Afgelopen week kregen wij weer verschillende artikelen in de media binnen. Uit de meeste artikelen blijkt hoezeer de politie in het duister tast over motorclubs en maar wat verzint. Zij hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.
Op 21 september, een maandag, begon de week met het nieuws dat de explosieve groei van criminele motorclubs was gestopt. Bijna alle media brachten het nieuws. Wij citeren staatsomroep NOS: ‘De jarenlange explosieve groei van criminele motorclubs is gestopt. Dat zeggen de Nationale Politie en de motorclubs zelf. De enorme aanwas was juist de reden voor een harde aanpak van de clubs.Verschillende overheden vreesden voor een bendeoorlog, omdat de territoriumdrift tussen motorclubs tot spanningen leidde. Pim Miltenburg, de politietopman die verantwoordelijk is voor de aanpak van de motorclubs, zegt dat de harde aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. “Burgemeesters hebben clubhuizen gesloten, er zijn veel onderzoeken geweest naar individuele leden van motorbendes, de Belastingdienst heeft meegewerkt om ze aan te pakken, de politie treedt op op de openbare weg. We zien daarom minder intimiderend gedrag van de motorbendes.’ ‘Miltenburg zegt dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Dit jaar zouden er negen afdelingen zijn bij gekomen. Een speciale eenheid van de politie heeft op dit moment zeventien motorclubs in beeld die ze crimineel noemt, met in totaal 123 verschillende afdelingen. In 2011 waren er nog maar tien clubs met in totaal 31 ‘chapters’. De politie heeft zo’n 1800 leden in het vizier.’
Vreemd. Eerst wordt de onwetende burger vertelt dat er een explosieve groei was en dat die inmiddels is gestopt en dan volgt een uitspraak van de man die daarover gaat, Piem Miltenburg, dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Miltenburg, die zelfs binnen zijn eigen korps bekendstaat als een fanatieke hardliner, noemt daarbij een aantal van 1800 motorclubleden. Op 8 augustus 2015 noemt ex-BBE commandant en huidig recherchechef Rienk de Groot in bndestem.nl echter een aantal van 1200 motorclubleden. Nogal een verschil. Rienk de Groot verdiende zijn strepen tijdens de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier. Fijn dus om te weten dat hij zich nu bezig houdt met motorclubs. Dus wat is het nu? Lichte groei, explosieve groei, groei gestopt of aantallen fors teruggelopen? Wat in ieder geval wel weer duidelijk wordt is hoe de media geen enkele moeite doen om berichten en cijfers van de politie te verifiëren.
Iets anders wat uit dit krantenartikel blijkt is de opmerking van Piem Miltenburg dat ‘juist de enorme aanwas de reden was voor een harde aanpak van de clubs’. Dat is wel zeer merkwaardig. Omdat de clubs groeiden, moesten politie, burgemeesters en belastingdienst in actie komen? En dan hebben we het dus over aantallen van ongeveer 1800 man. In totaal. Er moet wel waanzinnige paniek zijn bij de politie over de enorme toestroom bij watersportverenigingen, hockeyclubs, voetbalclubs en bridgegenootschappen.
‘We zien daardoor minder intimiderend gedrag van de motorbendes’, zegt Miltenburg nog en ook daar vinden wij iets van. Ten eerste is het zo dat er helemaal geen cijfers zijn van intimiderend gedrag van motorbendes. Welk intimiderend gedrag? Tegen wie? En vooral, door wie? Het kan toch niet zo zijn dat club ‘A’ intimiderend gedrag vertoont en club ‘B’ daardoor wordt lastiggevallen door de politie of zelfs in de statistieken terechtkomt? Verder is door talloze andere krantenartikelen bekend dat motorclubs niet welkom zijn in de horeca (op aandringen van de politie die schermt met onnauwkeurige rapportages en daarmee gemeenten en horecaondernemers onder druk zet) en dat clubs soms zelf besluiten om zonder colors te gaan stappen. Dat betekent dat die clubs misschien wel juist in aantal toenemen, maar onzichtbaar zijn geworden door de druk van de politie. Een ongewenst effect, daar wanneer dat inderdaad zo zou zijn, er veel minder zicht is op wie wat doet. De politie roept eerst dat motorclubleden zich schuldig maken aan zware misdaad, vervolgens zorgt de politie er voor dat de leden van die clubs zich minder vertonen met hun colors en dan roept de politie triomfantelijk dat de aantallen clubleden minder zijn geworden en hun beleid dus succesvol is. Rienk de Groot zegt daarover in bndestem: ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.” Dat is dus precies het omgekeerde wat de politie beoogt.
Wij merken nog op dat de groei van motorclubs verband lijkt te houden met negatieve berichtgeving in de pers. Tijdens de oorlog in Scandinavië tussen Hells Angels en Bandidos namen de aantallen leden enorm toe. Na een zeer negatieve pers in Australië en verregaande maatregelen van de autoriteiten namen ook daar de aantallen leden toe (zie ook op deze website de blog Holle vaten…).
We zagen net al de naam van een nieuwe motorclubexpert bovendrijven; de sportman Rienk de Groot. Als recherchechef moet De Groot zich blijkbaar nog inlezen, als commandant van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) hoeft hij dat waarachtig niet. Toch een beetje vreemd dat De Groot wel als expert geraadpleegd werd nota bene op de Politieacademie. Wij lezen op politieacademie.nl/onderwijs/ov namelijk het volgende: ‘Een motorclub ontwikkelt zich tot een criminele organisatie. In deze sessie vertellen de hoofdrolspelers van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie over de manier waarop in Enschede partners samenwerkten om dit probleem het hoofd te bieden. Daarvoor zijn de burgemeester van Enschede Peter den Oudsten, het plv. diensthoofd Landelijke Recherche Rienk de Groot en rechercheofficier mr. Evert Harderwijk van het Landelijk Parket (OM) uitgenodigd. “De belangrijkste vraag die op tafel lag was hoe we het toch voor elkaar hebben gekregen resultaten te boeken,” vertelt Harderwijk.’
De politieacademie geeft dus les aan de hand van ‘gevallen uit de praktijk’, waarbij als expert mensen worden ingehuurd die de cijfers niet goed kennen. Toch wordt door het geven van uitgerekend lessen met als casus een motorclub een beeld gecreëerd bij politiemensen van gevaarlijke en misdadige motorclubs. Wanneer u nog twijfelt, hier het gevolg ervan. Op 112Groningen.nl van 26 september 2015 lezen wij over een grote oefening van de brandweer: ‘Denk aan verschillende scenario’s zoals een ongeval met gevaarlijke stoffen en een bijzonder waterongeval, maar ook brandbestrijding en een XTC lab. Ook was er een motorbende met een wietkwekerij.’
Kwalijk, want er is nog nooit een motorclub als club betrokken geweest bij een wietkwekerij. Toch wordt een dergelijk feit geoefend door de brandweer. We zien dus hoe onnauwkeurige cijfers via niet ter zake kundige politiemensen terechtkomen in de leerstof of lesmateriaal voor weer andere politiemensen en zelfs de brandweer. Zorgvuldig een vijandsbeeld scheppen en daarna de zelf bedachte bedreiging uitschakelen. Het doet ons ergens aan denken.