Op 22 mei schreven wij twee artikelen over Delft: Horecaverbod in Delft (1) en (2). In deze artikelen ontleedden wij twee problemen in Delft. Ten eerste een horecaverbod voor leden van motorclubs. Ten tweede bomaanslagen en schietpartijen waarover het Algemeen Dagblad meldde dat er werd gedacht aan Rotterdamse motorclubs en het verband werd gelegd met met motorclubs die een invasie pleegden in de stad.
Wij hebben vragenlijsten gestuurd naar de gemeente Delft en de politie in Delft om opheldering te krijgen, maar ontvingen nog geen antwoord. Wat het colourverbod betreft zijn wij dus nog bezig.
Het verhaal van de motorbendes die geweld zouden plegen in nachtelijk Delft volgens enkele kranten, is wel een stuk duidelijker geworden.
Sinds enkele jaren vinden we steeds artikelen in de media waarin motorclubs in verband worden gebracht met tal van ernstige misdaden. Er zijn zelfs journalisten die zichzelf hebben uitgeroepen als misdaadverslaggever die openlijk pleiten voor een verbod op motorclubs. Inmiddels lijkt het een één-tweetje tussen het Openbaar Ministerie en de politie enerzijds en de media anderzijds. Twee poten onder hetzelfde beleid die elkaar ondersteunen.
De media krijgen informatie van de politie of het O.M. die niet klopt of de media scheppen hun eigen ‘nieuws’ en vervolgens kan het Openbaar Ministerie aantonen dat er veel maatschappelijke onrust rond motorclubs is. Maatschappelijke onrust kan een juridische woorwaarde zijn om een motorclub te verbieden.
Je zou dus zeggen dat wanneer alles wat er in de krant staat over motorclubs waar is de gevangenissen vol zitten met leden van die clubs. Dat schijnt echter niet zo te zijn. Wat is er dus waar van al die verhalen in de krant? Wat blijft er dus over van de aantijgingen en geruchten?
Op 22 mei schreef Dupont in zijn artikel Horecaverbod in Delft (2) ‘Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’
Wat schrijft op 14 juni 2018 Omroep West? (https://www.omroepwest.nl/nieuws/3648714/Geweld-in-Delft-het-zou-zo-maar-eens-afpersing-kunnen-zijn ‘De indruk dat motorbendes achter het geweld zitten wordt gevoed door een bericht dat Koninklijke Horeca Delft eind april op haar website plaatst. Ze waarschuwen daarin voor zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die samen willen komen in de Delftse horeca. ‘Het gaat om twee losse incidenten’, zegt de voorzitter van KHN Delft. Het heeft naar zijn idee niks te maken met de geweldsincidenten: ‘Dat gerucht wil ik wel de kop indrukken’. De anonieme voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft is Jon Cornelese. Hij zegt hier dus iets interessants: KHN denkt dat er helemaal geen motorclubs achter het grove geweld in Delft zitten.
Sterker nog, ook Omroep West denkt dat het anders zit: ‘Eerder werden in Amsterdam al granaten gelegd bij verschillende clubs voor de deur. Ook in Rotterdam werd eind mei een granaat voor de deur van club Villa Thalia gelegd. Nu lijkt het erop dat de criminelen hun werkterrein verleggen naar Delft. Wie niet betaalt, kan een granaat voor zijn deur verwachten of riskeert een kogelregen. ‘Afpersing als motief’, dat hoor je vaakst terug langs de historische grachten. Criminelen zouden de ondernemers bewust bestoken omdat de burgemeester de zaken dan wel moet sluiten voor de veiligheid van de omgeving. Een coffeeshop lijkt dan een makkelijk doelwit, omdat dit soort zaken sowieso onder een vergrootglas ligt.’
Zaak dus voor de politie om zijn werk te gaan doen, verdachten te gaan zoeken, misdaden op te lossen en vooral ook aan waarheidsvinding te doen en de media correct op de hoogte te houden. De politie kan dus ook meteen aangeven dat loze verdachtmakingen aan het adres van motorclubs feitelijk een onjuist en ongewenst spoor zijn. Daarmee kan worden voorkomen dat er maatschappelijke onrust ontstaat die bij een rechtszaak voor een verbod op motorclubs van pas kan komen. Inmiddels hebben wij nog steeds geen antwoord gekregen op de vragen die wij hebben gesteld aan de politie Delft in verband met ‘incidenten’ met motorclubs. Wij gaan er vanuit dat de politie het publiek graag eerlijk voorlicht. Hoe zit dat dus?