• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • U kunt gerust gaan slapen!

    Vorige week alweer. Er zijn juist verschillende terroristische aanvallen geweest op het Brusselse vliegveld en een metrostation. De Nederlandse overheid kondigt extra grenscontroles aan en er zijn files bij sommige grensovergangen.

    Het is voormiddag. Ik rijd met mijn benzineslurper een kleine grensovergang over België in. Ik moet in de buurt zijn en ik maak graag van de gelegenheid gebruik even wat sigaretten te kopen, een paar flessen drank en natuurlijk ga ik nog even tanken. Dat tanken scheelt me 20 cent per liter.

    Precies op de grens staat een Nederlandse politiewagen die schuin in de berm staat. De neus richting Nederland. In de wagen twee agenten. Ik aarzel wanneer ik ze zie. Ik heb dan wel niets te verbergen, maar dat weten die agenten niet. Straks sta ik met mijn sigaretjes, flessen Bacardi en jerrycans in de motregen uit te leggen dat ik geen terrorist ben.

    Ik ga toch maar mijn boodschappen doen en rijd minder dan een half uur later terug naar Nederland. Van een afstandje zie ik ze al staan. Nog steeds in hun politiewagen. Terwijl ik erlangs rijd kijk ik in de wagen. Twee agenten zitten in de typische houding die vroeger werd geassocieerd met het stiekem lezen van een pornoboekje. Naar beneden kijkend hebben de heren geen enkele aandacht voor het verkeer dat veel langzamer dan anders de grensovergang voorbijrijd. Ik begrijp dat de heren zitten te ‘appen’.

    Er zijn terroristische aanvallen gepleegd en er zijn daarbij tientallen doden en gewonden gevallen. De Nederlandse overheid stelt extra grenscontroles in om te voorkomen dat terroristen het land binnenkomen. De agenten die de grens controleren zitten te ‘appen’ en kijken niet op of om. Ik kijk nog even in mijn achteruitkijkspiegel en trap op het gaspedaal. Ik ben gerustgesteld. Nederland is veilig.

    Thuis vertel ik het aan een vriend. Die kijkt een beetje beteuterd en stelt me een paar vragen. Ik heb te vroeg gejuicht. Is Nederland veilig? Wie worden er eigenlijk aangehouden bij grenscontroles na een terroristische aanval door moslims? Hoogblonde vrouwen in Poolse vrachtwagens? Bejaarde Duitsers die naar het strand gaan? Of hebben de heren het vooral voorzien op voorbijjakkerende donkere Middellandsezee-types met lange baarden en hoofddoeken met kalashnikovs uit het raampje?

    Vandaag werd bekend dat de constante politierazzia’s in België en Frankrijk een waterbed-effect kunnen hebben op Nederland. Het zou kunnen zijn dat er zich nu moslimextremisten gaan schuilhouden in Nederland. Het zou kunnen.

    Ik ga voorlopig maar niet meer in België tanken. Dat is in ieder geval zeker.

     

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    Politie wil weten wie in auto’s zit

    Vrijdag 9 oktober is in het westelijk havengebied van Amsterdam een ‘grote handhavingsactie’ gehouden. Eerst werden de nummerplaten van langsrijdende auto’s gescand (ANPR) en vervolgens moesten 126 automobilisten meekomen. Hier werd weer de bevoegdheden-sandwich toegepast: De belastingdienst scant legaal alle auto’s (wat de politie niet zomaar mag), de douane kan legaal iedere auto doorzoeken (wat de politie niet zomaar mag), en de politie komt strafbare feiten op het spoor, die ze meteen kan afwerken. Dit in tegenstelling tot de strafbare feiten die via aangiften binnenkomen, want die worden via een geheime prioriteringssystematiek zo veel mogelijk geseponeerd (want te veel werk en geen publicitair voordeel). De marechaussee was er ook bij, die scande identiteitspapieren van vreemdelingen.

    Stadszender AT5 mocht mee en maakte een verslag. Laten we even kijken:

    (bron: AT5)

    Op 0 minuut 0: De actie is bedoeld om verkeersveiligheid te bevorderen, zo moet het lijken, maar daarvoor heb je de douane, marechaussee en de belastingdienst niet nodig.

    Op 0 minuut 10: KLPD-icoon en verkeersvoorlichting-veteraan Frans Zuiderhoek legt het uit: ‘Verkeersveiligheid is een van de doelstellingen’; Een blaastest en controle van de technische staat van de voertuigen. Hoeveel doelstellingen zijn er verder en wat zijn die doelstellingen precies? Het persbericht noemt ‘de intelligencepositie in dit gebied’. Van de politie? Van de belastingdienst? De douane? De AT5 verslaggever weet dit niet, of vindt het niet belangrijk genoeg om te vertellen.

    Op 0 minuut 20: Waarom is de politie ‘zeer geïnteresseerd’ wie er achter het stuur zit en wie er in de auto’s zitten? Speelt er iets in het westelijk havengebied wat de politie niet direct kan aanpakken? En als bekend is wie er in de voertuigen zitten, wat doet de politie dan met die informatie? De toevoeging ‘ … en wat voor goederen ze vervoeren’, geeft een beetje aan dat er geen concrete verdenking is, maar dat een toevalstreffer deze actie hopelijk achteraf kan legitimeren. Hoewel het spannende ‘intelligencepositie’ misschien al automatisch alles legitimeert.

    Op 0 minuut 55: Iemand is aangehouden die nog een DNA-test moest doen. Zoiets is verplicht maar niet strafbaar. Dan waren er nog twee mensen met openstaande boetes en een illegaal die zijn aangehouden. Hoe verbetert dit de veiligheid in het gebied?

    Op 1 minuut 7: Deze meneer denkt dat hij in een fuik is gelopen die is bedoeld om wrakken van de weg te halen. Waarom was hij een ‘hit’ van de nummerplaatherkenning (ANPR)? Past hij in een of ander profiel?

    Op 1 minuut 25: ‘Mede door de goede resultaten zal de politie vaker dit soort acties uitvoeren’. Wat pillen en rechthoekige witte dingetjes in een zakje, het illegaal inzamelen van vuilnis, bezit van traangas, rijden zonder rijbewijs, overbelading, zijn dat goede resultaten na het van de weg halen van 126 auto’s? Het lijkt er op dat 118 bestuurders voor niets van hun tijd zijn beroofd. Of droegen die bij aan de intelligencepositie in dit gebied? En wat kost zo’n controle de belastingbetaler?

    Op 1 minuut 32: Waarom wil de politie zichtbaar aanwezig zijn? Gaat politiewerk niet over handhaving van openbare orde en opsporing en vervolging van plegers van strafbare feiten? Vooral op dat laatste punt scoort de politie bedroevend laag. Deze controle, die de grenzen overschrijdt van de bevoegdheden die de wetgever de politie heeft gegeven, moet televisiekijkers het idee geven dat de politie iets doet. Het laat eerder zien dat zij doet wat makkelijk is en nalaat wat moeilijk maar nodig is.

    Het ‘donkere dagen offensief’ is een actie tegen inbrekers. Van deze beroepsgroep is bij deze controle niemand aangetroffen. Zou het niet beter zijn om inbrekers op te sporen door inbraken waarvan al aangifte is gedaan te onderzoeken?