• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Leuke zaken: Operatie Trivium

    Op de zondag dat op facebook bekend werd dat Mitch Henriquez was overleden als gevolg van een onprofessionele poging tot arrestatie, waarvoor ook de noodzaak ontbrak, bracht Hart van Nederland een uniek kijkje achter de schermen bij de politie. De verslaggever mocht mee met Operatie Trivium. Operatie Trivium? U had daar misschien nog niet van gehoord, maar ook het filmpje van Hart van Nederland roept vooral vragen op. Laten we even kijken.

    (bron: Hart van Nederland)

    Ik vroeg me af,

    Op 5 seconden: Wat is er verdacht aan de auto in de verte? De buitenlandse nummerplaat (die we niet te zien krijgen) misschien?

    Op 15 seconden: De politie wil staande houden. In verband met welk strafbaar feit?

    Op 18 seconden: Probeerde de auto die ter controle aan de kant werd gezet zich met hoge snelheid aan controle te onttrekken?

    Op 28 seconden: Wat is de rol van de helikopter? Hoeveel helikopters zijn ingezet?

    Op 30 seconden: Wat is precies een ‘strenge controle’? Waar staat dit in de wet?

    Op 33 seconden: Waren er aanwijzingen dat bandietenbendes op 26 juni zouden toeslaan? Of alleen dat ze zouden rondreizen? Is dat verboden? Of werd deze operatie uitgevoerd zonder dat er specifieke aanwijzingen waren omdat dat makkelijker te plannen is?

    Op 38 seconden: Heeft Maikel Dop het hier over een bepaalde bandietenbende die al is opgerold of een bandietenbende die nog op vrije voeten is?

    Op 46 seconden: Mag de politie de kofferbak doorzoeken?

    Op 51 seconden: Hoezo is babyvoeding een heel erg ‘hot item’? Waarom moet de politie daar op letten?

    Op 54 seconden: Wordt hier met ‘doelgroep’ bedoeld dat Roemenen worden staande gehouden omdat ze Roemenen zijn? Is het in Nederland strafbaar om Roemeen te zijn?

    Op 59 seconden: Met welk doel verzamelt de politie de volledige NAW gegevens van Roemenen? Om te matchen met bekende bandietenhoofdkwartieren?

    Op 1 minuut: Terwijl de voiceover zegt dat criminele bendes vooral uit Roemenië komen, laat de animatie zien dat ze uit Rusland, Wit Rusland, Oekraine, Moldavie, Griekenland (lijkt het) en Ierland komen. Maar niet uit Roemenië. Was deze animatie misschien bedoeld voor een ander onheilspellend item?

    Op 1 minuut 15 seconden: Gelukkig is politiewerk niet altijd bikkelhard. Maikel Dop noemt ‘leuke zaken’ babyvoeding en viagra. Iemand is ‘gepakt’ met die spullen. Zijn die verboden dan?

    Op 1 minuut 30 seconden: De verzamelde gegevens zullen geanalyseerd worden in samenwerking met andere Europese politiekorpsen. Hoe is dat wettelijk geregeld? Welke gegevens? Alle nummerplaten die zijn langsgekomen? De NAW gegevens van Roemenen? De video opnamen van  de helikopter? Wordt de analyse gepubliceerd?

    Waar de politie het hardst faalt – voor oplossen van inbraken en diefstallen moet hard en geconcentreerd gewerkt worden – komen ze nu met ‘leuke zaken’ die ze vooral zelf leuker vinden om te doen. Buitenlandse reisjes maken in de baas zijn tijd op kosten van de belastingbetaler om de collega’s van TISPOL te bezoeken bijvoorbeeld.

    En als je dan met wat nummerplaatherkenning Roemenen of anderszins ‘hits’ van de weg haalt, vind je altijd wel iets. Zo werkt lukraak controleren: altijd succes en het help tegen alles, zelfs tegen een liquidatiegolf.

    Projectmanager Maikel Dop omschrijft de criminele bendes die het doel en de aanleiding zijn voor Operatie Trivium: Ze houden zich bezig met inbreken, zakkenrollen en kijken waar ze bij winkeldiefstallen het meeste weg kunnen halen. Een lid van een mobiele bandietenbende blijkt dus geen beroeps te zijn, maar een gelegenheidscrimineel. Is dat alles? Gaat het dus niet over terrorisme, moord, geweld, afpersing of zelfs bedreiging? Zou dat komen omdat Operatie Trivium is bedacht door verkeerspolitie?

     

    Sesam, open u!

    Vandaag werd op last van de burgemeester van Sittard-Geleen café The Dug Out gesloten. Al eerder werd de zaak gesloten voor drie maanden na een vecht- en schietpartij tussen Bandidos en leden van de Red Devils MC. Een kort geding tegen die tijdelijke sluiting werd verloren. Volgens de rechtbank is onder meer de veiligheid van de buurt rond het café in het geding. Mede om die reden trekt de burgemeester de vergunning nu dus definitief in. Mede om die reden. Wat de andere redenen zijn van de definitieve sluiting werd niet bekend gemaakt.

    Het sluiten van clubhuizen en ontmoetingsplaatsen van motorclubs is al langer een prioriteit van de overheid. Mede door informatieverstrekking van de politie worden burgemeesters attent gemaakt op de aanwezigheid in hun gemeente van leden van motorclubs, motorclubs en clubhuizen en ontmoetingsplaatsen.

    Het is landelijk beleid om zoveel mogelijk van die clubhuizen en ontmoetingsplaatsen te sluiten. In de Landelijke Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs van juni 2015 staat dit nog eens duidelijk verwoord: ‘In Nederland zijn in de verslagperiode 177 OMG-clubhuizen (of pogingen tot de oprichting daarvan) geïdentificeerd. 113 gevallen zijn bestuurlijk aangepakt, door het voeren van een stopgesprek, ofwel door bestuurlijke handhaving omdat het clubhuis in strijd is met het bestemmingsplan of in overtreding van de Drank- en horecawet, al dan niet met gebruikmaking van een Bibob-procedure.

    Van de 177 clubhuizen zijn er 87 gesloten of afgewend, omdat deze niet voldeden aan de vigerende regelgeving zoals het bestemmingsplan. Strijd met het bestemmingsplan was in 65 gevallen aan de orde. Er zijn 46 zogenaamde stopgesprekken gevoerd. Een stopgesprek is een gesprek tussen de burgemeester, de plaatselijke politiechef en een afvaardiging van de OMG, die voornemens is een clubhuis te vestigen in een gemeente. In dat gesprek wordt duidelijk gemaakt dat de OMG zich aan wet- en regelgeving dient te houden en dat overtredingen niet worden getolereerd. In enkele gevallen wordt ook een stopgesprek met de verhuurder van ruimten ten behoeve van een clubhuis gehouden, om deze te bewegen het huurcontract te beëindigen.

    Een flink aantal chapters is momenteel op zoek naar een clubhuis, Zolang ze geen clubhuis hebben maken zij gebruik van horecagelegenheden, voetbalkantines, woonhuizen of zelfs een vrachtwagen met oplegger (deze laatste is door de politie inbeslaggenomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek). Maar ook daar worden de regels gehandhaafd.’

    De overheid doet er dus alles aan om, naar aanleiding van politie-informatie, ontmoetingsplaatsen te sluiten. In de voortgangsrapportage zijn de redenen aangegeven die kunnen worden gebruikt. Deze ware heksenjacht vindt plaats tegen mensen die lid zijn van clubs die niet zijn verboden door de rechter. De vraag is nu of diezelfde harde maatregelen ook worden genomen tegen andere ontmoetingsplaatsen. Wat is bijvoorbeeld het beleid voor voetbalkantines en jeugdhonken?

     

    In de studie ‘Jeugdhonken in de achtertuin’ van de HBO Kennisbank uit 2007 komen een aantal verontrustende zaken naar boven: ‘Opvallend is dat keetjongeren gemiddeld meer alcohol drinken in de keet dan de overige jeugd. Naast alcoholgebruik heeft ook veiligheid de aandacht getrokken bij dit onderzoek.’

    Alcoholgebruik door jongeren onder de 18. Wat zegt de wet daarover? Er mag geen alcohol worden geschonken aan personen onder de 18 jaar. Je bent vanaf 2014 ook strafbaar als je nog geen 18 jaar bent en in het openbaar alcohol bij je hebt. Dat zegt de wet. Volgens bovenstaande studie zijn er alleen in Tubbergen al tussen de 20 en 30 jeugdhonken. Jeugdhonken die drank schenken aan minderjarigen, waar wordt gerookt (daar staat de hele horeca nog steeds van op zijn kop!) en blijkbaar deugt de veiligheid ook niet.

    De lezer zal nu menen dat er wel stevig zal worden opgetreden tegen deze illegale drankketen. Maar Omroep Flevoland meldt op 24 juli 2015: ‘De gemeente Urk gaat het toezicht- en handhavingsbeleid voor jeugdhonken níet veranderen. Dat zegt de gemeente in reactie op de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank oordeelde half juni dat de gemeente zich bij de controle van de barren niet mag baseren op de plaatselijke Notitie Jeugdhonken. In plaats daarvan moet de gemeente handhaven op basis van formele wetgeving, zoals de Drank- en Horecawet, het omgevingsrecht en het bestemmingsplan. Urk kreeg van de rechter tot vrijdag de tijd om aan te tonen dat ze dat ook doet.’

    De rechter gebied een gemeente de wet toe te passen en de gemeente weigert dat. Zeer opmerkelijk. De lezer denkt nu natuurlijk dat de politie, zonder aanziens des persoons, die wet wél gaat toepassen. Recht is recht en de wet gaat boven alles en hier is zelfs een rechterlijke uitspraak. Een win-winsituatie voor de handhavers van het gezag dus. Maar, wat zegt de bovengemelde studie? ‘Zowel wijkagenten als jongerenwerkers blijken de keten te waarderen, dit in tegenstelling tot organisaties als de Stichting Alcoholpreventie. De lokale actoren leggen juist de nadruk op de sociale functie van de keten en zien ze als een goede oplossing voor het ontbreken van faciliteiten voor jongeren in de gemeente. Een ander argument is dat men niet weet wat de jongeren zullen doen als zij niet meer in hun keet mogen zitten. Men is bang dat de jongeren dan op straat gaan hangen en overlast zullen veroorzaken.’

    In plaats van een uitspraak van de rechter te respecteren, in plaats van de wet toe te passen, in plaats van de veiligheid van minderjarigen te waarborgen, in plaats van de gezondheid van jongeren te garanderen, is de politie zelfs blij met die drankketen. Want, er zijn immers geen andere faciliteiten voor de jongeren die die keten bezoeken. Omdat er geen andere faciliteiten zijn mogen die minderjarigen dus in een onveilige ruimte alcohol nuttigen en roken. Het voordeel voor de politie is dat men nu weet waar die jongeren zitten en ze geen overlast elders veroorzaken. Onthoudt u de laatste zin?

    Wij gaan nu eens even kijken hoe het is gesteld met voetbalkantines. Naar aanleiding van de nieuwe Drank- en Horecawet, werd volgens Nederweert24.nl in de gemeente Nederweert de volgende regel voorgesteld: ‘Het college van burgemeester en wethouders stelt voor dat sportverenigingen en kantines alcohol mogen schenken vanaf twee uur vóór tot twee uur ná een activiteit. Op zondagen mag tot maximaal 20.00 uur geschonken worden omdat de reguliere horeca met name dan oneerlijke concurrentie ondervindt. De gemeenschapshuizen krijgen gelijke schenktijden als de reguliere horeca omdat deze voorzien in brede sociale activiteiten.’

    In de meeste Nederlandse gemeenten is een soortgelijke regeling van kracht. We praten hier dus over een sportvereniging of -club, die een clubgebouw huurt dan wel in bezit heeft en zowel voor als na een sportactiviteit alcohol schenkt. Die sportieve activiteiten voorafgegaan en gevolgd door alcohol (en in de meeste kantines ook tabak!) gelden natuurlijk niet alleen maar voor voetballend Nederland. Ook de toeschouwers en vrienden en bekenden maken graag gebruik van de kantine. Het betreft hier dan ook allerminst een besloten gelegenheid. Naast voetballende drankliefhebbers, zijn er nog veel meer sporters die graag spanning en sport combineren met een glas. Zo zijn er hockeyclubs, rugbyverenigingen, roeiclubs, schaatsverenigingen, ja zelfs schietverenigingen waar gewoon drank kan worden gekocht in de kantine.

    De aantallen mensen die gebruik maken van sportkantines en jeugdhonken kennen wij niet. Zouden het er honderden zijn? Of duizenden? Of zelfs honderdduizenden? Het wordt toegestaan of gedoogd, door de sociale functie die het drinken in kantines en jeugdhonken heeft. Zelfs uitspraken van een rechter worden niet gerespecteerd, omdat de politie graag weet waar de jeugd zich ophoudt. Dat tal van regels worden overtreden en de gemeente eigenlijk samen met de politie zou moeten handhaven, wordt gemakkelijk naast zich neergelegd. Honderdduizenden maken gebruik van kantines en honken. Volgens de politie zijn er ongeveer 1800 leden van motorclubs. Begint u onder het tipje van de sluier te geraken?

    Je zou veronderstellen dat de politie ook graag wil weten waar de leden van een motorclub zich ophouden. Helemaal die verschrikkelijke motorcycle outlaws. Je weet dan ook dat ze geen overlast veroorzaken elders. Een aantal volwassen heren, die in een besloten gelegenheid alcohol drinken, of thee, of een warme bak koffie met een gehaktballetje na het motorrijden. Of vóór het motorrijden. Een gezellige bijeenkomst met een sociale functie voor de leden van een motorclub. Volwassen mannen die weten wat ze doen. Mannen die vrijwel allemaal een baan hebben, een gezin, kinderen, een huis. Maar gemeenten en politie hebben liever dat onverantwoordelijke minderjarigen in een onveilig pand alcohol drinken dan die volwassen en verantwoordelijke kerels met een motorjasje aan.

    De sluiting van café The Dug Out bekijken wij daarom met argusogen. Vooral die zin ‘Mede om die reden trekt de burgemeester de vergunning nu dus definitief in.’, baart ons zorgen. Mede om die reden. Wat zijn de andere redenen? Dat er motorrijders in die zaak kwamen? Kort geleden verklaarde meneer Jos Som, een persoon die wij niet meer behoeven voor te stellen aan onze trouwe lezers, dat Café Navarro definitief gesloten is, iets anders over de sluiting. De NOS berichtte daarover op 15 mei 2015: ‘Voor burgemeester Jos Som waren de spanningen en conflicten tussen motorclubs in Zuid-Limburg de reden voor de sluiting. Volgens de gemeente waren er de laatste tijd een paar keer rivaliserende Bandidos “op intimiderende wijze” in de buurt van het clubhuis. Som wil zéker in de drukke binnenstad geen conflicten of geweld. De burgemeester wijst op de gebeurtenissen op 7 mei bij een sporthal in Sittard, waar bij een vechtpartij tussen leden van motorclubs drie gewonden vielen. Bij de vechtpartij tussen leden van de Hells Angels, Bandidos en Red Devils is vermoedelijk ook geschoten.’

    Er waren rivaliserende Bandidos op intimiderende wijze in de buurt van het clubhuis. Er zijn spanningen tussen motorclubs. Én, last-but-not-least, er wordt door meneer Som verwezen naar de vechtpartij in The Dug Out in Sittard. Nu hebben wij een paar vragen, hè. Voor de gemeente Kerkrade en voor die burgemeester, hè. En hier komt dan die eerste vraag, hè. Hoe dicht is ‘in de buurt’? Op hoeveel meter mag de ene club het clubhuis van de andere club naderen, voordat tot sluiting besloten kan worden? Er komen dus leden van een rivaliserende motorclub in de buurt van een horeca-gelegenheid, of een clubhuis, en dat gaat dan dicht. Volgens meneer Som zijn die vreselijke Hells Angels ook erg dicht in de buurt geweest van Café Suus, het café van zijn dochter waarover het laatste woord nog niet gesproken zal zijn. Dat ging ook lastig anders, want ze zaten er naast in hun clubhuis. Toch werd Café Suus nooit gesloten. Ook niet nadat, ook weer volgens meneer Som, er zelfs bedreigingen en vernielingen waren geweest in Café Suus zelf. Dat sluiten geldt dus alleen maar wanneer je geen dochter bent van de burgemeester of een motorclub bent. En nu die vechtpartij in Sittard, hè. Dat is een reden geweest voor meneer Som om dat café van de Hells Angels te sluiten. Volgens die redenatie gaan er straks nog een heleboel andere café’s dicht in Nederland. Er is een vechtpartij geweest in een café waar leden van motorclubs komen. Nou, makkelijk, nu gaan we alles waar leden van motorclubs komen sluiten. Hèhè, eindelijk!

    De sluiting van het Hells Angels-clubhuis in Barneveld ging geheel anders. Wel zeer creatief. De gemeente legde de club een dwangsom op, omdat er een bruiloft werd gehouden. Omdat de club die dwangsom niet kon betalen (we praten hier over mensen die volgens de politie en de media grossieren in geweld, misdaad en drugshandel en daar enorme geldbedragen mee binnenhalen, die vervolgens worden witgewassen!) werd het clubhuis onteigend en geveild. Later oordeelde de rechter dat zowel de dwangsom als de inbeslagname onwettig waren. Maar ja, weer een clubhuis dicht, dus de missie is geslaagd. Ook hier hebben wij weer een vraag. Waarom moet per se dat motorrijdersclubhuis dicht, terwijl er juist subsidie wordt gegeven aan een overlast gevend jeugdhonk? De BarneveldseKrant.nl schrijft over dit jeugdhonk ‘Time-Out’ op 26 mei een artikel. Er is nooit geklaagd over overlast van dat motorclubhuis, maar dat zou en moest dicht. Het jeugdhonk, dat wel overlast bleek te geven, kreeg juist subsidie om zich te vestigen en open te blijven.

    Ja, zo maar enige voorbeelden van recht in Nederland. Recht en rechtvaardigheid. Begrippen waarvoor we onze jongens en meisjes naar verre en onbekende brandhaarden sturen. Er zijn nog veel meer voorbeelden die we zouden kunnen geven. Gemeenten komen met de meest idiote redenen om clubhuizen te sluiten of te weigeren. Rivaliserende clubs worden er bijgehaald, maar nooit bijvoorbeeld rivaliserende voetbalsupporters om een voetbalkantine of -honk te sluiten. Veel motorclubs zijn een stichting en het komt voor dat een gemeente roept dat een stichting niets te zoeken heeft op een bedrijventerrein. Je moet het allemaal maar bedenken. Uiterst langdurige en kostbare procedures en rechtzaken zijn het gevolg, terwijl degenen die die besluiten nemen uitzonderingen maken voor tal van illegale drankgelegenheden. Of voor familie, zoals bij meneer Som.

     

     

     

     

     

    Blablablabla!

    Het Dagblad van het Noorden schrijft vandaag, 26 juli 2015, het volgende: ‘ De aanpak van criminele motorclubs heeft hoge prioriteit voor politie, gemeente en Openbaar Ministerie. Volgens de politie zijn leden van motorclubs als Hellas Angels, Satudarah en No Surrender op grote schaal betrokken bij drugs- en wapenhandel, afpersing en mishandeling. Tachtig procent van de leden van motorclubs heeft een strafblad, blijkt uit recent onderzoek, een bijna dertig procent is veelpleger. Daarnaast zijn er steeds meer aanwijzingen dat de clubs verweven zijn met bedrijven in de horecasector en de beveiligingsbranche.’

    Niet dat heel Nederland er door beïnvloed zal worden, want wie leest nog een plaatselijke krant uit Friesland of Groningen? Toch is het weer opmerkelijk dat er een hoofdredacteur is die betaald wordt om de onzin van een journalist te plaatsen die weer eens zomaar de onzin van een andere journalist overneemt.

    Ten eerste ‘Hellas Angels’. Wij vermoeden dat het geen spitsvondigheid is, omdat de Hells Angels dit jaar in Griekenland een Worldrun hadden dat dit er staat. Het gaat gewoon om een domme spelfout. Zelfs dat ontglipt aan de aandacht van die hoofdredacteur.

    ‘Volgens de politie zijn leden van motorclubs als Hellas Angels, Satudarah en No Surrender op grote schaal betrokken bij drugs- en wapenhandel, afpersing en mishandeling.’ Prachtig. Volgens welke politie? Waar zegt de politie dat? Is er ook enige controle geweest van het Dagblad van het Noorden? Wie dit ook zegt, wanneer er ook maar een beetje bewijs zou zijn voor een dergelijke aantijging, zouden die motorclubs toch wel verboden zijn? Wanneer je dus mensen beschuldigd van zulke ernstige feiten en je kunt het niet bewijzen, is het dan laster?

    ‘Tachtig procent van de leden van motorclubs heeft een strafblad, blijkt uit recent onderzoek, een bijna dertig procent is veelpleger.’ In eerdere artikelen van Dupont gaven wij door middel van een eenvoudige doch simpele rekensom al aan dat die beroemde tachtig procent een fabeltje is. Tachtig procent van 601 leden van motorclubs die vorig jaar bij de politie bekend waren. Dit jaar zijn er ruim 1800 leden van motorclubs bekend. Die tachtig procent is dus niet meer geldig. Overigens zijn er veel meer leden van motorclubs die blijkbaar nog onbekend zijn. Daarom worden die mensen ook zo vaak aangehouden op de openbare weg. Om ze te registreren in de niet aangemelde, en dus illegale, databank van de politie.

    Over de ‘misdaden’ begaan door die motorclubleden berichtten wij ook al eerder. Het overschrijden van de maximumsnelheid met meer dan dertig kilometer per uur is al een misdrijf en dat te snel rijden is een typische motorrijdersmisdaad. Daarom gaat de politie ook altijd controleren in de aanloop en de afloop van de TT in Assen.

    ‘Daarnaast zijn er steeds meer aanwijzingen dat de clubs verweven zijn met bedrijven in de horecasector en de beveiligingsbranche.’ Nou, dat is me nogal wat. Wij hebben al in eerdere artikelen (‘De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet’ en ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’) aangegeven dat het vrijwel onmogelijk is dat leden van motorclubs beveiligingswerk doen. Al hun passen worden ingenomen of geweigerd door de politie. Wanneer er toch nog sprake zou zijn van ‘verwevenheid’ kan de politie heel eenvoudig maatregelen nemen door alsnog de pas van de bewuste beveiliger in te nemen. Klaar! Wij hebben ook aangegeven dat mensen als Rutten , als spreekbuis van het Midden- en Klein Bedrijf en Griffith van de Nederlandse Beveiligingsbranche uit hun nek kletsen wanneer ze roepen dat leden van motorclubs een poot aan de grond hebben in die twee branches. Is het nu trouwens ook al verboden om in de horeca werkzaam te zijn, wanneer iemand lid is van een motorclub?

    Een typische non-story dus van Het Dagblad van het Noorden. Of, zoals men in het Engels zegt: ‘If your brains were dynamite, you couldn’t even blow your nose!’

     

     

     

    Het hoofd koel houden

    Deze week kwam de politie veelvuldig in het nieuws. Er waren verschillende rechtszaken tegen schietende politiemannen en dat pakte niet altijd goed uit. Niet voor de slachtoffers, maar ook niet voor de politiemannen. En dat zorgde voor erg veel onstuimigheid bij de doorgaans zo rustige mannen. Het was ook wel een hard gelag.

    Eén politieman werd veroordeeld tot maar liefst twee jaar gevangenisstraf voor het neerschieten van de bijrijder van een man die ervandoor wilde gaan tijdens een mislukte aanhouding. Twee andere politiemannen moesten terecht staan voor het doodschieten van een onruststoker met een bijlachtig voorwerp. Opmerkelijk was dat de man in de rug werd geschoten. Beide slachtoffers wilden er dus vandoor gaan en hadden het niet per se gemunt op de politiemannen. Toch voelden dezen zich zeer bedreigd. Een soort verlatingsangst wellicht?

    Opmerkelijk ook dat het Openbaar Ministerie de agenten helemaal niet wilde vervolgen en ook vroeg om vrijspraak voor de angstigaards die met pruik in de Rotterdamse rechtszaal verschenen. Uiteindelijk volgde vervolging alleen doordat de ontstemde familie van het overleden slachtoffer dat had afgedwongen. Ja, het is vast niet eenvoudig deze dagen officier van justitie te zijn. Het vervolgen van gewone burgers voor simpeler feiten spreekt ze vast meer tot de verbeelding.

    Als een rots in de branding verscheen ook allergrootste opperhoofd van alle agenten in beeld. ‘Houd het hoofd koel en het verstand erbij!’, riep hij naar zijn ondergeschikten volgens de krant van wakker Nederland. ‘Dan moeten we eerst nog even naar huis!’, had het antwoord kunnen zijn. ‘Mijn collega’s en ik moeten oppassen voor de valkuil van emotionele ontboezemingen.’, zei de zeer hoge politiebaas ook nog. Blijkbaar verkeert de man in de veronderstelling dat zijn mannen gerecruteerd werden onder het neusje van de zalm van Neerlands kunstzinnig deel des volks.

    ‘Het is aan ons om escalatie te voorkomen door het hoofd koel en het gezond verstand erbij te houden.’, meldde meneer Bouman nog ten overvloede aan zijn trouwe volgelingen. Escalatie? Hoe bedoelt hij dat? Die agenten die nu met pijn en moeite toch nog worden vervolgd worden nogal van ernstige feiten verdacht. Escalatie? Wat dachten ze dan te gaan doen? Nog iemand neerschieten? Die fijnbesnaarde volgelingen van hopman Bouman moeten op de kermis gaan werken. Daar kunnen ze schieten wat ze willen.

    ‘Wij laten ons niet verleiden tot ongepaste bewoordingen in (sociale) media. Wij vermijden generalisaties over de rechtspraak in ons land. Zulke uitlatingen zijn onjuist, misplaatst en brengen ons niet verder’, voegde hopman Bouman er nog aan toe. Generalisaties vermijden over de rechtspraak in ons land? Hebben die emotionele lakeien van meneer Bouman daar een mening over dan? En wat denken ze dan? Laat me eens even raden. Er wordt te zacht opgetreden tegen burgers die de wet overtreden en te hard tegen politiemensen die de wet overtreden. Nou, dat is nogal wat. En meneer Bouman weet dat ze dat denken en roept ze nu op om dat niet meer op de sociale media te roepen. Volgens de korpschef spreken reacties van collega’s op internet boekdelen, meldt opnieuw De Telegraaf. Jaja, die politiemensen laten hun ware aard wel zien.

    Het is dan ook wel goed mis met de politie in Nederland. Na weken van berichten op sociale media heeft de politie er schoon genoeg van. Politieagenten die een jongetje schopten, een andere jongetje die werd vastgebonden aan een politiemotor en moest meerennen, een nekklemdode, talloze berichten over andere nekklemdoden die nog verder worden uitgezocht, berichten over afluisteren wat door de politie in Nederland al jaren relatief veel meer gebeurt dan in andere landen, berichten over een politie die vaker schiet dan in andere landen. En dan het ergste nog dat het nu wordt gemeld op sociale media en niet op de gewone media. Die gewone media kun je controleren en beïnvloeden, maar die sociale media niet.

    Wat al helemaal de zaak verergert is dat bijna iedereen een geheimzinnig apparaatje heeft waarmee je niet alleen kunt fotograferen, maar ook nog kunt telefoneren. Niets ontgaat de burger nog en ontkennen helpt niet langer.

    Volgens vooruitstrevende politiemensen moet de wet verandert worden om de bevoegdheden van de politie te verruimen. Zo kunnen bijvoorbeeld motorclubs makkelijker verboden worden, zegt politievakbondsgoeroe Gerrit van de Kamp. Van de Kamp wil ook dat agenten die schieten voortaan officieel verdachte zijn en geen getuige. Dan hebben zij meer rechten namelijk. Misschien is het ook een zeer goed idee om ingewikkelde apparaten voor burgers te verbieden. Dan kan niet meer worden gefilmd dat slachtoffers langzaam kreperen en geen hulp geboden wordt. Dan helpt ontkennen ook weer.

    Ik vrees echter dat de politie nog niet toe is aan dergelijk gedegen denkvermogen. Uit goede bron verneem ik dat momenteel in speciale trainingskampen politiehonden worden getraind om het goede nieuws te brengen. Allemaal deel van het nieuwe charme-offensief. En de hond die het hardste blaft is Gerlof Leistra.

     

     

     

     

     

     

    Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat

    Een prachtig verhaal over een politieman en hoe het gaat met vrijheid wanneer je eventjes niet goed oplet.

    De politieman is commissaris Bouman. Dat is er niet zomaar één. Commissaris Bouman is de grote baas van de Nederlandse politie. De allerhoogste chef. Vlak onder de minister van Justitie en Veiligheid. In een rechtsstaat is het zo geregeld dat de minister, als vertegenwoordiger des volks, de verantwoording heeft over het politieapparaat. Hij is dus de baas en hij is verantwoording schuldig aan het parlement. We zullen dus uitleggen wat een rechtsstaat eigenlijk is. Wikipedia zegt het volgende hierover:

    ‘Een rechtsstaat is een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten. De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderen. In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door wetten. Onafhankelijke rechters kunnen bij een conflict oordelen en worden geacht de wetten te volgen. Een rechter kan bij overtredingen sancties opleggen die wettelijk geregeld zijn. Als de rechters in een staat niet onafhankelijk zijn, mag die staat geen rechtsstaat genoemd worden.’

    De minister is de baas en de politie niet. De politie heeft voor goed functioneren natuurlijk zijn eigen hierarchie en een eigen baas. Maar die baas staat onder de minister en ook onder de wet. Er zijn wetten die de basis zijn voor het functioneren van de staat. Wanneer het omgekeerd zou zijn is er sprake van een politiestaat. Wikipedia zegt over de politiestaat het volgende:

    ‘Onder een politiestaat verstaat men een staat waar de sociale, economische en politieke macht door de leiders gehandhaafd wordt met behulp van (geheime) politie. Deze politie heeft in dit soort staten meer bevoegdheden dan gebruikelijk is in een liberale democratie. Politiestaten in de strikte betekenis van het woord worden meestal gekenmerkt door totalitarisme en een sterke sociale controle.

    Onder druk van een interne of externe bedreiging van de staatsveiligheid, al dan niet openlijk of bedekt gepromoot door media en overheden, bestaat het gevaar dat wetten doorgevoerd worden die burgerrechten inperken en stapsgewijs in de richting van een politiestaat leiden. Dikwijls wordt deze ‘bedreiging van de staatsveiligheid’ in scène gezet door degene die zich vervolgens als dictator ontpopt. Voorbeeld is nazi-Duitsland. Adolf Hitler kwam via verkiezingen op democratische wijze aan de macht. Vervolgens wist hij na de Rijksdagbrand, die hoogstwaarschijnlijk door de nazi’s zelf is voorbereid, grote bevoegdheden naar zich toe te trekken (uitroepen van de noodtoestand, etc) om ‘de orde te handhaven’. Met deze, in theorie tijdelijke, ‘ordehandhavingswetten’ schakelde hij in snel tempo alle politieke tegenstanders uit, werd de noodtoestand permanent, en werd het hele land aan zijn wil ondergeschikt gemaakt. Een recent voorbeeld van inperking van burgerrechten gebeurde na de aanslagen op 1 september 2011 in de VS. Ook hier werden sommige burgerrechten (in theorie tijdelijk) ingeperkt zoals het absolute recht op privacy. De regering Bush gaf aan dat dit in het kader was van de strijd tegen terrorisme en tegen drugs.’

    Is Nederland nu het één of het ander? Is Nederland een rechtsstaat, zoals de mensen denken, of is Nederland een politiestaat?

    Wij geven wat voorbeelden om de lezer aan het denken te zetten. In De Telegraaf van 4 maart 2015 zegt commissaris Bouman: ‘Er is een wetswijziging nodig om ervoor te zorgen dat agenten die noodgedwongen hun dienstwapen hebben moeten gebruiken, niet meer in hetzelfde juridische hokje terechtkomen als een burger of een crimineel.’ Dat zegt Bouman dus ruimschoots voor de dood van Mitch Henriques en de schietende agent uit Kerkrade.

    Het blijft daar niet bij. Op 17 juli 2015 bericht 1limburg.nl het volgende: ‘De politieagent uit Kerkrade die vrijdag veroordeeld werd tot twee jaar cel krijgt massaal steun van zijn collega’s. Ze zijn het oneens met de uitspraak. Ook de nationale politie heeft geen goed woord over voor het vonnis. In een persbericht stelt de organisatie ‘verbijsterd’ te zijn door de veroordeling van de agent. “Ik ben vreselijk teleurgesteld in het vonnis van de rechtbank”, reageert korpschef Gerard Bouman van de nationale politie. Hij heeft contact gehad met Gery Veldhuis, de chef van de eenheid Limburg. “Ik heb hem aangegeven dat deze collega alle steun van onze organisatie kan verwachten die hij nodig heeft”, zegt Bouman. “Wat mij betreft staat vast dat we dit vonnis gaan aanvechten tot aan de allerhoogste instantie.” ‘

    Korpschef Bouman, die ondergeschikte van de minister en daarmee dus onderworpen aan de rechtsstaat komt met twee zaken. Belangrijke zaken. Ten eerste wil hij de wet veranderen om schietende agenten niet zo snel te laten vervolgen. Ten tweede geeft hij aan de schietende en door de onafhankelijke rechter veroordeelde agent te steunen. De rechter veroordeelt de man dus en daarmee heeft die agent een strafblad. Hij is nu dus crimineel. Volgens de rechter. Maar niet volgens meneer Bouman. Wat ook al te denken geeft is de ‘massale steun’ van collega’s voor de veroordeelde agent. Die denken dus blijkbaar net over schieten als korpschef Bouman. Zeer opmerkelijk. En verontrustend.

    Maar wij gaan verder. De directe chef van de politieagent uit Kerkrade heeft aangegeven de politieagent niet te schorsen. Afgewacht wordt het hoger beroep. Ook de korpsbeheerder van het politiekorps in Kerkrade onderneemt geen actie tegen de veroordeelde schutter. Wie is nu deze korpsbeheerder? De korpsbeheerder is burgemeester Jos Som. Zeg maar de grote man achter de strijd tegen ‘motorbendes’. De ‘papa’ ook van Suze Som die volgens hem ernstig is bedreigd door Hells Angels. De man ook die het vakantiehuiske van Piet van Pol bezocht in Frankrijk. Piet van Pol de van corruptie verdachte vastgoedontwikkelaar die banden heeft met VolkerWessels en de veroordeelde Roermondse ex-VVD’er Jos van Rey.

    Wij gaan nu ietsje terug en komen terecht bij de Spaanse politieman luitenant-kolonel Antonio Molino Tejero die op 23 februari 1981 het Spaanse parlement binnendrong met zijn kornuiten, in de lucht schoot en riep: ‘Todos al suelo, y conho!’ Meneer Molino Tejero wist het beter dan de rechters en de parlementariërs.

    Waarom doet dat ons denken aan politievakbondsleider Gerrit van de Kamp? De wet moet veranderd worden om motorbendes te kunnen verbieden, zo vond deze man, die er zijn hand niet voor omdraait zijn mannetjes het Binnenhof te laten omsingelen. Met politiematerieel en wapens. Dezelfde Gerrit van de Kamp die zijn vriendin opdrong aan de Nationale Politie voor een goedbetaalde baan en zijn steun voor de vorming van de Nationale Politie opzegde toen zijn vriendin werd ontslagen.

    De hoogste politiebaas wil de wet veranderen en uit openlijk kritiek op een beslissing van een onafhankelijke rechter en de baas van de grootste politievakbond steunt hem door ook wetten te willen laten veranderen. ‘De politie is de baas op straat!’, hoorde je vroeger vaak roepen door agenten. Op straat of in de staat? Vanuit de politieorganisatie zelf horen wij nog geen tegengeluiden.

    In het Wikipedia-artikel over de politiestaat staat ook het volgende: ‘Onder druk van een interne of externe bedreiging van de staatsveiligheid, al dan niet openlijk of bedekt gepromoot door media en overheden, bestaat het gevaar dat wetten doorgevoerd worden die burgerrechten inperken en stapsgewijs in de richting van een politiestaat leiden.’

    Ook hier zien wij gelijkenissen met Nederland. Er wordt een vijandbeeld gecreeërd. Als externe bedreiging zou je kunnen zien de jihadstrijders in Irak en Syrië, die na terugkomst een interne bedreiging gaan vormen. Als interne bedreiging kun je ook de ‘motorbendes’ zien. Het is dan ook niet zozeer de rechtsstaat zelf die zich daarover zorgen maakt, maar het is de politie zelf die stemming maakt. Het is de politie die via de media en hun adviserende taak naar overheden toe bepaalt dat ‘motorbendes’ een groot gevaar zijn.

    Om deze strategie van maatschappelijke onrust een gezicht te geven, worden leden van motorclubs met naam en club genoemd door de politie aan de media. Het zogenaamde ‘name and shame’- beleid. De politie heeft dus een aantal mensen bij de media die daarvoor openstaan om het maar zachtjes uit te drukken. Deze mensen die openstaan zijn vaak zelfbenoemde ‘misdaadspecialisten’, zoals Robert Bas van de NOS die riep dat je welhaast crimineel moet zijn om het lidmaatschap van een motorclub te kunnen betalen en dat een Harley Davidson 60.000 á 70.000 euro kost. Of een Gerlof Leistra van Elsevier die niet alleen politie-informatie naar buiten brengt maar ook de politie ondersteunt in de wens tot het veranderen van wetten. Zo schrijft Leistra over de schietende politieman uit Kerkrade in Elsevier: ‘De verontwaardiging is terecht groot. Het valt niet goed uit te leggen dat een agent die tijdens de uitoefening van zijn soms levensgevaarlijke beroep een ernstige inschattingsfout maakt, dezelfde behandeling krijgt als de eerste de beste crimineel. Meer begrip was op zijn plaats geweest.’

    Heeft het effect, die artikelen in de pers? Volgens D66’er Gerard Schouw wel degelijk. Op 2 juli zegt hij: ‘Gerard Schouw van D66 heeft donderdag met een waarschuwing afscheid genomen van de Tweede Kamer. Hij was een kwart eeuw lang te vinden op het Binnenhof, onder meer als lid van de Eerste en later van de Tweede Kamer. ,,De overstap naar de Tweede Kamer was best wennen. In plaats van een stroom wetsvoorstellen dicteert de kop in de krant en het oog van de camera het ritme van de dag”, schreef hij in zijn afscheidsbrief. ,,Het is geen groot geheim dat de aandacht voor actuele politieke incidenten en de lange termijn onderwerpen zo af en toe wat uit balans raakt. Dat is een reëel risico voor de democratische werking van onze huidige parlementaire democratie. Daardoor gaan dingen mis. Meebewegen of juist tegenwicht bieden, dat is de vraag waar de Kamer wel wat vaker bij stil mag staan”, aldus Schouw.’

    Het heeft dus wel degelijk effect. De kop in de krant dicteert het ritme van de dag in de Tweede Kamer. Volgens iemand die het kan weten na 25 jaar politiek. En de koppen uit die krant zijn afkomstig van de politie. Dezelfde politie die wetten wil veranderen en mensen en clubs aanwijst als vijand. En daar dus de media voor misbruikt. Met ‘name and shame’. Maar ook met ‘voortgangsrapportages’. Wij hebben al gezien in eerdere blogs van Dupont op ‘Justitie en Veiligheid’ dat de politie niet schroomt valse informatie in die rapportages te stoppen. De raketwerpers van de Bandidos MC bijvoorbeeld. Wij zeiden al dat die niet van de Bandidos waren. Commissaris Piem Miltenburg, net als Gerard Bouman een geduchte hardliner, zei al dat het niet helemaal zeker was. Maar een dag later stond het wel als vaststaand feit in de voortgangsrapportage van juni. De advocaat van de Bandidos kwam vorige week in het nieuws met hetzelfde verhaal. De wapens werden niet eens in de dagvaarding vermeld, maar wel werden de Bandidos nog even vastgehouden voor nader onderzoek. Zo komen die wapens nog eens goed van pas.

    De advocaat van de Bandidos MC onthulde nog een andere taktiek. Zo stuurden Limburgse burgemeesters brieven naar horeca-gelegenheden om te waarschuwen dat de vergunningen zouden worden ingetrokken van horecazaken die Bandidos toelieten in hun zaak. Dat is heel opmerkelijk. Welk wetsartikel wordt daarbij gebruikt?

    Al jaren gaan verhalen in de motorclubwereld dat de politie stiekeme acties uitvoert om motorclubs of leden daarvan te benadelen. Zo worden horeca-ondernemers niet alleen bedreigd om MC’s buiten de deur te houden, ze worden ook bezocht om informatie over bezoekers los te peuteren. Ze worden bang gemaakt met de vraag of ze worden afgeperst, of rekeningen wel netjes worden betaald. Werkgevers van motorclubleden worden benaderd en bang gemaakt. Zakenpartners van motorclubleden die een eigen zaak hebben worden door de politie ‘gewaarschuwd’. Buren van clubhuizen worden benaderd en om informatie gevraagd of om aangifte te doen van welke vorm van overlast dan ook. Gemeentelijke overheden worden ‘ingelicht’ door de politie, die een unieke informatiepositie heeft, en vervolgens worden evenementen niet toegestaan of verboden terwijl ze al in een vergevorderd stadium verkeren, clubhuizen worden gesloten door informatie van de politie. De politie is opzichtig aanwezig bij bruiloften, familiefeesten waar ook motorclubleden bij aanwezig zijn en probeert soms verhuurders van feestzalen bang te maken hun zaal niet te verhuren, omdat er ook een paar leden van een motorclub komen.

    De vraag is hoe deze politie-acties zich verhouden tot de wet. De wet, basis van de rechtsstaat. Een wet die ondergeschikt is alleen in een politiestaat.

    Vaak is te horen hoe bestuurders of politiemensen in de media verklaren dat motorclubs leden die zich misdragen of de wet overtreden uit de club moeten gooien. Motorclubs doen dat al lang. Maar uit bovenstaande blijkt dat het bij de politie andersom is. De politieman die de wet overtreedt met, potentieel, dodelijk geweld, wordt niet zomaar ontslagen. Neen, men gaat er alles aan doen hem binnenboord te houden en betaalt soms zelfs zijn boetes.

    Zijn leden van motorclubs de laatste Robin Hoods? Zijn zij een soort vrijheidsstrijders? Nee, dat zijn zij niet. Maar meneren als commissaris Bouman of commissaris Miltenburg zijn het zeker ook niet. Wanneer wij onze vrijheid in stand willen houden, wanneer wij niet willen dat wij door onze eigen landgenoten worden bezet, wanneer wij niet willen dat ons land een politiestaat wordt, of blijft, dan zullen wij veel kritischer moeten zijn naar degenen toe die onze vrijheden afnemen. Elke dag een stukje. Elke dag een beetje. Elke dag iets. Want wanneer het te laat is, is het te laat.

    Het goede voorbeeld (1)

    Verschillende instanties zijn betrokken bij de bestrijding van motorclubs. Wie zijn de mensen bij deze instanties en is er op die mensen niets aan te merken? Het lijkt er niet op dat deze mensen een schone lei hebben.

    Allereerst is er het Landelijk Strategisch Overleg OMG’s. De voorzitter van dit orgaan is de oud-burgemeester van Enschede, nu burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten. Den Oudsten wordt genoemd als één van de beste bestuurders na Aboutaleb van Rotterdam. Je kunt in dit land gemakkelijk tot de besten behoren, wanneer de politie je een beetje behulpzaam is. Zo reed Den Oudsten in augustus 2008 door een rood verkeerslicht. De website binnenlandsbestuur.nl bericht hierover op 20 maart 2009: ‘Uit logboekgegevens van de verkeerspaal blijkt dat de burgemeester door rood licht reed. Den Oudsten heeft altijd beweerd dat hij groen licht zag, waarna een omhoogkomende paal de onderkant van zijn auto ramde. De politie stelde vast dat het rode licht niet brandde toen de burgemeester langs de paal reed en gaf hem geen proces-verbaal. Den Oudsten neemt nu de logboekgegevens voor kennisgeving aan, aldus zijn woordvoerder.’ Het gaat hier dus niet zozeer om het door het rode licht rijden, maar om het feit dat de politie de burgemeester op zijn woord geloofde. Krijgt de burgemeester nu wel een proces-verbaal nu de logboekgegevens het tegendeel bewijzen? Zonder aanziens des persoons geldt dus alleen voor gewone burgers en niet voor burgemeesters?

    Verder hebben we de Taskforce Motorbendes Brabant-Zeeland. Portefeuillehouder is burgemeester Jacques Niederer, de burgemeester van Roosendaal. Roosendaal kwam onder zijn leiding al in het nieuws toen bekend werd dat de gemeente een twaalftal werklozen met behoud van uitkering bij de nieuwe vestiging van Burger King wilde laten werken. Benieuwd wat de plaatselijke vestiging van McDonalds daarvan vond. Maar toegegeven, bij Burger King is de koffie beter. Als burgemeester kwam Niederer, oud-politieman, in 2013 in opspraak over zijn declaratiegedrag. Hij werd toen beschuldigd van het onder druk zetten van enige raadsleden om een onderzoek naar zijn declaratiegedrag te stoppen. Niederer ontkende dit, maar bleef als burgemeester van Roosendaal gewoon in Weert wonen.

    Een grote aanjager in de strijd tegen de motorclubs is de burgemeester van Kerkrade, Jos Som. Deze Som is al vele malen genoemd in minder frisse zaken (lees ook De brave burgervader en de motorbendes) en de gang van zaken rond het café van zijn dochter Suze op de Markt in Kerkrade lijkt ook minder fris. Zoals bekend kreeg Suze het aan de stok met haar buren, een afdeling van de Hells Angels, en werd het pand waarin die buren zaten toen door haar vader gesloten. Van Som wordt gezegd dat hij een flinke borrel lust. In de Roda-JC krant zei Som: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’, toen hij tien jaar geleden werd teruggefloten door toenmalig minister Remkes.

    Een andere Limburgse bestuurder is Onno Hoes, de burgemeester van Maastricht. Hoes kwam diverse malen zeer negatief in het nieuws met jonge schandknapen. De laatste keer dat dat gebeurde liet Hoes op zijn telefoon vertrouwelijke documenten zien aan de jonge schandknaap, die hij helemaal niet kende maar zojuist had ontmoet via Internet. Voor de Maastrichtse gemeenteraad was de maat vol, men voelde zich opnieuw in diskrediet gebracht, en Hoes kondigde aan te zullen vertrekken. Deze bestuurder die het zo overduidelijk ontbrak aan mensenkennis en discretie was al eerder vertrokken om onduidelijke redenen als voorzitter van het CIDI, een belangrijke joods/Israelische belangengroep. Op Wikipedia is te lezen dat Hoes zich, net als sommige politie-ambtenaren, weinig gelegen liet liggen aan de wet. Wikipedia: ‘Hij sprak zich in de media negatief uit over de wietpas en probeerde om, ondanks een gerechtelijke uitspraak, coffeeshops te verbieden om softdrugs te verkopen aan buitenlanders. Nadat coffeeshops doorgingen met de verkoop van softdrugs aan buitenlanders liet hij door de politie enkele panden binnenvallen.’ We zien hier dus een bestuurder die een gerechtelijke uitspraak naast zich neer legt om zijn eigen wil door te drijven en daarvoor zelfs aan zijn autoriteit toevertrouwde politie-agenten inzet. We denken hier aan burgemeester Jos Som, die riep: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’ Zo gaat dat blijkbaar in Limburg. De politie verzette zich niet, toen zij door Hoes ingezet werd voor een zaak die de rechter juist had verboden.

    Commissaris Piem Miltenburg, hoofd operatieën en verantwoordelijk voor de bestrijding van de ‘motorbendes’, is al uitgebreid besproken in eerdere columns. De binnen de politie-organisatie als hardliner bekendstaande Miltenburg doet telkens uitspraken alsof hij rechter is en geen politieman. Hij wil motorclubs verbieden, motorclubs zijn volgens hem crimineel, ze zijn een dekmantel voor de georganiseerde misdaad, ze zijn erop gericht misdaden te plegen. Al deze uitspraken komen in de pers terecht, zonder ooit aan een rechter te zijn getoetst. Sterker nog, toen het wel aan de rechter werd getoetst, oordeelde deze heel anders. (De zaak om de Hells Angels te laten verbieden, die mislukte). Miltenburg plaatst zich hiermee op de stoel van de rechter en zorgt opzettelijk voor grote maatschappelijke onrust, terwijl hij heel goed weet dat wat hij zegt niet door een rechter is bevestigd. Onder de leiding van Miltenburg is ook de nieuwe politietaktiek ‘name and shame’ in gebruik gekomen. Telkens wanneer een lid van een motorclub betrokken is bij iets strafbaars, wordt hij als zodanig genoemd door de media. In de praktijk komt het erop neer, dat ook vage kennissen en verre contacten van motorclubs genoemd worden als gerelateerd en relevant voor een motorclub

    Voorzitter van de politievakbond ACP Gerrit van de Kamp kwam in het nieuws toen hij riep dat de wet veranderd moest worden om motorclubs te kunnen verbieden. Al uitgebreid werd hier geschetst hoe Gerrit van de Kamp met zijn vakbond ACP actief was om de overheid onder druk te zetten om een loonsverhoging af te dwingen. Zo werd gedreigd voetbalwedstrijden niet meer te begeleiden (waarom roept Gerrit trouwens niet dat die ook verboden moeten worden?), er werd gedreigd met het niet deelnemen aan grote publieksevenementen als Sail en de Tour de France, er werd met harde acties gedreigd en het Binnenhof werd omsingeld door gewapende en geüniformeerde agenten. De politiebond ACP kwam ook in het nieuws toen zij een reactie gaven op het nieuws dat Arubaan Mitch Henriquez was omgekomen door toedoen van vijf politie-agenten: ‘We willen aangeven dat onze eerste zorg nu gaat naar de betrokken collega’s.’ Van enig mededogen bleek geen sprake. Verder twittert de ACP nog dit: ‘Helder signaal van politie Den Haag. Handen af van onze mensen.’ Dat vindt de ACP dus ietsje belangrijker dan de dood van een toerist. De ACP heeft ongeveer 25.000 leden, dat is bijna de helft van het totale politiepersoneel. Gerrit van de Kamp kwam ook in het nieuws in verband met het regelen van een baan voor zijn vriendin Marloes Smit. Op 7 februari 2015 schreef het NRC daarover: ‘Die dubbelrol leidde tot grote problemen. Zo meldde zich in juli 2013 een klokkenluider die stelde dat het ministerie van Veiligheid en Justitie de steun van de machtigste politievakbond kocht door Van de Kamp en zijn partner hun gang te laten gaan.’ Dat is nogal ernstig. Van de Kamp zette het ministerie onder druk om zijn vriendin een baan te geven, anders zou hij met zijn vakbond de nieuwe nationale Politie niet steunen. Dat zijn toch regelrechte mafiapraktijken. Wij vragen ons nu af hoeveel Gerrit van de Kamp verdient met zijn voorzitterschap en wat zijn declaratiegedrag is.

    Het LIEC-RIEC staat voor Landelijk Informatie en Expertise Centrum-Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Deze organisatie houdt zich bezig met de bestrijding van gezagsondermijnende activiteiten en de georganiseerde misdaad. Politiechef Patricia Zorko, verbonden aan het RIEC namens de Landelijke Eenheid kwam vorig jaar in het nieuws voor haar declaratiegedrag. Van alle politiechefs declareerde zij het meest: 13.350 euro. Een enorm verschil met sommige andere collega’s die zelfs helemaal niets declareerden. Geld blijft toch een voorname drijfveer voor de politiemannen- en vrouwen. En krijgen zij niet goedschiks wat zij willen, dan worden harde acties aangekondigd en zelfs uitgevoerd waarvan de burgers het slachtoffer worden.

     

    Laat honderd bloemen bloeien!

    Op Wikipedia staat het volgende: Laat Honderd Bloemen Bloeien was de slogan van een kortstondige liberalisatiecampagne in de Volksrepubliek China van 1956 tot 1957, waarin de autoriteiten kritiek aanmoedigden met, naar eigen zeggen, als doel om misstanden in het bestuur te kunnen opsporen en aanpakken.

    De campagne was het initiatief van premier Zhou Enlai, maar een belangrijk deel van de partijleiding, waaronder Mao Zedong, was geschokt over de felheid van de kritiek die toen los kwam. De Communistische Partij van China ging toen snel over tot vervolging van de personen – intellectuelen, boeren en arbeiders – die deze kritiek hadden durven uiten. Het aantal slachtoffers liep in de honderdduizenden, zo niet miljoenen.

    Deze vervolging was zo fel, dat velen de overtuiging zijn toegedaan dat de hele “Honderd Bloemen Campagne” alleen maar een valstrik is geweest om critici uit de tent te lokken en vervolgens in de kraag te grijpen. Mao had deze tactiek namelijk al eens eerder gebruikt, tijdens zijn periode in Yan’an. Hij noemde dit ‘Lok de slangen uit hun holen’.

     

    Laat honderd bloemen bloeien. Het refereert dus eigenlijk naar iets moois. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw bloeiden ook honderd bloemen. Honderd bloemen? Nee, misschien wel duizend! Overal in de grote steden werden panden ontnomen aan speculanten, aan sloop, aan leegstand. De politie hakte er met de botte bijl op los, namens de machthebbers van het fatsoenlijke Nederland en er ontstond een tegenbeweging. Een tegenbeweging met politieke denkbeelden. Maar ook met zeer talrijke initiatieven. De ‘Honderd Bloemen’.

    In kraakpanden werden kunstateliers gevormd, waar jonge kunstenaars experimenteerden. Er werd muziek gemaakt. De kraakbeweging bracht schrijvers voort. Dichters. Er werd geëxperimenteerd met een geldloze maatschappij. Er kwamen kleine drukkerijtjes. Journalisten van vandaag schreven hun eerste stukken in een kraakpand. Met kaarslicht en achter een dichtgespijkerd raam. Onderzoekscollectieven sprongen tevoorschijn. Om de overheid te onderzoeken, of speculanten, of nazi’s, of de politie en inlichtingendiensten. Woongemeenschappen ontstonden. Dit waren de ‘Honderd Bloemen’ die bloeiden.

    Vandaag beginnen opnieuw honderd bloemknoppen aan een onzekere toekomst. Er zit onkruid tussen, maar wie bepaalt wat onkruid is? Geef water aan alles en zie zelf wat uiteindelijk de moeite waard is! De reden in de jaren tachtig en negentig dat zoveel initiatieven opbloeiden, was dat er gewoon veel ideeën waren. Vaak jonge mensen, optimisme, levenskracht. En natuurlijk een gemeenschappelijke tegenstander. Een overheid die moeite had met luisteren. Een overheid die graag waterkanonnen inzette. Niet om de honderden bloemen water te geven, maar om ze weg te spoelen.

    De dood van de Antilliaan Mitch Henriquez zorgt vandaag voor honderd bloemen. Andere bloemen dan indertijd in de kraakbeweging. Vandaag is de tijd van de sociale media. Op Facebook zijn pagina’s aangemaakt met namen als ‘Justice For Mitch Henriquez’, ‘Rechtvaardigheid voor Mitch Henriquez’, ‘A candle for Mitch Henriquez, for Unity’, ‘Gerechtigheid voor Mitch Henriquez’, ‘Justice for #MitchHenriquez’. Op deze pagina’s staan reacties van boze mensen, woedende mensen, verdrietige mensen, verontruste mensen, goedbedoelende mensen. Mensen die weten hoe je je gedachten onder woorden brengt. Maar ook mensen die grote tegenstellingen aan het licht brengen. Immers, hoe kan een analfabeet toch op Facebook terechtkomen?

    Naast die uitingen van medeleven op Facebook, zijn er ook fysieke bloemen gaan bloeien. Er worden gedichten gemaakt, een rapper heeft een lied geschreven, er wordt een stille tocht georganiseerd, er waren hevige rellen in de Haagse Schilderswijk, er wordt vergaderd, er is een speciale gemeenteraadsvergadering. Het betekent dat duizenden mensen bezig zijn met de dood van een landgenoot. En het houdt niet op. Er komen mensen bij, er komen Facebookpagina’s bij, er komen initiatieven bij. En er komt weerstand bij.

    Er zijn twee voorname redenen dat er weerstand bij komt. Weerstand tegen al die initiatieven. Dat komt omdat steeds vaker oude zaken terug worden gehaald. Oude zaken waarbij een burger stierf door toedoen van politieagenten. Oude zaken? Cold cases? Volgens de politie zijn het zaken die al geclasseerd zijn. Een rechter heeft de politieagenten vrij gesproken en dus ‘is het heel vervelend voor de destijds betrokken politieagenten om opnieuw te worden herinnerd aan die oude zaken’. Vervelend hè, wanneer iemand dood is. Iemand die je zoon was, of je dochter. Iemand die je man was, of je vriend. Vervelend hè, om daaraan te worden herinnerd. Ook wanneer je vrij bent gesproken. Wat een nare mensen hè, die nabestaanden. Misschien is het een idee om voortaan ook nabestaanden op te pakken. Je weet maar nooit.

    Namen die nu worden genoemd zijn Mike Stok, Rishi Chandrikasing, Ihsan Gurz, Michael Koomen. En er wordt al bijgezegd dat er nog veel meer zijn. Vervelend hè, dat die ouders en die vrienden, die familie en kinderen, daar nog steeds mee zitten. Vervelend hè, voor die politieagenten die zijn vrijgesproken. Vervelend dat dat nu allemaal weer naar boven wordt gebracht. Op die Facebookpagina’s worden profielen van mensen door Facebook geblokkeerd volgens sommigen, en de politie laat weten mensen te gaan vervolgen.

    Een tweede zaak is dat nu op de sociale media politieagenten worden bedreigd. Een Haagse wijkagent die zegt te lijken op één van de verdachten in de doodslagzaak van Mitch Henriquez, kwam deze week nog boos in het nieuws. ‘Ik wordt bedreigd!’, riep hij. ‘En ik heb helemaal niets gedaan!’ Het is een zaak van spontane ‘name and shame’. ‘Name and shame’, een beleid van de politie zelf om leden van motorclubs te noemen wanneer zij in beeld komen bij een misdrijf. Of het ‘etnisch profileren’, een ander beleid van de politie. De huilende wijkagent is slachtoffer van ‘name and shame’, van ‘beroepstechnisch profileren’. Ook hier heeft de politie aangekondigd te gaan onderzoeken of mensen kunnen worden vervolgd.

    De Facebookpagina ‘Justice for Mitch Henriquez’ schreef gisteren dit over die weerstand van de politie: ‘Nadat wij gisteren oude koeien uit de sloot hadden gehaald is de politie nu gekwetst door onze actie. Het feit dat wij [33.000 mensen] ons gekwetst voelen over de ‘moord van Mitch’ met iedere morgen nieuwe zorgen erbij doet hun helemaal niets. Geen een van die agenten hebben tot nu toe publiekelijk ‘excuses aangeboden’. Eerst gingen ze opzettelijk leugens verspreiden over de doodsoorzaak van Mitch samen met hun tovaritsj [het OM]. Wanneer dringt het tot jullie door dat leugens hebben korte benen. “En wat voor een impact dit soort berichtgeving op agenten en hun omgeving heeft.”Voelden jullie ook gekwetst toen Rishi werd vermoord? Voelden jullie ook gekwetst toen Ishan lag dood te gaan in de cel? Voelden jullie ook gekwetst toen Mitch dood-gewurgd werd?

    Totaal geen medeleven met de duizenden mensen die dag en nacht niet kunnen slapen, die traumas hebben overgehouden van die nekklem, die overdag bang en onzeker voelen wanneer ze een politie agent zien. De politie is niet voor iedereen. Dat is een mythe. Als jullie echt voor iedereen waren, dan hadden jullie op z’n minst een korte speech gehouden om de harten van de burgers gerust te stellen. Dat hebben jullie ook niet gedaan. Wij hebben niets nieuws geplaats. Wij hebben enkel het leed van een burger gedeeld. En als dat een ‘misdaad’ is, dan moeten we allemaal ophouden met leven want het leven bestaat eenmaal uit verhalen en getuigenissen die onderling worden gedeeld. Wees niet bang, wij gaan geen ‘kruistocht’ of ‘jihad’ tegen jullie voeren. Wij weten dat jullie dit lezen. Wij weten dat jullie het erg vinden. Voel de pijn die wij jarenlang hebben gevoeld. Niets kan tippen aan de intimidatie en chantage afkomstig van jullie kant jegens de burgers. Het wordt ook tijd dat jullie de burgers als mensen behandelen en niet als een kudde vee in stallen waarop jullie los kunnen gaan timmeren.’

    De boodschap is duidelijk. Tienduizenden mensen zijn boos, verdrietig of verontwaardigd. Nog vele bloemen zullen bloeien. En nog vele waterkanonnen zullen worden ingezet. Al die bloemen bloeien niet zomaar! Fijne zomer!

     

     

     

     

     

    Die verdraaide sleutelplaatsen toch

    De politie zit lelijk in zijn maag met de huidige liquidatiegolf. Vooral als  een moeder voor de ogen van haar kinderen wordt vermoord of een toevallige voorbijganger wordt doodgeschoten, verwachten mensen dat de politie de daders opspoort en voor het gerecht brengt. Helaas is dat niet waar de politie in uitblinkt. Daarom presenteert de politie iets wat ze allang doen, nu als ‘keiharde aanpak’ van deze moordenaars. De minister kondigde het al aan in de kamer en de burgemeester schreef het aan de Amsterdamse gemeenteraad: We gaan de sleutelplaatsen, waar vaker verdachten komen, verstoren.

    Deze plaatsen, shishalounges, winkels, koffiehuizen, het kan van alles zijn, worden door een boeket van opsporingsambtenaren doorgelicht, net zo lang tot ze iets vinden. Dus niet omdat ze iets strafbaars hebben gedaan – want dan hadden ze strafrechtelijk kunnen worden aangepakt – maar omdat de mensen die de politie wil pakken daar komen. Doordat de verschillende opsporingsambtenaren verschillende bevoegdheden hebben, kunnen ze op elkaars bevoegdheden meeliften, daardoor kunnen ze meer dan de wetgever ooit gewild kan hebben. Mensen die deze sleutelplaatsen hebben bezocht rijden ‘toevallig’ in een politiecontrole. En wat levert dat op? Een pakje coke. Een vuurwapen soms zelfs. Een illegale woning. Als je een totale controle houdt, vind je altijd wel iets. Veel makkelijker dan bewijs rond krijgen en een goed strafdossier opstellen over verdachten die niet willen praten.

    Bij de minste aanleiding kan de sleutelplaats door de burgemeester worden ‘gesloten’. De ondernemer of bewoner die dit overkomt heeft geen moord gepleegd en is er ook niet bij betrokken. Maar wordt zwaar gedupeerd, en kan de schade eigenlijk nergens verhalen. Deze aanpak van de Amsterdamse politie bestaat al zeker sinds 2010 en hangt mogelijk samen met project 1012, waar ondernemers niet door de BIBOB-toets komen wegens niet te verifiëren geheime informatie.

    Maar is daardoor sinds 2010 de zware georganiseerde en misschien zelfs ondermijnende misdaad effectief bestreden? Een evaluatie ontbreekt. Nu er geen zicht is op arrestatie van de moordenaars, doet politie, justitie en gemeente alsof met het verstoren van sleutelplaatsen ze in actie zijn gekomen, terwijl ze in werkelijkheid alleen verder gaan met wat ze toch al wilden doen. Denkt de overheid nu werkelijk dat de plegers van de liquidaties zich zullen overgeven wanneer hun coffeeshop of favoriete pizzeria wordt gesloten? Is het middel van verstoren ooit geëvalueerd? Hoe komt het dat sleutelplaatsen steeds plekken zijn waar de politie weinig problemen hoeft te verwachten als hun machtsvertoon niets heeft opgeleverd? Een van de kranten meldde dat ook het leger bij de laatste verstoring was betrokken, wat was hun taak? Het lijkt dat de politie liever verstoort dan opspoort, maar effect is nog niet gebleken. En wat is eigenlijk de wettelijke basis voor het moedwillig hinderen en beschadigen van mensen die niet verdacht worden van een strafbaar feit?

    Waakzaam, dienstbaar en racistisch

    de Groene Amsterdammer Hassan Bahara 17-06-2015 ‘Er sluipt een gif onze organisatie binnen. Het gif van uitsluiting’, schreef korpschef van de nationale politie Gerard Bouman afgelopen februari in een uitgelekte interne blog. Racistische kleinering van collega’s, etnische profilering van islamitische burgers – politieagenten maken zich er volgens Bouman steeds vaker schuldig aan.

    Paul Mutsaers van de Tilburg University deed zes jaar onderzoek bij de politie in Amsterdam, Bergen op Zoom en Tilburg. In zijn vorige week verschenen werk concludeert ook hij dat discriminatie binnen en door de politie een groot probleem is. Gek genoeg reageerde Bouman allesbehalve instemmend op het onderzoek. Van ‘stelselmatig etnisch profileren of discrimineren binnen en door de politie’ is geen sprake, stelt hij in een persbericht. ‘Diverse wetenschappelijke onderzoeken onderbouwen die conclusie.’ Navraag leert dat Bouman drie onderzoeken bedoelt. Twee daarvan, Etnisch profileren in Den Haag? (2014) en Contrasterende beelden (2014), oordelen inderdaad genuanceerd over de politie. Alleen: deze twee onderzoeken beperken zich tot het Haagse politiekorps. Het derde onderzoek, Proactief handhaven en gelijk behandelen (2012), oordeelt eveneens mild over de politie, maar ook dit onderzoek is van bescheidener schaal.

    Je zou denken: Bouman en Mutsaers, die hebben elkaar gevonden. Waarom probeert Bouman dan het werk van Mutsaers te ondermijnen met kleinere onderzoeken? Omdat de politie nooit publiekelijk aantijgingen van discriminatie erkent. In een interne blog klagen over het gif discriminatie dat het politiewerk verziekt? Dat is mogelijk. Maar concludeert bijvoorbeeld Amnesty International (2013) dat de politie etnisch profileert, dan noemt de nationale politie dat een ‘aanname’ die ‘ongegrond en onjuist’ is. De rijen moeten gesloten blijven, zelfs wanneer er kritiek geleverd wordt die intern wordt gedeeld.

    Lees het commentaar op de Groene Amsterdammer

    Kwaliteit politiewerk lijdt onder reorganisatie

    Nederlandse Politiebond 17-06-2015 De invoering van de Nationale Politie heeft geleid tot een fikse verslechtering van de dienstverlening aan de burgers. Dat is na 2,5 jaar reorganiseren de conclusie van driekwart van de politiemedewerkers (77 procent). Negentig procent verwacht dat deze achteruitgang zal doorzetten als het reorganisatieproces niet ingrijpend wordt aangepast. Dat blijkt uit de digitale NPB-enquête Halverwege de Nationale Politie waaraan 2.022 collega’s deelnamen. De uitkomsten zijn op woensdagavond 17 juni gepresenteerd in het tv-programma Nieuwsuur. In het extra dikke zomernummer van het bondsblad (zaterdag 27 juni bij de leden) meer uitkomsten en verhalen van collega’s.

    Sinds 1 januari 2013 is de Nederlandse politie bezig zichzelf te veranderen van een regionaal naar een landelijk georganiseerd korps. Het was de bedoeling dat ‘de winkel’ tijdens deze ingrijpende verbouwing – die minstens tot 2018 gaat duren – ‘gewoon’ open zou blijven. Hoe is het de NPB-leden tot nu toe vergaan? Zijn ze inderdaad ‘gewoon’ hun werk blijven doen?

    Negatieve invloed

    Volgens 81 procent van de deelnemers aan de NPB-enquête heeft het reorganisatieproces de afgelopen jaren een negatieve invloed gehad op hun functioneren als politiemedewerker.

    ‘Ik zie in mijn omgeving dat alle expertise binnen onze organisatie ontmanteld wordt. Mensen moeten breed worden ingezet om ‘gaten’ te dichten. Sinds het begin van de reorganisatie heb ik het idee dat de werkprocessen in de stroop gevallen zijn. Alles beweegt trager dan ooit. Niemand weet wie waar verantwoordelijk voor is en dus neemt ook niemand ergens een beslissing over. Dat heeft effect op het functioneren van mijn teamleden, het ziekteverzuim is hoog en uiteraard heeft dat ook zijn weerslag op de wijze waarop ik mijn werk kan doen.’

    ‘De onzekerheid over de toekomstige werkplek en de extra reistijd die in het verschiet ligt werken eraan mee dat de spanningen op het werk en thuis toenemen. Vrouw en kinderen dringen er regelmatig op aan dat ik iets anders ga zoeken. Dit geeft weer extra spanning, want ik heb daarvoor geen gunstige leeftijd.’

    Prestatiedruk

    Ruim driekwart van deze respondenten meldt dat de prestatiedruk is toegenomen (78 procent), net als de tijd die men kwijt is aan administratieve klussen (77 procent).

    ‘Toegenomen verantwoordingscultuur door middel van landelijke rapportages, formats etcetera. Juist meer wantrouwen in plaats van vertrouwen en meer controle in plaats van professionele ruimte.’

    Minder ondersteuning

    De toegenomen administratieve belasting wordt deels toegeschreven aan het moeten werken met ‘sterk verouderde computersystemen’, maar ook aan het wegbezuinigen van (te veel) ondersteunende collega’s. Meer dan vier vijfde (83 procent) klaagt over de afgenomen beschikbaarheid van persoonlijke ondersteuning. Ook de materiële ondersteuning (uitrusting en hulpmiddelen) is achteruit gekacheld, meldt twee derde.

    ‘Er zijn mensen weggevallen bij de ondersteuning en dat werk mag de diender (die op straat hoort te zijn) nu zelf gaan uitzoeken en verwerken. Verder lijkt de bureaucratie alleen maar erger te worden. Zeker met alle nieuwe regels rondom ZSM, wat veel meer bureaucratie met zich meebrengt. Laat staan de administratie in BOSZ met betrekking tot de coördinatie van zaken, daar hebben zowel de diender als de coördinatoren veel werk aan. Het moet er allemaal eenvoudiger op worden, maar het tegendeel is waar.’

    Bezettingsproblemen

    Twee derde van de respondenten meldt sinds de komst van de Nationale Politie (nog) vaker voor ander werk te worden ingezet om bezettingsproblemen op te lossen (64 procent). Een ontwikkeling die ongetwijfeld bijdraagt aan de vermindering van de collegiale vertrouwdheid op de werkvloer die 71 procent van de ondervraagden met pijn in het hart signaleren.

    ‘Als wijkagent ben je niet of nauwelijks meer actief in je eigen wijk. Je wordt ingezet voor het rijden van de noodhulpmeldingen en voor administratieve werkzaamheden die voorheen door ondersteunend personeel werd gedaan.’

    ‘We zijn noodsprongen aan het maken, alleen om de DHV-bus (Directe Hulpverlening) te laten rijden, bureaus open te houden, andere inzetverplichtingen (voetbal, RET) te kunnen garanderen. Er komen mensen in overwerk in de horecadiensten en het komt steeds vaker voor dat we geen mensen meer hebben. De loyaliteit brokkelt af, de veiligheid van de collega’s op straat komt ernstig in gevaar. Er is geen back up meer. Het is niet de vraag of het een keer fout gaat, maar wanneer.’

    Verminderde motivatie

    Al met al meldt een derde van de respondenten (35 procent) dat na 2,5 jaar reorganiseren hun motivatie voor het werken bij de politie behoorlijk is afgenomen.

    —————————————————–

    Kwaliteit dienstverlening

    Desgevraagd verklaart 77 procent van de respondenten dat het reorganisatieproces geleid heeft tot een verslechterde dienstverlening aan de burgers. Denk daarbij aan beschikbaarheid, snelheid van optreden en zorgvuldigheid bij de afhandeling. De ene helft (38 procent) vindt de kwaliteit behoorlijk afgenomen; de andere helft (39 procent) noemt haar enigszins afgenomen.

    Overhaast gestart

    Volgens ruim de helft van de ondervraagden (53 procent) was het kwaliteitsverlies te voorkomen geweest door een betere voorbereiding van het reorganisatieproces. Twee vijfde wijt de ontwikkeling aan de keuze voor een te hoog reorganisatietempo (43 procent) en aan het tekortschieten van de landelijke regie door de korpsleiding op de uitvoering van de reorganisatieplannen (45 procent).

    ‘Ben werkzaam op het financiële vlak. De manier waarop omgeschakeld wordt op allerlei andere systemen zonder dat het behoorlijk is ingeregeld en getest is ronduit amateuristisch. Alsof we het eerste bedrijf in Nederland of Europa zijn dat alles gaat centraliseren. Werkt uitermate frustrerend.’

    Op de hoogte gehouden?

    Driekwart van de ondervraagden (74 procent) liet weten ontevreden te zijn over de manier waarop de korpsleiding het personeel de afgelopen jaren heeft geïnformeerd over het verloop van het reorganisatieproces. Velen vonden dat de geloofwaardigheid van de informatie te wensen overliet (77 procent). Met andere woorden: dat de korpsleiding de zaken te mooi voorstelde. Ook had menig collega moeite met de begrijpelijkheid van de informatie; de helft van de respondenten vond de teksten niet erg duidelijk.

    ‘De wijze van informeren en de inhoud van de informatie is weinig concreet en informatief. Het lijkt meer op informeren om het informeren, zodat achteraf niet gezegd kan worden dat er niet geïnformeerd is.’

    ‘Veel hosanna- en hallelujawerk. Alles wordt met een positief sausje overgoten. Terwijl het personeel terugloopt en de organisatie zeker niet vloeiend meer werkt.’

    Volgens de huidige planning moet de Nationale Politie over 2,5 jaar (eind 2017) volledig operationeel zijn. Het landelijke korps moet dan zijn omgebouwd tot een efficiënter werkende politie-organisatie die voor hetzelfde geld meer (duidelijk te meten) prestaties levert. Maar liefst 87 procent van de ondervraagde collega’s verwacht dat dit doel niet op tijd gehaald wordt, tenzij de aanpak van de reorganisatie ingrijpend wordt veranderd. En dat is slechts mogelijk als de politiek een aantal cruciale uitgangspunten loslaat.

    Politieke fixaties

    Om te beginnen het uitgangspunt dat de reorganisatie moet leiden tot een forse bezuiniging op het politiebudget. Volgens 82 procent van de respondenten is dat een belangrijke oorzaak van de problemen bij de Nationale Politie. Zij heeft geleid tot een fixatie op de mogelijke kostenbesparingen door grootschalig organiseren, tot het stellen van een maximum aan de hoeveelheid medewerkers en tot het hardnekkige streven van de werkgever naar meer mogelijkheden om het personeel zo flexibel mogelijk in te zetten.

    Zorgen deze politieke fixaties op zich al voor genoeg problemen, tijdens het reorganisatieproces is Den Haag bovendien doorgegaan met het korps jaarlijks nieuwe taken en prioriteiten op te leggen. Dat heeft volgens zestig procent van de ondervraagde collega’s de kwaliteit van het politiewerk alleen nog maar verder onder druk gezet.

    ICT-vernieuwing

    Een van de cruciale onderdelen van het reorganisatieproces is een volledige vernieuwing van de ICT-voorzieningen bij de politie. Van de deelnemers aan de NPB-enquête heeft 85 procent geen idee hoe het na 2,5 jaar met deze operatie staat. Zij wijten dat aan gebrekkige informatie door de werkgever. Volgens 92 procent van de ondervraagden heeft die ook niet of nauwelijks moeite gedaan om te inventariseren aan welke ICT-voorzieningen men op de werkvloer behoefte heeft.

    Al met al bestaat er weinig vertrouwen in de uitkomst van de mega-operatie: een derde van de medewerkers (35 procent) verwacht geen enkele tijdwinst. Nog eens een kwart (28 procent) verwacht zelfs dat het werken met nieuwe ICT-voorzieningen ze meer werktijd gaat kosten.

    Volgens de werkgever zal het uitrusten van politiemedewerkers met smartphones leiden tot meer blauw op straat. Tweederde van de respondenten (68 procent) is het daar niet mee eens. De meesten zien het apparaat als een welkome mogelijkheid om informatie te raadplegen, maar het ‘inkloppen’ van een proces-verbaal op een smartphone, in de buitenlucht? ‘Veel te klein en onhandig; geen vertrouwen in de kwaliteit.’ (…) ‘Heel veel zaken zijn niet op straat op te nemen of duren veel te lang.’ (…) ‘Op straat werken betekent ogen en oren open houden. Dit gaat niet als je voortdurend op je smartphone bezig bent!’

    Sluiting politiebureaus

    De komende tien jaar zullen steeds meer politiebureaus worden gesloten, volgens de planning de helft van de huidige vierhonderd. Dat zal volgens de werkgever geen gevolgen hebben voor de kwaliteit van de politiezorg. Negentig procent van de ondervraagde collega’s denkt daar anders over: door de sluiting van de bureaus zal het contact met de burgers afnemen (91 procent), net als de zichtbaarheid in de wijken (80 procent), het toezicht (75 procent), de gemiddelde aanrijtijd (63 procent) en de hoeveelheid blauw op straat (62 procent)

    Politiemedewerkers verwachten dat deze effecten op hun beurt verregaande gevolgen kunnen hebben, zoals minder dienstverlening aan burgers (86 procent) en een lager veiligheidsgevoel in de wijken (84 procent). Ook wordt een toename van de criminaliteit verwacht (58 procent) en een afname van het aantal aangiften (72 procent).

    ‘Als ondersteuner in de uitvoering (forensische opsporing) heeft de grootte van het gebied sterk invloed op de werkzaamheden. Zeer lange aanrijtijden, waardoor collega’s lange tijd de plaats delict moeten bewaken. De kwaliteit van sporen wordt hierdoor minder (invloed regen, zon) Door lange aanrijtijden kunnen er minder zaken worden gedaan en worden er meer FO-zaken op capaciteit en/of rendement afgezegd. Hogere werkdruk, piketdruk. Ziekteverzuim op de afdeling is sterk toegenomen.’

    ‘Door de reorganisatie zijn mijn aanrijtijden toegenomen, waardoor ik vaak het gevoel heb dat ik het verschil niet meer kan maken. Daar komt bij dat ik ook in andere gebieden moet werken, waar ik de collega’s, het gebied en de clientèle niet ken. Ook dat heeft mijn effectiviteit als dienstverlener doen afnemen.’

    ‘Politiewerk op zich is het mooiste wat er is, maar de reorganisatie levert zoveel onrust op dat de lust om te gaan werken je bijna vergaat. Sluiting van bureaus in landelijke gebieden, wat helemaal niet functioneel is, waardoor aanrijtijden buiten proporties komen. In vorige reorganisatie ook al meegemaakt. Bureaus na twee jaar weer open omdat bleek dat het niet werkte. Nieuwe managers zijn horende doof voor dit soort argumenten en voeren klakkeloos uit wat de korpsleiding voorschrijft om de bezuiniging maar te halen.’

    Kwaliteit politiezorg

    De laatste vraag in het enquêteformulier was: ‘Stel dat het huidige reorganisatieproces ongewijzigd wordt voortgezet. Hoe zal dat volgens u uitpakken voor de kwaliteit van de politiezorg? Denk daarbij aan beschikbaarheid, snelheid van optreden en zorgvuldigheid bij de afhandeling.’

    Maar liefst 87 procent van de ondervraagde collega’s verwacht dat de kwaliteit van de politiezorg de komende jaren nog verder zal afnemen als het huidige reorganisatieproces niet ingrijpend wordt aangepast. Vooral het contact met de burger (91 procent) zal dan nog verder verslechteren. Ook wordt gevreesd voor nog minder tijd en aandacht voor de aanpak van lokale veiligheidsproblemen (66 procent) en voor nog minder tijd en aandacht voor het meer preventieve deel van het politiewerk (64 procent), waaronder het surveilleren (59 procent).

    Kan deze ontwikkeling nog worden voorkomen? Kan de invoering van de Nationale Politie nog een succes worden? Volgens de 2.022 deelnemers aan de NPB-enquête zijn daarvoor drie dingen noodzakelijk.

    Ten eerste moet de politiek dan afstappen van het idee dat de invoering van de Nationale Politie moet leiden tot een forse bezuiniging op het politiebudget (83 procent).
    Ten tweede moet de politiek dan besluiten voor de invoering meer tijd uit te trekken (45 procent).
    Ten derde moet de politiek besluiten de belangen van het personeel zwaarder te laten meewegen bij het plannen en uitvoeren van de reorganisatie – aldus negentig procent van de ondervraagde collega’s. In hun ogen zal de Nationale Politie alleen ‘lukken’ als de werkgever zich serieus bekommert om de motivatie en het werkplezier van zijn personeel.
    ‘Je ziet dat het politiewerk op dit moment niet op de eerste plaats staat. Iedereen is bezig met zichzelf in positie te brengen in de nieuwe organisatie en velen zullen teleurgesteld worden, waardoor de motivatie in het politiewerk veel minder gaat worden. De leiding weet dat deze organisatie gedraaid wordt op onze goodwill, dus ook op de mijne.’

    Dit verhaal komt van www.politiebond.nl

    Onderzoek staat hier

    Aanhouding actievoerders Petten onterecht

    De actievoerders die vorig jaar in Petten werden opgepakt bij een protest tegen kernenergie, hadden niet gearresteerd mogen worden. Volgens de rechter in Alkmaar was er geen dreiging of verstoring van de openbare orde.

    Op 25 maart 2014 arriveerden ruim dertig actievoerders met een bus bij de kernreactor in Petten. Ze waren van plan de twee toegangswegen naar het nucleaire bedrijf te blokkeren om zodoende te verhinderen dat delegatieleden die gedurende die periode deelnamen aan de Nuclear Industry Summit, een evenement voor de internationale nucleaire sector, de kernreactor zouden bezichtigen. De AIVD was op de hoogte geraakt van de blokkade, waarna de burgemeester een noodbevel had afkondigd.

    Van een blokkade kwam het die ochtend niet, de politie was in groten getale aanwezig. De actievoerders werden gesommeerd zich te verwijderen, maar die gaven daar geen gehoor aan. Men ging, met de armen ingehaakt, demonstratief op de grond zitten. ME’ers trokken de actievoerders een voor een los, waarna ze naar de gereed staande ME-busjes werden gesleept. Met een bus werden uiteindelijk 28 arrestanten naar het politiebureau in Hoofddorp vervoerd.

    Dertien van de aangehouden actievoerders, die na hun vervolging hebben geweigerd een boete te betalen, zijn vandaag vrijgesproken. Volgens de rechtbank in Alkmaar mochten ze gewoon demonstreren, ondanks een noodbevel van de burgemeester. Het was volgens de rechter niet nodig om de betogers het grondrecht om te demonstreren te ontzeggen in de omgeving van de toegangspoort van de kernreactor. Er waren immers genoeg politiemensen op de been om escalatie te voorkomen.

    15/06/2015

    Verhaal is afkomstig van ravage-digitaal 15 juni 2015

    Voor achtergrond van het noodbevel, AIVD ambtsbericht en de NSS zie Jansen & Janssen

      nieuwere artikelen >>