Dupont is bijna jarigMay 1, 2016
Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.
We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!
Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?
- Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
- Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
- Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
- De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
- Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
- Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
- De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
- Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
- Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
- De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
- Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
- Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
- De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
- De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
- De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
- Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
- Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
- De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.
Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.
Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!
Zieligheid als argumentFebruary 6, 2016
Omroep Brabant bericht zaterdag 6 februari 2016 dat officier van justitie Lucas van Delft zijn eigen bedreiging verzon. Onder een andere naam belde Van Delft op (naar Meld Misdaad Anoniem?) om aan te geven dat hij met de dood werd bedreigd. De politie kwam meteen na deze bedreigingsmelding met een zeer uitvoerig pakket aan beveiliging voor de officier. Wij zullen dit verschijnsel noemen ‘het Varma-effect’.
Lucas van Delft was eerder belast met de zaak tegen Johan van Laarhoven, de grondlegger van coffeeshopketen The Grass Company. Van Laarhoven verdiende in Nederland zijn geld met coffeeshops, die hier zijn gedoogd en dus legaal zijn. Van Laarhoven was dus in Nederland juridisch niets te maken. In Thailand werd echter Van Laarhoven veroordeeld voor het witwassen van crimineel geld, toen hij zijn 20 miljoen euro winst overbracht naar dit land. Zijn vrouw kreeg daarbij 12 jaar cel. Omroep Brabant berichtte daarover na het vonnis: “Dit is vreselijk nieuws”, zegt Tim Vis van advocatenkantoor Spong. “Van Laarhoven werd door het dubieuze en rancuneuze handelen van het Nederlandse Openbaar Ministerie overgeleverd aan een rechter die niet voldoende in staat is gebleken het Nederlandse gedoogbeleid te beoordelen.”
Dus de man die zijn eigen bedreigingen verzon was ook medeverantwoordelijk voor de veroordeling in Thailand van een landgenoot die in Nederland de wet niet overtrad. Blijkbaar was Van Delft goed op de hoogte van de wetgeving in andere landen. In hoeveel andere gevallen werden landgenoten in het buitenland veroordeeld voor iets wat in Nederland helemaal niet verboden is?
Wat wij ons nu afvragen is dit: gebeurt het vaker dat politie of justitie zélf bellen naar Meld Misdaad Anoniem? Op deze manier kun je volkomen legaal bij mensen invallen doen, of ze aanhouden voor onderzoek, of een groot onderzoek starten. De talloze meldingen via de meldlijn over ‘buren met een wietplantage’ komen hiermee ook in een heel ander kunstlicht te staan.
Maar wij gaan verder, want het zal toch niet dat? Op 9 juli 2015 berichtte Dupont in zijn rubriek ‘Burgemeester Jos Som in het nauw’ hoe het erg twijfelachtig is dat de burgemeester van Kerkrade werkelijk is bedreigd. Hij zegt daarover zelf tweemaal iets geheel anders en het is ook te betwijfelen dat de Hells Angels daarachter zitten. Bovendien werd zogenaamd zijn dochter ook nog bedreigd. Dupont geeft aan dat ook dat waarschijnlijk heel anders zit. Het leverde de burgemeester wel veel publiciteit op en hij wist de motorrijders neer te zetten als een stel nietsontziende boeven.
In hetzelfde artikel over Jos Som geeft de burgemeester van Helmond aan dat hij verkeerd is voorgelicht door justitie over eerdere bedreigingen aan zijn adres. Heel vreemd dus allemaal. Burgemeesters moeten onderduiken nadat zij door justitie zijn getipt over zeer ernstige bedreigingen. Daarna blijkt dat die burgemeesters of erop los liegen of zelfs aangeven dat ze zich bedonderd voelen. Overigens zijn beide burgemeesters tevens onderwerp van speculaties over corruptie. In één geval (maar wie weet hoeveel andere gevallen er nog zijn?) blijkt zelfs dat een officier van justitie zelf stiekem opbelde naar een meldlijn om valselijk aan te geven dat hij werd bedreigd.
Nu weer terug naar de eerbare Lucas van Delft. Deze officier van Justitie was ook belast met onderzoeken naar leden van motorclub Satudarah. Deze motorclub wordt in verband gebracht, u raadt het al, met ernstige misdrijven als bedreigingen. Net als de Hells Angels trouwens. En in beide gevallen is nu grote twijfel ontstaan. Wij berichtten ook al diverse malen hoe de ‘voortgangsrapportages’ over motorclubs door de politie vol stonden met valse informatie. De politie is dus nogal makkelijk met het zetten van ‘informatie’ in rapportages en justitie verzint zelf bedreigingen, terwijl meldingen op Meld Misdaad Anoniem ook door politie of justitie gedaan kunnen worden. Ja, zo krijg je iemand wel achter slot ende grendel.
Dat de politie niet te vertrouwen is, bleek al eerder, zoals met de leugens in het proces-verbaal over de dood van Mitch Henriques vorig jaar. Nu blijken ook officieren van justitie en burgemeesters niet altijd op hun mooie ogen te vertrouwen. En hoe zit het dan met de onafhankelijke rechters, zo zult u natuurlijk graag willen weten. Uitgerekend over zo’n rechter berichtte Dupont in oktober 2015 in het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’. Mr. Marquart Scholtz, de rechter in een zaak tegen motorclub Veterans MC, bleek om de hoek te wonen van het clubhuis van de club in Haren. Natuurlijk was zijn uitspraak niet in het voordeel van de club.
Je hoeft in dit land de wet helemaal niet te overtreden om in de gevangenis te belanden.
De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)October 15, 2015
Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’
Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!
Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’
Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’
Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.
Wie is wie?
De motorclub
Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’ Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’. De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?
Waarom een doodshoofd als embleem?
In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’
Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.
Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.
Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.
Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”
Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?
De onafhankelijke raadsheer
Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.
De raadsheer schrijft brieven
Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.
De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.
Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.
De raadsheer komt op de televisie
Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.
De raadsheer voert actie
Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.
Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?
‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.
De raadsheer wordt belaagd
Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.
Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.
De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:
‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’ Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.
De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.
De raadsheer en de korte broek
Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’ Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.
Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.
De raadsheer aan het werk
Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.
Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.
De raadsheer en de motorclub
In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.
En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.
De raadsheer onder vuur
Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.
De raadsheer vandaag
Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.
De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub
O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)