• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Het goede voorbeeld (2)

    Kiest de NOS zelf nogal vaak partij voor de overheid en is het nieuws dat deze staatszender brengt veelal eenzijdig, op Veteranendag 2015 maakte de NOS het wel weer heel bont. De Veteranendag werd live op televisie gepresenteerd door ‘militair historicus’ Christ Klep. Toen tijdens het veteranendéfilé de veteranenmotorrijders voorbij kwamen beschuldigde Klep dezen ervan eigenlijk verklede Veterans MC te zijn. Dat deze motorclub zo werd vervolgd door Justitie en de media was volgens Klep hun eigen schuld. Klep:’Ze hebben het over zichzelf afgeroepen.”Ze schurken aan tegen de beruchte clubs.’ De uitspraken van Klep vielen zo slecht bij de Veterans MC dat werd besloten een persbericht uit te laten gaan: ‘Afgelopen zaterdag vond de Nederlandse Veteranendag plaats. Heel Nederland heeft het commentaar kunnen horen van de NOS. Wederom werden we neergezet als “crimineel” en we zouden het aan ons zelf te wijten hebben. In ons kielzog werden vele veteranenmotorrijders eveneens door het slijk gehaald.’, aldus het persbericht. Extra triest is dat ‘historicus’ Klep beter weet. Hij zit namelijk in de redactieraad van het veteranentijdschrift ‘Checkpoint’. En uitgerekend dat blad berichtte afgelopen jaar uitvoerig over de problematiek rond Veteranendag en de Veterans MC.

    Het is niet voor het eerst dat Christ Klep uitspraken of beschuldigingen doet die voor veel veteranen onverteerbaar zijn. In november 2011 zondt de KRO een reportage uit waarin overste Karremans door zijn voormalige superieuren door het slijk werd gehaald. Ook Christ Klep bemoeide zich ermee. De website isgeschiedenis.nl meldt daarover: ‘Militair historicus Christ Klep beweert dat ‘alle Dutchbatters’ wisten dat de moslims vermoord zouden worden, dus ook Karremans. De ex-commandant loog hierdoor onder ede tegen het Joegoslavië Tribunaal en de parlementaire enquêtecommissie, toen hij zei dat hij dacht dat de mannen ongedeerd zouden blijven. Karremans blijft echter bij zijn eerdere woorden. Hij probeerde daarop tevergeefs de KRO-uitzending te laten verbieden.’ ‘Militair historicus’ Christ Klep beschuldigd dus overste Karremans van liegen onder ede, en dat hij en ‘alle’ Dutchbatters wisten dat de moslims vermoord zouden worden. Dit is een enorm gebrek aan respect voor de veteranen die betrokken waren Srebrenica.

    Het LIEC-RIEC staat voor Landelijk Informatie en Expertise Centrum-Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Deze organisatie houdt zich bezig met de bestrijding van gezagsondermijnende activiteiten en de georganiseerde misdaad. Eén van de aandachtspunten van deze organisatie is de bestrijding van ‘motorbendes’. In Limburg is Wim Smits directeur van deze organisatie. Wim Smits kennen wij nog uit de Landlord-zaak. Dit was een enorme operatie tegen vastgoedhandelaar Joep Janssen uit Kerkrade waarbij 134 panden, auto’s, geld en oude munten in beslag werden genomen. Tijdens de rechtszaak werden de twee officieren van Justitie Wim Smits en Bas Janssen door de rechter beschuldigd van liegen. De zaak-Landlord liep daarmee totaal stuk en alle verdachten werden vrijgesproken.

    Gerlof Leistra is ‘misdaadverslaggever’ van het vroegere kwaliteitsblad Elsevier. Wij hebben het in onze artikelen verschillende malen over Leistra gehad. Leistra is feitelijk helemaal geen misdaadverslaggever, maar probeert door de artikelen die hij schrijft stemming te maken tegen wat hijzelf criminaliteit vindt. Zo zegt Gerlof op 17 september 2014 bij RTV Drente: ‘De gemeente Emmen moet zich zorgen maken over de komst van de Hells Angels naar Emmen. Misdaadjournalist Gerlof Leistra van Elsevier noemt de komst van de van oorsprong Amerikaanse motorclub onheilspellend. De clubs vinden Emmen een interessante plek, omdat het dichtbij Duitsland ligt en dat een belangrijke afzetmarkt is voor wiet. Leistra: ‘Ik denk dat de Hells Angels willen laten zien dat zij daar ook een vinger in de pap hebben.’ De misdaadjournalist denkt dat de gemeente Emmen moet kijken of de motorclubs een gevaar zijn voor de openbare orde. In dat geval zouden zij geen clubhuis mogen openen.’ Leistra denkt dat, Leistra vindt het onheilspellend, Leistra ziet dat Emmen vlakbij Duitsland ligt dus is er misdaad, Leistra waarschuwt de gemeente alvast voor het clubhuis. Er is geen enkel feit in zijn artikel, maar baserende op het artikel wordt wel de noodklok geluid. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

    Robert Bas is de ‘misdaadverslaggever’ van de NOS. Een indicatie dat de NOS zelf ook wel behoefte heeft aan iets beter misdaadnieuws is de advertentie met de vacature voor misdaadverslaggever. Robert Bas komt in ieder geval over de motorclubs niet verder dan te roepen dat een Harley Davidson tussen de 60.000 en 70.000 euro kost en dat het lidmaatschapsgeld van motorclubs enkele tienduizenden euro’s per jaar kost. Daarom moet je volgens Robert Bas wel crimineel zijn als lid van zo’n club.

    Gerard Bouman is de eerste korpschef van de nieuwe Nationale Politie en tevens de eerste met de rang van hoofdcommissaris. Het bijzondere aan Bouman is zijn carrière. Bouman begon als 17-jarige als agent bij de Gemeentepolitie in Rotterdam, volgde in de avonduren een cursus rechten en stapte uiteindelijk over naar het Openbaar Ministerie waar hij hoofdofficier van justitie werd. Hij keerde daarna terug naar de politie en werd enige jaren later hoofd van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst). Enige jaren later keerde hij opnieuw terug naar de politie en werd deze keer korpschef van de Nationale Politie. Bouman riep als korpschef van de Nationale Politie dat hij achter de door de rechter veroordeelde schietende agent bleef staan die door de rechter tot twee jaar cel was veroordeeld. Het is heel opmerkelijk dat meneer Bouman op deze manier redeneert en je kunt je wat dingen afvragen: Een oud-hoofdofficier van justitie die een oordeel van de rechter onacceptabel vindt. Een oud-hoofd van de AIVD, die een oordeel van de rechter onacceptabel vindt. Een korpschef van de Nationale Politie die een oordeel van de rechter onacceptabel vindt. Wat is dat voor een man die er zulke denkbeelden op na houdt in een democratische rechtsstaat? Wat zegt dit over de gang van zaken bij het Openbaar Ministerie? Wat zegt dit over de mentaliteit bij de AIVD? Gewoon je gang gaan en je zo weinig mogelijk aantrekken van de rechtsstaat? Meneer Bouman ging dit jaar voor een bespreking naar de Tweede Kamer en werd door de beveiliging gewezen op het feit dat hij zijn dienstpistool niet mee naar binnen mocht nemen. De reactie van meneer Bouman was veelzeggend en karakteriserend: hij zegde zijn afspraak af en ging weg. De wet geldt voor iedereen, behalve voor meneer Bouman. Deze man wil macht, maar geeft aan dat in een democratie zijn macht ongewenst is. Het laatste nieuws over boeman Bouman is dat hij volgend jaar afscheid neemt. Misschien heeft dit te maken met het debacle van de geldverslindende reorganisatie bij de politie.

    Rienk de Groot is regionaal recherchechef bij de politieregio Zeeland West-Brabant. Deze man is een hardliner en afkomstig van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) van de politie. Als plaatsvervangend BBE-commandant was hij betrokken bij de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier in 2004. Rienk doet uitspraken in de krant van 8 augustus 2015 (bndestem.nl) die niet kloppen met wat de politie elders verklaart. ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.’ De Groot heeft het in het artikel alleen maar over No Surrender en Satudarah. Het artikel kopt dan ook spectaculair: ‘No Surrender en Satudarah zware bedreiging’, recherche Zeeland-West-Brabant waakt voor motorgangs.’ Volgens de voortgangsrapportages die de politie regelmatig opstelt en verspreid staat juist dat ook clubs als Hells Angels, Veterans, Demons of Red Devils criminele motorbendes zijn. Verder noemt Rienk de Groot een aantal van 1200 leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s), waar de laatste voortgangsrapportage van de politie er juist 1800 noemt. Hij geeft wel weer aan dat 80% van die leden een strafblad heeft. Wat zijn nu de cijfers? 1800 of 1200 en wat is dan het percentage met een strafblad? Het lijkt er op dat de politie helemaal de juiste cijfers niet heeft.

    Verbal diarrhea

    Afgelopen week kregen wij weer verschillende artikelen in de media binnen. Uit de meeste artikelen blijkt hoezeer de politie in het duister tast over motorclubs en maar wat verzint. Zij hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

    Op 21 september, een maandag, begon de week met het nieuws dat de explosieve groei van criminele motorclubs was gestopt. Bijna alle media brachten het nieuws. Wij citeren staatsomroep NOS: ‘De jarenlange explosieve groei van criminele motorclubs is gestopt. Dat zeggen de Nationale Politie en de motorclubs zelf. De enorme aanwas was juist de reden voor een harde aanpak van de clubs.Verschillende overheden vreesden voor een bendeoorlog, omdat de territoriumdrift tussen motorclubs tot spanningen leidde. Pim Miltenburg, de politietopman die verantwoordelijk is voor de aanpak van de motorclubs, zegt dat de harde aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. “Burgemeesters hebben clubhuizen gesloten, er zijn veel onderzoeken geweest naar individuele leden van motorbendes, de Belastingdienst heeft meegewerkt om ze aan te pakken, de politie treedt op op de openbare weg. We zien daarom minder intimiderend gedrag van de motorbendes.’ ‘Miltenburg zegt dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Dit jaar zouden er negen afdelingen zijn bij gekomen. Een speciale eenheid van de politie heeft op dit moment zeventien motorclubs in beeld die ze crimineel noemt, met in totaal 123 verschillende afdelingen. In 2011 waren er nog maar tien clubs met in totaal 31 ‘chapters’. De politie heeft zo’n 1800 leden in het vizier.’

    Vreemd. Eerst wordt de onwetende burger vertelt dat er een explosieve groei was en dat die inmiddels is gestopt en dan volgt een uitspraak van de man die daarover gaat, Piem Miltenburg, dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Miltenburg, die zelfs binnen zijn eigen korps bekendstaat als een fanatieke hardliner, noemt daarbij een aantal van 1800 motorclubleden. Op 8 augustus 2015 noemt ex-BBE commandant en huidig recherchechef Rienk de Groot in bndestem.nl echter een aantal van 1200 motorclubleden. Nogal een verschil. Rienk de Groot verdiende zijn strepen tijdens de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier. Fijn dus om te weten dat hij zich nu bezig houdt met motorclubs. Dus wat is het nu? Lichte groei, explosieve groei, groei gestopt of aantallen fors teruggelopen? Wat in ieder geval wel weer duidelijk wordt is hoe de media geen enkele moeite doen om berichten en cijfers van de politie te verifiëren.

    Iets anders wat uit dit krantenartikel blijkt is de opmerking van Piem Miltenburg dat ‘juist de enorme aanwas de reden was voor een harde aanpak van de clubs’. Dat is wel zeer merkwaardig. Omdat de clubs groeiden, moesten politie, burgemeesters en belastingdienst in actie komen? En dan hebben we het dus over aantallen van ongeveer 1800 man. In totaal. Er moet wel waanzinnige paniek zijn bij de politie over de enorme toestroom bij watersportverenigingen, hockeyclubs, voetbalclubs en bridgegenootschappen.

    ‘We zien daardoor minder intimiderend gedrag van de motorbendes’, zegt Miltenburg nog en ook daar vinden wij iets van. Ten eerste is het zo dat er helemaal geen cijfers zijn van intimiderend gedrag van motorbendes. Welk intimiderend gedrag? Tegen wie? En vooral, door wie? Het kan toch niet zo zijn dat club ‘A’ intimiderend gedrag vertoont en club ‘B’ daardoor wordt lastiggevallen door de politie of zelfs in de statistieken terechtkomt? Verder is door talloze andere krantenartikelen bekend dat motorclubs niet welkom zijn in de horeca (op aandringen van de politie die schermt met onnauwkeurige rapportages en daarmee gemeenten en horecaondernemers onder druk zet) en dat clubs soms zelf besluiten om zonder colors te gaan stappen. Dat betekent dat die clubs misschien wel juist in aantal toenemen, maar onzichtbaar zijn geworden door de druk van de politie. Een ongewenst effect, daar wanneer dat inderdaad zo zou zijn, er veel minder zicht is op wie wat doet. De politie roept eerst dat motorclubleden zich schuldig maken aan zware misdaad, vervolgens zorgt de politie er voor dat de leden van die clubs zich minder vertonen met hun colors en dan roept de politie triomfantelijk dat de aantallen clubleden minder zijn geworden en hun beleid dus succesvol is. Rienk de Groot zegt daarover in bndestem: ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.” Dat is dus precies het omgekeerde wat de politie beoogt.

    Wij merken nog op dat de groei van motorclubs verband lijkt te houden met negatieve berichtgeving in de pers. Tijdens de oorlog in Scandinavië tussen Hells Angels en Bandidos namen de aantallen leden enorm toe. Na een zeer negatieve pers in Australië en verregaande maatregelen van de autoriteiten namen ook daar de aantallen leden toe (zie ook op deze website de blog Holle vaten…).

    We zagen net al de naam van een nieuwe motorclubexpert bovendrijven; de sportman Rienk de Groot. Als recherchechef moet De Groot zich blijkbaar nog inlezen, als commandant van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) hoeft hij dat waarachtig niet. Toch een beetje vreemd dat De Groot wel als expert geraadpleegd werd nota bene op de Politieacademie. Wij lezen op politieacademie.nl/onderwijs/ov namelijk het volgende: ‘Een motorclub ontwikkelt zich tot een criminele organisatie. In deze sessie vertellen de hoofdrolspelers van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie over de manier waarop in Enschede partners samenwerkten om dit probleem het hoofd te bieden. Daarvoor zijn de burgemeester van Enschede Peter den Oudsten, het plv. diensthoofd Landelijke Recherche Rienk de Groot en rechercheofficier mr. Evert Harderwijk van het Landelijk Parket (OM) uitgenodigd. “De belangrijkste vraag die op tafel lag was hoe we het toch voor elkaar hebben gekregen resultaten te boeken,” vertelt Harderwijk.’

    De politieacademie geeft dus les aan de hand van ‘gevallen uit de praktijk’, waarbij als expert mensen worden ingehuurd die de cijfers niet goed kennen. Toch wordt door het geven van uitgerekend lessen met als casus een motorclub een beeld gecreëerd bij politiemensen van gevaarlijke en misdadige motorclubs. Wanneer u nog twijfelt, hier het gevolg ervan. Op 112Groningen.nl van 26 september 2015 lezen wij over een grote oefening van de brandweer: ‘Denk aan verschillende scenario’s zoals een ongeval met gevaarlijke stoffen en een bijzonder waterongeval, maar ook brandbestrijding en een XTC lab. Ook was er een motorbende met een wietkwekerij.’

    Kwalijk, want er is nog nooit een motorclub als club betrokken geweest bij een wietkwekerij. Toch wordt een dergelijk feit geoefend door de brandweer. We zien dus hoe onnauwkeurige cijfers via niet ter zake kundige politiemensen terechtkomen in de leerstof of lesmateriaal voor weer andere politiemensen en zelfs de brandweer. Zorgvuldig een vijandsbeeld scheppen en daarna de zelf bedachte bedreiging uitschakelen. Het doet ons ergens aan denken.

     

     

     

     

    Holle vaten….

    Dat hardliners vaak roepen tegen beter weten in, is eigenlijk allang bekend bij de politici. Meestal zijn die hardliners militairen die stoere taal uitslaan over oorlog voeren en de vijand verslaan. Er moeten meer soldaten komen, er moeten meer en betere wapens komen, bondgenoten moeten worden ingeschakeld, de definities voor vijand moeten worden verruimd, iedereen die kritiek heeft op de generaals is een terrorist en dus eigenlijk ook een vijand en er is bijna altijd sprake van een ‘body count’, of een ‘bilan’ om de resultaten zichtbaar en meetbaar te maken. Dat uiteindelijk de vijand toch ondanks alle moeite en resultaten wint, is daarna nog decennialang voer voor historici.

    Voorbeelden te over voor praktisch gewonnen oorlogen die toch nog uitliepen op een nederlaag. Vietnam was een bekende, maar ook oorlogen als de oorlog in Frans-Indochina, Algerije, Nederlands-Indië waren er voorbeelden van. Vandaag hebben we de ‘war on terror’en de ‘war on drugs’. Beide oorlogen worden gevoerd door hardliners die als wetenschapper weinig goedkeuring van hun professor zouden genieten. Hardliners zijn van alle tijden, maar slapende politici ook.

    Een burgerlijke variant van de militaire hardliners zijn de hardliners bij de politie. Zijn de militaire haviken vooral schadelijk voor een bevolking ver weg en natuurlijk de eigen soldaten, de politiële hardliners zijn vooral schadelijk voor de burgerij die aan hun zorgen is toevertrouwd. Of overgeleverd, om de gevoelens van sommigen eens uit te drukken. Pseudo-wetenschappelijke experimenten en rapporten, vervalste rapportages, grove misleiding van en door de media, intimidatie van bestuurders en de rechterlijke macht en een vorm van corruptie die macht geeft aan zwakkelingen en gecorrumpeerde bestuurders hun zakken laat vullen zijn enige van de resultaten die onbeoogd toch worden bereikt.

    Laten wij ter zake komen. In eerdere artikelen trokken wij al de ‘oorlog tegen motorclubs’ in twijfel. De situatie in Nederland is als bovenstaand omschreven: rapportages worden vervalst of lijden aan tunnelvisie, de media worden beïnvloed, bestuurders worden direct of indirect geïntimideerd, motorclubs en leden van motorclubs worden in hun rechten geschonden. De vraag is wat het oplevert. Wordt de misdaad effectief bestreden door de zeer verregaande maatregelen die worden getroffen? In Nederland is er niet alleen sprake van een gebrek aan media om eventueel ontlastend nieuws voor motorclubs te verspreiden, er zijn geen resultaten van het huidige beleid die kunnen worden gepresenteerd. Geen positieve resultaten en eigenlijk ook geen negatieve resultaten. Er is niet bekend of de misdaad lijdt onder de ‘oorlog tegen de motorclubs’ , of misschien juist profiteert van het verleggen van de focus naar de motorclubs.

    Hoe kunnen wij dus toch met feiten en cijfers komen? Omdat deze overheid, en de media, zich erg vaak baseren op nieuws uit het buitenland zullen wij dat ook doen. In Nederland wordt vaak gewezen op de motorbendeoorlog in Canada, of the bikeroorlog in Scandinavië, wij vertellen graag eens iets over de ‘oorlog tegen motorclubs’ in Australië. Wij zullen ons baseren op een artikel in The Conversation van 28 juli 2015 dat werd geschreven door assistent professor Terry Goldsworthy van de Bond University. In tegenstelling tot de ‘voortgangsrapportages’ van de Nederlandse politie, dus wel degelijk wetenschappelijk.

    Na twee jaar enorm zware maatregelen door de Australische overheid tegen motorclubs, bikies geheten, is er geen overeenstemming tussen politiemensen of de zware aanpak resulteert in succes. De politie is maar deels betrokken bij het justitiële proces. Hun succes meten zij aan het aantal arrestaties dat wordt verricht. Nu echter blijkt uit recente analyses dat de betrokkenheid van ‘bikers’ bij georganiseerde misdaad veel kleiner is dan gedacht.

    De resultaten, oftwel de ‘bodycount’ van de ‘oorlog tegen motorclubs’ zou dus eigenlijk moeten worden getoetst aan de volgende indicatoren:

    ~ succesvolle veroordelingen van motorclubleden voor ernstige en georganiseerde misdaadvergrijpen, waarbij deze misdaden een meerderheid vormen van het ten laste gelegde;

    ~ bewijs dat aantallen leden van clubs afnemen en dat recrutering stopt;

    ~ bewijs dat ‘association laws’ (omgang hebben met criminelen) de criminele elementen van motorclubs tegenhoud elkaar te ontmoeten om georganiseerde misdaad te faciliteren;

    ~ een bewezen positieve invloed op de georganiseerde misdaad-markten waarvan de politie claimt dat bikers hier dominant in zijn;

    ~ bewijzen dat de structuren van de clubs gebruikt werden voor gezamelijke criminele doelen.

    Geen enkel bewijs is echter te leveren dat ook maar één van de punten hierboven is bereikt. Hoewel in de Australische deelstaat Queensland de bikers niet veel meer worden gezien, zijn de clubs nu ondergronds. De ‘oorlog tegen de motorclubs’ kende een aantal high-profile mislukkingen in de rechtszaal. Sommige zaken gingen niet eens naar de rechtbank.

    De politie pochte over een enorme toename van arrestaties voor afpersing ten gevolge van de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze zaken halen het niet in de rechtbank. Van grotere zorg is het dat sommige beklaagden de politie beschuldigen van afpersingspraktijken bij het ontlokken van bekentenissen. Wanneer dit bewezen kan worden, kunnen politiemensen daarvoor worden vervolgd.

    Misschien nog erger was het resultaat van veel openbare ordeverstoringen die ten grondslag lagen aan de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze aanklachten bleven in de rechtszaal niet overeind, terwijl ook hier beschuldigingen werden geuit dat hogere politie-echelons tussenbeide kwamen in het normale proces.

    Tussen april 2008 en april 2014 werd ongeveer 20% van de aanklachten tegen bikers in Queensland geseponeerd. De politiemethode om arrestatie-aantallen te vergroten, zonder aandacht voor de haalbaarheid in de rechtbank, is één van de oorzaken hiervan.

    De zware maatregelen in Queensland waren deels bedoelt om het ledenaantal van de clubs te laten afnemen en dat is ook precies wat de politie claimt. Maar het lijkt er op dat aantallen leden op nationaal niveau juist zijn toegenomen. In 2012 waren er 4483 geregistreerde motorclubleden in Australië, vandaag zijn het er 6000. Een toename van 34% in drie jaar!

    Cijfers van de politie in Queensland geven aan dat er in 2013 920 bikers waren. In 2015 maakte de politie bekend dat zij onder de zware nieuwe wetgeving tegen motorclubs 2214 bendedeelnemers hadden gearresteerd. Dus óf veel van die leden waren helemaal geen lid, óf de aantallen zijn enorm toegenomen. In beide gevallen bewijst dat het falen van de ‘oorlog tegen de motorclubs’.

    Er is vrijwel geen moeite gedaan om criminele elementen uit de motorclubs los te weken of te verwijderen. Uit studie blijkt dat misdadig gedrag een bijprodukt is bij sommige bikers. Het is niet het doel van de clubs.

    Wanneer motorclubs hun rechten en vrijheden werkelijk willen behouden is het redelijk om van ze te verwachten dat ze accepteren dat er een soort regeling komt om misdadige elementen te verwijderen, zodat ze toch legale organisaties kunnen blijven. Aldus een wetenschappelijk onderzoeker, die met cijfers komt en onderzoeksresultaten.

    De hardliners in Nederland die zo graag wetten willen veranderen om motorclubs te kunnen verbieden, de media die zogenaamd waken over de persvrijheid maar ongenuanceerd en zonder onderzoek te hebben gedaan schrijven, zouden de Australische ‘oorlog tegen motorclubs’ als goede les kunnen beschouwen. Dichter bij huis heeft de rechter in Duitsland al het colourverbod teruggedraaid. Misschien is niet elke biker een crimineel en misschien is niet elke politieman te goeder trouw.

    Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat

    Een prachtig verhaal over een politieman en hoe het gaat met vrijheid wanneer je eventjes niet goed oplet.

    De politieman is commissaris Bouman. Dat is er niet zomaar één. Commissaris Bouman is de grote baas van de Nederlandse politie. De allerhoogste chef. Vlak onder de minister van Justitie en Veiligheid. In een rechtsstaat is het zo geregeld dat de minister, als vertegenwoordiger des volks, de verantwoording heeft over het politieapparaat. Hij is dus de baas en hij is verantwoording schuldig aan het parlement. We zullen dus uitleggen wat een rechtsstaat eigenlijk is. Wikipedia zegt het volgende hierover:

    ‘Een rechtsstaat is een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten. De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderen. In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door wetten. Onafhankelijke rechters kunnen bij een conflict oordelen en worden geacht de wetten te volgen. Een rechter kan bij overtredingen sancties opleggen die wettelijk geregeld zijn. Als de rechters in een staat niet onafhankelijk zijn, mag die staat geen rechtsstaat genoemd worden.’

    De minister is de baas en de politie niet. De politie heeft voor goed functioneren natuurlijk zijn eigen hierarchie en een eigen baas. Maar die baas staat onder de minister en ook onder de wet. Er zijn wetten die de basis zijn voor het functioneren van de staat. Wanneer het omgekeerd zou zijn is er sprake van een politiestaat. Wikipedia zegt over de politiestaat het volgende:

    ‘Onder een politiestaat verstaat men een staat waar de sociale, economische en politieke macht door de leiders gehandhaafd wordt met behulp van (geheime) politie. Deze politie heeft in dit soort staten meer bevoegdheden dan gebruikelijk is in een liberale democratie. Politiestaten in de strikte betekenis van het woord worden meestal gekenmerkt door totalitarisme en een sterke sociale controle.

    Onder druk van een interne of externe bedreiging van de staatsveiligheid, al dan niet openlijk of bedekt gepromoot door media en overheden, bestaat het gevaar dat wetten doorgevoerd worden die burgerrechten inperken en stapsgewijs in de richting van een politiestaat leiden. Dikwijls wordt deze ‘bedreiging van de staatsveiligheid’ in scène gezet door degene die zich vervolgens als dictator ontpopt. Voorbeeld is nazi-Duitsland. Adolf Hitler kwam via verkiezingen op democratische wijze aan de macht. Vervolgens wist hij na de Rijksdagbrand, die hoogstwaarschijnlijk door de nazi’s zelf is voorbereid, grote bevoegdheden naar zich toe te trekken (uitroepen van de noodtoestand, etc) om ‘de orde te handhaven’. Met deze, in theorie tijdelijke, ‘ordehandhavingswetten’ schakelde hij in snel tempo alle politieke tegenstanders uit, werd de noodtoestand permanent, en werd het hele land aan zijn wil ondergeschikt gemaakt. Een recent voorbeeld van inperking van burgerrechten gebeurde na de aanslagen op 1 september 2011 in de VS. Ook hier werden sommige burgerrechten (in theorie tijdelijk) ingeperkt zoals het absolute recht op privacy. De regering Bush gaf aan dat dit in het kader was van de strijd tegen terrorisme en tegen drugs.’

    Is Nederland nu het één of het ander? Is Nederland een rechtsstaat, zoals de mensen denken, of is Nederland een politiestaat?

    Wij geven wat voorbeelden om de lezer aan het denken te zetten. In De Telegraaf van 4 maart 2015 zegt commissaris Bouman: ‘Er is een wetswijziging nodig om ervoor te zorgen dat agenten die noodgedwongen hun dienstwapen hebben moeten gebruiken, niet meer in hetzelfde juridische hokje terechtkomen als een burger of een crimineel.’ Dat zegt Bouman dus ruimschoots voor de dood van Mitch Henriques en de schietende agent uit Kerkrade.

    Het blijft daar niet bij. Op 17 juli 2015 bericht 1limburg.nl het volgende: ‘De politieagent uit Kerkrade die vrijdag veroordeeld werd tot twee jaar cel krijgt massaal steun van zijn collega’s. Ze zijn het oneens met de uitspraak. Ook de nationale politie heeft geen goed woord over voor het vonnis. In een persbericht stelt de organisatie ‘verbijsterd’ te zijn door de veroordeling van de agent. “Ik ben vreselijk teleurgesteld in het vonnis van de rechtbank”, reageert korpschef Gerard Bouman van de nationale politie. Hij heeft contact gehad met Gery Veldhuis, de chef van de eenheid Limburg. “Ik heb hem aangegeven dat deze collega alle steun van onze organisatie kan verwachten die hij nodig heeft”, zegt Bouman. “Wat mij betreft staat vast dat we dit vonnis gaan aanvechten tot aan de allerhoogste instantie.” ‘

    Korpschef Bouman, die ondergeschikte van de minister en daarmee dus onderworpen aan de rechtsstaat komt met twee zaken. Belangrijke zaken. Ten eerste wil hij de wet veranderen om schietende agenten niet zo snel te laten vervolgen. Ten tweede geeft hij aan de schietende en door de onafhankelijke rechter veroordeelde agent te steunen. De rechter veroordeelt de man dus en daarmee heeft die agent een strafblad. Hij is nu dus crimineel. Volgens de rechter. Maar niet volgens meneer Bouman. Wat ook al te denken geeft is de ‘massale steun’ van collega’s voor de veroordeelde agent. Die denken dus blijkbaar net over schieten als korpschef Bouman. Zeer opmerkelijk. En verontrustend.

    Maar wij gaan verder. De directe chef van de politieagent uit Kerkrade heeft aangegeven de politieagent niet te schorsen. Afgewacht wordt het hoger beroep. Ook de korpsbeheerder van het politiekorps in Kerkrade onderneemt geen actie tegen de veroordeelde schutter. Wie is nu deze korpsbeheerder? De korpsbeheerder is burgemeester Jos Som. Zeg maar de grote man achter de strijd tegen ‘motorbendes’. De ‘papa’ ook van Suze Som die volgens hem ernstig is bedreigd door Hells Angels. De man ook die het vakantiehuiske van Piet van Pol bezocht in Frankrijk. Piet van Pol de van corruptie verdachte vastgoedontwikkelaar die banden heeft met VolkerWessels en de veroordeelde Roermondse ex-VVD’er Jos van Rey.

    Wij gaan nu ietsje terug en komen terecht bij de Spaanse politieman luitenant-kolonel Antonio Molino Tejero die op 23 februari 1981 het Spaanse parlement binnendrong met zijn kornuiten, in de lucht schoot en riep: ‘Todos al suelo, y conho!’ Meneer Molino Tejero wist het beter dan de rechters en de parlementariërs.

    Waarom doet dat ons denken aan politievakbondsleider Gerrit van de Kamp? De wet moet veranderd worden om motorbendes te kunnen verbieden, zo vond deze man, die er zijn hand niet voor omdraait zijn mannetjes het Binnenhof te laten omsingelen. Met politiematerieel en wapens. Dezelfde Gerrit van de Kamp die zijn vriendin opdrong aan de Nationale Politie voor een goedbetaalde baan en zijn steun voor de vorming van de Nationale Politie opzegde toen zijn vriendin werd ontslagen.

    De hoogste politiebaas wil de wet veranderen en uit openlijk kritiek op een beslissing van een onafhankelijke rechter en de baas van de grootste politievakbond steunt hem door ook wetten te willen laten veranderen. ‘De politie is de baas op straat!’, hoorde je vroeger vaak roepen door agenten. Op straat of in de staat? Vanuit de politieorganisatie zelf horen wij nog geen tegengeluiden.

    In het Wikipedia-artikel over de politiestaat staat ook het volgende: ‘Onder druk van een interne of externe bedreiging van de staatsveiligheid, al dan niet openlijk of bedekt gepromoot door media en overheden, bestaat het gevaar dat wetten doorgevoerd worden die burgerrechten inperken en stapsgewijs in de richting van een politiestaat leiden.’

    Ook hier zien wij gelijkenissen met Nederland. Er wordt een vijandbeeld gecreeërd. Als externe bedreiging zou je kunnen zien de jihadstrijders in Irak en Syrië, die na terugkomst een interne bedreiging gaan vormen. Als interne bedreiging kun je ook de ‘motorbendes’ zien. Het is dan ook niet zozeer de rechtsstaat zelf die zich daarover zorgen maakt, maar het is de politie zelf die stemming maakt. Het is de politie die via de media en hun adviserende taak naar overheden toe bepaalt dat ‘motorbendes’ een groot gevaar zijn.

    Om deze strategie van maatschappelijke onrust een gezicht te geven, worden leden van motorclubs met naam en club genoemd door de politie aan de media. Het zogenaamde ‘name and shame’- beleid. De politie heeft dus een aantal mensen bij de media die daarvoor openstaan om het maar zachtjes uit te drukken. Deze mensen die openstaan zijn vaak zelfbenoemde ‘misdaadspecialisten’, zoals Robert Bas van de NOS die riep dat je welhaast crimineel moet zijn om het lidmaatschap van een motorclub te kunnen betalen en dat een Harley Davidson 60.000 á 70.000 euro kost. Of een Gerlof Leistra van Elsevier die niet alleen politie-informatie naar buiten brengt maar ook de politie ondersteunt in de wens tot het veranderen van wetten. Zo schrijft Leistra over de schietende politieman uit Kerkrade in Elsevier: ‘De verontwaardiging is terecht groot. Het valt niet goed uit te leggen dat een agent die tijdens de uitoefening van zijn soms levensgevaarlijke beroep een ernstige inschattingsfout maakt, dezelfde behandeling krijgt als de eerste de beste crimineel. Meer begrip was op zijn plaats geweest.’

    Heeft het effect, die artikelen in de pers? Volgens D66’er Gerard Schouw wel degelijk. Op 2 juli zegt hij: ‘Gerard Schouw van D66 heeft donderdag met een waarschuwing afscheid genomen van de Tweede Kamer. Hij was een kwart eeuw lang te vinden op het Binnenhof, onder meer als lid van de Eerste en later van de Tweede Kamer. ,,De overstap naar de Tweede Kamer was best wennen. In plaats van een stroom wetsvoorstellen dicteert de kop in de krant en het oog van de camera het ritme van de dag”, schreef hij in zijn afscheidsbrief. ,,Het is geen groot geheim dat de aandacht voor actuele politieke incidenten en de lange termijn onderwerpen zo af en toe wat uit balans raakt. Dat is een reëel risico voor de democratische werking van onze huidige parlementaire democratie. Daardoor gaan dingen mis. Meebewegen of juist tegenwicht bieden, dat is de vraag waar de Kamer wel wat vaker bij stil mag staan”, aldus Schouw.’

    Het heeft dus wel degelijk effect. De kop in de krant dicteert het ritme van de dag in de Tweede Kamer. Volgens iemand die het kan weten na 25 jaar politiek. En de koppen uit die krant zijn afkomstig van de politie. Dezelfde politie die wetten wil veranderen en mensen en clubs aanwijst als vijand. En daar dus de media voor misbruikt. Met ‘name and shame’. Maar ook met ‘voortgangsrapportages’. Wij hebben al gezien in eerdere blogs van Dupont op ‘Justitie en Veiligheid’ dat de politie niet schroomt valse informatie in die rapportages te stoppen. De raketwerpers van de Bandidos MC bijvoorbeeld. Wij zeiden al dat die niet van de Bandidos waren. Commissaris Piem Miltenburg, net als Gerard Bouman een geduchte hardliner, zei al dat het niet helemaal zeker was. Maar een dag later stond het wel als vaststaand feit in de voortgangsrapportage van juni. De advocaat van de Bandidos kwam vorige week in het nieuws met hetzelfde verhaal. De wapens werden niet eens in de dagvaarding vermeld, maar wel werden de Bandidos nog even vastgehouden voor nader onderzoek. Zo komen die wapens nog eens goed van pas.

    De advocaat van de Bandidos MC onthulde nog een andere taktiek. Zo stuurden Limburgse burgemeesters brieven naar horeca-gelegenheden om te waarschuwen dat de vergunningen zouden worden ingetrokken van horecazaken die Bandidos toelieten in hun zaak. Dat is heel opmerkelijk. Welk wetsartikel wordt daarbij gebruikt?

    Al jaren gaan verhalen in de motorclubwereld dat de politie stiekeme acties uitvoert om motorclubs of leden daarvan te benadelen. Zo worden horeca-ondernemers niet alleen bedreigd om MC’s buiten de deur te houden, ze worden ook bezocht om informatie over bezoekers los te peuteren. Ze worden bang gemaakt met de vraag of ze worden afgeperst, of rekeningen wel netjes worden betaald. Werkgevers van motorclubleden worden benaderd en bang gemaakt. Zakenpartners van motorclubleden die een eigen zaak hebben worden door de politie ‘gewaarschuwd’. Buren van clubhuizen worden benaderd en om informatie gevraagd of om aangifte te doen van welke vorm van overlast dan ook. Gemeentelijke overheden worden ‘ingelicht’ door de politie, die een unieke informatiepositie heeft, en vervolgens worden evenementen niet toegestaan of verboden terwijl ze al in een vergevorderd stadium verkeren, clubhuizen worden gesloten door informatie van de politie. De politie is opzichtig aanwezig bij bruiloften, familiefeesten waar ook motorclubleden bij aanwezig zijn en probeert soms verhuurders van feestzalen bang te maken hun zaal niet te verhuren, omdat er ook een paar leden van een motorclub komen.

    De vraag is hoe deze politie-acties zich verhouden tot de wet. De wet, basis van de rechtsstaat. Een wet die ondergeschikt is alleen in een politiestaat.

    Vaak is te horen hoe bestuurders of politiemensen in de media verklaren dat motorclubs leden die zich misdragen of de wet overtreden uit de club moeten gooien. Motorclubs doen dat al lang. Maar uit bovenstaande blijkt dat het bij de politie andersom is. De politieman die de wet overtreedt met, potentieel, dodelijk geweld, wordt niet zomaar ontslagen. Neen, men gaat er alles aan doen hem binnenboord te houden en betaalt soms zelfs zijn boetes.

    Zijn leden van motorclubs de laatste Robin Hoods? Zijn zij een soort vrijheidsstrijders? Nee, dat zijn zij niet. Maar meneren als commissaris Bouman of commissaris Miltenburg zijn het zeker ook niet. Wanneer wij onze vrijheid in stand willen houden, wanneer wij niet willen dat wij door onze eigen landgenoten worden bezet, wanneer wij niet willen dat ons land een politiestaat wordt, of blijft, dan zullen wij veel kritischer moeten zijn naar degenen toe die onze vrijheden afnemen. Elke dag een stukje. Elke dag een beetje. Elke dag iets. Want wanneer het te laat is, is het te laat.

    Het goede voorbeeld (1)

    Verschillende instanties zijn betrokken bij de bestrijding van motorclubs. Wie zijn de mensen bij deze instanties en is er op die mensen niets aan te merken? Het lijkt er niet op dat deze mensen een schone lei hebben.

    Allereerst is er het Landelijk Strategisch Overleg OMG’s. De voorzitter van dit orgaan is de oud-burgemeester van Enschede, nu burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten. Den Oudsten wordt genoemd als één van de beste bestuurders na Aboutaleb van Rotterdam. Je kunt in dit land gemakkelijk tot de besten behoren, wanneer de politie je een beetje behulpzaam is. Zo reed Den Oudsten in augustus 2008 door een rood verkeerslicht. De website binnenlandsbestuur.nl bericht hierover op 20 maart 2009: ‘Uit logboekgegevens van de verkeerspaal blijkt dat de burgemeester door rood licht reed. Den Oudsten heeft altijd beweerd dat hij groen licht zag, waarna een omhoogkomende paal de onderkant van zijn auto ramde. De politie stelde vast dat het rode licht niet brandde toen de burgemeester langs de paal reed en gaf hem geen proces-verbaal. Den Oudsten neemt nu de logboekgegevens voor kennisgeving aan, aldus zijn woordvoerder.’ Het gaat hier dus niet zozeer om het door het rode licht rijden, maar om het feit dat de politie de burgemeester op zijn woord geloofde. Krijgt de burgemeester nu wel een proces-verbaal nu de logboekgegevens het tegendeel bewijzen? Zonder aanziens des persoons geldt dus alleen voor gewone burgers en niet voor burgemeesters?

    Verder hebben we de Taskforce Motorbendes Brabant-Zeeland. Portefeuillehouder is burgemeester Jacques Niederer, de burgemeester van Roosendaal. Roosendaal kwam onder zijn leiding al in het nieuws toen bekend werd dat de gemeente een twaalftal werklozen met behoud van uitkering bij de nieuwe vestiging van Burger King wilde laten werken. Benieuwd wat de plaatselijke vestiging van McDonalds daarvan vond. Maar toegegeven, bij Burger King is de koffie beter. Als burgemeester kwam Niederer, oud-politieman, in 2013 in opspraak over zijn declaratiegedrag. Hij werd toen beschuldigd van het onder druk zetten van enige raadsleden om een onderzoek naar zijn declaratiegedrag te stoppen. Niederer ontkende dit, maar bleef als burgemeester van Roosendaal gewoon in Weert wonen.

    Een grote aanjager in de strijd tegen de motorclubs is de burgemeester van Kerkrade, Jos Som. Deze Som is al vele malen genoemd in minder frisse zaken (lees ook De brave burgervader en de motorbendes) en de gang van zaken rond het café van zijn dochter Suze op de Markt in Kerkrade lijkt ook minder fris. Zoals bekend kreeg Suze het aan de stok met haar buren, een afdeling van de Hells Angels, en werd het pand waarin die buren zaten toen door haar vader gesloten. Van Som wordt gezegd dat hij een flinke borrel lust. In de Roda-JC krant zei Som: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’, toen hij tien jaar geleden werd teruggefloten door toenmalig minister Remkes.

    Een andere Limburgse bestuurder is Onno Hoes, de burgemeester van Maastricht. Hoes kwam diverse malen zeer negatief in het nieuws met jonge schandknapen. De laatste keer dat dat gebeurde liet Hoes op zijn telefoon vertrouwelijke documenten zien aan de jonge schandknaap, die hij helemaal niet kende maar zojuist had ontmoet via Internet. Voor de Maastrichtse gemeenteraad was de maat vol, men voelde zich opnieuw in diskrediet gebracht, en Hoes kondigde aan te zullen vertrekken. Deze bestuurder die het zo overduidelijk ontbrak aan mensenkennis en discretie was al eerder vertrokken om onduidelijke redenen als voorzitter van het CIDI, een belangrijke joods/Israelische belangengroep. Op Wikipedia is te lezen dat Hoes zich, net als sommige politie-ambtenaren, weinig gelegen liet liggen aan de wet. Wikipedia: ‘Hij sprak zich in de media negatief uit over de wietpas en probeerde om, ondanks een gerechtelijke uitspraak, coffeeshops te verbieden om softdrugs te verkopen aan buitenlanders. Nadat coffeeshops doorgingen met de verkoop van softdrugs aan buitenlanders liet hij door de politie enkele panden binnenvallen.’ We zien hier dus een bestuurder die een gerechtelijke uitspraak naast zich neer legt om zijn eigen wil door te drijven en daarvoor zelfs aan zijn autoriteit toevertrouwde politie-agenten inzet. We denken hier aan burgemeester Jos Som, die riep: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’ Zo gaat dat blijkbaar in Limburg. De politie verzette zich niet, toen zij door Hoes ingezet werd voor een zaak die de rechter juist had verboden.

    Commissaris Piem Miltenburg, hoofd operatieën en verantwoordelijk voor de bestrijding van de ‘motorbendes’, is al uitgebreid besproken in eerdere columns. De binnen de politie-organisatie als hardliner bekendstaande Miltenburg doet telkens uitspraken alsof hij rechter is en geen politieman. Hij wil motorclubs verbieden, motorclubs zijn volgens hem crimineel, ze zijn een dekmantel voor de georganiseerde misdaad, ze zijn erop gericht misdaden te plegen. Al deze uitspraken komen in de pers terecht, zonder ooit aan een rechter te zijn getoetst. Sterker nog, toen het wel aan de rechter werd getoetst, oordeelde deze heel anders. (De zaak om de Hells Angels te laten verbieden, die mislukte). Miltenburg plaatst zich hiermee op de stoel van de rechter en zorgt opzettelijk voor grote maatschappelijke onrust, terwijl hij heel goed weet dat wat hij zegt niet door een rechter is bevestigd. Onder de leiding van Miltenburg is ook de nieuwe politietaktiek ‘name and shame’ in gebruik gekomen. Telkens wanneer een lid van een motorclub betrokken is bij iets strafbaars, wordt hij als zodanig genoemd door de media. In de praktijk komt het erop neer, dat ook vage kennissen en verre contacten van motorclubs genoemd worden als gerelateerd en relevant voor een motorclub

    Voorzitter van de politievakbond ACP Gerrit van de Kamp kwam in het nieuws toen hij riep dat de wet veranderd moest worden om motorclubs te kunnen verbieden. Al uitgebreid werd hier geschetst hoe Gerrit van de Kamp met zijn vakbond ACP actief was om de overheid onder druk te zetten om een loonsverhoging af te dwingen. Zo werd gedreigd voetbalwedstrijden niet meer te begeleiden (waarom roept Gerrit trouwens niet dat die ook verboden moeten worden?), er werd gedreigd met het niet deelnemen aan grote publieksevenementen als Sail en de Tour de France, er werd met harde acties gedreigd en het Binnenhof werd omsingeld door gewapende en geüniformeerde agenten. De politiebond ACP kwam ook in het nieuws toen zij een reactie gaven op het nieuws dat Arubaan Mitch Henriquez was omgekomen door toedoen van vijf politie-agenten: ‘We willen aangeven dat onze eerste zorg nu gaat naar de betrokken collega’s.’ Van enig mededogen bleek geen sprake. Verder twittert de ACP nog dit: ‘Helder signaal van politie Den Haag. Handen af van onze mensen.’ Dat vindt de ACP dus ietsje belangrijker dan de dood van een toerist. De ACP heeft ongeveer 25.000 leden, dat is bijna de helft van het totale politiepersoneel. Gerrit van de Kamp kwam ook in het nieuws in verband met het regelen van een baan voor zijn vriendin Marloes Smit. Op 7 februari 2015 schreef het NRC daarover: ‘Die dubbelrol leidde tot grote problemen. Zo meldde zich in juli 2013 een klokkenluider die stelde dat het ministerie van Veiligheid en Justitie de steun van de machtigste politievakbond kocht door Van de Kamp en zijn partner hun gang te laten gaan.’ Dat is nogal ernstig. Van de Kamp zette het ministerie onder druk om zijn vriendin een baan te geven, anders zou hij met zijn vakbond de nieuwe nationale Politie niet steunen. Dat zijn toch regelrechte mafiapraktijken. Wij vragen ons nu af hoeveel Gerrit van de Kamp verdient met zijn voorzitterschap en wat zijn declaratiegedrag is.

    Het LIEC-RIEC staat voor Landelijk Informatie en Expertise Centrum-Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Deze organisatie houdt zich bezig met de bestrijding van gezagsondermijnende activiteiten en de georganiseerde misdaad. Politiechef Patricia Zorko, verbonden aan het RIEC namens de Landelijke Eenheid kwam vorig jaar in het nieuws voor haar declaratiegedrag. Van alle politiechefs declareerde zij het meest: 13.350 euro. Een enorm verschil met sommige andere collega’s die zelfs helemaal niets declareerden. Geld blijft toch een voorname drijfveer voor de politiemannen- en vrouwen. En krijgen zij niet goedschiks wat zij willen, dan worden harde acties aangekondigd en zelfs uitgevoerd waarvan de burgers het slachtoffer worden.

     

    Burgemeester Jos Som in het nauw!

    Gisteravond was een uitzending van EenVandaag te zien met in de hoofdrol de Kerkraadse burgemeester Jos Som. Hoofdrol, geen glansrol. Want het lijkt er sterk op dat de man niet meer helemaal weet waar hij het over heeft. Ten eerste valt het op dat de man praat alsof hij net uit het café komt. Misschien een borreltje voor de zenuwen gedronken bij zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus? Erger nog zijn de onwaarheden die hij de ether in slingert.

    Zo verklaart Jos Som op EenVandaag: “Ik werd een dag van tevoren door de hoofdofficier gebeld, met de opmerking: ‘Ik raad je ten zeerste aan om voor het donker te vertrekken’. Dat heb ik gedaan.” Som wilde in eerste instantie niet zwichten voor de, zoals hij het noemt, ‘motorjasjes’. Maar de hoofdofficier hield voet bij stuk en Som besloot met zijn vrouw onder te duiken.

    Op 19 mei echter verklaarde meneer Som op 1Limburg.nl: ‘De aard van de bedreigingen en vanuit welke hoek ze komen, weet ik niet’. Er is hier dus helemaal geen sprake van ‘motorjasjes’. Bovendien blijkt uit de gang van zaken dat meneer Som in ieder geval niet rechtstreeks is bedreigd, maar dat de informatie kwam van het Openbaar Ministerie. En er is gebleken dat het Openbaar Ministerie in eerdere gevallen tegen burgemeesters loog over bedreigingen. Zo verklaart de burgemeester van Helmond in ed.nl op 27 juni 2015 dat hij vijf jaar geleden door Justitie verkeerd is voorgelicht over de bedreigingen aan zijn adres.

    Daarna vertelt meneer Som dat zijn dochter werd bedreigd door de Hells Angels. “Er komt een groot aantal mensen binnen, kleine vernielingen, zij doet aangifte. En vervolgens gaat de hele trein lopen”, zo vervolgt Som. “Ja, ik ben ook burgemeester, maar ik ben ook papa. En papa houdt in dat je ook zorg hebt voor je kinderen. En daar is mijn dochter heel nadrukkelijk ook bij betrokken”.

    In De Telegraaf van 7 juni 2014 staat het ietsje anders: ‘Afgelopen zondag weigerde de uitbaatster van café Suus, dochter van burgemeester Jos Som, 15 Hells Angels de toegang tot haar zaak. Vier vrouwelijke Hells Angels deden daarop aangifte van discriminatie.’ De vraag is nu of die dochter van de burgemeester is bedreigd, of dat zij alleen een groepje mensen heeft geweigerd. Dat is helemaal niet hetzelfde. Bovendien zijn er helemaal geen vrouwelijke Hells Angels. Dus gaat het waarschijnlijk helemaal niet om Hells Angels, maar hoogstens om supporters van de club. Zijn er aanhoudingen verricht? Wat is de schade? Wat is er precies gebeurd?

    (Uit nieuwe informatie die ons bereikt via de Facebookblog van Joseph Raaijmakers ging het om een groep supporters van de Hells Angels. Dat zijn geen leden, maar het is een soort fanclub. Dezen dragen een vestje met ‘Support 81’ op hun rug. Dezen zijn geweigerd bij Café Suus en één van die supporters heeft toen met een viltstift op de muur van het toilet ‘Support 81’ geschreven. Toen de Hells Angels dit hoorden hebben zij meteen hun excuses aangeboden en Suze Som een bloemetje overhandigd. De Hells Angels zelf zijn daar dus niet geweest en er zijn zeker geen vernielingen aangericht en ook zijn er geen bedreigingen geweest aan het adres van Suze Som.)

    De goede vader Som gaat verder met te vertellen dat zijn dochter door de motorbendes (wij nemen aan dat hij de Hells Angels bedoelt) is gebruikt als intimidatie-element. Er is echter heel veel voor te zeggen dat dat niet zo is. De Hells Angels hadden eindelijk een pand waar zij ongestoord konden samenkomen. Waarom zouden zij dan ruzie gaan maken bij de buren? De hele zaak begon te rollen vanaf dat moment. ‘Vervolgens gaat de trein rollen’, zegt meneer Som daarover. Toen begon het dus. Waarom zouden die Hells Angels hun eigen glazen ingooien?

    Nee, het lijkt er meer op dat meneer Som juist die Hells Angels gebruikt om zijn dochter en zijn eigen beleid uit de wind te houden. Namelijk voordat die Hells Angels naast Suze Som en haar Café Suus kwamen zitten, zat er een tapasrestaurant in het pand. ‘Navarro’, heette dat. En laat nou ook die dochter van meneer Som zich profileren met haar Café Suus als tapasrestaurant? Concurrentie? In ieder geval ging Navarro dicht. Wat weet meneer Som daarvan? Door zijn dochter te gebruiken als slachtoffer kon meneer Som het pand opnieuw sluiten toen de Hells Angels erin zaten. Wel toevallig. Al eerder schreven wij dat meneer Som heel wat heeft moeten knokken om dat nieuwe stadscentrum te laten bouwen. Hij werd zelfs gesignaleerd bij een van corruptie verdachte ondernemer in zijn vakantiehuis in Frankrijk. Die motorclub kwam dus roet in het eten strooien.

    Meneer Som heeft het ook over veel wapens die zijn aangetroffen bij een grote politieactie tegen de Bandidos MC. ‘Raketwerpers’, noemt Som zelfs. De dag na die invallen zei de leider van de bestrijding van de motorclubs, hardliner commissaris Piem Miltenburg, dat het wellicht maanden onderzoek zou vergen om vast te stellen wie de eigenaar van al die wapens was. Het was namelijk mogelijk bijvangst. Maar nu kan meneer Som vertellen dat het wapens van de Bandidos waren. Vermoedelijk is de advocaat van de Bandidos hier blij mee.

    Meneer Som wil ook drie motorclubs verbieden. Hij noemt dan Hells Angels, Bandidos en Satudarah. Die clubs houden zich bezig met tal van misdadige en ondermijnende activiteiten, volgens Som. ‘En wanneer je dat niet wilt dan trek je je jasje maar uit.’ Kan Som bewijzen wat hij daar roept? Want er is nog geen rechter in het land die dat wel kon. Opmerkelijk is dat Som ook Satudarah wil verbieden. Die zitten daar helemaal niet en spelen ook helemaal geen rol in Kerkrade. Wel opmerkelijk dat twee weken geleden ook vertrekkend burgemeester van Maastricht Onno Hoes Satudarah noemde in zijn laatste televisie-optreden voor zijn vertrek. Volgens Hoes kwam Satudarah met wel 70 man naar Kerkrade om aan de Hells Angels te laten zien dat zij niet bang waren. Hoes was in de war met de Bandidos die met ongeveer 20 man naar Kerkrade kwamen. Maar hij wil dus ook Satudarah om die reden verbieden? De man is in de war.

    Om nog even in Maastricht te blijven, daar was ook iets aan de hand met meneer Som. Of toch niet? Op Wikipedia lezen we over de activiteiten van meneer Som in Maastricht het volgende: ‘In november 2005 werd bekend dat Som eigenaar is van een studentenhuis in Maastricht, dat brandgevaarlijk was. Tot twee keer toe had hij geen gehoor gegeven aan de oproep van de gemeente om de gevaarlijke situatie op te lossen. Nadat de studenten een advocaat in de arm hadden genomen, werd het huis alsnog verbouwd’. Som luistert dus zelfs niet naar de gemeente Maastricht wanneer het gaat om geld verdienen. Laat die studenten maar lekker in een onveilig huis wonen.

    Nu we toch op Wikipedia zitten, lezen we even verder en komen nog veel meer dingen tegen. ‘In 2004 werd bekend dat de gemeente Kerkrade een lening van 15 miljoen euro aan voetbalclub Roda JC had verstrekt, terwijl burgemeester Som in een adviescommissie van de club zat. “Dat is mogelijk belangenverstrengeling,” oordeelde minister Remkes van Binnenlandse Zaken. “Ik maak zelf uit wat ik doe,” reageerde Som in de Roda JC-krant.

    In maart 2005 raakte Som in opspraak, omdat hij Ayaan Hirsi Ali verboden zou hebben om in Kerkrade een boomplantdag bij te wonen. De burgemeester ontkende deze lezing; hij zou wel de organisatie hebben kunnen overtuigen dat haar komst “op dit moment onverstandig is”. Minister Donner van Justitie stelde daarop dat Som er vanuit had mogen gaan dat de veiligheid van Hirsi Ali was gewaarborgd.

    In juni 2005 berichtten Limburgse kranten over hem dat hij bevoordeeld zou zijn bij de aankoop van zijn huis, zowel in Kerkrade als in zijn vorige gemeente Gulpen/Wittem. Later kwamen ook onrechtmatigheden bij het bouwen van een tuinhuisje naar boven. In oktober pleitte een extern onderzoek hem vrij, hoewel geconstateerd werd dat er procedurele fouten waren gemaakt.

    In januari 2013 kwam Jos Som onder vuur te liggen door een eerder bezoek aan de vakantiewoning van Piet van Pol. Piet van Pol is een vastgoedhandelaar die zelf in opspraak is geraakt door vermoedelijk steekpenningen te hebben geleverd aan onder meer de afgetreden wethouder Jos van Rey in Roermond. Som, verantwoordelijk als portefeuillehouder voor de realisatie van een nieuw centrum in Kerkrade, heeft op eigen initiatief de omstreden Piet van Pol betrokken als adviseur bij de realisatie van het centrum. Tegelijkertijd heeft Piet van Pol een aanzienlijk deel van de bestaande panden van het centrum in eigendom. Eind 2012 stemde de raad in om de panden duurder aan te kopen dan oorspronkelijk getaxeerd: het centrumproject duurde nu jaren en er zat anno 2012 nog steeds geen schop in de grond. Som en Van Pol beweerde in een gemeenschappeijke raadscommissievergadering dat de gemeente nu de kans had om het in eigen beheer uit te voeren. De raad stemde uiteindelijk, op één eenmansfractie na, in met het voorstel. Na de inval in de woningen, de vakantiewoning en het bedrijf van Van Pol in januari 2013 bleek dat Jos Som in 2002 een bezoek had gebracht aan de vakantiewoning van Van Pol. Ook bezocht Som in 2012 op uitnodiging van Van Pol in Roermond een carnavalszitting.’

    Nogal een waslijst. Niet alleen heeft meneer Som blijkbaar maling aan de gemeente Maastricht, zelfs de minister van Binnenlandse Zaken lapt hij aan zijn laars. Bovendien heeft meneer Som vreemde en ongewenste contacten met veroordeelde of verdachte zakenlieden en bestuurders. Ook ging er bij een aantal eigen procedures wel eens een wenkbrauw omhoog. Om het maar even heel diplomatiek uit te drukken.

    Wij blijven nu zitten met de nodige vragen. Is Piet van Pol de eigenaar van het pand van Café Suus? Wie heeft de vergunningen afgegeven voor de exploitatie van Café Suus? Waarom is Café Navarro weggegaan? Hoe is de financiering van Café Suus tot stand gekomen? Hypotheek of eigen geld, lening of voorschot van pappie? Wat was het conflict tussen Suze Som en de eigenaar van Navarro? Hoeveel verdiende meneer Som met de herbouw van het nieuwe stadscentrum? En wat wij ons ook afvragen is hoe EenVandaag zo eenvoudig, zonder eigen onderzoek en zonder weerwoord, met meneer Som als slachtoffer aan de haal gaat. Het is komkommertijd, hebben jullie geen tijd voor eigen onderzoek?

     

     

    Liegt de politie?

     

    Deze maand, juni 2015, verscheen een belangwekkend document waar nog veel over gesproken zal worden. Het heet ‘Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015’. Het document staat op het internet en is dus toegankelijk voor een ieder. Ik ga er van uit dat dat ook de bedoeling is. Het is dus ook de bedoeling van de verspreiders dat de lezer aanneemt dat wat er in dit rapport van de politie staat waar is. De waarheid ligt op straat zogezegd.

    Een rechtskundige zou zich eens moeten buigen over het hele document om te beoordelen of er iets kan ondernomen tegen de inhoud en de verspreiders ervan. Ik zal mij inhouden en mij dan ook beperken tot enige te veel in het oog lopende uitspraken.

    Gaan we eerst naar de titel. Outlaw Motorcycle Gang, staat daar. Een ‘gang’is een criminele organisatie. Nogal een beschuldiging. Vooralsnog vindt de rechter het niet. De politie wel. ‘Outlaw’ is een andere term die zeer negatief moet overkomen. Ook hier een erge beschuldiging. Ook een ‘outlaw’ is een crimineel. De term ‘OMG’ komt uit de Verenigde Staten en moet dienen om de leden van deze motorclubs te ontmenselijken. Er kan dan gemakkelijker op worden gejaagd. Of op worden geschoten, zoals vorige maand in Waco, toen 9 leden van twee motorclubs werden vermoord door de politie. Inmiddels zijn 14 agenten onder onderzoek geplaatst voor deze schietpartij. De agenten dachten door alle propaganda dat zij te maken hadden met levensgevaarlijke schietgrage terroristen. Veelbelovend  dat die term nu ook naar Nederland is overgewaaid.

    Daarna gaan we naar de inleiding. Daar staat het volgende:

    ‘Vijf raketwerpers gevonden bij actie tegen motorbendes (27 mei 2015) Recente ontwikkelingen in Limburg laten onverminderd een relatie zien tussen OMG’s en criminaliteit, ondermijning en bedreiging van de openbare orde.

    Criminaliteit en ondermijning

    Tijdens een grootschalig onderzoek van politie en OM treffen de partners onder andere aan:

    · raketwerpers;

    · automatische wapens;

    · handvuurwapens en munitie;

    · gestolen voertuigen;

    · vals geld;

    · een laboratorium en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs.’

     

    Dit nu is zeer opmerkelijk. Deze inleiding is bedoelt om aan te geven hoe noodzakelijk actie van de politie is. Maar Piem Miltenburg, hoofd operatieën en verantwoordelijk voor de bestrijding van de ‘motorbendes’, verklaarde daags na de invallen bij de Bandidos MC dat er wellicht nog maanden onderzoek nodig waren om vast te stellen aan wie al die wapens toebehoorden. Piem Miltenburg kan het weten, want deze man die binnen de politie bekendstaat als een notoire hardliner is de grote chef van de eenheid die zich bezighoudt met de bestrijding van MC’s. Het was en is dus helemaal niet zeker dat die wapens eigendom waren of op een andere manier iets te maken hadden met de gearresteerde leden van de Bandidos MC. Het kan net zo goed bijvangst zijn. Dat deze vondsten nu worden toegeschreven aan ‘motorbendes’ is dus lasterlijk. Maar we gaan door.

     

     

     

    Op bladzijde 4 van het document staat het volgende:

    ‘OMG’s zijn clubs met een hiërarchisch opgebouwde organisatie waarvan de leden (en andere daarmee verbonden personen) hun club gebruiken als een kanaal én afscherming voor criminele en ondermijnende activiteiten met financieel of ander materieel voordeel als oogmerk, waarbij (a) de leden geen van buitenaf opgelegde grenzen accepteren (‘outlaw’), (b) motorrijden, broederschap en groepssymbolen kenmerkend zijn voor de groepscultuur cq. het gewenste imago, (c) (dreiging met) geweld en verstoring van de openbare orde onderdeel van de clubcultuur is en ingezet wordt om hun (interne en externe) doelen te bereiken. De landelijke aanpak richt zich nadrukkelijk niet op de vele bonafide motorclubs die Nederland rijk is.’

     

    Wat het rapport hier beweert is dat deze OMG’s criminele organisaties zijn, want immers worden die clubs gebruikt om misdaden te plegen en bovendien zijn zij hiërarchisch en ook dat is een wettelijk kenmerk van een criminele organisatie. Dit is echter helemaal geen rechterlijke uitspraak, maar enkel en alleen een uitspraak van de politie die hiermee op de stoel van de rechter kruipt. En wanneer het niet bewezen is, en dat is het niet, dan is ook dit laster.

     

    Op pagina 6 lees ik het volgende: ’Inzoomend op de onderzoeken naar de zware en (internationaal) georganiseerde misdaad door (leden van) OMG’s levert een inventarisatie van zo’n 150 lopende en afgeronde opsporingsonderzoeken en strafzaken op.’

    Daarna een opsomming van onderzoeken. Maar ja, je kunt onderzoeken wat je wilt, wanneer de rechter zich uitspreekt is de verdachte pas veroordeeld. Of niet. En in de meeste gevallen is er geen rechterlijke uitspraak, geen veroordeling of zelfs vrijspraak en dus ook geen crimineel. De politie doet het hier opnieuw voorkomen alsof er enorm veel mis is door vele onderzoeken te initiëren en door te geven aan de media. Het resultaat zal ze wel niet bevallen. Bedenk wel, de politie is geen rechter!

     

    Ik lees opnieuw verder en kom op bladzijde 11. Hier het volgende: ‘Momenteel zijn nog 66 leden van OMG’s in het bezit van een beveiligingspas. Gevolg van het nieuwe beleid is dat naar al deze 66 onderzoek wordt gedaan. Dienst Justis heeft reeds van één beveiligingsbedrijf de vergunning ingetrokken en aan verschillende andere bedrijven boetes opgelegd. Op basis van de oude circulaire heeft de politie de afgelopen periode 22 beveiligingspassen ingetrokken of zijn betrokkenen niet meer werkzaam als beveiliger wegens ontslag. Voorts controleert de politie actief bij evenementen en aan de deur van horecagelegenheden op een juiste naleving van de Wpbr.’

     

    Hier wil ik even iets verduidelijken. Sinds een jaar of twintig zijn mensen die willen werken voor een beveiligingsbedrijf of rechtstreeks voor een horeca-instelling als portier verplicht een beveiligingspas te bezitten. De enige instantie die een dergelijke pas afgeeft is de politie. De eisen die worden gesteld zijn: 1. In het bezit zijn van een beveiligingsdiploma, 2. Geen strafblad hebben recenter dan 5 jaar en 3. Een beoordeling over de betrouwbaarheid van de kandidaat door de politie (de zogenaamde hardheidsclausule). De eerste twee eisen zijn vrij duidelijk, maar bij de derde wringt het al jaren. Het is namelijk mogelijk dat zelfs wanneer voldaan wordt aan de eerste twee eisen de politie toch geen pas afgeeft. Dit voor de duidelijkheid.

     

    In dit document geeft de politie dus aan dat leden van MC’s geen beveiligingspas mogen hebben. Er is vooralsnog geen enkele MC verboden, wel zwart gemaakt, maar dat is niet hetzelfde. Bovenop die hardheidsclausule die dus al bestond, geeft de politie nu dus ook geen passen meer af aan leden van een MC. Ook wanneer dat MC-lid wel degelijk zou voldoen aan de andere drie eisen. En dit dus ter anderenmale terwijl nog geen enkele MC is verboden. Dit wordt bovendien niet bepaald door een rechter, maar door de politie.

     

    Al lezende kom ik dus in dit document heel snel al drie voorbeelden tegen van oneigenlijke acties van de politie. De politie weet nog helemaal niet of de gevonden wapens wel toebehoren aan MC-leden, maar voor haar eigen doeleinden zeggen ze van wel. OMG’s worden neergezet als criminele organisaties, terwijl ze dat niet zijn. En ten derde worden burgers die aan alle eisen voldoen van hun baan berooft door de politie en niet door de rechter, omdat die politie een oorlog begonnen is tegen motorclubs. Motorclubs en geen motorbendes!

     

    Hebben de journalisten nu weer wat te schrijven? Blijf in de buurt, want er komt nog meer!