• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Gelijke monniken, gelijke flappen

    Deze week komt oud-wethouder en oud-kamerlid Jos van Rey veelvuldig in het nieuws. De beste man, invloedrijk kaderlid van de VVD, staat momenteel terecht voor fraude en corruptie.

    In het heel kort komt het hier op neer. Jos van Rey heeft geheel toevallig een zeer goede vriend. Deze goede vriend heet Piet van Pol en is projectontwikkelaar. De NOS op 4 april 2016: ‘Jos van Rey en Piet van Pol zijn al tientallen jaren vrienden en zijn vaak, samen met hun echtgenotes, op vakantie geweest in Van Pols tweede huis in Saint Tropez. Van Pol heeft Van Rey ook meegenomen naar voetbalwedstrijden in het buitenland en naar vastgoedbeurzen in München en Cannes.’ En even verder: ‘Het Openbaar Ministerie ziet dat anders: Van Rey heeft in ruil voor deze gestes zijn vriend een voorkeurspositie bezorgd bij grote bouwprojecten in Roermond. Zo zou hij jarenlang documenten van vergaderingen hebben doorgespeeld aan Van Pol. Vaststaat dat deze in de stad een aantal grote projecten heeft kunnen realiseren in de periode dat Jos van Rey wethouder was. In andere gevallen zou Roermond onder druk van Van Rey bepaalde gebouwen van Van Pol hebben opgekocht, nota bene tegen de adviezen van ambtenaren in.’

    Piet van Pol kennen wij toch ergens van? Had Piet ook niet een groot project in het Limburgse dorpje Kerkrade?

    Nu.nl bericht op 2 februari 2013: ‘Burgemeester Jos Som van Kerkrade heeft 10 jaar geleden een bezoek gebracht aan de vakantievilla van de Roermondse projectontwikkelaar Piet van Pol. Bij toeval, aldus Som zaterdag, want hij kende naar eigen zeggen Van Pol niet. Som reageert op een publicatie zaterdag in NRC Handelsblad.’

    Kort daarna kenden de twee elkaar wel. Nu.nl: ‘Som haalde Van Pol binnen als adviseur voor een centrumplan voor Kerkrade waar miljoenen mee waren gemoeid, schrijft de NRC zaterdag. Het plan voorziet onder meer in een bibliotheek, winkels, woningen en een seniorensociëteit. Dinsdag doorzocht de rijksrecherche de privéwoning en kantoren van Van Pol. Het gemeentebestuur van Kerkrade, waar Som als burgemeester deel van uitmaakt, liet toen weten zich te beraden op de betrokkenheid van Van Pol bij het centrumplan. De gemeenteraad twijfelt volgens de krant ook nog wat hier mee te doen. Er waren al vragen gerezen toen Van Pol als onderhandelaar namens de gemeente twee keer de getaxeerde waarde betaalde voor panden van een collega in het centrum. Dat kwam neer op twaalf miljoen euro. Op vragen van de krant zou Som hebben geschreven dat hij Van Pol niet alleen zakelijk, maar ook privé zag. Zo was hij ‘ongeveer tien jaar geleden’ in de villa in het Zuid-Franse Saint-Tropez te gast en vierden ze samen carnaval in Roermond. Verder zagen ze elkaar op netwerkbijeenkomsten en bij voetbalwedstrijden van Roda JC.’

    Wanneer u enige overeenkomsten ziet tussen de zaak van Jos van Rey en Jos Som dan is het alleen maar de voornaam. Toch? Want hoe kan nu een burgemeester die de lokale afdeling van de Hells Angels vals beschuldigd van bedreiging en hun clubhuis in het net, door Piet van Pol, gebouwde nieuwe dorpscentrum sluit, corrupt zijn of tenminste gebruik hebben gemaakt van een aantal door Piet van Pol geboden kansen? En dat er een link zou kunnen zijn tussen de miljoenen van Piet van Pol, het nieuwe prestige centrum van Kerkrade aan de Markt, de eigengereide burgemeester en het Café Suus van zijn dochter Suze, waarvan die nare Hells Angels de buren waren, ach, dat geleuft ge toch zelf nie, hé?

    O, en wanneer het allemaal waar is, is dit dan ondermijning of niet? Of gaat de politie toch liever op zolder kijken bij dat oude vrouwtje, of die voetballende ettertjes op het pleintje in kaart brengen? Want als het aan een aantal particuliere politiebedrijfjes ligt, is dat namelijk erg lonend. Jaja!

     

     

     

    Welke pet past ons allemaal?
    • In het artikel van 27 april ‘Ondermijning als goudmijn’ maakten wij ons zorgen over het feit dat ‘ondermijning’ een thema is dat lijkt te zijn bedacht door particuliere bedrijven of organisaties en vervolgens wordt geïntroduceerd in politiebeleid. In het artikel noemden wij al Wendy van der Krift die met haar bedrijf ‘VeelzijdigVeilig’ ‘gemeenten ontzorgt bij de aanpak van sociaal kwetsbare buurten, waarin ondermijing op de loer ligt.’ Wendy is tevens werkzaam bij de Nationale Politie als teamchef.

      Wij zullen met Wendy van der Krift als voorbeeld een bedrijfstak aan de kaak stellen, waar wij onze twijfels over hebben. Het is namelijk bij de overheid een komen en gaan van adviesbureau’s, recherchebureaus en onderzoekbureaus. Niemand weet precies hoe het zit met die bedrijven. Ondertussen worden deze bedrijven wel ingehuurd door overheden om werk uit te voeren dat eigenlijk het werk is van de overheid zelf.

      Een berucht voorbeeld enige jaren gelden was het Bureau Marple. RTV Drenthe berichtte hierover op 22 april 2014: ‘De leidster van het onderzoek naar mogelijke fraude bij de provincie Drenthe, door recherchebureau Marple, is in opspraak. Greet Elsinga werkt ook bij het stafbureau van de nationale politie en na vragen van RTV Drenthe hierover volgt er nader intern onderzoek naar haar. In afwachting van de uitkomsten daarvan mag Elsinga op geen enkele wijze meer recherchewerkzaamheden doen voor het bureau Marple, aldus een politiewoordvoerder. De nationale politie verrichtte een verkennend onderzoek nadat RTV Drenthe onlangs vragen stelde over Elsinga’s betrokkenheid bij het fraudeonderzoek van de provincie namens Marple en haar werkzaamheden voor de politie. Daar wisten ze aanvankelijk niets van enige betrokkenheid van Elsinga bij welk fraudeonderzoek voor welk bureau dan ook.’

      Duidelijk is dat een overheid, in dit geval de provincie Drenthe, een gecertificeerd onderzoeksbureau inhuurt om onderzoek te verrichten dat eigenlijk politiewerkzaamheden zijn. Vervolgens blijkt dan dat het ingehuurde onderzoeksbureau bestaat uit…een medewerker van de politie die daar een bijbaan heeft. Dat is een vreemde gang van zaken die twee jaar geleden plaatselijk ophef veroorzaakte.

      Terug naar Wendy van ‘VeelzijdigVeilig’. ‘Gemeenten spelen een actieve rol op het gebied van veiligheid. Vanuit haar Integraal Veiligheid Beleid heeft zij de regie over gezamenlijke inspanningen op dit terrein. Kijkend naar de uitdagingen die hier voor gemeenten mee gepaard gingen, namen we eind 2014 het besluit onze opgedane kennis en expertise breder in te zetten en daartoe VeelzijdigVeilig op te richten.Ons streven is erop gericht namens gemeenten voorop te gaan bij de aanpak van veiligheidsproblemen in kwetsbare wijken en partijen te binden.We zorgen ervoor dat de partijen die daarvoor nodig zijn op straatniveau komen tot èchte samenwerking, waardoor uiteindelijk het woongenot van bewoners verbetert en (ondermijnende) criminaliteit en verloedering afneemt.Onze focus daarbij is het verstevigen en verbinden van het sociale domein en het veiligheidsdomein om van daaruit een eenduidig doel na te streven. Omdat we de processen van de partners goed kennen, zijn we in staat die goed op elkaar te laten aansluiten waardoor we effectief in de aanpak kunnen zijn.’ Aldus de website van ‘VeelzijdigVeilig’.

      ‘Onze opgedane kennis en expertise’, ‘omdat we de processen van de partners goed kennen’, zijn in het oog springende zinnetjes. De vraag is nu ‘hoe kan het dat Wendy en haar bedrijf zo goed thuis zijn op deze markt? VeelzijdigVeilig-collega Steven Wierckx is oud-politieman, collega Jeffrey Dame is marechaussee. Samen met nog een collega is dat het kwartet dat dus veel ervaring heeft van de materie. Het is dus helemaal niet opmerkelijk dat deze mensen verstand hebben van politieproblematiek, want…ze zijn politiemensen. Al jaren.

      Hoe opmerkelijk is het dus dat deze politieambtenaren in hun vrije tijd een bedrijf runnen dat politiewerk doet. De projecten op de website van het bedrijf zeggen veel over hun aanpak: In Rotterdam en Utrecht verschillende projecten waarbij de bewoners van een wijk gebukt gaan onder criminaliteit en overlast en hun vertrouwen in gemeente en politie opzegden. Je zou zeggen dat de gemeente of de politie dan beter hun best moeten doen. Maar nee, zij sturen Wendy. Niet de politie-Wendy, maar de mede-eigenaar van ‘VeelzijdigVeilig’. Dat is dezelfde Wendy, maar ook een andere Wendy.

      Dat is vreemd, want de politie kan het niet of doet niet zijn best, maar dezelfde ambtenaren kunnen het wel als particulier bedrijf dat particuliere rekeningen indient. De gemeente bakt er niets van en kan niet rekenen op zijn eigen politiekorps, dus wordt een politiepersoon ingehuurd die een particulier bedrijf heeft. En ja, dan werkt het wel. Misschien beter om helemaal de politie niet meer in te zetten?

      Maar we gaan verder. Wendy was ook spreker op ‘De dag van de ondermijning’ in de Jaarbeurs in Utrecht. Op 14 maart 2016 schreef Schulze van ‘justitieenveiligheid’ daarover: ‘Maar goed, dag van de ondermijning dus. Behalve mr. Van der Burg en wat politiemensen is ook de private veiligheidsbranche vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld Wendy van der Krift, die mede-eigenaarschap van een bedrijf dat veiligheid verkoopt aan gemeenten weet te combineren met de functie van teamchef bij de nationale politie. En die uit dien hoofde natuurlijk nooit zal zeggen dat het wel meevalt met die ondermijning. En haar eigen dubbelfunctie, ondermijnt die dan niet de geloofwaardigheid van de politie?’

      En dat is waar we dit artikel mee begonnen: ondermijning. Wendy als mede-eigenaar van een commercieel particulier bedrijf gooit haar functies als politiemens en commercieel bedrijfsleider gemakkelijk door elkaar. Dat zien we bijvoorbeeld op haar twitteraccount ‘wendyindy’. Ook zien wij hoe zij veel aandacht besteedt aan probleemwijken, georganiseerde drugscriminaliteit en natuurlijk motorclubs.

      Wat zegt nu de politie zelf over bijbanen en nevenfuncties? In de politienotitie ‘Nevenwerkzaamheden 2014’ staan de volgende regels:

      ‘4.1 Ontoelaatbare belangenverstrengeling

      Belangenverstrengeling is denkbaar in het geval dat politietaken commercieel worden uitgevoerd of in het geval dat de commerciële activiteiten de uitvoering van de politietaak mogelijk belemmeren. Voorbeelden zijn het werken voor detectivebureaus of particuliere onderzoeksbureaus. Verder kan een te nauwe band tussen de functie bij de politie en de nevenfunctie leiden tot de schijn van belangenverstrengeling. Een voorbeeld hiervan is de medewerker die vanwege zijn specifieke beroepsmatige kennis een adviesfunctie voor bijvoorbeeld een verzekeringsinstelling gaat vervullen.

      4.2 Botsing van belangen

      Nevenwerkzaamheden van de medewerker voor een organisatie, die een financiële en/of beleidsinhoudelijke relatie heeft met de politie kan leiden tot een rolconflict voor de medewerker. Dit kan een goede functievervulling bij de politie in de weg staan.

      4.6 Voorbeelden van mogelijk ongeoorloofde nevenwerkzaamheden

      Van geen enkele kaderstellende notitie kan worden verwacht dat deze uitkomst biedt voor iedere casus die zich voordoet. Met de opgenomen opsomming van criteria waaraan nevenwerkzaamheden worden getoetst, wordt echter getracht maximaal houvast te bieden. De gegeven opsomming dient daarmee de rechtszekerheid van medewerkers.

      Enige voorbeelden van nevenwerkzaamheden die zich in de risicosfeer bevinden zijn echter wel te geven en kunnen die rechtszekerheid verder vergroten. Met de nadrukkelijke kanttekening dat deze voorbeelden geen limitatief karakter dragen en slechts indicatief bedoeld zijn, valt te denken aan de volgende voorbeelden van mogelijke ongeoorloofde nevenwerkzaamheden:

      -controlerende en/of toezichthoudende werkzaamheden die als onderdeel van de eigen ambtelijke werkzaamheden kunnen worden beschouwd

      -werkzaamheden t.b.v. bedrijven waarmee tevens een functionele relatie wordt onderhouden of waarvan het korps klant is.’

      Het lijkt dus alsof het helemaal niet mag. En het is natuurlijk ook een vreemde situatie. Om het eens anders te laten zien: Stel je bent eigenaar van een aannemersbedrijf. Je metselaars krijgen het werk niet af en het werk laat ook veel te wensen over en dus huur je een extern bedrijf in dat metselpraktijken uitvoert. De mannen stappen uit hun busje en je ziet je eigen werknemers die voor het externe bedrijf werken.

      Ander voorbeeld: Een gemeente heeft last van een groep hangjongeren die kleine vergrijpen pleegt. De politie kan het probleem niet oplossen. Een extern bedrijf wordt ingehuurd. Wanneer de ‘experts’ uit hun busje stappen ziet de gemeente dat het dezelfde politiemensen zijn die het probleem niet konden oplossen. Nu kunnen ze dat, tegen een royale vergoeding, ineens wel.

      Nog een voorbeeld: Een gemeente heeft een probleem met een achterstandswijk. Ze weten niet hoe ze dit moeten oplossen. De plaatselijke politie weet het ook niet. In plaats van expertise elders van de Nationale Politie naar de gemeente te halen en expertise en kennis te delen, wordt een extern bedrijf ingehuurd van actief dienende politiemensen die die kennis hebben opgedaan in een andere gemeente als politieman.

      Fraai is dat toch niet, al zal de politie zelf er alles aan doen om wat krom is recht te praten. En lukt ze dat niet, dan wordt er gewoon een extern ‘veiligheids’bedrijfje met actief dienende dienders ingehuurd. Die hebben er per slot van rekening ervaring mee opgedaan…bij de politie.

       

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Je suis Charlie!

    Ze stonden allemaal op de barricades na de aanslag op het Franse satirische blad Charlie Hebdo. Ze verdrongen elkaar zowat voor de camera’s. Staatshoofden, regeringsleiders, partizanen van het vrije woord. Vóór de camera’s waren het allemaal grote voorstanders van de vrijheid van de pers, van de democratie en van de vrijheid van meningsuiting. Je suis Charlie, riepen ze.

    Inmiddels bevinden we ons niet meer vóór, maar áchter de camera’s. En wat zien we daar? De grote vrijheidsstrijdster Merkel maakt de weg vrij voor de vervolging van de Duitse bespotter van de Turkse premier Erdogan. Minder dan een week later staat ze in de Zeeuwse metropool Middelburg om een hoge onderscheiding in ontvangst te nemen. Regeringsleider erbij, geen enkele kritiek, geen enkel protest. Ich bin der Charlie? Op-Merkel-ijk.

    Die kritiek op een vreemd staatshoofd doet ons in Nederland natuurlijk meteen denken aan de censuur in het Derde Rijk. Daarom is het zo vreemd dat er juist vanuit het kritische Nederland geen enkele kritiek komt. Vreemd? Of is er in Nederland ook geen echte persvrijheid?

    Waarschijnlijk is er in Nederland vooral sprake van zelfcensuur. Een soort zeer vergaande beleefdheid om problemen niet te benoemen of zelfs goed te praten. Tijdens de oorlogen die Nederland mee hielp voeren in Irak en Afghanistan was er al sprake van ’embedded’ journalistiek. Journalisten konden met het leger meereizen ‘voor hun eigen veiligheid’, maar schreven dan wel positief over de Nederlandse militaire bezigheden.

    Bijna alle journalisten deden mee met deze vorm van censuur. Eén van de zeer weinigen die weigerden zich te conformeren was Arnold Karskens. Karskens trok meestal alleen het land in en sprak met de mensen zelf. Terug in Nederland verscheen hij dan foeterend en blazend op televisie met nieuws over Nederlandse schuld bij dodelijke schietpartijen en bombardementen. En passant was hij ook nog op zoek naar oorlogsmisdadigers en oorlogsprofiteurs. Dankzij Karskens liepen zij tegen de lamp en werden in heel Nederland bekend.

    Het optreden van Karskens heeft tenminste als voordeel dat de burger niet in slaap valt en wordt geconfronteerd met nieuws dat andere media vaak niet of anders brengen. Karskens is niet te vatten, hij ligt dwars, evolueert volgens sommigen van linkse signatuur tot rechtse sympathieën, benoemt zichzelf tot held en experimenteert met crowd-funding. Lezen van zijn artikelen brengt de lezer op zijn minst tot de slotsom dat er ook ander nieuws is.

    Dupont schreef op 18 april in het artikel ‘Branche-organisaties’: ‘‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’ Het ging hier over Gemma Warmerdam, secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI. Warmerdam trok van leer tegen politiechef Paauw van Rotterdam, nadat deze had gesproken over het verbieden van motorclubs. En daar stak het Warmerdam, want, zo riep zij nijdig, er waren twee jaar geleden afspraken gemaakt om motorclubs ‘motorbendes’ te noemen wanneer het ging om ‘onepercenters’. Anders zou er schade optreden voor motorverkopers. Gemma riep politie, overheidsfunctionarissen en media op voorzichtig te zijn met de term ‘motorclub’.

    Er wordt hier dus door een lobbyiste van de Gemotoriseerde Tweewielers opgeroepen zich te houden aan afspraken gemaakt tussen politie, overheidsfunctionarissen en de media. Met als doel meer motorfietsen te verkopen. Afspraken? Wie hebben die afspraken gemaakt? Welke overheidsfunctionarissen? Welke politiemensen? Welke journalisten of kranten? Je suis Charlie?

    En nu het toch weer gaat over motorclubs, kijken we meteen even verder naar hoe er over die clubs geschreven wordt. Op 8 april 2016 schrijft Gerlof Leistra in Elsevier: ‘Mocht een verbod te ver gaan – ook bikers kunnen zich beroepen op de vrijheid van vereniging – dan kan hen in elk geval het leven zuur worden gemaakt. Bijvoorbeeld door ze geen vergunning te geven voor feesten en ook de vergunning voor hun clubhuis nog eens tegen het licht te houden. Louter hun aanwezigheid op straat is een gevaar voor de openbare orde. Alle strafdossiers leveren bij elkaar het beeld op van organisaties waarvan veel criminelen lid zijn. Het verschil met een criminele organisatie is louter juridisch.’

    Leistra geeft in dit artikel niet alleen zijn mening, hij fantaseert ook: ‘Leden van de clubs houden zich onder meer bezig met drugs- en wapenhandel, afpersing, prostitutie en protectie. Zodra ze in elkaars vaarwater belanden, is het meteen oorlog: kom niet aan ons geld!’

    Leistra is niet aan zijn proefstuk. Al jaren fulmineert de ‘misdaadverslaggever’ tegen motorclubs en pleit hij voor een verbod. In motorland is de brave Leistra echter totaal onbekend. Niemand heeft hem ooit gezien of gesproken. Alle informatie waarmee Leistra komt lijkt onmiddellijk afkomstig van de politie.

    Op het Facebookweblog ‘Discriminatie van motorclubs’ worden regelmatig journalisten aan de kaak gesteld die volgens de maker van het blog de feiten verdraaien of er op los fantaseren. Met name oud-politieman, nu journalist, John van den Heuvel, Bjorn Thimister en Mick van Wely van De Telegraaf krijgen het voor hun kiezen. Deze journalisten lijken volgens het blog partizanen van de overheid in plaats van het vrije woord. Ook het NOS Journaal moet er in het blog vaak aan geloven.

    Op 20 oktober 2015 schreef Dupont al in het artikel ‘De mol die eigenlijk een rat was’: De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.’

    In een artikel van The Post Online van 26 april 2016 zegt Arnold Karskens over de NOS: ‘Het NOS Journaal is, afgewogen tegen het budget, het slechtste journalistieke programma. Ver beneden de maat. Ze zijn doorgeefluik voor nieuws uit Den Haag, Brussel en Washington. Veel NOS’ers worden later voorlichter, ze likken zich in bij de macht. Niets ten nadele van sommige correspondenten, maar de redactie is niet goed. Daar zijn ze meer ambtenaar dan journalist.’

    Op dezelfde dag meldt Quotenet.nl enkele andere uitspraken van Karskens: ‘Nou je hebt natuurlijk pure corruptie, zoals een Telegraaf-journalist die voor geld slecht schrijft over een huurder die de huisbaas eruit wil hebben. Maar wat je vooral veel ziet is dat de commercie, de advertentie-afdeling zich met de inhoud bemoeit. Dan zijn er nog journalisten die al tijdens hun werk voorsorteren op een baan als woordvoerder ergens. Of journalisten die overstappen naar de politiek of adviseur worden bij een ministerie of partij, en daarna zelfs weer doodleuk terugkeren in de journalistiek. Mensen die niet gaan voor het onthullen en het openbaren, zoals ze zouden moeten doen, maar voor hun toekomst of pensioen. Wat ook opvallend is dat veel Nederlandse journalisten er helemaal geen moeite mee hebben samen te werken met de AIVD.’

    Het zijn zeer ernstige beschuldigingen van een man die al vele jaren meedraait in de journalistiek. Journalisten die zich laten omkopen, samenwerken met inlichtingendiensten, politieke belangen hebben of commerciële belangen van media die belangrijker zijn dan nieuwsgaring en publieksvoorlichting. Is het waar wat Karskens daar allemaal roept? Hij durft het in ieder geval te zeggen. Want het opnemen tegen een machtig concern als De Telegraaf doe je niet zomaar. Of de machtige staatsomroep NOS bekritiseren.

    Het verwijt van Karskens over journalisten in de politiek is in ieder geval zeker niet uit de lucht gegrepen. Rinke van de Brink werkt al jaren bij de staatsomroep NOS en zegt over zichzelf op over.nos.nl : ‘In al die jaren in de journalistiek zijn mijn drijfveren dezelfde gebleven: nieuwsgierigheid, het zoeken naar de feiten en het aandragen van informatie om die feiten te kunnen begrijpen.’ Van den Brink geeft op dezelfde pagina aan hoe hij zijn journalistieke carrière begon, maar verzwijgt dat hij vele jaren lang redacteur was van het communistische blad De Waarheid. In het boek ‘De schijn-élite van de valsemunters’ zegt auteur Martin Bosma dat Rinke redacteur was van het blad en lid van de CPN van mei 1977 tot september 1983. Nogal politiek gekleurd dus. Maar toch nog goed terecht gekomen, want de NOS betaald zijn medewerkers goed. Haast Kafkaesque zo’n ommeslag.

    Het Dagblad van het Noorden plaatste op 26 april 2016 een stuk van rechtbankjournalist Rob Zijlstra. ‘Organisaties proberen steeds nadrukkelijker grip te krijgen op de inhoud van journalistieke publicaties’, zegt hij. Zijlstra schiet uit zijn slof door een eerder artikel van hem over de politie in de noordelijke provincies. ‘De politie had het reeds gecorrigeerde artikel nogmaals voor publicatie willen inzien. Nog meer regie. Eigenlijk had het een heel ander artikel moeten zijn. Eigenlijk hadden ze het zelf willen schrijven. De teleurstelling, meldt de voorlichter, heeft ook gevolgen. Geen nieuwe afspraken.’

    ‘Journalisten die niet naar de pijpen dansen van de voorlichter van de politie kunnen het vergeten.’, is de conclusie van journalist Rob Zijlstra. En dat is zeer ernstig. De politie als bedwinger van het vrije woord.

    Een korte rondgang door het land van de ‘onafhankelijke pers’ levert dus al meteen iets op:

    Er worden afspraken gemaakt tussen de media en belangenorganisaties/brancheorganisaties.

    De politie wil alleen journalisten te woord staan die schrijven wat zij willen.

    Sommige journalisten of medewerkers van journalisten zijn oud-politiemensen en sommigen nemen het niet zo nauw met de wet.

    De krijgsmacht neemt ‘voor hun eigen veiligheid’ embedded-journalisten mee in oorlogsgebieden, waar zij eigenlijk onafhankelijk nieuws zouden moeten vergaren.

    Journalisten hebben een politiek extremistisch verleden en werken nu voor een staatsomroep die onder vuur ligt als eenzijdig.

    Journalisten of media hebben commerciële belangen bij onderwerpen waarover zij schrijven.

    Journalisten zijn over bepaalde onderwerpen totaal kritiekloos.

    Journalisten werken samen met inlichtingendiensten.

    Journalisten proberen hun eigen mening koste wat kost, ook door verdachtmakingen, aan de lezer op te dringen. Zelfs wanneer de feiten die zij presenteren helemaal niet bewezen zijn.

    Je suis Charlie? Ja, Charlie Chaplin!

     

     

     

    Ondermijning als goudmijn

    Wie op LinkedIn het woord ‘ondermijning’ als zoekwoord intoetst krijgt een grote reeks resultaten. Vrijwel alle resultaten hebben betrekking op leden van de politie of justitie. Maar liefst 186 resultaten kijken met hun stoere blik via kleine fotootjes de bezoeker van de website aan. LinkedIn lijkt daarmee een datingsite, maar niets is minder waar.

    De mannen en vrouwen die op LinkedIn van hun kwaliteiten kond doen, doen dat niet om anderen te ontmoeten of om een toekomstige werkgever op zichzelf te attenderen maar geheel zonder enig ander oogmerk dan graag laten weten dat ze bij de aanpak van ‘ondermijning’ betrokken zijn. Ze laten eigenlijk de wereld weten dat zij bijzondere mensen zijn. Mensen gespecialiseerd in ‘ondermijning’.

    Manager, omgevingsmanager, teamleider ondermijning, recherchekundige, projectsecretaris, senior adviseur, strategisch analist, pilot fenomeenmethode, operationeel specialist of operationeel expert zijn de klinkende functies waarmee de politieagenten van vandaag zichzelf omschrijven. Steevast gevolgd door het woord ‘ondermijning’. Was je vroeger gewoon veldwachter of agent, tegenwoordig verbergt de agent zich samen met de wetsovertreders achter onduidelijke woorden. Wat precies hun bezigheden zijn is daarmee vaag geworden.

    Wie verder zoekt op LinkedIn ziet dat in een aantal gevallen dat woord ‘ondermijning’ wordt gevolgd door het woord ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. Blijkbaar brengt de politie die twee termen graag met elkaar in verband. Over die OMG’s leest u hier al vaak genoeg. Reden dus om eens te kijken naar ‘ondermijning’.

    Dupont raakte al eerder gefascineerd door het woord ‘ondermijning’. In het artikel ‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’ van 20 maart 2016 schreef hij: ‘Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Ja, die mensenhandelaren snappen wij wel. Maar overlastgevende jongeren? Wat doen die dan? Voetballen? Naar meisjes fluiten? En dan die buurman. Moeten daar ‘omgevingsmanagers ondermijning’, ‘strategisch analisten ondermijning’ of zelfs ‘operationeel experts ondermijning’ achteraan? Of zou toch die oude veldwachter hier wonderen doen?

    Op 6 maart 2016 schreef nu.nl het volgende over ‘ondermijning’: ‘Het ‘courageteam’ richt nu meer en meer op de ondermijnende criminaliteit. Hierbij gaat het om zaken als mensenhandel, de productie en handel van drugs, vrijplaatsen van criminaliteit en criminele motorbendes.’ We zien dat plotseling de criminele motorbendes er weer worden bijgehaald. Welke bendes? Geen enkele club is nog verboden.

    Omdat dat woord ‘ondermijning’ blijkbaar zorgt voor vraagtekens, zijn er speciale cursussen. Lessen om erachter te komen hoe erg ‘ondermijning wel niet is. Op de website www.sbo.nl is te zien hoe de geïnteresseerde kandidaat zich kan inschrijven voor een achtdaagse ‘Cursus bestuurlijke aanpak ondermijning.’ Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid omschrijft zichzelf als volgt: ‘Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert onder de vlag van Euroforum, al ruim 40 jaar events, opleidingen en trainingen. In samenwerking met vooraanstaande partners, sprekers en docenten zijn we leading in het spotten van nieuwe trends, die we vertalen naar inhoudelijke opleidingen en innovatieve events.’

    SBO is dus een particuliere organisatie die cursussen geeft. De genoemde cursus ondermijning heeft als doel onder meer: Samenwerken met het LIEC/RIEC door gemeenten, handvatten voor bestuurlijke instrumenten in uw gemeente aangeven en hoe u criminele netwerken kunt ontmoedigen zich in uw gemeente te vestigen. Strategie en tactiek met betrekking tot het beheersen en bestrijden van criminaliteit gaat dus niet van een centrale overheid uit, maar van een particulier opleidingsbedrijf. En dat particuliere bedrijf probeert ambtenaren die daar een cursus volgen bang genoeg te maken voor ‘ondermijnende criminaliteit’ zodat ze bepaalde door SBO geregisseerde maatregelen kunnen gaan nemen.

    De docenten van SBO zijn in een aantal gevallen zelf ook ambtenaren die voor SBO cursussen geven. We zien bij de diverse docenten van SBO burgemeesters, hoogleraren, docenten van een politieacademie, leden van het Openbaar Ministerie, leden van de Nationale Politie of leidinggevenden van het LIEC/RIEC. Eén van die burgemeesters is de Veldhovense Jack Mikkers. Over hem schreef het Eindhovens Dagblad op 16 augustus 2014: ‘Vriendschap burgemeester Veldhoven met lokale ondernemer wekt wantrouwen’. In het artikel wordt de VVD’er Mikkers beschuldigd van vriendjespolitiek. Interessant, want vriendjespolitiek is nou juist echte ondermijning. Het samenkomen van de bovenwereld met de onderwereld. Maar goed, Mikkers is daarmee nog niet schuldig. Voor sommigen blijkbaar wel verdacht.

    Een andere docent is Jeroen Kemna. Kemna heeft zijn eigen adviesbureau nadat hij jarenlang was gespecialiseerd in ‘woonwagenzaken’, onder meer bij het bedrijf Be Flex. Op LinkedIn (alweer?) het volgende daarover: ‘Be Flex is een (uitvoerings-)organisatie en adviesbureau voor overheidsorganen en bedrijfsleven voor maatschappelijke en economische vraagstukken, projectmanagement en risicoanalyses, speciaal op het gebied van bijzondere doelgroepen, zoals woonwagencentra, krachtwijken, woonboten en andere bijzondere doelgroepen.’

    Ja, bijzondere doelgroepen. Van die bijzondere doelgroepen is het maar een kleine stap naar de ‘paralelle samenleving’, zoals zo gevreesd door de politie en vervolgens naar ‘ondermijning’. Heb je verstand van bijzondere doelgroepen, dan heb je dus blijkbaar ook verstand van ‘ondermijning’. Jeroen Kemna is ook actief als politicus bij de partij Leefbaar Nederland. We zien dus niet alleen ‘bijzondere doelgroepen’, maar ook particuliere bedrijven die actieve ambtenaren in dienst hebben om andere ambtenaren cursussen te geven of advies te geven.

    Dupont vroeg zich af of een dergelijke cursus niets voor hem was. Op de site van SBO stond wat de achtdaagse cursus kostte: 3999,00 euro exclusief btw. Nogal een investering. Dupont besloot dus eens te kijken naar een redelijk alternatief. En dat was er. Op 16 maart 2016 werd in de Utrechtse Jaarbeurs de ‘Dag van de Ondermijning’ gehouden. Buitengewoon interessant. Sprekers op deze bijzondere dag waren ambtenaren, medewerkers van het Openbaar Ministerie, politiemensen en oud-politiemensen en mensen die zowel politiefunctionaris waren als ook particulier belanghebbende.

    Wij geven enkele voorbeelden van sprekers: Bernard Welten, de oud-hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie. Rtlnieuws.nl schreef op 30 juli 2013 over hem: ‘Bernard Welten grootste verdiener politie. Welten verdiende in 2012 219.584 euro per jaar, maar komt inclusief pensioenafdracht en levensloop uit op totaal 284.052. Hij was tot eind 2011 hoofdcommissaris in Amsterdam. Momenteel is hij buitengewoon adviseur van de Nationale Politie en lid van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Zijn salaris is ruim boven de norm van minister Opstelten, 187.340 euro. Opstelten heeft Welten gevraagd om een deel van zijn salaris in te leveren, maar die heeft dat geweigerd.’

    Een andere spreker is Wendy van der Krift, die over zichzelf zegt: ‘Mede-eigenaar van VeelzijdigVeilig. Een bedrijf dat gemeenten ontzorgt bij de aanpak van sociaal kwetsbare buurten, waarin ondermijning op de loer ligt. Naast deze functie is zij momenteel werkzaam als teamchef bij de Nationale politie, waar zij voorheen als omgevingsmanager Ondermijning werkte.’

    Maar ook Kas Donkers die spreekt over ‘criminele motorbendes’. Hij wordt zo geïntroduceerd: ‘De laatste jaren worden leden van Outlaw Motorcycle Gangs steeds vaker in verband gebracht met zware georganiseerde criminaliteit.’ Er zijn helemaal geen criminele motorbendes, want er is nog steeds geen rechterlijke uitspraak. Verder is het de eigen organisatie van meneer Donkers die dat criminele verband legt.

    Weer een andere spreker is Pieter Tops die onvrijwillig vertrok bij de politieacademie (Brabants Dagblad, 9 april 2013).

    Het tarief om deel te mogen nemen aan zo’n ondermijnend dagje is maar liefst 395 euro. Nogal een bedrag.

    We komen tot enkele gevaarlijke conclusies:

    1. ‘Ondermijning’ is een nieuw gevaar waar enkele particuliere bedrijven wel raad op weten.
    2. ‘Ondermijning’, ‘bijzondere doelgroepen’ en ‘criminele motorbendes’ worden meestal in één adem genoemd en maken ook meestal samen deel uit van het ‘probleem’ en de ‘oplossing’.
    3. Bij particuliere bedrijven geven ambtenaren cursussen en workshops aan andere ambtenaren zonder dat de echte overheid daar tussen zit.
    4. Er worden nieuwe dreigingen, maar ook doelgroepen en oplossingen geïntroduceerd door particuliere bedrijven die zeer veel geld verdienen met die cursussen.
    5. Een aantal docenten is niet van onbesproken gedrag, terecht of niet.
    6. Enige politiefunctionarissen die aan cursussen meewerken hebben een commercieel belang door middel van een particulier bedrijf waarvan zij eigenaar zijn.
    7. Enkele docenten of sprekers staan bekend als veelverdieners.
    8. Er wordt erg veel geld verdiend door particulieren met cursussen aan ambtenaren door ambtenaren.

    Het lijkt er dus veel op dat misdaad loont! Of niet?

    Afspraken met het bevoegd gezag

    Het Algemeen Dagblad berichtte op 27 april 2007 het volgende: ‘DORDRECHT – Een intern feestje van de politie Zuid-Holland Zuid is afgelopen weekeinde volledig uit de hand gelopen. Volgens bronnen binnen het korps zou een jonge agent zich ernstig hebben misdragen. De politieman ging totaal door het lint en zou verschillende collega’s hebben aangevallen en een politiebus hebben vernield. Wat precies de aanleiding was, is nog niet duidelijk.

    Het incident zou hebben plaatsgevonden tijdens een zogeheten ’bindingsavond’: een bijeenkomst van politiemensen om elkaar beter te leren kennen. Gisteren maakte de korpsleiding bekend dat een 23-jarige agent van het district Dordrecht/Zwijndrechtse Waard buiten functie is gesteld, vanwege ’ernstig plichtsverzuim’ en ’mogelijk ontoelaatbaar gedrag’. De politie wil de precieze achtergronden van de schorsing niet bekendmaken. Ze wil evenmin officieel bevestigen of ontkennen dat het incident heeft plaatsgevonden. Wel laat het korps weten dat er een disciplinair onderzoekt komt.’

    De Stentor berichtte op 14 februari 2016: ‘RAALTE – Het grote feest van motorclub Satudarah in de Leeren Lampe in Raalte is zonder incidenten verlopen. De verwachting van zowel burgemeester Martijn Dadema als politiechef Gert Telman is hiermee uitgekomen. Zo’n 850 leden van motorclub Satudarah bezochten het rustig verlopen besloten clubfeest. Burgemeester Martijn Dadema toont zich deze zondagmorgen blij met het verloop. ,,We hadden ook geen moeilijkheden verwacht, gezien de afspraken die we erover hadden gemaakt. We hadden daar het volste vertrouwen in. Natuurlijk ben ik wel blij dat dit ook is uitgekomen.”
    Ook politiechef Gert Telman is tevreden. ,,Ik had vooraf al gezegd dat het rustig zou blijven. Het was vooral het feit dat de Leeren Lampe ons van tevoren niet op de hoogte had gesteld van het feest. Maar dat hebben we met de uitbater besproken en dat zal niet nog een keer voorkomen.”

    Aangezien Satudarah wordt beschouwd als een ‘outlaw motorcycle club’worden activiteiten van de club zoveel mogelijk gevolgd door politie en justitie. Gemeente en politie hebben overleg gevoerd met de uitbater van de Leeren Lampe en de organisatie van het feest om het jaarfeest ordentelijk te laten verlopen.’

    De politie ging er tevoren al vanuit dat het feest in Raalte probleemloos zou verlopen. De burgemeester en de politie geven aan dat er gewoon afspraken gemaakt kunnen worden met Satudarah. En, veelbetekenend, Molukkers komen hun afspraken altijd na. Waarom de motorrijders zonder jas met colors door de vrieskou naar de feestbestemming moesten reizen, is dus onduidelijk.

    Twee dingen worden wel duidelijk: Met motorclubs als Satudarah kun je gewoon afspraken maken. En, met politiemeneren op een feestje kon het nog weleens behoorlijk uit de handen lopen.

    De vraag is nu dus: Waarom is de politie altijd zo negatief over die motorclubs? En waarom papagaaien die burgemeesters dat na?

     

    Motorclubhuizen en drankketen

    De Telegraaf schreef op 20 november 2013: ‘Jeugdhonken en gedoogde illegale barretjes op Urk ontlopen controles omdat de gemeente het ‘niet veilig’ vindt voor haar controleurs. „Onze toezichthouder is onvoldoende uitgerust om zelfstandig binnencontroles in jeugdhonken uit te voeren. Zo beschikt hij, in tegenstelling tot de politie bijvoorbeeld niet over een kogelvrij vest en geweldsinstructie”, stelt de gemeente in een verklaring.’ Het gaat hier om minderjarigen.

    Tweeënhalf jaar later schreef De Stentor op 22 april 2016: ‘Het bootje waar de 17-jarige Urker Jan Baarssen deelnam aan een feestje, voordat hij dood werd teruggevonden, stond bekend als levensgevaarlijk. Dat blijkt uit een brief van Klankbordgroep jeugd aan college- en raadsleden van Urk.

    Ruim drie weken voor de verdwijning van Baarssen werd de gemeente door de Klankbordgroep via een brief ingelicht over de ‘hoge urgentie rondom de vele jeugdhonken in het dorp’. De Klankbordgroep, bestaande uit een bonte verzameling vrijwilligers waaronder Caritas Urk, Bezorgd Urk, Waypoint Moedige Ouders, horeca en jeugdwerkers, turfde in februari het aantal bezoekers bij de jeugdhonken. Op 20 februari beschreven zij de situatie op de boot in kwestie als levensbedreigend.

    De Klankbordgroep noemt de vaststelling zeer schrijnend en benadrukt dat andere jeugdhonken ook als levensgevaarlijk werden beschreven. “Feit is dat er in meerdere jeugdhonken op ongecontroleerde wijze extreem veel alcohol wordt genuttigd en dat er veel meer jongeren in één ruimte aanwezig zijn dan gesteld.” Met deze brief hoopt de Klankbordgroep meer aandacht te krijgen van de gemeente. Naar eigen zeggen is de groep al benaderd door het ministerie en de provincie voor meer informatie met betrekking tot de jeugdhonken op Urk.’

    Op 13 augustus 2015 schreef Dupont al een artikel over de jeugdhonken in Barneveld in het artikel ‘Wikijansia: Barneveld’. In tal van gemeente zijn jeugdhonken of drankketen waar minderjarigen alcohol nuttigen. Soms is er wel controle, maar dat is eigenlijk nog veel gekker. Roken in een horecagelegenheid, minderjarigen en drank, doorschenken aan mensen die dronken zijn. Heb je een legale zaak, dan worstel je met bestemmingsplannen, vergunningen, veiligheidsvoorschriften en controles. Heb je een illegale zaak, dan is bijna alles mogelijk. Blijkbaar. Urk is daarop helemaal geen uitzondering.

    Horeca Nederland, de brancheorganisatie, de landelijke politiek, de politie, het landelijk overlegorgaan van burgemeesters, de Tweede Kamer, zijn blijkbaar niet in het minst geraakt door deze problematiek. Maar er zou eens een lid van een motorclub naar binnen moeten lopen in zo’n drankkeet. Dan zouden dezelfde instanties struikelen over elkaars schijnheilige voeten. Ahmed Marcouch van de PvdA en Madeleine van Toorenburg van het CDA zouden meteen vragen gaan stellen in de Tweede Kamer. Dat doen ze niet bij de jeugdhonken. Beide partijen zien hun stemvee al jaren naar andere partijen gaan en dat is geen wonder.

    Er zijn in clubhuizen van motorclubs nooit incidenten, en toch gaan ze aan de lopende band dicht. Mede ook dankzij lieden als Marcouch en Van Toorenburg. Misschien toch een idee voor dat duo om eens te kijken naar al die jeugdhonken in plaats van die motorclubs.

    Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten

    Op 12 april 2016 berichtte De Telegraaf het volgende: ‘Politie hekelt charmeoffensief motorclubs.’ De politie doet niet alleen aan opsporing, maar heeft nu ook al een mening over sociale problemen. Want wat is het geval? Motorclubs blijken af en toe actief te zijn met vrijwilligerswerk voor minderbedeelden. Dat vindt de politie misplaatst. En een ‘charmeoffensief’? Kan het ook zijn dat die bikers er helemaal geen bedoelingen mee hebben anders dan dat ze het hart op de juiste plaats hebben?

    Op open dagen van motorclubs komt het voor dat wordt gecollecteerd voor Kika, een stichting voor kinderen met kanker. De meeste leden van motorclubs zijn gewoon getrouwd, hebben kinderen en werk en zijn er kapot van wanneer hun kind iets overkomt. Die solidariteit voor kinderen met kanker is hartverwarmend en zou er niet worden gecollecteerd op zo’n open dag, zou er ook geen geld worden opgehaald. En blijkbaar komen stichtingen als Kika niet rond met overheidsgeld en moeten zij dus collecteren.

    Motorclubs No Surrender en Satudarah kwamen vorig jaar en ook dit jaar in het nieuws in verband met goede doelen. De clubs deelden kerstbomen uit of kerstpakketjes voor mensen met een kleine beurs. Satudarah was betrokken bij vrijwilligerswerk bij een voedselbank. Waarom doen die clubs dat? De vraag stellen geeft al blijk van een enorme kortzichtigheid en onwetendheid ten opzichte van de leden van motorclubs.

    Leden van de meeste motorclubs zijn afkomstig uit sociaal bijzondere groepen. Bijvoorbeeld woonwagenbewoners, veteranen, Molukkers, stadswijken waar onderlinge solidariteit nog een grote rol speelt. Uit die groepen zijn ook de leden van de motorclubs afkomstig. Deze groepen hebben meestal maar een klein hartje. Dierenleed, kinderleed, arme en zieke mensen, worden allemaal met lede ogen aangezien. Vanuit maatschappelijke bewogenheid wordt dan vaak actie ondernomen. Hulp voor de underdog.

    Het is dus helemaal niet zo gek dat daardoor ook de motorclubs hulp willen bieden aan mensen uit hun buurt. De politie vindt dat niks? De politie raadde zelfs een voedselbank aan niet verder te gaan met de leden van Satudarah. Nee, liever ziet de politie de motorclubs in een sociaal isolement. Liever verbiedt de politie zoveel mogelijk. Liever wil de politie de wet veranderen, zodat ze nog beter kunnen ingrijpen. Liever gaat de politie alleen tot actie over voor het eigen loonzakje.

    Maar Dupont ging kijken hoe we er voorstaan in Nederland. Hij keek daarvoor totaal onbevooroordeeld naar één van de grootste en machtigste politieke partijen van Nederland. Een partij die absoluut niet verboden is. Een partij die roept dat anderen verboden moeten worden, maar zelf boter op het hoofd heeft. Dupont keek naar de VVD.

    ‘VVD dreigt eigen risico tot 500 euro te verhogen’ zegt de website van de SP op 20 april 2016.

    Wat zegt de VVD daar nu zelf over? Op hun website op 14 april 2016: ‘Want wat was er mis met het ziekenfonds? Het zorgde ervoor dat rijke mensen betere zorg kregen dan arme mensen. Dat is nu anders. Mensen met een minimuminkomen krijgen precies dezelfde goede zorg als miljonairs.’

    Precies dezelfde zorg als miljonairs? De VVD bedoelt natuurlijk dat je alleen nog goede zorg krijgt wanneer je miljonair bént! Door dat hoge eigen risico gaan er nu al veel mensen niet meer naar de dokter of nemen hun medicijnen niet in. Te duur!

    Gratis en voor niks vrijwilligerswerk doen bij een voedselbank? De VVD moet er niet aan dénken! Op 19 mei 2012 zegt www.dordrecht.net : VVD Dordrecht zet kanttekeningen bij steun aan voedselbank.’ Dat was geen incident. Op 10 september 2013 zegt RTVUtrecht: ‘VVD Veenendaal niet blij met subsidie voedselbank.’ De voedselbank is er voor mensen die onder het bestaansminimum moeten leven. Vaak is ook een enorme schroom die overwonnen moet worden om daar je hand op te gaan houden. Maar nood breekt wet.

    Wat is dat toch voor partij zou je zeggen? Wat is dat voor club die groepen uit de samenleving isoleert? Wat is dat voor partij die de samenleving ondermijnt? Wat zijn dat voor mensen? De Politieke Integriteits-index van 2014 zegt het volgende over de VVD:

    ‘Wie onderzoek doet naar politieke integriteit in Nederland kan er niet omheen dat de VVD verreweg het belangrijkste onderwerp vormt. De partij voert het overzicht van de politici in opspraak voor de derde keer op rij aan. Dat is op zich niet vreemd, omdat de grootste partij de meeste actieve politici heeft en dus ook het grootste risico op scheve schaatsen. Maar er speelt meer. De VVD heeft niet alleen méér integriteitsproblemen dan andere partijen, ze zijn ook ernstiger van aard, zo blijkt duidelijk uit de PI-Index.

    De PI-Index telt sinds 1980 363 affaires. De VVD heeft er 78, CDA 73, PvdA 61, GroenLinks 17 en D66 7. De lokale partijen waren bij elkaar goed voor 83 zaken. Vooral bij zware integriteitsschendingen die strafrechtelijk vervolgd worden, valt het aantal VVD’ers op.’

    Ziet u dat? De VVD is betrokken bij witwassen, hennepteelt, corruptie, lekken. Dat is me nogal wat. Natuurlijk roept de VVD dat het niet de partij is die daarbij betrokken is, maar alleen afzonderlijke leden. De incidenten nemen toe. De gevallen worden ernstiger. De leden die worden betrapt verrijken zichzelf, terwijl hun partij van de kleinen en kwetsbaren afpakt om aan de rijken te geven.

    De roep om deze partij te verbieden, wordt natuurlijk niet steeds sterker. De roep om deze partij te vervolgen als criminele organisatie wordt niet steeds groter. De databank van de politie puilt niet uit met de VVD-leden. De leden van de VVD worden niet bij nacht en ontij aangehouden op de openbare weg voor hinderlijke controles. Leden van de VVD wordt geen VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) geweigerd. Leden van de VVD worden niet geweigerd in de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland, Australië of Canada. Leden van de VVD worden niet geregistreerd bij de Gemeentelijke Basisadministratie. Leden van de VVD worden niet geweigerd in de horeca. Leden van de VVD worden niet geweerd bij beveiligingsbedrijven of als ambtenaar. Evenementen van de VVD worden niet verboden. Kantoren van de VVD wordt niet een vergunning geweigerd. Weet u waarom niet? Samen met de andere partijen die in de PI-index staan zijn ze namelijk de baas in Nederland.

    Op 30 januari deelde de VVD op haar website haarlemmermeer.vvd.nl mede: ‘De VVD zal zich van haar sportieve kant laten zien door 12 uur te fietsen voor het inloophuis Esperanza in Badhoevedorp.’ Een charmeoffensief dus van de partij met de meeste en ernstigste integriteitsproblemen. De politie zal het prachtig gevonden hebben.

     

     

     

     

     

     

    Foutje…bedankt!

    De Telegraaf berichtte op 1 maart 2016 over een foutje door justitie in Limburg: ‘Het OM in Limburg heeft in het onderzoek naar motorclub Bandidos geblunderd door kopstuk Geert F. (42) onterecht te beschuldigen van overtreding van de schorsingsvoorwaarden na zijn vrijlating en daarom zijn directe arrestatie te vorderen. Hij blijkt nu te zijn verwisseld met een ander persoon, bevestigt een woordvoerster van het OM.’ De reactie van het Openbaar Ministerie spreekt boekdelen: ‘Persofficier van justitie Anneke Rogier geeft aan dat ,,de aanwijzing die wij hadden gekregen naderhand toch niet bleek te kloppen”. ,,Dat gebeurt wel vaker in onderzoeken en hoort bij ons vak.”

    Dat dat inderdaad vaker voorkomt in onderzoeken schreef Dupont al in zijn blog ‘Het zijn de blablabandidos’ op 7 augustus 2015: ‘Er zijn nog andere feiten die wijzen op een niet zo sterke zaak. Zo verklaarde daags na de wapenvondst, die in de Limburgse pers breed werd uitgemeten als een wapenvondst bij de Bandidos, Piem Miltenburg, hoofd operatiën van de bestrijding van motorbendes, dat het helemaal niet zeker was dat die wapens van de Bandidos waren. Dat moest onderzoek uitwijzen en dat kon nog wel maanden duren. Vervolgens kwam de advocaat van de club enige tijd geleden met het bericht dat die wapens zelfs niet in de dagvaarding stonden, omdat de politie er blijkbaar van uitging dat de wapens wel eens van een ander konden zijn.’

    Ondanks die twijfel over de gevonden vuurwapens bij de invallen bij de Bandidos stond de ‘vondst’ bijna daags daarna wel in de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) van juni 2015. Op bladzijde 4 van dit ‘rapport’:

    Vijf raketwerpers gevonden bij actie tegen motorbendes (27 mei 2015 www.nos.nl)

    Recente ontwikkelingen in Limburg laten onverminderd een relatie zien tussen OMG’s en criminaliteit, ondermijning en bedreiging van de openbare orde.

    Criminaliteit en ondermijning

    Tijdens een grootschalig onderzoek van politie en OM treffen de partners onder andere aan:

     raketwerpers;

     automatische wapens;

     handvuurwapens en munitie;

    Het is dus helemaal niet zeker, maar voor propagandadoeleinden komt het wel terecht in één van de toonaangevende rapportages van de politie over motorclubs. Rapportages die zijn bedoelt om beleid mee uit te stippelen en de politiek te overtuigen van een verbod op motorclubs.

    De politie liegt dus aantoonbaar in de officiële rapportages en vergist zich volkomen in de identificatie van een ‘lid’ van de motorclub Bandidos. Wat heeft het onderzoek dan nog voor waarde? Je zal maar lijken op iemand die een motor heeft!

     

    Cordon sanitaire

    Een cordon sanitaire is een techniek waarbij men een ongewenste of gevaarlijke situatie probeert te isoleren door er een beschermende kring rond te leggen. Men gebruikt daarom ook het woord ‘schutkring’.

    In de veehouderij gebeurt zoiets wanneer ergens een besmettelijke ziekte, bijvoorbeeld varkenspest of vogelpest, uitgebroken is. Niemand mag dan nog dieren van en naar dat bedrijf vervoeren en andere contacten worden ook tot het strikte minimum beperkt.

    In de internationale politiek wordt soms een handelsembargo als cordon sanitaire uitgevaardigd. Diplomatieke contacten en internationale handel worden dan tot een strikt minimum teruggeschroefd. Een voorbeeld was het Irak van Saddam Hoessein na de aanval op Koeweit

    In de binnenlandse politiek spreekt men van een cordon sanitaire als men een groep of een initiatief consequent negeert en weigert bij zaken te betrekken. Hoewel het hetzelfde beoogt, is het het tegenovergestelde van repressieve tolerantie. De bedoeling is die persoon of groep buitenspel te zetten. Volgens sommigen is deze tactiek niet democratisch. (Wikipedia)

    Het is nooit op deze manier uitgesproken, maar vandaag wordt in Nederland deze methode ook gehanteerd tegenover motorclubs. Het lijkt welhaast een militaire techniek. Opsporen, vaststellen, isoleren, vernietigen. Het opsporen is het vaststellen om wie het gaat en waar de vijand zich bevindt. Het vaststellen is dat het inderdaad om elementen van de vijand gaat. Het isoleren is het cordon sanitaire. Het gebied waar de vijand zich bevindt wordt hermetisch afgegrendelt. Communicatie, bevoorrading en verplaatsing wordt tegengegaan. Druk wordt gezet op elke manifestatie van de vijand door vuurdwang. Een ouderwetse omsingeling. Of, zoals in The Lord of the Rings, een aanval van de Orcs.

    Het is duidelijk wie door politie en justitie uitgeroepen zijn tot vijand. Het zijn de motorclubs. De MC’s. Achter de klinkende namen van de motorclubs vinden wij gewone Nederlandse burgers. De meesten met een gewone baan. De meesten met een gewoon gezin. De meesten met hele gewone bezigheden. Burgers als doelwit van politie en justitie.

    Hoe werkt het cordon? Ten eerste moet door propaganda sterk overdreven worden dat de gekozen vijand ook daadwerkelijk de vijand is. Elk incident wordt daarom sterk benadrukt en krijgt dus ook veel publiciteit. Eventuele positieve publiciteit moet worden omgebogen naar negatieve publiciteit door de goede bedoelingen in twijfel te trekken. Wanneer voor iedereen duidelijk is wie de nieuwe vijand is, wordt deze geïsoleerd. Dupont kroop op handen en voeten door de linies en keek in het kamp van de vijand. Hoe wordt daar ervaren wat het cordon sanitaire teweeg brengt?

    Satudarah-voorman Guus Pronk in een artikel van Omroep Brabant op 20 april 2016: ‘De strijd tegen motorclubs neemt volgens Pronk dusdanige vormen aan, dat leden en hun families daar flink last van ondervinden. “Ik kan niet eens fatsoenlijk op het terras zitten zonder door agenten bekeken te worden”, zegt Pronk. “Bij sommigen is het erger gesteld. Zij worden niet aangenomen of de toegang tot een gebouw ontzegd vanwege hun lidmaatschap van een motorclub die niet als crimineel bestempeld is.’

    Crimesite bericht op 30 juni 2015: ‘Het ministerie van Justitie heeft een bewaarder van de gevangenis in Lelystad strafontslag gegeven omdat hij president is van het Lelystadse chapter van de motorclub Black Sheep.’ De betrokken cipier heeft jarenlang als gewaardeerd collega gewerkt in deze instelling.

    Bij een andere cipier was het nog erger: hij was helemaal geen lid van een motorclub maar kende alleen maar leden van een club. Omroep Brabant daarover op 24 maart 2016: ‘Ontslagen omdat hij Satudarah-leden kende, Molukse beveiliger PI Vught pikt het niet.’ De ontslagen man stond zeer gunstig bekend bij collega’s en werkte al jarenlang tot volle tevredenheid.

    De Telegraaf op 19 januari 2013: ‘De gemeente Amsterdam wil af van gemeenteambtenaren die lid zijn van motorbendes als Hells Angels en Satudarah. Voor ambtenaren die weigeren hun lidmaatschap op te geven dreigt een ontslagprocedure.’ Het blijkt dat een aantal ambtenaren al vele jaren naar volle tevredenheid bij de gemeente werkt.

    Omroep Brabant op 2 november 2012: ‘Defensie slaat alarm: elitemilitairen uit Roosendaal lid van foute motorclub.’ Het ging om ongeveer twintig leden van het Korps Commandotroepen die lid waren van Demons MC. Inmiddels heeft het Korps Commando Troepen de allerhoogste Nederlandse militaire onderscheiding ontvangen: de Militaire Willems Orde. Zo slecht waren die jongens dus blijkbaar.

    Leden van motorclubs worden dus niet aangenomen of ontslagen alléén omdat zij lid zijn van een motorclub. Nogmaals: er zijn geen motorclubs verboden in Nederland. Maar of het al niet erg genoeg is, er mag ook geen vrijwilligerswerk worden verricht:

    RTL Nieuws op 12 april 2016: ‘Voedselbank stopt samenwerking met ‘weldoeners’ No Surrender.’

    Satudarah-voorman Guus Pronk bij Omroep Brabant op 20 april 2016: ‘Volgens de Nationale Politie doen Satudarah en andere motorclubs verwoede pogingen om zichzelf mooier voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn. Een beschuldiging die Pronk recht in het hart raakt. “Wij doen al jaren aan vrijwilligerswerk en dat doen we vanuit een goed hart. Vaak proberen we inzamelingsacties te houden voor zieke kinderen, maar wordt dat belemmerd doordat de overheid dwarsligt.’

    Evenementen overal in het land worden verboden, alleen omdat het mogelijk zou kunnen zijn dat leden van motorclubs komen.

    Het Dagblad van het Noorden daarover op 18 april 2016: ‘Organisatie afgelaste Chopper Day: Geen angst voor motorclubs’. De organisatie heeft na achttien jaar succesvolle Chopper Day’s geen angst voor de aanwezigheid van motorclubs. De gemeente zet als vergunninggever de organisatie toch onder druk om motorclubs te weren en het dragen van colours te verbieden. Er zijn nooit incidenten geweest en de clubs zijn helemaal niet verboden. De vergunning wordt niet afgegeven.

    In sommige gemeenten worden leden van motorclubs geweerd en mogen geen colours gedragen worden.

    Op 3 oktober 2014 bericht het Brabants Dagblad: ‘Politie blundert in overleg met motorclubs over kledingverbod Tilburg.’

    Op 23 november 2014 bij RTV Oost: ‘De horeca in Deventer weigert leden van motorclubs met herkenbare kleding. Zo moet voorkomen worden dat motorclubs zich in Deventer vestigen.’

    Op 8 juni 2014 in het Nederlands Dagblad: ‘Een 27-jarige Tilburger is zaterdagnacht aangehouden omdat hij een T-shirt droeg dat duidelijk verwees naar motorclub Satudarah. Agenten hadden hem vrijdagnacht al gewaarschuwd dat bikers in zogeheten full colours tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet welkom zijn in de gemeente.’

    Soms gaat het zover dat je je af kan vragen of de overheid wel een hart heeft. Veteranen die lid zijn van Veterans MC wordt expliciet verboden mee te rijden in het défilé op de Nationale Veteranendag in Den Haag. Eer betuigen aan gesneuvelde collega’s, vechten tegen je eigen trauma’s is verboden. L1.nl op 24 juni 2014: ‘Motorclub Veterans niet welkom bij Veteranendag’

    Zo wordt dus door een cordon sanitaire een groep gewone burgers geïsoleerd van de rest van de Nederlandse samenleving. Desintegratie dus.

    Dupont was heel benieuwd wat de politiek daar nu van vindt. Geen stijl op 16 maart 2015: ‘Minister-President Rutte: ‘Sta op en vecht tegen discriminatie.’ Logisch dat hij dit zegt. Want iedereen moet mee kunnen doen.

    Vluchtelingen Werk Nederland op zijn website vluchtelingenwerk.nl: ‘Integratie van vluchtelingen is nodig om zo snel mogelijk volwaardig te kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving.’ Dat geldt voor vluchtelingen, maar ook voor ieder ander. Nieuwkomers, minderheidsgroepen, oud-gevangenen, kortom iedereen die hier woont.

    Ja, het is duidelijk. Deelnemen aan de maatschappij. Deel uitmaken van de maatschappij. Werken, wonen, leven. Iedereen moet integreren. Nieuwkomers moeten een inburgeringscursus volgen. Verplicht. Niemand mag aan de kant blijven staan. Wanneer grote groepen mensen niet deelnemen aan de maatschappij ontstaan er sociale problemen. Sociale onrust. Criminaliteit. Een parallelle maatschappij. Zelfs ondermijning. En over die ondermijning schreven wij al eerder. De overheid creëert zelf een probleem, geeft vervolgens iemand anders de schuld en daarna komen de lakeien met een oplossing. Wij zullen hier nog op terugkomen.

    I’ll be back!

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Branche-organisaties

    Op 5 oktober 2011 krabten motorliefhebbers zich enigszins achter de oren. Wat bleek namelijk? De nieuwe secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI was een totale onbekende in motorrijdersland. Tweewieler.nl zei hierover: ‘Tot vorig jaar was Warmerdam overigens wel actief voor de ANWB – als innovatie consulent – en ook in de politiek (D66) en als beleidsmedewerker en adviseur voor het ministerie van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) is haar naam bekend. Met Gemma Warmerdam kiest de RAI dus voor een secretaris die de weg in Haagse kringen goed kent. Inmiddels is ze, zo meldt men in Amsterdam, volop aan het lessen op de motor.’

    U denkt nu natuurlijk: ‘Gemma Warmerdam?’ Waar gaat dit over? Zeker de vele bikers die hier komen lezen, zullen zich dat afvragen. Blijf nog even op deze pagina en u weet het.

    Vandaag kwam Gemma Warmerdam, die onbekende van de RAI dus, in het nieuws door enige fraaie uitspraken bij BNR.nl. ‘Het onderscheid moet duidelijk worden tussen 99 procent van de motorrijders die gewoon gezellig samen rondrijdt en de 1 procent die elkaar en de rest van de samenleving het leven zuur maakt.’ Het lijkt sprekend op de uitspraken gedaan na de relletjes in het Amerikaanse stadje Hollister in? 60 of 70 jaar geleden? Warmerdam reageert met deze uitspraken op het feit dat de Rotterdamse hoofdcommissaris van politie Frank Paauw vorige week sprak over motorclubs toen hij het had over de Hells Angels en de Mongols naar aanleiding van een vechtpartijtje in een Van der Valk-hotel.

    ‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’, voegt Gemma er nog aan toe. Afgesproken? Met wie? En met welke wettelijke basis kun je afspreken bepaalde clubs een crimineel stempel op te leggen?

    BNR.nl gaat verder: ‘Ook leidde de discussie twee jaar geleden tot afgelasting van motorevenementen. Om te voorkomen dat dit nu weer gebeurt, roept Warmerdam politie, overheidsfunctionarissen en media op zorgvuldiger met de term ‘motorclubs’ om te gaan. Ook voorzitter Patrice Assendelft van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging, KNMV, doet dat. Hij wijst erop dat er al herhaaldelijk overleg is geweest met politie, het ministerie van Justitie en de gemeenten. “Het gaat dan een tijdje goed, en vervolgens zie je het toch weer gebeuren.” Motorrijders hebben er volgens Assendelft echt last van dat ze over een kam worden geschoren met criminele bikers.’

    Blijkbaar hebben politie, het ministerie van Justitie en de gemeenten samen met de KNMV en de RAI afgesproken dat een aantal motorclubs ‘bendes’ zijn en geen clubs. De voorzitter van de KNMV zegt zelfs ‘criminele clubs’. Eenzijdig, zonder enige rechterlijke tussenkomst of bemoeienis. ‘Want’, zo stelt Warmerdam, ‘die motorbendes maken elkaar en de samenleving het leven zuur!’ Dat is een hele statement, zo zonder een bijbehorende rechterlijke uitspraak.

    Wat zegt nu Gemma Warmerdam over zichzelf? Op LinkedIn vinden wij het volgende: ‘Vanaf 1994 heb ik gewerkt bij invloedrijke politieke, ambtelijke en consumenten organisaties in Den Haag. Sinds 2011 werk ik voor de branche organisatie RAI Verenging in Amsterdam. Gestart als beleidsmedewerker landbouw in de Tweede Kamer, vervolgens politiek adviseur van een minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en daarna bij de ANWB als belangenbehartiger en corporate innovatie- en strategieconsultant. Ik heb bewust gekozen om ervaring op te doen met de ‘witte vlek’ van politiek & beleid georiënteerde professionals namelijk marketing, creatie en innovatie. Door deze combinatie ben ik nu een veelzijdig strategisch adviseur en belangenbehartiger die ook kan meedenken met de leden in de branche vereniging. Ik heb ruime ervaring in belangenbehartiging, innovatie begeleiding, projectmanagement, visie-, strategie- en beleidsontwikkeling en woordvoering. Ik heb veel ervaring met complexe politieke en bestuurlijke issues.’

    Gemma Warmerdam is dus actief lid van de politieke partij D66, zij was politiek adviseur van twee ministers, en zij omschrijft zichzelf als strategieconsultant, belangenbehartiger, strategisch adviseur, en zeker niet als iemand die ook maar iets te maken heeft met motorrijders. Gemma gaat nog even verder op LinkedIn:

    ‘Belangenbehartiging, deelnemen aan het publieke debat, delen van kennis van wet en regelgeving, lobby in Nederland en Brussel, collectieve promotie coördineren en ontwikkeling van strategie- en beleidsvorming, zijn de activiteiten die ik voor de leden uitvoer en organiseer. Daarnaast onderhoud ik directe relaties met branche- en belangenorganisaties, politiek, overheden, consumentenorganisaties etc.’

    Is het nu iets duidelijker geworden? Een lobbyiste met zeer goede contacten in Den Haag, die afspraken maakte over het benoemen van motorclubs als ‘motorbendes’ zonder een enkele rechterlijke uitspraak. Motorverkopers zien hun omzet ook dalen door die ‘motorbendes’, zegt Warmerdam. Is daar onderzoek naar gedaan? En dalen die verkopen omdat er echt iets aan de hand is, of omdat de kranten op aandringen van de Warmerdam-lobby, schrijven dat er iets aan de hand is. En waarom worden politiemotorclubs niet genoemd? Dupont toonde al eerder aan dat in ieder geval in de Verenigde Staten deze politieclubs betrokken zijn bij talrijke moorden, schietpartijen en mishandelingen in het motorclubmilieu.

    In eerdere artikelen van Dupont bleek dat branche-organisaties door de politie worden aangezet maatregelen te nemen tegen motorclubs. Branche-organisaties van beveiligingsbedrijven moeten bikers weren, anders kunnen zij een keurmerk mislopen van de politie. Horeca-organisaties moeten hun leden aanzetten tot een colourverbod. Dupont toonde aan dat bestuursleden van dit soort branche-organisaties ook banden hebben met politieke organisaties of daarin zelfs actief zijn. Gemeenten wordt aangespoord actie te ondernemen tegen clubhuizen, ook wanneer er nimmer incidenten zijn geweest. Op deze manier kan het natuurlijk niet anders dan dat het publiek langzamerhand echt gaat geloven dat er iets aan de hand is. Er wordt dus bewust maatschappelijke onrust gecreëerd, iets dat kan worden gebruikt om een verbod van motorclubs te bewerkstelligen.

    Dus Gemma Warmerdam? Leuk geprobeerd, maar ga eerst je motorrijbewijs maar eens halen.

     

    Voetbalsupporters en motorclubs

     

    Op 10 april 2016 berichtte De Telegraaf dat de afgelopen twee voetbalseizoenen de politie de meeste tijd kwijt was aan thuiswedstrijden in de competitie van Feyenoord. In totaal kostten de 34 wedstrijden van Feyenoord meer dan 38.000 manuren. Op de tweede plaats van de lijst van clubs met de meeste politie-inzet staat Ajax. Op de derde plaats staat ADO Den Haag, gevolgd door Cambuur Leeuwarden en FC Utrecht.

    Op 6 augustus 2015 berichtte De Volkskrant dat het aantal manuren dat de politie jaarlijks kwijt is aan voetbalwedstrijden de laatste vijf jaar schommelt rond de 300.000. Hoeveel miljoenen dat kost wordt niet bijgehouden.

    Op 20 november 2013 rekende website sporteneconomie.nl uit dat de inzet van een politieman 100 euro per uur kost.

    Dupont haalde zijn oude rekenmachine tevoorschijn en sloeg aan het rekenen. De 34 wedstrijden hebben 3,8 miljoen euro gekost. Alleen Feyenoord dus al. Het aantal manuren dat de politie jaarlijks kwijt is aan voetbalwedstrijden kost 30 miljoen euro. Maar volgens De Volkskrant worden die kosten niet bijgehouden. Andere kosten die voortkomen uit voetbalgerelateerd geweld en incidenten worden ook niet bijgehouden. We praten dan over letselschade, materiële schade, ziekteverzuim, proceskosten of detineringskosten om er maar enige te noemen.

    Toch kopen lokale overheden voetbalstadions en geven vaak ruime subsidies aan voetbalclubs waarvan de spelers worden verkocht voor miljoenen en zeer ruim hun geld verdienen. Er is nog nooit een minister geweest die heeft geopperd een voetbalstadion te sluiten of een voetbalclub te verbieden. Voetbalsupporters krijgen door de overheid of hun club gesponsorde supporterhomes.

    De stad Rotterdam slaat alles met zijn torenhoge politie-inzet voor zijn voetbalclubs. Toch horen we de stad niet klagen. Ook heeft de minister van Veiligheid en Justitie nimmer aangekondigd voetbalclubs of voetbalsupporters heel hard aan te gaan pakken. Ook gebeurt het nooit dat voetbalclubs zich distantiëren van andere clubs wanneer er weer eens een rel is.

    Hoe anders gaat het met motorclubs. Eén vechtpartijtje met een man of dertig en er staat in alle kranten dat er een ‘massale vechtpartij’ heeft plaatsgevonden. Er worden meteen al de volgende dag kamervragen gesteld door maar liefst twee kamerleden en de incompetente minister van Veiligheid en Justitie belooft heel hard in te grijpen.

    Heb ik iets gemist?

     

     

    Roomser dan de Paus

     

    Afgelopen donderdag ging het helemaal mis in Rotterdam. Twee groepen mannen raakten in een Van der Valk-restaurant slaags met elkaar. Was het eten zo slecht? Of was de appelmoes op? Volgens media werd er zelfs geschoten. Een speciale terreureenheid was al snel ter plaatse en na arrestatie van enkele van de vechtersbazen bleek dat het ging om een vechtpartij tussen leden van de Hells Angels en de Mongols.

    Een zeer vervelend incident, waarbij het logisch is dat de politie de handen eens uit de mouwen van hun astronautenpakjes steekt. Logisch ook dat de media een verhaal zien. Maar er gebeurde nog veel meer. Tal van mensen zagen deze gebeurtenis als afleidingsmanoeuvre voor hun eigen tekortkomingen óf struikelden zowat over hun eigen benen om zich van de gebeurtenis te distantiëren.

    De minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur, kwam net uit het zoveelste debat waarin aan zijn competenties hevig werd getwijfeld. Om het mistige geheugen van de lezer op te frissen, leggen we dat nog even uit. De Turkse president Erdogan berichtte meteen na de aanslagen in Brussel dat één van de aanslagplegers enige tijd geleden was uitgezet naar Nederland en dat Nederland was gewaarschuwd voor hem. Kort daarna werd gemeld dat ook de Amerikanen Nederland hadden gewaarschuwd voor deze terrorist. En daar begon Ard van der Steur te stotteren.

    Informatie van de FBI bleek informatie van de Amerikaanse politie. Twee totaal verschillende partners, maar ach. Als minister hoef je dat verschil toch niet te weten. Feitelijk ging het daar ook niet om. Er was niets gedaan met die informatie en dus was Nederland eigenlijk ook medeschuldig aan het slagen van die aanslagen in Brussel. Nou, dat werd een stevig debatje of twee drie waarin gelukkig Ard van der Steur het voordeel van de twijfel kreeg. Hij hoeft nog geen afspraak te maken met het UWV.

    Ard kwam de Tweede Kamer nog niet uit of hij werd al aangesproken over het ‘zoveelste zeer ernstige incident met een motorbende’. Lang hoefde men niet te wachten op het antwoord van crimefighter Van der Steur. Hij zou ze heel hard gaan aanpakken. Ja, anders kwam hij toch nog terecht op het werklozenbankje naast Ivo Opstelten, want heel goede bewindslieden hadden ze de laatste tijd niet bij dat ministerie.

    Maar er gebeurde nog meer. RTV Rijnmond meldde op 7 april een uitspraak van een onbekend gebleven politiewoordvoerder: ‘”Dit is complete gekkigheid”, vertelt de woordvoerder. “Leden van motorclubs doen alsof ze allemaal heel gezellig zijn en geen criminele zaken uitspoken, maar wij weten wel beter. Het is allemaal één pot nat.”

    Ja, de anonieme politiewoordvoerder weet wel beter. Hij zegt eigenlijk dat de politie wel weet dat motorclubs wel degelijk criminele zaken uitspoken. En de aanleiding om dit te zeggen is een vecht- en schietpartij waarbij de toedracht nog helemaal moet worden onderzocht. Maar de politiewoordvoerder weet het al. Pure laster, immers was er dergelijke wetenschap dan konden die motorclubs makkelijk verboden worden. Dupont berichtte al eerder over dit soort uitspraken.

    Roland Ekkers, een niet anoniem gebleven woordvoerder van de Rotterdamse politie, verwoordde het ietsje anders. We weten niet of het gaat om een meisje, of om bijvoorbeeld drugs. Of woorden van gelijke strekking. Om zijn woorden kracht bij te zetten verzocht hij het hooggeëerd publiek meteen daarna om filmpjes en foto’s van het incident naar de politie op te sturen. ‘Drugs of een meisje?’ Pure kletspraat en ook nogal een beschuldiging om het over drugs te hebben wanneer je nog niet eens weet wat er precies is gebeurt.

    Maar het ergste komt nog. In een motorwereld waarin eigenlijk geen statements naar buiten worden gebracht, waarin je je mond niet opendoet voordat je precies weet wat er is gebeurt, waar je je niet bemoeit met de clubzaken van een andere club, waarin je elkaar respecteert, door dik en dun steunt, waarin je nooit je vrienden laat vallen, gebeurde er de dag na de vechtpartij dit:

    ‘De motorclubs Black Sheep en Veterans „nemen afstand van alle motorclubs of individuele leden” die zich bezighouden met geweld en criminaliteit. Ze reageren hiermee op de massale schiet- en vechtpartij tussen leden van de Mongols en de Hells Angels donderdagavond in en om het Van der Valkhotel in Rotterdam.

    „Ze verafschuwen de gebeurtenissen, waarbij ook nog eens onschuldige omstanders in gevaar zijn gebracht”, schrijft hun advocaat Michael Ruperti in een verklaring namens de twee motorclubs. Het is zeer uitzonderlijk dat motorclubs openlijk afstand nemen van andere clubs of hun leden.

    „De Black Sheep en Veterans zien zichzelf niet als een criminele motorbende”, zegt Ruperti. „Zij zijn zeker voor een strenge aanpak van motorclubs of hun leden die crimineel gedrag vertonen en het daarmee verpesten voor de goedwillende motorclubs.” De Black Sheep en Veterans benadrukken dat dit gedrag door eigen leden niet getolereerd zal worden en leidt tot een royement.’ (‘Reformatorisch Dagblad 8 april 2016).

    Kijk, en dát is kameraadschap. Dát is broederschap. Je vrienden raken betrokken in een vechtpartij en niemand weet nog hoe het zit, zelfs de politie niet, en je distantieert je al van ze. Dat is pas échte broederschap. Kakelen als een kip zonder kop, nadat je lekker met je motorpakje door de stad mocht ronken. Lekker herrie maken, máár….wij zijn geen criminelen. Wij doen helemaal geen slechte dingen. Wij zijn ontzettend oké. De verklaring van Black Sheep MC en Veterans MC kwam daags na de vechtpartij in Rotterdam. Dat insinueert op zijn minst dat er niet door alle chapters van die twee ‘motorclubs’ is overlegd met alle leden over de naar buiten gebrachte statement. Er is dus bij beide clubs sprake van een soort piramidesituatie. Enige leiders spreken voor de andere leden. Dat is al iets wat in strijd is met de traditie en opzet van motorclubs.

    De twee afstandnemers maken dus veel over zichzelf duidelijk. Ze hebben geen benul van hoe het er echt aan toe hoort te gaan binnen een motorclub en ze weten ook niet wat broederschap en respect is. Bij het eerste de beste vechtpartijtje piepen ze al. Ze nemen onmiddellijk de berichten in de door hen telkens van partijdigheid beschuldigde media serieus. Ja, nu wel. Het zijn dus ook geen onepercenters. Het zijn hobbyclubjes net als de Blue Knights MC en Lex Legio MC. Het zijn geen anarchisten on wheels. Het is geen levensstijl. Het zijn kleinburgers die bang zijn wat de buren denken.

    En zo werd veel duidelijk na donderdag. Wat voor een paar mensen een vechtpartij was waarbij werd geschoten, was voor een ander een godsgeschenk waardoor hij zijn baan nog even kon houden, een ander had eindelijk weer eens een verhaal in de bijna niet meer gelezen krant staan, weer een ander kon lekker namens zijn baas uithalen naar motorclubs en het braafste jongetje van de klas kon eindelijk zijn onschuld uitroepen in de hoop weer met de gewone burgers mee te mogen doen. Eind goed, al goed.

    O, en dat restaurant met de appelmoes? We weten nu allemaal dat Blijdorp niet alleen een diergaarde heeft maar ook een prachtig restaurant met een toekan voor de deur.

    Update: Zowel Veterans MC als Black Sheep MC hebben laten weten dat het naar buiten gebrachte persbericht verkeerd is geïnterpreteerd door een journalist. Zij nemen via hun advocaat wel afstand van bepaalde gebeurtenissen, maar niet van bepaalde clubs.

    Opmerking Dupont: Dat misverstand is niet achterhaald door een nieuw gezamenlijk persbericht. Het is ook volkomen zinloos om op deze manier jezelf proberen vrij te pleiten. De overheid heeft het voorzien op alle groepen mensen waarvan zij vinden dat ze ‘anders’ zijn. Of het nu gaat om krakers, hooligans, motorclubs of woonwagenbewoners. De nieuwe strijdwijze van de overheid heet ‘ondermijning’ en dat is een zoveelste poging om hard in te grijpen, terwijl het feitelijk gaat om iets dat heel vaag wordt omschreven. De gebeurtenissen in Rotterdam zullen zeker door deze overheid worden aangegrepen om verdere maatregelen te nemen. Het zijn dus feitelijk voor deze overheid welkome gebeurtenissen. Het is dus volslagen zinloos om er afstand van te nemen. Er zijn nog veel vragen in verband met ‘Rotterdam’ die nog niemand heeft gesteld. Bijvoorbeeld: Hoe kon de politie zo enorm snel ter plaatse zijn? Hoe kon de DSI zo snel ter plaatse zijn? Het aantrekken van al hun speciale uitrusting vergt al meer tijd dan het ter plaatse komen. Waarom waren uitgerekend op die dag de beveiligingscamera’s uitgeschakeld? Kan het zijn dat de politie heel goed wist wat er ging gebeuren en in de buurt heeft afgewacht? Ze hadden in dat geval dus al eerder kunnen ingrijpen. Kan het ook zijn dat de DSI wordt gebruikt op burgers om deze eenheid een realistische training te geven? Een week eerder was de DSI ook al betrokken bij een inval in een café met leden van No Surrender. Het feit dat uitgerekend de beveiligingscamera’s buiten werking waren is ook wel heel vreemd. Kan het zijn dat de zaal vooral vol zat met postende stillen die nu niet op herkenbare beelden willen figureren waaruit dan zou blijken dat ze niet hebben ingegrepen en ook dus van te voren wisten wat er ging gebeuren?

    Zware maatregelen zonder effect

    Alweer een jaar geleden dat Satudarah MC werd verboden in Duitsland. Weet u het nog? Dupont las er een Duitse krant over en zag hoe daar bij de zaak werd stil gestaan. Op 30-3-2016 schreef www1.wdr.de er een heel artikel over.

    Satudarah werd verboden in heel Duitsland, maar dat was door een verbod in de deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW). Kunt u zich nog herinneren dat wij al eerder schreven over deze deelstaat? Het IPA-seminar over OMG’s? De speciaal opgerichte undercoverpolitiemotorbende Schnelles Helles MC? Allemaal in Noordrijn-Westfalen, de deelstaat die naast Hessen bekend staat als de strengst optredende deelstaat tegen motorclubs.

    Thomas Jungbluth, de Kriminaldirektor bij het Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen en de expert in georganiseerde misdaad zegt er over: ‘Het verbod is een succes. De Satudarah-symbolen en vooral de colors mogen niet meer in het openbaar worden gedragen. Daardoor is het voor bikers veel moeilijker zichzelf nadrukkelijk neer te zetten en ook hun samenhang neemt af.’ Het is nog maar de vraag of deze Duitse jurist met zijn Wilders-look gelijk krijgt.

    Wat betreft het nut van een clubverbod is bikerdeskundige Jörg Diehl sceptischer. Een verbod heeft meestal een zekere rechtvaardiging omdat ze daarmee de invloedsmogelijkheden van een bende ongedaan maken of verkleinen, en het milieu onzeker maken. Maar men moet niet de illusie hebben dat bikers daardoor worden bekeerd en terug in de legaliteit keren.’, zegt de ‘Spiegel Online-journalist, die zich al jaren bezighoudt met bikercriminaliteit.

    In het geval van Satudarah wordt duidelijk dat een clubverbod een ‘relatief zwakke maatregel’ is. ‘Het is veel belangrijker de criminelen onder de bikers de gevangenis in te krijgen. Wanneer de leiders weer op vrije voeten komen, komt er zeker weer nieuwe aanwas’, zegt Diehl. ‘De rest van de troep gaat eenvoudigweg door. ‘Ik kan bijna zeker uitsluiten dat ook maar een enkel ex-lid nu een onbevlekt leven leidt.’ Volgens Diehl gaan de ex-leden voor eigen rekening verder als drugsdealer of pooier.

    We hebben al gezien in het artikel van Dupont ‘Holle vaten…’ dat strenge maatregelen in Australië feitelijk helemaal geen effect hebben. De politie in Australië kan geen enkel succes aantonen na verschillende clubs verboden te hebben. Tegenstanders van een verbod vermoeden zelfs dat dergelijke zware maatregelen een averechts effect kunnen hebben. In Duitsland lijkt hetzelfde te gebeuren. Het verbieden van wat je niet aanstaat is niet alleen zeer kostbaar, maar lost de problemen niet op. In Noordrijn-Westfalen waren 540 politieagenten nodig om het verbod op Satudarah af te dwingen. Vandaag staat de politie van deze strenge deelstaat onder enorme druk door een probleem dat zij lange tijd waren ‘vergeten’. Veel agenten zijn vandaag nodig in de strijd tegen terreur.

    De beste maatregel blijft dus gewoon goed rechercheren en alleen schuldigen aanpakken en opsluiten. En laat dat nou net één van de kenmerken zijn van een rechtsstaat?

     

     

    Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden

    In enkele eerdere bijdragen van Dupont werd al uit de doeken gedaan hoe de Nederlandse politie, naar Amerikaans model, motorbendes opzette die gedrag, structuur en naar eigen zeggen ‘protocollen en tradities’ van de MC’s kopieerde. Kopieerde of pikte van de Hells Angels, als bedenkers van die structuren en regels die nu overal navolging vinden. Dupont vermeldde ook hoe in de Verenigde Staten al talrijke schietpartijen waren begonnen door leden van deze politiemotorbendes en hoe daar verschillende doden bij gevallen waren.

    Een groep politieagenten die het leven zo saai vinden dat ze samen een motorbende gaan opzetten die dezelfde regels volgt, dezelfde structuren kent en dezelfde ‘protocollen en tradities’ als de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die zij willen bestrijden. Op het thema politiemotorbende is een variatie die interessant is om te vermelden. Namelijk het vormen van een motorclub, alléén maar om andere motorclubs te provoceren en in de val te lokken. Bekend is het geval van een bogusclub die zo werd opgericht in de Verenigde Staten.

    Na een dodelijke vechtpartij tussen leden van de motorclubs Hells Angels en Mongols in een casino in de Amerikaanse stad Laughlin, besloten de federale autoriteiten in 2002 een speciale operatie op te zetten tegen de Hells Angels, Operatie Black Biscuit. Een aantal speciaal geselecteerde federale agenten vormde samen een motorclub genaamd Solo Angeles CM, een bestaande motorclub die echter alleen bestond in Mexico. De federale agenten vormden een Amerikaans chapter van deze motorclub en probeerden in contact te komen met de Hells Angels.

    De leden van de Solo Angeles CM werden zelfs proeflid van de Hells Angels en één van hen claimde later zijn Hells Angels-colors gekregen te hebben. Uiteindelijk was het resultaat van de operatie dat vijftig Hells Angels werden gearresteerd.

    Of het het succes is van de Solo Angeles CM, of dat het misschien komt door de constante uitwisselingen van informatie, strategieën en opsporingsmethoden door politieagenten die internationaal informeel met elkaar omgaan, zoals aangetoond in eerdere artikelen van Dupont over IPA-Nederland en politiemotorbendes als Blue Knights MC, Lex Legio MC en LEMC Marshalls weten wij niet. Feit is dat de Amerikaanse cowboy-mentaliteit af en toe overslaat naar Europa. Wij tappen nu uit een artikel van tagesschau.de van 31 maart 2016. Nog maar even geleden dus.

    Om bewijzen te krijgen tegen de Hells Angels in de Duitse stad Bonn, zette de Duitse politie een speciaal opgerichte motorbende in, genaamd ‘Schnelles Helles MC’. De politie had namelijk brieven ontvangen waarin melding werd gemaakt van agressief optreden van deze Hells Angels tegen andere motorclubs in hun gebied. Omdat de Hells Angels volgens de politie echter niet benaderbaar waren en erg discreet, was het moeilijk informatie en bewijzen te bemachtigen.

    Voor Schnelles Helles MC werden politieagenten uit heel Duitsland aangeworven die aan bijzondere kenmerken moesten voldoen. Zij moesten zowel qua postuur als qua optreden voor echte bikers kunnen doorgaan. Een getuige vertelde later dat het ging om echte kleerkasten. Opzettelijk werd ook een logo ontworpen dat de Hells Angels moest provoceren. Zo leken lettertype en de kleuren veel op het logo van de Hells Angels. De politie ging ervan uit dat het de club kwaad zou maken.

    Vervolgens gingen de politiebikers in het gebied dat zij toeschreven aan de Hells Angels regelmatig eten en drinken in een café. Zowel in het café zelf, als op de toegangswegen waren camera’s aangebracht en waakten collega’s. De enige reactie van de Hells Angels was dat na enige tijd enige leden van die club het bewuste café een bezoekje brachten. Omdat de leden van Schnelles Helles MC er zelf niet waren, vroegen ze aan de café-uitbater of die mannen van Schnelles Helles hier nog wel kwamen en of hij aan ze wilde vragen of ze hun logo en de letters wat wilden veranderen omdat het te veel leek op hun logo. Volgens de uitbater kwamen de mannen uiterst vriendelijk over.

    Inmiddels is het Hells Angels chapter in Bonn door de autoriteiten verboden en moeten de leden van het chapter binnenkort voorkomen wegens wapenbezit, mishandeling en afpersing. In de aanklachten staat niets over een operatie van undercover-agenten, maar Schnelles Helles MC wordt wel meer dan vijftig keer genoemd. Waarnemers geven aan dat de Duitse politie zich op een smal pad heeft begeven. Undercover mag, maar uitlokking eigenlijk niet.

    Nu wij de lezer een aardig verhaaltje hebben voorgeschotelt, even nog wat stof tot nadenken. Duitsland is dichterbij dan de Verenigde Staten. Ook in Nederland hebben ongeoorloofde opsporingsmethoden plaatsgevonden, denk nog maar aan de commissie-Van Traa. Maar wat vooral veel argwaan moet opwekken is het feit dat deze undercover-operatie plaatsvond in Bonn. Bonn ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. En uitgerekend deze Duitse deelstaat doet samen met de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse politie samen aan…..bestrijding van Outlaw Motorcycle Gangs.

    Dupont schreef daar op 25 maart 2016 het volgende over in het artikel ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’: Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.

    O, en dat seminar van de IPA-Nederland in Schloss Gimborn waar we het gisteren over hadden? Dat ligt ook al in Noordrijn-Westfalen. Het is maar dat u het weet!

    Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden

     

    In september 2016 organiseert de International Police Association IPA-Nederland weer een Nederlandstalig seminar in Schloss Gimborn in Deutschland. (http://www.ipa-nederland.nl/ipa-nederland/ibz-gimborn/) Het seminar is groots opgezet en zal deze keer gaan over de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).

    De Nederlandse afdeling van IPA, die het seminar organiseert verwoord het zo:

    ‘De samenleving is in de laatste jaren veelvuldig geconfronteerd met criminaliteit en ordeverstoringen begaan door (leden van) Outlaw Motorcycle Gangs. De overheid is gaandeweg doordrongen van de ernst van de misdragingen. Dit heeft onder meer geleid tot een zero-tolerance beleid in de aanpak van deze vorm van criminaliteit. Door het optreden van politie, justitie en bestuur is inmiddels een duidelijker beeld ontstaan over criminele motorgroepen, hun werkwijzen en hun activiteiten.

    In dit seminar wordt nader ingegaan op het verschijnsel Outlaw Motorcycle Gangs. Gestart wordt met een analyse en een overzicht van de situatie in Nederland en in de buurlanden. Thema’s als de ontstaansgeschiedenis van de motor groepen, hun samenstelling, en hun subcultuur zullen worden verkend. In het vervolg van het seminar zullen een aantal case-studies worden behandeld door inleiders vanuit de politie en het bestuur. Ook is voorzien in een case-study uit Duitsland. Het seminar beperkt zich niet tot louter beschrijvingen. Nadrukkelijk zal worden ingegaan op vragen over de aanpak van het fenomeen en welke instrumenten de overheid daarbij ter beschikking staan en welke mogelijk ontbreken. De opbouw van een informatiepositie binnen en rond de OMG vormt het laatste onderdeel van het seminar. Beoogd wordt om de leeropbrengst van dit seminar vast te leggen in een gezamenlijk artikel dat ter publicatie zal worden aangeboden aan een politievakblad. ‘

    Het is een bekende taktiek van de (internationaal opererende) politieagenten. Een probleemstelling als vaststaand feit presenteren en daar dan ‘oplossingen’ bij aandragen. Zowel in de gepubliceerde politierapportages in Nederland alsook in het Handboek Outlawbikers dat is bestemd voor politieagenten is er sprake van het langdurig bespreken van de situatie in het buitenland. Zo ook hier. De IPA gaat nog een stapje verder, want voor de Nederlandse politieagenten die deelnemen aan het seminar wordt een zogenaamde ‘case-study’ gebruikt uit Duitsland. Komt dat omdat in Nederland geen goede voorbeelden zijn van criminaliteit en ordeverstoringen door OMG’s? Aan te nemen is dat de betreffende case-study niet zal gaan over motorclubs die deelnemen aan een Kika-run of het inzamelen van geld of speelgoed voor kinderen in het ziekenhuis. Er wordt dus bewust een negatief beeld geschapen.

    Maar wat is die IPA nu eigenlijk? Een bezoek aan de website van de IPA verteld ons dat deze organisatie een particuliere organisatie is voor politiepersoneel. In vele landen zijn afdelingen, zo ook in Nederland. Wat zegt nu IPA Nederland over zichzelf?

    ‘De IPA is de grootste politievereniging ter wereld met in 2014 ruim 420.000 leden in 63 landen. Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden. Godsdienst, politieke overtuiging, rang, ras, geslacht spelen hierbij geen rol. De IPA vormt een bron van waardevolle contacten over de gehele wereld. De vereniging is gebaseerd op idealisme en vrijwilligheid en biedt hulp in normale- en noodsituaties. De IPA staat voor internationale vriendschap zonder onderscheid. De Nederlandse sectie heeft ruim 6300 leden.’

    Dat de IPA niet heel erg secuur is bewijst wel het bericht over het aantal Nederlandse leden. Op een andere pagina van dezelfde website staat namelijk: ‘De IPA heeft momenteel wereldwijd meer dan 413.158 leden in meer dan 63 landen. Ons land heeft ruim 7500 leden.’

    Een nogal fors verschil in het aantal leden.

    Maar goed wij stappen naar het bericht op de website over de deelnemende landen. ‘Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden.’, bericht de site. En dat is mooi. Even verder vertelt de website ons welke landen lid zijn van de IPA. Naast een aantal redelijk onverdachte landen zien wij ook: Argentinië, Armenië, Brazilië, Kazakhstan, Kenia, Mexico, Mozambique, Pakistan, Peru, Sri Lanka, Swaziland, Turkije en Oekraïne.

    Om de lezer duidelijk te maken of deze landen wel democratisch zijn en de mensenrechten worden geëerbiedigd, vlogen wij even over het internet en vonden enige markante rapportages en uitspraken:

    Over de mensenrechten in Argentinië zei Brigitte Adriaensen van de Radboud Universiteit op 14 maart 2016: ‘Mensenrechten gaan hard achteruit onder beleid van Mauricio Macri (de nieuwe president)’.

    “Mensenrechten dagelijks geschonden in Armenië” volgens de website van de School voor Journalistiek op 11-12-2012.

    ‘Brazilië schendt mensenrechten bij voorbereiding WK en Spelen’ in Ravage (27-5-2013).

    ‘Marteling nog steeds wijdverbreid in Kazachstan’. Amnesty International op 11-7-2013.

    ‘Mensenrechtenactivisten worden regelmatig lastig gevallen door de politie en zonder een rechtmatig proces vastgehouden, gechanteerd en blootgesteld aan geweld’. Peace Brigades in een artikel uit 2008 www.peacebrigades.nl

    ‘Vandaag de dag is Mexico een gevaarlijk land voor verdedigers van de mensenrechten. Door het verrichten van hun werk krijgen ze regelmatig te maken met onwettige arrestatie, opsluiting onder valse voorwendselen, fysieke aanvallen, intimidatie en zelfs moord. In sommige gevallen zijn de Mexicaanse autoriteiten verantwoordelijk voor het vervolgen van mensenrechtenverdedigers en in andere gevallen zijn het onbekenden, waarbij de regionale en de federale autoriteiten door politieke onwil verzaken om op te treden tegen de daders.’ www.peacebrigades.nl

    ‘Mozambique: Duizenden vast onder slechte omstandigheden’. Amnesty International 23-11-2012.

    ‘Mensenrechten: ‘We maken kleine stapjes, maar de agenda is nog niet af’,volgens Jeannette Seppen, de Nederlandse ambassadrice in Pakistan vorig jaar op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

    ‘Mensenrechten zijn ondergeschikt aan de economische belangen van bedrijven en Peruaanse staat.’ Mondiaal Nieuws op 1 oktober 2014.

    ‘Mensenrechten in Sri Lanka verslechterd’ De Telegraaf 20 mei 2013.

    Swaziland: aanvallen op vakbondsactivisten worden opgevoerd. De laatste absolute monarchie van Afrika heeft zijn aanvallen op vakbonden en activisten geintensiveerd. Politieke partijen in Swaziland zijn verboden en oppositieleider Mario Maseku (PUDEMO) en jeugdleider Maxwell Dlamini zijn slachtoffer van willekuerige detentie. Mensenrechtenadvocaat Thulani Maseko en journalist Bheki Makhubu zijn veroordeeld tot 2 jaar cel omdat ze aan de kaak hadden gesteld dat de rechtspraak niet onafhankelijk is.’ In een artikel van vakbond FNV op Mondiaal FNV Noord 29-3-2015.

    ‘EU gealarmeerd over schendingen mensenrechten in Turkije’ (Nu.nl op 10 november 2015).

    ‘VN signaleert schendingen mensenrechten in Oekraïne’.(nu.nl op 15 april 2014)

    In een aantal van de genoemde landen is ook het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken actief om de mensenrechten te bevorderen door kleinschalige projecten te financieren. Een andere indicatie dat het met de mensenrechten en de ‘democratische rechtsorde’ in deze landen niet bepaald meevalt.

    Duidelijk is dat wanneer overheden betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen de politie en het leger daaraan deelnemen. Dat de contacten verder gaan dan alleen het noemen van een aantal landen op internet bewijst wel het bezoek dat een Turkse delegatie bracht op 19 februari van dit jaar en die werd ontvangen door IPA-bestuursleden Taal en Korsel. De foto die hiervan werd gemaakt en op Facebook werd geplaatst, werd meteen ‘geliked’ door PvdA-er Wim Cornelis.

    De volgende vraag is natuurlijk wie er in het bestuur van IPA Nederland zitten. Enkele opmerkelijke vondsten: Vice-voorzitter Wim Cornelis is oud-burgemeester van Gouda voor de PvdA en is Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 2010 raakte hij ernstig in opspraak na het bouwen van een huis in het buitenland en verliet een jaar later zijn burgemeesterspost. Penningmeester Bert van der Wal is oud-politieman en ook al Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bestuurslid Beleid Wim Olieman is manager Bureauplanning van de Apeldoornse Politieacademie. Om er maar een paar te noemen.

    De seminarleiding is in handen van Patrick Reinerink, Albert Roskam en Michiel Holtackers. Patrick Reinerink is politieagent in actieve dienst in Vriezenveen, Albert Roskam werkt bij politie Twente en Michiel Holtackers zit namens het CDA in de Tweede Kamer en was werkzaam als docent op de Politie Academie.

    Op het seminar worden lezingen gegeven door een uitgelezen gezelschap: professor Cyril Fijnaut van de Universiteit van Tilburg, Henk Waarsing, in actieve dienst bij politie-eenheid Oost-Nederland, Rianne Verwijs die in dienst is als projectleider OMG bij het LIEC, Lian van Sinten die werkt als eenheidscoördinator OMG in de politieregio Oost-Brabant en George Kroese die werkt als strategisch analist taakaccent OMG bij de politie-eenheid Limburg.

    We zetten even een aantal zaken op een rijtje voor u. Een particuliere organisatie waarvan 7500 Nederlandse politiemensen en oud-politiemensen lid zijn die gezeteld is in meer dan 14 landen waar de democratische rechtsorde een lachertje is, die zelfstandig met een probleemstelling komt over Nederlandse motorrijdende burgers die zij vervolgens willen gaan oplossen, waarbij Nederlandse politiemensen en politie-officieren met vertrouwensfuncties namens de Nederlandse politie en een Nederlands parlementariër van het CDA hun verregaande medewerking mogen geven. In het bestuur van deze organisatie die dus blijkbaar vindt dat de ‘democratische rechtsorde’ in de bovengenoemde landen wel in orde is, zitten gepensioneerde politie-officieren, docenten en managers van Nederlandse politieacademies, een gesjeesde PvdA-politicus en van belangenverstrengeling beschuldigde burgemeester en maar liefst twee koninklijk onderscheiden Ridders in de Orde van Oranje Nassau. Op foto’s van IPA-bijeenkomsten is te zien hoe de straatarme politieambtenaren in dienstkleding moeten rondlopen om hun eigen kleding niet te verslijten. Overigens geeft IPA Nederland specifiek aan dat leden van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst) ook lid mogen worden.

    Het seminar kost 200 euro per persoon, maar het IPA vindt het zo belangrijk dat Nederlandse deelnemers (alleen politiemensen) gratis mogen deelnemen. Krijgen ze hiervoor subsidie van de Nederlandse overheid? Lijkt dit op beïnvloeding of niet? Heeft de IPA-Nederland voorrechten in Nederland? Krijgen zij gratis zaaltjes, materiaal, gratis de beschikking over in dienst zijnd politiepersoneel? Op welke wijze worden zij nog meer gefaciliteerd?

    Het IPA wil graag onderlinge banden tussen politieagenten in verschillende landen aanhalen en informeel informatie uitwisselen. Komt er nu informatie die wordt verzameld door verdachte staandehoudingen in Nederland via een niet-aangemelde politiedatabank over ‘Outlawbikers’ terecht in landen waar eigenlijk helemaal geen mensenrechten zijn? En welke ander informatie van de politie komt op deze manier in het verdachte buitenland terecht? Komt er ook informatie terecht bij de Nederlandse politie op deze manier?

    Dupont berichtte enkele dagen geleden in zijn blog over de ‘appende’ politieagenten bij een grensovergang na de terroristische aanslagen in België. Blijkbaar besteedt de politie liever aandacht aan motorrijders en motorclubs waarvan er tot op heden geen enkele verboden is.

    Verbaast het de lezer dat de IPA ook zijn eigen motorclub heeft? Dit is de IPA MC. Hier de reactie van de politiemotorbende Blue Knights MC Nederland op hun website: ‘In 1989 waaide het enthousiasme voor politiemotorclubs over naar Europa, nadat enkele collega’s via de International Police Association (IPA) contact hadden opgenomen met collega’s uit de U.S.A.’

    U kunt gerust gaan slapen!

    Vorige week alweer. Er zijn juist verschillende terroristische aanvallen geweest op het Brusselse vliegveld en een metrostation. De Nederlandse overheid kondigt extra grenscontroles aan en er zijn files bij sommige grensovergangen.

    Het is voormiddag. Ik rijd met mijn benzineslurper een kleine grensovergang over België in. Ik moet in de buurt zijn en ik maak graag van de gelegenheid gebruik even wat sigaretten te kopen, een paar flessen drank en natuurlijk ga ik nog even tanken. Dat tanken scheelt me 20 cent per liter.

    Precies op de grens staat een Nederlandse politiewagen die schuin in de berm staat. De neus richting Nederland. In de wagen twee agenten. Ik aarzel wanneer ik ze zie. Ik heb dan wel niets te verbergen, maar dat weten die agenten niet. Straks sta ik met mijn sigaretjes, flessen Bacardi en jerrycans in de motregen uit te leggen dat ik geen terrorist ben.

    Ik ga toch maar mijn boodschappen doen en rijd minder dan een half uur later terug naar Nederland. Van een afstandje zie ik ze al staan. Nog steeds in hun politiewagen. Terwijl ik erlangs rijd kijk ik in de wagen. Twee agenten zitten in de typische houding die vroeger werd geassocieerd met het stiekem lezen van een pornoboekje. Naar beneden kijkend hebben de heren geen enkele aandacht voor het verkeer dat veel langzamer dan anders de grensovergang voorbijrijd. Ik begrijp dat de heren zitten te ‘appen’.

    Er zijn terroristische aanvallen gepleegd en er zijn daarbij tientallen doden en gewonden gevallen. De Nederlandse overheid stelt extra grenscontroles in om te voorkomen dat terroristen het land binnenkomen. De agenten die de grens controleren zitten te ‘appen’ en kijken niet op of om. Ik kijk nog even in mijn achteruitkijkspiegel en trap op het gaspedaal. Ik ben gerustgesteld. Nederland is veilig.

    Thuis vertel ik het aan een vriend. Die kijkt een beetje beteuterd en stelt me een paar vragen. Ik heb te vroeg gejuicht. Is Nederland veilig? Wie worden er eigenlijk aangehouden bij grenscontroles na een terroristische aanval door moslims? Hoogblonde vrouwen in Poolse vrachtwagens? Bejaarde Duitsers die naar het strand gaan? Of hebben de heren het vooral voorzien op voorbijjakkerende donkere Middellandsezee-types met lange baarden en hoofddoeken met kalashnikovs uit het raampje?

    Vandaag werd bekend dat de constante politierazzia’s in België en Frankrijk een waterbed-effect kunnen hebben op Nederland. Het zou kunnen zijn dat er zich nu moslimextremisten gaan schuilhouden in Nederland. Het zou kunnen.

    Ik ga voorlopig maar niet meer in België tanken. Dat is in ieder geval zeker.

     

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat

    Op 21 maart 2016 publiceerde de het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden. Deze OMG’s worden overigens in dit rapport opnieuw anders genoemd. Nu zijn het OMCG’s (Outlaw Motor Cycle Gangs), waar het vroeger OMG’s waren (Outlaw Motorcycle Gangs).

    Wat veel ernstiger is dan onenigheid of verwarring over afkortingen om motorclubs aan te duiden is het feit dat de meeste maatregelen die worden aanbevolen in dit internationale verband gebaseerd zijn op aannames, leugens en al eerder weerlegde aantijgingen. Wij geven hiervan enige voorbeelden.

     

    Op bladzijde 7 lezen wij: ‘Politiekorpsen en justitiële instanties in de Benelux Unie maken melding van een toename van geweld en gebruik van vuurwapens en zelfs explosieven door OMCG・s. Leden van OMCG・s zijn maar al te vaak actief in de grootschalige productie van en handel in soft- en harddrugs, illegale prostitutie, afpersingen en gewelddadige vergeldingsacties. OMCG・s hebben een sterk ontwrichtend effect op het maatschappelijk en economisch verkeer in steden en gemeenten in de Europese Unie, alsook in de Benelux Unie en de Euregio Maas-Rijn.’

    Explosieven? Dat is voor het eerst dat wij horen van het gebruik van explosieven. Er zijn tegen enige leden van de Bandidos MC in Nederland wel aanslagen geweest, maar deze leden en de president van de club, de heer Harrie Ramakers, hebben verschillende malen benadrukt dat deze aanslagen niets te maken hebben met geweld tussen motorclubs onderling. Justitie in Nederland heeft het tegendeel nog niet bewezen.

    Dat leden van OMCG’s ‘maar al te vaak’ actief zijn is een uitspraak die niet wordt ondersteunt met feiten. Kom maar eens met welke clubs en welke feiten. ‘De OMCG’s hebben een sterk ontwrichtend effect’ is ook al weer zo’n uitspraak die niet wordt ondersteund met een enkel feit en een sterk suggestief karakter heeft.

    Op bladzijde 11 lezen wij meer aantijgingen: ‘OMCG・s zijn sterk betrokken bij de georganiseerde misdaad

    en verstoringen van de openbare orde. De Nederlandse multidisciplinaire aanpak van OMCG・s begon in

    2012. Hiermee werd gestart als reactie op de toenemende spanningen tussen verschillende OMCG’s en verstoringen van de openbare orde door geweld en intimidatie door de OMCG’s.’

    Betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad moet eerst nog maar eens bewezen worden en bovendien zal dat dan niet gelden voor alle clubs die in dit rapport worden genoemd. Bovendien is er nergens bewijs dat clubs als club betrokken zijn bij misdaad of dat het de persoonlijke initiatieven betreft van afzonderlijke leden van clubs. Er is tot zover nog geen enkele club in Nederland die ooit is verboden door een rechter.

    Laat men eens enkele voorbeelden geven van verstoringen van de openbare orde, met name van ‘geweld en intimidatie’.

    Op bladzijde 12 lezen wij: ‘OMCG・s trachten cafés over te nemen door intimidatie of afpersing. Ze trachten ook cafés te dwingen om leden van OMCG’s in dienst te nemen als uitsmijters. Uitbaters van horecagelegenheden worden geïnformeerd over de risico・s en worden ook aangemoedigd om intimidatie en afpersing te melden aan de overheid.’

    Ook hier wordt er voor waar gepubliceerd wat de politie in Nederland al veel langer roept. Er zijn nog steeds geen concrete voorbeelden genoemd en bovendien staat opnieuw ter discussie of dit dan zou worden gedaan door clubs of alleen individuele leden van clubs. Bovendien wordt niet gepreciseerd welke clubs zich hieraan schuldig zouden moeten maken. Moeten alle clubs lijden onder de gedragingen van enkele leden van een andere club?

    Op bladzijde 21 lezen wij opnieuw een leugen die telkens opnieuw wordt herhaald: ‘In de problematiek met de HAMC in Kerkrade is er besloten dat de burgemeester wordt beveiligd. Zijn collega in Maasmechelen (België) moet dit in de krant lezen. Hij zoekt hieromtrent de publiciteit in België en vraagt zich af hoe het kan dat een collega van hem op nog geen 30 kilometer afstand bescherming krijgt omdat hij problemen heeft met OMCG・s, zonder dat hij hiervan op de hoogte wordt gebracht. Immers in zijn gemeente zijn chapters van rivaliserende OMCG・s gevestigd. Een van die OMCG・s is de HAMC.’

    Dupont heeft herhaaldelijk gewezen op het feit dat de burgemeester van Kerkrade niet is bedreigd door de HAMC (Hells Angels Motorcycle Club). In eerste instantie zei burgemeester Jos Som in een interview dat hij helemaal niet wist uit welke richting de bedreigingen kwamen, later zei hij dat de officier van justitie hem had gezegd onder te duiken. Bedreigingen waren dus in ieder geval niet rechtstreeks en Jos Som wist helemaal niet waar het vandaan kwam. Later kwam hij in een interview met het gegeven dat het ging om ‘motorjasjes’. Iets waarvan helemaal geen sprake was in eerdere interviews. Ook de bedreigingen aan het adres van zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, hebben niet plaatsgevonden.

    Wel worden bovenstaande ‘bedreigingen’ gebruikt om te benadrukken dat er internationaal moet worden samengewerkt, omdat de burgemeester van een Belgische gemeente die 30 kilometer verder weg ligt in zijn gemeente ook rivaliserende motorclubs heeft. Niet-gebeurde bedreigingen die plaatsgevonden zouden hebben door een motorclub omdat hun clubhuis werd gesloten worden in verband gebracht met een gemeente over de grens die toevallig ‘rivaliserende OMCG’s’ binnen zijn gemeentegrenzen heeft.

    Maatregelen die worden getroffen door het samenwerkingsverband van Duitse, Belgische, Luxemburgse en Nederlandse autoriteiten berusten helemaal niet op feiten, maar op leugens, valse aannames, geruchten en valse beschuldigingen. De deelname van de Duitse overheid aan deze gang van zaken verbaast niets. Zij hebben veel ervaring met het vals beschuldigen van bevolkingsgroepen en het vervolgen daarvan.

    Voor wie het hele rapport wil lezen: http://www.eu2016.nl/documenten/publicaties/2016/03/21/tackling-crime-together

    De biker als ideale zondebok

    Vorig jaar schreeuwde de Kerkraadse burgemeester Jos Som moord en brand toen het Openbaar Ministerie hem waarschuwde dat hij werd bedreigd. Hoewel Jos Som eerst nog verklaarde dat onbekend was uit welke hoek de bedreigingen afkomstig waren, riep hij later dat het om ‘motorjasjes’ ging. Dat kwam hem dan ook heel goed uit, want nadat zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, zogenaamd bedreigd zou zijn door Hells Angels, besloot Jos Som het clubhuis van die motorclub te sluiten. Achteraf bleek dat zijn dochter helemaal niet was bedreigd. Het clubhuis was toen al dicht, de burgemeester had zijn gezicht gered en er kon weer een dossiertje toegevoegd worden aan de bestrijders van motorclubs.

    Omroep Brabant berichtte op 11 maart 2016 hoe de fantaserende officier van justitie Lucas van Delft zelf bedreigingen verzon en doorgaf via Meld Misdaad Anoniem. ‘Volgens Van Delft zou hasjbaas Van Laarhoven leden van de motorclub Satudarah hebben ingehuurd om Van Delft te bedreigen. Advocaat Taco van der Dussen, die Van Delft vertegenwoordigt, en het Landelijk Parket willen niet reageren omdat het strafrechtelijk onderzoek tegen de ervaren officier nog loopt. De crimefighter zit vanwege de vermeende bedreigingen al ruim vier maanden thuis.’ Het artikel brengt perfect de tegenstellingen aan het licht. Bedreigende leden van motorclub Satudarah enerzijds en de ‘ervaren crimefighter’ anderzijds. Het moet dus haast wel waar zijn.

    Op 10 maart 2016 berichtte De Telegraaf dan weer dat de burgemeester van Heerlen ternauwernood had kunnen voorkomen dat een beruchte motorbende zich had gevestigd in het Limburgse kerkdorp. De burgemeester wilde de naam van de ‘motorbende’ niet noemen, zelfs niet aan de gemeenteraad. Het zit er dan ook in dat die gemeenteraad hem niet zou geloven wanneer hij toch opening van zaken zou geven. Wat de burgemeester ook zei was dat ‘Den Haag’ niet genoeg handvaten gaf om de ‘motorbendes’ te bestrijden. Het geroep van burgemeester Krewinkel had dus ook een politiek doel en was een boodschap om hulp aan de regering.

    Zo worden motorclubs tegen wil en dank en geheel buiten hun eigen handelen en medeweten betrokken in tal van dossiers. Onderzoeken gaan lopen, clubhuizen worden dichtgetimmerd en de burger kruipt angstig weg na de zoveelste subjectieve berichtgeving. Maar er gaat altijd baas boven baas. Sommige mensen gaat echt geen zee te hoog om hun daden te rechtvaardigen. En laat nou uitgerekend weer een politieman daarvan het voorbeeld geven.

    Want 1Limburg bericht op 17 maart 2016: ‘De 54-jarige politieman C.P. heeft volgens het OM vorig jaar “onnodig vuurwapengeweld gebruikt tegen een man die psychotisch was, en niet wist wat hij deed. Op 31 mei vorig jaar schoot P. een verdachte in zijn benen. De man uit Sittard zou in Susteren vuurwerk tegen een voordeur hebben gegooid. Na een korte achtervolging loste P. een waarschuwingsschot, maar daarop reageerde de man niet. De agent schoot de verdachte daarop in zijn benen. Na onderzoek door de Rijksrecherche besloot het Openbaar Ministerie (OM) om de agent te vervolgen. Het Openbaar Ministerie liet tijdens de zitting weten een psychiatrisch rapport over de agent te laten opstellen. Volgens de verdediging was de politieman nog gespannen van de acties tegen motorbendes afgelopen jaar, en kampte hij met PTSS, een post traumatisch stress syndroom.’

    Als politieman schiet je zomaar een man met psychische problemen neer die hard wegloopt en feitelijk niets heeft gedaan en dan zeg je dat het komt door de spanningen van die ‘motorbendes’. Dit is natuurlijk een open deur voor andere verdachten van een zeer ernstig misdrijf. Je zegt gewoon dat je erg in de war bent geraakt van ‘motorbendes’. De kranten staan er vol mee en het eist gewoon zijn tol.
    1Limburg gaat verder: ‘Uit onderzoek bleek later dat de verdachte helemaal geen vuurwerk tegen de deur had gegooid, maar een steen. De bewoner had in paniek de politie gebeld met de mededeling dat iemand vuurwerk tegen zijn deur had gegooid. De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes.’

    ‘De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes’? Wat is het verband? Is er sprake van zodanige berichtgeving, ook binnen de politie zelf, dat de agenten geloven wat er in al die politierapportages staat over motorclubs? Dan kan er binnenkort ook maar zo een lid van zo’n motorclub worden neergeschoten. Een agent in de war maakt rare sprongen.

    De politie ondertussen onderzoekt of er een extra wapen kan worden toegevoegd aan het arsenaal om vuurwapengebruik zo te voorkomen. En de neergeschoten psychoot? Die wordt mogelijk vervolgd voor het gooien van een steen. Hij zal wel in de war zijn geweest over wat hij in de krant over politiegeweld had gelezen.

    Politieagenten als outlawbiker

    In 2014 verscheen in Nederland het rapport van de politie genaamd ‘Outlawbikers in Nederland’. De grote man van de bestrijding van motorclubs, commissaris Piem Miltenburg, zei in zijn voorwoord voor dit rapport het volgende: ‘Binnen Nederland worden we de laatste jaren geconfronteerd met een forse groei van outlaw motorcycle gangs (OMG’s). Een groei die, gelet op ontwikkelingen elders in Europa, niet uniek is, maar ons wel tot alertheid maant. Outlaw motorcycle gangs zijn immers geen normale motorclubs…’

    Het rapport gaat verder met wat ‘outlaw motorcycle gangs’zijn.

    Met het hanteren van de nieuwe term outlaw motorcycle gangs,is wel de oude 1%-afbakening aangehouden. De leden van de voormalige Dutch Council waren zogeheten fullcolour-clubs. Deze onderscheiden zich van andere clubs doordat hun fullcolour-leden hesjes dragen met drie backpatches, te weten het logo van de club, een toprocker (halve boog met tekst) met daarin de naam van de club, een bottomrocker met daarin het specifieke chapter (afdeling) of de regio. Ook internationaal gezien wordt de three piece backpatch als onderscheidend voor outlaw motorcycle gangs beschouwd.’

    Enerzijds wordt dus geconstateerd dat er een flinke groei is in de toename van het aantal clubs en hun leden, anderzijds wordt aangegeven hoe je ‘outlaw motorcycle gangs’ kunt herkennen. Dezen hebben namelijk een driedelige set colors op hun rug. En dat onderscheidt ze volgens dit politierapport van de andere , zeg maar gewone, motorclubs.

    Dupont ging de straat op in Nederland en keek eens rond. Hij vond drie motorclubs, naast de bekende clubs als Hells Angels en Satudarah, die aan dit criterium voldoen: Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. Alle drie de clubs zijn al in eerdere artikelen beschreven. Duidelijk is dat deze clubs alleen toegankelijk zijn voor politiemensen, oud-politiemensen, gevangenispersoneel en mensen die bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie werkzaam zijn.

    Hoewel in Nederland nog niet veel incidenten rond deze zogenaamde ‘copclubs’ bekend zijn, is dat in bijvoorbeeld de Verenigde Staten wel het geval. Het politierapport ‘Outlawbikers in Nederland’ grijpt uitvoerig terug op de ontstaansgeschiedenis en gebeurtenissen van motorclubs in het buitenland om de situatie in Nederland te verduidelijken. Wij gaan dus hetzelfde doen. Wij gaan hiervoor naar de Verenigde Staten.

    Een bekende blogger over motorclubs in de Verenigde Staten is ‘The aging rebel’ (www.agingrebel.com). Op 13 januari 2009 schreef deze het volgende op zijn blog:

    ‘City Heat Motorcycle Club wears a three-piece patch. It is one of the so called “Law Enforcement Motorcycle Clubs” that have repeatedly tried to use the police powers of their patch holders to intimidate other bikers and other clubs.

    For example, last August, Ron Smith, a Seattle police union official and a member of the Iron Pigs motorcycle gang shot a member of the Hells Angels Motorcycle Club named Joseph McGuire in the Loud American Roadhouse in Sturgis. The shooting occurred in the course of a fist fight that followed a verbal altercation.

    Apparently McGuire had the audacity to ask Smith why the Iron Pigs were allowed to wear their colors in the Roadhouse while the Hells Angels were not. The police were carrying concealed weapons and were released by local police immediately after the incident. Charges were filed against the cops but dropped. The victim, Smith, spent months in hospital and is facing charges of trying to kill the cop who shot him.

    Clubs like the Iron Pigs, the Wild Pigs, the Untouchables, the Renegades, the Blue Steel and the club central to the Minneapolis suit, the City Heat clearly intend to be outlaws with police privileges.’

    The Aging Rebel haalt hier niet alleen aan hoe leden van niet-copclubs zomaar door deze laatsten worden beschoten, maar ook zegt hij dat vaak motorclubleden hun colors niet mogen dragen in openbare gelegenheden als horeca. Dit laatste is een situatie die vergelijkbaar is met Nederland. Veel horeca weigert dragers van colors en het is ook opgenomen in sommige plaatselijke verordeningen voor binnensteden. De vraag is of de politiemotorbendes zich ook houden aan deze verordeningen en regels.

    Een copclub oftewel politiemotorbende als ‘City Heat’ wordt er ook van beschuldigd openlijk racistisch te zijn.

    In 2014 kwam een federaal rapport uit in de Verenigde Staten waarin werd geconstateerd dat er een snelle expansie was te zien ondanks bloedvergieten van politiemotorbendes. Een vooraanstaand onderzoeker stelde dat Iron Order MC problemen heeft met iedereen.

    Iron Order noemt zichzelf weliswaar geen copclub, maar een groot aantal van de leden van deze club is wel politieman of cipier in het gevangeniswezen. De laatste jaren is Iron Order MC betrokken geweest bij tal van dodelijke incidenten met andere motorclubs. Zo werd in 2014 een lid van de Black Pistons MC doodgeschoten door een lid van Iron Order. De Denver Post bericht op 2 januari 2016 hoe een lid van Iron Order MC een lid van de Mongols MC doodschiet op een motorevenement in Denver. Drie andere clubleden werden neergeschoten. Bekend is dat leden van politiemotorbendes legaal hun wapens mogen dragen, ook in hun hoedanigheid als motorbendelid.

    Terug naar Nederland zien we, net als bij de andere motorclubs, nog geen echte incidenten, maar wel zien we een snelle groei van politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls en Blue Knights MC. Gezien het martiale karakter van deze clubs en de agressieve macho ogende logo’s met doodshoofden en dolken of zwaarden is het misschien alleen nog afwachten totdat er wel iets gebeurt.

    Vooralsnog is niets bekend van maatregelen die door de overheid, of gemeenten, worden genomen tegen deze politiemotorbendes. Blijkbaar sust het gegeven dat de leden van deze clubs allen politiemensen zijn de overheden in slaap. Net als in de Verenigde Staten kan de schok van het wakker worden des te groter zijn.

     

     

    Riding Ralf tegen motorbendes

    De vers benoemde burgemeester van de Limburgse gemeente Heerlen heeft zichzelf al meteen flink op de kaart gezet bleek onlangs. De Telegraaf berichtte daar op 10 maart 2016 het volgende zeer verontrustende nieuws over: ‘De gemeente Heerlen heeft ternauwernood de vestiging van een van de beruchte motorbendes in de Limburgse stad weten te voorkomen. Burgemeester Ralf Krewinkel stak hier de afgelopen tijd een stokje voor, blijkt uit onderzoek van De Telegraaf. Of het om outlawclub Hells Angels, Satudarah of Bandidos gaat, wordt geheim gehouden. De gemeenteraad werd over de verboden komst van de motorbende niet ingelicht, zeggen raadsleden.’

    De gemeenteraad werd niet ingelicht. Wel een beetje vreemd. Is er een addertje onder het gras?

    ‘Ik had signalen gekregen dat leden van een motorclub ergens bij elkaar kwamen om zich te gaan vestigen, daarom heb ik na onderzoek meteen een zogeheten stop-gesprek met de beheerder van dat pand gevoerd”, bevestigt Krewinkel, sinds eind augustus vorig jaar burgervader in Heerlen. ,,Verdere details ga ik niet geven over deze kwestie. Wij monitoren op dit moment voortdurend of er nog steeds dergelijke berichten vanuit de stad komen die betrekking hebben op de motorclubs. Die wil ik in Heerlen namelijk niet hebben.’

    De burgemeester heeft dus ‘signalen’ gekregen. En meteen die signalen omgezet in actie.

    ‘Krewinkel benadrukt dat hij ,,vanuit Den Haag te weinig handvaten krijgt” om te kunnen optreden in dit soort kwesties. Het bezoek van minister Ard van der Steur in mei vorig jaar aan het diepe zuiden van ons land om deze problematiek te bespreken is volgens hem niet afdoende geweest. ,,Ik en ook mijn collega’s hier in Zuid-Limburg moeten meer wettelijke maatregelen hebben om de motorbendes keihard te kunnen aanpakken.’

    Ronduit geweldig zo’n doortastende burgervader te hebben. Maar waarom verzwijgt hij tegen de democratische gemeenteraad welke club er is tegengehouden? Is het wel waar wat de burgervader roept? Wie is eigenlijk de burgemeester van dit Limburgse dorp?

    Ralf Karel Hubert Krewinkel werd in 1974 geboren in een ander Limburgs dorpje, Kerkrade. In deze gemeente was hij jarenlang gemeenteraadslid en zelfs vijf jaar wethouder. Wethouder in Kerkrade? Dat is toch die gemeente waar burgemeester Jos Som zijn sceptertje zwaait? Die man waarvan wij ons afvragen hoeveel geld hij heeft verdient met de ontwikkeling van zijn prestigieuze stadscentrum? Een prestigeproject waar namen bij genoemd worden als Piet van Pol en Joep Jansen? De burgemeester die ook al bij tal van andere een beetje kromme zaken werd genoemd? Dupont schreef er regelmatig over. Daarvan moet Ralf Karel Hubert Krewinkel toch meer geweten hebben? Of was Jos Som destijds net zo zwijgzaam naar zijn wethouders als Krewinkel nu naar zijn gemeenteraad?

    Feit is dat de oude mentor van Krewinkel zijn sporen heeft verdient in de hevige strijd tegen de ‘motorbendes’. Hij werd naar eigen zeggen bedreigd door ‘motorjasjes’ na de sluiting van een horecapand dat in gebruik was als clubhuis van de Hells Angels. Ook hier wist Dupont een en ander danig te relativeren. De vraag is dus of er in Heerlen werkelijk iets aan de hand was. Of is.

    Want wat wil het geval? In Heerlen wordt al enige jaren achtereen een feest gevierd van een motorbende. Dat feest vindt plaats in Huis Eikhold. En er heeft nog nooit een haan naar gekraaid. Ook Ralf Karel Hubert Krewinkel niet. Zelfs hij niet. En dat is zeer opmerkelijk daar deze motorbende een danige reputatie heeft opgebouwd. Soms staan de leden langs de kant van de weg en houden mensen aan. ‘Betalen jij!’ Nog onlangs werd door de leden van de bende het Haagse Binnenhof omsingeld. De motorclubleden wilden namelijk meer loon van hun baas. En weet je wat? Het werkte. Ze kregen 5% meer loon en duizend euro. Dat gaat je niet snel lukken wanneer je alleen op je baas af stapt voor een hoger loontje.

    De motorbende in kwestie is MC Blue Knights. Ja, en lacht u er maar om, maar alle leden van deze motorbende zijn politiemeneren. Dat moet, anders mag je geen lid worden. Om zich van de sterveling te onderscheiden gaan deze heren gekleed in een motorjasje (Ojee, meneer Som!). Regels en onderscheidingstekenen van deze motorbende zijn rechtstreeks afkomstig (of gepikt) van motorclubs als Hells Angels. Die waren hét grote voorbeeld blijkbaar. Kreten als ‘broederschap’, ‘treasurer’, ‘president’,’secretary’, ‘vice-president’, zijn hiervan enige bewijzen. Naast natuurlijk een logo op de rug. De onwetende zou maar zo denken dat de heren ‘onepercenters’ zijn. Op een foto is te zien hoe één van de leden onder zijn motorjasje een setje handboeien aan zijn riem draagt. En dat is niet zo mooi.

    De Telegraaf gaat verder: ‘Naast Heerlen en Oirsbeek kwamen in Zuid-Limburg eerder Sittard-Geleen, Echt-Susteren en Kerkrade in het nieuws vanwege ontwikkelingen rondom motorbendes. In laatstgenoemde stad ontstond een hoop onrust toen de Hells Angels zich wilden vestigen in een voormalig horecapand, eigendom van de van vastgoedfraude verdachte huisjesmelker Joep J., aan de Markt. Burgemeester Jos Som besloot uiteindelijk om dit pand dicht te gooien.’

    Ja, Kerkrade noemden wij al. En over Sittard willen wij ook wel iets zeggen. Daar zit namelijk één van de hoofdkwartieren van de Blue Knights MC. In de Gulicksestraat wanneer u het niet gelooft. Al sinds 1998 en geen haan die er naar kraait. Hoe zit dat met die vergunningen?

    Maar moeten wij dit de kersverse burgemeester van een Limburgs dorpje kwalijk nemen? Per slot is hij een minderheid in zijn eigen college. In een gemeenteraad waar de SP maar liefst 11 zetels heeft en de PvdA maar 2, kan een PvdA-burgemeester maar beter voorzichtig zijn. Af en toe iets roepen tegen motorbendes kan hem daarbij helpen.

     

    Motorbendes met alleen maar politieagenten

    De politie heeft er maar mooi zijn handen vol mee. De motorclubs schieten blijkbaar als paddestoelen de grond uit. De politie heeft er ook een fraaie naam voor bedacht: ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. En door die naam maar te blijven voeren gaan de media die naam ook gebruiken. En zo krijgt wie de naam heeft ook de daad. Dat geldt ook voor motorclubs die niet in verband gebracht kunnen worden met criminaliteit. Bovendien is er in Nederland nog geen enkele motorclub door een rechter verboden. Dus om ze dan toch crimineel te noemen. Discriminatie? Stemmingmakerij? Laster?

    Gelukkig geeft de politie nu zelf het goede voorbeeld in motorbendeland. Was er enkele jaren geleden al een motorbende alleen bestaande uit politiepersoneel met de naam Lex Legio MC, vandaag zijn er maar liefst zelfs drie. Lex Legio MC voert in zijn logo (colors voor ingewijden van de motorwereld) een doodshoofd. In een eerder artikel van Dupont (De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde) zei raadsheer Marquart Scholtz over een doodshoofd op de colors van een motorclub dat in de Tweede Wereldoorlog ook al mensen rondliepen met een doodshoofd op hun jas. En dat was heel scherp van de raadsheer, die om de hoek woont van het clubhuis van Veterans MC. In de Tweede Wereldoorlog waren er namelijk inderdaad politiemensen die rondliepen met een doodshoofd op hun pak. Dat waren kwade lieden die rapportages vervalsten en zomaar mensen aanhielden in dienst van het bevoegd gezag.

    Lex Legio MC zegt op zijn eigen website dat de club is gevormd als een traditionele motorclub. Oeiiiii! Geen gele hesjes dus als ze gaan rijden? De president van de club gaat gebukt onder de stoerklinkende bijnaam ‘Fixxer’. De ‘regelaar’ zouden wij in het Nederlands zeggen. Dat doet ons denken aan ‘de pet’ uit de verhalen van Willem Holleeder. Die kon ook van alles regelen.

    Een andere recent ontstane motorclub waar alleen maar politiemensen lid van mogen worden is het in 2005 opgerichte Blue Knights MC. Ook zij hebben een website. Een website? Waarom? Er staan alleen onduidelijke foto’s op de site en de leden hebben alleen bijnamen. Bijnamen die iets minder stoer klinken dan bij hun collega’s van Lex Legio MC. ‘Koko’ heet hun president. ‘Stil jongens, Koko wil iets zeggen!’ De secretaris van de club heet ‘Castro’ en de treasurer ‘TT’. Het mooie van deze club van ongeveer 35 leden is niet alleen het politieledenbestand, maar vooral de leden die werkzaam zijn voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Wanneer we zien dat bijvoorbeeld de ‘treasurer’ werkt als operationeel manager beveiliging bij dat ministerie en de ‘quartermaster’ daar eveneens werkt in de beveiliging en de president badmeester is bij datzelfde ministerie, begrijpen wij waarom gekozen is voor schuilnamen en onduidelijke foto’s. De club zegt een internationale motorclub te zijn met afdelingen over de hele wereld. Als dat waar is dan is dat de georganiseerde anti-misdaad. Maar alsof dat nog niet erg genoeg is, sinds 2015 is er nóg een motorclub van politiemensen ontstaan.

    ‘In Nederland zijn wij één van de weinige LEMC’s die het MC protocol volgen.’, zegt deze motorclub, Marshalls, op zijn eigen website. LEMC staat voor ‘Law Enforcement Motorcycle Club’. Zijn er dan meer van? Nee, LEMC Marshalls is de enige club die zich Law Enforcement MC noemt. Op de colors van de club staat opnieuw een doodshoofd. Wij merkten al op wat raadsheer Marquart Scholtz hiervan vindt. Politiemensen met een doodshoofd op hun jas. Als herkenningsteken? Of om mensen af te schrikken? Om de zaak nog te verergeren staat er een agressieve dolk dwars door het doodshoofd heengeprikt. Vermoedelijk lijdt Henk Marquart Scholtz nu aan ernstige slapeloosheid.

    Marshalls LEMC heeft nog een spreuk op zijn logo staan. ‘Integriteit, respect en vertrouwen’ staat er. Er staat alleen niet bij op wie die spreuk van toepassing is.

    Heel opmerkelijk is het dat deze politiemotorbendes zeggen dat zij geen 1%-clubs zijn, maar dat zij wel steeds refereren aan ‘traditionele motorclub’ en ‘het MC protocol volgen’. Welk protocol? Welke tradities? Alles wat tegenwoordig gebruikt wordt door motorclubs is afkomstig van de Hells Angels. Zij waren het die met colors op hun rug gingen rijden en daar regels voor opstelden. Zij kwamen met de naam van de club, de naam van de stad of regio en met het MC gaven zij aan een motorclub te zijn. Zij waren het die het ‘one man, one vote-systeem’ introduceerden en hun eigen officieren kozen. Op de voorkant van hun motorjassen was te lezen wat de functie was van het desbetreffende lid binnen zijn chapter of afdeling. ‘Treasurer’, ‘president’ of ‘secretary’. Precies de namen en de regels die de politiemotorbendes gebruiken. Alles waarmee ze rondrijden hebben ze gepikt.

    Ambtenaren worden al zeer lange tijd lastiggevallen door hun baas wanneer blijkt dat zij lid zijn van een motorclub. In sommige gevallen worden zij zelfs geschorst of ontslagen. Alleen maar omdat zij lid zijn van een motorclub. Nog los van de huisbezoekjes of de bezoekjes aan de baas door politieagenten. Politieagenten? Toch niet van zo’n politiemotorbende zeker? Want opmerkelijk is het wel. Deze politiemotorbendes nemen je alleen maar aan als lid wanneer je bij de politie zit of hebt gezeten. Bij andere clubs wordt je dan juist ontslagen of kan je alvast op zoek naar een goede advocaat. Zelfs de Veterans MC met hun verdienstelijke operationele inzet en hun medailles zijn niet veilig voor de politie die geen kans onbenut laat om ze aan te houden.

    De laatste jaren zijn bijna alle grotere motorevenementen verboden op advies van de politie. Te gevaarlijk! Jaaa, misschien komen er wel leden van verschillende motorclubs tegelijk die dan onderling ruzie gaan staan maken. Over het van elkaar pikken van insignes, logo’s en colors bijvoorbeeld. En doodshoofden. Daar zal nu misschien een einde aan gekomen zijn. Zo zie je maar weer: de politie is je vriend en die pet past ons allemaal. Pet? Nou ja, motorhelm.

    De politiedatabank van Outlaw VVD’ers

    Op 25 januari 2016 schreef Nu.nl: ‘VVD partij met meeste integriteitsschandalen’. Wij citeren het artikel niet, maar geven het voor het gemak helemaal weer:

    ‘Regeringspartij VVD voert ook dit jaar de lijst aan van integriteitsschandalen onder politici en bestuurders.

    Met veertien affaires staan de liberalen, net als in voorgaande jaren, bovenaan de jaarlijkse Politieke Integriteitsindex van weekblad Vrij Nederland. In 2014 waren er binnen de VVD elf schandalen.

    In 2015 gingen in totaal 64 bestuurders en politici de fout in. In 2014 waren dat er 47.

    Strafblad

    Het aantal VVD’ers met een strafblad is daarmee dit jaar opgelopen tot zestien. Daarnaast lopen er nog strafzaken tegen zes liberalen: Rolf Zincken (mishandeling), wethouder Carel van Gelder (hennepkweek), oud-wethouder Piet Ploeg (corruptie), Kathalijne de Kruif (deelname criminele organisatie), oud-senator Jos van Rey (corruptie) en oud-wethouder Tilman Schreurs (corruptie).

    De VVD riep vorig jaar een interne integriteitscommissie in het leven na de ophef rond het declaratiegedrag van Kamerlid Mark Verheijen. Hij erkende fouten te hebben gemaakt en stapte op. Onlangs werd hij nog vrijgesproken door het Openbaar Ministerie.

    De interne commissie kon echter niet verhinderen dat Kamerlid René Leegte (betaalde bijbaan) de fout inging en oud-Senator Loek Hermans (wanbeleid Meavita) de Eerste Kamer moest verlaten. En Europarlementariër Hans van Baalen zegde onlangs halsoverkop twee omstreden bijbanen in de autoindustrie op.

    Grootste partij

    VVD-leider en minister-president Mark Rutte zei vorig jaar in een reactie op alle schandalen dat de VVD voorop moet lopen als het gaat om integriteitsbeleid bij politieke partijen. Volgens de premier is het logisch dat de VVD als grootste partij onder een vergrootglas ligt.

    Vrij Nederland, die de lijst in samenwerking met de Vrije Universiteit samenstelde, stelt dat het niet vreemd is dat de VVD als grootste partij ook de meeste schandalen telt. Toen het CDA de grootste partij was, hadden de christendemocraten de meeste schandalen, schrijft het weekblad.

    Het CDA telt dit jaar overigens zeven affaires. De PvdA telt er zes en D66 had te maken met acht schandalen.’

    Denk eraan dat dit niet zomaar een journalistiek werkje is geweest. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Vrije Universiteit. Wetenschappelijk dus. Wat evenzo bedenkelijk is, is het feit dat ook de andere grotere partijen graag meedoen met deze schandalen. Zij bleven enkel wat achter doordat de VVD veel groter is.

    Wij kunnen ons dus wel vinden in het waarheidsgehalte, althans wij bestrijden het niet. Wij hebben wel een opmerking: ‘Schandalen?’ Welke schandalen? Het gaat hier om misdaad. Mishandeling, corruptie, deelname criminele organisatie, hennepkweek. Het gaat dus niet over politieke integriteit, of om schandalen. Het gaat om misdaad.

    Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Het is dus niet alleen een schandaal wanneer een politicus of een mandataris een misdaad pleegt. Het is ook ondermijning volgens de eigen definitie van de politie. Een maatschappelijk probleem. Maar waarom dan als voorbeeld geven een buurman met wiet op zijn zolder, een mensenhandelaar of overlastgevende hangjongeren? Is dat ondermijning? Is dat het vermengen van de onderwereld met de bovenwereld? Die vermenging, en dus de echte ondermijning, is pas aan de orde wanneer de gegeven voorbeelden contact maken met de bovenwereld. En wat is nu die bovenwereld? Dat zijn de gezagsdragers, de vertegenwoordigers van de gevestigde orde, de grotere jongens. En dat zijn de mensen die we moeten hebben. Anders gaan we de ondermijning te lijf door een omaatje met een bijbaantje, een bijklussende bijstandsmoeder, een bejaarde met een paar plantjes op te sporen en aan te geven.

    Er is op 18 maart van dit jaar zelfs een Dag van de Ondermijning gehouden. Een dag waar vooraanstaande politiemensen, politici, bestuurders en burgemeesters kennis konden maken met dit nieuwe fenomeen. En nu wetenschappelijk is vastgesteld dat die ondermijning in een aantal gevallen afkomstig is van politieke bestuurders, waarom wordt er dan opgeroepen door de politie om te kijken naar je buurman of een stelletje hangjongeren?

    Al eerder schreef Dupont in zijn blogs over een creatieve officier van justitie, Lucas van Delft, die zelf anoniem meldingen deed. Wij vroegen ons toen al af in hoeveel andere gevallen justitie en politie achter dergelijke meldingen zaten of zitten. Dupont meldde ook dat er nogal wat aan de hand was met zogenaamde bedreigingen van burgemeesters door motorclubs. Genoemd werden opnieuw mensen als Lucas van Delft, burgemeesters Jos Som en Fons Jacobs. Dupont meldde ook diverse malen hoe burgemeesters werden genoemd in corruptiezaken. Nou, dat is ondermijning. Echte ondermijning. Die buurman met zijn zolderkamertje is meer een noodsprong van een hulpeloze en kansarme.

    Dupont schreef ook hoe de politie erg creatief omgaat met verkeerscontroles. Ze zien een persoon rijden die zij checken in hun databank en houden hem vervolgens aan voor ‘opvallend rijgedrag’. Daarna worden openstaande boetes gevonden, een zakje wiet (afkomstig van die buurman zijn zolderkamertje?), een wapen en na huiszoeking zelfs enkele messen. Dit terwijl een rechter een uitspraak heeft gedaan over deze handelwijze. Het mag niet. Maar het gebeurt toch! Wat we dus zien is dat onder het mom van ‘ondermijning’ de politie bijna alles kan maken. Er is helemaal geen controle meer.

    Wat wij ons nu afvragen. Er is vastgesteld dat de politie leden van motorclubs registreert, invoert in een databank en regelmatig aanhoudt in hun strijd tegen ‘ondermijning’. Een databank die, wij vermelden het nog maar even voor de zoveelste keer, illegaal is. Is er nu ook een aparte databank voor politici? Een databank voor Outlaw Politicians? Als tegenhanger van de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG)? Worden op onzalige tijden leden van de VVD aangehouden die in die databank zitten, wegens ‘opvallend rijgedrag’? Of houdt de politie liever de bestuurders van dit land buiten schot? Nou, dat zou pas echt ondermijning zijn.

     

    Opvallend rijgedrag

    Omroep Gelderland bericht op zijn site op 14 maart 2016 het volgende: ‘Lid uit Ede van supportclub Hells Angels opgepakt: zit in auto met wapens en drugs.’ Het artikel eronder licht het grote succes van de politie toe. Het bleek dat surveillerende agenten een auto hadden aangehouden die ‘opvallend rijgedrag’ vertoonde. Vervolgens werden de identiteiten van de vier inzittenden gecontroleerd. En wat bleek? Alle vier waren lid van de totaal onbekende supportclub van de Hells Angels genaamd Alcatraz Wanted en hadden zelfs hun jacks met colors in de auto liggen.

    Op 23 januari 2016 meldde Dupont in zijn blog: ‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’ het volgende: ‘De NOS meldde op 21 december 2015 met enige tegenzin: ‘De politie mag voortaan geen verkeerscontrole meer gebruiken om een verdachte aan te houden. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam bepaald. Het hof behandelde een zaak waarbij tijdens een zogeheten dynamische verkeerscontrole in een auto bijna een kilo wiet was gevonden. Bij deze vorm van controle volgen politieagenten in burger de auto van de verdachten. Vervolgens laten agenten in uniform de wagen stoppen onder het mom van een verkeerscontrole. In werkelijkheid wordt dan informatie over inzittenden en hun eventuele criminele achtergrond nagetrokken. Het hof vindt dat de politie zich schuldig heeft gemaakt aan ‘misbruik van recht’. Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten, zo oordeelt het hof. Daardoor is het bewijs onrechtmatig verkregen en is de verdachte vrijgesproken.’’

    Ook schreef Dupont al diverse malen in zijn blogs hoe de politie een illegale databank heeft waarin kentekens, namen en andere gegevens worden gepropt van leden van motorclubs, of zoals de politie die mensen liever noemt, leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG). Waarom is nu deze databank illegaal? Omdat de databank niet is aangemeld en de mensen waarover informatie wordt verzameld niet op de hoogte worden gesteld van het feit dat zij voorkomen in deze databank. Bovendien is er geen enkele controle van betrokkenen op de waarachtigheid van de gegevens in deze databank.

    Het lijkt er nu sterk op dat de politie het volgende doet. Zij zien een voertuig rijden op een tijdstip dat zij zeer verdacht vinden. Bijvoorbeeld rond etenstijd. Zij zoeken in hun boordcomputer het kenteken op. Dat kenteken komt voor in de databank van de vreselijke Outlaw Motorcycle Gangs. Vervolgens valt de agenten op hoe opmerkelijk de bestuurder van het betrokken voertuig rijdt. Dat is een goede reden om meteen in te grijpen en de inzittenden eens stevig te onderzoeken.

    Dat er op deze wijze creatief wordt omgegaan met een rechterlijke uitspraak zal zeer moeilijk te bewijzen zijn. Er zijn wel ernstigere feiten waarvan de politie wordt verdacht, maar waar ze zich uit kunnen praten. Een officier van justitie bewees zelfs hoogstpersoonlijk hoe via Meld Misdaad Anoniem mooie vruchtbare meldingen kunnen worden gedaan om verdachten te kunnen oppakken of anderszins te kunnen hinderen.

    De aanhouding van de leden van de OMG resulteerde in dit geval in het vinden van een vuurwapen, enige drugs en na huiszoeking op verschillende adressen in het land enkele messen. En dat allemaal omdat iemand opvallend rijgedrag vertoont.

     

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>