• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De Bestraffers MC

    Dupont schreef in zijn rubriek al verschillende malen over politiemotorbendes. De Nederlandse wegen worden bereden door motorbendes als Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. De gewone burger zal ze waarschijnlijk nooit hebben zien rijden, dus hun zelf uitgeroepen status op internetsites en Facebook duidt meer op wannabe’s dan op een echte motorclub.

    Sinds enige tijd is er een nieuwe politiemotorbende bijgekomen. Boven een woeste grijnzende doodskop staat de naam van hun club: Punishers LEMC. LEMC staat voor Law Enforcement Motorcycle Club. Ja, we geven toe, die doodskop in combinatie met de stoere naam doet wel een beetje schrikken. Aan de andere kant hebben we wel begrip voor de politie-ego’s van mannen die de hele dag in de struiken hebben gezeten om argeloze voorbijgangers te betrappen die een paar kilometer te hard rijden. Na je werk wil je ook wat, dus een beetje vent gaat dan toch wel graag even een blokje om met zijn doodskop op de rug.

    En de naam Punishers past daar goed bij. Al vele malen heeft de politie aangegeven dat ze de wet willen veranderen en meer bevoegdheden willen. Want ja, een politieman wil nu eenmaal graag de burger bestraffen. Vandaar dan ook die naam Punishers. Een hartekreet.

    Omdat de politie natuurlijk altijd het goede voorbeeld geeft, kijken we even op de mooie website vol gepikte foto’s uit de Verenigde Staten van de Punishers LEMC, afdeling Nederland: http://punishers-holland.jouwweb.nl/wie-zijn-wij Wij zien fotootjes van motorrijdende mannen in t-shirtjes en blote handen zonder handschoenen. Tsja, gelukkig zijn wij niet van de politie, want in sommige landen is het zelfs bij wet verboden zonder beschermende kleding met een motor deel te nemen aan het verkeer. In België en Frankrijk bijvoorbeeld.

    Het Brabants Dagblad meldde nog op 2-2-2012 hoe twee drijvende krachten van de website Gekkermoethetnietworden .nl op het politiebureau van Uden werden ontboden, omdat zij op hun website de grap hadden gemaakt dat een leegstaand fabriekspand een ideaal clubhuis zou zijn voor de Hell’s Angels. De krant destijds: ‘Politiewoordvoerster Dekkers stelt dat dit verhaal is gaan rondzingen. “Het kan leuk bedoeld zijn, maar het gaat om een politiek gevoelig onderwerp en dit kan overal in Nederland worden gelezen en verkeerd worden opgepakt.’

    Je zou dus denken dat de politie helemaal niet van grappen houdt in verband met motorclubs. We gaan er dus maar vanuit dat dan ook de Punishers LEMC bittere ernst is. Wij wensen de club met zijn uit de Amerikaanse 1%-scene afkomstige titels en functies als prospect, road captain, secretary, president, sergeant-at-arms en vice-president daarom veel succes in hun komende strijd met de overheid die ongetwijfeld zal bestaan uit zeer vele snelheidsboetes, staande houdingen, gesloten clubhuizen, burgemeestersoverleg, ontslagen, bezoekjes aan de huisbaas en de werkgever en een bezoekje aan bezochte horeca-gelegenheden. Dat hoort bij het leven van Nederlandse staatsburgers zonder strafblad die lid zijn van een niet bij wet verboden motorclub vandaag de dag. En daar willen jullie toch zo graag bijhoren?

     

    In Vino Veritas

    Op 31 januari 2017 berichtte welingelichtekringen.nl hoe politieagenten in Nijmegen tekeer gingen in een lokale kroeg ter viering van hun nieuwjaarsborrel. ‘Nieuwjaarsreceptie politie loopt uit de hand’, kopt het artikel.

    De teamchef die erbij was zegt erover het volgende: ,,Er was bij enkele collega’s sprake van overmatig drankgebruik, er werd in wastafels geürineerd, buiten werd de genuttigde drank teruggegeven aan de straatstenen en het barpersoneel voelde zich ongemakkelijk bij het gedrag van onze groep. Hoe kunnen wij als onafhankelijke wetshandhavers morgen weer naar dit café om anderen op hun gedrag te wijzen?’

    Nou zou je natuurlijk kunnen beweren dat het eigenlijk wel meevalt. Maar wat heel opmerkelijk is, is vooral ook het volgende: ‘Een woordvoerder van de politie zegt tegen het AD dat het allemaal wel meeviel en dat de teamchef overdrijft.’ Dus wat is het nou? Een teamchef die zijn verantwoordelijk neemt en bovendien aanwezig was en dus ooggetuige of een politiewoordvoerder die er niet bij was? Zelfs over zo iets simpels als een dronkemansfeestje slaagt onze politie er niet in een eensluidende verklaring af te geven.

    Het lijkt symptomatisch voor het gedrag van de politie. Enerzijds roepen ze het één, anderzijds roepen ze totaal iets anders. In sommige steden roept de politie de burgemeesters op alles uit de kast te halen om motorclubs te hinderen, in andere gemeenten zegt de politie dat er geen enkel probleem is met motorclubs. De politie roept op om motorclubs bij wet te verbieden, tegelijkertijd richten politiemedewerkers zelf politiemotorbendes op als Lex Legio, Marshalls en Blue Knights. Enerzijds wil de politie alle evenementen van motorclubs verbieden, anderzijds worden er juist in Heerlen evenementen door politiemotorbendes gehouden.

    Deze week nog werd bekend hoe een politieman die in uniform masturbeerde in het politiebureau werd ontslagen, anderzijds kregen de agenten verantwoordelijk voor de dood van Mitch Henriquez een baangarantie. Dus wat wil de politie nou eigenlijk? Er worden vele statements afgegeven aan de media waarin de politie vraagt om meer bevoegdheden, er wordt geklaagd over onverantwoordelijk gedrag van burgers, motorclubs moeten om wangedrag verboden worden en tegelijkertijd misdragen politieambtenaren zich zelf en zijn het dan ook nog eens publiekelijk met elkaar oneens.

    Misschien is het een idee om het geld voor het volgende nieuwjaarsfeestje uit te geven aan een lezing over normbesef en een gedegen mediatraining.

     

    Het feestje dat niet doorging!

    Het is 4 juni 2016. De oplettende lezer beseft dat dat vorig jaar was. De Limburger kopt: ‘Het feestje dat niet doorging.’ In de inleiding van het artikel vervolgt de krant: ‘Een militaire onderscheiding als eerbetoon voor getoonde inzet. De uitreiking ervan aan zeven oud- Libanongangers in Heerlen deze week ging echter niet door. De burgemeester zegde het feestje af omdat een van de veteranen lid is van Satudarah.’

    Ja, wij hebben het destijds al gezegd. De burgemeester is Ralf Krewinkel. De tovenaarsleerling van de Kerkraadse burgemeester Jos Som. Jos Som, de meneer die een clubhuis van de Hells Angels sloot omdat dat beter was voor de horecazaak van zijn dochter die daarnaast zit op de nieuw ingerichte Markt in Kerkrade. Een Markt die onderdeel was van een groot project waarbij wij de vraag stelden of meneer Som daar financieel beter van was geworden.

    Maar dit terzijde. Meneer Krewinkel annuleert een ceremonie waarbij zeven veteranen, waarvan enkelen een PTSS hebben opgelopen door hun uitzending, een medaille uitgereikt zouden krijgen. Meneer Krewinkel heeft namelijk ontdekt dat één van die veteranen lid is van motorclub Satudarah. Ja, en dan ben je in de ogen van niet-militair Krewinkel geen veteraan meer en heb je ook geen recht op een medaille. En krijg je lekker ook geen hand van meneer Krewinkel.

    Meneer Krewinkel heeft dit soort maatregelen niet zelf bedacht. Nee, natuurlijk niet. Al in Den Haag verbood de burgemeester een andere motorclub om mee te rijden in het veteranendéfilé tijdens de Nationale Veteranendag. Dat gebeurde nu al drie maal. Meneer Van Aartsen bepaalt in het kader van de openbare orde wie er welkom is in zijn stad. En dat waren de Veterans MC dus niet. Ook niet tijdens het veteranendefilé. De nooit-militair Van Aartsen roept wel op 4 en 5 mei dat we onze vrijheid te danken hebben aan de offers van zovele militairen. Maar ja, dat tuig in je stad ontvangen en dan ook nog op de motor is natuurlijk wat anders.

    En zo zal ook meneer de burgemeester van Heerlen hebben gedacht. Dupont heeft zich verdiept in de affaire en ontdekte een aantal zaken. Zo is het dat het gaat om de Nobelprijs voor de Vrede die is uitgereikt aan de soldaten die VN-missies hebben uitgevoerd. Deze nobele onderscheiding werd al bijna 30 jaar geleden toegekend aan die VN-ers. Alleen vond de Nederlandse overheid het veel te omslachtig om de bijbehorende draaginsignes uit te reiken aan de individuele soldaten die de onderscheiding hadden verdiend. Dat heeft dus 30 jaar lang niet plaatsgevonden.

    Maar er is inmiddels het één en ander veranderd in soldatenland. Het volk moet blijven geloven in de nuttigheid van al die militaire missies en de soldaten zelf moeten gemotiveerd blijven. Zonder een beetje motivatie zouden ze zich anders misschien gaan afvragen wat een stel analfabete woestijnbewoners te maken heeft met onze nationale veiligheid. Dus probeert onze overheid zich te presenteren als een overheid die oké is. Er is dus een gezellige Nationale Veteranendag gekomen en die oude Nobelprijs wordt alsnog uitgereikt. En zo is het begonnen.

    Het Ministerie van Defensie weet niet wie de eigen veteranen zijn, daarom krijgen alleen mensen die in actieve dienst zijn én mensen die geregistreerd zijn bij het Veteranen Instituut in Doorn een brief thuis met het verzoek een formulier in te vullen waarmee de zeer geachte veteraan zijn medaille kan laten uitreiken. Dat kan op het gemeentehuis in de woonplaats van de zeer geachte veteraan en dat gebeurt dan door de burgemeester. Het kan ook op enkele lokaties in het ganse land waarbij hoge militairen de medaille uitreiken met militair ceremonieel. De veteranen die niet zijn geregistreerd door Defensie moeten zelf maar zien dat Defensie ontdekt dat zij veteraan zijn. De veteraan is verplicht nette kleding aan te trekken bij deelname aan de ceremonies.

    En over registratie gesproken. Leden van motorclubs worden overal geregistreerd. Dit om ervoor te zorgen dat zij bij bepaalde banken geen hypotheek meer kunnen krijgen, of een lening, hun horecavergunning wordt ingetrokken, of hun beveiligingspas, hun zaak kan worden dichtgetimmerd of om de lokale media wat negatieve roddels over ze te laten schrijven. De lezer ziet het, niets dan voordelen. Door de registratie kan tevens worden gezien dat de oud-soldaat die in aanmerking komt voor de Nobelprijs voor de Vrede, eigenlijk een lid is van een niet-verboden motorclub. Nou, en dan krijg je geen medaille. Dat scheelt waarschijnlijk enorm in de kosten.

    Wij maken nu even een klein zijstapje. Op 25 oktober 2016, alweer vorig jaar dus, berichtte de NOS dat het Ministerie van Justitie heeft besloten dat motorclubs Veterans en Black Sheep niet crimineel zijn. Op 4 januari 2017 bericht de Leeuwarder Courant dat de politie Noord-Nederland de motorclub Black Sheep nog steeds beschouwt als een OMG (Outlaw Motorcycle Gang). Ondanks het feit dat het Ministerie van Justitie twee motorclubs vrijpleit, geeft de politie aan daarmee niet akkoord te gaan. Al eerder verklaarde de Koninklijke Marechaussee dat er bij de Veterans MC geen strafbare feiten werden gesignaleerd. Maar ook daar was de politie het niet mee eens.

    De lezer van deze blog weet dat de politie veel in het nieuws komt. Dupont heeft daarover vaak gesproken. Zaken die dan zoal besproken worden lopen van twitterberichten waarin politiechefs de minister het zwijgen opleggen, mishandeling met de dood tot gevolg, valsheid in geschrifte in processen-verbaal en voortgangsrapportages, het omsingelen van het Binnenhof voor een hoger loon met dienstmaterieel en dienstwapens, het constant zeuren over meer middelen en bevoegdheden, corruptie en omkoping, het gebruik van het dienstwapen met zeer ernstige gevolgen, het bekritiseren van de democratische instituten van ons land, het bekritiseren van de rechterlijke macht, het naast zich neerleggen van uitspraken van de rechterlijke macht. Kortom, het lijkt of we in het Argentinië van Jorge Zorreguieta zijn. Je moet er toch niet aan denken dat zulke onbesuisde rabauwen een motorclub oprichten?

    In verschillende artikelen op onze blog schreef Dupont hoe er verschillende politiemotorbendes zijn in Nederland. De Marshalls, Lex Legio en de Blue Knights. Deze motorbendes zijn alleen maar voor politiemensen en oud-politiemensen. Als je het hart maar op de juiste plek hebt, zeg maar. Het is nog niet gebleken dat dergelijke politiemotorbendes ook maar iets door de daartoe bevoegde autoriteiten in de weg is gelegd. Dat is niet heel erg verwonderlijk. Immers wanneer het bevoegd gezag maatregelen neemt tegen een motorclub, is dat vrijwel altijd op advies van….de politie. Ja, wat dacht u dan?

    Motorclubs die in Nederland actief zijn, worden in speciale politiehandboeken over motorclubs vaak vergeleken met gebeurtenissen en incidenten met motorclubs in het buitenland, dan wel het zeer verre buitenland. Vrijwel altijd zijn deze gebeurtenissen jarenlang geleden. Zo wordt veelvuldig gerefereerd aan een strijd tussen Hells Angels en Bandidos in Scandinavië. Vergeten wordt te vermelden dat dit allemaal al meer dan 20 jaar geleden is en deze clubs inmiddels samen feesten organiseren en heel goed met elkaar omgaan. Ook incidenten tussen motorclubs in de Verenigde Staten worden veelvuldig genoemd om de motorclubs in Nederland in een slecht daglicht te stellen. Niet vermeld wordt dat ook in de Verenigde Staten Hells Angels en Bandidos vrede hebben gesloten en elkaar zelfs helpen bij ongevallen en pech.

    Wat ook niet wordt vermeld in de mooi uitgevoerde en o zo handige bikerhandboeken van de Nederlandse oom agent, is dat er natuurlijk in het buitenland wel uitzonderingen zijn op het gedrag van motorclubs. Zo is met name motorbende Iron Order berucht en regelmatig betrokken bij schietpartijen die soms zelfs dodelijk zijn. Iron Order MC bestaat hoofdzakelijk uit politieagenten en gevangeniscipiers die gewapend rondrijden op hun motorfietsen. Dupont heeft hierover vorig jaar al uitvoerig bericht in diverse blogs.

    Is het daarmee tijd om de Nederlandse politiemotorbendes met andere ogen te bezien? Motorbendes waar alleen mensen lid van mogen worden die politieagent zijn? Of zijn geweest? Politiemensen die zo enorm vaak genoemd worden bij zoveel strafbare feiten en incidenten? Kan iemand de mogelijkheid uitsluiten dat politieagenten die binnenvallen bij leden van motorclubs, of belast zijn met het verbieden van de toegang tot het veteranendefilé in Den Haag, of de complete inboedel bij No Surrender-voorman Henk Kuipers hebben vernield zelf onderwerp zijn van een onderzoek naar strafbaar handelen? Of lid zijn van een politiemotorbende als Blue Knights, Marshalls of Lex Legio? De lezer nodigen wij uit de blogs van Dupont op deze site over deze politiemotorbendes nog eens na te lezen. Onze beweringen zijn tot stand gekomen na veel onderzoek en goed onderbouwd. In Duitsland heeft een politiekorps dat nauw samenwerkt met de Nederlandse politie vorig jaar zelfs speciaal een motorclub, Schnelles Helles, opgericht bestaande uit potige agenten om daarmee de Hells Angels te provoceren. Dus wat gebeurt er in Nederland? Heeft de politie hier ook invloed binnen bepaalde clubs? Of beperken zij zich tot hun eigen politiemotorbendes?

    In ieder geval kunnen we na deze zijsprong terugkeren naar Heerlen, de uitreiking van medailles en nooit-militair Ralf Krewinkel. Want wat is namelijk het geval? Op 26, 27 en 28 mei viert politiemotorbende Blue Knights MC zijn twintigste verjaardag. Volgens de eigen website van de club: http://blueknightsnl2.nl/ Het zal de lezer niet zijn ontgaan dat het grote feest plaatsvindt in Heerlen. In Villa Eikhold om precies te zijn. Ook daar schreef Dupont al eerder over. En wie was nou ook alweer die burgemeester van Heerlen? Ja, Riding Ralf Krewinkel, helemaal goed. De politiemeneren van de motorbende zijn welkom in zijn stad. Meer dan welkom zelfs. Misschien vindt meneer Krewinkel het zelfs een grote eer. Het is zelfs niet uitgesloten dat meneer Krewinkel zelf aanwezig zal zijn op het feest van de motorbende.

    Nu zou je kunnen zeggen dat er niets aan de hand is, want net als alle andere feesten van motorclubs zijn er tijdens feesten nooit incidenten. Feesten en bijeenkomsten van motorclubs worden alleen maar verboden door geschrokken burgemeesters wanneer de politie adviseert dat er misschien onenigheid komt doordat vijandelijke clubs heel erg misschien ook op dat feest afkomen. Bij zulke vage vermoedens moet natuurlijk het zekere voor het onzekere worden genomen en het feest, ondanks hoge al gemaakte kosten, worden afgezegd. Voor ieders veiligheid.

    Het is dan ook alleen maar om het zekere voor het onzekere te nemen dat wij Riding Ralf Krewinkel alvast waarschuwen. Wij hebben namelijk net een bezoek gebracht op enkele Facebookpagina’s als ‘The Force’ en ‘Discriminatie van motorclubs’ en daar wordt al opgeroepen om dat feestje van de Blue Knights in Heerlen te gaan bezoeken. En het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn dat vage aanwijzingen door lanterfanters op Facebook of in expres gedane uitlatingen op getapte telefoons resulteren in een erg vijandige of zelfs gevaarlijke situatie op een groot feest. En al helemaal niet in Heerlen, want stel je voor dat er gevochten gaat worden, dan zijn er daarna veteranen en die zijn ook al niet welkom. En narigheid zou ook helemaal onnodig die politiemotorbende in diskrediet brengen. Dus Riding Ralf, u weet het. Villa Eikhold, Blue Knights en de maand mei. U weet wel die maand waarin we de veteranen herdenken en eren. Al is dat laatste woord voor u misschien heel moeilijk.

     

    Politieagenten lid van 1%-clubs

    Op dinsdag 19 februari 2013 circuleerde bij de Nationale Politie het volgende intranetbericht:

    Beste collega,

    Het afgelopen jaar is de landelijke aanpak van de zogenaamde 1% motorclubs stevig van start gegaan. In een integrale inspanning wordt het criminele en normoverschrijdende gedrag van leden van deze clubs aangepakt. Een niet onbelangrijk aspect van deze aanpak is de integriteit van de overheid. Het is, vanwege de associatie met criminele activiteiten van leden, ongewenst dat leden van 1% motorclubs een publieke functie uitoefenen. Zeker voor de politie geldt dat een lidmaatschap van een 1% motorclub of nauwe contacten met een of meerdere leden van deze clubs leidt tot een bijzondere kwetsbare positie voor de medewerker. En het vormt een risico voor het imago van het politieambt alsook de gehele politieorganisatie.

    De bestaande integriteitstandaarden van de politie vormen het kader waarbinnen dit thema geadresseerd kan worden. Ook de afgelegde ambtseed/belofte refereert naar onkreukbaarheid en betrouwbaarheid en het aanzien van het ambt.

    Door middel van deze mail verzoek ik om aan onderstaande uitvoering te geven opdat mogelijke integriteitkwesties, die kunnen ontstaan bij associaties met leden van 1% motorclubs, vermeden kunnen worden.

    Concreet betekent het bovenstaande dat:

    in het geval van screenen van een (beoogd) politiemedewerker er getoetst wordt op lidmaatschap van

    een 1% motorclub of nauwe associaties met een of meerdere leden van deze clubs aan de orde is.

    Lidmaatschap of associaties betekent geen dienstverband; in het geval van bekend lidmaatschap van een 1% motorclub of vanwege nauwe associaties met een of

    meerdere leden van deze clubs dient de leidinggevende direct met de medewerker hierover in gesprek te gaan. Het uitgangspunt hierbij is onverenigbaarheid met een functie bij de politie en dat het lidmaatschap beeindigd dient te worden. Dit gesprek dient schriftelijk vastgelegd te worden. Indien betrokken medewerker hiertoe niet bereid is, wordt een intern onderzoek door de afdeling VIK gestart.

    in het geval van bekend lidmaatschap van naasten en/of partner dient direct een gesprek tussen

    leidinggevende en betreffende medewerker te volgen over de kwetsbaarheid door associatie en de integriteitrisico’s met dit soort motorclubs. Dit dient ook schriftelijk te worden vastgelegd. Afhankelijk van de uitkomsten van dit gesprek en de persoonlijke relatie tussen de medewerker en het lid van de 1% motorclub kan dit aanleiding zijn voor het opstarten van een intern onderzoek. in alle gevallen van lidmaatschap van een politiemedewerker, diens vrienden, familie en/of partner dient

    dit gemeld te worden bij de afdeling VIK van uw eenheid.

    lk verzoek u hier binnen uw eenheid uitvoering aan te geven en de strekking van deze mail bekend te maken bij leidinggevenden, afdelingen VIK, vertrouwenspersonen en HR. Daarnaast zal ik ervoor zorgdragen dat via het intranet iedere collega hierover geInformeerd wordt. Dit bericht is als bijlage bijgevoegd.

    Mocht u naar aanleiding van deze mail nog vragen hebben, kunt u zich wenden tot projectleider VIK korpsstaf.

    Met vriendelijke groet, Gerard Bouman, Korpschef

     

    Op 21-10-2015 werd dit interne bericht gevolgd door de volgende oproep:

    ‘Lid van omstreden motorclub? Meld het!

    Lidmaatschap van of connecties met omstreden motorclubs kunnen politiemedewerkers in een kwetsbare positie brengen. Het vormt tevens een risico voor het imago van het politieambt en de politieorganisatie. Daarom vraagt onze korpschef om relaties met deze clubs te melden.

    Berichten over overheidsmedewerkers en lidmaatschappen van de zogeheten ‘1% motorclubs’ (Hells Angels, Satudarah MC, Confederates, Demons, Black Sheep, Rogues, Veterans en Animals) haalden de afgelopen tijd regelmatig het nieuws. In deze nieuwsberichten kwam vooral het risico op integriteitsconflicten aan de orde. Korpschef Gerard Bouman: ‘Een politieambtenaar dient zich te onthouden van risicovolle contacten in het algemeen en van de ‘1% motorclubs’ in het bijzonder. Zoals de collega’s weten hecht ik waarde aan een integere en betrouwbare politieorganisatie. lk vertrouw erop dat alle collega’s die naar aanleiding van de berichtgeving menen ook in zo’n kwetsbare positie te verkeren, dit kenbaar maken bij hun leidinggevende. Of het nu gaat om een eigen lidmaatschap of naasten met connecties bij een omstreden organisatie.’

    Heb je vragen over dit bericht of kamp je zeff met een soortgelijk dilemma? Neem dan contact op met je leidinggevende of met het hoofd Veiligheid, Integriteit & Klachten van jouw eenheid. Ook kun je altijd terecht bij een van de vertrouwenspersonen in je eenheid.’

    Dupont en co. vroegen middels een WOB-verzoek om meer bijzonderheden in verband met deze kwestie. Wij wilden graag weten wat de maatregelen waren genomen tegen politie-agenten die lid waren van een 1% motorclub. De eerste keer werd het WOB-verzoek geweigerd met als grond dat de persoonlijke omstandigheden van de betrokken personeelsleden (politie-ambtenaren) zwaarder wogen dan ons voordeel. Na in hoger beroep te zijn gegaan kregen wij echter toch een iets zinniger antwoord. Het is gebleken dat in 2013 1 politieambtenaar is gewaarschuwd in verband met zijn contacten met 1%’ers. In 2014 zijn 2 politieambtenaren ontslagen of met buitengewoon verlof gestuurd en in 2015 zijn 3 politieambtenaren ontslagen, buiten functie gesteld, geschorst of de toegang tot dienstterreinen ontzegd.

    We hebben het hier alleen over de echte motorclubs, niet over clubs als LEMC Marshalls, Lex Legio MC of Blue Knights MC. Lidmaatschap van of contact met deze clubs is vooralsnog geen enkel probleem.

    Het antwoord op ons WOB-verzoek geeft alleen aan dat er maatregelen zijn getroffen en niet van welke clubs betrokken politieambtenaren lid waren.

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden

    In enkele eerdere bijdragen van Dupont werd al uit de doeken gedaan hoe de Nederlandse politie, naar Amerikaans model, motorbendes opzette die gedrag, structuur en naar eigen zeggen ‘protocollen en tradities’ van de MC’s kopieerde. Kopieerde of pikte van de Hells Angels, als bedenkers van die structuren en regels die nu overal navolging vinden. Dupont vermeldde ook hoe in de Verenigde Staten al talrijke schietpartijen waren begonnen door leden van deze politiemotorbendes en hoe daar verschillende doden bij gevallen waren.

    Een groep politieagenten die het leven zo saai vinden dat ze samen een motorbende gaan opzetten die dezelfde regels volgt, dezelfde structuren kent en dezelfde ‘protocollen en tradities’ als de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die zij willen bestrijden. Op het thema politiemotorbende is een variatie die interessant is om te vermelden. Namelijk het vormen van een motorclub, alléén maar om andere motorclubs te provoceren en in de val te lokken. Bekend is het geval van een bogusclub die zo werd opgericht in de Verenigde Staten.

    Na een dodelijke vechtpartij tussen leden van de motorclubs Hells Angels en Mongols in een casino in de Amerikaanse stad Laughlin, besloten de federale autoriteiten in 2002 een speciale operatie op te zetten tegen de Hells Angels, Operatie Black Biscuit. Een aantal speciaal geselecteerde federale agenten vormde samen een motorclub genaamd Solo Angeles CM, een bestaande motorclub die echter alleen bestond in Mexico. De federale agenten vormden een Amerikaans chapter van deze motorclub en probeerden in contact te komen met de Hells Angels.

    De leden van de Solo Angeles CM werden zelfs proeflid van de Hells Angels en één van hen claimde later zijn Hells Angels-colors gekregen te hebben. Uiteindelijk was het resultaat van de operatie dat vijftig Hells Angels werden gearresteerd.

    Of het het succes is van de Solo Angeles CM, of dat het misschien komt door de constante uitwisselingen van informatie, strategieën en opsporingsmethoden door politieagenten die internationaal informeel met elkaar omgaan, zoals aangetoond in eerdere artikelen van Dupont over IPA-Nederland en politiemotorbendes als Blue Knights MC, Lex Legio MC en LEMC Marshalls weten wij niet. Feit is dat de Amerikaanse cowboy-mentaliteit af en toe overslaat naar Europa. Wij tappen nu uit een artikel van tagesschau.de van 31 maart 2016. Nog maar even geleden dus.

    Om bewijzen te krijgen tegen de Hells Angels in de Duitse stad Bonn, zette de Duitse politie een speciaal opgerichte motorbende in, genaamd ‘Schnelles Helles MC’. De politie had namelijk brieven ontvangen waarin melding werd gemaakt van agressief optreden van deze Hells Angels tegen andere motorclubs in hun gebied. Omdat de Hells Angels volgens de politie echter niet benaderbaar waren en erg discreet, was het moeilijk informatie en bewijzen te bemachtigen.

    Voor Schnelles Helles MC werden politieagenten uit heel Duitsland aangeworven die aan bijzondere kenmerken moesten voldoen. Zij moesten zowel qua postuur als qua optreden voor echte bikers kunnen doorgaan. Een getuige vertelde later dat het ging om echte kleerkasten. Opzettelijk werd ook een logo ontworpen dat de Hells Angels moest provoceren. Zo leken lettertype en de kleuren veel op het logo van de Hells Angels. De politie ging ervan uit dat het de club kwaad zou maken.

    Vervolgens gingen de politiebikers in het gebied dat zij toeschreven aan de Hells Angels regelmatig eten en drinken in een café. Zowel in het café zelf, als op de toegangswegen waren camera’s aangebracht en waakten collega’s. De enige reactie van de Hells Angels was dat na enige tijd enige leden van die club het bewuste café een bezoekje brachten. Omdat de leden van Schnelles Helles MC er zelf niet waren, vroegen ze aan de café-uitbater of die mannen van Schnelles Helles hier nog wel kwamen en of hij aan ze wilde vragen of ze hun logo en de letters wat wilden veranderen omdat het te veel leek op hun logo. Volgens de uitbater kwamen de mannen uiterst vriendelijk over.

    Inmiddels is het Hells Angels chapter in Bonn door de autoriteiten verboden en moeten de leden van het chapter binnenkort voorkomen wegens wapenbezit, mishandeling en afpersing. In de aanklachten staat niets over een operatie van undercover-agenten, maar Schnelles Helles MC wordt wel meer dan vijftig keer genoemd. Waarnemers geven aan dat de Duitse politie zich op een smal pad heeft begeven. Undercover mag, maar uitlokking eigenlijk niet.

    Nu wij de lezer een aardig verhaaltje hebben voorgeschotelt, even nog wat stof tot nadenken. Duitsland is dichterbij dan de Verenigde Staten. Ook in Nederland hebben ongeoorloofde opsporingsmethoden plaatsgevonden, denk nog maar aan de commissie-Van Traa. Maar wat vooral veel argwaan moet opwekken is het feit dat deze undercover-operatie plaatsvond in Bonn. Bonn ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. En uitgerekend deze Duitse deelstaat doet samen met de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse politie samen aan…..bestrijding van Outlaw Motorcycle Gangs.

    Dupont schreef daar op 25 maart 2016 het volgende over in het artikel ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’: Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.

    O, en dat seminar van de IPA-Nederland in Schloss Gimborn waar we het gisteren over hadden? Dat ligt ook al in Noordrijn-Westfalen. Het is maar dat u het weet!

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    Politieagenten als outlawbiker

    In 2014 verscheen in Nederland het rapport van de politie genaamd ‘Outlawbikers in Nederland’. De grote man van de bestrijding van motorclubs, commissaris Piem Miltenburg, zei in zijn voorwoord voor dit rapport het volgende: ‘Binnen Nederland worden we de laatste jaren geconfronteerd met een forse groei van outlaw motorcycle gangs (OMG’s). Een groei die, gelet op ontwikkelingen elders in Europa, niet uniek is, maar ons wel tot alertheid maant. Outlaw motorcycle gangs zijn immers geen normale motorclubs…’

    Het rapport gaat verder met wat ‘outlaw motorcycle gangs’zijn.

    Met het hanteren van de nieuwe term outlaw motorcycle gangs,is wel de oude 1%-afbakening aangehouden. De leden van de voormalige Dutch Council waren zogeheten fullcolour-clubs. Deze onderscheiden zich van andere clubs doordat hun fullcolour-leden hesjes dragen met drie backpatches, te weten het logo van de club, een toprocker (halve boog met tekst) met daarin de naam van de club, een bottomrocker met daarin het specifieke chapter (afdeling) of de regio. Ook internationaal gezien wordt de three piece backpatch als onderscheidend voor outlaw motorcycle gangs beschouwd.’

    Enerzijds wordt dus geconstateerd dat er een flinke groei is in de toename van het aantal clubs en hun leden, anderzijds wordt aangegeven hoe je ‘outlaw motorcycle gangs’ kunt herkennen. Dezen hebben namelijk een driedelige set colors op hun rug. En dat onderscheidt ze volgens dit politierapport van de andere , zeg maar gewone, motorclubs.

    Dupont ging de straat op in Nederland en keek eens rond. Hij vond drie motorclubs, naast de bekende clubs als Hells Angels en Satudarah, die aan dit criterium voldoen: Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. Alle drie de clubs zijn al in eerdere artikelen beschreven. Duidelijk is dat deze clubs alleen toegankelijk zijn voor politiemensen, oud-politiemensen, gevangenispersoneel en mensen die bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie werkzaam zijn.

    Hoewel in Nederland nog niet veel incidenten rond deze zogenaamde ‘copclubs’ bekend zijn, is dat in bijvoorbeeld de Verenigde Staten wel het geval. Het politierapport ‘Outlawbikers in Nederland’ grijpt uitvoerig terug op de ontstaansgeschiedenis en gebeurtenissen van motorclubs in het buitenland om de situatie in Nederland te verduidelijken. Wij gaan dus hetzelfde doen. Wij gaan hiervoor naar de Verenigde Staten.

    Een bekende blogger over motorclubs in de Verenigde Staten is ‘The aging rebel’ (www.agingrebel.com). Op 13 januari 2009 schreef deze het volgende op zijn blog:

    ‘City Heat Motorcycle Club wears a three-piece patch. It is one of the so called “Law Enforcement Motorcycle Clubs” that have repeatedly tried to use the police powers of their patch holders to intimidate other bikers and other clubs.

    For example, last August, Ron Smith, a Seattle police union official and a member of the Iron Pigs motorcycle gang shot a member of the Hells Angels Motorcycle Club named Joseph McGuire in the Loud American Roadhouse in Sturgis. The shooting occurred in the course of a fist fight that followed a verbal altercation.

    Apparently McGuire had the audacity to ask Smith why the Iron Pigs were allowed to wear their colors in the Roadhouse while the Hells Angels were not. The police were carrying concealed weapons and were released by local police immediately after the incident. Charges were filed against the cops but dropped. The victim, Smith, spent months in hospital and is facing charges of trying to kill the cop who shot him.

    Clubs like the Iron Pigs, the Wild Pigs, the Untouchables, the Renegades, the Blue Steel and the club central to the Minneapolis suit, the City Heat clearly intend to be outlaws with police privileges.’

    The Aging Rebel haalt hier niet alleen aan hoe leden van niet-copclubs zomaar door deze laatsten worden beschoten, maar ook zegt hij dat vaak motorclubleden hun colors niet mogen dragen in openbare gelegenheden als horeca. Dit laatste is een situatie die vergelijkbaar is met Nederland. Veel horeca weigert dragers van colors en het is ook opgenomen in sommige plaatselijke verordeningen voor binnensteden. De vraag is of de politiemotorbendes zich ook houden aan deze verordeningen en regels.

    Een copclub oftewel politiemotorbende als ‘City Heat’ wordt er ook van beschuldigd openlijk racistisch te zijn.

    In 2014 kwam een federaal rapport uit in de Verenigde Staten waarin werd geconstateerd dat er een snelle expansie was te zien ondanks bloedvergieten van politiemotorbendes. Een vooraanstaand onderzoeker stelde dat Iron Order MC problemen heeft met iedereen.

    Iron Order noemt zichzelf weliswaar geen copclub, maar een groot aantal van de leden van deze club is wel politieman of cipier in het gevangeniswezen. De laatste jaren is Iron Order MC betrokken geweest bij tal van dodelijke incidenten met andere motorclubs. Zo werd in 2014 een lid van de Black Pistons MC doodgeschoten door een lid van Iron Order. De Denver Post bericht op 2 januari 2016 hoe een lid van Iron Order MC een lid van de Mongols MC doodschiet op een motorevenement in Denver. Drie andere clubleden werden neergeschoten. Bekend is dat leden van politiemotorbendes legaal hun wapens mogen dragen, ook in hun hoedanigheid als motorbendelid.

    Terug naar Nederland zien we, net als bij de andere motorclubs, nog geen echte incidenten, maar wel zien we een snelle groei van politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls en Blue Knights MC. Gezien het martiale karakter van deze clubs en de agressieve macho ogende logo’s met doodshoofden en dolken of zwaarden is het misschien alleen nog afwachten totdat er wel iets gebeurt.

    Vooralsnog is niets bekend van maatregelen die door de overheid, of gemeenten, worden genomen tegen deze politiemotorbendes. Blijkbaar sust het gegeven dat de leden van deze clubs allen politiemensen zijn de overheden in slaap. Net als in de Verenigde Staten kan de schok van het wakker worden des te groter zijn.