• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • EEN TOPGOZER AAN HET WERK

    Ons verhaal gaat over een onderofficier van de Nationale Politie die zijn vrouw doodschoot. De vraag is of de leidinggevenden van deze politieman op de hoogte waren van zijn geestelijk instabiele toestand of dat hadden moeten zijn, óf dat de moord op Willeke Weeda door politieman René Spans geheel onverwacht uit de lucht kwam vallen.

    Wanneer de leidinggevenden van politieman Spans een vermoeden hadden, of dat vermoeden hadden kunnen hebben, dat hij geestelijk labiel was geworden betekent dit dat de moord op Willeke mogelijk had kunnen worden voorkomen.

    DON QUICHOT

    Maar wat dan ook duidelijk is, is het feit dat een labiele agent helemaal alleen op zijn motor van Hilversum naar Maastricht zijn rondjes reed en als een razende Roeland, of een doorgesnoven Don Quichot, bewapend met een Walther P99 (caliber 9mm parabellum) met een vol magazijn en een krachtige motor de snelweg A2 veilig moest houden. En met dat veilig houden in aanraking kwam met nietsvermoedende burgers die niets wisten van het kwaad dat ziedde in deze losgeslagen politieman.

    Wanneer inderdaad de leidinggevenden van René Spans wisten of hadden kunnen weten dat er iets mis was met zijn psyche, is een psychiatrisch patiënt zonder begeleiding maar wel gewapend losgelaten op gewone burgers. Een psychiatrisch patiënt die geholpen had moeten worden, maar hulp werd onthouden en daardoor definitief ontspoorde.

     

    EEN SPANNENDE BAAN BIJ DE POLITIE

    René was erg enthousiast over zijn werk als politieman. Zo stuurde hij regelmatig filmpjes op naar familieleden van Willeke met achtervolgingen waar hij bij was geweest en schepte hij op over zijn werk, geweld en drugs. De familie kreeg al vroeg signalen dat er met René iets aan de hand was, maar wist niet wat te doen. Hoe konden zij anoniem verslag doen van zijn gedrag? Hij zou daar dan toch zeker achter komen?

    Soms vertelde René verhalen die de familie vreemd in de oren klonken. Zo vertelde hij dat hij een Pool die hij had aangehouden zwaar had mishandeld en dat de Pool daarbij een arm had gebroken. Aangifte durfde deze Pool niet te doen tegen Spans, dat werd hem wel duidelijk gemaakt. Hij werd namelijk door René met de dood bedreigd.

    De mooie verhalen van René over zijn werk bij de politie gaan niet alleen over geweld tegen arrestanten. Ook wordt de belangrijkheid van zijn functie door René nogal overdreven. Hij vertelde 350 man onder zich te hebben gehad. De familie noemde dit ‘cowboyverhalen’. Maar in een gesprek met leidinggevenden van René van de Landelijke Eenheid met de familie van Willeke vat één van hen het samen als ‘een grote mond, maar een klein hartje’. Kenden zij de verhalen van René?

     

    EEN GIFTIGE GEZINSSITUATIE

    Al langere tijd waren er problemen tussen Rene Spans en zijn vrouw Willeke Weeda. Rene vertelde daarover dat het koppel een niet vervulde kinderwens had en daar erg onder leed. René liet het daarbij voorkomen alsof niet hij, maar Willeke geestelijk instabiel werd van al die problemen.

    Tegelijkertijd uittte René bedreigingen aan het adres van de familie Weeda, wanneer Willeke bij hem zou weggaan. ‘Ik schiet jullie allemaal dood als Willeke weggaat!’, zou hij meerdere malen hebben gezegd. Willeke zelf werd eens aan haar haren van de trap getrokken.

    Willeke bezocht een of twee jaar voor de moord regelmatig een psycholoog in Lexmond. René ging vaak mee.

    Maar Willeke was niet de enige die psychische hulp kreeg. Ongeveer een jaar voordat René Willeke doodschoot werd hij geholpen door A. van maatschappelijk werk van de politie. Wat daar precies uit voortkwam blijft onduidelijk, maar officier van justitie Xandra … wist later te melden dat René contact had met een psycholoog. René was terechtgekomen bij het maatschappelijk werk nadat hij door de politie was doorverwezen, omdat hij sprak over zelfmoordplannen van Willeke of hemzelf in verband met hun kinderloosheid.

    Dit contact met een psycholoog was een heel andere zaak dan de psychologische hulp die René had gevraagd aan zijn leidinggevende. Er was daarvoor inmiddels een afspraak gemaakt die ingepland was drie weken na de moord. Op aandringen van de leidinggevende is deze afspraak naar voren verzet en zou plaatsvinden een week na de moord. Waarom de haast? De psychische bijstand kwam in elk geval te laat.

     

    EEN MOOIE BIJBAAN

    Willeke had samen met René een kapsalon geopend in Everdingen. Willeke was daar actief als bedrijfsleidster en kapster en deed dit werk met veel plezier.

    De kapsalon werd tevens een trefpunt van Willeke met René die hier zeker eens per week onder diensttijd in uniform met de dienstwagen en vaak ook een collega langskwam om koffie te drinken. Die bezoekjes van een liefhebbende eega waren niet helemaal onschuldig. Willeke werd gecontroleerd door René, mocht geen eigen account op de sociale media hebben en moest telefonisch aangeven wanneer zij de kapsalon verliet om naar huis te gaan. Zij had dan precies 20 minuten om thuis te komen.

    René belde ook regelmatig naar de kapsalon en vroeg dan aan de medewerkster die de telefoon opnam wat Willeke aan het doen was. Op een keer was het antwoord dat zij een klant knipte. Rene vroeg meteen of het een man of een vrouw was en toen bleek dat het een man was riep hij dat de medewerkster de knipbeurt moest afmaken en Willeke iets anders moest gaan doen.

    Een vriend van Willeke die zij blijkbaar ontmoette in de kapsalon werd door enkele politievrienden van Spans in elkaar geslagen, snoefde Spans later.

    Voor Willeke was de kapsalon niet alleen een manier om geld te verdienen, het was ook een geliefde bezigheid. Toch kwam de kapsalon na enige tijd in zwaar weer en ontstonden schulden. In de weken voor de dood van Rene en Willeke was er veel contact tussen René, Willeke en de familie Weeda omdat er steeds meer problemen ontstonden rond de kapperszaak. Op een gegeven moment was er een schuld van 20.000-30.000 euro die René zei niet te kunnen betalen. Henk, de broer van Willeke, sprong financieel bij, maar zou later ontdekken dat Rene wel degelijk genoeg geld had gehad om zijn eigen problemen op te lossen.

     

    EEN CONTROLEFREAK

    Het waren niet alleen de controles bij de kapsalon die de familie van Willeke de wenkbrauwen deed fronsen. René werd eens betrapt door Willeke nadat hij alle telefoonnummers uit haar telefoon overschreef.

    Tijdens een korte vakantie met Willeke en broer Henk moest René op de telefoon van Willeke passen toen deze met Henk drankjes ging halen. Toen Willeke en Henk terugkwamen bleek de telefoon gestolen. Er werd aangifte gedaan, maar de telefoon is nooit meer online gekomen. De familie verdacht meteen René dat hij erachter zat. Alle foto’s van Willeke waren nu weg.

     

    EEN SNUIVENDE DIENDER?

    Volgens verschillende mensen gebruikte René cocaïne. Een oud-politiecollega van hem vertelde dit en later ook een collega van Willeke uit de kapsalon. Of het werkelijk zo was is lastig vast te stellen, want meteen na de moord werden zowel Willeke als René toxicologisch onderzocht en geen van beiden had sporen van cocaïne in het bloed.

    Familie van Willeke stelde vast dat René er steeds slechter ging uitzien. Hij verzorgde zich niet goed meer. Hoe kwam het dat zijn leidinggevenden dit niet opviel vraagt de familie zich af. Had dit te maken met cokegebruik?

     

    SIGNALEN VAN NADEREND ONHEIL

    René belde ruim voor de moord met Henk om aan te geven dat hij dacht dat Willeke zelfmoord wilde plegen. Henk spoedde zich naar haar huis, waar niets aan de hand bleek. Ook enkele collega’s van René arriveerden met de politiewagen. Het bleek dat er niets aan de hand was. Wel zouden de collega’s later nog terugkomen om het dienstwapen van René mee te nemen.

    Dat in huis hebben van het dienstwapen was wel een dingetje. Eigenlijk mocht een wapen niet thuis worden bewaard. Er moest toestemming worden aangevraagd wanneer een agent een dienstwapen thuis wilde hebben. In het geval van René was het lastig om het wapen telkens af te geven op een politiebureau in verband met zijn wisselende diensten en omdat René niet vanuit een bureau werkte maar vooral alleen met de motor de weg opging. Over het innemen van het dienstwapen van René merkte de officier van justitie later op dat dit heel lastig is en consequenties had voor de betrokken agent. Refereerde de Officier naar René? Had zij kennis van zijn geestelijke toestand? Zij bleek wel op de hoogte van het contact met René met een psycholoog.

    Volgens de officier van justitie kon René zijn wapen behouden, omdat er geen signalen waren die noodzaakten tot ingrijpen. Wel wist zij dat René problemen had. Maar omdat hij verder zijn werk goed deed werd zijn wapen niet ingenomen.

    Frappant is dat René kort geleden werd bevorderd, maar al aan maand later een negatief beoordelingsgesprek had met de leiding. Wat was er aan de hand?

    Een week voor de moord op Willeke belde René Henk Weeda. Hij vertelde dat hij wandelde langs de Lek en zichzelf dood wou schieten. De vrouw van Henk, Mariska, belde toen ongerust naar Willeke. Willeke ging naar boven en zag dat het wapen van René in zijn kluisje lag. Volgens de familie was het een schreeuw om aandacht van René geweest.

    René had ook een brief opgesteld als een soort testament waarin hij alle schulden op zich nam, Willeke verder alles naliet, behalve de PlayStation en de tv. Willeke deed de zogenaamde zelfmoordpoging en de brief af als een schreeuw om aandacht en was niet onder de indruk.

    De dag voor de moord had Willeke nog een telefoongesprek met haar broer Henk. Zij wilde eigenlijk scheiden, maar wist niet hoe. Volgens Henk voelde het niet goed wat hij te horen kreeg en hij adviseerde zijn zus meteen weg te gaan.

     

    GESCHARREL BIJ DE POLITIE

    René had een relatie met een politievrouw uit Ede. Kort voor de moord ontdekte Willeke een volle condoom in het dashboardkastje van hun auto en confronteerde René daarmee. Volgens ooggetuigen wierp dezelfde vrouw zich bij de crematie op de kist van René roepende dat ze nog zoveel samen hadden kunnen doen.

     

    DE DAG VAN DE MOORD

    Op de dag van de moord had René via de app contact met een gepensioneerde politievriend van hem, Johan Bullee. Johan Bullee zou daarover later op Facebook zeggen: ….

    Was dit laatste contact met Bullee vóór of ná de moord op Willeke? En heeft hij ook met andere collega’s contact gezocht? René had het al vaker over zelfmoord gehad. Nam hij nu afscheid van zijn collega’s? Zat hij in een groepsapp? Appte hij een laatste groet aan zijn scharrel bij de politie? Wat voor reacties kreeg René van zijn collega’s? De telefoon van René werd door de politie na de moord meegenomen en de berichten in de apps blijven daarmee onbereikbaar.

    Meteen na het doodschieten van Willeke belde René zijn leidinggevende James. James hoorde hoe René vertelde dat hij Willeke had doodgeschoten en belde met zijn andere telefoon de meldkamer om door te geven wat er aan de hand was. Later zou James over de zaak zeggen dat de emmer bij René vol was geweest. Was James de leidinggevende die ook de afspraak met de psycholoog naar voren had gehaald? James zou later weigeren met de familie Weeda te praten. De politie liet doorschemeren dat James ernstige psychische problemen had met de zaak. Maar was dit zo? Of had James veel meer kunnen vertellen over zijn gesprekken met René en wist hij dus veel meer over de labiele toestand van zijn ondergeschikte?

    Van het gesprek tussen René en James is een transcriptie gemaakt. Staat daar alles in? René vertelde aan James hoe Willeke een jaar of vijf eerder was vreemd gegaan. (Familie van Willeke vertelde later dat er geen sexuele relatie was geweest tussen Willeke en deze man, maar dat ze steun bij hem had gezocht.) Nu was René bang dat zij zelfmoord wilde plegen. René draaide naar eigen zeggen door toen hij thuiskwam en merkte dat Willeke haar koffer aan het inpakken en weg wilde gaan. Eigenlijk wilde hij haar tegenhouden.

     

    CONCLUSIE

    Probeert de politie aan reputatieschadebeperking te doen in de zaak-Spans? Doordat de moordenaar van Willeke zelf ook was overleden werd er geen strafrechtelijk onderzoek uitgevoerd. Hoewel dat normaal is in vergelijkbare zaken zou de afwezigheid van zo’n onderzoek ook geen licht brengen in tal van aanwijzingen rond deze zaak.

    Zeker is dat in elk geval de familie van Willeke Weeda al veel langer angst had voor René. Zij geloofden zijn verhalen niet en vonden het een vreemde vogel. De familie kan niet geloven dat er bij de politie niemand was die opviel dat René rare verhalen vertelde. Een leidinggevende zou zelfs later verklaren dat René een grote mond en een klein hartje had. Blijkbaar wist men van zijn rare verhalen.

    René had sexuele contacten met vrouwelijke collega’s. Er was zelfs sprake van een relatie. Was dat volledig onopgemerkt gebleven? Wat zijn de richtlijnen hiervoor?

    Een collega heeft René coke zien snuiven. Je collega verraden doe je niet zo snel, maar René ging wel vaak over de schreef. Was er niemand van zijn leidinggevenden die dat ontdekte en er iets van zei?

    René bezocht ook met collega’s onder diensttijd met de dienstwagen de kapsalon van Willeke. Is dat nooit opgevallen? Zijn collega’s moeten toch hebben beseft dat dit niet helemaal in orde was?

    René zijn dienstwapen werd opgehaald door collega’s na de zogenaamde zelfmoordpoging van Willeke. Waarom kreeg hij het weer terug? Duidelijk was dat er iets mis was in huize Spans.

    Hoe staat de politie tegenover een agent die samen met zijn vrouw een eigen zaak begint en daardoor in financiële problemen komt? Is René hiervoor ooit gevraagd om uitleg? Iemand wordt toch gevoeliger voor chantage en de spanningen kunnen toch ook tot nog grotere problemen leiden? Had de politie ook hier eigenlijk al moeten ingrijpen?

    Er waren verschillende malen noodkreten die te maken hadden met zelfmoord door Willeke of door René. Hij werd hiervoor zelfs doorverwezen naar maatschappelijk werk en kwam zelf verschillende malen terecht bij een psycholoog.

    Een afspraak met een psycholoog die was gepland drie weken na de moord werd door zijn leidinggevende met spoed naar voren gehaald. Er was dus iets aan de hand en deze leidinggevende zou later zeggen dat de emmer bij René vol zat. Er was dus bekend dat er iets heel erg mis was. Toch werd René niet op non-actief gesteld en mocht hij zijn wapen thuis houden, wat op zich al uitzonderlijk is, want daarvoor is toestemming vereist.

    De officier van justitie gaf na de moord aan te weten van het bezoek aan een psycholoog door René en het lastig te vinden om het dienstwapen van een agent in te nemen, wat ook niet hetzelfde is als de toestemming in te trekken om een dienstwapen thuis te bewaren.

    Had men de toestemming om het dienstwapen thuis te bewaren ingetrokken, of zelfs het wapen ingenomen, dan was het heel waarschijnlijk dat Willeke en René beiden nog geleefd hadden.

    Waren er signalen dat de leidinggevenden van een probleemagent op de hoogte waren van de problemen van een agent die alleen en gewapend op pad werd gestuurd en thuis zijn wapen mocht bewaren? René heeft zelf in ieder geval verschillende malen om hulp gevraagd en die hulp zat zelfs in de planning. Men wist dus dat een labiele agent, feitelijk een psychisch wrak, de wacht moest houden terwijl hij er stilletjes aan onderdoor ging.