Verschillende instanties zijn betrokken bij de bestrijding van motorclubs. Wie zijn de mensen bij deze instanties en is er op die mensen niets aan te merken? Het lijkt er niet op dat deze mensen een schone lei hebben.
Allereerst is er het Landelijk Strategisch Overleg OMG’s. De voorzitter van dit orgaan is de oud-burgemeester van Enschede, nu burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten. Den Oudsten wordt genoemd als één van de beste bestuurders na Aboutaleb van Rotterdam. Je kunt in dit land gemakkelijk tot de besten behoren, wanneer de politie je een beetje behulpzaam is. Zo reed Den Oudsten in augustus 2008 door een rood verkeerslicht. De website binnenlandsbestuur.nl bericht hierover op 20 maart 2009: ‘Uit logboekgegevens van de verkeerspaal blijkt dat de burgemeester door rood licht reed. Den Oudsten heeft altijd beweerd dat hij groen licht zag, waarna een omhoogkomende paal de onderkant van zijn auto ramde. De politie stelde vast dat het rode licht niet brandde toen de burgemeester langs de paal reed en gaf hem geen proces-verbaal. Den Oudsten neemt nu de logboekgegevens voor kennisgeving aan, aldus zijn woordvoerder.’ Het gaat hier dus niet zozeer om het door het rode licht rijden, maar om het feit dat de politie de burgemeester op zijn woord geloofde. Krijgt de burgemeester nu wel een proces-verbaal nu de logboekgegevens het tegendeel bewijzen? Zonder aanziens des persoons geldt dus alleen voor gewone burgers en niet voor burgemeesters?
Verder hebben we de Taskforce Motorbendes Brabant-Zeeland. Portefeuillehouder is burgemeester Jacques Niederer, de burgemeester van Roosendaal. Roosendaal kwam onder zijn leiding al in het nieuws toen bekend werd dat de gemeente een twaalftal werklozen met behoud van uitkering bij de nieuwe vestiging van Burger King wilde laten werken. Benieuwd wat de plaatselijke vestiging van McDonalds daarvan vond. Maar toegegeven, bij Burger King is de koffie beter. Als burgemeester kwam Niederer, oud-politieman, in 2013 in opspraak over zijn declaratiegedrag. Hij werd toen beschuldigd van het onder druk zetten van enige raadsleden om een onderzoek naar zijn declaratiegedrag te stoppen. Niederer ontkende dit, maar bleef als burgemeester van Roosendaal gewoon in Weert wonen.
Een grote aanjager in de strijd tegen de motorclubs is de burgemeester van Kerkrade, Jos Som. Deze Som is al vele malen genoemd in minder frisse zaken (lees ook De brave burgervader en de motorbendes) en de gang van zaken rond het café van zijn dochter Suze op de Markt in Kerkrade lijkt ook minder fris. Zoals bekend kreeg Suze het aan de stok met haar buren, een afdeling van de Hells Angels, en werd het pand waarin die buren zaten toen door haar vader gesloten. Van Som wordt gezegd dat hij een flinke borrel lust. In de Roda-JC krant zei Som: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’, toen hij tien jaar geleden werd teruggefloten door toenmalig minister Remkes.
Een andere Limburgse bestuurder is Onno Hoes, de burgemeester van Maastricht. Hoes kwam diverse malen zeer negatief in het nieuws met jonge schandknapen. De laatste keer dat dat gebeurde liet Hoes op zijn telefoon vertrouwelijke documenten zien aan de jonge schandknaap, die hij helemaal niet kende maar zojuist had ontmoet via Internet. Voor de Maastrichtse gemeenteraad was de maat vol, men voelde zich opnieuw in diskrediet gebracht, en Hoes kondigde aan te zullen vertrekken. Deze bestuurder die het zo overduidelijk ontbrak aan mensenkennis en discretie was al eerder vertrokken om onduidelijke redenen als voorzitter van het CIDI, een belangrijke joods/Israelische belangengroep. Op Wikipedia is te lezen dat Hoes zich, net als sommige politie-ambtenaren, weinig gelegen liet liggen aan de wet. Wikipedia: ‘Hij sprak zich in de media negatief uit over de wietpas en probeerde om, ondanks een gerechtelijke uitspraak, coffeeshops te verbieden om softdrugs te verkopen aan buitenlanders. Nadat coffeeshops doorgingen met de verkoop van softdrugs aan buitenlanders liet hij door de politie enkele panden binnenvallen.’ We zien hier dus een bestuurder die een gerechtelijke uitspraak naast zich neer legt om zijn eigen wil door te drijven en daarvoor zelfs aan zijn autoriteit toevertrouwde politie-agenten inzet. We denken hier aan burgemeester Jos Som, die riep: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’ Zo gaat dat blijkbaar in Limburg. De politie verzette zich niet, toen zij door Hoes ingezet werd voor een zaak die de rechter juist had verboden.
Commissaris Piem Miltenburg, hoofd operatieën en verantwoordelijk voor de bestrijding van de ‘motorbendes’, is al uitgebreid besproken in eerdere columns. De binnen de politie-organisatie als hardliner bekendstaande Miltenburg doet telkens uitspraken alsof hij rechter is en geen politieman. Hij wil motorclubs verbieden, motorclubs zijn volgens hem crimineel, ze zijn een dekmantel voor de georganiseerde misdaad, ze zijn erop gericht misdaden te plegen. Al deze uitspraken komen in de pers terecht, zonder ooit aan een rechter te zijn getoetst. Sterker nog, toen het wel aan de rechter werd getoetst, oordeelde deze heel anders. (De zaak om de Hells Angels te laten verbieden, die mislukte). Miltenburg plaatst zich hiermee op de stoel van de rechter en zorgt opzettelijk voor grote maatschappelijke onrust, terwijl hij heel goed weet dat wat hij zegt niet door een rechter is bevestigd. Onder de leiding van Miltenburg is ook de nieuwe politietaktiek ‘name and shame’ in gebruik gekomen. Telkens wanneer een lid van een motorclub betrokken is bij iets strafbaars, wordt hij als zodanig genoemd door de media. In de praktijk komt het erop neer, dat ook vage kennissen en verre contacten van motorclubs genoemd worden als gerelateerd en relevant voor een motorclub
Voorzitter van de politievakbond ACP Gerrit van de Kamp kwam in het nieuws toen hij riep dat de wet veranderd moest worden om motorclubs te kunnen verbieden. Al uitgebreid werd hier geschetst hoe Gerrit van de Kamp met zijn vakbond ACP actief was om de overheid onder druk te zetten om een loonsverhoging af te dwingen. Zo werd gedreigd voetbalwedstrijden niet meer te begeleiden (waarom roept Gerrit trouwens niet dat die ook verboden moeten worden?), er werd gedreigd met het niet deelnemen aan grote publieksevenementen als Sail en de Tour de France, er werd met harde acties gedreigd en het Binnenhof werd omsingeld door gewapende en geüniformeerde agenten. De politiebond ACP kwam ook in het nieuws toen zij een reactie gaven op het nieuws dat Arubaan Mitch Henriquez was omgekomen door toedoen van vijf politie-agenten: ‘We willen aangeven dat onze eerste zorg nu gaat naar de betrokken collega’s.’ Van enig mededogen bleek geen sprake. Verder twittert de ACP nog dit: ‘Helder signaal van politie Den Haag. Handen af van onze mensen.’ Dat vindt de ACP dus ietsje belangrijker dan de dood van een toerist. De ACP heeft ongeveer 25.000 leden, dat is bijna de helft van het totale politiepersoneel. Gerrit van de Kamp kwam ook in het nieuws in verband met het regelen van een baan voor zijn vriendin Marloes Smit. Op 7 februari 2015 schreef het NRC daarover: ‘Die dubbelrol leidde tot grote problemen. Zo meldde zich in juli 2013 een klokkenluider die stelde dat het ministerie van Veiligheid en Justitie de steun van de machtigste politievakbond kocht door Van de Kamp en zijn partner hun gang te laten gaan.’ Dat is nogal ernstig. Van de Kamp zette het ministerie onder druk om zijn vriendin een baan te geven, anders zou hij met zijn vakbond de nieuwe nationale Politie niet steunen. Dat zijn toch regelrechte mafiapraktijken. Wij vragen ons nu af hoeveel Gerrit van de Kamp verdient met zijn voorzitterschap en wat zijn declaratiegedrag is.
Het LIEC-RIEC staat voor Landelijk Informatie en Expertise Centrum-Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Deze organisatie houdt zich bezig met de bestrijding van gezagsondermijnende activiteiten en de georganiseerde misdaad. Politiechef Patricia Zorko, verbonden aan het RIEC namens de Landelijke Eenheid kwam vorig jaar in het nieuws voor haar declaratiegedrag. Van alle politiechefs declareerde zij het meest: 13.350 euro. Een enorm verschil met sommige andere collega’s die zelfs helemaal niets declareerden. Geld blijft toch een voorname drijfveer voor de politiemannen- en vrouwen. En krijgen zij niet goedschiks wat zij willen, dan worden harde acties aangekondigd en zelfs uitgevoerd waarvan de burgers het slachtoffer worden.