• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Cordon sanitaire

    Een cordon sanitaire is een techniek waarbij men een ongewenste of gevaarlijke situatie probeert te isoleren door er een beschermende kring rond te leggen. Men gebruikt daarom ook het woord ‘schutkring’.

    In de veehouderij gebeurt zoiets wanneer ergens een besmettelijke ziekte, bijvoorbeeld varkenspest of vogelpest, uitgebroken is. Niemand mag dan nog dieren van en naar dat bedrijf vervoeren en andere contacten worden ook tot het strikte minimum beperkt.

    In de internationale politiek wordt soms een handelsembargo als cordon sanitaire uitgevaardigd. Diplomatieke contacten en internationale handel worden dan tot een strikt minimum teruggeschroefd. Een voorbeeld was het Irak van Saddam Hoessein na de aanval op Koeweit

    In de binnenlandse politiek spreekt men van een cordon sanitaire als men een groep of een initiatief consequent negeert en weigert bij zaken te betrekken. Hoewel het hetzelfde beoogt, is het het tegenovergestelde van repressieve tolerantie. De bedoeling is die persoon of groep buitenspel te zetten. Volgens sommigen is deze tactiek niet democratisch. (Wikipedia)

    Het is nooit op deze manier uitgesproken, maar vandaag wordt in Nederland deze methode ook gehanteerd tegenover motorclubs. Het lijkt welhaast een militaire techniek. Opsporen, vaststellen, isoleren, vernietigen. Het opsporen is het vaststellen om wie het gaat en waar de vijand zich bevindt. Het vaststellen is dat het inderdaad om elementen van de vijand gaat. Het isoleren is het cordon sanitaire. Het gebied waar de vijand zich bevindt wordt hermetisch afgegrendelt. Communicatie, bevoorrading en verplaatsing wordt tegengegaan. Druk wordt gezet op elke manifestatie van de vijand door vuurdwang. Een ouderwetse omsingeling. Of, zoals in The Lord of the Rings, een aanval van de Orcs.

    Het is duidelijk wie door politie en justitie uitgeroepen zijn tot vijand. Het zijn de motorclubs. De MC’s. Achter de klinkende namen van de motorclubs vinden wij gewone Nederlandse burgers. De meesten met een gewone baan. De meesten met een gewoon gezin. De meesten met hele gewone bezigheden. Burgers als doelwit van politie en justitie.

    Hoe werkt het cordon? Ten eerste moet door propaganda sterk overdreven worden dat de gekozen vijand ook daadwerkelijk de vijand is. Elk incident wordt daarom sterk benadrukt en krijgt dus ook veel publiciteit. Eventuele positieve publiciteit moet worden omgebogen naar negatieve publiciteit door de goede bedoelingen in twijfel te trekken. Wanneer voor iedereen duidelijk is wie de nieuwe vijand is, wordt deze geïsoleerd. Dupont kroop op handen en voeten door de linies en keek in het kamp van de vijand. Hoe wordt daar ervaren wat het cordon sanitaire teweeg brengt?

    Satudarah-voorman Guus Pronk in een artikel van Omroep Brabant op 20 april 2016: ‘De strijd tegen motorclubs neemt volgens Pronk dusdanige vormen aan, dat leden en hun families daar flink last van ondervinden. “Ik kan niet eens fatsoenlijk op het terras zitten zonder door agenten bekeken te worden”, zegt Pronk. “Bij sommigen is het erger gesteld. Zij worden niet aangenomen of de toegang tot een gebouw ontzegd vanwege hun lidmaatschap van een motorclub die niet als crimineel bestempeld is.’

    Crimesite bericht op 30 juni 2015: ‘Het ministerie van Justitie heeft een bewaarder van de gevangenis in Lelystad strafontslag gegeven omdat hij president is van het Lelystadse chapter van de motorclub Black Sheep.’ De betrokken cipier heeft jarenlang als gewaardeerd collega gewerkt in deze instelling.

    Bij een andere cipier was het nog erger: hij was helemaal geen lid van een motorclub maar kende alleen maar leden van een club. Omroep Brabant daarover op 24 maart 2016: ‘Ontslagen omdat hij Satudarah-leden kende, Molukse beveiliger PI Vught pikt het niet.’ De ontslagen man stond zeer gunstig bekend bij collega’s en werkte al jarenlang tot volle tevredenheid.

    De Telegraaf op 19 januari 2013: ‘De gemeente Amsterdam wil af van gemeenteambtenaren die lid zijn van motorbendes als Hells Angels en Satudarah. Voor ambtenaren die weigeren hun lidmaatschap op te geven dreigt een ontslagprocedure.’ Het blijkt dat een aantal ambtenaren al vele jaren naar volle tevredenheid bij de gemeente werkt.

    Omroep Brabant op 2 november 2012: ‘Defensie slaat alarm: elitemilitairen uit Roosendaal lid van foute motorclub.’ Het ging om ongeveer twintig leden van het Korps Commandotroepen die lid waren van Demons MC. Inmiddels heeft het Korps Commando Troepen de allerhoogste Nederlandse militaire onderscheiding ontvangen: de Militaire Willems Orde. Zo slecht waren die jongens dus blijkbaar.

    Leden van motorclubs worden dus niet aangenomen of ontslagen alléén omdat zij lid zijn van een motorclub. Nogmaals: er zijn geen motorclubs verboden in Nederland. Maar of het al niet erg genoeg is, er mag ook geen vrijwilligerswerk worden verricht:

    RTL Nieuws op 12 april 2016: ‘Voedselbank stopt samenwerking met ‘weldoeners’ No Surrender.’

    Satudarah-voorman Guus Pronk bij Omroep Brabant op 20 april 2016: ‘Volgens de Nationale Politie doen Satudarah en andere motorclubs verwoede pogingen om zichzelf mooier voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn. Een beschuldiging die Pronk recht in het hart raakt. “Wij doen al jaren aan vrijwilligerswerk en dat doen we vanuit een goed hart. Vaak proberen we inzamelingsacties te houden voor zieke kinderen, maar wordt dat belemmerd doordat de overheid dwarsligt.’

    Evenementen overal in het land worden verboden, alleen omdat het mogelijk zou kunnen zijn dat leden van motorclubs komen.

    Het Dagblad van het Noorden daarover op 18 april 2016: ‘Organisatie afgelaste Chopper Day: Geen angst voor motorclubs’. De organisatie heeft na achttien jaar succesvolle Chopper Day’s geen angst voor de aanwezigheid van motorclubs. De gemeente zet als vergunninggever de organisatie toch onder druk om motorclubs te weren en het dragen van colours te verbieden. Er zijn nooit incidenten geweest en de clubs zijn helemaal niet verboden. De vergunning wordt niet afgegeven.

    In sommige gemeenten worden leden van motorclubs geweerd en mogen geen colours gedragen worden.

    Op 3 oktober 2014 bericht het Brabants Dagblad: ‘Politie blundert in overleg met motorclubs over kledingverbod Tilburg.’

    Op 23 november 2014 bij RTV Oost: ‘De horeca in Deventer weigert leden van motorclubs met herkenbare kleding. Zo moet voorkomen worden dat motorclubs zich in Deventer vestigen.’

    Op 8 juni 2014 in het Nederlands Dagblad: ‘Een 27-jarige Tilburger is zaterdagnacht aangehouden omdat hij een T-shirt droeg dat duidelijk verwees naar motorclub Satudarah. Agenten hadden hem vrijdagnacht al gewaarschuwd dat bikers in zogeheten full colours tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet welkom zijn in de gemeente.’

    Soms gaat het zover dat je je af kan vragen of de overheid wel een hart heeft. Veteranen die lid zijn van Veterans MC wordt expliciet verboden mee te rijden in het défilé op de Nationale Veteranendag in Den Haag. Eer betuigen aan gesneuvelde collega’s, vechten tegen je eigen trauma’s is verboden. L1.nl op 24 juni 2014: ‘Motorclub Veterans niet welkom bij Veteranendag’

    Zo wordt dus door een cordon sanitaire een groep gewone burgers geïsoleerd van de rest van de Nederlandse samenleving. Desintegratie dus.

    Dupont was heel benieuwd wat de politiek daar nu van vindt. Geen stijl op 16 maart 2015: ‘Minister-President Rutte: ‘Sta op en vecht tegen discriminatie.’ Logisch dat hij dit zegt. Want iedereen moet mee kunnen doen.

    Vluchtelingen Werk Nederland op zijn website vluchtelingenwerk.nl: ‘Integratie van vluchtelingen is nodig om zo snel mogelijk volwaardig te kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving.’ Dat geldt voor vluchtelingen, maar ook voor ieder ander. Nieuwkomers, minderheidsgroepen, oud-gevangenen, kortom iedereen die hier woont.

    Ja, het is duidelijk. Deelnemen aan de maatschappij. Deel uitmaken van de maatschappij. Werken, wonen, leven. Iedereen moet integreren. Nieuwkomers moeten een inburgeringscursus volgen. Verplicht. Niemand mag aan de kant blijven staan. Wanneer grote groepen mensen niet deelnemen aan de maatschappij ontstaan er sociale problemen. Sociale onrust. Criminaliteit. Een parallelle maatschappij. Zelfs ondermijning. En over die ondermijning schreven wij al eerder. De overheid creëert zelf een probleem, geeft vervolgens iemand anders de schuld en daarna komen de lakeien met een oplossing. Wij zullen hier nog op terugkomen.

    I’ll be back!

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Politie kopieert versleutelde data

    19 april 2016 sloeg de politie weer een grote slag in de strijd tegen de ondergrondse krachten van het kwaad die een ondermijnende invloed zouden uitoefenen op de nietsvermoedende burgers in de bovenwereld. ‘Politie rolt groot communicatienetwerk voor criminelen op’ meldt RTL nieuws. Politie.nl: ‘Groot crimineel communicatienetwerk uit de lucht‘. En ook Hart van Nederland doet een duit in het zakje in versie 2 van het filmpje over de inval in een woonwagenkamp in Den Haag, eigenlijk voor een groot drugsonderzoek:

    (bron: Hart van Nederland)

    Op 0:07 defensie is weer van de partij om geheime ruimtes op te sporen, en die worden ook gevonden.

    Op 0:15 woordvoerder Thomas Aling zegt dat er ‘daar’ uitgebreid is gezocht en dat er in de woningen onder andere administratie en tienduizend – of tienduizenden, hij praat wat onduidelijk en deze inval heeft politie.nl niet bereikt, dus we kunnen het niet checken – aan cash is gevonden. Maar niets dat er op wijst dat deze spullen ook in de geheime ruimtes werden verstopt. Je zou denken van niet, want de kans om te bewijzen dat het zoeken naar geheime ruimtes iets oplevert, laat de politie niet zomaar lopen, dunkt me.

    Op 0:20 Aling gaat verder: een geldtelmachine, een sealmachine en gebruikte en nieuwe Blackberries. Alles goed en wel, maar hier wordt een inval gedaan in een groot drugsonderzoek, militairen en politiemensen doorzoeken woningen en vinden helemaal niets wat verboden is. Zoals drugs bijvoorbeeld.

    Op 0:34 Aling legt uit dat Blackberries worden gebruikt door ‘criminelen’ die daardoor ‘onder de radar’ blijven en niet kunnen worden afgeluisterd. En hij is blij dat in elk geval deze telefoons nu niet door criminelen kunnen worden gebruikt. Dat wil natuurlijk zeggen, tot justitie ze weer moet teruggeven. En als je inval helemaal geen verboden spullen oplevert, waarom ga je er van uit dat ze voor crimineel gebruik bedoeld zijn?

    De politie zegt al langer dat de communicatie via Blackberry is gehackt, maar dat klopt niet, zegt ook het bedrijf Blackberry. Het lukt alleen wanneer de gebruiker slordig is geweest met de wachtwoorden of de instellingen van het apparaat. Dat er dus hele servers zijn gekopieerd zal wel kloppen, maar dat de politie nu zicht heeft op de criminele communicatie is weer zo’n typische overdrijving die enerzijds de gewone burger het idee geeft dat de politie met iets zinnigs bezig is, en anderzijds de boevenbendes weer aan het twijfelen moet brengen.

    Dan de arrestatie van een ‘criminele facilitator’. Dat is iemand die zijn beroep uitoefent, waar dan volgens de politie criminelen baat bij hebben. In dit geval de eigenaar van het Nijmeegse bedrijf dat anonieme communicatie aanbood. Er is een wapen bij hem gevonden. Mogelijk had hij een vergunning, dat wordt in het midden gelaten. Ze gaan kijken of hij kan worden gepakt op witwassen; of hij geld heeft aangenomen, als betaling voor de telefoons, waarvan hij had moeten vermoeden dat het crimineel geld was. Of hij dus zijn klanten heeft gescreend op waar ze hun geld vandaan hebben. Want verkopen van Blackberries en anoniem communiceren is niet verboden.

    Verder suggereert de politie in het eigen persbericht  dat het netwerk helemaal niet uit de lucht is gehaald, alleen gekopieerd. De 19.000 gebruikers krijgen een bericht dat de politie gaat proberen hun data te lezen, tenzij betrokkenen verschoningsrecht hebben. Dat moeten ze dan even doorgeven.

    En nu heeft de politie dus met PGP versleutelde gegevens van 19.000 Blackberry-gebruikers, die niet leesbaar gemaakt kunnen worden. De Nijmeegse Blackberry-handel zal wel de bestuurlijke treiteraanpak over zich heen krijgen, zoals de Amsterdamse pizzeria die de verkeerde klanten had.

    Maar het raarste is natuurlijk dat in de tijd dat dit onderzoek liep, Whatsapp versleuteling heeft ingebouwd. 9,4 miljoen mensen in Nederland kunnen nu anoniem berichten sturen. Is Whatsapp nu ook een ‘criminele facilitator’? Had de politie dit hele circus niet beter kunnen afblazen?

    Branche-organisaties

    Op 5 oktober 2011 krabten motorliefhebbers zich enigszins achter de oren. Wat bleek namelijk? De nieuwe secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI was een totale onbekende in motorrijdersland. Tweewieler.nl zei hierover: ‘Tot vorig jaar was Warmerdam overigens wel actief voor de ANWB – als innovatie consulent – en ook in de politiek (D66) en als beleidsmedewerker en adviseur voor het ministerie van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) is haar naam bekend. Met Gemma Warmerdam kiest de RAI dus voor een secretaris die de weg in Haagse kringen goed kent. Inmiddels is ze, zo meldt men in Amsterdam, volop aan het lessen op de motor.’

    U denkt nu natuurlijk: ‘Gemma Warmerdam?’ Waar gaat dit over? Zeker de vele bikers die hier komen lezen, zullen zich dat afvragen. Blijf nog even op deze pagina en u weet het.

    Vandaag kwam Gemma Warmerdam, die onbekende van de RAI dus, in het nieuws door enige fraaie uitspraken bij BNR.nl. ‘Het onderscheid moet duidelijk worden tussen 99 procent van de motorrijders die gewoon gezellig samen rondrijdt en de 1 procent die elkaar en de rest van de samenleving het leven zuur maakt.’ Het lijkt sprekend op de uitspraken gedaan na de relletjes in het Amerikaanse stadje Hollister in? 60 of 70 jaar geleden? Warmerdam reageert met deze uitspraken op het feit dat de Rotterdamse hoofdcommissaris van politie Frank Paauw vorige week sprak over motorclubs toen hij het had over de Hells Angels en de Mongols naar aanleiding van een vechtpartijtje in een Van der Valk-hotel.

    ‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’, voegt Gemma er nog aan toe. Afgesproken? Met wie? En met welke wettelijke basis kun je afspreken bepaalde clubs een crimineel stempel op te leggen?

    BNR.nl gaat verder: ‘Ook leidde de discussie twee jaar geleden tot afgelasting van motorevenementen. Om te voorkomen dat dit nu weer gebeurt, roept Warmerdam politie, overheidsfunctionarissen en media op zorgvuldiger met de term ‘motorclubs’ om te gaan. Ook voorzitter Patrice Assendelft van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging, KNMV, doet dat. Hij wijst erop dat er al herhaaldelijk overleg is geweest met politie, het ministerie van Justitie en de gemeenten. “Het gaat dan een tijdje goed, en vervolgens zie je het toch weer gebeuren.” Motorrijders hebben er volgens Assendelft echt last van dat ze over een kam worden geschoren met criminele bikers.’

    Blijkbaar hebben politie, het ministerie van Justitie en de gemeenten samen met de KNMV en de RAI afgesproken dat een aantal motorclubs ‘bendes’ zijn en geen clubs. De voorzitter van de KNMV zegt zelfs ‘criminele clubs’. Eenzijdig, zonder enige rechterlijke tussenkomst of bemoeienis. ‘Want’, zo stelt Warmerdam, ‘die motorbendes maken elkaar en de samenleving het leven zuur!’ Dat is een hele statement, zo zonder een bijbehorende rechterlijke uitspraak.

    Wat zegt nu Gemma Warmerdam over zichzelf? Op LinkedIn vinden wij het volgende: ‘Vanaf 1994 heb ik gewerkt bij invloedrijke politieke, ambtelijke en consumenten organisaties in Den Haag. Sinds 2011 werk ik voor de branche organisatie RAI Verenging in Amsterdam. Gestart als beleidsmedewerker landbouw in de Tweede Kamer, vervolgens politiek adviseur van een minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en daarna bij de ANWB als belangenbehartiger en corporate innovatie- en strategieconsultant. Ik heb bewust gekozen om ervaring op te doen met de ‘witte vlek’ van politiek & beleid georiënteerde professionals namelijk marketing, creatie en innovatie. Door deze combinatie ben ik nu een veelzijdig strategisch adviseur en belangenbehartiger die ook kan meedenken met de leden in de branche vereniging. Ik heb ruime ervaring in belangenbehartiging, innovatie begeleiding, projectmanagement, visie-, strategie- en beleidsontwikkeling en woordvoering. Ik heb veel ervaring met complexe politieke en bestuurlijke issues.’

    Gemma Warmerdam is dus actief lid van de politieke partij D66, zij was politiek adviseur van twee ministers, en zij omschrijft zichzelf als strategieconsultant, belangenbehartiger, strategisch adviseur, en zeker niet als iemand die ook maar iets te maken heeft met motorrijders. Gemma gaat nog even verder op LinkedIn:

    ‘Belangenbehartiging, deelnemen aan het publieke debat, delen van kennis van wet en regelgeving, lobby in Nederland en Brussel, collectieve promotie coördineren en ontwikkeling van strategie- en beleidsvorming, zijn de activiteiten die ik voor de leden uitvoer en organiseer. Daarnaast onderhoud ik directe relaties met branche- en belangenorganisaties, politiek, overheden, consumentenorganisaties etc.’

    Is het nu iets duidelijker geworden? Een lobbyiste met zeer goede contacten in Den Haag, die afspraken maakte over het benoemen van motorclubs als ‘motorbendes’ zonder een enkele rechterlijke uitspraak. Motorverkopers zien hun omzet ook dalen door die ‘motorbendes’, zegt Warmerdam. Is daar onderzoek naar gedaan? En dalen die verkopen omdat er echt iets aan de hand is, of omdat de kranten op aandringen van de Warmerdam-lobby, schrijven dat er iets aan de hand is. En waarom worden politiemotorclubs niet genoemd? Dupont toonde al eerder aan dat in ieder geval in de Verenigde Staten deze politieclubs betrokken zijn bij talrijke moorden, schietpartijen en mishandelingen in het motorclubmilieu.

    In eerdere artikelen van Dupont bleek dat branche-organisaties door de politie worden aangezet maatregelen te nemen tegen motorclubs. Branche-organisaties van beveiligingsbedrijven moeten bikers weren, anders kunnen zij een keurmerk mislopen van de politie. Horeca-organisaties moeten hun leden aanzetten tot een colourverbod. Dupont toonde aan dat bestuursleden van dit soort branche-organisaties ook banden hebben met politieke organisaties of daarin zelfs actief zijn. Gemeenten wordt aangespoord actie te ondernemen tegen clubhuizen, ook wanneer er nimmer incidenten zijn geweest. Op deze manier kan het natuurlijk niet anders dan dat het publiek langzamerhand echt gaat geloven dat er iets aan de hand is. Er wordt dus bewust maatschappelijke onrust gecreëerd, iets dat kan worden gebruikt om een verbod van motorclubs te bewerkstelligen.

    Dus Gemma Warmerdam? Leuk geprobeerd, maar ga eerst je motorrijbewijs maar eens halen.

     

    Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden

     

    In september 2016 organiseert de International Police Association IPA-Nederland weer een Nederlandstalig seminar in Schloss Gimborn in Deutschland. (http://www.ipa-nederland.nl/ipa-nederland/ibz-gimborn/) Het seminar is groots opgezet en zal deze keer gaan over de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).

    De Nederlandse afdeling van IPA, die het seminar organiseert verwoord het zo:

    ‘De samenleving is in de laatste jaren veelvuldig geconfronteerd met criminaliteit en ordeverstoringen begaan door (leden van) Outlaw Motorcycle Gangs. De overheid is gaandeweg doordrongen van de ernst van de misdragingen. Dit heeft onder meer geleid tot een zero-tolerance beleid in de aanpak van deze vorm van criminaliteit. Door het optreden van politie, justitie en bestuur is inmiddels een duidelijker beeld ontstaan over criminele motorgroepen, hun werkwijzen en hun activiteiten.

    In dit seminar wordt nader ingegaan op het verschijnsel Outlaw Motorcycle Gangs. Gestart wordt met een analyse en een overzicht van de situatie in Nederland en in de buurlanden. Thema’s als de ontstaansgeschiedenis van de motor groepen, hun samenstelling, en hun subcultuur zullen worden verkend. In het vervolg van het seminar zullen een aantal case-studies worden behandeld door inleiders vanuit de politie en het bestuur. Ook is voorzien in een case-study uit Duitsland. Het seminar beperkt zich niet tot louter beschrijvingen. Nadrukkelijk zal worden ingegaan op vragen over de aanpak van het fenomeen en welke instrumenten de overheid daarbij ter beschikking staan en welke mogelijk ontbreken. De opbouw van een informatiepositie binnen en rond de OMG vormt het laatste onderdeel van het seminar. Beoogd wordt om de leeropbrengst van dit seminar vast te leggen in een gezamenlijk artikel dat ter publicatie zal worden aangeboden aan een politievakblad. ‘

    Het is een bekende taktiek van de (internationaal opererende) politieagenten. Een probleemstelling als vaststaand feit presenteren en daar dan ‘oplossingen’ bij aandragen. Zowel in de gepubliceerde politierapportages in Nederland alsook in het Handboek Outlawbikers dat is bestemd voor politieagenten is er sprake van het langdurig bespreken van de situatie in het buitenland. Zo ook hier. De IPA gaat nog een stapje verder, want voor de Nederlandse politieagenten die deelnemen aan het seminar wordt een zogenaamde ‘case-study’ gebruikt uit Duitsland. Komt dat omdat in Nederland geen goede voorbeelden zijn van criminaliteit en ordeverstoringen door OMG’s? Aan te nemen is dat de betreffende case-study niet zal gaan over motorclubs die deelnemen aan een Kika-run of het inzamelen van geld of speelgoed voor kinderen in het ziekenhuis. Er wordt dus bewust een negatief beeld geschapen.

    Maar wat is die IPA nu eigenlijk? Een bezoek aan de website van de IPA verteld ons dat deze organisatie een particuliere organisatie is voor politiepersoneel. In vele landen zijn afdelingen, zo ook in Nederland. Wat zegt nu IPA Nederland over zichzelf?

    ‘De IPA is de grootste politievereniging ter wereld met in 2014 ruim 420.000 leden in 63 landen. Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden. Godsdienst, politieke overtuiging, rang, ras, geslacht spelen hierbij geen rol. De IPA vormt een bron van waardevolle contacten over de gehele wereld. De vereniging is gebaseerd op idealisme en vrijwilligheid en biedt hulp in normale- en noodsituaties. De IPA staat voor internationale vriendschap zonder onderscheid. De Nederlandse sectie heeft ruim 6300 leden.’

    Dat de IPA niet heel erg secuur is bewijst wel het bericht over het aantal Nederlandse leden. Op een andere pagina van dezelfde website staat namelijk: ‘De IPA heeft momenteel wereldwijd meer dan 413.158 leden in meer dan 63 landen. Ons land heeft ruim 7500 leden.’

    Een nogal fors verschil in het aantal leden.

    Maar goed wij stappen naar het bericht op de website over de deelnemende landen. ‘Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden.’, bericht de site. En dat is mooi. Even verder vertelt de website ons welke landen lid zijn van de IPA. Naast een aantal redelijk onverdachte landen zien wij ook: Argentinië, Armenië, Brazilië, Kazakhstan, Kenia, Mexico, Mozambique, Pakistan, Peru, Sri Lanka, Swaziland, Turkije en Oekraïne.

    Om de lezer duidelijk te maken of deze landen wel democratisch zijn en de mensenrechten worden geëerbiedigd, vlogen wij even over het internet en vonden enige markante rapportages en uitspraken:

    Over de mensenrechten in Argentinië zei Brigitte Adriaensen van de Radboud Universiteit op 14 maart 2016: ‘Mensenrechten gaan hard achteruit onder beleid van Mauricio Macri (de nieuwe president)’.

    “Mensenrechten dagelijks geschonden in Armenië” volgens de website van de School voor Journalistiek op 11-12-2012.

    ‘Brazilië schendt mensenrechten bij voorbereiding WK en Spelen’ in Ravage (27-5-2013).

    ‘Marteling nog steeds wijdverbreid in Kazachstan’. Amnesty International op 11-7-2013.

    ‘Mensenrechtenactivisten worden regelmatig lastig gevallen door de politie en zonder een rechtmatig proces vastgehouden, gechanteerd en blootgesteld aan geweld’. Peace Brigades in een artikel uit 2008 www.peacebrigades.nl

    ‘Vandaag de dag is Mexico een gevaarlijk land voor verdedigers van de mensenrechten. Door het verrichten van hun werk krijgen ze regelmatig te maken met onwettige arrestatie, opsluiting onder valse voorwendselen, fysieke aanvallen, intimidatie en zelfs moord. In sommige gevallen zijn de Mexicaanse autoriteiten verantwoordelijk voor het vervolgen van mensenrechtenverdedigers en in andere gevallen zijn het onbekenden, waarbij de regionale en de federale autoriteiten door politieke onwil verzaken om op te treden tegen de daders.’ www.peacebrigades.nl

    ‘Mozambique: Duizenden vast onder slechte omstandigheden’. Amnesty International 23-11-2012.

    ‘Mensenrechten: ‘We maken kleine stapjes, maar de agenda is nog niet af’,volgens Jeannette Seppen, de Nederlandse ambassadrice in Pakistan vorig jaar op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

    ‘Mensenrechten zijn ondergeschikt aan de economische belangen van bedrijven en Peruaanse staat.’ Mondiaal Nieuws op 1 oktober 2014.

    ‘Mensenrechten in Sri Lanka verslechterd’ De Telegraaf 20 mei 2013.

    Swaziland: aanvallen op vakbondsactivisten worden opgevoerd. De laatste absolute monarchie van Afrika heeft zijn aanvallen op vakbonden en activisten geintensiveerd. Politieke partijen in Swaziland zijn verboden en oppositieleider Mario Maseku (PUDEMO) en jeugdleider Maxwell Dlamini zijn slachtoffer van willekuerige detentie. Mensenrechtenadvocaat Thulani Maseko en journalist Bheki Makhubu zijn veroordeeld tot 2 jaar cel omdat ze aan de kaak hadden gesteld dat de rechtspraak niet onafhankelijk is.’ In een artikel van vakbond FNV op Mondiaal FNV Noord 29-3-2015.

    ‘EU gealarmeerd over schendingen mensenrechten in Turkije’ (Nu.nl op 10 november 2015).

    ‘VN signaleert schendingen mensenrechten in Oekraïne’.(nu.nl op 15 april 2014)

    In een aantal van de genoemde landen is ook het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken actief om de mensenrechten te bevorderen door kleinschalige projecten te financieren. Een andere indicatie dat het met de mensenrechten en de ‘democratische rechtsorde’ in deze landen niet bepaald meevalt.

    Duidelijk is dat wanneer overheden betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen de politie en het leger daaraan deelnemen. Dat de contacten verder gaan dan alleen het noemen van een aantal landen op internet bewijst wel het bezoek dat een Turkse delegatie bracht op 19 februari van dit jaar en die werd ontvangen door IPA-bestuursleden Taal en Korsel. De foto die hiervan werd gemaakt en op Facebook werd geplaatst, werd meteen ‘geliked’ door PvdA-er Wim Cornelis.

    De volgende vraag is natuurlijk wie er in het bestuur van IPA Nederland zitten. Enkele opmerkelijke vondsten: Vice-voorzitter Wim Cornelis is oud-burgemeester van Gouda voor de PvdA en is Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 2010 raakte hij ernstig in opspraak na het bouwen van een huis in het buitenland en verliet een jaar later zijn burgemeesterspost. Penningmeester Bert van der Wal is oud-politieman en ook al Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bestuurslid Beleid Wim Olieman is manager Bureauplanning van de Apeldoornse Politieacademie. Om er maar een paar te noemen.

    De seminarleiding is in handen van Patrick Reinerink, Albert Roskam en Michiel Holtackers. Patrick Reinerink is politieagent in actieve dienst in Vriezenveen, Albert Roskam werkt bij politie Twente en Michiel Holtackers zit namens het CDA in de Tweede Kamer en was werkzaam als docent op de Politie Academie.

    Op het seminar worden lezingen gegeven door een uitgelezen gezelschap: professor Cyril Fijnaut van de Universiteit van Tilburg, Henk Waarsing, in actieve dienst bij politie-eenheid Oost-Nederland, Rianne Verwijs die in dienst is als projectleider OMG bij het LIEC, Lian van Sinten die werkt als eenheidscoördinator OMG in de politieregio Oost-Brabant en George Kroese die werkt als strategisch analist taakaccent OMG bij de politie-eenheid Limburg.

    We zetten even een aantal zaken op een rijtje voor u. Een particuliere organisatie waarvan 7500 Nederlandse politiemensen en oud-politiemensen lid zijn die gezeteld is in meer dan 14 landen waar de democratische rechtsorde een lachertje is, die zelfstandig met een probleemstelling komt over Nederlandse motorrijdende burgers die zij vervolgens willen gaan oplossen, waarbij Nederlandse politiemensen en politie-officieren met vertrouwensfuncties namens de Nederlandse politie en een Nederlands parlementariër van het CDA hun verregaande medewerking mogen geven. In het bestuur van deze organisatie die dus blijkbaar vindt dat de ‘democratische rechtsorde’ in de bovengenoemde landen wel in orde is, zitten gepensioneerde politie-officieren, docenten en managers van Nederlandse politieacademies, een gesjeesde PvdA-politicus en van belangenverstrengeling beschuldigde burgemeester en maar liefst twee koninklijk onderscheiden Ridders in de Orde van Oranje Nassau. Op foto’s van IPA-bijeenkomsten is te zien hoe de straatarme politieambtenaren in dienstkleding moeten rondlopen om hun eigen kleding niet te verslijten. Overigens geeft IPA Nederland specifiek aan dat leden van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst) ook lid mogen worden.

    Het seminar kost 200 euro per persoon, maar het IPA vindt het zo belangrijk dat Nederlandse deelnemers (alleen politiemensen) gratis mogen deelnemen. Krijgen ze hiervoor subsidie van de Nederlandse overheid? Lijkt dit op beïnvloeding of niet? Heeft de IPA-Nederland voorrechten in Nederland? Krijgen zij gratis zaaltjes, materiaal, gratis de beschikking over in dienst zijnd politiepersoneel? Op welke wijze worden zij nog meer gefaciliteerd?

    Het IPA wil graag onderlinge banden tussen politieagenten in verschillende landen aanhalen en informeel informatie uitwisselen. Komt er nu informatie die wordt verzameld door verdachte staandehoudingen in Nederland via een niet-aangemelde politiedatabank over ‘Outlawbikers’ terecht in landen waar eigenlijk helemaal geen mensenrechten zijn? En welke ander informatie van de politie komt op deze manier in het verdachte buitenland terecht? Komt er ook informatie terecht bij de Nederlandse politie op deze manier?

    Dupont berichtte enkele dagen geleden in zijn blog over de ‘appende’ politieagenten bij een grensovergang na de terroristische aanslagen in België. Blijkbaar besteedt de politie liever aandacht aan motorrijders en motorclubs waarvan er tot op heden geen enkele verboden is.

    Verbaast het de lezer dat de IPA ook zijn eigen motorclub heeft? Dit is de IPA MC. Hier de reactie van de politiemotorbende Blue Knights MC Nederland op hun website: ‘In 1989 waaide het enthousiasme voor politiemotorclubs over naar Europa, nadat enkele collega’s via de International Police Association (IPA) contact hadden opgenomen met collega’s uit de U.S.A.’

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    De politiedatabank van Outlaw VVD’ers

    Op 25 januari 2016 schreef Nu.nl: ‘VVD partij met meeste integriteitsschandalen’. Wij citeren het artikel niet, maar geven het voor het gemak helemaal weer:

    ‘Regeringspartij VVD voert ook dit jaar de lijst aan van integriteitsschandalen onder politici en bestuurders.

    Met veertien affaires staan de liberalen, net als in voorgaande jaren, bovenaan de jaarlijkse Politieke Integriteitsindex van weekblad Vrij Nederland. In 2014 waren er binnen de VVD elf schandalen.

    In 2015 gingen in totaal 64 bestuurders en politici de fout in. In 2014 waren dat er 47.

    Strafblad

    Het aantal VVD’ers met een strafblad is daarmee dit jaar opgelopen tot zestien. Daarnaast lopen er nog strafzaken tegen zes liberalen: Rolf Zincken (mishandeling), wethouder Carel van Gelder (hennepkweek), oud-wethouder Piet Ploeg (corruptie), Kathalijne de Kruif (deelname criminele organisatie), oud-senator Jos van Rey (corruptie) en oud-wethouder Tilman Schreurs (corruptie).

    De VVD riep vorig jaar een interne integriteitscommissie in het leven na de ophef rond het declaratiegedrag van Kamerlid Mark Verheijen. Hij erkende fouten te hebben gemaakt en stapte op. Onlangs werd hij nog vrijgesproken door het Openbaar Ministerie.

    De interne commissie kon echter niet verhinderen dat Kamerlid René Leegte (betaalde bijbaan) de fout inging en oud-Senator Loek Hermans (wanbeleid Meavita) de Eerste Kamer moest verlaten. En Europarlementariër Hans van Baalen zegde onlangs halsoverkop twee omstreden bijbanen in de autoindustrie op.

    Grootste partij

    VVD-leider en minister-president Mark Rutte zei vorig jaar in een reactie op alle schandalen dat de VVD voorop moet lopen als het gaat om integriteitsbeleid bij politieke partijen. Volgens de premier is het logisch dat de VVD als grootste partij onder een vergrootglas ligt.

    Vrij Nederland, die de lijst in samenwerking met de Vrije Universiteit samenstelde, stelt dat het niet vreemd is dat de VVD als grootste partij ook de meeste schandalen telt. Toen het CDA de grootste partij was, hadden de christendemocraten de meeste schandalen, schrijft het weekblad.

    Het CDA telt dit jaar overigens zeven affaires. De PvdA telt er zes en D66 had te maken met acht schandalen.’

    Denk eraan dat dit niet zomaar een journalistiek werkje is geweest. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Vrije Universiteit. Wetenschappelijk dus. Wat evenzo bedenkelijk is, is het feit dat ook de andere grotere partijen graag meedoen met deze schandalen. Zij bleven enkel wat achter doordat de VVD veel groter is.

    Wij kunnen ons dus wel vinden in het waarheidsgehalte, althans wij bestrijden het niet. Wij hebben wel een opmerking: ‘Schandalen?’ Welke schandalen? Het gaat hier om misdaad. Mishandeling, corruptie, deelname criminele organisatie, hennepkweek. Het gaat dus niet over politieke integriteit, of om schandalen. Het gaat om misdaad.

    Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Het is dus niet alleen een schandaal wanneer een politicus of een mandataris een misdaad pleegt. Het is ook ondermijning volgens de eigen definitie van de politie. Een maatschappelijk probleem. Maar waarom dan als voorbeeld geven een buurman met wiet op zijn zolder, een mensenhandelaar of overlastgevende hangjongeren? Is dat ondermijning? Is dat het vermengen van de onderwereld met de bovenwereld? Die vermenging, en dus de echte ondermijning, is pas aan de orde wanneer de gegeven voorbeelden contact maken met de bovenwereld. En wat is nu die bovenwereld? Dat zijn de gezagsdragers, de vertegenwoordigers van de gevestigde orde, de grotere jongens. En dat zijn de mensen die we moeten hebben. Anders gaan we de ondermijning te lijf door een omaatje met een bijbaantje, een bijklussende bijstandsmoeder, een bejaarde met een paar plantjes op te sporen en aan te geven.

    Er is op 18 maart van dit jaar zelfs een Dag van de Ondermijning gehouden. Een dag waar vooraanstaande politiemensen, politici, bestuurders en burgemeesters kennis konden maken met dit nieuwe fenomeen. En nu wetenschappelijk is vastgesteld dat die ondermijning in een aantal gevallen afkomstig is van politieke bestuurders, waarom wordt er dan opgeroepen door de politie om te kijken naar je buurman of een stelletje hangjongeren?

    Al eerder schreef Dupont in zijn blogs over een creatieve officier van justitie, Lucas van Delft, die zelf anoniem meldingen deed. Wij vroegen ons toen al af in hoeveel andere gevallen justitie en politie achter dergelijke meldingen zaten of zitten. Dupont meldde ook dat er nogal wat aan de hand was met zogenaamde bedreigingen van burgemeesters door motorclubs. Genoemd werden opnieuw mensen als Lucas van Delft, burgemeesters Jos Som en Fons Jacobs. Dupont meldde ook diverse malen hoe burgemeesters werden genoemd in corruptiezaken. Nou, dat is ondermijning. Echte ondermijning. Die buurman met zijn zolderkamertje is meer een noodsprong van een hulpeloze en kansarme.

    Dupont schreef ook hoe de politie erg creatief omgaat met verkeerscontroles. Ze zien een persoon rijden die zij checken in hun databank en houden hem vervolgens aan voor ‘opvallend rijgedrag’. Daarna worden openstaande boetes gevonden, een zakje wiet (afkomstig van die buurman zijn zolderkamertje?), een wapen en na huiszoeking zelfs enkele messen. Dit terwijl een rechter een uitspraak heeft gedaan over deze handelwijze. Het mag niet. Maar het gebeurt toch! Wat we dus zien is dat onder het mom van ‘ondermijning’ de politie bijna alles kan maken. Er is helemaal geen controle meer.

    Wat wij ons nu afvragen. Er is vastgesteld dat de politie leden van motorclubs registreert, invoert in een databank en regelmatig aanhoudt in hun strijd tegen ‘ondermijning’. Een databank die, wij vermelden het nog maar even voor de zoveelste keer, illegaal is. Is er nu ook een aparte databank voor politici? Een databank voor Outlaw Politicians? Als tegenhanger van de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG)? Worden op onzalige tijden leden van de VVD aangehouden die in die databank zitten, wegens ‘opvallend rijgedrag’? Of houdt de politie liever de bestuurders van dit land buiten schot? Nou, dat zou pas echt ondermijning zijn.

     

    18 maart: Dag van de ondermijning

    Vrijdag 18 maart is het zover. Dan wordt in de mediaplaza van de Jaarbeurs Utrecht de ‘dag van de ondermijning’ gehouden. Toegangsprijs 395 euro. ‘Ondermijning is een steeds groter wordend maatschappelijk probleem.’ stelt Landelijk hoofdofficier van Justitie mr. G.W. (Gerrit) van der Burg, die de dag mag openen, op de website. Dat is logisch, want het OM kan moeilijk zeggen dat ze bezig zijn met zomaar wat dingetjes die er niet toe doen. Hoeveel het toeneemt zegt hij er niet bij. In mei 2015 zei hij bij Nieuwsuur nog: ‘Het is een probleem waarbij niemand precies kan zeggen hoe groot het is.’ Uit die Nieuwsuur-uitzending, die overigens nadere bespreking verdient, blijkt ook niet hoe groot het ondermijningsprobleem dan wel is.

    Ondermijning is al een paar jaar het toverwoord in de justitiewereld. Criminelen uit de onderwereld maken gebruik van diensten in de ‘bovenwereld’. Daarmee wordt deze ‘bovenwereld’ ‘ondermijnd’. Deze criminelen werken nooit alleen, ze zitten in een ‘crimineel samenwerkingsverband’ oftewel CSV. Er zijn targets gesteld hoeveel CSV’s er moeten worden opgerold. En dan gaat het niet vooral om veroordelingen, maar vaak ook om mensen het leven zuur te maken door een fiscale voorkeursbehandeling, zegt Van der Burg in Opportuun van oktober 2014.

    De termen CSV of ondermijning staan niet in het wetboek van strafrecht. Targets over werkelijke strafbare feiten die de politie voor de rechter heeft gebracht zijn nooit gehaald. Misschien daarom wordt nu gekozen voor het treiteren van groepen mensen die worden ingedeeld bij ‘de onderwereld’. Met behulp van welwillende mediaconnecties wordt het fictieve probleem extra aangedikt.

    Mensen die aangifte hebben gedaan van inbraak, beroving of verkrachting moeten wachten, want de politie vindt het belangrijker om hun zelfverzonnen vijand aan te pakken. Of deze aanpak leidt tot veroordelingen, en of het in het wilde weg beslag leggen op allerlei bezittingen voor de rechter stand houdt, is van later zorg. Het lijkt belangrijker de vastgeroeste politieorganisatie weer een doel te geven, waarbij de hele maatschappij, of in elk geval de hele overheid moet meedoen in deze mythologische strijd tegen het kwaad.

    Maar goed, dag van de ondermijning dus. Behalve mr. Van der Burg en wat politiemensen is ook de private veiligheidsbranche vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld Wendy van der Krift, die mede-eigenaarschap van een bedrijf dat veiligheid verkoopt aan gemeenten weet te combineren met de functie van teamchef bij de nationale politie. En die uit dien hoofde natuurlijk nooit zal zeggen dat het wel meevalt met die ondermijning. En haar eigen dubbelfunctie, ondermijnt die dan niet de geloofwaardigheid van de politie? Verder twee heren van de FIOD over hun ‘afpak-app’ (helaas niet openbaar verkrijgbaar), een entrepreneur in intimiteit en verleiding en een NLP-master die hardnekkige weerstanden (‘mogen we dit wel doen?) weet te doorbreken.

    In het vuur van de strijd is intussen elke motorclub in de ogen van justitie een ‘outlaw motorcycle gang’ geworden en iedereen met een paar wietplanten behoort tot de ‘ondermijnende en georganiseerde misdaad’. Is de grootste ondermijning hier niet de ondermijning van de rechtsstaat?

    Meld Misdaad niet Anoniem

    ‘Meld Misdaad Anoniem (M.) is het onafhankelijke meldpunt waar je anoniem informatie kunt geven over criminaliteit en misdaad. Jouw anonimiteit staat hierbij altijd centraal. Je meldt bij M. over bijvoorbeeld moord, mishandeling, overvallen, drugs, brandstichting, wapen- of mensenhandel. Zo lever je een bijdrage aan de veiligheid in jouw eigen omgeving.’ Dit is wat Meld Misdaad Anoniem zelf zegt op zijn eigen website over het anoniem melden.

    Enige weken geleden werd officier van justitie Lucas van Delft door de politie aangehouden voor het doen van valse meldingen over doodsbedreigingen aan zijn adres. Hij bleek deze bedreigingen zelf te hebben verzonnen. Wij berichtten hierover al eerder. Maar het anoniem melden van bedreigingen was niet het enige wat Lucas van Delft deed.

    Crimesite Camilleri berichtte op 24 februari 2016:

    De verdachte foute officier van justitie Lucas van Delft uit Breda heeft persoonlijk de prepaid telefoonkaart gekocht in de Media Markt. De aangeschafte kaart is gebruikt om de bedreiging tegen hem in scène te zetten . Volgens de Telegraaf is de foute Van Delft door de politie met camerabeelden geconfronteerd. Met de prepaid telefoonkaart probeerde Van Delft anoniem een valse melding te plaatsen bij meld misdaad anoniem. Een domme actie van een ervaren officier van justitie, want de politie kon via het IMEI nummer snel achter halen waar de kaart was gekocht. Via camerabeelden kwam Van Delft als de koper in zicht. Van Delft is inmiddels geschorst.

    Een domme actie van een ervaren officier van justitie? Waarom dom? Omdat hij blijkbaar wist dat meldingen bij Meld Misdaad Anoniem absoluut niet anoniem zijn. Dat was de reden dat hij via Mediamarkt een prepaidtelefoon kocht. Anoniem en betaald met contant geld om ook anoniem te kunnen blijven. Lucas van Delft wist als ervaren officier van justitie dus dat melden bij Meld Misdaad Anoniem niet anoniem was.

    Wij als lezers, weten nu ook iets. Namelijk dat het inderdaad niet anoniem is. En dat Meld Misdaad Anoniem in tegenstelling tot wat zij beweren wel degelijk gegevens over meldingen bewaart. En die gegevens worden alleen maar bewaart voor verder onderzoek. Wanneer het voor de politie belangrijk wordt gevonden om te achterhalen wat de identiteit is van de beller. Dat is dus in tegenspraak met wat Meld Misdaad Anoniem zelf beweert. De politie kwam terecht bij het verkoopadres van de prepaidtelefoon waarmee was gebeld, omdat zij het nummer wisten. Dat nummer was dus blijkbaar toch, tegen alle afspraken in, bewaart.

    M bewaart gegevens van anonieme bellers om deze mensen uit de anonimiteit te kunnen halen. Officieren van justitie weten dit en de politie weet het ook.

    Ook u bent nu op de hoogte!

    De creatieve officier van justitie

     

    Op 6 februari 2016 meldden wij hoe Officier van Justitie Lucas van Delft zijn eigen bedreigingen verzon en daarmee een uitgebreid pakket aan beveiligingsmaatregelen loskreeg van de politie. Wij meldden ook dat deze zelfde Officier van Justitie verantwoordelijk was voor een zaak tegen Johan van Laarhoven. Deze zaak was echter in Nederland niet rond te krijgen. Wij zeiden hierover het volgende: ‘Lucas van Delft was eerder belast met de zaak tegen Johan van Laarhoven, de grondlegger van coffeeshopketen The Grass Company. Van Laarhoven verdiende in Nederland zijn geld met coffeeshops, die hier zijn gedoogd en dus legaal zijn. Van Laarhoven was dus in Nederland juridisch niets te maken. In Thailand werd echter Van Laarhoven veroordeeld voor het witwassen van crimineel geld, toen hij zijn 20 miljoen euro winst overbracht naar dit land. Zijn vrouw kreeg daarbij 12 jaar cel. Omroep Brabant berichtte daarover na het vonnis: “Dit is vreselijk nieuws”, zegt Tim Vis van advocatenkantoor Spong. “Van Laarhoven werd door het dubieuze en rancuneuze handelen van het Nederlandse Openbaar Ministerie overgeleverd aan een rechter die niet voldoende in staat is gebleken het Nederlandse gedoogbeleid te beoordelen.”

    Dus de man die zijn eigen bedreigingen verzon was ook medeverantwoordelijk voor de veroordeling in Thailand van een landgenoot die in Nederland de wet niet overtrad. Blijkbaar was Van Delft goed op de hoogte van de wetgeving in andere landen. In hoeveel andere gevallen werden landgenoten in het buitenland veroordeeld voor iets wat in Nederland helemaal niet verboden is?’

    Johan van Laarhoven schreef vanuit zijn cel in Thailand de volgende brief. Het is een kreet om hulp van een man en een vrouw die vastzitten voor een misdrijf dat zij niet pleegden, maar toch veroordeeld werden dankzij de niet-aflatende pogingen tot veroordeling van een Nederlands officier van justitie met behulp van enige politie-agenten. De brief verscheen op de volgende link: http://justiceforjohan.nl/brieven-van-johan/mijn-naam-is-johan-van-laarhoven/

    Mijn naam is Johan van Laarhoven, in deze brief wil ik een overzicht geven van de verschrikkingen die mijn vrouw, mij en onze kinderen overkwamen omdat de Nederlandse Justitie -onder leiding van Officier van Justitie Lucas van Delft- het nodig vond ons in Thailand aan te geven als zijnde zware drugscriminelen. Mijn vrouw en ik zijn hierdoor op 10 november 2015 tot 18 en 103 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor het witwassen van ons geld. Geld wat ik verdiende met de verkoop van cannabis in coffeeshops onder het Nederlandse gedoogbeleid. Hoe dit mogelijk is? Lees en huiver.

    Na ruim 30 jaar trouwe dienst besloten mijn vrouw en ik om het wat rustiger aan te doen en in Thailand te gaan wonen. Begin 2009 zijn we daadwerkelijk verhuisd. Omdat in diezelfde periode de Europese banken niet meer betrouwbaar leken besloten wij ons geld te beleggen in Thais onroerend goed. Al snel bleek dat het niet praktisch was om de coffeeshops vanuit Thailand aan te sturen. Toen heb ik besloten om, door middel van een management buy-out, de coffeeshops  te verkopen. Op 25 oktober 2011 is de deal bezegeld en spraken we af dat de betaling hiervoor in termijnen voldaan kon worden.

    Kort na deze verkoop vond justitie het nodig om een onderzoek te starten naar de bevoorrading van de shops, de zogeheten achterdeur. Er werden de meest waanzinnige beschuldigingen verzonnen.  Ik noem het waanzinnig omdat er nooit enig bewijs voor geleverd is. Het spel werd via de media, gemeenten en zelfs banken en leveranciers gespeeld. Banken trokken hypotheken terug en leveranciers kregen de raad om maar geen zaken meer te doen met de betreffende coffeeshops. Niets  ging justitie te ver om hun uiteindelijke doel te bereiken; de vernietiging van een belasting betalend bedrijf met zo’n honderd medewerkers.  En ik ? Ik werd afgeschilderd als de Pablo Escobar van de lage landen.

    Langzaam werd duidelijk dat de inspanningen niet het beoogde resultaat opleverden. Tijd voor een strategieswitch van Justitie. Ze gingen zich niet meer op de coffeeshops richten, maar op mij.  Er werden verzoeken aan Thailand verstuurd om mijn vrouw en mij te vervolgens voor zogenaamde drugszaken in Nederland.  Het lijkt erop dat Officieer Lucas van Delft goed begreep waar te knijpen in een land met zulke zware drugswetten en een vers geïnstalleerd militair regime. Het woord drugs zou wonderen verrichten. Op 14 juli 2014 stuurt een Nederlandse liaison officier in opdracht van Lucas van Delft een brief vol valse beschuldigingen naar de Thaise procureur-generaal. Met het verzoek om een onderzoek op te starten.  Vervolgens komen twee Nederlandse agenten naar Thailand om samen met de liaison op 21 juli 2014 een verklaring af te leggen vol verdachtmakingen waarvoor geen enkel bewijs overlegd kan worden. De Thai lijken die bewijzen niet eens nodig te hebben. Lucas van Delft had beloofde de Thaise overheid dat ze mijn geld na een veroordeling mogen houden. Ze hadden er dus alle belang bij de Nederlanders te geloven.

    Twee dagen later werd dan ook met veel machtsvertoon een inval in ons huis gedaan. Mijn vrouw en ik werden onder grote media-aandacht gearresteerd. Na onze arrestatie werden wij afgevoerd naar het beruchte Klong Prem gevangeniscomplex in Bangkok waar we nu al 1.5 jaar onder erbarmelijke omstandigheden vastzitten. Onze twee kinderen van toen 5 en 12 jaar, werden aan hun lot overgelaten.

    Op 25 september en 6 oktober stuurt de Thaise officier van justitie een brief naar Lucas van Delft. Hij vraagt daarin met spoed het bewijs in samenhang met de verklaringen van de agenten. Zonder dit bewijs zegt hij geen zaak te hebben. We hebben het hier over 9 dagen voor de zaak gesloten zou worden! Het lijkt bijna niet nodig om het te zeggen, maar ik doe het toch. Dat bewijs is nooit opgestuurd. Toch werden we aangeklaagd.

    In mei 2015 begint eindelijk de rechtszaak, die duurt tot eind september en bestaat uit maar 10 zittingsdagen. Acht dagen voor de Officier van Justitie, twee voor de verdediging. Veel van onze getuigen konden hierdoor niet gehoord worden. Het eerste teken dat er iets mis was.

    Het werd een rumoerige rechtszaak met steeds wisselende rechters en zonder stenograaf. De rechter sprak zelf in een dictafoon in wat hij in de verklaring wilde hebben. Geen goede manier om die altijd compleet te hebben toch? Na de verklaring luisterde een typiste naar de dictafoon, nam alles over op papier en liet het door een getuige ondertekenen.

    De Thaise Officier van Justitie kwam als eerste aan de beurt. Al zijn Thaise getuigen verklaarden hetzelfde. Deze mensen, wij dus, overtraden in Thailand geen enkele wet. Wat wij in Nederland dan misdaan zouden hebben wisten ze eigenlijk ook niet. Het enige wat ze wel deden was verwijzen naar de eerdere -bewijsloze- verklaringen van de drie Nederlandse agenten.

    Die agenten kwamen in juli getuigen. Voor de gelegenheid kwamen zij speciaal met vrienden businessclass overgevlogen en kregen een mooie kamer in een Hilton hotel. Hun verklaringen kwamen vreemd genoeg niet overeen met de verklaringen die ze een jaar eerder afgelegd hadden. Daarnaast bleek de kennis der Engelse taal selectief uit hun geheugen gewist. De aanwezigheid van  de pers en advocaat Sidney Smeets, een kantoorgenoot van Gerard Spong, maakte de heren duidelijk nerveus. Ze konden zich niet meer zo goed herinneren wat ze een jaar eerder gezegd hadden. Uiteindelijk konden zij niet anders dan schoorvoetend toegeven dat er in Nederland alleen maar een onderzoek liep wat al vier jaar duurde maar waar nog steeds niet voldoende bewijs voor was om naar de rechter te gaan. Vervolgens is er door van Delft een brief opgesteld aan de Thaise Officier van Justitie. Daarin schrijft hij over zijn verwachting de zaak in het eerste kwartaal voor de rechter te brengen. Het doel hiervan? De Thai weer vertrouwen geven in de Nederlandse zaak. De brief werd dan ook prompt aan de rechter overhandigd.

    Pas in september was eindelijk de verdediging aan de beurt om ons onschuld aan te tonen. Als eerste mocht ik zelf getuigen. Waarbij ik duidelijk heb uitgelegd dat in Nederland de verkoop van cannabis –in een vergunning houdende coffeeshop- gedoogd is. Dat deze verkooppunten net als elk ander bedrijf belasting afdragen. Het bewijs dat ik dat ook deed had ik netjes aan de rechtbank overhandigd.

    Hierna was het de beurt aan Tukta, zij verklaarde over onze relatie en waarom het onroerend goed op haar naam staat. Wat overduidelijk is, een buitenlander mag in Thailand namelijk geen onroerend goed bezitten.

    Als laatste kwamen Gerard Spong, Sidney Smeets en oud-rechter Frits Lauwaars  aan de beurt. Zij waren naar Thailand gekomen om de rechters uitleg te geven over het Nederlandse gedoogbeleid en hun te overtuigen van ons onschuld. Helaas leek het erop dat de rechters totaal geen belangstelling hadden voor hun verhaal. Ze keken verveeld, stelden geen enkele vraag en waren druk met berichtjes te versturen met hun telefoon.

    Wij vonden het gedrag van de rechters erg vreemd maar dachten dat dit kwam omdat zij allang begrepen hadden dat wij onschuldig waren. Een grote vergissing bleek zes weken later. Op tien november, de zwartste dag uit ons leven, verklaarde de rechtbank ons schuldig en veroordeelde mij tot 103 jaar celstraf en mijn vrouw tot 18 jaar.

    Hun motivatie? De Thaise anti-witwas wet zegt sinds 2013 dat mensen ook voor basisdelicten buiten Thailand gepleegd, veroordeeld kunnen worden. Dat ik in Nederland nooit veroordeeld ben maakte voor hen niet uit. Volgens de Thai kan de verkoop van cannabis in Nederland dan wel legaal zijn. In Thailand is het illegaal, een overtreding van artikel  5 van de anti-drugs wet die zegt dat bezit of verkoop van cannabis zonder vergunning illegaal is.  Daarom zijn wij door de rechtbank toch veroordeeld.

    Pure onzin natuurlijk, ik had in Nederland namelijk wel een vergunning en in Thailand heb ik nooit cannabis verkocht of in bezit gehad.  Wat ik Nederland gedaan heb is niet voor een Thaise rechter om daarover te oordelen. Dit maakt die veroordeling een belediging van de Nederlandse rechtsstaat en een grove schending van onze soevereiniteit. Verder gebruikt de rechtbank een wet uit 2013 hoewel ik mijn bedrijf al in 2011 verkocht heb. Volgens Thais en internationaal recht is het verboden om een wet met terugwerkende kracht te gebruiken. Ik ben gewoon voor de bus gegooid, met dank aan Lucas van Delft.’

    Wij hebben maar twee vragen:

    1. Wat gaat de Nederlandse overheid doen om dit recht te zetten?
    2. Hoeveel andere Nederlanders zijn er met deze constructie in het buitenland veroordeeld?
    Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!

     

    Een vervelend begin van het jaar voor de bestuurders van vrij Nederland. Ten eerste kwamen de media met verontrustend nieuws over de inzet van verkeerscontroles die worden misbruikt voor opsporing. De NOS meldde op 21 december 2015 met enige tegenzin: ‘De politie mag voortaan geen verkeerscontrole meer gebruiken om een verdachte aan te houden. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam bepaald. Het hof behandelde een zaak waarbij tijdens een zogeheten dynamische verkeerscontrole in een auto bijna een kilo wiet was gevonden. Bij deze vorm van controle volgen politieagenten in burger de auto van de verdachten. Vervolgens laten agenten in uniform de wagen stoppen onder het mom van een verkeerscontrole. In werkelijkheid wordt dan informatie over inzittenden en hun eventuele criminele achtergrond nagetrokken. Het hof vindt dat de politie zich schuldig heeft gemaakt aan ‘misbruik van recht’. Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten, zo oordeelt het hof. Daardoor is het bewijs onrechtmatig verkregen en is de verdachte vrijgesproken.’

    De oplettende lezer zal vermoeden waar wij heen willen met deze uitspraak. Het is namelijk al enige jaren goed gebruik bij de politie om motorrijders die de colors van een motorclub op hun rug hebben aan te houden tijdens een ‘algemene verkeerscontrole’. Duidelijk werd dat deze controles alleen werden bedoelt om de identiteit en de motorkenmerken te controleren om opgenomen te worden in een niet door de politie aangemeldde, dus illegale, databank waarin alle leden van MC’s. Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten, zo oordeelde het hof. Vragen beantwoorden als: ‘Waar gaat u heen?’, ‘Waar komt u vandaan?’, ‘Wat is uw functie binnen de motorclub?’ vallen natuurlijk ook niet onder een verkeerscontrole. Deze uitspraak betekent feitelijk dat de politieagent op zoek naar onverlaten niet zomaar meer een ‘algemene verkeerscontrole’ mag houden voor één enkel voertuig omdat daar toevallig een lid van een MC in of op rijdt. We zullen zien of er voor MC’s toch uitzonderingen gemaakt gaan worden. Dat zou namelijk een vorm van discriminatie zijn.

    Ander heel vervelend nieuws is het feit dat gemeenten die ‘in hun maag’ zitten met leden van MC’s die ambtenaar zijn daar niet veel aan kunnen doen. Crimesite bericht daarover op 22 januari 2015 het volgende: ‘Om iemand die in zijn vrije tijd lid is van een controversiële motorclub ontslag aan te kunnen zeggen moet bijvoorbeeld bewezen kunnen worden voor een rechter dat de reputatie van een overheidsinstantie in het geding is. Verder moet het gedrag van deze persoon aantoonbaar strijdig zijn met het gemeentelijk beleid. Het is moeilijk om zulke argumenten bij een kantonrechter waterdicht te bewijzen.’ Dit aldus het oordeel van twee arbeidsrechtspecialisten die door de gemeente Amsterdam zijn ingehuurd om te bekijken hoe twee leden van de Hells Angels kunnen worden ontslagen door de gemeente. De gemeente probeert al sinds 2013 van deze twee hardwerkende mensen af te komen. Zonder resultaat.

    Niet alleen de gemeente Amsterdam heeft leden van MC’s in dienst als ambtenaar, ook andere gemeenten hebben dit ‘probleem’. Het Ministerie van Defensie heeft ook diverse ‘bikers’ in dienst die niet zomaar ontslagen kunnen worden. En over reputatie gesproken: zonder de niet aflatende pogingen van de gemeenten om van die ambtenaren af te komen zou helemaal niemand op de hoogte zijn van hun bestaan. Die mensen blijken gewoon hun werk te doen, zij vallen nauwelijks op en er is verder ook niets aan te merken op betrokkenen. Erger nog is het feit dat het blijkbaar zo is dat er leden van MC’s zijn die de bestaande vooroordelen van werkloze parasiterende en criminele woestelingen eenvoudig weerleggen door zonder problemen een goede baan te hebben bij de overheid.

    Om dus toch nog even te kunnen natrappen tegen mensen die: A. gewoon een baan hebben, B. hard genoeg werken om om die reden niet ontslagen te kunnen worden, C. volgens arbeidsrechtdeskundigen niet ontslagen kunnen worden, heeft burgemeester Van der Laan van Amsterdam het volgende besloten: ‘In de gemeentelijke gedragscode zal nu worden opgenomen dat het lidmaatschap van een MC niet samengaat met werken bij de gemeente.’ Want hij zal het laatste woord hebben deze volksvertegenwoordiger.

    Uit beide twee voorbeelden blijkt weer eens dat de politie op onwettige basis mensen aanhoudt en controleert en dat overheidsinstanties die geen geldige juridische reden hebben om mensen te ontslaan gewoon de wet, of gedragsregels, aanpassen. Je bent dus als lid van een MC altijd wel de klos.

    In eerdere artikelen schreven wij al dat het juist de politie is, die dus controles misbruikt volgens de rechter, die rapportages schrijft (op basis van feiten onder andere bijeen gesprokkelt tijdens die ‘algemene verkeerscontroles’) en daarmee gemeenten aanzet tot maatregelen tegen motorclubs. Voorts blijkt nu dat er tegen de clubs niets is te ondernemen, omdat zij door geen enkele rechter tot verboden organisatie zijn verklaard en bovendien dat er tegen individuele leden die ambtenaar zijn ook niets is te ondernemen omdat zij geen strafblad hebben en zich niet slecht gedragen. Uit tal van krantenartikelen blijkt telkens opnieuw hoe bestuurders en politici door rechters worden veroordeeld wegens fraude en corruptie. Mogen er straks geen leden van de VVD of het CDA meer als ambtenaar werken?

    Onze vraag is nu: Wat is het probleem?

    Zinloze controle omdat het kan

    Operatie Trivium IV van afgelopen zomer past in een langere traditie van zinloze controles langs de weg, die uitgaan van de gedachtegang dat wegen instrumenten zijn om misdaden te plegen. Gelukkig is er altijd wel een nieuwsrubriek die wil komen filmen zonder vervelende vragen te stellen over nut, noodzaak of effectiviteit van dit theater. Laten we teruggaan naar 17 januari 2014. In Limburg wordt in twee dorpen het verkeer vastgezet omdat er teveel inbraken zijn:

    Bron: Hart van Nederland

    Op 0:00  Politiemensen, de belastingdienst en de RDW gaan aan de slag. Wat heb je aan de rijksdienst voor het wegverkeer als je probeert inbrekers te pakken? En de belastingdienst? Moeten die toezien dat er inkomstenbelasting wordt afgedragen over de gestolen spullen? Nee. Die zijn er alleen zodat de politie kan doen wat ze van de wetgever niet mag: zonder enige verdenking toch mensen dwingen hun auto te laten doorzoeken.

    Op 0:21  Een gedupeerde burger snapt dat je op deze manier natuurlijk geen inbrekers pakt maar probeert de zonzijde te zien: ‘Het moet toch, kijken of het nog klopt’. Hoewel de aanleiding ligt in het aantal inbraken, draait de operatie uit op RDW-controle van voertuigen, zodat het wachten hopelijk niet allemaal voor niets is geweest.

    Op 0:34  Woordvoerder Laurens Princen spreekt over 400 woninginbraken op jaarbasis. Waar? In Herkenbosch? Dat lijkt wat overdreven maar de verslaggever vraagt niet om een toelichting. Bovendien kan de woordvoerder zomaar alles zeggen, want bij de politie geldt de journalistieke wet van minstens twee onafhankelijke bronnen niet. Inbraakcijfers van Herkenbosch over 2013 zijn niet compleet beschikbaar gemaakt. In 2014 zouden er 14 woninginbraken zijn geweest.

    Op 0:38  Omdat Princen elke inbraak er 1 te veel vindt, duurt de controle de hele avond. Of is dat de interpretatie van Hart van Nederland?

    Op 0:50  Ook in Melick wordt er veel ingebroken. ‘Schijnbaar’, aldus een welwillende gedupeerde automobilist, die na al het wachten graag positief op televisie wil. Ook hier zijn inbraakcijfers over 2013 niet compleet beschikbaar gemaakt. In 2014 zouden er 10 woninginbraken zijn geweest. Of is door deze actie het aantal woninginbraken teruggedrongen van 400 naar 24?

    Op 1:00  Woordvoerder Wendy Hermans meldt dat er nog geen inbrekers zijn aangetroffen, en dat lijkt haar niet te verbazen. Maar dat was wel de aanleiding om onschuldige burgers van hun tijd te beroven. Hoeveel auto’s hebben moeten wachten? Hoeveel auto’s waren niet in orde? Wat is er in de auto’s aangetroffen? Wat heeft dit allemaal gekost? Welk ander werk is hierdoor blijven liggen? Van hoeveel van de 400 inbraken is inmiddels een verdachte voorgeleid of veroordeeld? Het is niet terug te vinden. Wel blijkt er meer aan de hand te zijn geweest dan Hart van Nederland meldde; het was een intelligence-operatie.

    Op 1:08  Verslaggever Hans de Herdt doet zijn kortste ‘standupper’ ooit: Logisch dat ze niks vinden, maar toch goed dat het gebeurt, want nu zijn de inbrekers op hun hoede.

    De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)

    Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’

    Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!

     

    Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’

    Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’

    Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.

     

    Wie is wie?

    De motorclub

    Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’                                                                                                         Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’.                                                                                                           De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?

    Waarom een doodshoofd als embleem?

    In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’

    Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.

    Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.

    Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.

    Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”

    Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?

    De onafhankelijke raadsheer

    Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.

    De raadsheer schrijft brieven

    Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.

    De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.

    Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.

    De raadsheer komt op de televisie

    Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.

    De raadsheer voert actie

    Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.

    Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?

    ‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.

    De raadsheer wordt belaagd

    Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.

    Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.

    De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:

    ‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’                 Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.

    De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.

    De raadsheer en de korte broek

    Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’                  Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.

    Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.

    De raadsheer aan het werk

    Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.

    Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.

    De raadsheer en de motorclub

    In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.

    En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.

    De raadsheer onder vuur

    Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.

    De raadsheer vandaag

    Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.

    De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub

    O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)

     

     

     

    Politie wil weten wie in auto’s zit

    Vrijdag 9 oktober is in het westelijk havengebied van Amsterdam een ‘grote handhavingsactie’ gehouden. Eerst werden de nummerplaten van langsrijdende auto’s gescand (ANPR) en vervolgens moesten 126 automobilisten meekomen. Hier werd weer de bevoegdheden-sandwich toegepast: De belastingdienst scant legaal alle auto’s (wat de politie niet zomaar mag), de douane kan legaal iedere auto doorzoeken (wat de politie niet zomaar mag), en de politie komt strafbare feiten op het spoor, die ze meteen kan afwerken. Dit in tegenstelling tot de strafbare feiten die via aangiften binnenkomen, want die worden via een geheime prioriteringssystematiek zo veel mogelijk geseponeerd (want te veel werk en geen publicitair voordeel). De marechaussee was er ook bij, die scande identiteitspapieren van vreemdelingen.

    Stadszender AT5 mocht mee en maakte een verslag. Laten we even kijken:

    (bron: AT5)

    Op 0 minuut 0: De actie is bedoeld om verkeersveiligheid te bevorderen, zo moet het lijken, maar daarvoor heb je de douane, marechaussee en de belastingdienst niet nodig.

    Op 0 minuut 10: KLPD-icoon en verkeersvoorlichting-veteraan Frans Zuiderhoek legt het uit: ‘Verkeersveiligheid is een van de doelstellingen’; Een blaastest en controle van de technische staat van de voertuigen. Hoeveel doelstellingen zijn er verder en wat zijn die doelstellingen precies? Het persbericht noemt ‘de intelligencepositie in dit gebied’. Van de politie? Van de belastingdienst? De douane? De AT5 verslaggever weet dit niet, of vindt het niet belangrijk genoeg om te vertellen.

    Op 0 minuut 20: Waarom is de politie ‘zeer geïnteresseerd’ wie er achter het stuur zit en wie er in de auto’s zitten? Speelt er iets in het westelijk havengebied wat de politie niet direct kan aanpakken? En als bekend is wie er in de voertuigen zitten, wat doet de politie dan met die informatie? De toevoeging ‘ … en wat voor goederen ze vervoeren’, geeft een beetje aan dat er geen concrete verdenking is, maar dat een toevalstreffer deze actie hopelijk achteraf kan legitimeren. Hoewel het spannende ‘intelligencepositie’ misschien al automatisch alles legitimeert.

    Op 0 minuut 55: Iemand is aangehouden die nog een DNA-test moest doen. Zoiets is verplicht maar niet strafbaar. Dan waren er nog twee mensen met openstaande boetes en een illegaal die zijn aangehouden. Hoe verbetert dit de veiligheid in het gebied?

    Op 1 minuut 7: Deze meneer denkt dat hij in een fuik is gelopen die is bedoeld om wrakken van de weg te halen. Waarom was hij een ‘hit’ van de nummerplaatherkenning (ANPR)? Past hij in een of ander profiel?

    Op 1 minuut 25: ‘Mede door de goede resultaten zal de politie vaker dit soort acties uitvoeren’. Wat pillen en rechthoekige witte dingetjes in een zakje, het illegaal inzamelen van vuilnis, bezit van traangas, rijden zonder rijbewijs, overbelading, zijn dat goede resultaten na het van de weg halen van 126 auto’s? Het lijkt er op dat 118 bestuurders voor niets van hun tijd zijn beroofd. Of droegen die bij aan de intelligencepositie in dit gebied? En wat kost zo’n controle de belastingbetaler?

    Op 1 minuut 32: Waarom wil de politie zichtbaar aanwezig zijn? Gaat politiewerk niet over handhaving van openbare orde en opsporing en vervolging van plegers van strafbare feiten? Vooral op dat laatste punt scoort de politie bedroevend laag. Deze controle, die de grenzen overschrijdt van de bevoegdheden die de wetgever de politie heeft gegeven, moet televisiekijkers het idee geven dat de politie iets doet. Het laat eerder zien dat zij doet wat makkelijk is en nalaat wat moeilijk maar nodig is.

    Het ‘donkere dagen offensief’ is een actie tegen inbrekers. Van deze beroepsgroep is bij deze controle niemand aangetroffen. Zou het niet beter zijn om inbrekers op te sporen door inbraken waarvan al aangifte is gedaan te onderzoeken?

     

    Verbal diarrhea

    Afgelopen week kregen wij weer verschillende artikelen in de media binnen. Uit de meeste artikelen blijkt hoezeer de politie in het duister tast over motorclubs en maar wat verzint. Zij hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

    Op 21 september, een maandag, begon de week met het nieuws dat de explosieve groei van criminele motorclubs was gestopt. Bijna alle media brachten het nieuws. Wij citeren staatsomroep NOS: ‘De jarenlange explosieve groei van criminele motorclubs is gestopt. Dat zeggen de Nationale Politie en de motorclubs zelf. De enorme aanwas was juist de reden voor een harde aanpak van de clubs.Verschillende overheden vreesden voor een bendeoorlog, omdat de territoriumdrift tussen motorclubs tot spanningen leidde. Pim Miltenburg, de politietopman die verantwoordelijk is voor de aanpak van de motorclubs, zegt dat de harde aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. “Burgemeesters hebben clubhuizen gesloten, er zijn veel onderzoeken geweest naar individuele leden van motorbendes, de Belastingdienst heeft meegewerkt om ze aan te pakken, de politie treedt op op de openbare weg. We zien daarom minder intimiderend gedrag van de motorbendes.’ ‘Miltenburg zegt dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Dit jaar zouden er negen afdelingen zijn bij gekomen. Een speciale eenheid van de politie heeft op dit moment zeventien motorclubs in beeld die ze crimineel noemt, met in totaal 123 verschillende afdelingen. In 2011 waren er nog maar tien clubs met in totaal 31 ‘chapters’. De politie heeft zo’n 1800 leden in het vizier.’

    Vreemd. Eerst wordt de onwetende burger vertelt dat er een explosieve groei was en dat die inmiddels is gestopt en dan volgt een uitspraak van de man die daarover gaat, Piem Miltenburg, dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Miltenburg, die zelfs binnen zijn eigen korps bekendstaat als een fanatieke hardliner, noemt daarbij een aantal van 1800 motorclubleden. Op 8 augustus 2015 noemt ex-BBE commandant en huidig recherchechef Rienk de Groot in bndestem.nl echter een aantal van 1200 motorclubleden. Nogal een verschil. Rienk de Groot verdiende zijn strepen tijdens de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier. Fijn dus om te weten dat hij zich nu bezig houdt met motorclubs. Dus wat is het nu? Lichte groei, explosieve groei, groei gestopt of aantallen fors teruggelopen? Wat in ieder geval wel weer duidelijk wordt is hoe de media geen enkele moeite doen om berichten en cijfers van de politie te verifiëren.

    Iets anders wat uit dit krantenartikel blijkt is de opmerking van Piem Miltenburg dat ‘juist de enorme aanwas de reden was voor een harde aanpak van de clubs’. Dat is wel zeer merkwaardig. Omdat de clubs groeiden, moesten politie, burgemeesters en belastingdienst in actie komen? En dan hebben we het dus over aantallen van ongeveer 1800 man. In totaal. Er moet wel waanzinnige paniek zijn bij de politie over de enorme toestroom bij watersportverenigingen, hockeyclubs, voetbalclubs en bridgegenootschappen.

    ‘We zien daardoor minder intimiderend gedrag van de motorbendes’, zegt Miltenburg nog en ook daar vinden wij iets van. Ten eerste is het zo dat er helemaal geen cijfers zijn van intimiderend gedrag van motorbendes. Welk intimiderend gedrag? Tegen wie? En vooral, door wie? Het kan toch niet zo zijn dat club ‘A’ intimiderend gedrag vertoont en club ‘B’ daardoor wordt lastiggevallen door de politie of zelfs in de statistieken terechtkomt? Verder is door talloze andere krantenartikelen bekend dat motorclubs niet welkom zijn in de horeca (op aandringen van de politie die schermt met onnauwkeurige rapportages en daarmee gemeenten en horecaondernemers onder druk zet) en dat clubs soms zelf besluiten om zonder colors te gaan stappen. Dat betekent dat die clubs misschien wel juist in aantal toenemen, maar onzichtbaar zijn geworden door de druk van de politie. Een ongewenst effect, daar wanneer dat inderdaad zo zou zijn, er veel minder zicht is op wie wat doet. De politie roept eerst dat motorclubleden zich schuldig maken aan zware misdaad, vervolgens zorgt de politie er voor dat de leden van die clubs zich minder vertonen met hun colors en dan roept de politie triomfantelijk dat de aantallen clubleden minder zijn geworden en hun beleid dus succesvol is. Rienk de Groot zegt daarover in bndestem: ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.” Dat is dus precies het omgekeerde wat de politie beoogt.

    Wij merken nog op dat de groei van motorclubs verband lijkt te houden met negatieve berichtgeving in de pers. Tijdens de oorlog in Scandinavië tussen Hells Angels en Bandidos namen de aantallen leden enorm toe. Na een zeer negatieve pers in Australië en verregaande maatregelen van de autoriteiten namen ook daar de aantallen leden toe (zie ook op deze website de blog Holle vaten…).

    We zagen net al de naam van een nieuwe motorclubexpert bovendrijven; de sportman Rienk de Groot. Als recherchechef moet De Groot zich blijkbaar nog inlezen, als commandant van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) hoeft hij dat waarachtig niet. Toch een beetje vreemd dat De Groot wel als expert geraadpleegd werd nota bene op de Politieacademie. Wij lezen op politieacademie.nl/onderwijs/ov namelijk het volgende: ‘Een motorclub ontwikkelt zich tot een criminele organisatie. In deze sessie vertellen de hoofdrolspelers van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie over de manier waarop in Enschede partners samenwerkten om dit probleem het hoofd te bieden. Daarvoor zijn de burgemeester van Enschede Peter den Oudsten, het plv. diensthoofd Landelijke Recherche Rienk de Groot en rechercheofficier mr. Evert Harderwijk van het Landelijk Parket (OM) uitgenodigd. “De belangrijkste vraag die op tafel lag was hoe we het toch voor elkaar hebben gekregen resultaten te boeken,” vertelt Harderwijk.’

    De politieacademie geeft dus les aan de hand van ‘gevallen uit de praktijk’, waarbij als expert mensen worden ingehuurd die de cijfers niet goed kennen. Toch wordt door het geven van uitgerekend lessen met als casus een motorclub een beeld gecreëerd bij politiemensen van gevaarlijke en misdadige motorclubs. Wanneer u nog twijfelt, hier het gevolg ervan. Op 112Groningen.nl van 26 september 2015 lezen wij over een grote oefening van de brandweer: ‘Denk aan verschillende scenario’s zoals een ongeval met gevaarlijke stoffen en een bijzonder waterongeval, maar ook brandbestrijding en een XTC lab. Ook was er een motorbende met een wietkwekerij.’

    Kwalijk, want er is nog nooit een motorclub als club betrokken geweest bij een wietkwekerij. Toch wordt een dergelijk feit geoefend door de brandweer. We zien dus hoe onnauwkeurige cijfers via niet ter zake kundige politiemensen terechtkomen in de leerstof of lesmateriaal voor weer andere politiemensen en zelfs de brandweer. Zorgvuldig een vijandsbeeld scheppen en daarna de zelf bedachte bedreiging uitschakelen. Het doet ons ergens aan denken.

     

     

     

     

    Operatie Trivium: totale bandietencontrole

    Operatie Trivium heeft de bandieten een lesje geleerd, maar wij zitten met een onbegrijpelijk filmpje. Gelukkig is er een plaats op het internet waar iets wordt uitgelegd. Europol meldt: Operatie Trivium was een actie van Europol en verkeerpolitieverband TISPOL om aan de bandieten duidelijk te maken dat onze wegen niet bedoeld zijn voor gebruik door criminelen.

    De operatie liep van 22 tot 28 juni in Engeland en Wales, en van 25 tot 28 in Nederland. Politiemensen uit Litouwen en Roemenië ondersteunden de controles met informatie en controleerden in uniform Litouwers en Roemenen in Engeland. West Midlands Police lijkt de kar te trekken, althans die zijn de enigen met informatie op hun website. 8440 voertuigen aangehouden, 797 mensen gearresteerd. Dat is wel andere koek dan die ‘leuke zaken’ melkpoeder en viagra.

    Er is iets raars. De naam Trivium 4 lijkt te wijzen op 3 eerdere Triviums, maar die hebben de website van Europol nooit gehaald, of zijn effectief verwijderd. Wat je niet zou verwachten van de organiserende partij die pleit voor uitbreiding van Trivium door heel Europa, met een hoofdkwartier in Den Haag.

    Politie.nl kent Trivium eigenlijk alleen als een straat in Etten Leur, Maar er staat ook één keer ‘Trivium’ in het jaarverslag politie 2014. Zij het in de samenstelling ‘Trivium en Archimedes’ (Wat ook een operatie tegen mobiel banditisme is). Het wordt daar genoemd als iets van Europol en verder niet toegelicht. Operatie Trivium van deze zomer wordt helemaal niet genoemd, vreemd genoeg.

    Interpol, een organisatie die bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit door middel van uitwisselen van informatie tussen politiekorpsen toch als hoofdtaak heeft en bij uitstek geschikt zou moeten zijn voor de bestrijding van mobiel banditisme, lijkt niets met Operatie Trivium te maken te hebben gehad.

    Wat is hier aan de hand? Waarom wil Europol massale controles op basis van nummerplaatherkenning? Wat is precies het mediaplan van dit project? Wie gaat er over internationale opsporing? Zijn die 797 Britse en 43 Nederlandse arrestanten allemaal bandieten?

    De politie heeft geen tijd om iets doen met de aangiften van mensen. Van de meeste inbraken en diefstallen wordt geen verdachte gevonden. Opsporing is veel werk dat misschien niets oplevert. Veel makkelijker is het om met nummerplaatherkenning buitenlandse auto’s van de weg te halen en met lukrake ‘informatiegestuurde’ of ‘strenge’ controles mensen hun tijd te verdoen. Met één op de tien auto’s is wel iets mis, dus de actie is altijd een succes. En die andere negen zijn voor niets staande gehouden.

    Holle vaten….

    Dat hardliners vaak roepen tegen beter weten in, is eigenlijk allang bekend bij de politici. Meestal zijn die hardliners militairen die stoere taal uitslaan over oorlog voeren en de vijand verslaan. Er moeten meer soldaten komen, er moeten meer en betere wapens komen, bondgenoten moeten worden ingeschakeld, de definities voor vijand moeten worden verruimd, iedereen die kritiek heeft op de generaals is een terrorist en dus eigenlijk ook een vijand en er is bijna altijd sprake van een ‘body count’, of een ‘bilan’ om de resultaten zichtbaar en meetbaar te maken. Dat uiteindelijk de vijand toch ondanks alle moeite en resultaten wint, is daarna nog decennialang voer voor historici.

    Voorbeelden te over voor praktisch gewonnen oorlogen die toch nog uitliepen op een nederlaag. Vietnam was een bekende, maar ook oorlogen als de oorlog in Frans-Indochina, Algerije, Nederlands-Indië waren er voorbeelden van. Vandaag hebben we de ‘war on terror’en de ‘war on drugs’. Beide oorlogen worden gevoerd door hardliners die als wetenschapper weinig goedkeuring van hun professor zouden genieten. Hardliners zijn van alle tijden, maar slapende politici ook.

    Een burgerlijke variant van de militaire hardliners zijn de hardliners bij de politie. Zijn de militaire haviken vooral schadelijk voor een bevolking ver weg en natuurlijk de eigen soldaten, de politiële hardliners zijn vooral schadelijk voor de burgerij die aan hun zorgen is toevertrouwd. Of overgeleverd, om de gevoelens van sommigen eens uit te drukken. Pseudo-wetenschappelijke experimenten en rapporten, vervalste rapportages, grove misleiding van en door de media, intimidatie van bestuurders en de rechterlijke macht en een vorm van corruptie die macht geeft aan zwakkelingen en gecorrumpeerde bestuurders hun zakken laat vullen zijn enige van de resultaten die onbeoogd toch worden bereikt.

    Laten wij ter zake komen. In eerdere artikelen trokken wij al de ‘oorlog tegen motorclubs’ in twijfel. De situatie in Nederland is als bovenstaand omschreven: rapportages worden vervalst of lijden aan tunnelvisie, de media worden beïnvloed, bestuurders worden direct of indirect geïntimideerd, motorclubs en leden van motorclubs worden in hun rechten geschonden. De vraag is wat het oplevert. Wordt de misdaad effectief bestreden door de zeer verregaande maatregelen die worden getroffen? In Nederland is er niet alleen sprake van een gebrek aan media om eventueel ontlastend nieuws voor motorclubs te verspreiden, er zijn geen resultaten van het huidige beleid die kunnen worden gepresenteerd. Geen positieve resultaten en eigenlijk ook geen negatieve resultaten. Er is niet bekend of de misdaad lijdt onder de ‘oorlog tegen de motorclubs’ , of misschien juist profiteert van het verleggen van de focus naar de motorclubs.

    Hoe kunnen wij dus toch met feiten en cijfers komen? Omdat deze overheid, en de media, zich erg vaak baseren op nieuws uit het buitenland zullen wij dat ook doen. In Nederland wordt vaak gewezen op de motorbendeoorlog in Canada, of the bikeroorlog in Scandinavië, wij vertellen graag eens iets over de ‘oorlog tegen motorclubs’ in Australië. Wij zullen ons baseren op een artikel in The Conversation van 28 juli 2015 dat werd geschreven door assistent professor Terry Goldsworthy van de Bond University. In tegenstelling tot de ‘voortgangsrapportages’ van de Nederlandse politie, dus wel degelijk wetenschappelijk.

    Na twee jaar enorm zware maatregelen door de Australische overheid tegen motorclubs, bikies geheten, is er geen overeenstemming tussen politiemensen of de zware aanpak resulteert in succes. De politie is maar deels betrokken bij het justitiële proces. Hun succes meten zij aan het aantal arrestaties dat wordt verricht. Nu echter blijkt uit recente analyses dat de betrokkenheid van ‘bikers’ bij georganiseerde misdaad veel kleiner is dan gedacht.

    De resultaten, oftwel de ‘bodycount’ van de ‘oorlog tegen motorclubs’ zou dus eigenlijk moeten worden getoetst aan de volgende indicatoren:

    ~ succesvolle veroordelingen van motorclubleden voor ernstige en georganiseerde misdaadvergrijpen, waarbij deze misdaden een meerderheid vormen van het ten laste gelegde;

    ~ bewijs dat aantallen leden van clubs afnemen en dat recrutering stopt;

    ~ bewijs dat ‘association laws’ (omgang hebben met criminelen) de criminele elementen van motorclubs tegenhoud elkaar te ontmoeten om georganiseerde misdaad te faciliteren;

    ~ een bewezen positieve invloed op de georganiseerde misdaad-markten waarvan de politie claimt dat bikers hier dominant in zijn;

    ~ bewijzen dat de structuren van de clubs gebruikt werden voor gezamelijke criminele doelen.

    Geen enkel bewijs is echter te leveren dat ook maar één van de punten hierboven is bereikt. Hoewel in de Australische deelstaat Queensland de bikers niet veel meer worden gezien, zijn de clubs nu ondergronds. De ‘oorlog tegen de motorclubs’ kende een aantal high-profile mislukkingen in de rechtszaal. Sommige zaken gingen niet eens naar de rechtbank.

    De politie pochte over een enorme toename van arrestaties voor afpersing ten gevolge van de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze zaken halen het niet in de rechtbank. Van grotere zorg is het dat sommige beklaagden de politie beschuldigen van afpersingspraktijken bij het ontlokken van bekentenissen. Wanneer dit bewezen kan worden, kunnen politiemensen daarvoor worden vervolgd.

    Misschien nog erger was het resultaat van veel openbare ordeverstoringen die ten grondslag lagen aan de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze aanklachten bleven in de rechtszaal niet overeind, terwijl ook hier beschuldigingen werden geuit dat hogere politie-echelons tussenbeide kwamen in het normale proces.

    Tussen april 2008 en april 2014 werd ongeveer 20% van de aanklachten tegen bikers in Queensland geseponeerd. De politiemethode om arrestatie-aantallen te vergroten, zonder aandacht voor de haalbaarheid in de rechtbank, is één van de oorzaken hiervan.

    De zware maatregelen in Queensland waren deels bedoelt om het ledenaantal van de clubs te laten afnemen en dat is ook precies wat de politie claimt. Maar het lijkt er op dat aantallen leden op nationaal niveau juist zijn toegenomen. In 2012 waren er 4483 geregistreerde motorclubleden in Australië, vandaag zijn het er 6000. Een toename van 34% in drie jaar!

    Cijfers van de politie in Queensland geven aan dat er in 2013 920 bikers waren. In 2015 maakte de politie bekend dat zij onder de zware nieuwe wetgeving tegen motorclubs 2214 bendedeelnemers hadden gearresteerd. Dus óf veel van die leden waren helemaal geen lid, óf de aantallen zijn enorm toegenomen. In beide gevallen bewijst dat het falen van de ‘oorlog tegen de motorclubs’.

    Er is vrijwel geen moeite gedaan om criminele elementen uit de motorclubs los te weken of te verwijderen. Uit studie blijkt dat misdadig gedrag een bijprodukt is bij sommige bikers. Het is niet het doel van de clubs.

    Wanneer motorclubs hun rechten en vrijheden werkelijk willen behouden is het redelijk om van ze te verwachten dat ze accepteren dat er een soort regeling komt om misdadige elementen te verwijderen, zodat ze toch legale organisaties kunnen blijven. Aldus een wetenschappelijk onderzoeker, die met cijfers komt en onderzoeksresultaten.

    De hardliners in Nederland die zo graag wetten willen veranderen om motorclubs te kunnen verbieden, de media die zogenaamd waken over de persvrijheid maar ongenuanceerd en zonder onderzoek te hebben gedaan schrijven, zouden de Australische ‘oorlog tegen motorclubs’ als goede les kunnen beschouwen. Dichter bij huis heeft de rechter in Duitsland al het colourverbod teruggedraaid. Misschien is niet elke biker een crimineel en misschien is niet elke politieman te goeder trouw.

    De blaffende honden van het nieuwe beleid

    Frank van Rutten van De Financiële Telegraaf schrijft op 23 juli 2015 het volgende:

    ‘Ondernemers, let op uw saeck. „De onderwereld rukt met intimidatie en witwaspraktijken op in de bovenwereld”, waarschuwden MKB-Nederland en justitie onlangs. Individuele criminelen of complete (motor)bendes zullen de komende jaren proberen hun achterste op uw directeursstoel te manoeuvreren. Inclusief geweld en bedreiging. Zo kan uw met bloed, zweet en tranen opgebouwde zaak zomaar verworden tot ordinaire witwasserette. Weg bedrijf. In de horeca zijn de voorbeelden bekend. En ook de beveiligingsbranche is kwetsbaar. Maar ook andere sectoren zullen de komende jaren hiermee kennismaken. Ondernemers die reeds slachtoffer zijn, of concrete voorbeelden uit hun omgeving kennen, wordt nu met klem gevraagd aangifte te doen of hun verhaal te doen. Desnoods anoniem. „Als we niks doen, gaat het van kwaad tot erger”, onderschrijft MKB-NL deze oproep. Maar staat het belang van de getroffen ondernemers daarbij wel voldoende voorop? Het heeft er alles van weg dat dit vooral een wapen is in de jacht op de beruchte motorbendes, momenteel topprioriteit in opsporingskringen. Dat is op zich goed, maar gedupeerde ondernemers zullen nu niet ineens massaal uit de school klappen. Dat deden ze hiervoor ook al niet, uit vrees voor hun eigen gezondheid en die van hun familie of omdat ze chantabel zijn gemaakt.’

    Meneer Rutten bedoelt het vast goed. Maar feitenkennis? Kan meneer Rutten één geval noemen van een horecazaak die is overgenomen door een motorbende? En welke motorbende was dat dan wel? En hoe zit dat met zijn uitspraak dat de beveiligingsbranche kwetsbaar is? Weet meneer Rutten eigenlijk wel hoe het werkt in die beveiligingsbranche? Het is bijna onmogelijk voor een lid van een motorclub om een beveiligingspas te verkrijgen. Die passen werden twintig jaar geleden ingevoerd en gaan altijd via de politie. Je krijgt dus niet zomaar een pas. Sterker nog, de afgelopen jaren zijn talloze beveiligers die in het bezit waren van een pas brodeloos gemaakt doordat zij lid waren van een motorclub. Het waren goede beveiligers, zij hadden geen strafblad, maar zij waren lid van een motorclub. Motorclub en niet ‘motorbende’, zoals meneer Rutten roept. Kan meneer Rutten één motorbende benoemen? Durft hij dat wel? Want ik kan nu al zeggen dat dat uitloopt op laster. Er is namelijk nog geen enkele club veroordeelt als club. Er is zelfs nimmer een afdeling van een motorclub veroordeelt.

    Nee, meneer Rutten doet in zijn artikeltje net alsof de bestaande maatregelen tegen een probleem dat helemaal niet bestaat, onvoldoende zijn om dat probleem te bestrijden. Hij roept op om aangifte te doen of het verhaal te vertellen van intimidatie of overname door een ‘motorbende’. Eigenlijk roept meneer Rutten de overheid op om maatregelen te nemen, ‘zodat gedupeerde ondernemers nu massaal uit de school kunnen klappen’. Hij suggereert daarbij dat die ondernemers niet veilig zijn, wanneer zij dat nu zouden doen. Kan meneer Rutten ook maar één ondernemer uit de horeca of de beveiligingsbranche noemen die extra bescherming behoeft, omdat hij anders niet ‘uit de school durft te klappen’?

    Het artikeltje van meneer Rutten sluit mooi aan bij het geroep van de lieftallige Laetitia Griffith twee weken geleden. Ook zij kwam met een heel verhaal over nieuwe maatregelen in de beveiligingsbranche die infiltratie door ‘motorbendes’ moest voorkomen. In het artikel ‘De pot verwijt de ketel’ konden wij haar uitspraken al danig nuanceren.

    Wat meneer Rutten en mevrouw Griffith vooral doen in hun artikeltjes is een trend zetten. Je bent in Nederland blijkbaar pas oké wanneer je iets roept tegen de verschrikkelijke motorbendes. We zullen daarvan zeker in de nabije toekomst nog veel meer gaan zien. De kranten gaan komen met koppen als: ‘Bloementelers gaan maatregelen nemen tegen (motor)bendes’, ‘Gevangenissen geïnfiltreerd door criminelen’, ‘Kledingbranche verkoopt geen leren broeken meer aan (motor)bendes’, ‘Partij 50+ gaat leden extra screenen’, ‘De Telegraaf ontslaat John van den Heuvel wegens fascinatie voor motorbendes’. Ja, en vooral dat laatste zou een ramp zijn.

    Laat honderd bloemen bloeien!

    Op Wikipedia staat het volgende: Laat Honderd Bloemen Bloeien was de slogan van een kortstondige liberalisatiecampagne in de Volksrepubliek China van 1956 tot 1957, waarin de autoriteiten kritiek aanmoedigden met, naar eigen zeggen, als doel om misstanden in het bestuur te kunnen opsporen en aanpakken.

    De campagne was het initiatief van premier Zhou Enlai, maar een belangrijk deel van de partijleiding, waaronder Mao Zedong, was geschokt over de felheid van de kritiek die toen los kwam. De Communistische Partij van China ging toen snel over tot vervolging van de personen – intellectuelen, boeren en arbeiders – die deze kritiek hadden durven uiten. Het aantal slachtoffers liep in de honderdduizenden, zo niet miljoenen.

    Deze vervolging was zo fel, dat velen de overtuiging zijn toegedaan dat de hele “Honderd Bloemen Campagne” alleen maar een valstrik is geweest om critici uit de tent te lokken en vervolgens in de kraag te grijpen. Mao had deze tactiek namelijk al eens eerder gebruikt, tijdens zijn periode in Yan’an. Hij noemde dit ‘Lok de slangen uit hun holen’.

     

    Laat honderd bloemen bloeien. Het refereert dus eigenlijk naar iets moois. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw bloeiden ook honderd bloemen. Honderd bloemen? Nee, misschien wel duizend! Overal in de grote steden werden panden ontnomen aan speculanten, aan sloop, aan leegstand. De politie hakte er met de botte bijl op los, namens de machthebbers van het fatsoenlijke Nederland en er ontstond een tegenbeweging. Een tegenbeweging met politieke denkbeelden. Maar ook met zeer talrijke initiatieven. De ‘Honderd Bloemen’.

    In kraakpanden werden kunstateliers gevormd, waar jonge kunstenaars experimenteerden. Er werd muziek gemaakt. De kraakbeweging bracht schrijvers voort. Dichters. Er werd geëxperimenteerd met een geldloze maatschappij. Er kwamen kleine drukkerijtjes. Journalisten van vandaag schreven hun eerste stukken in een kraakpand. Met kaarslicht en achter een dichtgespijkerd raam. Onderzoekscollectieven sprongen tevoorschijn. Om de overheid te onderzoeken, of speculanten, of nazi’s, of de politie en inlichtingendiensten. Woongemeenschappen ontstonden. Dit waren de ‘Honderd Bloemen’ die bloeiden.

    Vandaag beginnen opnieuw honderd bloemknoppen aan een onzekere toekomst. Er zit onkruid tussen, maar wie bepaalt wat onkruid is? Geef water aan alles en zie zelf wat uiteindelijk de moeite waard is! De reden in de jaren tachtig en negentig dat zoveel initiatieven opbloeiden, was dat er gewoon veel ideeën waren. Vaak jonge mensen, optimisme, levenskracht. En natuurlijk een gemeenschappelijke tegenstander. Een overheid die moeite had met luisteren. Een overheid die graag waterkanonnen inzette. Niet om de honderden bloemen water te geven, maar om ze weg te spoelen.

    De dood van de Antilliaan Mitch Henriquez zorgt vandaag voor honderd bloemen. Andere bloemen dan indertijd in de kraakbeweging. Vandaag is de tijd van de sociale media. Op Facebook zijn pagina’s aangemaakt met namen als ‘Justice For Mitch Henriquez’, ‘Rechtvaardigheid voor Mitch Henriquez’, ‘A candle for Mitch Henriquez, for Unity’, ‘Gerechtigheid voor Mitch Henriquez’, ‘Justice for #MitchHenriquez’. Op deze pagina’s staan reacties van boze mensen, woedende mensen, verdrietige mensen, verontruste mensen, goedbedoelende mensen. Mensen die weten hoe je je gedachten onder woorden brengt. Maar ook mensen die grote tegenstellingen aan het licht brengen. Immers, hoe kan een analfabeet toch op Facebook terechtkomen?

    Naast die uitingen van medeleven op Facebook, zijn er ook fysieke bloemen gaan bloeien. Er worden gedichten gemaakt, een rapper heeft een lied geschreven, er wordt een stille tocht georganiseerd, er waren hevige rellen in de Haagse Schilderswijk, er wordt vergaderd, er is een speciale gemeenteraadsvergadering. Het betekent dat duizenden mensen bezig zijn met de dood van een landgenoot. En het houdt niet op. Er komen mensen bij, er komen Facebookpagina’s bij, er komen initiatieven bij. En er komt weerstand bij.

    Er zijn twee voorname redenen dat er weerstand bij komt. Weerstand tegen al die initiatieven. Dat komt omdat steeds vaker oude zaken terug worden gehaald. Oude zaken waarbij een burger stierf door toedoen van politieagenten. Oude zaken? Cold cases? Volgens de politie zijn het zaken die al geclasseerd zijn. Een rechter heeft de politieagenten vrij gesproken en dus ‘is het heel vervelend voor de destijds betrokken politieagenten om opnieuw te worden herinnerd aan die oude zaken’. Vervelend hè, wanneer iemand dood is. Iemand die je zoon was, of je dochter. Iemand die je man was, of je vriend. Vervelend hè, om daaraan te worden herinnerd. Ook wanneer je vrij bent gesproken. Wat een nare mensen hè, die nabestaanden. Misschien is het een idee om voortaan ook nabestaanden op te pakken. Je weet maar nooit.

    Namen die nu worden genoemd zijn Mike Stok, Rishi Chandrikasing, Ihsan Gurz, Michael Koomen. En er wordt al bijgezegd dat er nog veel meer zijn. Vervelend hè, dat die ouders en die vrienden, die familie en kinderen, daar nog steeds mee zitten. Vervelend hè, voor die politieagenten die zijn vrijgesproken. Vervelend dat dat nu allemaal weer naar boven wordt gebracht. Op die Facebookpagina’s worden profielen van mensen door Facebook geblokkeerd volgens sommigen, en de politie laat weten mensen te gaan vervolgen.

    Een tweede zaak is dat nu op de sociale media politieagenten worden bedreigd. Een Haagse wijkagent die zegt te lijken op één van de verdachten in de doodslagzaak van Mitch Henriquez, kwam deze week nog boos in het nieuws. ‘Ik wordt bedreigd!’, riep hij. ‘En ik heb helemaal niets gedaan!’ Het is een zaak van spontane ‘name and shame’. ‘Name and shame’, een beleid van de politie zelf om leden van motorclubs te noemen wanneer zij in beeld komen bij een misdrijf. Of het ‘etnisch profileren’, een ander beleid van de politie. De huilende wijkagent is slachtoffer van ‘name and shame’, van ‘beroepstechnisch profileren’. Ook hier heeft de politie aangekondigd te gaan onderzoeken of mensen kunnen worden vervolgd.

    De Facebookpagina ‘Justice for Mitch Henriquez’ schreef gisteren dit over die weerstand van de politie: ‘Nadat wij gisteren oude koeien uit de sloot hadden gehaald is de politie nu gekwetst door onze actie. Het feit dat wij [33.000 mensen] ons gekwetst voelen over de ‘moord van Mitch’ met iedere morgen nieuwe zorgen erbij doet hun helemaal niets. Geen een van die agenten hebben tot nu toe publiekelijk ‘excuses aangeboden’. Eerst gingen ze opzettelijk leugens verspreiden over de doodsoorzaak van Mitch samen met hun tovaritsj [het OM]. Wanneer dringt het tot jullie door dat leugens hebben korte benen. “En wat voor een impact dit soort berichtgeving op agenten en hun omgeving heeft.”Voelden jullie ook gekwetst toen Rishi werd vermoord? Voelden jullie ook gekwetst toen Ishan lag dood te gaan in de cel? Voelden jullie ook gekwetst toen Mitch dood-gewurgd werd?

    Totaal geen medeleven met de duizenden mensen die dag en nacht niet kunnen slapen, die traumas hebben overgehouden van die nekklem, die overdag bang en onzeker voelen wanneer ze een politie agent zien. De politie is niet voor iedereen. Dat is een mythe. Als jullie echt voor iedereen waren, dan hadden jullie op z’n minst een korte speech gehouden om de harten van de burgers gerust te stellen. Dat hebben jullie ook niet gedaan. Wij hebben niets nieuws geplaats. Wij hebben enkel het leed van een burger gedeeld. En als dat een ‘misdaad’ is, dan moeten we allemaal ophouden met leven want het leven bestaat eenmaal uit verhalen en getuigenissen die onderling worden gedeeld. Wees niet bang, wij gaan geen ‘kruistocht’ of ‘jihad’ tegen jullie voeren. Wij weten dat jullie dit lezen. Wij weten dat jullie het erg vinden. Voel de pijn die wij jarenlang hebben gevoeld. Niets kan tippen aan de intimidatie en chantage afkomstig van jullie kant jegens de burgers. Het wordt ook tijd dat jullie de burgers als mensen behandelen en niet als een kudde vee in stallen waarop jullie los kunnen gaan timmeren.’

    De boodschap is duidelijk. Tienduizenden mensen zijn boos, verdrietig of verontwaardigd. Nog vele bloemen zullen bloeien. En nog vele waterkanonnen zullen worden ingezet. Al die bloemen bloeien niet zomaar! Fijne zomer!

     

     

     

     

     

    Die verdraaide sleutelplaatsen toch

    De politie zit lelijk in zijn maag met de huidige liquidatiegolf. Vooral als  een moeder voor de ogen van haar kinderen wordt vermoord of een toevallige voorbijganger wordt doodgeschoten, verwachten mensen dat de politie de daders opspoort en voor het gerecht brengt. Helaas is dat niet waar de politie in uitblinkt. Daarom presenteert de politie iets wat ze allang doen, nu als ‘keiharde aanpak’ van deze moordenaars. De minister kondigde het al aan in de kamer en de burgemeester schreef het aan de Amsterdamse gemeenteraad: We gaan de sleutelplaatsen, waar vaker verdachten komen, verstoren.

    Deze plaatsen, shishalounges, winkels, koffiehuizen, het kan van alles zijn, worden door een boeket van opsporingsambtenaren doorgelicht, net zo lang tot ze iets vinden. Dus niet omdat ze iets strafbaars hebben gedaan – want dan hadden ze strafrechtelijk kunnen worden aangepakt – maar omdat de mensen die de politie wil pakken daar komen. Doordat de verschillende opsporingsambtenaren verschillende bevoegdheden hebben, kunnen ze op elkaars bevoegdheden meeliften, daardoor kunnen ze meer dan de wetgever ooit gewild kan hebben. Mensen die deze sleutelplaatsen hebben bezocht rijden ‘toevallig’ in een politiecontrole. En wat levert dat op? Een pakje coke. Een vuurwapen soms zelfs. Een illegale woning. Als je een totale controle houdt, vind je altijd wel iets. Veel makkelijker dan bewijs rond krijgen en een goed strafdossier opstellen over verdachten die niet willen praten.

    Bij de minste aanleiding kan de sleutelplaats door de burgemeester worden ‘gesloten’. De ondernemer of bewoner die dit overkomt heeft geen moord gepleegd en is er ook niet bij betrokken. Maar wordt zwaar gedupeerd, en kan de schade eigenlijk nergens verhalen. Deze aanpak van de Amsterdamse politie bestaat al zeker sinds 2010 en hangt mogelijk samen met project 1012, waar ondernemers niet door de BIBOB-toets komen wegens niet te verifiëren geheime informatie.

    Maar is daardoor sinds 2010 de zware georganiseerde en misschien zelfs ondermijnende misdaad effectief bestreden? Een evaluatie ontbreekt. Nu er geen zicht is op arrestatie van de moordenaars, doet politie, justitie en gemeente alsof met het verstoren van sleutelplaatsen ze in actie zijn gekomen, terwijl ze in werkelijkheid alleen verder gaan met wat ze toch al wilden doen. Denkt de overheid nu werkelijk dat de plegers van de liquidaties zich zullen overgeven wanneer hun coffeeshop of favoriete pizzeria wordt gesloten? Is het middel van verstoren ooit geëvalueerd? Hoe komt het dat sleutelplaatsen steeds plekken zijn waar de politie weinig problemen hoeft te verwachten als hun machtsvertoon niets heeft opgeleverd? Een van de kranten meldde dat ook het leger bij de laatste verstoring was betrokken, wat was hun taak? Het lijkt dat de politie liever verstoort dan opspoort, maar effect is nog niet gebleken. En wat is eigenlijk de wettelijke basis voor het moedwillig hinderen en beschadigen van mensen die niet verdacht worden van een strafbaar feit?

    Waakzaam, dienstbaar en racistisch

    de Groene Amsterdammer Hassan Bahara 17-06-2015 ‘Er sluipt een gif onze organisatie binnen. Het gif van uitsluiting’, schreef korpschef van de nationale politie Gerard Bouman afgelopen februari in een uitgelekte interne blog. Racistische kleinering van collega’s, etnische profilering van islamitische burgers – politieagenten maken zich er volgens Bouman steeds vaker schuldig aan.

    Paul Mutsaers van de Tilburg University deed zes jaar onderzoek bij de politie in Amsterdam, Bergen op Zoom en Tilburg. In zijn vorige week verschenen werk concludeert ook hij dat discriminatie binnen en door de politie een groot probleem is. Gek genoeg reageerde Bouman allesbehalve instemmend op het onderzoek. Van ‘stelselmatig etnisch profileren of discrimineren binnen en door de politie’ is geen sprake, stelt hij in een persbericht. ‘Diverse wetenschappelijke onderzoeken onderbouwen die conclusie.’ Navraag leert dat Bouman drie onderzoeken bedoelt. Twee daarvan, Etnisch profileren in Den Haag? (2014) en Contrasterende beelden (2014), oordelen inderdaad genuanceerd over de politie. Alleen: deze twee onderzoeken beperken zich tot het Haagse politiekorps. Het derde onderzoek, Proactief handhaven en gelijk behandelen (2012), oordeelt eveneens mild over de politie, maar ook dit onderzoek is van bescheidener schaal.

    Je zou denken: Bouman en Mutsaers, die hebben elkaar gevonden. Waarom probeert Bouman dan het werk van Mutsaers te ondermijnen met kleinere onderzoeken? Omdat de politie nooit publiekelijk aantijgingen van discriminatie erkent. In een interne blog klagen over het gif discriminatie dat het politiewerk verziekt? Dat is mogelijk. Maar concludeert bijvoorbeeld Amnesty International (2013) dat de politie etnisch profileert, dan noemt de nationale politie dat een ‘aanname’ die ‘ongegrond en onjuist’ is. De rijen moeten gesloten blijven, zelfs wanneer er kritiek geleverd wordt die intern wordt gedeeld.

    Lees het commentaar op de Groene Amsterdammer

    Kwaliteit politiewerk lijdt onder reorganisatie

    Nederlandse Politiebond 17-06-2015 De invoering van de Nationale Politie heeft geleid tot een fikse verslechtering van de dienstverlening aan de burgers. Dat is na 2,5 jaar reorganiseren de conclusie van driekwart van de politiemedewerkers (77 procent). Negentig procent verwacht dat deze achteruitgang zal doorzetten als het reorganisatieproces niet ingrijpend wordt aangepast. Dat blijkt uit de digitale NPB-enquête Halverwege de Nationale Politie waaraan 2.022 collega’s deelnamen. De uitkomsten zijn op woensdagavond 17 juni gepresenteerd in het tv-programma Nieuwsuur. In het extra dikke zomernummer van het bondsblad (zaterdag 27 juni bij de leden) meer uitkomsten en verhalen van collega’s.

    Sinds 1 januari 2013 is de Nederlandse politie bezig zichzelf te veranderen van een regionaal naar een landelijk georganiseerd korps. Het was de bedoeling dat ‘de winkel’ tijdens deze ingrijpende verbouwing – die minstens tot 2018 gaat duren – ‘gewoon’ open zou blijven. Hoe is het de NPB-leden tot nu toe vergaan? Zijn ze inderdaad ‘gewoon’ hun werk blijven doen?

    Negatieve invloed

    Volgens 81 procent van de deelnemers aan de NPB-enquête heeft het reorganisatieproces de afgelopen jaren een negatieve invloed gehad op hun functioneren als politiemedewerker.

    ‘Ik zie in mijn omgeving dat alle expertise binnen onze organisatie ontmanteld wordt. Mensen moeten breed worden ingezet om ‘gaten’ te dichten. Sinds het begin van de reorganisatie heb ik het idee dat de werkprocessen in de stroop gevallen zijn. Alles beweegt trager dan ooit. Niemand weet wie waar verantwoordelijk voor is en dus neemt ook niemand ergens een beslissing over. Dat heeft effect op het functioneren van mijn teamleden, het ziekteverzuim is hoog en uiteraard heeft dat ook zijn weerslag op de wijze waarop ik mijn werk kan doen.’

    ‘De onzekerheid over de toekomstige werkplek en de extra reistijd die in het verschiet ligt werken eraan mee dat de spanningen op het werk en thuis toenemen. Vrouw en kinderen dringen er regelmatig op aan dat ik iets anders ga zoeken. Dit geeft weer extra spanning, want ik heb daarvoor geen gunstige leeftijd.’

    Prestatiedruk

    Ruim driekwart van deze respondenten meldt dat de prestatiedruk is toegenomen (78 procent), net als de tijd die men kwijt is aan administratieve klussen (77 procent).

    ‘Toegenomen verantwoordingscultuur door middel van landelijke rapportages, formats etcetera. Juist meer wantrouwen in plaats van vertrouwen en meer controle in plaats van professionele ruimte.’

    Minder ondersteuning

    De toegenomen administratieve belasting wordt deels toegeschreven aan het moeten werken met ‘sterk verouderde computersystemen’, maar ook aan het wegbezuinigen van (te veel) ondersteunende collega’s. Meer dan vier vijfde (83 procent) klaagt over de afgenomen beschikbaarheid van persoonlijke ondersteuning. Ook de materiële ondersteuning (uitrusting en hulpmiddelen) is achteruit gekacheld, meldt twee derde.

    ‘Er zijn mensen weggevallen bij de ondersteuning en dat werk mag de diender (die op straat hoort te zijn) nu zelf gaan uitzoeken en verwerken. Verder lijkt de bureaucratie alleen maar erger te worden. Zeker met alle nieuwe regels rondom ZSM, wat veel meer bureaucratie met zich meebrengt. Laat staan de administratie in BOSZ met betrekking tot de coördinatie van zaken, daar hebben zowel de diender als de coördinatoren veel werk aan. Het moet er allemaal eenvoudiger op worden, maar het tegendeel is waar.’

    Bezettingsproblemen

    Twee derde van de respondenten meldt sinds de komst van de Nationale Politie (nog) vaker voor ander werk te worden ingezet om bezettingsproblemen op te lossen (64 procent). Een ontwikkeling die ongetwijfeld bijdraagt aan de vermindering van de collegiale vertrouwdheid op de werkvloer die 71 procent van de ondervraagden met pijn in het hart signaleren.

    ‘Als wijkagent ben je niet of nauwelijks meer actief in je eigen wijk. Je wordt ingezet voor het rijden van de noodhulpmeldingen en voor administratieve werkzaamheden die voorheen door ondersteunend personeel werd gedaan.’

    ‘We zijn noodsprongen aan het maken, alleen om de DHV-bus (Directe Hulpverlening) te laten rijden, bureaus open te houden, andere inzetverplichtingen (voetbal, RET) te kunnen garanderen. Er komen mensen in overwerk in de horecadiensten en het komt steeds vaker voor dat we geen mensen meer hebben. De loyaliteit brokkelt af, de veiligheid van de collega’s op straat komt ernstig in gevaar. Er is geen back up meer. Het is niet de vraag of het een keer fout gaat, maar wanneer.’

    Verminderde motivatie

    Al met al meldt een derde van de respondenten (35 procent) dat na 2,5 jaar reorganiseren hun motivatie voor het werken bij de politie behoorlijk is afgenomen.

    —————————————————–

    Kwaliteit dienstverlening

    Desgevraagd verklaart 77 procent van de respondenten dat het reorganisatieproces geleid heeft tot een verslechterde dienstverlening aan de burgers. Denk daarbij aan beschikbaarheid, snelheid van optreden en zorgvuldigheid bij de afhandeling. De ene helft (38 procent) vindt de kwaliteit behoorlijk afgenomen; de andere helft (39 procent) noemt haar enigszins afgenomen.

    Overhaast gestart

    Volgens ruim de helft van de ondervraagden (53 procent) was het kwaliteitsverlies te voorkomen geweest door een betere voorbereiding van het reorganisatieproces. Twee vijfde wijt de ontwikkeling aan de keuze voor een te hoog reorganisatietempo (43 procent) en aan het tekortschieten van de landelijke regie door de korpsleiding op de uitvoering van de reorganisatieplannen (45 procent).

    ‘Ben werkzaam op het financiële vlak. De manier waarop omgeschakeld wordt op allerlei andere systemen zonder dat het behoorlijk is ingeregeld en getest is ronduit amateuristisch. Alsof we het eerste bedrijf in Nederland of Europa zijn dat alles gaat centraliseren. Werkt uitermate frustrerend.’

    Op de hoogte gehouden?

    Driekwart van de ondervraagden (74 procent) liet weten ontevreden te zijn over de manier waarop de korpsleiding het personeel de afgelopen jaren heeft geïnformeerd over het verloop van het reorganisatieproces. Velen vonden dat de geloofwaardigheid van de informatie te wensen overliet (77 procent). Met andere woorden: dat de korpsleiding de zaken te mooi voorstelde. Ook had menig collega moeite met de begrijpelijkheid van de informatie; de helft van de respondenten vond de teksten niet erg duidelijk.

    ‘De wijze van informeren en de inhoud van de informatie is weinig concreet en informatief. Het lijkt meer op informeren om het informeren, zodat achteraf niet gezegd kan worden dat er niet geïnformeerd is.’

    ‘Veel hosanna- en hallelujawerk. Alles wordt met een positief sausje overgoten. Terwijl het personeel terugloopt en de organisatie zeker niet vloeiend meer werkt.’

    Volgens de huidige planning moet de Nationale Politie over 2,5 jaar (eind 2017) volledig operationeel zijn. Het landelijke korps moet dan zijn omgebouwd tot een efficiënter werkende politie-organisatie die voor hetzelfde geld meer (duidelijk te meten) prestaties levert. Maar liefst 87 procent van de ondervraagde collega’s verwacht dat dit doel niet op tijd gehaald wordt, tenzij de aanpak van de reorganisatie ingrijpend wordt veranderd. En dat is slechts mogelijk als de politiek een aantal cruciale uitgangspunten loslaat.

    Politieke fixaties

    Om te beginnen het uitgangspunt dat de reorganisatie moet leiden tot een forse bezuiniging op het politiebudget. Volgens 82 procent van de respondenten is dat een belangrijke oorzaak van de problemen bij de Nationale Politie. Zij heeft geleid tot een fixatie op de mogelijke kostenbesparingen door grootschalig organiseren, tot het stellen van een maximum aan de hoeveelheid medewerkers en tot het hardnekkige streven van de werkgever naar meer mogelijkheden om het personeel zo flexibel mogelijk in te zetten.

    Zorgen deze politieke fixaties op zich al voor genoeg problemen, tijdens het reorganisatieproces is Den Haag bovendien doorgegaan met het korps jaarlijks nieuwe taken en prioriteiten op te leggen. Dat heeft volgens zestig procent van de ondervraagde collega’s de kwaliteit van het politiewerk alleen nog maar verder onder druk gezet.

    ICT-vernieuwing

    Een van de cruciale onderdelen van het reorganisatieproces is een volledige vernieuwing van de ICT-voorzieningen bij de politie. Van de deelnemers aan de NPB-enquête heeft 85 procent geen idee hoe het na 2,5 jaar met deze operatie staat. Zij wijten dat aan gebrekkige informatie door de werkgever. Volgens 92 procent van de ondervraagden heeft die ook niet of nauwelijks moeite gedaan om te inventariseren aan welke ICT-voorzieningen men op de werkvloer behoefte heeft.

    Al met al bestaat er weinig vertrouwen in de uitkomst van de mega-operatie: een derde van de medewerkers (35 procent) verwacht geen enkele tijdwinst. Nog eens een kwart (28 procent) verwacht zelfs dat het werken met nieuwe ICT-voorzieningen ze meer werktijd gaat kosten.

    Volgens de werkgever zal het uitrusten van politiemedewerkers met smartphones leiden tot meer blauw op straat. Tweederde van de respondenten (68 procent) is het daar niet mee eens. De meesten zien het apparaat als een welkome mogelijkheid om informatie te raadplegen, maar het ‘inkloppen’ van een proces-verbaal op een smartphone, in de buitenlucht? ‘Veel te klein en onhandig; geen vertrouwen in de kwaliteit.’ (…) ‘Heel veel zaken zijn niet op straat op te nemen of duren veel te lang.’ (…) ‘Op straat werken betekent ogen en oren open houden. Dit gaat niet als je voortdurend op je smartphone bezig bent!’

    Sluiting politiebureaus

    De komende tien jaar zullen steeds meer politiebureaus worden gesloten, volgens de planning de helft van de huidige vierhonderd. Dat zal volgens de werkgever geen gevolgen hebben voor de kwaliteit van de politiezorg. Negentig procent van de ondervraagde collega’s denkt daar anders over: door de sluiting van de bureaus zal het contact met de burgers afnemen (91 procent), net als de zichtbaarheid in de wijken (80 procent), het toezicht (75 procent), de gemiddelde aanrijtijd (63 procent) en de hoeveelheid blauw op straat (62 procent)

    Politiemedewerkers verwachten dat deze effecten op hun beurt verregaande gevolgen kunnen hebben, zoals minder dienstverlening aan burgers (86 procent) en een lager veiligheidsgevoel in de wijken (84 procent). Ook wordt een toename van de criminaliteit verwacht (58 procent) en een afname van het aantal aangiften (72 procent).

    ‘Als ondersteuner in de uitvoering (forensische opsporing) heeft de grootte van het gebied sterk invloed op de werkzaamheden. Zeer lange aanrijtijden, waardoor collega’s lange tijd de plaats delict moeten bewaken. De kwaliteit van sporen wordt hierdoor minder (invloed regen, zon) Door lange aanrijtijden kunnen er minder zaken worden gedaan en worden er meer FO-zaken op capaciteit en/of rendement afgezegd. Hogere werkdruk, piketdruk. Ziekteverzuim op de afdeling is sterk toegenomen.’

    ‘Door de reorganisatie zijn mijn aanrijtijden toegenomen, waardoor ik vaak het gevoel heb dat ik het verschil niet meer kan maken. Daar komt bij dat ik ook in andere gebieden moet werken, waar ik de collega’s, het gebied en de clientèle niet ken. Ook dat heeft mijn effectiviteit als dienstverlener doen afnemen.’

    ‘Politiewerk op zich is het mooiste wat er is, maar de reorganisatie levert zoveel onrust op dat de lust om te gaan werken je bijna vergaat. Sluiting van bureaus in landelijke gebieden, wat helemaal niet functioneel is, waardoor aanrijtijden buiten proporties komen. In vorige reorganisatie ook al meegemaakt. Bureaus na twee jaar weer open omdat bleek dat het niet werkte. Nieuwe managers zijn horende doof voor dit soort argumenten en voeren klakkeloos uit wat de korpsleiding voorschrijft om de bezuiniging maar te halen.’

    Kwaliteit politiezorg

    De laatste vraag in het enquêteformulier was: ‘Stel dat het huidige reorganisatieproces ongewijzigd wordt voortgezet. Hoe zal dat volgens u uitpakken voor de kwaliteit van de politiezorg? Denk daarbij aan beschikbaarheid, snelheid van optreden en zorgvuldigheid bij de afhandeling.’

    Maar liefst 87 procent van de ondervraagde collega’s verwacht dat de kwaliteit van de politiezorg de komende jaren nog verder zal afnemen als het huidige reorganisatieproces niet ingrijpend wordt aangepast. Vooral het contact met de burger (91 procent) zal dan nog verder verslechteren. Ook wordt gevreesd voor nog minder tijd en aandacht voor de aanpak van lokale veiligheidsproblemen (66 procent) en voor nog minder tijd en aandacht voor het meer preventieve deel van het politiewerk (64 procent), waaronder het surveilleren (59 procent).

    Kan deze ontwikkeling nog worden voorkomen? Kan de invoering van de Nationale Politie nog een succes worden? Volgens de 2.022 deelnemers aan de NPB-enquête zijn daarvoor drie dingen noodzakelijk.

    Ten eerste moet de politiek dan afstappen van het idee dat de invoering van de Nationale Politie moet leiden tot een forse bezuiniging op het politiebudget (83 procent).
    Ten tweede moet de politiek dan besluiten voor de invoering meer tijd uit te trekken (45 procent).
    Ten derde moet de politiek besluiten de belangen van het personeel zwaarder te laten meewegen bij het plannen en uitvoeren van de reorganisatie – aldus negentig procent van de ondervraagde collega’s. In hun ogen zal de Nationale Politie alleen ‘lukken’ als de werkgever zich serieus bekommert om de motivatie en het werkplezier van zijn personeel.
    ‘Je ziet dat het politiewerk op dit moment niet op de eerste plaats staat. Iedereen is bezig met zichzelf in positie te brengen in de nieuwe organisatie en velen zullen teleurgesteld worden, waardoor de motivatie in het politiewerk veel minder gaat worden. De leiding weet dat deze organisatie gedraaid wordt op onze goodwill, dus ook op de mijne.’

    Dit verhaal komt van www.politiebond.nl

    Onderzoek staat hier

    Aanhouding actievoerders Petten onterecht

    De actievoerders die vorig jaar in Petten werden opgepakt bij een protest tegen kernenergie, hadden niet gearresteerd mogen worden. Volgens de rechter in Alkmaar was er geen dreiging of verstoring van de openbare orde.

    Op 25 maart 2014 arriveerden ruim dertig actievoerders met een bus bij de kernreactor in Petten. Ze waren van plan de twee toegangswegen naar het nucleaire bedrijf te blokkeren om zodoende te verhinderen dat delegatieleden die gedurende die periode deelnamen aan de Nuclear Industry Summit, een evenement voor de internationale nucleaire sector, de kernreactor zouden bezichtigen. De AIVD was op de hoogte geraakt van de blokkade, waarna de burgemeester een noodbevel had afkondigd.

    Van een blokkade kwam het die ochtend niet, de politie was in groten getale aanwezig. De actievoerders werden gesommeerd zich te verwijderen, maar die gaven daar geen gehoor aan. Men ging, met de armen ingehaakt, demonstratief op de grond zitten. ME’ers trokken de actievoerders een voor een los, waarna ze naar de gereed staande ME-busjes werden gesleept. Met een bus werden uiteindelijk 28 arrestanten naar het politiebureau in Hoofddorp vervoerd.

    Dertien van de aangehouden actievoerders, die na hun vervolging hebben geweigerd een boete te betalen, zijn vandaag vrijgesproken. Volgens de rechtbank in Alkmaar mochten ze gewoon demonstreren, ondanks een noodbevel van de burgemeester. Het was volgens de rechter niet nodig om de betogers het grondrecht om te demonstreren te ontzeggen in de omgeving van de toegangspoort van de kernreactor. Er waren immers genoeg politiemensen op de been om escalatie te voorkomen.

    15/06/2015

    Verhaal is afkomstig van ravage-digitaal 15 juni 2015

    Voor achtergrond van het noodbevel, AIVD ambtsbericht en de NSS zie Jansen & Janssen

    Woede om fouilleren hoogbejaarde in Rotterdams café

    Van RTV Rijnmond 2 juni 2015: De eigenaar van eetcafé de Gastronoom op busstation Zuidplein in Rotterdam is woedend. “Eind mei viel de politie met veel machtsvertoon mijn zaak binnen om preventief te fouilleren. Zelfs een 80-jarige vrouw werd binnenstebuiten gekeerd.”

    Eigenaar Raza Achlak van de Gastronoom laat de camerabeelden zien die hij die avond – donderdag 21 mei, even na acht uur – heeft gemaakt. Te zien is hoe agenten met kogelwerende vesten en hun hand op het dienstwapen de zaak binnenkomen.

    “Iedereen – gasten en personeel – moest zijn handen op tafel leggen of in de lucht houden. Daarna werd iedereen buiten gefouilleerd. Het was zeer intimiderend”, vertelt Achlak.

    Ook zijn er beelden van een oudere vrouw die binnen aan tafeltje zit te eten. Twee, drie agenten komen bij haar staan en ze mag niet meer aan haar spullen komen. “Deze vrouw is zeker 80 jaar en een vaste klant van ons”, zegt de cafébaas.

    Verward
    “Kijk nu eens, er komt een vrouwelijke agent bij staan. En terwijl ook de andere agent blijft staan, wordt de oude mevrouw helemaal gefouilleerd. Boven, beneden, zelfs tussen haar benen. Dit kan toch niet, terwijl ze midden in onze zaak staat. Alle papieren van de vrouw worden nagekeken. En dan mag ze eindelijk vertrekken. Duidelijk verward, kan ze eindelijk naar haar bus gaan.”

    “Deze actie wekt haat richting autoriteiten. Onze klanten snapten er niets van”, aldus Achlak. “Die oude mevrouw had de moeder van burgemeester Aboutaleb kunnen zijn of mijn eigen moeder. Schandalig. En er is niets gevonden, helemaal niets gevonden in onze zaak. Ook niet bij onze gasten.”

    Preventief
    De politie eenheid Rotterdam, die de camerabeelden nog niet heeft gezien, laat in een reactie weten dat er die avond in vijf horecazaken preventief is gefouilleerd. Het ging om reguliere controles, die regelmatig plaatsvinden. Het gebied waar dit plaatsvond maakt deel uit van een veiligheidsrisicogebied. Er wordt niet bewust gekozen wie wel of niet wordt gefouilleerd. Dat gebeurt bij iedereen die in de zaak aanwezig is.

    “Wij realiseren ons dat deze politieactie in de Gastronoom voor de gemiddelde toeschouwer of kijker indrukwekkend kan overkomen, maar wij doen deze acties niet zonder reden”, aldus de politie. “Na de actie heeft de wijkagent uitleg gegeven aan de eigenaar en is hij gewezen op het feit dat hij een klacht kan indienen tegen de in zijn ogen onterechte actie. Van deze mogelijkheid heeft hij geen gebruik gemaakt.”

    02-06-2015 | 17:47

    Lees dit verhaal en bekijk de clip van 2 juni 2015

    Copyright © 2015 RTV Rijnmond

      nieuwere artikelen >>