Hier de op dit moment verzamelde data voor een analyse van de politieklachten. Naar aanleiding van het onderzoek naar moordenaar René Spans is Buro Jansen & Janssen op zoek gegaan naar politie appgroepen data. Die data kunt u vinden in het artikel ‘Dienstbaar maar niet heus; waakzaam? Hm, voor reputatie schade ja, meer niet (de data bij app kroniek van een aangekondigde moord of klacht)’. Naar aanleiding van het onderzoek naar app groepen is ook gekeken naar klachten over de politie en wat voor beeld dat geeft van de Nationale Politie en de wijze waarop burgers serieus worden genomen met klachten over het veiligheidsapparaat.
De politie hanteert een twee fasen afhandeling van de klachten. Fase 1 wordt gedaan door de politie zelf. In het verleden was daar niet een specifieke dienst voor aangewezen, op dit moment wordt het gedaan door de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) van de politie. Voor de tweede fase is er de politieklachten commissie die al decennialang bestaat. In deze commissie zitten vaak veel hoogwaardigheidsbekleders zoals rechters. Voor dit onderzoek, waarbij gebruik is gemaakt van de jaarverslagen van de verschillende commissies is vooral gekeken naar klachten over bejegening en discriminatie.
Bejegening wordt door de politie omschreven als: “ongepast taalgebruik; tutoyeren; kauwgom kauwen; niet behulpzaam zijn; zonnebril ophouden; roken; geen uitleg geven. In veel klachten wordt geschreven over onfatsoenlijk, brutaal, intimiderend, autoritair of arrogant gedrag van politiemedewerkers.” Bij discriminatie en etnisch profileren verwijst de politie naar het “op grond van huidskleur, geloofsovertuiging, leeftijd of geslacht iemand anders behandelen/benadelen.”
De politie en klachtencommissies hebben het vaak over klachtelementen, dat wil zeggen dat een klacht verschillende elementen kan bevatten, dus zowel discriminatie als bejegening. Omdat niet consequent duidelijk wordt gemaakt of het om klachten of klachtelementen gaat is bij dit onderzoek gekozen om alleen over klachten te spreken. Bij het aantal klachten dat de politie jaarlijks binnenkrijgt lijkt er namelijk altijd sprake te zijn van klachten en niet klachtenelementen. Voor het onderzoek is alleen gekeken naar gegronde en ongegronde klachten. Vaak hebben commissies geen oordeel geveld, maar is onduidelijk waarom. Cijfers van de VIK’s over gegronde en ongegronde klachten zijn niet openbaar.
Lege vakken in de tabellen betekenen dat er geen cijfers beschikbaar zijn, vraagtekens bij getallen dat er geen duidelijkheid is of het getal ook waarheidsgetrouw is en totalen moeten nogal met een korrel zout worden genomen omdat er zoveel cijfers ontbreken. Als er gesproken wordt over het aantal klachten zijn dit alle klachten die bij de politie zijn binnengekomen, dit wordt soms beschreven als eerste fase. Bij klachten die door de commissie worden behandeld zijn de eerste fase doorlopen en deze burgers willen dat hun klacht door de commissie wordt behandeld.
Meer dan tienduizend klachten per jaar
Dit is het aantal klachten dat bij de politie binnenkomt zoals dat in de jaarverslagen van de klachtencommissies wordt vermeld. Wat opvalt is hoe vaak deze totalen niet openbaar worden gemaakt. Sommige eenheden hebben de afgelopen elf jaar slechts een keer het totaal gepubliceerd, de eenheid Noord-Holland (6 NH). Andere eenheden als de landelijke eenheid (3 LE) en Limburg (4 L) twee keer. Geen enkele eenheid heeft het alle elf jaar gedaan. De politie-eenheid Rotterdam (10 R) is het meest transparant door tien jaar lang het totaal openbaar te maken. Aan de cijfers uit Rotterdam is te zien dat het aantal klachten toeneemt. Aan de andere kant laat de grafiek zien dat er steeds minder cijfers openbaar worden gemaakt, een veeg teken.
Valt er dan niets te zeggen over het aantal klachten dat in totaal bij de Nationale Politie, alle elf eenheden, binnenkomt? Ja en nee. Ten eerste is er in 2013 waarschijnlijk abusievelijk door de politie-eenheid Noord-Nederland het totaal gepubliceerd, namelijk 10.369 klachten over de politie. Ja u leest het goed, op een korps van 60.000 mensen is dat een klacht per zes medewerkers. Dat is fors te noemen. Met de vier politie-eenheden die in 2013 het aantal klachten openbaar maakten is dat aantal van ruim tienduizend aannemelijk.
In de elf jaar die zijn onderzocht is dit de enige keer dat er een totaalcijfer is gepubliceerd, al moet gezegd worden dat het onduidelijk is waarop dit cijfer is gebaseerd, omdat de cijfers van zeven politie-eenheden niet is verstrekt. In 2024 schreef de voorzitter van de klachtencommissie van Oost-Brabant, Mr C.J.G.M. (Kees) van der Weide, dat er in 2023 3.290 en in 2024 2.980 landelijk door de politie zijn afgedaan. Waar rechter van der Weide deze cijfers op baseert is niet duidelijk. In 2023 publiceerden twee regio’s het aantal klachten en in 2024 één regio. In 2023 was het aantal van die twee regio’s Rotterdam en Oost-Brabant, 2.590 en zouden de andere negen regio’s slechts 700 klachten hebben ontvangen en in 2024 zouden de tien regio’s naast Rotterdam minder klachten ontvangen (1.251) dan Rotterdam zelf.
Je houdt je hart vast bij zo weinig waarheidsvinding door een rechter en presentatie van gegevens die doen denken oude Sovjettijden waarbij iedereen plots lovend is over de rechtstaat. Bij de laatste cijfers zijn daarom in de tabel vraagtekens gezet, volstrekt niet geloofwaardig.
Nog ontbrekende cijfers: aantal klachten binnengekomen bij de klachtencommissies, totalen gegrond en ongegrond, andere klachten dan bejegening en discriminatie, duur procedure en leden van de commissies.
Bejegening
Discriminatie
Seksuele intimidatie

















