• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Oproer in de Oostvaardersplassen

    De demonstraties waren groots aangekondigd, dus kon ik het niet laten opnieuw mijn fiets in de achterbak van de auto te laden en erheen te gaan. Om te kijken alleen. Omdat op internet berichten circuleerden over roadblocks en massale politie-inzet, zette ik de auto ver weg op een parkeerplaats. Het was niet nodig geweest.

    Op geen enkele toegangsweg heb ik politie gezien. Geen spotters en geen roadblocks. Ook geen M.E. op parkeerplaatsen in busjes en zelfs geen hondenwagens. Bij de ingang van het Beheerkantoor van Staatsbosbeheer stonden een stuk of zes motoragenten en even verderop twee agenten te paard. Achter het, voor de gelegenheid, versterkte hek een commandowagen met een stuk of twaalf agenten in M.E.-pak. Bij de ingang van de weide waar de demonstratie plaatsvond stonden nog drie motoragenten en bij de demonstratie zelf liepen enkele agenten ontspannen tussen de aanwezigen.

    Alles bij elkaar een stuk of twintig agenten. Of dat veel is? Ik weet het niet. Ik telde misschien 200 demonstranten. Op de Knardijk stonden nog wat belangstellenden, waaronder een tv-presentator en wat filmploegen en mensen die af en toe een foto maakten. Een kale man met een hondenwagentje achter zijn auto parkeerde tegenover de ingang en liep met een professionele camera over de Knardijk naar de demonstratie. Onderweg maakte hij van bijna alle auto’s een foto. En dat waren heel wat auto’s, want het leek erop alsof er meer auto’s waren dan demonstranten.

     
     

    Een demonstratie van ongeveer 200 man

     
     
    Oudere mensen, enkele motorrijders, vrouwen met schoolkinderen, hondenuitlaters, opvallend veel mensen met duurdere middenklassers, een paar Belgen, een Duitser  en een Fransman. Bijna alle auto’s hadden een poster achter de ruitenwissers die protesteerde tegen het dierenleed. Tussen twee geparkeerde trailers was een kleine steiger gebouwd die fungeerde als bühne. Vandaar werden de aanwezigen toegesproken.

    Een mevrouw met een Duits accent vertelde dat het echt niet meer kon, daarna een mevrouw met een deftige stem die ook vond dat het echt niet meer kon. Toen één van de organisatoren, Bas Metzemaekers uit Amstelveen. Bas had op zijn Facebookpagina opgeroepen te verschijnen vandaag na het nuttigen van een paar hamburgers. Op dezelfde pagina stond een foto van Bas met een jachtgeweer en bijpassende hond. Er werd luid gescandeerd toen Bas ten tonele verscheen. ‘Bassie, Bassie, Bassie!’, klonk het.

    Bas deelde mee dat hij op zijn blote knieën bij de gemeente zou gaan smeken om stopzetting van het Oostvaardersplassenproject met grote grazers. Het was ook de laatste keer dat hij iets wilde organiseren. Hij deed de suggestie dat het wel eens anders kon gaan wanneer er nu niet geluisterd werd. In het publiek keken enkele in het zwart geklede mannen en vrouwen met dreadlocks naar het podium. Bas vertelde hoe in de nacht veel activiteit plaatsvond in de Oostvaardersplassen door activisten die illegaal de dieren bijvoerden. Er waren volgens hem ook veel boswachters actief in de nacht en het leek bekeuringen te regenen.

    Vervolgens brak Bas een lans voor de boswachters, ‘die gewoon hun werk deden en zeven maanden per jaar kadavers moesten ruimen’. Uit het publiek klonk goedkeurend gemompel. Bas riep nog dat er iets anders gebeurde in de OVP. Een duister iets. Een beerput die nu langzaam openging. Er zouden vreselijke dingen bekend gaan worden. Het publiek juichte.

    Een agent in uniform met een oortje in liep door het publiek en knoopte praatjes aan met hondenbezitters. Een paar kleine meisjes liepen snel weg toen hij tegen hun hondje begon te praten. Een vrouwelijke agent in burger liep onopvallend tussen de mensen door en ging aan het eind van de toespraakjes uitgebreid staan appen. De laatste toespraak was ook niet mis. Het publiek werd door een vrouwenstem opgedragen de ogen te sluiten en de armen langs het lichaam te laten hangen. Om stevig te staan moest iedereen zich inbeelden dat vanaf zijn benen wortels naar het binnenste der aarde gingen groeien. In het middelpunt der aarde aangekomen moest het publiek met een staart die uit hun rug de benen achterna ging hun naam en de datum opschrijven. Hopelijk keerde iedereen weer veilig terug.

    Vanaf twee uur begon de rit naar het gemeentehuis in Lelystad, waar handtekeningen zouden worden aangeboden. Applaus volgde en een minuut stilte, waarna bloemen werden gelegd. Daarna liep langzaam iedereen naar zijn auto terug.

    Terwijl ik langzaam terugfietste naar mijn auto, dacht ik na. Ik ben geen activist. Nee, maar ik snap wel hoe dingen werken. Met tweehonderd man, waaronder dagjesmensen, huisvrouwen met kinderen, oudere mensen met hun knuffelhond en wat mensen met dure auto’s die met een bosje witte bloemen aankomen ga je de wereld niet veranderen. Wanneer je iets wilt veranderen moet je macht kunnen uitoefenen. Macht door aantallen, macht door methoden. De politie wist dit, want er was maar weinig politie aanwezig. Ze hadden dus geprofileerd en een inschatting gemaakt van wat ze te wachten stond. En dat was weinig. Te weinig. Ik denk dat Bas McMetzemaekers gelijk heeft dat wanneer Staatsbosbeheer nu nog niet luistert iets anders moet gaan gebeuren. Andere actievoerders het gaan overnemen. De mensen die er nu staan kunnen niets veranderen. Ze hebben geen vuist en ze hebben geen steun. Zelfs de bekende Nederlanders waren vandaag afwezig. Waarom?

    Bas Metzemaekers had enkele dagen geleden een toespraak gehouden over de OVP. Hoe het gebied was ontstaan als broedgebied voor vogels die op de rode lijst stonden. Hij noemde er een paar: de zilverreiger, de roerdomp. En waar zijn ze nu?, vroeg hij. Ik noem er ook een paar: de ooievaar, de aalscholver, de lepelaar. Ja, en waar zijn ze nu? Wie is daarvoor verantwoordelijk? En is dat strafbaar? Maar vandaag had niemand het daar nog over. Net als over de besmettelijke ziekten die zomaar kunnen gaan uitbreken. Q-koorts, runder-TBC, MKZ, BSE. Het ruimen van hele veestapels zou daarvan het onvermijdelijke gevolg zijn. Maar nee, vandaag had niemand het erover.

    Oorlogstoerisme

    Ik ben geen dierenactivist, maar wel natuurliefhebber. En zo ga ik regelmatig op pad naar de Oostvaardersplassen. Dat is sinds enige tijd een stuk spannender geworden. Nog deze week reden de zware groene terreinwagens van Staatsbosbeheer af en aan. Scherp leken ze niet alleen de hekken van het Oostvaardersveld en de Oostvaardersplassen in het oog te houden, maar ook de voorbijgangers met argusogen te volgen.

    Gisteren kwamen de terreinwagens plotseling in beeld toen een filmpje verscheen op de sociale media. Enkele wagens probeerden een edelhert dat tussen afgekloven boomstammen op de grond lag aan het zicht te onttrekken. Op de achtergrond hoorde je wat mensen roepen. Plotseling een schot! Een geroep steeg op van mensen die over het hek begonnen te klimmen. Duidelijk was te zien op het filmpje hoe het edelhert zijn grote kop omhoog hield en met zijn grote ogen angstig keek.

    ‘Dierenbeulen!’, riepen de mensen naar de boswachters van Staatsbosbeheer. De mensen die over het hek waren geklommen probeerden bij het hert te komen en liepen naar de terreinwagens. Ze werden tegengehouden en even later gearresteerd en meegenomen door de politie. Een flinke boete volgde. Staatsbosbeheer meldde dat het edelhert alleen nog bewogen had door stuiptrekkingen.

    Ik herinner mij mijn middelbareschooltijd. Hoe er vlak in de buurt van mijn school een slachterij was. Soms klonk het oorverdovende gekrijs van de varkens die er werden geslacht. In de pauze zetten wij onze fietsen tegen de muur van de slachterij en stonden op het zadel om door de ruiten naar binnen te kijken. De varkens werden geëlektrocuteerd en daarna in een heet bad gegooid om gewassen te worden. Het gekrijs was van varkens die nog leefden in het bad. De dode varkens schudden soms nog heftig heen en weer, nadat de klemmen van hun oren waren gehaald. Dat waren stuiptrekkingen. Nooit hield een varken met grote angstogen vragend zijn kop omhoog alsof hij iets wilde vragen. ‘Hoe laat is het?’ Of ‘Moet ik nu al gaan?’

    Het edelhert in de Oostvaardersplassen miste de helft van zijn onderkaak. Weggeschoten door een boswachter die nog wat meer moest oefenen. Vanop de korte afstand waarop geschoten was kon je eigenlijk bijna niet missen. Zo’n groot dier. Maar ja, waar de bazen een bord voor hun kop hadden, waren de knechts toch niet wijzer?

    Deze zondag woei de zielskoude wind door mijn trui toen ik de fiets uit mijn auto haalde. De eerste meters werd ik in de struiken gevolgd door een roodborstje dat door de takken meevloog. Op verschillende plaatsen waren auto’s gestopt. Aan de andere kant van het hek stond een hert of een eenzaam paard en keek naar het zondags bezoek. Op enkele parkeerplaatsen stonden kleine groepjes mensen. Mutsen op het hoofd, de kraag hoog opgetrokken. Ze praatten allemaal over hetzelfde. Het waren gewone mensen. Mensen uit de buurt. Misschien ook van iets verder weg. Ze waren natuurlijk speciaal gekomen om de oorlog te zien. En toch viel het tegen.

    Bij de uitkijkheuvel reed een oudere man met een grijze baard achteruit tegen een verkeersbord. Minutenlang bekeek hij zwijgend de schade aan zijn achterlicht. Daarna liep hij met een verrekijker naar de heuvel. Verderop stonden edelherten in een grote groep bijeen. Langs de kant lagen grote plukken hooi. Achter ze de enorme kaalgevreten vlakte. Zelfs de graswortels waren verdwenen. Hier en daar volledig afgekloven boomstammen ontdaan van alle schors. Op de parkeerplaats stond een mobiele broodjeswagen. Er waren de laatste dagen steeds meer buitenlandse kentekens verschenen. Zelfs een camper met Belgisch kenteken. Oorlog sprak tot de verbeelding.

    Mijn kennissen hadden mij altijd geplaagd wanneer ze hoorden dat ik daar ging fietsen of wandelen. ‘Lelijkstad’, zeiden ze dan, wat mij deed twijfelen aan hun gevoel voor humor. Lelystad was extra getroffen door de crisis en had sociale problemen die samenhingen met een gebrek aan werkgelegenheid. Sommige wijken leken te verpauperen. Daarom was de gemeente blij met een voorgenomen uitbreiding van het vliegveld. Een grote luchthaven moest het worden hier. Mooie startbanen, glimmend asfalt. Er zou werkgelegenheid ontstaan. Van startbaan naar banen. Hoe mooi.

    Tegelijkertijd was Lelystad bezig met een imago van natuurstad. Bij de ingangen van de stad werd door grote billboards gerefereerd aan de Oostvaardersplassen en de grote natuurlijke rijkdom van dit gebied. De officials juichten toen de film ‘De nieuwe wildernis’, werd vertoond. De Serengeti leek hier.

    De twee kurken waarop Lelystad dreef, werden gaandeweg molenstenen die de stad omlaag trokken. De diepte in van het Markermeer. Terug naar de bodem van de opgedroogde zee. De Oostvaardersplassen en het nieuwe vliegveld werden in plaats van successen bronnen van onrust. Boze bewoners van nieuwe wijken die waren gebouwd om de iets rijkere kopers te lokken, trokken nu bij de gemeente aan de bel. Hoe zat dat nu met die geluidsoverlast van vliegtuigen? De berekeningen bleken niet te kloppen. Hoe zit dat nu met de waarde van mijn huis? Hoe zit dat nu met mijn nachtrust?

    Dezelfde gemeente die niet helemaal eerlijk leek met de bouw van het nieuwe vliegveld, zweeg toen de Oostvaardersplassen geen bezoek meer kregen van zwijgzame natuurfotografen, maar hordes schreeuwende mensen langs de hekken stonden. De kurken waarop de stad dreef losten eerder op dan de problemen die jarenlang konden voortduren. Nooit had de gemeente geluisterd. Nooit had Staatsbosbeheer geluisterd. Nooit had de politie geluisterd. Nu kregen de actievoerders die over de hekken klommen boetes en bonnen.

    Wat was begonnen als experiment van natuurgoeroe’s eindigde in een nachtmerrie, waar de overheid in actie kwam. De zogenaamde bedreigingen van boswachters hadden tot gevolg dat de sociale media werden afgegraasd. Grote grazers van inlichtingendiensten en politie maakten accounts aan en keken mee. Opruiing of strafbare feiten? Ze zaten er bovenop. De actievoerders tegen het nieuwe vliegveld waren ook aan de beurt. Activisme kon zo makkelijk leiden tot extremisme. Vooral wanneer er niet geluisterd werd. De nieuwe sleepwet zou hier van pas komen. In de gaten houden iedereen. Lelystad werd oorlogsgebied.

    Op de website van Staatsbosbeheer staat een vacature voor een stagiair communicatie. Ja, en dat is een hele goeie. Lul dit maar eens recht!

    De opstand van de dierenvrienden

    Het was een kleurrijk gezelschap dat zich had verzameld op en bij een grasveldje naast de Knardijk in Lelystad. Juichende mensen met zelfgemaakte spandoeken lieten zich toespreken door emotioneel klinkende bekende en onbekende landgenoten. Een niet aflatende stroom auto’s reed stapvoets over de dijk en parkeerde netjes in het gras, terwijl een politiebusje als enige de sleur doorbrak en de voortgang der auto’s belemmerde. Ook parkeren is een kunst.

     

               De enige auto die verkeerd geparkeerd stond was een politieauto …

     

    In strakke paardrijbroeken gestoken damesbillen wisselden af met enige jongedames met zeer fors postuur gekleed in bomberjacks in camouflagekleuren. Keurige oudere mensen klommen uit dure terreinwagens, op de voet gevolgd door wat leek op overjarige milieuactivisten uit de grote stad die onder hun openstaande winterjassen t-shirts droegen met protestleuzen. Het leek alsof de enorme rij geparkeerde auto’s aan weerskanten van de dijk in geen verhouding stond tot de enkele honderden demonstranten op het grasveld. Alsof er in ieder geval nooit meer dan één persoon per auto was aangekomen, wat niet zo milieubewust is.

    Bij de ingangen van de Knardijk stonden ingehuurde verkeersregelaars. Of zij naar de aanrijdende auto’s zwaaiden of teken tot doorrijden gaven was onduidelijk. Het gaf wel een vriendelijk karakter aan een bezigheid in de stralende winterzon. Terwijl aan de andere kant van de dijk nog enkele schaatsers windwakken omzeilden bij 10 graden boven nul, haalden enkele activisten ongerust enkele agenten naar een grijs geblindeerd busje waarin volgens hen een hond zat. In de brandende zon!

     

     

    De gemeente Lelystad had met opzet enkele corpulente oudere agenten naar de plek van de demonstratie gestuurd. Het gaf een wat vriendelijker karakter aan de demonstratie van emotionele dierenvrienden, maar gaf ook een schril contrast met de uitgehongerde dieren waar het om ging. Het was vanaf 12.00 uur een demonstratie tegen het dierenleed van uitgehongerde dieren in de Oostvaardersplassen. Een groep tractors van plaatselijke boeren, én boeren uit Drenthe, stond tussen aangevoerde hooibalen die triomfantelijk het failliet leken aan te geven van een hoogst vreemd beleid dat dierenleed tot natuur en hekken tot natuurgebied had verheven.

     

     

    Vele honderden auto’s en busjes uit het hele land stonden keurig achter elkaar op de dijk. Sommige auto’s hadden aandoenlijk een hooibaal achterin liggen, kindertekeningen over dierenleed achter de voorruit of leken het eigendom van een vooruitziende slager. Het was nog maar de vraag wie werkelijk voor de demonstratie was gekomen of voor de demonstranten. Maar in de heerlijke zon glimlachten de meesten, terwijl van het grasveld de volgende spreker werd aangekondigd. Deze keer was het een bekend bioloog, of zoals de spreker riep, onze eigen bekende Hagenaar Henk Bres.

     

    Demonstratie op veld. Spreker Henk Bres.

     

    Wat eigenlijk bedoelt was als demonstratie tegen het laten verhongeren van vele honderden dieren in een namaak natuurgebied, waarbij uitgemergelde karkassen van importvee als stadssymbool van Lelystad golden, werd heel optimistisch de aankondiging van het einde van een idioot experiment van hardleerse en zeer eigenwijze en invloedrijke romantici. Het was geen wonder dat er geen boswachter te zien was. Uit vrees voor een wreed lot of door de zekerheid dat nu écht het hek voorgoed van de dam was.

     

    Hooibaal achterin kleine auto is aandoenlijk en goedbedoeld.

     

    Een kilometer of twee verderop stonden enkele auto’s bij een hek naar het Oostvaardersveld, waar enkele paarden waren ontdekt. Balen hooi werden over de hekken gegooid. Deze dieren zouden zeker geen honger lijden! De paarden zelf stonden erbij en keken verbaasd. Wie verstoorde hier hun zondagsrust?

     

    Auto’s bij hek is illegaal bijvoeren bij Oostvaardersveld.

     

    Om misverstanden te voorkomen, of zelfs op te helderen, een kleine uitleg over het gebied dat bekend staat als Oostvaardersplassen, of zoals in sommige social media, de OVP. De Oostvaardersplassen, en dus niet het gebied genaamd het Oostvaardersveld dat er vlak naast ligt en waar de omstandigheden anders zijn, is het gebied dat ligt tussen de steden Almere en Lelystad. Dit gebied moest zo lang wachten op infrastructuur en ontwikkeling dat het verwilderde. Biologen vonden interessante planten en het bleek dat ook de dieren het gebied graag bezochten. Ganzen, ooievaars, eenden, aalscholvers, lepelaars en vossen hadden het naar hun zin in het gebied.

    Besloten werd het gebied te laten verwilderen om een tehuis te bieden aan de natuur. Om te voorkomen dat het gebied zou volgroeien met bomen, werden zogenaamde grote grazers ingezet. Edelherten, Heckrunderen en Konikspaarden. Dit leverde mooie plaatjes op voor de bezoekende wandelaars en gaf de bedenkers de illusie dat zij een stuk echte natuur hadden geschapen. Om echter te verhinderen dat de verwilderde grazers wegliepen, kwam een groot hek rond het gebied te staan. Daarmee greep de mens drastisch in en werd het gebied feitelijk een stuk minder natuur.

    De hekken hadden een dubbele functie die vaak werd onderschat. De hekken moesten niet alleen de grazers het weglopen beletten, maar ook andere dieren moest worden verhinderd het gebied binnen te gaan. Zo was het everzwijn, of wilde zwijn, niet welkom. De dieren achter de hekken vermaakten zich kostelijk. Maar toen werd het winter.

    Door het achterwege blijven van ingrijpen van de mens groeiden de kudden grote grazers explosief. Dit was in de zomer en herfst geen probleem. In de winter was er echter niet genoeg voedsel en verhongerden soms duizenden dieren. De beheerders van het gebied grepen niet in. Het was volgens hen de natuur. Na jaren protesten van dierenliefhebbers, werd uiteindelijk enkele jaren geleden besloten toch in te grijpen. Dieren die in ongezonde toestand verkeerden werden door jagers afgeschoten. Het ging daarbij om enkele duizenden dieren per jaar. Ook hier waren dierenliefhebbers niet gelukkig mee. Meer protest volgde en meer rechtszaken ook.

    Op 14 april 2017 vonniste het gerechtshof in Arnhem dat Staatsbosbeheer de grote grazers in de Oostvaardersplassen niet hoeft bij te voeren. ‘Volgens het hof is er geen sprake van ‘gehouden dieren’. Het hof tekende daarbij aan dat het uitzetten van grote grazers, moest worden beschouwd als menselijke interventie, waardoor de grote grazers niet geheel kunnen worden gelijkgesteld met wilde dieren. Maar door de maatregelen die zijn genomen, zoals het preventief afschieten van zwakke dieren die anders de winter niet zouden overleven, voldoet Staatsbosbeheer wel aan haar zorgplicht. De grote grazers worden daardoor in de praktijk als ‘gehouden wilde dieren’ behandeld. Voor wat betreft de beschutting is het gebied in het recente verleden al uitgebreid en staan er meer uitbreidingen en maatregelen op het programma, waardoor ook niet aangetoond is dat er meer grote grazers zijn dan het gebied kan hebben.’

    Een uitspraak van mensen die eigenlijk niet echt begrepen wat de Oostvaardersplassen nou echt is en wat voor dieren er rondlopen. We gaan eens kijken naar de dieren die zijn uitgezet in het gebied. De Heckrunderen zijn gefokte runderen afkomstig uit een nazistisch experiment in het Duitsland van de jaren twintig van de vorige eeuw. Wikipedia over het Heck-rund: ‘In de jaren twintig en dertig probeerden Heinz en Lutz Heck een runderras te creëren met dezelfde eigenschappen als de uitgestorven wilde voorouder van hedendaagse runderrassen: het oerrund (Bos primigenius). Hun methode bestond in het kruisen van “primitieve rassen” zoals het Corsicaanse bergrund, de Spaanse vechtstier, de Schotse hooglander en het Hongaarse steppenrund. Hierdoor verkreeg het heckrund enkele “wilde eigenschappen” die in de meeste gedomesticeerde koeien zijn “weggeselecteerd”. Het terugfokken van het oerrund was evenwel vanaf het begin een wetenschappelijk omstreden zaak. Het is ook nooit gelukt om alle kenmerken van het oerrund terug te krijgen. Desalniettemin kon het project van de Hecks vanaf 1933 terugvallen op steun van de nationaalsocialistische overheid. De toenmalige Reichforstmeister en Reichsjägermeister Herman Goering liet heckrunderen grazen in zijn jachtgebied Rominten (Krasnolesye) nabij de Russisch-Poolse grens.’

     

    Een vooruitziende slager uit Limburg?

     

    Ook het Konikpaard is een verdachte grazer, want echt wild is hij ook niet. Wikipedia over het paard: ‘Uit recent onderzoek is gebleken dat de Poolse Konik niet de meest recente afstammeling is van het Europese wilde paard en daar ook niet het meest op lijkt. Mythologisering en beeldvorming rond het uiterlijk van het wilde paard en de vermeende ontstaansgeschiedenis van de Poolse Konik hebben decennialang de werkelijke feiten hieromtrent verhuld.’

    Het edelhert is het enige dier dat hier oorspronkelijk voorkwam, maar ook daar is iets mee aan de hand. Het dier stierf namelijk meer dan honderd jaar geleden uit. Daarna werd hij vanuyit het Duitse Westfalen opnieuw ingevoerd op de Veluwe voor de jacht. Het edelhert op de Oostvaardersplassen is een kruising tussen dit opnieuw ingevoerde edelhert en edelherten uit Schotland. Bovendien is het edelhert een bosdier dat in kleine groepen voorkomt, terwijl in dit gebied kuddes voorkomen op kaalgevreten vlaktes.

    De vraag is nu waarom is gekozen voor deze grote grazers en niet voor het Schotse Hooglandrund of voor de Europese bison of wisent. Ook dit zijn grote grazers die in andere gebieden wel zijn uitgezet. Er zou zelfs de mogelijkheid kunnen bestaan om boventallige damherten, een andere exoot, uit de duinen bij Zandvoort in het gebied te plaatsen. Damherten uit de duinen worden nu afgeschoten. Het is bovendien de vraag waarom everzwijnen als echt Nederlands inheems wild niet welkom zijn in dit gebied.

    Er bestaan plannen om te komen tot een zogenaamde corridor. Het gebied van de Oostvaardersplassen kan verbonden worden met de Veluwe en uiteindelijk ook met natuurgebieden in Duitsland. Maar laten we realistisch zijn: straks zouden er dan niet-inheemse of gefokte dieren dwars door Nederland en Duitsland gaan lopen. En waarom dan wel de exoten en niet de wisenten?

    Deze maand kwam alles tot een climax. Het ging een paar dagen hard vriezen en opnieuw bleek dat dieren in deplorabele toestand verkeerden. Protesten volgden en dierenliefhebbers besloten eenzijdig tot het verboden bijvoeren. Staatsbosbeheer schakelde boswachters in en meldde in de pers dat dezen werden bedreigd, hoewel er geen arrestaties bekend zijn of verdachten in beeld. De opgetrommelde politie bekeurde bijvoerders die voer over de hekken gooiden en kreeg nu zelf te maken met aangiften en een stroom van meldingen over dierenleed. Om aan de volkswoede een einde te maken besloot Staatsbosbeheer onder druk van de provincie om tot bijvoeren over te gaan.

    Na jaren van zinloos protesteren, rechtszaken, ontelbare foto’s van bottenvelden langs de spoorlijn, vele duizenden doodgehongerde dieren, volledig van schors ontdane bomen, afschietsessies door onbekende schutters en een schijnheilige film over wat volgens de makers echte natuur was, lijkt het er eindelijk op dat het lot van de grote grazers een betere toekomst tegemoet gaat.

    Terwijl ik terugliep naar mijn auto, keek ik naar de mensen met groothoeklenzen en vroeg me af wie journalist en wie vogelaar was.