Sinds april dit jaar schreef het Algemeen Dagblad diverse keren over problemen met motorclubs in Delft. Zo schreef het Algemeen Dagblad op 5 mei 2018 onder de kop ‘Harde aanpak tegen motorclubs die oog op Delft laten vallen’ https://www.ad.nl/delft/harde-aanpak-tegen-motorclubs-die-oog-op-delft-laten-vallen~ab0572e5/ hoe ‘meerdere horecazaken in Delft werden bezocht door motorclubs’. Op 18 mei 2018 publiceerde het Algemeen Dagblad exact hetzelfde artikel onder de kop ‘Rotterdamse motorclubs wijken uit naar Delft.’
https://www.ad.nl/rotterdam/rotterdamse-motorclubs-wijken-uit-naar-delft-br~a8bdd109/ De teneur van het artikel is dat motorclubs uit Rotterdam zich willen vestigen in Delft. De enige motorclub die wordt genoemd is de motorclub Kings Syndicate, een voortzetting van een opgeheven afdeling van No Surrender. De gebeurtenissen in Delft waarbij volgens het artikel horeca-ondernemers werden bedreigd werden al besproken in ons artikel ‘Horecaverbod in Delft (1)’ De ‘invasie van motorrijders’ en de ‘motorbende die opdook in een Delfts café’ bleek één enkel lid van de Hells Angels te zijn die na het werk met een vriend iets wilde gaan eten en drinken.
Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’ Algemeen Dagblad gaat in het artikel verder met het oude nieuws van 4 mei 2018: ‘Eerder kwam al in het nieuws dat die bendes voet aan de grond probeerden te krijgen in de stad. Minimaal drie Delftse horecabedrijven kregen vorige maand te maken met een invasie van de motorrijders. Gevreesd wordt dat zij een nieuwe uitvalsbasis zoeken na problemen in de Rotterdamse regio. Motorclubs raakten de afgelopen tijd na geweldsincidenten en de vondst van wapens en drugs hun uitvalsbasis in Rotterdam en Vlaardingen kwijt.’ De krant noemt geen namen van motorclubs. Opvallend is dat het steeds het Algemeen Dagblad is dat schrijft over de problemen met ‘motorbendes’ in Delft. Alle drie artikelen in het Algemeen Dagblad werden geschreven door Carel van der Velden, bij het laatste artikel over de beschietingen van coffeeshops in de Peperstraat wordt ook collega Graziella Gioia genoemd.
Delft heeft dus te maken met ‘een invasie van motorclubs’, ‘horecazaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes’ en ‘motorbendes hebben hun oog laten vallen op Delft’. Hier moet iets aan gedaan worden en dat gebeurt dan ook al snel. Op 5 mei 2018, op Bevrijdingsdag dus, schreef het Algemeen Dagblad hoe de gemeente Delft het moeilijk wilde maken voor motorclubs om de horeca te bezoeken in Delft. ‘Burgemeester Marja van Bijsterveldt roept cafébazen op om direct de horecatelefoon te gebruiken als zich opnieuw een motorbende in Delft meldt. Dit is een speciale alarmlijn met de politie. ‘Landelijke en plaatselijke ontwikkelingen onderstrepen het belang van een stevige aanpak zodat wordt voorkomen dat deze motorbendes voet aan de grond krijgen,’ schrijft Van Bijsterveldt in een brief die aan alle Delftse horeca-ondernemers is verstuurd. ‘Een gezamenlijk optrekken van de gemeente, de politie en de plaatselijke horeca is daarbij van essentieel belang,’ aldus de burgemeester.’
De krant voegt daar nog enkele motieven aan toe: ‘Motorclubs zorgen regelmatig voor verstoringen van de openbare orde. Eerder dit jaar arresteerde de politie in Rotterdam zeven leden van Kings Syndicate in een café dat zij als hun thuisbasis beschouwden. Ze hadden drugs en vuurwapens bij zich. Van Bijsterveldt kiest op basis van dit soort voorvallen voor een zerotolerancebeleid. Ze rekent daarbij op de medewerking van de horeca: ‘Als ondernemer bent u primair verantwoordelijk voor wat er in uw lokaliteit gebeurt en wie u binnen laat, U heeft daarbij ook het recht om personen te weigeren.’
Onder de brief staan de namen van de burgemeester, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenhart, R. den Hertog namens het politiebureau van Delft en J. Cornelese van de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft. Geen enkele van deze genoemde personen heeft de brief ondertekent en er mankeert ook een briefhoofd, terwijl de brief is gedateerd ‘april 2018 Delft’. Ontbreekt dus de exacte datum en de opzet van de brief doet wat knullig aan voor een officiële brief van de gemeente en de politie. De vraag kan dan ook gesteld worden of het geen nepbrief is.
In de brief staat ook nog: ‘Als ondernemer bent u primair verantwoordelijk voor wat er in uw lokaliteit gebeurt en wie u binnen laat, U heeft daarmee ook het recht om personen, zonder daarbij te discrimineren, te weigeren in uw gelegenheid. Standpunt van de gemeente en politie is dat OMG’s die in clubkleding verschijnen niet welkom behoren te zijn in de horeca.’ Verderop in de brief wordt het nummer vermeld van de horecatelefoon 088-9646959 om contact op te nemen met de politie in het geval een horecagelegenheid wordt bezocht door leden van een OMG (Outlaw Motorcycle Club).
Op woensdag 11 april ging er onder horeca-ondernemers in Delft een mail rond van een horeca-ondernemer, Kobus Kuch, die het volgende had te melden: ‘Bij Kobus Kuch zit sinds drie weken op donderdagavond vanaf een uurtje of 20.00 uur tot een uurtje of 23.00 uur motorclub Solidaridad. Op zich best aardige kerels, sommigen sporten bij Koster, komen uit de buurt. Afgelopen week zijn wij allen actief benaderd door de politie met de mededeling dat wij hen morgen direct dienen te weigeren of dat ons anders een sluiting van een half jaar boven het hoofd hangt.’ Daarna wordt in deze mail ( in ons bezit) gewaarschuwd aan de mede-horeca-ondernemers om maar beter motorclubs te weigeren om last met de vergunning te voorkomen.
Horecagelegenheden worden dus door de politie van Delft en door de burgemeester aangezet om personen te weigeren die zich netjes gedragen en lid zijn van een club die niet is verboden. In het geval van motorclub Solidaridad gaat het zelfs om sportieve personen uit de buurt die bekend staan als aardige jongens. De horeca-eigenaren worden volgens de mail die is rondgestuurd door Kobus Kuch, door de politie of de gemeente onder druk gezet met sluiting voor een half jaar wanneer zij wel leden van een motorclub binnenlaten. Overigens heeft niemand die wij benaderden in de motorwereld ooit gehoord van motorclub Solidaridad.
Wie zijn de hoofdrolspelers uit de brief over het weigeren van motorclubs? Koninklijke Horeca Nederland is een landelijke branchevereniging. Op hun website https://www.khn.nl/home zeggen zij zelf: ‘Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is dé branchevereniging voor de horeca. Met 244 afdelingen door heel Nederland vertegenwoordigen wij ruim 20.000 horecaondernemers met zo’n 255.000 medewerkers. Wij maken ons sterk voor een professionele en toekomstbestendige horeca. Onze leden ondersteunen wij met belangenbehartiging, advies, financiële voordelen en inspiratie.’
KHN is dus een grote organisatie, heeft veel leden en kan veel invloed uitoefenen. Ook werkt de KHN blijkbaar graag samen met de gemeente en de politie. Ook wanneer deze beide organisaties obstakels willen opwerpen tegen verenigingen die niet door een rechter zijn verboden en zich ook niet verkeerd gedragen.
Wat beschouwt KHN eigenlijk als OMG’s die moeten worden geweigerd? Op hun website staat de volgende link: https://www.khn.nl/nieuwsberichten/2018/04/handreiking-aan-de-horeca-in-delft-over-de-aanpak-van-omgs. Halverwege de tekst staat ‘klik hier’ en wie daarop klikt komt uit bij welgeteld zeven motorclubs, enkele supportclubs en de Black Jackets die helemaal geen motorclub zijn. Clubs als Spiders (uit Delft zelf nota bene), Veterans, Black Sheep, Gringo’s of Demons om er een paar te noemen komen op deze onvolledige lijst niet eens voor. Ook politiemotorbendes als Lex Legio, Marshalls en Blue Nights komen op de lijst niet voor.
Marja van Bijsterveldt, de burgemeester van Delft is een beroepspolitica. Ze is lid van het Christen-Democratisch Appèl (CDA) en maakte van 2010 tot 2012 als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deel uit van het kabinet-Rutte I. Eerder was ze staatssecretaris op hetzelfde departement, voorzitter van het CDA, burgemeester van Schipluiden en wethouder en gemeenteraadslid in Almere. In 1993 werd ze als wethouder door de gemeenteraad weggestuurd na een motie van wantrouwen. Van Bijsterveldt werd in september 2016 burgemeester van Delft. Marja van Bijsterveldt werd met haar installatie verantwoordelijk voor de jaarrekening van de gemeente Delft, waarvan oud-accountant Leo Verhoef op zijn site http://www.leoverhoef.nl/dossiers/delft.html zegt: ‘Dus was ook de jaarrekening 2016 weer misleidend.’