bij een horecazaak is geweest. En op 20 april 2018 wordt zelfs aangegeven dat het gaat om ‘Zorgelijke ontwikkelingen mbt motorbende’. De gemeente Delft schrijft zelfs ‘In vervolg op de eerdere mailwisselingen hebben xxxxxxx en ik even overlegd. Het verdient aanbeveling om gezamenlijk een “handreiking” op te stellen voor de horeca-ondernemers hoe om te gaan als dit soort volk jouw horecabedrijf bezoekt. Wat kan de ondernemer verwachten van de overheid (politie, gemeente) en omgekeerd, tips, huisregeis etc. Dat gaat vandaag niet lukken, maar heeft wel hoge prioriteit. Volgende week moet dat haalbaar zijn.’

    Zorgelijke ontwikkelingen mbt motorbende? Of zorgelijke ontwikkelingen mbt hangjongeren die blijkbaar weinig in de weg wordt gelegd? En ‘dit soort volk’? Wie bedoelt de gemeente Delft met deze discriminerende uitspraak? Foute hangjongeren uit Zoetermeer die aanslagen plegen op coffeeshops of zonen van politieagenten die met vuurwapens rondlopen en kalashnikovs op hun kamertje hebben? Inmiddels zitten de ouders van de coffeeshopschutter met de gebakken peren. Er is geen uitvaartverzekering afgesloten schreef Hendrik Jan Korterink al. Op dit moment is er een actie om geld in te zamelen: https://www.geef.nl/nl/actie/uitvaart-wessel-verberg/donateurs

     

     

    Horecaverbod in Delft (5) ‘Dit soort volk’.

    In het artikel ‘Horecaverbod in Delft (4) Nukkige motorrijders’ wordt uiteengezet hoe men in Delft reageert op een motorclub/vriendenclub die de horeca bezoekt in Delft. Duidelijk is hoe er bijna paniek uitbreekt wanneer er groepen motrorrijders worden gesignaleerd die verder helemaal geen kwaad doen. Het gaat om Satans Slaves uit Engeland en Solidaridad. In één geval raakt de politie zelfs de hele motorgroep kwijt. De politie trekt tal van foute conclusies die vervolgens in hun databank terechtkomen. Zo is de vriendenclub Solidaridad nu plotseling een supportclub van de Hells Angels.

    Wij gaan nu verder met het vervolg, namelijk de rol van de gemeente Delft in het verhaal. Nogmaals de link naar de door ons openbaar gemaakte WOB-gegevens van de gemeente Delft en de politie in Delft:

    Overzicht pagina van de Wob

    http://openbaarheid.nl/wob-resultaten/delft-en-motorclubs-2018/

    Stukken van de gemeente Delft

    https://respubca.home.xs4all.nl/pdf/gemeentedelftmotorclubsdelftstukken.pdf

    Stukken van de politie eenheid Den Haag

    https://respubca.home.xs4all.nl/pdf/politiedenhaagmotorclubsdelftstukken.pdf

    De correspondentie met de gemeente Delft begint wanneer een onbekende horeca-ondernemer op 11 april 2018 contact zoekt met de gemeente Delft. Hij geeft aan problemen te hebben met een groep motorrijders. ‘lk wilde even aangeven dat wij de afgelopen weken wat problemen ervaren op ons plein/terras. Sinds een week of twee, drie, komt er een groepje motorrijders op donderdag avond op ons terras zitten. Klein groepje, allemaal dezelfde jas, meestal komen er later nog een paar bij. Eerst even intimideren, de motoren luid laten brullen, beetje racen/hard rijden op de Als ze eenmaal zitten best aardige kerels, maar ik vertrouw het voor geen meter. Ze lijken niet direct uit Delft te komen. Hebben jullie daar als Gemeente nog tips voor? Hoe moet ik dit aanpakken? Kunnen jullie daar wat mee? lk heb geen zin om zo vanuit het Handhavingsscenario ineens tegen een sluiting aan te kijken omdat mijn gasten zich misdragen. lk wil deze mannen helemaal niet als gast! Maar het lijkt mij dat ik de politie ook niet 1, 2, 3 kan bellen, want ze overtreden (vooralsnog) geen enkele regel of wet.’

     

    Duidelijk is dat de mannen van de motorrijdersgroep een klein groepje zijn. Zij overtreden (vooralsnog) geen enkele wet of regel. Het zijn zelfs aardige kerels. Hoezo overtreden zij vooralsnog geen enkele wet of regel? Vooralsnog? Gaan zij later wel regels overtreden? Hoe weet deze horeca-ondernemer dit? Is dat strafbaar wanneer je vooralsnog geen regels overtreedt? Ja, je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Waarom is het luid laten brullen van de motoren intimiderend? Is het ook zo bedoeld? Ze gedragen zich toch verder heel netjes? De ondernemer denkt dat het allemaal zo ongevaarlijk is dat hij niet eens de politie kan bellen. Immers, geen enkele wet of regel wordt overtreden. Waarom zoekt hij dan contact met de gemeente? Is hij bang dat zijn zaak dicht gaat omdat hij weet dat de gemeente en de politie streng optreden tegen motorclubs en horecazaken sluiten omdat leden van clubs daar iets drinken? Ook zonder enig strafbaar feit? Voor wie is deze ondernemer dan bang? Voor de gemeente en de politie of voor de motorclub?

     

    Op dezelfde dag, 11 april 2018, is er een ander bericht van de gemeente Delft over motorclubs. Het onderwerp is ‘Hells Angels’ en de urgentie is hoog. Wat is er aan de hand? Blijkbaar heeft een groep motorrijders geprobeerd plaatsen te reserveren in de horeca, maar uit niets blijkt dat het Hells Angels zijn. Waarom zouden de Hells Angels niet welkom zijn? Zijn er incidenten geweest in Delft? Uit het gegeven ‘Het is vrijwel zeker dat zij morgen weer om 20.00 uur op de xxxxxx zullen verschijnen’ blijkt dat de Hells Angels waarschijnlijk zijn verwisseld met de vriendenclub Solidaridad. Deze club komt immers geregeld in Delft rond 20.00 uur naar de horeca. De Hells Angels niet.

     

    In de mail staat nog ‘adviseerde een ieder om hen niet te bedienen, omdat zij de huisregels overtreden met hun kleding, de ondernemer zijn vergunning kan kwijt raken, de politie dat adviseert, of wat voor reden dan ook. De ondernemer kan direct 112 bellen waarop de politie verder handelt.’ Er wordt dus geadviseerd om ‘wat voor reden dan ook’ tegen mensen te zeggen die geen enkele regel of wet overtreden om ze uit de zaak te weren. Anders kan de politie via 112 gebeld worden. 112 is alleen voor noodgevallen. Een noodgeval dus wanneer tegen mensen die niets verkeerds doen een smoes wordt verteld en die mensen dat niet geloven. Erg belangrijk dat de politie dan komt. Blijkbaar vindt de gemeente Delft dit niet een probleem.

     

    Op 19 april stuurt de gemeente Delft een schrijven, waarin met de urgentie hoog wordt aangegeven dat een lid van de Hells Angels (HA) opnieuw bij een horecazaak is geweest. En op 20 april 2018 wordt zelfs aangegeven dat het gaat om ‘Zorgelijke ontwikkelingen mbt motorbende’. De gemeente Delft schrijft zelfs ‘In vervolg op de eerdere mailwisselingen hebben xxxxxxx en ik even overlegd. Het verdient aanbeveling om gezamenlijk een “handreiking” op te stellen voor de horeca-ondernemers hoe om te gaan als dit soort volk jouw horecabedrijf bezoekt. Wat kan de ondernemer verwachten van de overheid (politie, gemeente) en omgekeerd, tips, huisregeis etc. Dat gaat vandaag niet lukken, maar heeft wel hoge prioriteit. Volgende week moet dat haalbaar zijn.’

     

    De gemeente Delft heeft het over hoge prioriteit om ‘dit soort volk’ uit de horeca te weren. Dit soort volk? Er worden geen regels of wetten overtreden. Wel mogen er allerlei smoesjes worden bedacht om ze weg te sturen. Wanneer de klanten die smoesjes niet geloven moet 112 worden gebeld. En ben je ‘dit soort volk’. Wat voor volk? Hoe ziet ‘dit soort volk’ er uit? En hebben we het over de Hells Angels, Solidaridad of motorrijders in het algemeen? We zagen al in het artikel ‘Horecaverbod in Delft (4) Nukkige motorrijders’ dat de politie ook andere motorrijders die geen enkele regel of wet overtreden uit de stad verjaagt. Wel is er een goed contact met de Spiders MC. De Spiders worden wel genoemd als een OMG (Outlaw Motorcycle Gang), maar de politie kan zo goed met ze opschieten dat een gesprek mogelijk is en ze zelfs informatie krijgen.

     

    Op 19 april 2018 is er een mail van iemand van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Delft (KHN). Er wordt weer gesproken over een motorbende, maar onduidelijk is welke ‘motorbende’. Hells Angels of Solidaridad? Gesteld wordt door KHN dat deze motorbende werd geserveerd door een ondernemer die geen lid is van KHN en dus ook niet luistert naar KHN wanneer motorbendes geweigerd moeten worden. Dat is raar. Moet KHN bepalen wie er in de horeca welkom is? Het advies van KHN in deze is dat de gemeente of de politie deze zaak oppakken omdat deze horeca-ondernemer waarschijnlijk wel naar hen luistert. Hoe zit dit dan? Waarom mogen die motorrijders de horeca niet in? En waarom moet de KHN dit adviseren? Waarom mag een ondernemer mensen niet serveren wanneer die mensen geen enkele regel of wet overtreden?

     

    In een andere mail van 19 april 2018 staat dat OMG’s geweerd moeten worden uit de horeca. Welke OMG’s en waarom? Solidaridad was toch volgens de politie geen OMG, dus mogen zij nu wel komen? Er wordt nu zelfs gerefereerd aan het RIEC en ondermijnende criminaliteit/criminele motorbendes. Maar er werden toch geen wetten en regels overtreden? Solidaridad is toch helemaal geen criminele motorbende?

     

    In een volgende mail van 19 april 2018 wordt opeens gesteld door de KHN dat er een motorbende is neergestreken. Het gaat om Solidaridad, die wij kennen uit het artikel ‘Nukkige motorrijders’. Dat was toch geen OMG? Bovendien denkt de schrijver nu dat die ‘motorbende’ uit Rotterdam en Schiedam komt. Schiedam? Eerst Barendrecht, dan Rotterdam, dan misschien Delft en nu Schiedam?

     

    Op 25 april 2018 opnieuw een mail van de gemeente Delft. Er wordt gesproken over het bezoek aan de horeca, (door Solidaridad-noot van Jansen en Janssen) van een motorclub die wordt gerekend tot de OMG’s. Maar de politie gaf in zijn mail van 12 april 2018 aan dat Solidaridad niet gerekend kan worden als een OMG. Waarom zegt de gemeente Delft nu wel dat het een OMG is? Zijn er verschillende definities van een OMG? Zijn er verschillende clubs die Solidaridad heten? Zijn er verschillende gemeentes die Delft heten? Of zijn ze bij de gemeente Delft in de war?

     

    Op 25 april wordt er een zogenaamde handreiking gestuurd naar horeca-ondernemers over hoe zij leden van motorclubs die zich op geen enkele wijze misdragen of regels of wetten overtreden toch kunnen weigeren. Blijkbaar vindt men het beter dan de smoesjes die niemand geloofde over sluitingen of huisregels. De gemeente Delft steunt dus met een handreiking een verregaande vorm van geïnstitutionaliseerde discriminatie. Je bent lid van een motorclub die nergens is verboden, je overtreedt geen enkele regel of wet, en dus kom je in een databank met foutieve informatie over supportclubs van de Hells Angels, je kan zomaar worden geweigerd en wanneer je moeilijk doet is het een noodgeval en kan 112 worden gebeld, en de gemeente Delft noemt je ‘dit soort volk’.

     

    Wij zijn net zo boos als u. Wordt vervolgd!!

     

     

     

     

     

     

    Horecaverbod in Delft (4) Nukkige motorrijders

    Inmiddels hebben wij naar aanleiding van ons WOB-verzoek informatie gekregen van zowel de gemeente Delft als nu ook, het duurde wel heel lang, van de politie in Delft over het weigeren van leden van motorclubs in de horeca in Delft.

    Voor de volledigheid hebben wij al deze gegevens online gezet:

    Overzicht pagina van de Wob

    http://openbaarheid.nl/wob-resultaten/delft-en-motorclubs-2018/

    Stukken van de gemeente Delft

    https://respubca.home.xs4all.nl/pdf/gemeentedelftmotorclubsdelftstukken.pdf

    Stukken van de politie eenheid Den Haag

    https://respubca.home.xs4all.nl/pdf/politiedenhaagmotorclubsdelftstukken.pdf

    De communicatie bij de politie in Delft begint met een mutatie op vrijdag 6 april 2018. Er wordt aangegeven dat een tot nog toe onbekende motorclub is neergestreken in Delft. Deze motorclub kwam sinds een week op het terras van een horecagelegenheid en de politie heeft contact met de horeca-ondernemer. De ondernemer geeft aan dat deze motorclub niet welkom is, omdat zij hun motorjacks niet uit willen doen. Verder is er blijkbaar geen enkele overlast in deze horecagelegenheid. De vraag is dus waarom deze klanten niet welkom zijn en waarom er contact moest komen met de politie in Delft.

    Vervolgens is de reactie van de politie (in dezelfde mutatie) dat de horeca-ondernemer deze klanten moet en gaat wegsturen. Waarom zegt de politie dat deze klanten die zich niet misdragen en alleen een motorjack aan hebben weggestuurd moeten worden? De politie zegt verder dat overlast van motorclubs niet wordt getolereerd en dat het landelijk beleid is. Wat heeft dat te maken met de klanten van deze horecagelegenheid die zich blijkbaar netjes gedragen?

    De politie gaat verder de zaak uit te zoeken en communiceert binnen het korps over de zaak. De klanten die geen overlast veroorzaakten bevinden zich nu plotseling in een bericht met de kop ‘Motorgangs in Delft gesignaleerd’. Het blijkt dat de motorclub Solidaridad heet en afkomstig is uit Barendrecht. Ook hier zijn zij verjaagd door de politie uit de horeca. Er wordt in het bericht niet gerefereerd aan enige wanordelijkheden of strafbare feiten. Het feit dat het een groep motorrijders is, was blijkbaar genoeg voor de politie in Barendrecht.

    Het bericht van de onbekende hoofdinspecteur aan zijn collega’s roept dezen op te melden wanneer motorclubs worden gesignaleerd in Delft. Ook is er overleg geweest met de burgemeester die een brief gaat sturen naar de horeca om leden van motorclubs te weigeren. Wanneer hieraan geen gevolg zal worden gegeven is er sprake van huisvredebreuk. We hebben het hier dus nog steeds alleen over leden van motorclubs die geen strafbare handelingen plegen.

    De politie omschrijft verder de motorclub in kwestie. Het zou gaan om een motorclub die zichzelf helemaal geen motorclub noemt, maar vriendenclub. De politie is echter van mening dat gezien hun uiterlijk vertoon en gedragingen zij wel een motorclub zijn. Wat is het criterium dan? Dat zij op de motor kwamen? Of een jas aan hebben met een logo erop? De politie meldt verder nog dat het geen Outlaw Motorcycle Gang (OMG) is. Waarom staat er dan boven het bericht ‘Motorgangs in Delft gesignaleerd’? Het is toch geen gang volgens de politie. En volgens henzelf is het geen motorclub. Wat is dus de definitie van de politie voor een motorclub? Snappen ze het allemaal zelf wel?

    De motorclub Solidaridad wordt wel genoemd door de politie als een supportclub van de Hells Angels. Nou is de motorclub Hells Angels niet verboden en er zijn ook geen aanwijzingen dat deze club of leden van deze club zich hebben misdragen in Delft. Waarom zou dit dan van belang zijn? Wij deden al eerder navraag bij de Hells Angels. Dezen hadden toen nooit gehoord van Solidaridad. Navraag geeft aan dat ook nu Solidaridad bij de Hells Angels onbekend is en zeker geen supportclub is. Bovendien is het niet mogelijk om een club die geen motorclub is supportclub te laten worden. Begrijpt de politie wel iets van motorclubs? Of hebben ze zich zo gebaseerd op hun eigen alarmerende berichten dat ze niet meer helder zien?

    Op dezelfde dag, 6 april dus, is er ook een bericht van de politie onder meer aan Cluster ondermijning

    – Infocel Cariben (ICCA)

    – Infocel OutlawMotorcycle Gangs (OMG). In dit bericht wordt aangegeven dat Solidaridad een filmpje over cafébezoek aan Delft op Instagram heeft gezet. Waarom dit van belang is, is niet duidelijk. Waarom de Cariben relevant zijn of ‘Ondermijning’ is ook onduidelijk. Solidaridad pleegt namelijk geen strafbare feiten. Kan het zijn dat sommige leden van Solidaridad uit de Antillen komen? Is dat alarmerend voor de politie?

    In een vertrouwelijke mutatie op 12 april 2018 wordt opnieuw ingegaan op de ‘problematiek’ van Solidaridad. De club komt nu ineens niet meer uit Barendrecht, maar uit Rotterdam. Zij waren daar niet meer welkom, maar er is geen sprake van enige overlast of strafbare feiten. Waarom werden zij dan weggestuurd uit Rotterdam door de politie? Bovendien is er informatie binnengekomen van het RIEC waarin het zeer onwenselijk wordt geacht dat Solidaridad in de Delftse horeca vertoeft. De reden hiervoor is dat Solidaridad nu officieel wordt gezien als supportclub van de Hells Angels. Solidaridad is echter helemaal geen supportclub van de Hells Angels en bovendien zijn de Hells Angels niet verboden en zijn er geen incidenten met de Hells Angels.

    Er wordt contact opgenomen met iemand van Solidaridad om een stopgesprek te voeren. Solidaridad mag niet meer in Delft komen. Vervolgens breekt er paniek uit wanneer er plotseling meldingen binnenkomen over een groep motorrijders op de snelweg. De politie gaat erachteraan, maar raakt de groep van 20 man kwijt. Uiteindelijk wordt een motorrijder gezien op de openbare weg in Scheveningen. Deze man wordt ogenblikkelijk door de politiecomputer gehaald, en jawel hoor, hij was ooit betrokken bij Solidaridad, de club die geen club is, geen supportclub van de Hells Angels is en geen strafbare feiten pleegt.

    De politie merkt nog op dat deze motorrijder blijkbaar ergens naar op zoek was. Een parkeerplek? Vrienden? Een plek waar hij welkom is? We weten het niet en de politie ook niet, maar voor de zekerheid is het wel genoteerd. Je weet maar nooit.

    Over Solidaridad wordt verder nog bericht in mutaties van 13, 25 en 26 april 2018. De mannen plegen geen strafbare handelingen, maar zijn met een grote groep, rijden op luidruchtige Harleys en komen daarom licht intimiderend over. Zij werden van een terras weggestuurd en daarna door de politie aangehouden. De politie vindt dat ze daar ‘nukkig’ op reageren en fotografeert hun jacks en registreert hun gegevens. De mannen hebben geen enkele wet overtreden. Op de Facebookpagina van Solidaridad zijn talloze motorfietsen te zien. Er staat geen enkele Harley tussen, ook geen luidruchtige.

    Wij berichtten al op 22 mei 2018 over Solidaridad in het artikel ‘Horecaverbod in Delft (2) Een dam opwerpen tegen een duister kwaad’. Wij kregen namelijk mails in handen van horeca-ondernemers in Delft waarin werd ingegaan op Solidaridad: ‘Op woensdag 11 april ging er onder horeca-ondernemers in Delft een mail rond van een horeca-ondernemer, Kobus Kuch, die het volgende had te melden: ‘Bij Kobus Kuch zit sinds drie weken op donderdagavond vanaf een uurtje of 20.00 uur tot een uurtje of 23.00 uur motorclub Solidaridad. Op zich best aardige kerels, sommigen sporten bij Koster, komen uit de buurt. Afgelopen week zijn wij allen actief benaderd door de politie met de mededeling dat wij hen morgen direct dienen te weigeren of dat ons anders een sluiting van een half jaar boven het hoofd hangt.’ Daarna wordt in deze mail ( in ons bezit) gewaarschuwd aan de mede-horeca-ondernemers om maar beter motorclubs te weigeren om last met de vergunning te voorkomen.’

    Het wordt steeds vreemder. Eerst komen ze volgens de politie uit Barendrecht, later opeens uit Rotterdam en nu komen ze uit de buurt. Uit Delft dus. Het zijn volgens de politie leden van een supportclub van de Hells Angels. De Hells Angels weten echter van niets en Solidaridad zelf ook niet. De mannen plegen geen strafbare feiten en een parkeerovertreding wordt door de politie niet bestraft. De mannen staan bekend als aardige kerels.

    Op woensdag 18 april is er een veel alarmerender bericht. In een vertrouwelijke mutatie wordt aangegeven hoe een Hells Angel is neergestreken op een terrasje in Delft. Wat de zaak verergerde was het feit dat er ook een sticker met de tekst ‘Hells Angels’ op zijn motor zat. Deze Hells Angel wordt weggestuurd van het terras en wordt boos. Hij heeft geen strafbare feiten gepleegd, alleen het feit dat hij een jas met de naam van zijn club draagt is voldoende. Dit incident met deze motorrijder was dermate ernstig dat er overleg is geweest tussen verschillende politie-instanties onderling over inzet.

    Op 22 mei 2018 schreven wij al over het bezoek van deze Hells Angel aan Delft in het artikel ‘Horecaverbod in Delft (1) Een invasie van motorrijders’. In het artikel publiceerden wij wat deze Hells Angel ons schreef over zijn bezoek aan het gastvrije Delft: ‘Na een dag werken en een gezellige dag met mooi weer, belandden wij op de Beestenmarkt te Delft. Om nog van het mooie weer te genieten zochten wij, voor een hapje en een drankje, een plek op het terras van restaurant Moeke. Al snel kwam er een bediende, maar tot onze grote verbazing kwam deze niet met een menukaart maar met het dringende verzoek/mededeling om het terras van de desbetreffende eetgelegenheid te verlaten. Extreem verbaasd vroegen wij wat de reden hiervoor was, we deden immers niks verkeerd. Hij verklaarde ons dat hij op advies van de politie en de gemeente, leden van motorclubs onmiddellijk diende te weigeren, wanneer zij gekleed zijn in diens clubkleding. Hierover zou hij recent een email hebben ontvangen. Vol ongeloof hebben wij meneer daarop verzocht om ons de desbetreffende mail te laten zien en hebben wij aan het buurrestaurant gevraagd of deze van dit advies op de hoogte was en of dit bij hem ook van kracht was. Waarop hij ons vriendelijk uitnodigde om gezellig een hapje en drankje bij hem op het terras te komen doen. Hij wist immers niks van een weigeringadvies af. En dus waren wij meer dan welkom.´ Verderop in het artikel wordt aangegeven hoe deze Hells Angel in andere horecagelegenheden eerst wordt toegelaten, maar nadat de horeca-ondernemer een onderonsje had met de politie toch wordt geweigerd. Zelfs wanneer hij zonder jas met colours op een terras gaat zitten mag hij van de politie niet bediend worden.

     

    Op 30 april is er weer een melding/mutatie over deze Hells Angel. Hij komt nu opnieuw in de horecagelegenheid, maar heeft geen motorjack aan. Toch is besloten hem niet te bedienen. Ook wordt nu gezegd dat hij de eigenaar bedreigd zou hebben toen hij eerder werd geweigerd. Op 17 mei 2018 is er opnieuw een mutatie over waarschijnlijk dezelfde Hells Angel. Men vindt het moeilijk hem te weigeren in de horeca, want hij is niet als Hells Angel te herkennen. Wel vindt men het intimiderend in de horecazaak waar hij niet welkom is. Ook over dit bezoek hebben wij al geschreven. Wij hebben namelijk een geluidsfragment van dit bezoek: ‘Later ontvingen wij ook een geluidsfragment waarin het lid van de zuidelijke afdeling van de Hells Angels teruggaat naar de horeca-onderneming waar zij werden weggestuurd. Er ontpopt zich hier een vriendelijk gesprek tussen het motorclublid en twee personen van de horeca-onderneming. Duidelijk is te horen hoe het gesprek niet alleen vriendelijk verloopt, maar ook hoe de horeca-ondernemer zegt klem gezet te worden tussen motorclubs die hij van de gemeente moet weigeren en de gemeente. De horecaman antwoord op de vraag van de Hells Angels waarom hij geweigerd is door de horeca-eigenaar dat die maatregel is opgelegd door de burgemeester van Delft en dat er in het schrijven van de gemeente waarin dat stond is gedreigd met sluiting van een half jaar wanneer er toch aan leden van motorclubs die clubkleding droegen zou worden bediend. De vrouw die aanwezig is bij het gesprek geeft vervolgens aan dat er helemaal geen sprake is geweest van enige overlast, waarop de horeca-eigenaar verzucht dat hij geen zin heeft in gezeur. De Hells Angel geeft aan dat hij alle begrip heeft hiervoor, ‘omdat die horeca-eigenaar gewoon zijn centjes moet verdienen’. De Hells Angel geeft verder nog aan dat hij is gaan praten met verschillende andere horeca-mensen in Delft over dit voorvaal en dat hij bij al die horeca-mensen zijn telefoonnummer heeft achtergelaten, zodat zij hem kunnen bellen mocht er ooit iets aan de hand zijn met leden van zijn motorclub. Uit de rest van het gesprek blijkt dat de horeca-ondernemers eigenlijk nauwelijks iets weten van motorclubs en geen overlast ondervinden.’

    Op 20 mei is er opnieuw belangwekkend nieuws. Een groep van 20 motorrijders uit Engeland wordt gesignaleerd. In Delft. De agent die het rapport schrijft heeft geen mogelijkheid van 1 van de 20 mannen de chapters of de functies, de agent schrijft ‘collors’, te lezen. Later blijkt dat het gaat om leden van Satans Slaves MC. Deze club geeft aan elk jaar in Delft te komen als gast van een lokale motorclub, Spiders MC. De politie geeft aan dat de mannen weg moeten, wat zij doen. De burgemeester van Delft wil namelijk geen motorrijders in zijn stad. Er worden kentekens genoteerd en de groep verlaat de stad.

    Omdat de Satans Slaves aangaven dat zij elk jaar in Delft kwamen, gaat de politie navraag doen bij de Spiders MC. De politie heeft namelijk blijkbaar zelf geen informatie over eerdere bezoeken. Er zijn dus nooit eerder mutaties of rapportages geweest over de Satans Slaves en dus ook geen genoteerde strafbare feiten. Er was dus nooit iets aan de hand, want de politie kent de club niet eens. Verder blijkt ook dat er goede contacten zijn tussen de politie met Spiders MC in Delft, een club die volgens de politie een OMG is. Praten met de Spiders MC is dus niet gevaarlijk of eng.

    Er is een uitgebreide communicatie geweest tussen politie-organisaties onderling en tussen politie en horeca en tussen politie en de gemeente Delft. De aanleiding was een groep motorrijders die abusievelijk door de politie is aangemerkt als een supportclub van de Hells Angels. Deze groep motorrijders gaat af en toe op terrasjes zitten. Door groepsgedrag en luidruchtige motoren vinden sommige mensen dat intimiderend. Er zijn geen strafbare feiten gepleegd, geen vechtpartijen, geen onbetaalde rekeningen. Wel hebben de leden van Solidaridad hun motor geparkeerd op een plaats waar dat blijkbaar niet mag. Daar doet de politie echter niets aan. De motorrijders mogen niet meer in Delft komen. Andere motorrijders die geen overlast veroorzaken mogen ook niet meer in Delft komen. Buitenlandse motorrijders op doorreis die al jaren zonder problemen in Delft komen worden de stad uitgejaagd. Een Hells Angel zonder clubjas is intimiderend en moet eigenlijk ook weg. De politie spreekt zichzelf in zijn officiële en vertrouwelijke mutaties tegen. De informatie die zij hebben over Solidaridad klopt niet.

    Wij laten het er niet bij zitten en houden u op de hoogte.

     

    Versplintering, effect van een clubverbod, nieuwe clubs, supporters en overheidsonzin

    Wij hebben een lijst met vragen gestuurd naar de gemeente en de politie in Delft over het weigeren van leden van motorclubs. Nog steeds hebben wij geen antwoord gekregen. De waarheid ligt niet zomaar voor het grijpen. We gaan dus voorlopig door met iets anders.

    Vanuit motorclubland horen wij dat leden van verboden clubs deels terecht komen bij nieuwe clubs. Of dat inderdaad zo is, moeten wij maar aannemen. De verboden motorclub Satudarah had ongeveer 900 leden. Het is onwaarschijnlijk dat al die leden nu plotseling gaan stoppen met motorrijden in groepsverband.

    Het landschap van de zogeheten outlaw motor gangs (omg’s) versplintert, bevestigt hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de Universiteit Leiden. ,,Er komen er steeds meer bij.’’, volgens De Gelderlander op 16 juni 2018. ‘Of de wildgroei ook het gevolg is van de harde aanpak door justitie van grote clubs als de Hells Angels, No Surrender, Satudarah of het inmiddels verboden Bandidos, ‘is moeilijk vast te stellen’, zegt Blokland. ,,Ik denk niet dat leden van omg’s, die nu verboden zijn of dat dreigen te worden, uitwijken naar kleinere motorclubs.’’ Hij wijt de groei veel meer aan de toegenomen aandacht door justitie en de media. ,,De media-aandacht heeft het oprichten van een motorclub aantrekkelijker gemaakt.’’

    Feit is wel dat er tal van totaal onbekende clubs opduiken: Caloh Wagoh, No Rules, Maro Welto zijn er daar nog maar een paar van. Vroeger was dit onmogelijk geweest. ,,Vroeger bepaalde de Raad van Acht nog officieus wie de ‘MC’ patch mocht dragen.’’, volgens Blokland opnieuw. ‘De Raad van Acht was door Nederlandse outlawmotorclubs in het leven geroepen om bikeroorlogen, zoals in Canada en Scandinavië, te voorkomen. De overlegkoepel viel in 2012 uiteen, nadat Satudarah een jaar eerder uit de ‘Raad van Acht’ stapte. Sindsdien groeide het aantal motorclubs en chapters spectaculair.’

    Vandaag kunnen we met enige regelmaat artikelen of interviews lezen van personen die stoer in de camera kijken en met colours rondlopen. ‘Ik moet wel nog even mijn rijbewijs halen!’, leek één van die personen ons onlangs gerust te willen stellen. Het grote publiek zal het worst zijn. Het lijkt op een motorclub, dus zal het wel een motorbende zijn. Ook zonder motor.

    Saillant detal is dat justitie motorclubs verwijt Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) te zijn juist door het deelnemen aan dit landelijke overleg of andere vormen van gezamenlijk overleg om problemen te voorkomen. Zo werden en worden clubs als Black Sheep en Veterans door justitie en politie bestempeld als OMG vooral door hun deelname aan landelijk of regionaal overleg. Want, er zijn volgens politie en justitie andere clubs die worden gezien als OMG betrokken bij dit soort overleg.

    Overleg om problemen te voorkomen en zelfs op te lossen wordt dus voor deze overheid aanleiding om juist clubs als OMG te bestempelen. ‘De politie Noord-Nederland ziet de Black Sheep uit Heerenveen nog altijd als een van de outlaw motorcycle gangs, de zogenoemde OMG’s. ,,Ze kunnen zelf wel afstand gedaan hebben van het predicaat OMG, maar we zien dat ze nog altijd contact hebben en sympathiseren met de grotere OMG’s”, zegt woordvoerder Paul Heidanus van de politie.’, aldus de Leeuwarder Courant op 4 januari 2017.

    ‘Maar het is niet alleen maar rooskleurig, erkent het LIEC: „Het OMG-landschap versnippert. ‘Supportclubs’, ‘brotherhoods’ en ‘boxingclubs’ komen snel op. Ze knappen het vuile werk op voor de OMG’s, zodat deze zelf buiten beeld blijven. Niet zelden verdwijnen deze clubs even snel als dat ze zijn opgericht. Sommige OMG’s breiden zich sterk uit in het buitenland, vermoedelijk om daarmee over een internationaal crimineel netwerk te beschikken.”, zegt het Dagblad van het Noorden op 30 juni 2018.

    Een vreemde uitspraak, want De Gelderlander berichtte op 16 juni 2018 iets geheel anders: ‘Over de rol van de supportclubs is nog weinig bekend. Volgens politie-informatie uit het buitenland verlenen de supportclubs steeds vaker criminele hand- en spandiensten aan de grote omstreden motorclubs, waaraan ze zijn gelieerd. Die grote clubs proberen zo uit zicht van politie en justitie te blijven. Of dat in Nederland ook volop gebeurt is onbekend.’

    Het is onbekend of supportclubs het vuile werk opknappen voor grotere clubs in Nederland. Waarom wordt het dan wel geroepen? Wanneer uit onderzoek blijkt dat maar weinig leden van grotere clubs actief zijn in de misdaad en de clubs als zodanig al helemaal niet, kun je gaan roepen dat het misschien wel de supportclubs zijn die de kastanjes uit het vuur halen. De waarheid weet niemand, want er is geen onderzoek naar gedaan.

    Vroeger werd altijd naar de situatie in het buitenland gewezen om het publiek duidelijk te maken dat ook in Nederland motorclubs gevaarlijk waren en crimineel. Maar onderzoek in het buitenland dat motorclubs vrijpleit wordt in de Nederlandse media niet gepubliceerd. Een voorbeeld: ‘Police Research confirms the majority of the members of MC Clubs do not have any serious criminal history, and 7 of the 26 clubs subject to VLAD laws do not have members with serious criminal history.’, kopt de Australische juristenkrant Irish Bentley Lawyers in 2016.

    In Australië zijn er draconisch strenge wetten van kracht geworden tegen motorclubs. ‘Secret report reveals anti-bikie laws are ‘useless’ to control gangs and recommends law abolished. EXCLUSIVE: A secret government report has found that bikie laws introduced to stop outlaw gang clashes have achieved nothing.’kopte de Australische krant News.com.au op 15 maart 2017.

    In Duitsland zijn naar aanleiding van het verbod op motorclubs soortgelijke studies gedaan. Wat gebeurt er wanneer een motorclub wordt verboden? De club is weg, de criminele leden gaan naar de gevangenis en daarna weer door met wat ze altijd deden, namelijk criminaliteit. De werkende leden die niet in de misdaad zitten, gaan na een clubverbod gewoon door met hun werk. Er veranderd dus feitelijk niets.

    Maar is er in Nederland wel eens onderzoek gedaan naar clubverboden en de effecten daarvan? Op 3 maart 2017 publiceerde de Universiteit van Maastricht een studie: https://www.maastrichtuniversity.nl/blog/2017/03/ban-outlaw-motorcycle-clubs-effective. De studie besluit met de volgende conclusie: ‘Kortom, een verbod op criminele motorbendes biedt wellicht aanknopingspunten ten aanzien van de openbare orde problematiek, maar het zal waarschijnlijk weinig veranderen aan de betrokkenheid van criminele clubleden binnen de georganiseerde criminaliteit.’

    Dus samenvattend: Er duiken bij afwezigheid van een landelijk overlegorgaan van motorclubs ineens overal nieuwe motorclubjes op. Daarover is geen enkele controle en het lijkt erop alsof deze clubjes nog meer bijdragen aan negatieve beeldvorming. Ook kan het zijn dat leden van verboden motorclubs eenvoudig doorgaan bij nieuwe clubs. Hoewel sommige overheidsdiensten en media roepen dat supportclubs de grotere clubs uit de wind houden, blijkt dit niet uit onderzoek in Nederland. Uit onderzoek blijkt wel, zowel in Nederland als in het buitenland, dat het niet veel zin heeft motorclubs te verbieden. Criminele leden blijven crimineel, de andere leden blijven hard werken. Wat wel heel duidelijk blijkt is dat politie en justitie met een stevige tunnelvisie blijven gaan voor een verbod op zoveel mogelijk clubs en voor de overgebleven clubs het leven zo onaangenaam mogelijk willen maken. Journalisten die zelf geen onderzoek doen naar feiten ondersteunen deze visie en zorgen voor angst bij de bevolking.

     

    Horecaverbod in Delft (3) Er blijkt niets van waar

    Op 22 mei schreven wij twee artikelen over Delft: Horecaverbod in Delft (1) en (2). In deze artikelen ontleedden wij twee problemen in Delft. Ten eerste een horecaverbod voor leden van motorclubs. Ten tweede bomaanslagen en schietpartijen waarover het Algemeen Dagblad meldde dat er werd gedacht aan Rotterdamse motorclubs en het verband werd gelegd met met motorclubs die een invasie pleegden in de stad.

    Wij hebben vragenlijsten gestuurd naar de gemeente Delft en de politie in Delft om opheldering te krijgen, maar ontvingen nog geen antwoord. Wat het colourverbod betreft zijn wij dus nog bezig.

    Het verhaal van de motorbendes die geweld zouden plegen in nachtelijk Delft volgens enkele kranten, is wel een stuk duidelijker geworden.

    Sinds enkele jaren vinden we steeds artikelen in de media waarin motorclubs in verband worden gebracht met tal van ernstige misdaden. Er zijn zelfs journalisten die zichzelf hebben uitgeroepen als misdaadverslaggever die openlijk pleiten voor een verbod op motorclubs. Inmiddels lijkt het een één-tweetje tussen het Openbaar Ministerie en de politie enerzijds en de media anderzijds. Twee poten onder hetzelfde beleid die elkaar ondersteunen.

    De media krijgen informatie van de politie of het O.M. die niet klopt of de media scheppen hun eigen ‘nieuws’ en vervolgens kan het Openbaar Ministerie aantonen dat er veel maatschappelijke onrust rond motorclubs is. Maatschappelijke onrust kan een juridische woorwaarde zijn om een motorclub te verbieden.

    Je zou dus zeggen dat wanneer alles wat er in de krant staat over motorclubs waar is de gevangenissen vol zitten met leden van die clubs. Dat schijnt echter niet zo te zijn. Wat is er dus waar van al die verhalen in de krant? Wat blijft er dus over van de aantijgingen en geruchten?

    Op 22 mei schreef Dupont in zijn artikel Horecaverbod in Delft (2) ‘Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’

    Wat schrijft op 14 juni 2018 Omroep West? (https://www.omroepwest.nl/nieuws/3648714/Geweld-in-Delft-het-zou-zo-maar-eens-afpersing-kunnen-zijn ‘De indruk dat motorbendes achter het geweld zitten wordt gevoed door een bericht dat Koninklijke Horeca Delft eind april op haar website plaatst. Ze waarschuwen daarin voor zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die samen willen komen in de Delftse horeca. ‘Het gaat om twee losse incidenten’, zegt de voorzitter van KHN Delft. Het heeft naar zijn idee niks te maken met de geweldsincidenten: ‘Dat gerucht wil ik wel de kop indrukken’. De anonieme voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft is Jon Cornelese. Hij zegt hier dus iets interessants: KHN denkt dat er helemaal geen motorclubs achter het grove geweld in Delft zitten.

    Sterker nog, ook Omroep West denkt dat het anders zit: ‘Eerder werden in Amsterdam al granaten gelegd bij verschillende clubs voor de deur. Ook in Rotterdam werd eind mei een granaat voor de deur van club Villa Thalia gelegd. Nu lijkt het erop dat de criminelen hun werkterrein verleggen naar Delft. Wie niet betaalt, kan een granaat voor zijn deur verwachten of riskeert een kogelregen. ‘Afpersing als motief’, dat hoor je vaakst terug langs de historische grachten. Criminelen zouden de ondernemers bewust bestoken omdat de burgemeester de zaken dan wel moet sluiten voor de veiligheid van de omgeving. Een coffeeshop lijkt dan een makkelijk doelwit, omdat dit soort zaken sowieso onder een vergrootglas ligt.’

    Zaak dus voor de politie om zijn werk te gaan doen, verdachten te gaan zoeken, misdaden op te lossen en vooral ook aan waarheidsvinding te doen en de media correct op de hoogte te houden. De politie kan dus ook meteen aangeven dat loze verdachtmakingen aan het adres van motorclubs feitelijk een onjuist en ongewenst spoor zijn. Daarmee kan worden voorkomen dat er maatschappelijke onrust ontstaat die bij een rechtszaak voor een verbod op motorclubs van pas kan komen. Inmiddels hebben wij nog steeds geen antwoord gekregen op de vragen die wij hebben gesteld aan de politie Delft in verband met ‘incidenten’ met motorclubs. Wij gaan er vanuit dat de politie het publiek graag eerlijk voorlicht. Hoe zit dat dus?

     

    Horecaverbod in Delft (2) Een dam opwerpen tegen een duister kwaad

    Sinds april dit jaar schreef het Algemeen Dagblad diverse keren over problemen met motorclubs in Delft. Zo schreef het Algemeen Dagblad op 5 mei 2018 onder de kop ‘Harde aanpak tegen motorclubs die oog op Delft laten vallen’  https://www.ad.nl/delft/harde-aanpak-tegen-motorclubs-die-oog-op-delft-laten-vallen~ab0572e5/ hoe ‘meerdere horecazaken in Delft werden bezocht door motorclubs’. Op 18 mei 2018 publiceerde het Algemeen Dagblad exact hetzelfde artikel onder de kop ‘Rotterdamse motorclubs wijken uit naar Delft.’

    https://www.ad.nl/rotterdam/rotterdamse-motorclubs-wijken-uit-naar-delft-br~a8bdd109/ De teneur van het artikel is dat motorclubs uit Rotterdam zich willen vestigen in Delft. De enige motorclub die wordt genoemd is de motorclub Kings Syndicate, een voortzetting van een opgeheven afdeling van No Surrender. De gebeurtenissen in Delft waarbij volgens het artikel horeca-ondernemers werden bedreigd werden al besproken in ons artikel ‘Horecaverbod in Delft (1)’ De ‘invasie van motorrijders’  en de ‘motorbende die opdook in een Delfts café’ bleek één enkel lid van de Hells Angels te zijn die na het werk met een vriend iets wilde gaan eten en drinken.

    Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’ Algemeen Dagblad gaat in het artikel verder met het oude nieuws van 4 mei 2018: ‘Eerder kwam al in het nieuws dat die bendes voet aan de grond probeerden te krijgen in de stad. Minimaal drie Delftse horecabedrijven kregen vorige maand te maken met een invasie van de motorrijders. Gevreesd wordt dat zij een nieuwe uitvalsbasis zoeken na problemen in de Rotterdamse regio. Motorclubs raakten de afgelopen tijd na geweldsincidenten en de vondst van wapens en drugs hun uitvalsbasis in Rotterdam en Vlaardingen kwijt.’ De krant noemt geen namen van motorclubs. Opvallend is dat het steeds het Algemeen Dagblad is dat schrijft over de problemen met ‘motorbendes’ in Delft. Alle drie artikelen in het Algemeen Dagblad werden geschreven door Carel van der Velden, bij het laatste artikel over de beschietingen van coffeeshops in de Peperstraat wordt ook collega Graziella Gioia genoemd.

    Delft heeft dus te maken met ‘een invasie van motorclubs’, ‘horecazaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes’ en ‘motorbendes hebben hun oog laten vallen op Delft’. Hier moet iets aan gedaan worden en dat gebeurt dan ook al snel. Op 5 mei 2018, op Bevrijdingsdag dus, schreef het Algemeen Dagblad hoe de gemeente Delft het moeilijk wilde maken voor motorclubs om de horeca te bezoeken in Delft. ‘Burgemeester Marja van Bijsterveldt roept cafébazen op om direct de horecatelefoon te gebruiken als zich opnieuw een motorbende in Delft meldt. Dit is een speciale alarmlijn met de politie. ‘Landelijke en plaatselijke ontwikkelingen onderstrepen het belang van een stevige aanpak zodat wordt voorkomen dat deze motorbendes voet aan de grond krijgen,’ schrijft Van Bijsterveldt in een brief die aan alle Delftse horeca-ondernemers is verstuurd. ‘Een gezamenlijk optrekken van de gemeente, de politie en de plaatselijke horeca is daarbij van essentieel belang,’ aldus de burgemeester.’

    De krant voegt daar nog enkele motieven aan toe: ‘Motorclubs zorgen regelmatig voor verstoringen van de openbare orde. Eerder dit jaar arresteerde de politie in Rotterdam zeven leden van Kings Syndicate in een café dat zij als hun thuisbasis beschouwden. Ze hadden drugs en vuurwapens bij zich. Van Bijsterveldt kiest op basis van dit soort voorvallen voor een zerotolerancebeleid. Ze rekent daarbij op de medewerking van de horeca: ‘Als ondernemer bent u primair verantwoordelijk voor wat er in uw lokaliteit gebeurt en wie u binnen laat, U heeft daarbij ook het recht om personen te weigeren.’

    Onder de brief staan de namen van de burgemeester, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenhart, R. den Hertog namens het politiebureau van Delft en J. Cornelese van de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft. Geen enkele van deze genoemde personen heeft de brief ondertekent en er mankeert ook een briefhoofd, terwijl de brief is gedateerd ‘april 2018 Delft’. Ontbreekt dus de exacte datum en de opzet van de brief doet wat knullig aan voor een officiële brief van de gemeente en de politie. De vraag kan dan ook gesteld worden of het geen nepbrief is.

    In de brief staat ook nog: ‘Als ondernemer bent u primair verantwoordelijk voor wat er in uw lokaliteit gebeurt en wie u binnen laat, U heeft daarmee ook het recht om personen, zonder daarbij te discrimineren, te weigeren in uw gelegenheid. Standpunt van de gemeente en politie is dat OMG’s die in clubkleding verschijnen niet welkom behoren te zijn in de horeca.’ Verderop in de brief wordt het nummer vermeld van de horecatelefoon 088-9646959 om contact op te nemen met de politie in het geval een horecagelegenheid wordt bezocht door leden van een OMG (Outlaw Motorcycle Club).

    Op woensdag 11 april ging er onder horeca-ondernemers in Delft een mail rond van een horeca-ondernemer, Kobus Kuch, die het volgende had te melden: ‘Bij Kobus Kuch zit sinds drie weken op donderdagavond vanaf een uurtje of 20.00 uur tot een uurtje of 23.00 uur motorclub Solidaridad. Op zich best aardige kerels, sommigen sporten bij Koster, komen uit de buurt. Afgelopen week zijn wij allen actief benaderd door de politie met de mededeling dat wij hen morgen direct dienen te weigeren of dat ons anders een sluiting van een half jaar boven het hoofd hangt.’ Daarna wordt in deze mail ( in ons bezit) gewaarschuwd aan de mede-horeca-ondernemers om maar beter motorclubs te weigeren om last met de vergunning te voorkomen.

    Horecagelegenheden worden dus door de politie van Delft en door de burgemeester aangezet om personen te weigeren die zich netjes gedragen en lid zijn van een club die niet is verboden. In het geval van motorclub Solidaridad gaat het zelfs om sportieve personen uit de buurt die bekend staan als aardige jongens. De horeca-eigenaren worden volgens de mail die is rondgestuurd door Kobus Kuch, door de politie of de gemeente onder druk gezet met sluiting voor een half jaar wanneer zij wel leden van een motorclub binnenlaten. Overigens heeft niemand die wij benaderden in de motorwereld ooit gehoord van motorclub Solidaridad.

    Wie zijn de hoofdrolspelers uit de brief over het weigeren van motorclubs? Koninklijke Horeca Nederland is een landelijke branchevereniging. Op hun website https://www.khn.nl/home zeggen zij zelf: ‘Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is dé branchevereniging voor de horeca. Met 244 afdelingen door heel Nederland vertegenwoordigen wij ruim 20.000 horecaondernemers met zo’n 255.000 medewerkers. Wij maken ons sterk voor een professionele en toekomstbestendige horeca. Onze leden ondersteunen wij met belangenbehartiging, advies, financiële voordelen en inspiratie.’

    KHN is dus een grote organisatie, heeft veel leden en kan veel invloed uitoefenen. Ook werkt de KHN blijkbaar graag samen met de gemeente en de politie. Ook wanneer deze beide organisaties obstakels willen opwerpen tegen verenigingen die niet door een rechter zijn verboden en zich ook niet verkeerd gedragen.

    Wat beschouwt KHN eigenlijk als OMG’s die moeten worden geweigerd? Op hun website staat de volgende link: https://www.khn.nl/nieuwsberichten/2018/04/handreiking-aan-de-horeca-in-delft-over-de-aanpak-van-omgs. Halverwege de tekst staat ‘klik hier’ en wie daarop klikt komt uit bij welgeteld zeven motorclubs, enkele supportclubs en de Black Jackets die helemaal geen motorclub zijn. Clubs als Spiders (uit Delft zelf nota bene), Veterans, Black Sheep, Gringo’s of Demons om er een paar te noemen komen op deze onvolledige lijst niet eens voor. Ook politiemotorbendes als Lex Legio, Marshalls en Blue Nights komen op de lijst niet voor.

    Marja van Bijsterveldt, de burgemeester van Delft is een beroepspolitica. Ze is lid van het Christen-Democratisch Appèl (CDA) en maakte van 2010 tot 2012 als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deel uit van het kabinet-Rutte I. Eerder was ze staatssecretaris op hetzelfde departement, voorzitter van het CDA, burgemeester van Schipluiden en wethouder en gemeenteraadslid in Almere.  In 1993 werd ze als wethouder door de gemeenteraad weggestuurd na een motie van wantrouwen. Van Bijsterveldt werd in september 2016 burgemeester van Delft. Marja van Bijsterveldt werd met haar installatie verantwoordelijk voor de jaarrekening van de gemeente Delft, waarvan oud-accountant Leo Verhoef op zijn site http://www.leoverhoef.nl/dossiers/delft.html zegt: ‘Dus was ook de jaarrekening 2016 weer misleidend.’

     

     

     

     

    Horecaverbod in Delft (1) Een invasie van motorrijders

    Het Algemeen Dagblad berichtte op 18 mei 2018 hoe de stad Delft getroffen werd door motorclubs uit Rotterdam en omgeving die uitweken naar Delft. ‘Meerdere Delftse horecabedrijven zijn eind april bezocht door motorclubs uit Rotterdam en de regio. Gevreesd wordt dat zij een nieuwe uitvalsbasis zoeken na problemen in de Rotterdamse regio. Minimaal drie Delftse horecabedrijven kregen vorige maand te maken met een invasie van de motorrijders. De aanpak is soms heel subtiel, zegt een woordvoerder van de plaatselijke afdeling van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) die niet met zijn naam in de krant wil.’

    ‘De horeca-woordvoerder meldt dat een motorbende in april opdook in een Delfts café. ,,Daar werden ze door de eigenaar weggestuurd. Bij een tweede bedrijf werd in eerste instantie wel aan hen geschonken. Toen ze op advies van de politie werden weggestuurd, leidde dit tot bedreigingen van de eigenaar. Ook bij een derde café hebben ze geprobeerd een onderkomen te vinden.”’

    De woordvoerder van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Delft, wil anoniem blijven. Niet met zijn naam in de krant. Het is veelzeggend over de manier waarop in Delft wordt omgegaan met een probleem dat er bij onderzoek iets anders uit blijkt te zien. Wij gingen op onderzoek uit en kwamen enkele mensen op het spoor die met deze zaak te maken hadden.

    Omdat datgene dat wij vonden niet in de verste verte lijkt op wat er in het Algemeen Dagblad stond over de beweringen van Koninklijke Horeca Nederland en de burgemeester van Delft, hebben wij een veel groter onderzoek opgestart. Wij zullen na dit artikel met andere bevindingen komen.

    Allereerst vonden wij twee personen die betrokken waren bij enkele incidenten in de horeca in Delft op 18 april 2018. Eén van deze personen is lid van een afdeling in het zuiden van het land van motorclub Hells Angels, de andere is gewoon een vriend die geen lid is van een motorclub. Het gaat dus om twee personen en maar één van deze personen draagt de full colors van een motorclub. Degene die geen lid is van een motorclub, maar uiteindelijk ook werd weggestuurd, legde de volgende verklaring over het gebeurde af (naam en gegevens van deze persoon zijn bij ons bekend):

    ‘Hierbij deel ik mede mijn ervaringen van de gebeurtenissen op 18 april, Beestenmarkt te Gemeente Delft.´

    `Na een dag werken en een gezellige dag met mooi weer, belandden wij op de Beestenmarkt te Delft. Om nog van het mooie weer te genieten zochten wij, voor een hapje en een drankje, een plek op het terras van restaurant Moeke. Al snel kwam er een bediende, maar tot onze grote verbazing kwam deze niet met een menukaart maar met het dringende verzoek/mededeling om het terras van de desbetreffende eetgelegenheid te verlaten. Extreem verbaasd vroegen wij wat de reden hiervoor was, we deden immers niks verkeerd. Hij verklaarde ons dat hij op advies van de politie en de gemeente, leden van motorclubs onmiddellijk diende te weigeren, wanneer zij gekleed zijn in diens clubkleding. Hierover zou hij recent een email hebben ontvangen. Vol ongeloof hebben wij meneer daarop verzocht om ons de desbetreffende mail te laten zien en hebben wij aan het buurrestaurant gevraagd of deze van dit advies op de hoogte was en of dit bij hem ook van kracht was. Waarop hij ons vriendelijk uitnodigde om gezellig een hapje en drankje bij hem op het terras te komen doen. Hij wist immers niks van een weigeringadvies af. En dus waren wij meer dan welkom.´

    ´Na plaatsgenomen te hebben op zijn terras ontvingen wij van de werknemer van restaurant Moeke het desbetreffende mailtje en kwam politie ter plaatse. Zij hebben ons verzocht om ook dit terras te verlaten op grond van het advies tot weigering van motorclub leden. Na een onderonsje tussen politie en restaurant eigenaar deelde de eigenaar ons mede dat hij terugkwam op de uitnodiging en ons helaas moest verzoeken het terras te verlaten.Wij zijn hierna opgestaan en vol ongeloof maar een stukje gaan lopen. Omdat wij ondanks alles nog steeds een gezellig dag ervan wilde maken hebben wij plaats genomen op een volgend terras na de voorgaande gebeurtenissen te hebben besproken met de eigenaar van deze eetgelegenheid gaf ook deze aan dat wij van harte welkom waren en dat hij hiervan niet op de hoogte was. Hij bracht ons onze drankjes, overhandigde ons zijn menukaart en nam onze bestelling op. Na nog geen 5 minuten zagen wij dat ook deze eigenaar benaderd werd door de politie waarop vervolgens de eigenaar naar ons toe kwam met de mededeling dat de politie heeft gedreigd tot sluiting van een half jaar wanneer hij zich niet aan het advies zou houden. Omdat in het geschrift vermeld stond dat leden geweigerd diende te worden wanneer zij zich in “vol ornaat” in clubkleding vertoonden heeft mijn collega zijn jas uitgetrokken waarop de eigenaar aangaf dat hij ons nu wel verder mocht helpen. We wilden ondertussen ook wel een keer wat te eten krijgen en hij hing meestal tijdens eten zijn vest aan de stoel. Een van de politie-agenten liep voorbij het terras waarop wij plaatst hadden genomen en wenste ons een fijne dag. En “geniet van jullie drankje”. Wij bedankten hem hiervoor en zagen ondertussen hoe de tweede agent de horecaondernemer voor een tweede keer aansprak. Dit keer kwam de mededeling dat wij ook zonder clubkleding dienden te vertrekken. De eigenaar bood zijn excuses aan ons aan en gaf aan dat wij niet voor onze drankjes hoefde te betalen. Wij hebben toch afgerekend en zijn vervolgens direct maar vol verbazing en ongeloof vertrokken uit Delft.’

    Later ontvingen wij ook een geluidsfragment waarin het lid van de zuidelijke afdeling van de Hells Angels teruggaat naar de horeca-onderneming waar zij werden weggestuurd. Er ontpopt zich hier een vriendelijk gesprek tussen het motorclublid en twee personen van de horeca-onderneming. Duidelijk is te horen hoe het gesprek niet alleen vriendelijk verloopt, maar ook hoe de horeca-ondernemer zegt klem gezet te worden tussen motorclubs die hij van de gemeente moet weigeren en de gemeente. De horecaman antwoord op de vraag van de Hells Angels waarom hij geweigerd is door de horeca-eigenaar dat die maatregel is opgelegd door de burgemeester van Delft en dat er in het schrijven van de gemeente waarin dat stond is gedreigd met sluiting van een half jaar wanneer er toch aan leden van motorclubs die clubkleding droegen zou worden bediend. De vrouw die aanwezig is bij het gesprek geeft vervolgens aan dat er helemaal geen sprake is geweest van enige overlast, waarop de horeca-eigenaar verzucht dat hij geen zin heeft in gezeur. De Hells Angel geeft aan dat hij alle begrip heeft hiervoor, ‘omdat die horeca-eigenaar gewoon zijn centjes moet verdienen’. De Hells Angel geeft verder nog aan dat hij is gaan praten met verschillende andere horeca-mensen in Delft over dit voorvaal en dat hij bij al die horeca-mensen zijn telefoonnummer heeft achtergelaten, zodat zij hem kunnen bellen mocht er ooit iets aan de hand zijn met leden van zijn motorclub. Uit de rest van het gesprek blijkt dat de horeca-ondernemers eigenlijk nauwelijks iets weten van motorclubs en geen overlast ondervinden.

    Ben je ook wel eens geweigerd in de horeca omdat je lid bent van een motorclub? Laat het ons weten!

     

    Zoals de waard is…..

    Wij deden het al. Een reactie op het NOS-artikel van 8 maart 2018 waarin de KNMV oproept het woord motorclubs niet meer te gebruiken voor ‘motorbendes’. Maar wij vinden het nodig er toch nog eens iets over te zeggen. Los van de uitspraak over ‘motorbendes’, wat de voorzitter van de KNMV, Patrick Assendelft, doet in plaats van de rechter.

    ‘Maar “criminelen die zich toevallig voortbewegen op een motorfiets” hebben volgens Assendelft niets te maken met de tienduizenden leden die de KNMV vertegenwoordigt.’, en het is eigenlijk dit zinnetje dat pijn doet. Pijn, omdat het een schandalige ontkenning is van wat er aan de hand is. In Nederland is er een grote motorscene van veelal Amerikaanse motorfietsen. Een motorscene met eigen tijdschriften, motorzaken, kleding, evenementen, feesten, bijeenkomsten, clubs en clubhuizen.

    Wij schreven al in het artikel ‘Het begon met het verbieden van motorclubs,…..’ hoe de Outlaws MC al werd opgericht in 1935, de Hells Angels in 1948, de Mongols in 1960 en de Blue Angels in 1963. Deze clubs zetten een hele wereld neer van bikers, toertochten en een levenswijze.

    Hoe ging dat in Nederland? Er waren in tal van steden Harley-dagen. Veel bezocht, gezellig en nooit waren er incidenten. Bijna alle clubs, en dat waren er nogal wat, hadden hun eigen clubhuis. Met heel veel moeite bij elkaar gespaard door de leden, verbouwd en ingericht. De clubhuizen werden een middelpunt van bijeenkomsten, feesten, barbecues, verjaardagen familie-uitjes en vertrekpunten van toerritten naar binnen- en buitenland.

    Motorclubs werden opgericht door tal van bijzondere groepen. Zo was er natuurlijk de Trailer Trash die bestond uit voornamelijk woonwagenbewoners, er was Satudarah opgericht door Zuid-Molukkers, er waren clubs tegen kindermisbruik (Bikers Against Child Abuse), en Bikers for Christ. Er waren zelfs gedecoreerde veteranen die hadden deelgenomen aan tal van militaire missies in het buitenland, Veterans MC.

    Maar wat gebeurde er? Clubhuizen werden gesloten door burgemeesters, Harley-dagen werden verboden, vergunningen werden geweigerd en clubs werden belasterd. De burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen, weigerde zelfs de Veterans MC deel te laten nemen aan het veteranendefilé op hun eigen officiële Nationale Veteranendag. Dezelfde burgemeester spreekt als burgervader van Amsterdam wel met aanstaande salafisten. In NRC.nl van 22 februari 2018 zegt hij dat hij jongeren die in aanraking komen met het salafisme de hand wil reiken. En dat is heel mooi van Jozias. De motorrijder krijgt geen handreiking, maar een middelvinger.

    We hebben even een paar Harley-dagen op een rijtje gezet die nooit problemen kenden, maar ondertussen wel verboden zijn. De Harleydag in Arnhem op 2011 werd verboden wegens ‘de dreiging van een veldslag tussen motorclubs’, in Nijmegen in 2001 werd de Harley-dag ook verboden wegens een politietekort, de Harleydag in Annen mocht geen logo’s van motorclubs meer hebben, de Harleydag in Breda ging om verschillende redenen niet door, In Rotterdam werd de Harleydag van de Goodfellas afgezegd in 2016 in verband met de dreiging van een veldslag, in Valkenswaard werd het ook afgezegd in 2014 wegens de dreiging van een veldslag, in Haarlem ging het in 2014 niet door, in Apeldoorn ook niet in 2014, in Tilburg werd het verboden in 2011, in Helmond in 2014. We hebben het dan nog niet eens over tal van andere motorevenementen die niet door mochten gaan. Streetparties, samenkomsten, feesten enzovoort.

    Dus ja, waar heeft meneer Assendelft van de KNMV het over? Er is een grote enthousiaste motorscene in Nederland die de nek om wordt gedraaid, terwijl er op al die evenementen nooit problemen zijn geweest. De politie zegt dat er een spanning is tussen verschillende motorclubs, de media staan paraat om zoiets kleurrijks in kaart te brengen, de politici duiken erop in verkiezingstijd, de politie voelt zich gesterkt en komt met allerlei weinig waarheidsgetrouwe rapportages en zo gaat de zaak rollen.

    Motorrijders worden te pas en te onpas aangehouden, ze worden geregistreerd, ze worden in horeca geweigerd, ze verliezen hun baan, hun zaak, hun legale inkomsten, hun toekomst. Een hele wereld, een subcultuur, wordt de nek omgedraaid. En wat zegt de KNMV? Criminelen die toevallig een motor hebben? De clubs waarvan hij wil dat ze OMG worden genoemd, leven helemaal rondom die motorfiets, en organiseren ritten naar verre oorden in het buitenland, zogenaamde run’s. De motor is geen excuus, maar een voorwaarde voor de clubs waar hij het over heeft.

    Op 27 maart 2016 schreef Dupont in zijn blog ‘Branche-organisaties’ hoe de RAI en de KNMV als branche-organisaties feitelijk de commerciële belangen van de motorbranche op het oog hebben. U weet nu dus wie meneer Assendelft is. Het gaat niet om motorrijders of motorclubs. Nee, het gaat om de verkoop van motorfietsen en meneer Assendelft behartigt de belangen van de grote merken. Niet van de motorrijder. En daarom draagt hij graag bij aan de stigmatisering en rechteloosheid van een groep motorrijders in plaats van hun belangen te behartigen.

     

    In naam der wet? (2)

    Op maandag 27 november meldde de staatsomroep NOS hoe een speciaal team van de politie in Amsterdam in beslag genomen vestjes van Satudarah aantrok om de vrouw van een moordverdachte te intimideren. ‘Agenten van het Team Werken Onder Dekmantel, de undercover-afdeling van de politie, deden zich voor als leden van een motorclub. Zo probeerden ze informatie los te peuteren over de moord op de Amsterdamse dj Djordy Latumahina. Een reconstructie. Op een woensdagmiddag in oktober parkeert een vrouw haar auto in een dorpje in Noord-Holland. Haar twee kinderen zitten op de achterbank. Dan verschijnt plots een zwarte Mercedes, die haar auto klemrijdt. Twee mannen stappen uit. Allebei hebben ze tatoeages, een van hen draagt een motorjack. Ze kloppen op het raam; de vrouw doet het naar beneden. Een van de mannen vraagt of ze wil uitstappen; haar kinderen hoeven dit gesprek niet te horen.’ Inmiddels is de moordverdachte aangehouden door de politie.

    Er was het één en ander te doen over het gebruik van motorvesten van Satudarah door de politie. De vraag die onmiddellijk werd gesteld was of dit vaker voorkwam. Om deze vraag te beantwoorden gaan we naar Duisburg en de RP Online van 24 augustus 2012. De krant bericht over een aanslag met een handgranaat op een bedrijfsruimte die eigendom zou zijn van een Hells Angel. Buurtbewoners werden wakker van de knal en zagen mannen rondlopen met motorjasjes. Of er Hells Angels of Bandidos op die jasjes stond konden de buurtbewoners niet zien. In een ander krantenartikel zegt een getuige twee wegrijdende motoren te hebben gehoord. De politie geeft in het eerste artikel aan dat de zaak dreigt te escaleren en er nodig met informanten/infiltranten gewerkt moet worden. Ook is de politie ervan overtuigd dat de daders uit de hoek van de motorscene komen en denkt daarbij aan Satudarah. Het is echter hoogst opmerkelijk dat een dergelijke aanslag wordt gepleegd door mannen op motoren met de zeer herkenbare clubvesten.

    Op 22 februari schreef Dupont in de blog ‘In naam der wet?’ hoe de Duitse politie maar liefst twee informanten/infiltranten had in de Duisburgse chapter van Satudarah. Op 17 januari 2014 schrijft de T-Online dat twee leden van de chapter Duisburg van Satudarah voor het gerecht staan wegens het plegen van aanslagen tegen de Hells Angels met handgranaten. Dupont schreef al dat beide informanten misdaden pleegden, maar toch een deal kregen aangeboden. Ali Osman, de president van chapter, kreeg een deal en kwam terecht in een getuigenbeschermingsprogramma. De andere informant zat eerst bij de Bandidos, stapte over naar Satudarah en werd daar de derde man van de chapter. Hij zat eerder jarenlang vast wegens bankovervallen. Ook tijdens zijn rol als informant pleegde hij misdrijven.

    Ons scenario: Hells Angels en Bandidos hebben in Duisburg een verleden van veel geweld achter zich gelaten en proberen met elkaar een verdediging te vormen tegen verbodspogingen van de Duitse overheid. Dan komt plotseling een chapter van de Nederlandse MC Satudarah die een plaatselijke club overneemt waarin niemand is geïnteresseerd. Vervolgens worden er handgranaten gegooid naar eigendommen van plaatselijke Hells Angels. Vervolgens zegt de politie informanten/infiltranten te gaan inzetten. De Duisburgse Satudarah klaagt nu bij Satudarah Nederland en vraagt om hulp. Er komen mensen uit Nederland naar Duisburg, waaronder kopstukken uit Tilburg en ook Michel Boer. Ook worden er wapens gestuurd. Kort daarna grijpt de politie in. Satudarah Duisburg wordt verboden. De wapensmokkelaars uit Nederland worden veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Een grote zaak gaat lopen tegen Satudarah in Nederland. Enkele weken geleden wordt Satudarah-leider Michel Boer beschuldigd door één van de Duitse informanten van ex-Satudarah dat hij medeverdachte is van de moord op tattookiller Onno Kuut.

    Wij gaan nu even naar Nederland. Daar vestigde zich in 2015 Bandidos MC. Vanuit Duitsland! kwam de club de grens over en vestigde een chapter in de omgeving van Sittard. Onmiddellijk vlogen de handgranaten in het rond bij de woning van chapterpresident Harrie Ramakers. De Hells Angels kregen hier in de media de schuld van. Crimineel Ramakers die blijkbaar ook bij andere zaken betrokken was, gaf aan op 18 december 2015 in Nu.nl dat de aanslagen op zijn huis niet waren gepleegd door een andere motorclub. De gemeente zei echter daarop dat er wel degelijk sprake was van spanningen tussen motorclubs en ontruimde de woning van Ramakers.

    Wat kunnen wij concluderen? Er vinden provocaties plaats waarbij de politie de conclusie trekt dat ze zijn gepleegd door motorclubs. Ondertussen zijn er informanten/infiltranten actief die de wet overtreden en misdrijven plegen met medeweten van de politie. Vanuit Duitsland komen clubs de grens over en beginnen ook in Nederland provocaties. Daarbij zijn telkens mensen betrokken die werken voor de politie, zeggen dat ze werken voor de politie, of voor een inlichtingendienst. Denk daarbij ook aan Mongols MC-president Rafi die betrokken was bij een vechtpartij met de Hells Angels. Ook Rafi was eerder actief bij een motorclub in Duitsland die soldaten ronselde om te vechten in Kurdistan. Daarna richtte hij vanuit Duitsland een chapter op van Mongols om de Hells Angels te provoceren.

    Onze vraag: Was ist los?

    Is de politie strafbaar?

    Op de Facebookpagina van The Force kwamen wij de volgende post tegen. Naar aanleding van een artikel in de krant over iemand die lid was van een niet genoemde motorclub, belde een medewerker van Freak Runner op naar de politie en voerde het volgende verhelderende telefoongesprek:

    ‘Waarom worden de MC clubs vermeld in een artikel als het een lid is die gearresteerd wordt?

    FRN – Terwijl een persoon een gewelddadige overval pleegde in 2011 bij een oud echtpaar, dat dus 16 jaar geleden is gebeurd, wordt er nu bij Omroep Brabant een artikel over dit onderwerp geschreven.

    De 42-jarige Arnold de G. uit Den Bosch is door de rechtbank in Den Bosch veroordeeld voor deze gewelddadige overval. Natuurlijk als dit echt bewezen is moet deze man zwaar gestraft worden. Maar wat ik vreemd vindt is dat Omroep Brabant besloten heeft om ook in het artikel te vermelden en ik citeer: “De man is lid van een ‘outlaw’ motorclub en werd in mei vorig jaar opgepakt.” Ook dit kom ik dagelijks tegen op de website van Politie.nl.

    Ten eerste, waarom moet outlaw motorclub erin vermeld worden? Ten tweede, het zijn MC clubs en geen ‘outlaw’ motorclubs en ten derde, wat heeft de club met deze situatie te maken als een individueel persoon een misdaad pleegt buiten de club om?

    Daarnaast blijft Omroep Brabant heel geheimzinnig, want over welke club hebben we het of is dit gewoon gelul en zit G. hellemaal niet bij een MC club.

    Dus dacht ik bij mezelf laat ik eens Omroep Brabant bellen voor een reactie. Tien minuten later. Zoals altijd is de persoon die het geschreven heeft niet aanwezig. Dus even een reactie gevraagd aan een woordvoerder van de politie.’

    https://www.facebook.com/freakrunnermotorfun/videos/1934978456588187/

    De politiemedewerker heeft duidelijk een training ondergaan om om te kunnen gaan met lastige vragenstellers. Dat betekent niet dat de politiemedewerker te goeder trouw is of zinnige informatie geeft. Wel refereert hij telkens aan de website Politie.nl. Op deze site zou te vinden zijn waarom de politie telkens de achtergrond van een arrestant of verdachte noemt wanneer deze lid is van een motorclub. Op Politie.nl is echter helemaal niets te vinden over achtergronden van deze handelwijze wanneer je zoals aanbevolen ‘motorclub’ intoetst.

    De vraag blijft dus waarom de politie bij een aanhouding niet aan de media doorgeeft of iemand lid is van een sportvereniging, een politieke partij of iets te maken heeft met een andere organisatie. Is de politie strafbaar?

    Op de Facebookpagina https://www.facebook.com/JusticeForMotorcycleClubs/ hebben wij een groot aantal artikelen gespot die ingaan op achtergronden.

     

    In naam der wet?

    Op 9 april 2013 berichtte misdaadverslaggever Mick van Wely in zijn internetblog hoe Satudarah-voorman in Duisburg Ali Osman het einde van de Hells Angels aankondigde. (http://mickvanwely.nl/satudarah-het-gevecht-om-duisburg/) Kort daarop werd Ali gearresteerd. Dat was ook eigenlijk niet echt een wonder. Zulke extreme uitspraken in een, volgens de media en de politie, zeer explosief milieu kunnen de vlam in de Pfanne doen slaan. Dat gebeurde weliswaar niet, want de reactie van een Duitse woordvoerder van de Hells Angels was simpel: ‘De honden blaffen, de karavaan trekt verder.’

    Ali Osman, een schuilnaam voor Yildiray Kalmaz, kwam na zijn te verwachten arrestatie terecht in een getuigenbeschermingsprogramma nadat hij met zijn vroegere aartsvijanden van de politie een deal maakte. Kort daarop werd Satudarah in Duitsland geheel verboden. Een groot succes voor de Duitse politie en justitie. Het wachten was natuurlijk op meer.

    Dat meer kwam uit op de site Crimesite op 16 oktober 2014. De Duitse justitie bleek bij Satudarah in Duisburg niet één, maar zelfs nóg een informant te hebben. Deze andere informant kwam echter in de problemen, nadat bleek dat hij zelf ook de wet overtrad. Crimesite: ‘Voor de rechtbank heeft J. verklaard dat hij als undercoveragent werkte. Hij zou bij Satudarah zijn gegaan toen hij uit de Bandidos in Duisburg werd gezet, en toen door de politie op de loonlijst zijn gezet. Hij zou razendsnel zijn opgeklommen en uiteindelijk de derde man van Satudarah in Duisburg zijn geweest; een goede post om informatie te verzamelen. Maar volgens het Duitse blad Der Spiegel verdenkt justitie J. er nu van dat hij twee machinegeweren heeft geregeld en honderden grammen aan cocaïne heeft gekocht. Het roept vragen op over hoe de samenwerking met J. en justitie is begonnen. Zelf heeft J. voor de rechtbank gezegd dat hij is betaald door justitie om als undercoveragent te werken. Maar Duitse media zetten daar nu vraagtekens bij: mogelijk zat hij al bij Satudarah en is hij later als burgerinformant bij de politie gekomen. Ook is de vraag of justitie op voor de rechtszaak begon al wist van de misdrijven die J. heeft gepleegd. Welke gevolgen een aanklacht tegen J. heeft voor het proces tegen de leden van Satudarah, is niet duidelijk.’

    Het nieuws over criminele informanten bij Satudarah lijkt hier te stoppen, maar in de jaren na het verbod op de Duitse afdelingen van Satudarah kwam er ook in Nederland een reeks politie-operaties tegen Satudarah op gang. Het lijkt erop dat deze onderzoeken deels zijn gebaseerd op verklaringen van de Duitse informanten bij Satudarah. Inmiddels zijn in Nederland veel topfiguren van Satudarah gearresteerd in afwachting van verder onderzoek. Het is onduidelijk of informatie van wetsovertredende Duitse informanten daarbij is gebruikt en wanneer dat zo zou zijn, die informatie wel mag worden gebruikt. In Duitsland hebben politie en justitie vaker gebruik gemaakt van dubieuze opsporingspraktijken.

    Ook is meer dan duidelijk dat de Duitse politie nauw samenwerkt met de Nederlandse politie wanneer het gaat over motorclubs. Zo schreef Dupont op 29 oktober 2017 het artikel ‘Integrale verkeerscontrole of razzia met behulp van de Duitse politie’, waarbij werd ingegaan op een grote controle bij een feest van de Hells Angels in Harlingen.

    Op 4 april 2016 schreef Dupont in het artikel ‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethodes’ over zeer dubieuze provocaties door de oprichting van pseudomotorbendes door de Duitse politie met als doel de Hells Angels uit te lokken.

    Op 22 februari 2016 werd in het artikel ‘De creatieve officier van justitie’ een voorbeeld gegeven van een Nederlandse officier van justitie die zichzelf bedreigde met de dood namens Satudarah.

    We mogen dus concluderen dat de politie en justitie er bijna alles voor over hebben om motorclubs te laten struikelen. Terecht of onterecht, wettig of onwettig. In het artikel ‘Mossad MC’ van 18 oktober 2017 werden twijfels geuit over de vechtpartij van Mongols en Hells Angels in een Van der Valk-restaurant in Rotterdam. Duidelijk werd namelijk dat de oprichter en aanvoerder van de Mongols MC Nederland, ene Rafi, een zeer vreemd verleden heeft.

    We komen nu weer terug bij Ali Osman, die als beschermde getuige een deal sloot met justitie. Voor zijn arrestatie riep Osman dat de Hells Angels eraan gingen. De Hells Angels zelf lieten zich blijkbaar niet provoceren en namen de dreigementen met een korrel zout. Maar niemand uitte wat eigenlijk wel een beetje voor de hand lag, namelijk werkte Ali Osman ook toen al voor de Duitse politie? Net als de derde man van zijn Duisburgse afdeling waarvan wij zagen dat hij werd betaald door de politie? Werd ook Osman gebruikt om de Hells Angels te provoceren?

    Osman slaagde er in elk geval in Satudarah verboden te laten worden. Maar vorige week dook hij met nieuwe verklaringen ook weer op in Nederland. Hij beweerde namelijk dat Satudarah-oprichter Michel Boer verantwoordelijk zou zijn voor de moord op Onno Kuut uit Enschede. Wat er door de media niet bij werd vermeld is hoe Ali aan die informatie is gekomen. Michel Boer is een doorgewinterde leider van een grote motorclub die een afdeling opzette in Duitsland. Zou hij zomaar aan de opvliegende Ali Osman gaan vertellen dat hij verantwoordelijk is voor een geruchtmakende moord op een ‘tattookiller’? Of zou het mogelijk zijn dat hem woorden in de mond worden gelegd die wel heel goed van pas kwamen bij een hernieuwd uitleveringsverzoek om Michel Boer gearresteerd en uitgeleverd te krijgen vanuit Oostenrijk?

    In elk geval is duidelijk dat politie en justitie in Duitsland en Nederland samenwerken en nietsontziend te werk gaan. Criminelen kunnen een deal sluiten wanneer ze verklaringen afleggen over motorclubs, motorclubs worden geprovoceerd door informanten en zeer onduidelijke figuren met banden naar inlichtingendiensten en betaalde politie-informanten plegen ernstige misdaden.

    Marinus van der Lubbe en het nepnieuws

     

    Dat het op het Ministerie van Veiligheid en Justitie een rommeltje is, had u al begrepen. Na de heisa met de bonnetjes van Teeven, het aftreden van ministers en staatssecretarissen was er al een vermoeden van onzorgvuldigheid. Inmiddels heeft de nieuwe minister de naam van zijn ministerie aangepast. Het heet nu Ministerie van Justitie en Veiligheid. Is daarmee alles nu weer goed? Of hebben wij te veel aandacht besteed aan de misstanden waarvan wij hoorden zonder te kijken naar dingen die nog veel erger waren?

    Deze week werd bekend dat rapporten van het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum, regelmatig worden aangepast aan de politieke voorkeur van ambtenaren en bewindslieden. Op 6 december 2017 zegt Elseviers Weekblad hierover: ‘Topambtenaren op ministeries zouden zich herhaaldelijk bemoeien met onderzoeken van het instituut, dat als onafhankelijk dient te fungeren.’ ‘Het gaat van directe beïnvloeding van het ministerie op onderzoeksrapporten op vraagstelling en methoden, tot het redigeren van teksten en zelfs het achteraf herschrijven van conclusies.’ Weinig wetenschappelijk.

    Wat zegt het WODC over zichzelf? ‘Het WODC wil een toonaangevend wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum zijn voor het veld van JenV. Dat realiseert het door het uitvoeren van eigen onderzoek, het verzamelen van statistische informatie over Justitie en Veiligheid en het uitbesteden van onderzoek aan externe partijen (universiteiten en onderzoeksinstituten).’, zegt de organisatie op de eigen website (https://www.wodc.nl/) Let vooral op het woordje ‘wil’. Het WODC wil het wel, maar ja.

    ‘Het uitbesteden van onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstituten.’ De meerderheid van de lezers zal nimmer eerder hebben gehoord van het WODC. Nog minder zal bekend zijn wat voor soort onderzoeken het WODC doet. The Post Online op 6 december 2017: ‘Uit deze klacht uit 2014 blijkt dat ambtenaren conclusies over onder meer de legalisering van wiet herschrijven en dat er kritiek wordt geuit op de onderzoeksopzet van bepaalde onderzoeken over coffeeshops.’ Het ministerie laat een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar het legaliseren van wiet, maar heeft al een eigen mening. Door het onderzoek van het WODC te manipuleren, wordt feitelijk de mening van het ministerie witgewassen.

    Wat voor soort andere onderzoeken voert het WODC nog meer uit? Op de eigen website zegt het WODC hierover: ‘National Risk Assessment; terrorismefinanciering, Voorlopige hechtenis van jeugdigen in uitvoering, Een onderzoek naar de juridische status van de Nationale Politie, Developing a social media response to radicalization, Criminele beïnvloeding van het openbaar bestuur’, zijn zomaar enkele titels van studies door het WODC. Er wordt dus door het Ministerie van Veiligheid en Justitie opdracht gegeven voor belangrijke onderzoeken in het kader van radicalisering van jongeren, misdaad en terrorisme. Onderzoeken waarvan de uitkomst de kern moet zijn van voorlichting aan de Tweede Kamer en het bepalen van beleid. En het blijkt dat sommige onderzoeken worden gemanipuleerd door de ambtenaren van het ministerie óf, en dat is nog krasser, door de minister zelf.

    Dat betekent dus dat de Tweede Kamer verkeerd wordt voorgelicht en verkeerd beleid kan worden gevoerd. We hebben al gezien in de driedelige serie ‘Carrière in de Jeugdzorg'(door Dupont op deze website) hoe jongeren kunnen worden opgesloten in jeugdinstellingen om behandeld te worden tegen radicalisering en hoe er veel geld wordt verdiend aan die behandelingen en er bovendien een ware baantjesjacht plaatsvindt rondom die jeugdzorginstellingen.

    Soms worden wetenschappers ook gebruikt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie om misdaden wit te wassen. Zo overleed twee jaar geleden de Arubaanse toerist Mitch Henriquez aan de gevolgen van een aanhouding door de politie met een nekklem. Hoewel de officier van justitie aangaf dat hij zich niet kon voorstellen dat de agenten die meneer Henriquez aanhielden werkelijk geloofden dat het grapje van Henriquez over een wapen ernst was en zich dus ook niet bedreigd voelden, was de dood van Henriquez volgens hem niet te wijten aan de agenten. Algemeen Dagblad op 15 december 2017: ‘ Aanvankelijk werd gedacht dat Mitch Henriquez overleed na de nekklem door de agenten. Maar uit videobeelden van de arrestatie zou volgens deskundigen blijken dat die nekklem niet zo lang heeft geduurd, dat de Arubaan er aan kon overlijden. Stress en hartfalen zouden hem volgens het OM uiteindelijk fataal zijn geworden.’

    Opnieuw haalt Justitie er wetenschappers bij. En wat zeggen die wetenschappers? Nee, hoor, Mitch Henriquez overleed gewoon door hartfalen en stress. Hetzelfde Algemeen Dagblad zegt in hetzelfde artikel: ‘Professor Armand Girbes van het VU Medisch Centrum, professor Jan Bakker van de New York University, professor Diederik Gommers van het Erasmus MC en cardioloog-intensivist Rémon Baak van het Haga-ziekenhuis plaatsen hun vraagtekens bij de conclusies van forensisch deskundigen in de zaak-Henriquez. De drie hoogleraren zeggen dat er informatie ontbreekt, waardoor de precieze doodsoorzaak lastig te bepalen is. Acute stress kan volgens hen echter nooit de doodsoorzaak zijn. ,,Ik ben specialist in intensive care-geneeskunde, en ik ken die aandoening niet”, aldus Armand Girbes van het VU Medisch Centrum. ,,Om het netjes te zeggen: het is niet een gedefinieerde ziekte of syndroom. In gewoon Nederlands: het bestaat niet. En je kunt niet aan iets overlijden dat niet bestaat.” Rémon Baak beaamt dat. Hij was degene die Henriquez behandelde nadat hij werd binnengebracht in het ziekenhuis.’

    Voor de goede lezer: Eén van de artsen die Mitch Henriquez heeft behandeld in het ziekenhuis bestrijdt de ‘wetenschappelijke conclusies’ van de ‘experts’ die het Openbaar Ministerie inzet om de daders van de doodslag op Henriquez vrij te pleiten. Het mankeert er nog maar aan dat die arts straks als ware schuldige wordt veroordeeld.

    Op 15 april 2017 werd door Politie.nl een ander wetenschappelijk onderzoek op internet gepubliceerd. ‘Criminele carrière leden motorbendes onderzocht’, is de kop die hierboven staat. Om de vermeende criminele inslag van leden van motorclubs te onderzoeken hebben onderzoekers, wetenschappers, van de Universiteit Leiden opdracht gekregen een onderzoek uit te voeren. De conclusies liegen er natuurlijk niet om: ‘Leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) zijn crimineler dan leden van gewone motorclubs. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden. Doorgaans geven leiders van OMG’s aan dat hun clubs niet verschillen van andere motorverenigingen. Maar nu toont de wetenschap het tegendeel aan.’

    Maar hoe verliep dat ‘wetenschappelijk onderzoek’? ‘Hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de universiteit en zijn onderzoekers en vergeleken in samenwerking met de politie, de criminele geschiedenis van 601 bij de politie bekende OMG-leden. Daar legden ze de historie van een vergelijkbare groep van 300 “gewone” motorrijders van dezelfde leeftijd naast.’, zegt de politie op zijn website Politie.nl.

    Er is dus onderzoek gedaan naar 601 bij de politie bekende OMG-leden. Dat zijn dus 601 OMG-leden die bij de politie bekend zijn. En, zoals iedereen weet, wanneer je bekend bent bij de politie…ja, dan ben je bekend bij de politie. Bekenden van de politie zijn doorgaans niet bij de politie bekend omdat de politie over ze heeft gelezen in de krant. Doorgaans is er dan iets gebeurt, waardoor de betrokkene werd opgenomen in de bestanden van de politie. ‘De politie heeft sinds de start van de integrale aanpak 562 verdachten gehoord in opsporingsonderzoeken welke geleid hebben tot 308 strafzaken die alle OMG-gerelateerd waren. De gehoorde verdachten waren allen lid van een OMG of supportclub.’zegt de politie in de Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015. Er waren 562 verdachten, bekenden nu dus van de politie, die sinds de start van de integrale aanpak zijn onderzocht door de politie. Dat zijn dus die 601 leden die zijn onderzocht, begrijpt u?

    Er zijn bij de politie dus veel meer leden van OMG’s bekend dan die 601 die worden vergeleken met een ‘vergelijkbare groep van 300 gewone motorrijders’. Je neemt dus een groep verdachten en die leg je neer naast een groep mensen die niet verdacht zijn. Om het ‘wetenschappelijke’ karakter van dit onderzoek nog verder te benadrukken geven wij aan hoeveel leden van motorclubs de politie zelf inmiddels heeft geteld. In de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2016 zegt de politie zelf: ‘Op 1 januari 2016 waren er een kleine 1700 leden in beeld. Begin 2017 blijkt dit aantal te zijn gestegen tot ruim 1900 leden.’

    Er zijn dus geen 601 leden van OMG’s bekend bij de politie, maar er zijn er al meer dan 1900. Maar voor het wetenschappelijk onderzoek naar de criminele antecedenten van leden van OMG’s zijn maar 601 leden onderzocht en vergeleken met 300 ‘gewone motorrijders’. 601 leden die tevens verdachte waren. De 1300 andere bij de politie bekende leden van OMG’s zijn niet vergeleken met de ‘300 gewone motorrijders’. Zo kom je wel aan alarmerende uitkomsten. Wetenschappelijk?

    Het Algemeen Dagblad van 15 december 2017 berichtte nog eens over hoe het Ministerie van Justitie en Veiligheid omgaat met leden van motorclubs. De Nationale Ombudsman onderzocht namelijk een klacht van Veterans MC en oordeelde dat de club niet crimineel is. ‘Het rapport dat vandaag verschijnt is een gevoelige tik op de vingers voor de minister van Justitie en Veiligheid.’ Jarenlang is tegen beter weten in de club in verband gebracht met criminaliteit. Leden van de club, soms actief dienende militairen, werden geschoffeerd door de Inspecteur der Krijgsmacht op een veteranendag in Hilvarenbeek (zie artikel Dupont ‘Met de machthebbers op het bordes van 1 november 2017), werden jarenlang geweerd onder bedreiging met politie-inzet van de Nationale Veteranendag in Den Haag, waarbij een andere ‘wetenschapper’, historicus Christ Klep ze eigen schuld verweet, ze werden lastig gevallen op hun werk door hun werkgever, de Koninklijke Marechaussee oordeelde na gedegen onderzoek al eerder dat de club niet crimineel was, maar de politie bestreed dit. En nu blijkt na onderzoek van de Nationale Ombudsman dat politie en justitie er bewust naast gezeten hebben.

    In 2004 publiceerde auteur John Cornwell het boek ‘Hitlers wetenschappers: Wetenschap, oorlog en het duivelse pact’. Hét centraal thema in Cornwells boek is de vraag naar de morele verantwoordelijkheid van de Duitse wetenschappers voor het misdadige regime van hun land. Minutieus onderzoekt hij de beweegredenen van de geleerden die tijdens de jaren 1930 besloten in het land te blijven. De kritiek op zijn vorig boek indachtig hoedt hij zich voor een uitgesproken stellingname. Toch meent Cornwell dat de wetenschappers zich direct of indirect schuldig hebben gemaakt aan de wandaden van het nazi-regime.(http://www.go2war2.nl/artikel/1181/Hitlers-wetenschappers.htm)

    Het kan dus maar zo dat in een verre toekomst onderzoek gaat uitwijzen hoe hard Nederlandse wetenschappers hebben geprotesteerd tegen het verkrachten van hun onderzoeksresultaten. Dan is het echter te laat.

    Het recyclen van elders afgedankte bestuurders.

     

    Op 27 april 2016 schreef Dupont een artikel met de naam ‘Ondermijning als goudmijn’. In het stuk werd ingegaan op het fenomeen dat tegenwoordig ondermijning wordt genoemd. Duidelijk werd gemaakt wat deze overheid ondermijning noemt en hoe vaag dit begrip eigenlijk is. Er wordt ook ontdekt dat ondermijning, hoewel totaal afwezig in enig wetboek van strafrecht, of misschien wel juist daardoor, een soort juridische dooddoener is geworden voor leken. De bestuurder die enige beslissing moet nemen en een vooringenomenheid heeft kan die vooringenomenheid camoufleren door ‘ondermijning’ te roepen. Als de halfdove en kreupele hond die bij elk blikken gerammel meent dat zijn voederbak vol zit met iets lekkers.

    Uit het artikel bleek ook overduidelijk hoe de politie en bestuurders samen de term ondermijning hebben bedacht om problemen die geen problemen zijn te bestrijden. Vooringenomenheid die echte problemen camoufleert kan op zijn beurt worden gemaskeert door ondermijning te roepen. Bovendien werd meer dan duidelijk dat het fenomeen ondermijning zorgt voor vette winsten voor de gebruikers ervan. Zo worden cursussen gegeven waarbij ambtenaren les geven aan andere ambtenaren op particulier initiatief waarbij de lesgevende ambtenaren en de organiserende burgers veel geld verdienen. Een mooi initiatief dus. Zijn er ook verliezers?

    Ja, er zijn zeker verliezers. Het échte wetboek van strafrecht is slachtoffer, want het wordt niet gebruikt waarvoor het moet worden gebruikt. De burger is ook slachtoffer, want er wordt helemaal geen recht gesproken. Er worden cursussen gegeven over niets waarbij bestuurders en politiepersonen veel geld verdienen en het rechtssysteem beïnvloeden. Bovendien worden de ‘daders’ van de ‘vreselijke ondermijning’ natuurlijk ook slachtoffer. Motorclubs bijvoorbeeld. Clubhuizen gaan dicht, evenementen gaan niet door, er worden torenhoge boetes uitgedeeld aan leden van clubs en er worden rapportages opgesteld die gaan over niets. De kreupele hond kwispelt.

    Zijn er ook winnaars? Jazeker, er zijn ook winnaars. Dupont stelde al dat er veel geld wordt verdiend. Door wie dan? Veelverdieners bij de politie, politiepersonen die een commercieel belang hebben door een particulier bedrijf dat zij runnen naast hun bezigheden als politiepersoon. Er zijn zelfs politiepersonen die meer verdienen dan de Balkenende-norm. Opmerkelijk, mede gezien de aangetoonde misstanden bij de Nationale Politie en de corruptieonderzoeken bij dat korps. Er zijn bovendien ook bedrijven die veel geld verdienen aan cursussen over ondermijning. Eén van die bedrijven is Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO).

    Dupont schreef hierover: ‘De docenten van SBO zijn in een aantal gevallen zelf ook ambtenaren die voor SBO cursussen geven. We zien bij de diverse docenten van SBO burgemeesters, hoogleraren, docenten van een politieacademie, leden van het Openbaar Ministerie, leden van de Nationale Politie of leidinggevenden van het LIEC/RIEC. Eén van die burgemeesters is de Veldhovense Jack Mikkers. Over hem schreef het Eindhovens Dagblad op 16 augustus 2014: ‘Vriendschap burgemeester Veldhoven met lokale ondernemer wekt wantrouwen’. In het artikel wordt de VVD’er Mikkers beschuldigd van vriendjespolitiek. Interessant, want vriendjespolitiek is nou juist echte ondermijning. Het samenkomen van de bovenwereld met de onderwereld. Maar goed, Mikkers is daarmee nog niet schuldig. Voor sommigen blijkbaar wel verdacht.’

    Ja, en nu moeten wij meteen denken aan de nieuwe burgemeester van Den Bosch. Den Bosch had voor die belangrijke post een kandidaat op het oog die uiteindelijk niet wilde. Tweede keus werd dus een andere meneer. Een meneer die Jack Mikkers heet. Nee, en het is geen familie van de Jack Mikkers die geld verdient aan SBO-cursussen over ondermijning waarbij uiteraard motorclubs, die door geen rechter zijn verboden, worden dwarsgezeten en zwartgemaakt. Het is ook geen familie van de Jack Mikkers die werd genoemd in het Eindhovens Dagblad als vriend van een lokale ondernemer. Nee, het is dezelfde. En hij is ook lid van de VVD. Dat dan weer wel.

    Diezelfde Jack Mikkers dus, de tweede keus van Den Bosch, gaat zijn eigen SBO-cursussen in praktijk brengen waarbij tevens zijn tweede keus-burgemeesterschap op de voorgrond moet komen. Jack is crimefighter, Jack for president! Jack op nummero uno! En daarvoor had onze Jack afgelopen weekend meteen al de gelegenheid. Er was namelijk een feest aangekondigd van motorclub Satudarah. Jack was er als de kippen bij om dit te verbieden. Ingefluisterd door zijn fijne collega’s van de politie, die net als hij cursussen geven en ontvangen van de SBO over ondermijning, wist hij dat Satudarah en ondermijning bijna synoniem zijn. Even gratis googelen had hem duidelijk gemaakt dat Satudarah niet verboden is. Niets aan de hand dus. Maar ja, de voederbak rammelde. Geen feest dus.

    De kreupele en dove hond ligt tevreden voor de kachel te slapen, terwijl de echte boeven het huis van zijn baas leeghalen.

     

     

    De rechtsstaat is niet voor iedereen

    Op 7 juli 2017 plaatste Tubantia een artikel over motorclub Satudarah. Boven het artikel een foto van de burgemeester van Enschede, Onno van Veldhuizen, en in die foto een door de krant zelf ontworpen embleem waarin we herkennen de vleugels van het logo van de Hells Angels MC en de gekruiste revolvers van het logo van No Surrender MC. Wij weten niet beter dan dat er op beide logo’s een copyright zit. Wat ons bovendien verbaast is dat het artikel gaat over stappen van de burgemeester van Enschede tegen Satudarah en dat daar dan bestandsdelen van het Hells Angels-logo en het No Surrender-logo boven staan. Alsof het allemaal hetzelfde is.

    Het artikel vertelt hoe Onno Veldhuizen een horeca-ondernemer uit zijn stad op het gemeentehuis ontbiedt. Deze ondernemer wordt vervolgens door de burgemeester ernstig onder druk gezet om geen leden van Satudarah meer in zijn zaak te ontvangen. ‘Ik kan gewoon organiseren dat we naar binnen gaan en dan bent u alles kwijt. Stop met die Satudarah-mensen.’ Een burgemeester kan een horecazaak sluiten wanneer er overlast plaatsvindt, wanneer er wapens of drugs worden gevonden of wanneer er strafbare feiten plaatsvinden.’ Dat is niet het geval, dus wordt de ondernemer geïntimideerd door de burgemeester. Mondeling, niet schriftelijk. Dat doen criminelen ook. Die leggen niets schriftelijk vast.

    De hoogleraar Jan Brouwer twijfelt aan de gang van zaken en betwijfelt of het doel de middelen heiligt.

    Er zijn in Enschede feitelijk twee dingen aan de hand. Ten eerste is de overheid bezig met een offensief tegen motorclubs en worden clubhuizen waar mogelijk gesloten. Ten tweede verspreiden motorclubs zich vervolgens naar de plaatselijke horeca. Om dus toch de motorclubs te kunnen bestrijden, worden eigenaren van die horecazaken onder grote druk gezet.

    Maar er is heel wat aan te merken op het voortdurend hinderen van motorclubs. Ten eerste is er nog geen enkele motorclub bij wet verboden. Nu willen sommigen wel de wet gaan veranderen, maar dat is net als de maximumsnelheid plotseling verlagen. Dan is daarna bijna iedereen in overtreding. Er is vandaag geen enkele motorclub verboden. Er wordt bovendien geen overlast of criminaliteit geconstateerd bij bovengenoemde horecazaak, anders kon daarop worden geacteerd. Er is dus niets aan de hand met een vereniging die niet is verboden.

    De burgemeester van Enschede baseert zich natuurlijk op gegevens van anderen. Hij doet zelf geen onderzoek. Dat doet de politie wel en dat is dan ook de instantie die burgemeesters voorziet van informatie. De burgemeester acteert door de informatie die hij ontvangt van de politie. Dupont heeft in ruim twee jaar onderzoek en blogs aangetoond dat de politie ten eerste niet altijd even betrouwbaar is. Er lopen zelfs vandaag verschillende onderzoeken naar topmensen van de Nederlandse politie. Het gaat in bijna alle gevallen om corruptie. Corruptie is een vorm van oneerlijkheid, van liegen en bedriegen.

    Dupont heeft ook aangetoond dat twee jaar geleden de voortgangsrapportages van de politie op zijn zachtst gezegd betwistbaar waren. Lees de artikelen van Dupont er nog maar eens op na. Toch worden door media en bestuurders rapportages van de politie over motorclubs voor waar aangenomen.

    Het is zelfs nog erger. Dupont toonde aan hoe verschillende burgemeesters en wethouders op raad van de politie moesten onderduiken, terwijl er niets aan de hand was. Motorclubs kregen de schuld van de bedreigingen, die vrijwel zeker nooit plaatsvinden. Burgemeesters kennen deze gevallen ook, maar blijven toch acteren naar de informatie van de politie.

    Dupont schreef vorig jaar hoe een Griekse horeca-ondernemer in Sittard op de vingers werd getikt door de politie toen hij toestemming gaf aan leden van No Surrender om op zijn terras plaats te nemen. De leden van No Surrender kwamen net aangereden, parkeerden netjes hun motoren en vroegen eerst netjes of ze konden plaatsnemen. Het antwoord was dat het geen enkel probleem was. Toch werden de heren door de politie verjaagd.

    Er komen vanuit het hele land soortgelijke berichten binnen. Tal van gemeenten kondigen aan dat er geen leden van motorclubs met clublogo’s meer welkom zijn in het uitgaansleven. Daar wordt door de politie zeer streng op toegezien. Daar blijft het niet bij. Horeca-ondernemers worden na afloop van bezoeken van leden van motorclubs op het matje geroepen door de politie. Soms komen de agenten in de zaak om de eigenaar ernstig te waarschuwen. Soms moet de eigenaar op het bureau komen en soms wordt hij zelfs ontboden bij de burgemeester. We hebben het niet over incidenten veroorzaakt door leden van motorclubs. We hebben het over één of twee leden van een motorclub die ergens iets eten of drinken en zich volledig normaal gedragen. Eigenaren van horecazaken voelen zich zeer door de politie geïntimideerd, maar zijn bang om er voor uit te komen. Ze zijn bang voor problemen met hun vergunning wanneer ze klagen of openbaar maken wat hen overkomt. Voor de zaak van de ondernemer in Enschede is dan ook te vrezen.

    Tegelijkertijd constateren wij dat de politie zelf de ene na de andere motorclub zelf opricht. Zij houden daarbij de regels aan van 1%-clubs, maar roepen dat ze geen 1%-club zijn. Dus wat is het nou? Vindt de politie motorclubs crimineel of juist leuk?

     

     

     

     

     

     

     

    De Bestraffers MC

    Dupont schreef in zijn rubriek al verschillende malen over politiemotorbendes. De Nederlandse wegen worden bereden door motorbendes als Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. De gewone burger zal ze waarschijnlijk nooit hebben zien rijden, dus hun zelf uitgeroepen status op internetsites en Facebook duidt meer op wannabe’s dan op een echte motorclub.

    Sinds enige tijd is er een nieuwe politiemotorbende bijgekomen. Boven een woeste grijnzende doodskop staat de naam van hun club: Punishers LEMC. LEMC staat voor Law Enforcement Motorcycle Club. Ja, we geven toe, die doodskop in combinatie met de stoere naam doet wel een beetje schrikken. Aan de andere kant hebben we wel begrip voor de politie-ego’s van mannen die de hele dag in de struiken hebben gezeten om argeloze voorbijgangers te betrappen die een paar kilometer te hard rijden. Na je werk wil je ook wat, dus een beetje vent gaat dan toch wel graag even een blokje om met zijn doodskop op de rug.

    En de naam Punishers past daar goed bij. Al vele malen heeft de politie aangegeven dat ze de wet willen veranderen en meer bevoegdheden willen. Want ja, een politieman wil nu eenmaal graag de burger bestraffen. Vandaar dan ook die naam Punishers. Een hartekreet.

    Omdat de politie natuurlijk altijd het goede voorbeeld geeft, kijken we even op de mooie website vol gepikte foto’s uit de Verenigde Staten van de Punishers LEMC, afdeling Nederland: http://punishers-holland.jouwweb.nl/wie-zijn-wij Wij zien fotootjes van motorrijdende mannen in t-shirtjes en blote handen zonder handschoenen. Tsja, gelukkig zijn wij niet van de politie, want in sommige landen is het zelfs bij wet verboden zonder beschermende kleding met een motor deel te nemen aan het verkeer. In België en Frankrijk bijvoorbeeld.

    Het Brabants Dagblad meldde nog op 2-2-2012 hoe twee drijvende krachten van de website Gekkermoethetnietworden .nl op het politiebureau van Uden werden ontboden, omdat zij op hun website de grap hadden gemaakt dat een leegstaand fabriekspand een ideaal clubhuis zou zijn voor de Hell’s Angels. De krant destijds: ‘Politiewoordvoerster Dekkers stelt dat dit verhaal is gaan rondzingen. “Het kan leuk bedoeld zijn, maar het gaat om een politiek gevoelig onderwerp en dit kan overal in Nederland worden gelezen en verkeerd worden opgepakt.’

    Je zou dus denken dat de politie helemaal niet van grappen houdt in verband met motorclubs. We gaan er dus maar vanuit dat dan ook de Punishers LEMC bittere ernst is. Wij wensen de club met zijn uit de Amerikaanse 1%-scene afkomstige titels en functies als prospect, road captain, secretary, president, sergeant-at-arms en vice-president daarom veel succes in hun komende strijd met de overheid die ongetwijfeld zal bestaan uit zeer vele snelheidsboetes, staande houdingen, gesloten clubhuizen, burgemeestersoverleg, ontslagen, bezoekjes aan de huisbaas en de werkgever en een bezoekje aan bezochte horeca-gelegenheden. Dat hoort bij het leven van Nederlandse staatsburgers zonder strafblad die lid zijn van een niet bij wet verboden motorclub vandaag de dag. En daar willen jullie toch zo graag bijhoren?

     

    De ene hand wast de andere

    Op 16 februari 2017 schreef Crimesite.nl over de inzet van een burgerinfiltrant genaamd J. door de Duitse politie in een rechtszaak tegen Satudarah MC: ‘J. heeft ook verklaringen afgelegd in onderzoeken die betrekking hebben op Nederlandse verdachten. In de zaak van de twee Scorpion-machinepistolen is “Olla” M. door de rechtbank in Almelo veroordeeld. Mogelijk lopen er nog meer Nederlandse onderzoeken en strafzaken waarin de informatie van J. is gebruikt.’

    Het is de vraag of deze infiltrant had mogen worden gebruikt. Het is ook de vraag of deze informatie van de infiltrant in Nederland mag worden gebruikt. Wij toonden al eerder aan dat er informatie van de Duitse politie in Nederland terechtkomt bij onderzoeken naar motorclubs.

    In één van zijn artikelen schreef Dupont hoe de politie van de Duitse deelstaat Noordrijnland-Westfalen een bijzondere undercoveractie had opgezet tegen de Hells Angels van Bonn. Het artikel ‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden.’ Vertelt hoe de politie van die deelstaat een motorclub opzette bestaande uit politieagenten, genaamd Schnelles Helles, waarbij het van begin af de bedoeling was de Hells Angels in Bonn te provoceren. Dupont: ‘In de aanklachten staat niets over een operatie van undercover-agenten, maar Schnelles Helles MC wordt wel meer dan vijftig keer genoemd. Waarnemers geven aan dat de Duitse politie zich op een smal pad heeft begeven. Undercover mag, maar uitlokking eigenlijk niet.’

    Even verder zegt Dupont: ‘Dupont schreef daar op 25 maart 2016 het volgende over in het artikel ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’: Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.’

    Het betekent dat de politie in Noordrijnland-Westfalen een operatie uitvoert die legal gezien twijfelachtig is, terwijl zij met de Nederlandse politie informative uitwisselt over motorclubs. Het lijkt er dus op dat er informatie kan worden witgewassen via de Duitsers.

    Kort geleden werd bekend dat de politie in deelstaat Beieren ook een undercover-operatie opzette. Ditmaal tegen Bandidos MC. Crimesite bericht hier over op 15 februari 2017: ‘Volgens de Süddeutsche Zeitung gaat het Openbaar Ministerie in Neurenberg verschillende hoge ambtenaren van het Landeskriminalamt (LKA) strafrechtelijk vervolgen omdat ze een criminele burgerinfiltrant in het Bandidos-milieu hebben ingezet en daarover meineed pleegden. De infiltrant was op de hoogte ook betrokken bij misdrijven die leden van de Bandidos pleegden. De zes ambtenaren, waaronder leidinggevenden, zouden de infiltrant actief uit de wind hebben gezet zodat hij niet zou worden worden vervolgd.’

    Wij vragen ons af of er informatie uit deze zaak is doorgegeven aan de Nederlandse politie. Want ook hier lopen er grote rechtszaken tegen de Bandidos MC. En ook hier blijkt weer dat de politie gebruik maakt van mensen die om een onderzoek tegen een motorclub rond te maken geweld gebruiken en wapens verhandelen. Wij vroegen ons al af waar al die motormisdaad toch vandaan kwam. Van de politie zelf dus.

    Discriminatie in De Doofpot.

    Op 25 februari 2015 kopt De Telegraaf: ‘Aardbeving met kracht van 2,3 bij Appingedam.’ Door de gaswinningen in het gebied in het noorden van de provincie Groningen kregen aardverschuivingen een kans. Huizen vertoonden barsten en scheuren en werden steeds minder waard. Maar helemaal los van de problemen met gaswinning waren er nog tal van andere problemen die niet zichtbaar werden. Dat gaat vaak zo met onderaardse fenomenen. Dupont begon te graven en ontdekte dat het niet alleen gas is dat ongewild ontsnapt.

    Zo bleek bij onderzoek van de gemeentekas dat ook daar op mysterieuze wijze tekorten waren ontstaan. De bekende boekhoudkundig speurder Leo Verhoef ontdekte bij inspecties van het Damster gemeenschapsgeld over de laatste tien jaar het volgende:

    In 2007 gaf de accountant van de gemeente Appingedam aan dat er een voordelig saldo van baten en lasten was van € 0,3 mln, terwijl het werkelijke saldo een nadelige € 0,4 mln was. In 2008 was het opgegeven saldo € 0,6 mln, terwijl het werkelijk saldo van baten en lasten: € 1,8 mln was. In 2009 gaf men op een nadelige € 0,1 mln, terwijl het werkelijk saldo van baten en lasten een voordelig € 10,1 mln was. In 2010 was het saldo van baten en lasten volgens rekening van baten en lasten een nadelige € 0,6 mln, maar het werkelijk saldo van baten en lasten was een nadelige € 2,1 mln. In 2011 was het saldo van baten en lasten volgens rekening van baten en lasten een voordelige € 0,2 mln, terwijl het werkelijk saldo van baten en lasten een nadelige € 1,3 mln was. In 2012 was het opgegeven saldo van baten en lasten volgens rekening van baten en lasten een voordelig € 0,0 mln, maar de werkelijkheid was een nadelig saldo van€ 1,2 mln. In 2013 presenteerde men een voordelige € 0,3 mln, maar het werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten was een nadelige € 0,1 mln. In 2014 presenteerde men een voordeligsaldo van opbrengsten en kosten van € 0,1 mln, maar in werkelijkheid was het werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten een nadelige € 3,0 mln. In 2015 presenteerde men in jaarstukken een voordelig resultaat/saldo van opbrengsten en kosten van € 0,5 mln, terwijl het werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten een nadelige € 0,3 mln was. De accountants die Appingedam inschakelde waren gerenommeerde namen als Deloitte, Aksos en Ernst en Young. (leoverhoef.nl).

    Er zijn dus grote verschillen tussen de gepresenteerde saldo’s en de werkelijke saldo’s. Leo Verhoef zocht dit niet alleen uitvoerig uit, maar publiceerde deze gegevens ook op zijn website. In Appingedam echter groef men zich in. Het verdwenen gemeenschapsgeld deed er niet toe. De zaak werd zogezegd in de doofpot gestopt.

    Appingedam is een gemeente met rond de 12.000 inwoners. Omgerekend per inwoner gaat het toch om aanzienlijke bedragen. Helemaal wanneer men zich bedenkt dat Appingedam zich bevindt in het epicentrum van gevaarlijke gasbevingen. Er worden maatregelen verwacht uit Den Haag, gaswinning moet stoppen, er moet geld komen voor de schade ontstaan aan infrastructuur, Freek de Jonge demonstreert mee in de regio, maar ondertussen verwijnt er ook veel geld. De ondoorzichtigheid van de jaarlijkse gemeentesaldo’s is dus net zo schadelijk als de ondergrondse gaswinning.

    Maar er is meer in het Noordgroningse dorpje. Zo won de politieke partij GemeenteBelangen bij de vorige verkiezingen maar liefst 5 gemeenteraadszetels. Een overweldigende meerderheid. De partij die de burgemeester moest leveren was echter de PvdA, die maar 2 zeteltjes behaalde. De verhoudingen met de werkelijkheid zijn dus niet alleen enigszins zoek in de gemeentekas. Ook op de stoelen van het college zijn er voordringers.

    RTV Noord meldde op 7 februari 2017 dat er nog meer zaken scheef staan in Appingedam. En ook hier is het aardgas niet de schuldige. Wat is namelijk het geval? Er is een vechtpartij geweest in een plaatselijke horecazaak. De vechtpartij was tussen één lid van een motorclub, die vergezeld was van twee vrienden, en enkele andere personen. RTV Noord spreekt van een ‘grote vechtpartij’, maar drie man tegen enkele anderen is niet echt heel groot. RTV Noord kon nog vermelden dat één van de vechtersbazen van Molukse komaf was en 24 jaar oud. Kijk, en dat doet er dus echt toe. Wanneer je 24 jaar oud bent namelijk, ben je bijna al bij voorbaat schuldig. Maar we gaan verder, want wat blijkt? De 24-jarige is ook lid van Satudarah MC. Ja, en dan gaan alle alarmbellen rinkelen. Ook daar in Appingedam. En er zijn dan ook meteen maatregelen genomen.

    Aardverschuivingen zullen in ons dorp in ieder geval niet worden veroorzaakt door het gebulder van motorfietsen, zal de PvdA-burgemeester Rika Pot hebben gedacht. Want deze keer stoppen we de zaak niet in de doofpot. Vanaf heden zijn alle leden van motorclubs niet meer welkom in de horeca van Appingedam wanneer zij hun colors dragen. En daar gaat een aantrekkelijk uitgaansgebied verloren voor de Hollandse motorrijders. Het verbod geldt niet alleen voor café De Doofpot, waar de vechtpartij plaatsvond, maar ook in de andere twee of drie kroegjes die het dorp telt. Een algeheel horecaverbod dus.

    Discriminatie vinden wij. Ten eerste is het volstrekt irrelevant om de afkomst van één van de vechtersbazen maar te noemen. Waar kwamen de andere vechtersbazen vandaan? En nu we het toch hebben over iemand van Molukse afkomst. Van de hoeveelste generatie is hij? Waarschijnlijk is hij al de vierde of de vijfde generatie. Ben je in de ogen van die boerenkinkelomroep dan van ‘Molukse afkomst’? En moet je dat dan vermelden? En waar kwamen dan die anderen toch vandaan? Wie heeft er schuld aan de vechtpartij? Is het politieonderzoek in het buitengewoon afgelegen Appingedam zo voorspoedig verlopen dat al de volgende dag duidelijk was hoe alles zat? De andere vechtersbazen hadden geen schuld? En wat heeft het feit dat die persoon van ‘Molukse afkomst’ 24 jaar oud was te maken met de feiten? Is het een verzwarende omstandigheid? 24-jarige Molukkers van de vierde generatie zijn het ergst? Is dat het, RTV Noord? Misschien kan er de volgende keer dat er een persoon met Molukse roots in het geding is worden gezegd dat het de kleinzoon is van een verdienstelijk veteraan. Want dat zijn die Molukkers die hier tegen hun zin naartoe werden gehaald. Allemaal onderscheiden mensen die voor onze financiële belangen de kastanjes uit het vuur haalden.

    Maar er is nog meer. Eén van de vechtersbazen was lid van Satudarah. Moet je om die reden nu alle leden van Satudarah verbieden met hun clubjas aan de horeca te bezoeken in Appingedam? En kan mevrouw Pot ons uitleggen waarom meteen ook andere motorclubs worden geweerd met hun colors uit de plaatselijke horeca? Zijn er ook vechtpartijen geweest met leden van de Black Sheep MC bijvoorbeeld? Of de Veterans MC? Er zijn in Nederland tientallen motorclubs die nimmer hebben gehoord van Appingedam. Waarom mogen die niet hun colors dragen in de horeca? Geldt het verbod ook voor leden van politiemotorbendes als Lex Legio, Marshalls LEMC of de Blue Knights? En voetbalclubs met shirts van hun club? En andere kenmerkende kleding? Stel een werknemer van Installatiebedrijf Jansen drinkt na werktijd een kopje koffie in een café en krijgt ruzie. Mogen daarna helemaal geen werknemers van installatiebedrijven meer in werkkleding in de horeca komen? Vooral wanneer ze 24 jaar oud zijn en Moluks? Misschien had de hele zaak deze keer beter wel in De Doofpot kunnen blijven.

     

    Het feestje dat niet doorging!

    Het is 4 juni 2016. De oplettende lezer beseft dat dat vorig jaar was. De Limburger kopt: ‘Het feestje dat niet doorging.’ In de inleiding van het artikel vervolgt de krant: ‘Een militaire onderscheiding als eerbetoon voor getoonde inzet. De uitreiking ervan aan zeven oud- Libanongangers in Heerlen deze week ging echter niet door. De burgemeester zegde het feestje af omdat een van de veteranen lid is van Satudarah.’

    Ja, wij hebben het destijds al gezegd. De burgemeester is Ralf Krewinkel. De tovenaarsleerling van de Kerkraadse burgemeester Jos Som. Jos Som, de meneer die een clubhuis van de Hells Angels sloot omdat dat beter was voor de horecazaak van zijn dochter die daarnaast zit op de nieuw ingerichte Markt in Kerkrade. Een Markt die onderdeel was van een groot project waarbij wij de vraag stelden of meneer Som daar financieel beter van was geworden.

    Maar dit terzijde. Meneer Krewinkel annuleert een ceremonie waarbij zeven veteranen, waarvan enkelen een PTSS hebben opgelopen door hun uitzending, een medaille uitgereikt zouden krijgen. Meneer Krewinkel heeft namelijk ontdekt dat één van die veteranen lid is van motorclub Satudarah. Ja, en dan ben je in de ogen van niet-militair Krewinkel geen veteraan meer en heb je ook geen recht op een medaille. En krijg je lekker ook geen hand van meneer Krewinkel.

    Meneer Krewinkel heeft dit soort maatregelen niet zelf bedacht. Nee, natuurlijk niet. Al in Den Haag verbood de burgemeester een andere motorclub om mee te rijden in het veteranendéfilé tijdens de Nationale Veteranendag. Dat gebeurde nu al drie maal. Meneer Van Aartsen bepaalt in het kader van de openbare orde wie er welkom is in zijn stad. En dat waren de Veterans MC dus niet. Ook niet tijdens het veteranendefilé. De nooit-militair Van Aartsen roept wel op 4 en 5 mei dat we onze vrijheid te danken hebben aan de offers van zovele militairen. Maar ja, dat tuig in je stad ontvangen en dan ook nog op de motor is natuurlijk wat anders.

    En zo zal ook meneer de burgemeester van Heerlen hebben gedacht. Dupont heeft zich verdiept in de affaire en ontdekte een aantal zaken. Zo is het dat het gaat om de Nobelprijs voor de Vrede die is uitgereikt aan de soldaten die VN-missies hebben uitgevoerd. Deze nobele onderscheiding werd al bijna 30 jaar geleden toegekend aan die VN-ers. Alleen vond de Nederlandse overheid het veel te omslachtig om de bijbehorende draaginsignes uit te reiken aan de individuele soldaten die de onderscheiding hadden verdiend. Dat heeft dus 30 jaar lang niet plaatsgevonden.

    Maar er is inmiddels het één en ander veranderd in soldatenland. Het volk moet blijven geloven in de nuttigheid van al die militaire missies en de soldaten zelf moeten gemotiveerd blijven. Zonder een beetje motivatie zouden ze zich anders misschien gaan afvragen wat een stel analfabete woestijnbewoners te maken heeft met onze nationale veiligheid. Dus probeert onze overheid zich te presenteren als een overheid die oké is. Er is dus een gezellige Nationale Veteranendag gekomen en die oude Nobelprijs wordt alsnog uitgereikt. En zo is het begonnen.

    Het Ministerie van Defensie weet niet wie de eigen veteranen zijn, daarom krijgen alleen mensen die in actieve dienst zijn én mensen die geregistreerd zijn bij het Veteranen Instituut in Doorn een brief thuis met het verzoek een formulier in te vullen waarmee de zeer geachte veteraan zijn medaille kan laten uitreiken. Dat kan op het gemeentehuis in de woonplaats van de zeer geachte veteraan en dat gebeurt dan door de burgemeester. Het kan ook op enkele lokaties in het ganse land waarbij hoge militairen de medaille uitreiken met militair ceremonieel. De veteranen die niet zijn geregistreerd door Defensie moeten zelf maar zien dat Defensie ontdekt dat zij veteraan zijn. De veteraan is verplicht nette kleding aan te trekken bij deelname aan de ceremonies.

    En over registratie gesproken. Leden van motorclubs worden overal geregistreerd. Dit om ervoor te zorgen dat zij bij bepaalde banken geen hypotheek meer kunnen krijgen, of een lening, hun horecavergunning wordt ingetrokken, of hun beveiligingspas, hun zaak kan worden dichtgetimmerd of om de lokale media wat negatieve roddels over ze te laten schrijven. De lezer ziet het, niets dan voordelen. Door de registratie kan tevens worden gezien dat de oud-soldaat die in aanmerking komt voor de Nobelprijs voor de Vrede, eigenlijk een lid is van een niet-verboden motorclub. Nou, en dan krijg je geen medaille. Dat scheelt waarschijnlijk enorm in de kosten.

    Wij maken nu even een klein zijstapje. Op 25 oktober 2016, alweer vorig jaar dus, berichtte de NOS dat het Ministerie van Justitie heeft besloten dat motorclubs Veterans en Black Sheep niet crimineel zijn. Op 4 januari 2017 bericht de Leeuwarder Courant dat de politie Noord-Nederland de motorclub Black Sheep nog steeds beschouwt als een OMG (Outlaw Motorcycle Gang). Ondanks het feit dat het Ministerie van Justitie twee motorclubs vrijpleit, geeft de politie aan daarmee niet akkoord te gaan. Al eerder verklaarde de Koninklijke Marechaussee dat er bij de Veterans MC geen strafbare feiten werden gesignaleerd. Maar ook daar was de politie het niet mee eens.

    De lezer van deze blog weet dat de politie veel in het nieuws komt. Dupont heeft daarover vaak gesproken. Zaken die dan zoal besproken worden lopen van twitterberichten waarin politiechefs de minister het zwijgen opleggen, mishandeling met de dood tot gevolg, valsheid in geschrifte in processen-verbaal en voortgangsrapportages, het omsingelen van het Binnenhof voor een hoger loon met dienstmaterieel en dienstwapens, het constant zeuren over meer middelen en bevoegdheden, corruptie en omkoping, het gebruik van het dienstwapen met zeer ernstige gevolgen, het bekritiseren van de democratische instituten van ons land, het bekritiseren van de rechterlijke macht, het naast zich neerleggen van uitspraken van de rechterlijke macht. Kortom, het lijkt of we in het Argentinië van Jorge Zorreguieta zijn. Je moet er toch niet aan denken dat zulke onbesuisde rabauwen een motorclub oprichten?

    In verschillende artikelen op onze blog schreef Dupont hoe er verschillende politiemotorbendes zijn in Nederland. De Marshalls, Lex Legio en de Blue Knights. Deze motorbendes zijn alleen maar voor politiemensen en oud-politiemensen. Als je het hart maar op de juiste plek hebt, zeg maar. Het is nog niet gebleken dat dergelijke politiemotorbendes ook maar iets door de daartoe bevoegde autoriteiten in de weg is gelegd. Dat is niet heel erg verwonderlijk. Immers wanneer het bevoegd gezag maatregelen neemt tegen een motorclub, is dat vrijwel altijd op advies van….de politie. Ja, wat dacht u dan?

    Motorclubs die in Nederland actief zijn, worden in speciale politiehandboeken over motorclubs vaak vergeleken met gebeurtenissen en incidenten met motorclubs in het buitenland, dan wel het zeer verre buitenland. Vrijwel altijd zijn deze gebeurtenissen jarenlang geleden. Zo wordt veelvuldig gerefereerd aan een strijd tussen Hells Angels en Bandidos in Scandinavië. Vergeten wordt te vermelden dat dit allemaal al meer dan 20 jaar geleden is en deze clubs inmiddels samen feesten organiseren en heel goed met elkaar omgaan. Ook incidenten tussen motorclubs in de Verenigde Staten worden veelvuldig genoemd om de motorclubs in Nederland in een slecht daglicht te stellen. Niet vermeld wordt dat ook in de Verenigde Staten Hells Angels en Bandidos vrede hebben gesloten en elkaar zelfs helpen bij ongevallen en pech.

    Wat ook niet wordt vermeld in de mooi uitgevoerde en o zo handige bikerhandboeken van de Nederlandse oom agent, is dat er natuurlijk in het buitenland wel uitzonderingen zijn op het gedrag van motorclubs. Zo is met name motorbende Iron Order berucht en regelmatig betrokken bij schietpartijen die soms zelfs dodelijk zijn. Iron Order MC bestaat hoofdzakelijk uit politieagenten en gevangeniscipiers die gewapend rondrijden op hun motorfietsen. Dupont heeft hierover vorig jaar al uitvoerig bericht in diverse blogs.

    Is het daarmee tijd om de Nederlandse politiemotorbendes met andere ogen te bezien? Motorbendes waar alleen mensen lid van mogen worden die politieagent zijn? Of zijn geweest? Politiemensen die zo enorm vaak genoemd worden bij zoveel strafbare feiten en incidenten? Kan iemand de mogelijkheid uitsluiten dat politieagenten die binnenvallen bij leden van motorclubs, of belast zijn met het verbieden van de toegang tot het veteranendefilé in Den Haag, of de complete inboedel bij No Surrender-voorman Henk Kuipers hebben vernield zelf onderwerp zijn van een onderzoek naar strafbaar handelen? Of lid zijn van een politiemotorbende als Blue Knights, Marshalls of Lex Legio? De lezer nodigen wij uit de blogs van Dupont op deze site over deze politiemotorbendes nog eens na te lezen. Onze beweringen zijn tot stand gekomen na veel onderzoek en goed onderbouwd. In Duitsland heeft een politiekorps dat nauw samenwerkt met de Nederlandse politie vorig jaar zelfs speciaal een motorclub, Schnelles Helles, opgericht bestaande uit potige agenten om daarmee de Hells Angels te provoceren. Dus wat gebeurt er in Nederland? Heeft de politie hier ook invloed binnen bepaalde clubs? Of beperken zij zich tot hun eigen politiemotorbendes?

    In ieder geval kunnen we na deze zijsprong terugkeren naar Heerlen, de uitreiking van medailles en nooit-militair Ralf Krewinkel. Want wat is namelijk het geval? Op 26, 27 en 28 mei viert politiemotorbende Blue Knights MC zijn twintigste verjaardag. Volgens de eigen website van de club: http://blueknightsnl2.nl/ Het zal de lezer niet zijn ontgaan dat het grote feest plaatsvindt in Heerlen. In Villa Eikhold om precies te zijn. Ook daar schreef Dupont al eerder over. En wie was nou ook alweer die burgemeester van Heerlen? Ja, Riding Ralf Krewinkel, helemaal goed. De politiemeneren van de motorbende zijn welkom in zijn stad. Meer dan welkom zelfs. Misschien vindt meneer Krewinkel het zelfs een grote eer. Het is zelfs niet uitgesloten dat meneer Krewinkel zelf aanwezig zal zijn op het feest van de motorbende.

    Nu zou je kunnen zeggen dat er niets aan de hand is, want net als alle andere feesten van motorclubs zijn er tijdens feesten nooit incidenten. Feesten en bijeenkomsten van motorclubs worden alleen maar verboden door geschrokken burgemeesters wanneer de politie adviseert dat er misschien onenigheid komt doordat vijandelijke clubs heel erg misschien ook op dat feest afkomen. Bij zulke vage vermoedens moet natuurlijk het zekere voor het onzekere worden genomen en het feest, ondanks hoge al gemaakte kosten, worden afgezegd. Voor ieders veiligheid.

    Het is dan ook alleen maar om het zekere voor het onzekere te nemen dat wij Riding Ralf Krewinkel alvast waarschuwen. Wij hebben namelijk net een bezoek gebracht op enkele Facebookpagina’s als ‘The Force’ en ‘Discriminatie van motorclubs’ en daar wordt al opgeroepen om dat feestje van de Blue Knights in Heerlen te gaan bezoeken. En het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn dat vage aanwijzingen door lanterfanters op Facebook of in expres gedane uitlatingen op getapte telefoons resulteren in een erg vijandige of zelfs gevaarlijke situatie op een groot feest. En al helemaal niet in Heerlen, want stel je voor dat er gevochten gaat worden, dan zijn er daarna veteranen en die zijn ook al niet welkom. En narigheid zou ook helemaal onnodig die politiemotorbende in diskrediet brengen. Dus Riding Ralf, u weet het. Villa Eikhold, Blue Knights en de maand mei. U weet wel die maand waarin we de veteranen herdenken en eren. Al is dat laatste woord voor u misschien heel moeilijk.

     

    Broodroof

    Het Eindhovens Dagblad van 29 november jl. vergast ons op interessant nieuws. Er is namelijk in Geldrop een broodjeszaak bij een benzinestation. En dat pompstation wordt gerund door een lid van motorclub No Surrender. Deze club is niet bij wet verboden en de beheerder van het pompstation heeft gewoon al zijn vergunningen. Niets aan de hand dus zou men denken.

    Maar de politie denkt geheel anders over deze zaak. Er komen namelijk vaak leden van No Surrender die er gaan tanken en een broodje gaan eten. Daarna gaan ze gezamenlijk ergens anders heen. Een geval van solidariteit van leden van de club met een brother die een zaak heeft. De beheerder is er blij mee en de leden vinden het gezellig. Weer iemand die geen uitkering hoeft aan te vragen, zou je zeggen. Maar nee, de politie heeft de burgemeester op de hoogte gesteld van deze ‘ongewenste situatie’ en inmiddels zijn er gesprekken gevoerd met de eigenaar van het pompstation Argos om het contract met de beheerde op te zeggen. ‘Het pompstation faciliteert de club’, zegt de politie. En de burgemeester is zeer angstig dat er geld wordt witgewassen door de leden in de broodjeszaak en de aanwezigheid van criminelen.

    Dus even alles op een rijtje: Mensen die lid zijn van een organisatie die niet is verboden komen tanken en broodjes eten bij een gelegenheid die volkomen legaal zaken doet. Er is geen enkele reële verdenking van criminele praktijken. En dus moet de eigenaar onder druk worden gezet zijn franchisenemer eruit te zetten. Niet omdat er iets gebeurt wat niet kan, want dan zouden er wettige maatregelen genomen kunnen worden. Het is dus pure bedreiging. Door de politie. En daar bij ondersteunt door burgemeester Berry Link van Geldrop-Mierlo.

    Wanneer de burgemeester en zijn handlangers hier mee weg komen, staat de deur open voor nog veel meer ellende. Zo kan dus elke zaak die eigendom is van een lid van een niet verboden motorclub onder druk gezet worden. Of belasterd. Want waarom witwassen? En welke criminele praktijken? Maar ook elke zaak waar leden van motorclubs komen kan onder druk worden gezet. Ook wanneer er helemaal geen enkele gerechtvaardigde verdenking tegen die mensen is. Maar sterker nog, je zou zelfs kunnen filosoferen dat mensen die wél zijn verdacht of veroordeeld voor criminele feiten hun geld witwassen wanneer ze iets kopen. Boodschappen doen, iets gaan drinken, óf belasting betalen, óf boetes.

    Dus stel er komen leden van motorclubs in een motorzaak? Nou, heel verdacht natuurlijk. Stel ze gaan tanken bij Shell? Heel verdacht. Stel ze komen in een zaak voor motorkleding? Of ze hebben een bankrekening? Of ze huren een woning? Of ze wonen in een gemeente? Allemaal facilitators.

    Het zou tevens betekenen dat zaken waar politiemensen komen heel erg moeten oppassen. Want er is veel aan de hand met politie-agenten in Nederland. Zo zijn verschillende politiemensen onder onderzoek wegens doodslag, mishandeling en tal van andere criminele activiteiten. Je zult dus maar een broodje verkopen aan een agent die zijn handjes niet kan thuishouden. De agent die stond te rammen voor de televisiecamera’s op de Zwarte Piet-demonstrant bijvoorbeeld, of de agenten die een oude Marokkaanse meneer in Amsterdam arresteerden omdat hij geen papieren bij zich had, of de agenten die een man van zestig een dik gezicht en een blauw oog sloegen, of de daders van de doodslag op Mitch Henriquez.

    Ja, eigenlijk moet je ook oppassen voor burgemeesters. Stel je verkoopt zo’n man een broodje en achteraf blijkt dat hij corrupt is. Of zijn macht misbruikt. Of onterecht een clubhuis heeft gesloten, zoals in Barneveld. Of beschonken is en gaat rijden. Tsja, Limburgse toestanden in het hele land.

     

     

     

    Verdeel en heers

    De Telegraaf berichtte op 25 oktober 2016 groot nieuws: ‘De motorclubs Black Sheep en de Veterans zijn toch geen criminele organisaties, ook wel Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) genoemd. Dat staat in een brief van het ministerie van Veiligheid en Justitie aan advocaat Michael Ruperti. Deze jurist strijdt namens de twee clubs al jaren tegen wat de motorclubs noemen ,,ongefundeerd plakken van criminele etiketten op hun organisatie”. ‘In de brief van het ministerie staat dat het Openbaar Ministerie onderzoek doet en heeft gedaan naar zware en (internationaal) georganiseerde misdaad door (leden van) OMG’s. ,,Deze resultaten hebben, voor zover het Openbaar Ministerie heeft kunnen nagaan, geen betrekking op (leden van) Veterans MC, noch op (leden van) de Black Sheep MC”, staat er te lezen.’

    In andere kranten wordt als gevolg van dit besluit van het Ministerie en Veiligheid gebrainstormt over mogelijke gevolgen voor leden van de twee motorclubs. Er wordt gesproken over schadeclaims door laster en smaad, maar ook over claims door ontslagen ivm het lidmaatschap van een motorclub. Ook wordt gezegd dat er opnieuw gekeken moet worden naar de deelname van leden van Veterans MC aan het Veteranendefile op Nationale Veteranendag in Den Haag.

    Er wordt dus voorzichtig gejuicht. Maar wij vragen ons af of dat niet heel voorbarig is. Er zijn namelijk heel wat maatregelen getroffen tegen motorclubs en hun leden. Worden die maatregelen teruggedraaid voor Black Sheep en Veterans?

    Het terrassenverbod in sommige steden bijvoorbeeld geldt voor alle leden van motorclubs die kenmerkende kleding dragen. Dat geldt tevens voor sommige horecazaken. We hebben de problemen in Sittard Geleen gezien bijvoorbeeld enige maanden geleden. Kunnen Veterans en Black Sheep daar nu wel binnen? Mogen zij dan hun clubcolors dragen? En wanneer dat niet zo is, wat is dan de reden? Want door de brief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden deze twee clubs toch vrijgepleit?

    Maar wij hebben ook vragen over de zogenaamde voortgangsrapportages van de politie. In die rapportages werden tal van criminele feiten benoemd en aantallen en percentages bikers die daaraan schuldig zouden zijn. En hoewel de Koninklijke Marechaussee al eerder de Veterans MC vrijpleitte, ging de politie daar niet mee akkoord. Dus hoe zit dat nu? Zijn die voortgangsrapportages niet meer geldig? Dat betekent dat de politie dus niet de waarheid heeft verteld.

    Veterans en Black Sheep hebben met een advocaat geprobeerd hun recht te halen. Andere clubs doen dat niet. Clubs als Gringos MC, Demons MC, Spiders MC worden in de motorwereld nooit genoemd als gevaarlijke criminele clubs. Toch worden zij door de overheid gezien als 1%-clubs. Zij hebben geen advocaat in de arm genomen en worden nu dus ook niet vrijgepleit door het ministerie. Hoe zit dit nu? Zijn zij crimineel of niet? Clubs als Hells Angels worden vaak genoemd als prototypes van bikerclubs, maar alle pogingen van het Openbaar Ministerie om de Hells Angels te verbieden zijn op niets uitgelopen. En waarom? Omdat deze club volgens de onafhankelijke rechter niet kan worden gezien als criminele organisatie. Toch worden zij niet vrijgepleit door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Mogen leden van de Hells Angels nu wel of niet met clubcolors de stad in? Mogen zij nu wel of niet werken als ambtenaar?

    Een ontslagen lid van Satudarah die werkte bij de gevangenis in Vught is ontslagen zonder geldige reden. Blijkbaar is dus ook Satudarah MC nog steeds gewoon een motorclub. Waarom worden zij dan niet vrijgepleit? Straks mogen wellicht de Veterans weer deelnemen aan het Veteranendefile op Veteranendag. Bij andere clubs zitten ook forse aantallen veteranen. Mensen zonder strafblad die veteraan zijn en geen lid van een verboden of criminele organisatie. Waarom mogen die straks niet deelnemen aan datzelfde defile?

    Nog deze zomer werd door de burgemeester van Heerlen, Ralf Krewinkel, geweigerd een Nobelprijsmedaille uit te reiken aan een lid van Satudarah. Dat mag dus gewoon? Meneer Krewinkel kan dus maar gewoon zelf bepalen wie er een medaille verdient?

    Er is dus eigenlijk niets verbetert in de motorwereld.  Erger nog, misschien is het wel erger geworden. Er is nu door de overheid een tweedeling aangebracht. De ene 1%-club is oke en de andere niet. En met dat vrijpleiten van die twee clubs kunnen we gaan nadenken over het lot van de andere motorclubs in Nederland. Komt er zeer binnenkort een grote verbodsoperatie? Het lijkt raadzaam voor de andere clubs om eens goed op te letten en te kijken of ook voor hen een advocaat of juridisch advies een optie is.

    << oudere artikelen