• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Grenscontrole tegen inbrekers uit Nederland

    17 januari 2014 is er in Herkenbosch en Melick op los gecontroleerd, zogenaamd naar aanleiding van 400 inbraken ‘op jaarbasis’. Alleen is niet bekend waar en wanneer die inbraken hebben plaatsgevonden, en er is ook geen piek in de statistiek te ontdekken. Herkenbosch en Melick liggen in Limburg, bij het smalste stukje Nederland, vlak bij Roermond.

    Toch moet er iets hebben gespeeld, want twee weken later controleert de Duitse politie aan de grens:

    (Bron: NOS)

    Op 0:00 Meteen valt op dat de voice-over is weggevallen, dat zal iets geweest kunnen zijn als: Wie vandaag aan de Duitse grens in de politiefuik terechtkwam, liep het risico met zijn/haar nummerplaat herkenbaar in beeld te komen.

    Op 0:14 begint de politieman te spreken. Het gaat over de gevreesde mobiele bandieten, waarvan we nu horen dat het uitsluitende doel van hun komst naar Nederland of Duitsland is om ‘criminaliteit te plegen’. Als ze naar Nederland en Duitsland toe komen, waarom wordt er dan gecontroleerd op de grens van Nederland met Duitsland?

    Op 0:32 Duitsland zet veertig keer zoveel politiemensen in als Nederland en om dat te compenseren belooft de politiespreker dat die nog minstens 20 keer in actie komen ‘om te zorgen dat we niet op 1 plek alles tegelijkertijd inzetten’. Waarom is dat beter? En die cijfers 2400 en 60, kloppen die wel? De Limburgse zender L1 heeft het over 2500 en 40, dat is 62,5 keer zoveel.  Wie spreekt hier de waarheid?

    Vanaf 0:40 Weer geen voice-over. Kan iets zijn als: ‘Veel automobilisten hebben sigaretten bij zich en sommige worden gefouilleerd. Hoewel de Duitse politie bewapend is, heeft zij niet geschoten bij deze actie.’

    Er is die dag ook een Duitse filmploeg op de zelfde locatie, en nu blijkt dat de Nederlandse politiewoordvoerder niet alles heeft verteld:

    (bron: RP-online)

    Op 0:20 Politiewoordvoerder Markus Niesczery: ‘We hebben vandaag de complete grens met Nederland en een deel van de grens met België dichtgemaakt, omdat we weten dat het grotendeels gaat om zuid-oost-Europese daders, die vaak schuilplaatsen in de Beneluxlanden hebben. Daarom werken we nauw samen met onze collega’s uit Nederland en België, die ons informatie geven over hun daders, die vaak over de grens ons land binnenkomen om hier hun misdaden te plegen, om dan weer terug te keren naar België of Nederland’.

    Waarom zei de Nederlandse politiewoordvoerder dat niet gewoon? In tegenstelling tot de Nederlandse politie, die niets loslaat over wat er feitelijk gebeurt bij de aanpak van de inbrekers, schijnt de Duitse politie te weten waar ze moeten zijn en wat ze moeten doen.

    Op 2:12 Niesczery: ‘We zijn vanmorgen bij  hotels geweest waarvan we weten dat daders er vaak inchecken en we hebben huizen op het oog waar veel mensen wonen en terwijl er maar weinig staan ingeschreven.’

    In Herkenbosch en Melick is het verkeer stilgezet en hebben onschuldige burgers uren moeten wachten om te worden doorgelicht voor een ‘intelligence-operatie’; eigenlijk vooral controle van de staat van het voertuig door de RDW, belastingdingetjes van de belastingdienst en openstaande boetes. Maar de politie heeft de schuilplaatsen niet kunnen vinden. Of zijn de inbrekershoofdkwartieren in belang van onderzoek of ‘intelligence’ ongemoeid gelaten?

    De Nederlandse politiespreker begint met het excuus dat dingen nu eenmaal zijn afgesproken, jokt vervolgens over het aantal ingezette dienders en verzwijgt de hoofdzaak. Betalen we daar belasting voor?

    Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!

     

    Een vervelend begin van het jaar voor de bestuurders van vrij Nederland. Ten eerste kwamen de media met verontrustend nieuws over de inzet van verkeerscontroles die worden misbruikt voor opsporing. De NOS meldde op 21 december 2015 met enige tegenzin: ‘De politie mag voortaan geen verkeerscontrole meer gebruiken om een verdachte aan te houden. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam bepaald. Het hof behandelde een zaak waarbij tijdens een zogeheten dynamische verkeerscontrole in een auto bijna een kilo wiet was gevonden. Bij deze vorm van controle volgen politieagenten in burger de auto van de verdachten. Vervolgens laten agenten in uniform de wagen stoppen onder het mom van een verkeerscontrole. In werkelijkheid wordt dan informatie over inzittenden en hun eventuele criminele achtergrond nagetrokken. Het hof vindt dat de politie zich schuldig heeft gemaakt aan ‘misbruik van recht’. Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten, zo oordeelt het hof. Daardoor is het bewijs onrechtmatig verkregen en is de verdachte vrijgesproken.’

    De oplettende lezer zal vermoeden waar wij heen willen met deze uitspraak. Het is namelijk al enige jaren goed gebruik bij de politie om motorrijders die de colors van een motorclub op hun rug hebben aan te houden tijdens een ‘algemene verkeerscontrole’. Duidelijk werd dat deze controles alleen werden bedoelt om de identiteit en de motorkenmerken te controleren om opgenomen te worden in een niet door de politie aangemeldde, dus illegale, databank waarin alle leden van MC’s. Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten, zo oordeelde het hof. Vragen beantwoorden als: ‘Waar gaat u heen?’, ‘Waar komt u vandaan?’, ‘Wat is uw functie binnen de motorclub?’ vallen natuurlijk ook niet onder een verkeerscontrole. Deze uitspraak betekent feitelijk dat de politieagent op zoek naar onverlaten niet zomaar meer een ‘algemene verkeerscontrole’ mag houden voor één enkel voertuig omdat daar toevallig een lid van een MC in of op rijdt. We zullen zien of er voor MC’s toch uitzonderingen gemaakt gaan worden. Dat zou namelijk een vorm van discriminatie zijn.

    Ander heel vervelend nieuws is het feit dat gemeenten die ‘in hun maag’ zitten met leden van MC’s die ambtenaar zijn daar niet veel aan kunnen doen. Crimesite bericht daarover op 22 januari 2015 het volgende: ‘Om iemand die in zijn vrije tijd lid is van een controversiële motorclub ontslag aan te kunnen zeggen moet bijvoorbeeld bewezen kunnen worden voor een rechter dat de reputatie van een overheidsinstantie in het geding is. Verder moet het gedrag van deze persoon aantoonbaar strijdig zijn met het gemeentelijk beleid. Het is moeilijk om zulke argumenten bij een kantonrechter waterdicht te bewijzen.’ Dit aldus het oordeel van twee arbeidsrechtspecialisten die door de gemeente Amsterdam zijn ingehuurd om te bekijken hoe twee leden van de Hells Angels kunnen worden ontslagen door de gemeente. De gemeente probeert al sinds 2013 van deze twee hardwerkende mensen af te komen. Zonder resultaat.

    Niet alleen de gemeente Amsterdam heeft leden van MC’s in dienst als ambtenaar, ook andere gemeenten hebben dit ‘probleem’. Het Ministerie van Defensie heeft ook diverse ‘bikers’ in dienst die niet zomaar ontslagen kunnen worden. En over reputatie gesproken: zonder de niet aflatende pogingen van de gemeenten om van die ambtenaren af te komen zou helemaal niemand op de hoogte zijn van hun bestaan. Die mensen blijken gewoon hun werk te doen, zij vallen nauwelijks op en er is verder ook niets aan te merken op betrokkenen. Erger nog is het feit dat het blijkbaar zo is dat er leden van MC’s zijn die de bestaande vooroordelen van werkloze parasiterende en criminele woestelingen eenvoudig weerleggen door zonder problemen een goede baan te hebben bij de overheid.

    Om dus toch nog even te kunnen natrappen tegen mensen die: A. gewoon een baan hebben, B. hard genoeg werken om om die reden niet ontslagen te kunnen worden, C. volgens arbeidsrechtdeskundigen niet ontslagen kunnen worden, heeft burgemeester Van der Laan van Amsterdam het volgende besloten: ‘In de gemeentelijke gedragscode zal nu worden opgenomen dat het lidmaatschap van een MC niet samengaat met werken bij de gemeente.’ Want hij zal het laatste woord hebben deze volksvertegenwoordiger.

    Uit beide twee voorbeelden blijkt weer eens dat de politie op onwettige basis mensen aanhoudt en controleert en dat overheidsinstanties die geen geldige juridische reden hebben om mensen te ontslaan gewoon de wet, of gedragsregels, aanpassen. Je bent dus als lid van een MC altijd wel de klos.

    In eerdere artikelen schreven wij al dat het juist de politie is, die dus controles misbruikt volgens de rechter, die rapportages schrijft (op basis van feiten onder andere bijeen gesprokkelt tijdens die ‘algemene verkeerscontroles’) en daarmee gemeenten aanzet tot maatregelen tegen motorclubs. Voorts blijkt nu dat er tegen de clubs niets is te ondernemen, omdat zij door geen enkele rechter tot verboden organisatie zijn verklaard en bovendien dat er tegen individuele leden die ambtenaar zijn ook niets is te ondernemen omdat zij geen strafblad hebben en zich niet slecht gedragen. Uit tal van krantenartikelen blijkt telkens opnieuw hoe bestuurders en politici door rechters worden veroordeeld wegens fraude en corruptie. Mogen er straks geen leden van de VVD of het CDA meer als ambtenaar werken?

    Onze vraag is nu: Wat is het probleem?

    Zinloze controle omdat het kan

    Operatie Trivium IV van afgelopen zomer past in een langere traditie van zinloze controles langs de weg, die uitgaan van de gedachtegang dat wegen instrumenten zijn om misdaden te plegen. Gelukkig is er altijd wel een nieuwsrubriek die wil komen filmen zonder vervelende vragen te stellen over nut, noodzaak of effectiviteit van dit theater. Laten we teruggaan naar 17 januari 2014. In Limburg wordt in twee dorpen het verkeer vastgezet omdat er teveel inbraken zijn:

    Bron: Hart van Nederland

    Op 0:00  Politiemensen, de belastingdienst en de RDW gaan aan de slag. Wat heb je aan de rijksdienst voor het wegverkeer als je probeert inbrekers te pakken? En de belastingdienst? Moeten die toezien dat er inkomstenbelasting wordt afgedragen over de gestolen spullen? Nee. Die zijn er alleen zodat de politie kan doen wat ze van de wetgever niet mag: zonder enige verdenking toch mensen dwingen hun auto te laten doorzoeken.

    Op 0:21  Een gedupeerde burger snapt dat je op deze manier natuurlijk geen inbrekers pakt maar probeert de zonzijde te zien: ‘Het moet toch, kijken of het nog klopt’. Hoewel de aanleiding ligt in het aantal inbraken, draait de operatie uit op RDW-controle van voertuigen, zodat het wachten hopelijk niet allemaal voor niets is geweest.

    Op 0:34  Woordvoerder Laurens Princen spreekt over 400 woninginbraken op jaarbasis. Waar? In Herkenbosch? Dat lijkt wat overdreven maar de verslaggever vraagt niet om een toelichting. Bovendien kan de woordvoerder zomaar alles zeggen, want bij de politie geldt de journalistieke wet van minstens twee onafhankelijke bronnen niet. Inbraakcijfers van Herkenbosch over 2013 zijn niet compleet beschikbaar gemaakt. In 2014 zouden er 14 woninginbraken zijn geweest.

    Op 0:38  Omdat Princen elke inbraak er 1 te veel vindt, duurt de controle de hele avond. Of is dat de interpretatie van Hart van Nederland?

    Op 0:50  Ook in Melick wordt er veel ingebroken. ‘Schijnbaar’, aldus een welwillende gedupeerde automobilist, die na al het wachten graag positief op televisie wil. Ook hier zijn inbraakcijfers over 2013 niet compleet beschikbaar gemaakt. In 2014 zouden er 10 woninginbraken zijn geweest. Of is door deze actie het aantal woninginbraken teruggedrongen van 400 naar 24?

    Op 1:00  Woordvoerder Wendy Hermans meldt dat er nog geen inbrekers zijn aangetroffen, en dat lijkt haar niet te verbazen. Maar dat was wel de aanleiding om onschuldige burgers van hun tijd te beroven. Hoeveel auto’s hebben moeten wachten? Hoeveel auto’s waren niet in orde? Wat is er in de auto’s aangetroffen? Wat heeft dit allemaal gekost? Welk ander werk is hierdoor blijven liggen? Van hoeveel van de 400 inbraken is inmiddels een verdachte voorgeleid of veroordeeld? Het is niet terug te vinden. Wel blijkt er meer aan de hand te zijn geweest dan Hart van Nederland meldde; het was een intelligence-operatie.

    Op 1:08  Verslaggever Hans de Herdt doet zijn kortste ‘standupper’ ooit: Logisch dat ze niks vinden, maar toch goed dat het gebeurt, want nu zijn de inbrekers op hun hoede.

    De mol die eigenlijk een rat was

     

    Op 2 oktober 2015 werd in het Limburgse Weert de 28-jarige Mark M. gearresteerd. De man, die het breed liet hangen, was werkzaam bij de politie en werd beschuldigd van het lekken van informatie. In de dagen die volgden werd steeds meer bekend over de man. Werd hij eerst genoemd als 48-jarige agent, nu bleek het te gaan om een 28-jarige man. De man bleek niet alleen loslippig te zijn geweest, maar werd inmiddels beschuldigd van het doelbewust informatie verstrekken aan drugscriminelen en leden van enkele motorclubs. In het huis van M. werd 235.000 euro aan contant geld gevonden.

    M. bleek niet helemaal alleen te hebben gehandeld, in zijn kielzog werd een 45-jarige man gearresteerd. M. was werkzaam in het Brabantse Son bij de Dienst Infrastructuur van de politie. Dat M. werd aangenomen bij de politie is op zich een wonder, hij werd namelijk eerder door de AIVD ongeschikt bevonden voor een baan bij de politie. De politie echter sloeg dat advies in de wind en nam de voormalige persfotograaf toch aan.

    Zeer opmerkelijk, des te meer daar het oud-hoofd van de AIVD het tegenwoordige hoofd van de Nationale Politie is. Korpschef Gerard Bouman kondigde vorige week zijn vertrek aan zonder opgaaf van redenen enige dagen later gevolgd door zijn trouwe vriend en hoofd van de communicatie-afdeling Eric Stolwijk. Gerard Bouman kwam regelmatig in het nieuws in verband met onderzoeken naar en de aanpak van motorclubs. Tachtig procent van de leden van die motorclubs was volgens hem crimineel. Jawel. Met name in Brabant en Limburg zou het de spuigaten uitlopen.

    Mark M. had het de politie bepaald niet moeilijk gemaakt. In Weert bleek hij een bekende persoon die met zijn Oekraiense vrouw een importfirma runde voor bont. Ook reed Mark rond in een dure bolide en fronste menigeen zijn wenkbrouwen over zijn flamboyante levensstijl. De politie echter viel het niet op. Verblind als zij waren door de strijd tegen de motorbendes? Of is er nog meer mis bij de politie?

    Op 19 oktober 2015 bericht rtlnieuws.nl : ‘Het Openbaar Ministerie heeft in Eindhoven vanochtend een agent aangehouden. Hij zou zich niet hebben gehouden aan zijn ambtsgeheim. Ook zijn er twee burgers aangehouden, een daarvan is een medewerker van het RTL4-programma Ontvoerd.’

    De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Na zijn politietijd werd hij directeur van de Spyshop Eindhoven en verkocht hij opname-apparatuur en volgapparatuur. Dit soort gadgets is ook zeer in trek bij criminelen. Nog vorige maand werd een andere directeur van een Spyshop, de Spyshop Nieuwegein, doodgeschoten bij zijn voordeur. Volgens Crimesite.nl op 17 oktober 2015 had deze Ronald Bakker apparatuur verkocht aan enkele criminelen die mogelijk liquidaties aan het voorbereiden waren. Een gevaarlijk beroep dus, directeur van een Spyshop. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.

    U ziet het nu zelf. Criminelen zitten overal, ook bij de politie.

     

     

     

    De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)

    Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’

    Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!

     

    Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’

    Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’

    Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.

     

    Wie is wie?

    De motorclub

    Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’                                                                                                         Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’.                                                                                                           De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?

    Waarom een doodshoofd als embleem?

    In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’

    Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.

    Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.

    Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.

    Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”

    Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?

    De onafhankelijke raadsheer

    Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.

    De raadsheer schrijft brieven

    Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.

    De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.

    Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.

    De raadsheer komt op de televisie

    Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.

    De raadsheer voert actie

    Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.

    Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?

    ‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.

    De raadsheer wordt belaagd

    Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.

    Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.

    De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:

    ‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’                 Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.

    De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.

    De raadsheer en de korte broek

    Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’                  Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.

    Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.

    De raadsheer aan het werk

    Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.

    Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.

    De raadsheer en de motorclub

    In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.

    En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.

    De raadsheer onder vuur

    Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.

    De raadsheer vandaag

    Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.

    De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub

    O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)

     

     

     

    Politie wil weten wie in auto’s zit

    Vrijdag 9 oktober is in het westelijk havengebied van Amsterdam een ‘grote handhavingsactie’ gehouden. Eerst werden de nummerplaten van langsrijdende auto’s gescand (ANPR) en vervolgens moesten 126 automobilisten meekomen. Hier werd weer de bevoegdheden-sandwich toegepast: De belastingdienst scant legaal alle auto’s (wat de politie niet zomaar mag), de douane kan legaal iedere auto doorzoeken (wat de politie niet zomaar mag), en de politie komt strafbare feiten op het spoor, die ze meteen kan afwerken. Dit in tegenstelling tot de strafbare feiten die via aangiften binnenkomen, want die worden via een geheime prioriteringssystematiek zo veel mogelijk geseponeerd (want te veel werk en geen publicitair voordeel). De marechaussee was er ook bij, die scande identiteitspapieren van vreemdelingen.

    Stadszender AT5 mocht mee en maakte een verslag. Laten we even kijken:

    (bron: AT5)

    Op 0 minuut 0: De actie is bedoeld om verkeersveiligheid te bevorderen, zo moet het lijken, maar daarvoor heb je de douane, marechaussee en de belastingdienst niet nodig.

    Op 0 minuut 10: KLPD-icoon en verkeersvoorlichting-veteraan Frans Zuiderhoek legt het uit: ‘Verkeersveiligheid is een van de doelstellingen’; Een blaastest en controle van de technische staat van de voertuigen. Hoeveel doelstellingen zijn er verder en wat zijn die doelstellingen precies? Het persbericht noemt ‘de intelligencepositie in dit gebied’. Van de politie? Van de belastingdienst? De douane? De AT5 verslaggever weet dit niet, of vindt het niet belangrijk genoeg om te vertellen.

    Op 0 minuut 20: Waarom is de politie ‘zeer geïnteresseerd’ wie er achter het stuur zit en wie er in de auto’s zitten? Speelt er iets in het westelijk havengebied wat de politie niet direct kan aanpakken? En als bekend is wie er in de voertuigen zitten, wat doet de politie dan met die informatie? De toevoeging ‘ … en wat voor goederen ze vervoeren’, geeft een beetje aan dat er geen concrete verdenking is, maar dat een toevalstreffer deze actie hopelijk achteraf kan legitimeren. Hoewel het spannende ‘intelligencepositie’ misschien al automatisch alles legitimeert.

    Op 0 minuut 55: Iemand is aangehouden die nog een DNA-test moest doen. Zoiets is verplicht maar niet strafbaar. Dan waren er nog twee mensen met openstaande boetes en een illegaal die zijn aangehouden. Hoe verbetert dit de veiligheid in het gebied?

    Op 1 minuut 7: Deze meneer denkt dat hij in een fuik is gelopen die is bedoeld om wrakken van de weg te halen. Waarom was hij een ‘hit’ van de nummerplaatherkenning (ANPR)? Past hij in een of ander profiel?

    Op 1 minuut 25: ‘Mede door de goede resultaten zal de politie vaker dit soort acties uitvoeren’. Wat pillen en rechthoekige witte dingetjes in een zakje, het illegaal inzamelen van vuilnis, bezit van traangas, rijden zonder rijbewijs, overbelading, zijn dat goede resultaten na het van de weg halen van 126 auto’s? Het lijkt er op dat 118 bestuurders voor niets van hun tijd zijn beroofd. Of droegen die bij aan de intelligencepositie in dit gebied? En wat kost zo’n controle de belastingbetaler?

    Op 1 minuut 32: Waarom wil de politie zichtbaar aanwezig zijn? Gaat politiewerk niet over handhaving van openbare orde en opsporing en vervolging van plegers van strafbare feiten? Vooral op dat laatste punt scoort de politie bedroevend laag. Deze controle, die de grenzen overschrijdt van de bevoegdheden die de wetgever de politie heeft gegeven, moet televisiekijkers het idee geven dat de politie iets doet. Het laat eerder zien dat zij doet wat makkelijk is en nalaat wat moeilijk maar nodig is.

    Het ‘donkere dagen offensief’ is een actie tegen inbrekers. Van deze beroepsgroep is bij deze controle niemand aangetroffen. Zou het niet beter zijn om inbrekers op te sporen door inbraken waarvan al aangifte is gedaan te onderzoeken?

     

    Verbal diarrhea

    Afgelopen week kregen wij weer verschillende artikelen in de media binnen. Uit de meeste artikelen blijkt hoezeer de politie in het duister tast over motorclubs en maar wat verzint. Zij hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

    Op 21 september, een maandag, begon de week met het nieuws dat de explosieve groei van criminele motorclubs was gestopt. Bijna alle media brachten het nieuws. Wij citeren staatsomroep NOS: ‘De jarenlange explosieve groei van criminele motorclubs is gestopt. Dat zeggen de Nationale Politie en de motorclubs zelf. De enorme aanwas was juist de reden voor een harde aanpak van de clubs.Verschillende overheden vreesden voor een bendeoorlog, omdat de territoriumdrift tussen motorclubs tot spanningen leidde. Pim Miltenburg, de politietopman die verantwoordelijk is voor de aanpak van de motorclubs, zegt dat de harde aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. “Burgemeesters hebben clubhuizen gesloten, er zijn veel onderzoeken geweest naar individuele leden van motorbendes, de Belastingdienst heeft meegewerkt om ze aan te pakken, de politie treedt op op de openbare weg. We zien daarom minder intimiderend gedrag van de motorbendes.’ ‘Miltenburg zegt dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Dit jaar zouden er negen afdelingen zijn bij gekomen. Een speciale eenheid van de politie heeft op dit moment zeventien motorclubs in beeld die ze crimineel noemt, met in totaal 123 verschillende afdelingen. In 2011 waren er nog maar tien clubs met in totaal 31 ‘chapters’. De politie heeft zo’n 1800 leden in het vizier.’

    Vreemd. Eerst wordt de onwetende burger vertelt dat er een explosieve groei was en dat die inmiddels is gestopt en dan volgt een uitspraak van de man die daarover gaat, Piem Miltenburg, dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Miltenburg, die zelfs binnen zijn eigen korps bekendstaat als een fanatieke hardliner, noemt daarbij een aantal van 1800 motorclubleden. Op 8 augustus 2015 noemt ex-BBE commandant en huidig recherchechef Rienk de Groot in bndestem.nl echter een aantal van 1200 motorclubleden. Nogal een verschil. Rienk de Groot verdiende zijn strepen tijdens de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier. Fijn dus om te weten dat hij zich nu bezig houdt met motorclubs. Dus wat is het nu? Lichte groei, explosieve groei, groei gestopt of aantallen fors teruggelopen? Wat in ieder geval wel weer duidelijk wordt is hoe de media geen enkele moeite doen om berichten en cijfers van de politie te verifiëren.

    Iets anders wat uit dit krantenartikel blijkt is de opmerking van Piem Miltenburg dat ‘juist de enorme aanwas de reden was voor een harde aanpak van de clubs’. Dat is wel zeer merkwaardig. Omdat de clubs groeiden, moesten politie, burgemeesters en belastingdienst in actie komen? En dan hebben we het dus over aantallen van ongeveer 1800 man. In totaal. Er moet wel waanzinnige paniek zijn bij de politie over de enorme toestroom bij watersportverenigingen, hockeyclubs, voetbalclubs en bridgegenootschappen.

    ‘We zien daardoor minder intimiderend gedrag van de motorbendes’, zegt Miltenburg nog en ook daar vinden wij iets van. Ten eerste is het zo dat er helemaal geen cijfers zijn van intimiderend gedrag van motorbendes. Welk intimiderend gedrag? Tegen wie? En vooral, door wie? Het kan toch niet zo zijn dat club ‘A’ intimiderend gedrag vertoont en club ‘B’ daardoor wordt lastiggevallen door de politie of zelfs in de statistieken terechtkomt? Verder is door talloze andere krantenartikelen bekend dat motorclubs niet welkom zijn in de horeca (op aandringen van de politie die schermt met onnauwkeurige rapportages en daarmee gemeenten en horecaondernemers onder druk zet) en dat clubs soms zelf besluiten om zonder colors te gaan stappen. Dat betekent dat die clubs misschien wel juist in aantal toenemen, maar onzichtbaar zijn geworden door de druk van de politie. Een ongewenst effect, daar wanneer dat inderdaad zo zou zijn, er veel minder zicht is op wie wat doet. De politie roept eerst dat motorclubleden zich schuldig maken aan zware misdaad, vervolgens zorgt de politie er voor dat de leden van die clubs zich minder vertonen met hun colors en dan roept de politie triomfantelijk dat de aantallen clubleden minder zijn geworden en hun beleid dus succesvol is. Rienk de Groot zegt daarover in bndestem: ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.” Dat is dus precies het omgekeerde wat de politie beoogt.

    Wij merken nog op dat de groei van motorclubs verband lijkt te houden met negatieve berichtgeving in de pers. Tijdens de oorlog in Scandinavië tussen Hells Angels en Bandidos namen de aantallen leden enorm toe. Na een zeer negatieve pers in Australië en verregaande maatregelen van de autoriteiten namen ook daar de aantallen leden toe (zie ook op deze website de blog Holle vaten…).

    We zagen net al de naam van een nieuwe motorclubexpert bovendrijven; de sportman Rienk de Groot. Als recherchechef moet De Groot zich blijkbaar nog inlezen, als commandant van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) hoeft hij dat waarachtig niet. Toch een beetje vreemd dat De Groot wel als expert geraadpleegd werd nota bene op de Politieacademie. Wij lezen op politieacademie.nl/onderwijs/ov namelijk het volgende: ‘Een motorclub ontwikkelt zich tot een criminele organisatie. In deze sessie vertellen de hoofdrolspelers van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie over de manier waarop in Enschede partners samenwerkten om dit probleem het hoofd te bieden. Daarvoor zijn de burgemeester van Enschede Peter den Oudsten, het plv. diensthoofd Landelijke Recherche Rienk de Groot en rechercheofficier mr. Evert Harderwijk van het Landelijk Parket (OM) uitgenodigd. “De belangrijkste vraag die op tafel lag was hoe we het toch voor elkaar hebben gekregen resultaten te boeken,” vertelt Harderwijk.’

    De politieacademie geeft dus les aan de hand van ‘gevallen uit de praktijk’, waarbij als expert mensen worden ingehuurd die de cijfers niet goed kennen. Toch wordt door het geven van uitgerekend lessen met als casus een motorclub een beeld gecreëerd bij politiemensen van gevaarlijke en misdadige motorclubs. Wanneer u nog twijfelt, hier het gevolg ervan. Op 112Groningen.nl van 26 september 2015 lezen wij over een grote oefening van de brandweer: ‘Denk aan verschillende scenario’s zoals een ongeval met gevaarlijke stoffen en een bijzonder waterongeval, maar ook brandbestrijding en een XTC lab. Ook was er een motorbende met een wietkwekerij.’

    Kwalijk, want er is nog nooit een motorclub als club betrokken geweest bij een wietkwekerij. Toch wordt een dergelijk feit geoefend door de brandweer. We zien dus hoe onnauwkeurige cijfers via niet ter zake kundige politiemensen terechtkomen in de leerstof of lesmateriaal voor weer andere politiemensen en zelfs de brandweer. Zorgvuldig een vijandsbeeld scheppen en daarna de zelf bedachte bedreiging uitschakelen. Het doet ons ergens aan denken.

     

     

     

     

    De politie en het mysterie van Justitie en Veiligheid

    Al eerder schreven wij hoe het er op lijkt dat de politie geheel op eigen gezag beleid uitstippelt en mensen en motorclubs vervolgt. Er worden eigenhandig fantasierijke rapportages uit de hoge hoed getovert, die vervolgens worden aangesmeerd aan gemeenten en de media. De schade die op deze manier ontstaat is enorm. Mensen raken hun baan kwijt, clubhuizen worden gesloten, dwangsommen worden opgelegd, leden van motorclubs komen in een sociaal isolement. Motorclub Veterans MC heeft begin deze maand een rechtszaak aangespannen tegen de politie wegens laster en smaad en hoopt in oktober op een uitspraak van de rechter.

    Inmiddels gaat de politie gewoon door met ‘waarheidsvinding’ en komt en passant ook nog met acties om meer loon af te dwingen. Ministeries worden geblokkeerd, politiebureaus worden gesloten voor het publiek, er wordt gedreigd met het niet opleggen van boetes waarbij chaos ontstaat omdat even later toch maar wordt afgezien van deze actie. Maar, wat blijkt nu, de politie is niet alleen in het eigen rechtertje spelen. Het Openbaar Ministerie deelt de interesses van zijn trouwe uitvoerders. Sterker nog, zij doen hetzelfde.

    Gisteravond sprak de bekende misdaadverslaggever Peter R. de Vries daarover bij Witteman. Volgens De Vries is de Nationale Politie een grote mislukking geworden en doet het OM alsof zij geen verantwoording hoeven af te leggen. Advocaat Spong voegde daar aan toe dat de bezem er door moest bij het OM. Wat was er aan de hand? Ging het weer over motorclubs?

    De aanleiding van het gekrakeel was de reportage van Brandpunt afgelopen zondag over Volkert van der Graaf. Van der Graaf vertelde voor de verborgen camera hoe hijzelf met zijn advocaat contact had opgenomen met een fotograaf om een foto te laten nemen op straat en die in De Telegraaf te laten plaatsen. De heksenjacht op hem zou daarmee hopelijk ophouden. Terwijl half Nederland probeerde in beeld te komen om een afkeurende reactie te geven op het gebeurde, omdat Volkert daarmee zijn vrijlatingsvoorwaarden zou hebben geschonden, kwam ook minister Ard van der Steur in beeld.

    Van der Steur is minister van Justitie en Veiligheid en hij werd als eind- en hoofdverantwoordelijke van het OM ter verantwoording geroepen door de Tweede Kamer. Maar, zo verklaarde hij, er was hem niets bekend van een deal tussen Volkert van der Graaf en De Telegraaf. Het OM wist er niets van. De volgende dag bleek echter dat het Openbaar Ministerie wel degelijk op de hoogte was van de fotosessie en dat zelfs bodyguards beschikbaar waren gesteld om de hele Amsterdamse gracht af te sluiten voor de fotosessie, zodat ongestoord kon worden gefotografeerd. Alleen de minister werd hiervan niet op de hoogte gesteld. De minister lichtte op die manier de Tweede Kamer verkeerd voor en zette daarmee zijn functie als minister op het spel.

    Zoals Peter R. de Vries en mr. Spong betoogden, was het hele verhaal het zoveelste bewijs van de eigengereidheid van het Openbaar Ministerie, eigenlijk zelfs van het hele Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het OM overtrad buiten medeweten van de reclassering vrijlatingsvoorwaarden buiten de minister om en loog daarover tegen de minister toen er vragen werden gesteld. Tegen de voorganger van minister Van der Steur, Ivo Opstelten, werd ook gelogen over deals met criminelen, de zogenaamde bonnetjesaffaire. Er moesten door die affaire een minister en zijn staatssecretaris opstappen.

    We hebben dus een Tweede Kamer die om de tuin wordt geleid. Een minister die in zijn eigen ministerie weinig te zeggen heeft en waartegen door zijn eigen ambtenaren wordt gelogen. We hebben een OM dat op eigen houtje deals maakt met criminelen en daar vervolgens over liegt tegen de minister. We hebben een Openbaar Ministerie dat weigert in actie te komen tegen gemeenten die met hun begroting knoeien.We hebben ook een reorganisatie bij de politie die nu twee keer zo duur zal uitkomen dan begroot, terwijl die reorganisatie een mislukking lijkt te worden. We hebben politiechefs die publiekelijk, buiten het parlement of de minister om, benadrukken dat de wet veranderd moet worden om motorclubs die niet strafbaar zijn tóch strafbaar te kunnen stellen. We hebben een politieapparaat dat aantoonbare onzin verkoopt in voortgangsrapportages om daarmee beleid te rechtvaardigen tegen mensen die geen vlieg kwaad doen. We hebben machtige politievakbondsleiders die hun leden maatschappelijke ontwrichtingen laten uitvoeren om meer loon af te dwingen, terwijl diezelfde vakbondsman beschuldigd is van een vorm van corruptie.

    De vragen die niemand stelt zijn simpel. Is het Openbaar Ministerie nog wel uit op waarheidsvinding? Is het Openbaar Ministerie niet zijn eigen koers aan het varen buiten parlement en minister om? Is de politie er niet in geslaagd een stille staatsgreep te plegen? Wat is het woord van de politie en het Openbaar Ministerie waard?

    Het zijn de blablabandidos

    Vandaag weer prachtig nieuws over ‘motorbendes’. Deze keer opnieuw uit Limburg, de provincie waarover wij al verschillende artikelen schreven. Schietende politieagenten die door de rechter worden veroordeeld, corrupte politieagenten, corrupte ambtenaren in Kerkrade, burgemeesters die absoluut niet van onbesproken gedrag zijn, vastgoedontwikkelaars die royaal steekpenningen uitdelen, politici die worden veroordeeld. Het kan niet op, dus is het inderdaad tijd voor iets anders.

    Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad hadden inzage in processen-verbaal van gesprekken die de politie met getuigen en slachtoffers had van Bandidos MC. U weet wel die motorclub uit Zuid-Limburg waarvan de aanvoerder werd afgevoerd in zijn onderbroek. Naar aanleiding van die arrestatie waarbij een fotograaf aanwezig mocht zijn, vroegen wij ons al af of er niet een dealtje was gemaakt tussen de pers in Limburg en de politie.

    Nu blijkt dat de getuigen volgens de politie geen verklaringen durven afleggen tegen de Bandidos. Heel Nederland huivert natuurlijk. Toch vragen wij ons het één en ander af. Namelijk bij lezing van het artikel blijkt dat die getuigen eigenlijk de slachtoffers van de Bandidos zijn. Het zijn dus geen getuigen die iets hebben gezien of gehoord. Nee, dit zijn de mensen die zodanig door de Bandidos zijn benadeeld dat die mannen nog steeds vastzitten. Maar ze willen geen verklaring afleggen. Ze hebben dus ook geen aangifte gedaan. Hoe weet de politie dan dat ze bestaan? En hoe weet de politie dan dat ze slachtoffer zijn? Misschien waren het zakenpartners van sommige van de gearresteerde Bandidos. Misschien waren het wel daders die de Bandidos wilden benadelen en nu het deksel op de neus kregen.

    Kan het ook zijn dat er eigenlijk helemaal geen zaak is tegen de Bandidos? Het is op zich al zeer vreemd dat tijdens een lopend onderzoek de pers wordt ingeschakeld en inzage krijgt in de stukken. Stukken over verdachten, die dus nog niet veroordeeld zijn. Alleen maar beschuldigd. Beschuldigd door het OM. Zonder dat er getuigen of slachtoffers zijn.

    Er zijn nog andere feiten die wijzen op een niet zo sterke zaak. Zo verklaarde daags na de wapenvondst, die in de Limburgse pers breed werd uitgemeten als een wapenvondst bij de Bandidos, Piem Miltenburg, hoofd operatiën van de bestrijding van motorbendes, dat het helemaal niet zeker was dat die wapens van de Bandidos waren. Dat moest onderzoek uitwijzen en dat kon nog wel maanden duren. Vervolgens kwam de advocaat van de club enige tijd geleden met het bericht dat die wapens zelfs niet in de dagvaarding stonden, omdat de politie er blijkbaar van uitging dat de wapens wel eens van een ander konden zijn.

    Het vreemde was dat de pers schreef dat die wapenvondst voor de politie een verrassing was. Maar even later schreef diezelfde pers dat de politie de Bandidos afluisterde en had gehoord dat de Bandidos wapens wilden aanschaffen om een oorlog te voeren tegen andere clubs. Hoezo was die vondst dan een verrassing? Het lijkt erop dat er dus iets niet helemaal klopt. Gelukkig kreeg de politie in Limburg kort geleden ook nog een tip uit België over betrokkenheid van de Bandidos bij een drugslijn naar Denemarken. Nou, dat is toevallig. En komt dat even goed uit?

    Afgelopen week meldde de advocaat van twee aan Satudarah gelieerde personen in Enschede die terecht stonden voor prostitutie, dat er maar heel weinig bewijs was in die zaak en dat het een politieke zaak was waarin koste wat kost leden van een motorclub veroordeeld moesten worden. Blijkbaar is Justitie dus bereid om mensen te veroordelen, omdat ze nou eenmaal een oorlog tegen motorclubs zijn begonnen. Of die mensen schuldig zijn is van ondergeschikt belang. De Bandidos zitten nu al maandenlang vast, maar de zaak lijkt steeds zwakker te worden. Is ook dit politiek? In ieder geval wordt de afwezigheid van getuigenverklaringen, slachtofferverklaringen en de mogelijkheid dat de gevonden wapens van een ander zijn ruimschoots gecompenseerd door een schreeuwende media die ‘inzicht heeft gehad in vertrouwelijke stukken’. Wanneer komt er eens inzicht in de vertrouwelijke stukken van burgemeesters die van twee walletjes eten? Of van vastgoedbaronnen die steekpenningen uitdelen aan bestuurders? Sterker nog, wanneer worden die mensen eens vervolgd?

    Holle vaten….

    Dat hardliners vaak roepen tegen beter weten in, is eigenlijk allang bekend bij de politici. Meestal zijn die hardliners militairen die stoere taal uitslaan over oorlog voeren en de vijand verslaan. Er moeten meer soldaten komen, er moeten meer en betere wapens komen, bondgenoten moeten worden ingeschakeld, de definities voor vijand moeten worden verruimd, iedereen die kritiek heeft op de generaals is een terrorist en dus eigenlijk ook een vijand en er is bijna altijd sprake van een ‘body count’, of een ‘bilan’ om de resultaten zichtbaar en meetbaar te maken. Dat uiteindelijk de vijand toch ondanks alle moeite en resultaten wint, is daarna nog decennialang voer voor historici.

    Voorbeelden te over voor praktisch gewonnen oorlogen die toch nog uitliepen op een nederlaag. Vietnam was een bekende, maar ook oorlogen als de oorlog in Frans-Indochina, Algerije, Nederlands-Indië waren er voorbeelden van. Vandaag hebben we de ‘war on terror’en de ‘war on drugs’. Beide oorlogen worden gevoerd door hardliners die als wetenschapper weinig goedkeuring van hun professor zouden genieten. Hardliners zijn van alle tijden, maar slapende politici ook.

    Een burgerlijke variant van de militaire hardliners zijn de hardliners bij de politie. Zijn de militaire haviken vooral schadelijk voor een bevolking ver weg en natuurlijk de eigen soldaten, de politiële hardliners zijn vooral schadelijk voor de burgerij die aan hun zorgen is toevertrouwd. Of overgeleverd, om de gevoelens van sommigen eens uit te drukken. Pseudo-wetenschappelijke experimenten en rapporten, vervalste rapportages, grove misleiding van en door de media, intimidatie van bestuurders en de rechterlijke macht en een vorm van corruptie die macht geeft aan zwakkelingen en gecorrumpeerde bestuurders hun zakken laat vullen zijn enige van de resultaten die onbeoogd toch worden bereikt.

    Laten wij ter zake komen. In eerdere artikelen trokken wij al de ‘oorlog tegen motorclubs’ in twijfel. De situatie in Nederland is als bovenstaand omschreven: rapportages worden vervalst of lijden aan tunnelvisie, de media worden beïnvloed, bestuurders worden direct of indirect geïntimideerd, motorclubs en leden van motorclubs worden in hun rechten geschonden. De vraag is wat het oplevert. Wordt de misdaad effectief bestreden door de zeer verregaande maatregelen die worden getroffen? In Nederland is er niet alleen sprake van een gebrek aan media om eventueel ontlastend nieuws voor motorclubs te verspreiden, er zijn geen resultaten van het huidige beleid die kunnen worden gepresenteerd. Geen positieve resultaten en eigenlijk ook geen negatieve resultaten. Er is niet bekend of de misdaad lijdt onder de ‘oorlog tegen de motorclubs’ , of misschien juist profiteert van het verleggen van de focus naar de motorclubs.

    Hoe kunnen wij dus toch met feiten en cijfers komen? Omdat deze overheid, en de media, zich erg vaak baseren op nieuws uit het buitenland zullen wij dat ook doen. In Nederland wordt vaak gewezen op de motorbendeoorlog in Canada, of the bikeroorlog in Scandinavië, wij vertellen graag eens iets over de ‘oorlog tegen motorclubs’ in Australië. Wij zullen ons baseren op een artikel in The Conversation van 28 juli 2015 dat werd geschreven door assistent professor Terry Goldsworthy van de Bond University. In tegenstelling tot de ‘voortgangsrapportages’ van de Nederlandse politie, dus wel degelijk wetenschappelijk.

    Na twee jaar enorm zware maatregelen door de Australische overheid tegen motorclubs, bikies geheten, is er geen overeenstemming tussen politiemensen of de zware aanpak resulteert in succes. De politie is maar deels betrokken bij het justitiële proces. Hun succes meten zij aan het aantal arrestaties dat wordt verricht. Nu echter blijkt uit recente analyses dat de betrokkenheid van ‘bikers’ bij georganiseerde misdaad veel kleiner is dan gedacht.

    De resultaten, oftwel de ‘bodycount’ van de ‘oorlog tegen motorclubs’ zou dus eigenlijk moeten worden getoetst aan de volgende indicatoren:

    ~ succesvolle veroordelingen van motorclubleden voor ernstige en georganiseerde misdaadvergrijpen, waarbij deze misdaden een meerderheid vormen van het ten laste gelegde;

    ~ bewijs dat aantallen leden van clubs afnemen en dat recrutering stopt;

    ~ bewijs dat ‘association laws’ (omgang hebben met criminelen) de criminele elementen van motorclubs tegenhoud elkaar te ontmoeten om georganiseerde misdaad te faciliteren;

    ~ een bewezen positieve invloed op de georganiseerde misdaad-markten waarvan de politie claimt dat bikers hier dominant in zijn;

    ~ bewijzen dat de structuren van de clubs gebruikt werden voor gezamelijke criminele doelen.

    Geen enkel bewijs is echter te leveren dat ook maar één van de punten hierboven is bereikt. Hoewel in de Australische deelstaat Queensland de bikers niet veel meer worden gezien, zijn de clubs nu ondergronds. De ‘oorlog tegen de motorclubs’ kende een aantal high-profile mislukkingen in de rechtszaal. Sommige zaken gingen niet eens naar de rechtbank.

    De politie pochte over een enorme toename van arrestaties voor afpersing ten gevolge van de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze zaken halen het niet in de rechtbank. Van grotere zorg is het dat sommige beklaagden de politie beschuldigen van afpersingspraktijken bij het ontlokken van bekentenissen. Wanneer dit bewezen kan worden, kunnen politiemensen daarvoor worden vervolgd.

    Misschien nog erger was het resultaat van veel openbare ordeverstoringen die ten grondslag lagen aan de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze aanklachten bleven in de rechtszaal niet overeind, terwijl ook hier beschuldigingen werden geuit dat hogere politie-echelons tussenbeide kwamen in het normale proces.

    Tussen april 2008 en april 2014 werd ongeveer 20% van de aanklachten tegen bikers in Queensland geseponeerd. De politiemethode om arrestatie-aantallen te vergroten, zonder aandacht voor de haalbaarheid in de rechtbank, is één van de oorzaken hiervan.

    De zware maatregelen in Queensland waren deels bedoelt om het ledenaantal van de clubs te laten afnemen en dat is ook precies wat de politie claimt. Maar het lijkt er op dat aantallen leden op nationaal niveau juist zijn toegenomen. In 2012 waren er 4483 geregistreerde motorclubleden in Australië, vandaag zijn het er 6000. Een toename van 34% in drie jaar!

    Cijfers van de politie in Queensland geven aan dat er in 2013 920 bikers waren. In 2015 maakte de politie bekend dat zij onder de zware nieuwe wetgeving tegen motorclubs 2214 bendedeelnemers hadden gearresteerd. Dus óf veel van die leden waren helemaal geen lid, óf de aantallen zijn enorm toegenomen. In beide gevallen bewijst dat het falen van de ‘oorlog tegen de motorclubs’.

    Er is vrijwel geen moeite gedaan om criminele elementen uit de motorclubs los te weken of te verwijderen. Uit studie blijkt dat misdadig gedrag een bijprodukt is bij sommige bikers. Het is niet het doel van de clubs.

    Wanneer motorclubs hun rechten en vrijheden werkelijk willen behouden is het redelijk om van ze te verwachten dat ze accepteren dat er een soort regeling komt om misdadige elementen te verwijderen, zodat ze toch legale organisaties kunnen blijven. Aldus een wetenschappelijk onderzoeker, die met cijfers komt en onderzoeksresultaten.

    De hardliners in Nederland die zo graag wetten willen veranderen om motorclubs te kunnen verbieden, de media die zogenaamd waken over de persvrijheid maar ongenuanceerd en zonder onderzoek te hebben gedaan schrijven, zouden de Australische ‘oorlog tegen motorclubs’ als goede les kunnen beschouwen. Dichter bij huis heeft de rechter in Duitsland al het colourverbod teruggedraaid. Misschien is niet elke biker een crimineel en misschien is niet elke politieman te goeder trouw.

    Liegt de politie?

     

    Deze maand, juni 2015, verscheen een belangwekkend document waar nog veel over gesproken zal worden. Het heet ‘Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015’. Het document staat op het internet en is dus toegankelijk voor een ieder. Ik ga er van uit dat dat ook de bedoeling is. Het is dus ook de bedoeling van de verspreiders dat de lezer aanneemt dat wat er in dit rapport van de politie staat waar is. De waarheid ligt op straat zogezegd.

    Een rechtskundige zou zich eens moeten buigen over het hele document om te beoordelen of er iets kan ondernomen tegen de inhoud en de verspreiders ervan. Ik zal mij inhouden en mij dan ook beperken tot enige te veel in het oog lopende uitspraken.

    Gaan we eerst naar de titel. Outlaw Motorcycle Gang, staat daar. Een ‘gang’is een criminele organisatie. Nogal een beschuldiging. Vooralsnog vindt de rechter het niet. De politie wel. ‘Outlaw’ is een andere term die zeer negatief moet overkomen. Ook hier een erge beschuldiging. Ook een ‘outlaw’ is een crimineel. De term ‘OMG’ komt uit de Verenigde Staten en moet dienen om de leden van deze motorclubs te ontmenselijken. Er kan dan gemakkelijker op worden gejaagd. Of op worden geschoten, zoals vorige maand in Waco, toen 9 leden van twee motorclubs werden vermoord door de politie. Inmiddels zijn 14 agenten onder onderzoek geplaatst voor deze schietpartij. De agenten dachten door alle propaganda dat zij te maken hadden met levensgevaarlijke schietgrage terroristen. Veelbelovend  dat die term nu ook naar Nederland is overgewaaid.

    Daarna gaan we naar de inleiding. Daar staat het volgende:

    ‘Vijf raketwerpers gevonden bij actie tegen motorbendes (27 mei 2015) Recente ontwikkelingen in Limburg laten onverminderd een relatie zien tussen OMG’s en criminaliteit, ondermijning en bedreiging van de openbare orde.

    Criminaliteit en ondermijning

    Tijdens een grootschalig onderzoek van politie en OM treffen de partners onder andere aan:

    · raketwerpers;

    · automatische wapens;

    · handvuurwapens en munitie;

    · gestolen voertuigen;

    · vals geld;

    · een laboratorium en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs.’

     

    Dit nu is zeer opmerkelijk. Deze inleiding is bedoelt om aan te geven hoe noodzakelijk actie van de politie is. Maar Piem Miltenburg, hoofd operatieën en verantwoordelijk voor de bestrijding van de ‘motorbendes’, verklaarde daags na de invallen bij de Bandidos MC dat er wellicht nog maanden onderzoek nodig waren om vast te stellen aan wie al die wapens toebehoorden. Piem Miltenburg kan het weten, want deze man die binnen de politie bekendstaat als een notoire hardliner is de grote chef van de eenheid die zich bezighoudt met de bestrijding van MC’s. Het was en is dus helemaal niet zeker dat die wapens eigendom waren of op een andere manier iets te maken hadden met de gearresteerde leden van de Bandidos MC. Het kan net zo goed bijvangst zijn. Dat deze vondsten nu worden toegeschreven aan ‘motorbendes’ is dus lasterlijk. Maar we gaan door.

     

     

     

    Op bladzijde 4 van het document staat het volgende:

    ‘OMG’s zijn clubs met een hiërarchisch opgebouwde organisatie waarvan de leden (en andere daarmee verbonden personen) hun club gebruiken als een kanaal én afscherming voor criminele en ondermijnende activiteiten met financieel of ander materieel voordeel als oogmerk, waarbij (a) de leden geen van buitenaf opgelegde grenzen accepteren (‘outlaw’), (b) motorrijden, broederschap en groepssymbolen kenmerkend zijn voor de groepscultuur cq. het gewenste imago, (c) (dreiging met) geweld en verstoring van de openbare orde onderdeel van de clubcultuur is en ingezet wordt om hun (interne en externe) doelen te bereiken. De landelijke aanpak richt zich nadrukkelijk niet op de vele bonafide motorclubs die Nederland rijk is.’

     

    Wat het rapport hier beweert is dat deze OMG’s criminele organisaties zijn, want immers worden die clubs gebruikt om misdaden te plegen en bovendien zijn zij hiërarchisch en ook dat is een wettelijk kenmerk van een criminele organisatie. Dit is echter helemaal geen rechterlijke uitspraak, maar enkel en alleen een uitspraak van de politie die hiermee op de stoel van de rechter kruipt. En wanneer het niet bewezen is, en dat is het niet, dan is ook dit laster.

     

    Op pagina 6 lees ik het volgende: ’Inzoomend op de onderzoeken naar de zware en (internationaal) georganiseerde misdaad door (leden van) OMG’s levert een inventarisatie van zo’n 150 lopende en afgeronde opsporingsonderzoeken en strafzaken op.’

    Daarna een opsomming van onderzoeken. Maar ja, je kunt onderzoeken wat je wilt, wanneer de rechter zich uitspreekt is de verdachte pas veroordeeld. Of niet. En in de meeste gevallen is er geen rechterlijke uitspraak, geen veroordeling of zelfs vrijspraak en dus ook geen crimineel. De politie doet het hier opnieuw voorkomen alsof er enorm veel mis is door vele onderzoeken te initiëren en door te geven aan de media. Het resultaat zal ze wel niet bevallen. Bedenk wel, de politie is geen rechter!

     

    Ik lees opnieuw verder en kom op bladzijde 11. Hier het volgende: ‘Momenteel zijn nog 66 leden van OMG’s in het bezit van een beveiligingspas. Gevolg van het nieuwe beleid is dat naar al deze 66 onderzoek wordt gedaan. Dienst Justis heeft reeds van één beveiligingsbedrijf de vergunning ingetrokken en aan verschillende andere bedrijven boetes opgelegd. Op basis van de oude circulaire heeft de politie de afgelopen periode 22 beveiligingspassen ingetrokken of zijn betrokkenen niet meer werkzaam als beveiliger wegens ontslag. Voorts controleert de politie actief bij evenementen en aan de deur van horecagelegenheden op een juiste naleving van de Wpbr.’

     

    Hier wil ik even iets verduidelijken. Sinds een jaar of twintig zijn mensen die willen werken voor een beveiligingsbedrijf of rechtstreeks voor een horeca-instelling als portier verplicht een beveiligingspas te bezitten. De enige instantie die een dergelijke pas afgeeft is de politie. De eisen die worden gesteld zijn: 1. In het bezit zijn van een beveiligingsdiploma, 2. Geen strafblad hebben recenter dan 5 jaar en 3. Een beoordeling over de betrouwbaarheid van de kandidaat door de politie (de zogenaamde hardheidsclausule). De eerste twee eisen zijn vrij duidelijk, maar bij de derde wringt het al jaren. Het is namelijk mogelijk dat zelfs wanneer voldaan wordt aan de eerste twee eisen de politie toch geen pas afgeeft. Dit voor de duidelijkheid.

     

    In dit document geeft de politie dus aan dat leden van MC’s geen beveiligingspas mogen hebben. Er is vooralsnog geen enkele MC verboden, wel zwart gemaakt, maar dat is niet hetzelfde. Bovenop die hardheidsclausule die dus al bestond, geeft de politie nu dus ook geen passen meer af aan leden van een MC. Ook wanneer dat MC-lid wel degelijk zou voldoen aan de andere drie eisen. En dit dus ter anderenmale terwijl nog geen enkele MC is verboden. Dit wordt bovendien niet bepaald door een rechter, maar door de politie.

     

    Al lezende kom ik dus in dit document heel snel al drie voorbeelden tegen van oneigenlijke acties van de politie. De politie weet nog helemaal niet of de gevonden wapens wel toebehoren aan MC-leden, maar voor haar eigen doeleinden zeggen ze van wel. OMG’s worden neergezet als criminele organisaties, terwijl ze dat niet zijn. En ten derde worden burgers die aan alle eisen voldoen van hun baan berooft door de politie en niet door de rechter, omdat die politie een oorlog begonnen is tegen motorclubs. Motorclubs en geen motorbendes!

     

    Hebben de journalisten nu weer wat te schrijven? Blijf in de buurt, want er komt nog meer!

     

      nieuwere artikelen >>