• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Minister van Justitie: ‘Huisuitzetting is geen straf’

    De Nederlandse politie en het Openbaar Ministerie geven prioriteit aan het bestrijden van hennepteelt. Dit is een sector waarin het makkelijk scoren is, want de gedoogde coffeeshops moeten bevoorraad worden en dan is het een koud kunstje om de achterdeur in de gaten te houden, mensen te volgen en de bron van de hennep te achterhalen. 

    Verder geven mensen via Meld Misdaad Anoniem hun buren aan als die een paar plantjes hebben staan. Laaghangend fruit wordt dit genoemd in politiekringen. De kans op succes is groot, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het opsporen van daders die handgranaten plaatsen of coffeeshops beschieten. In die categorie is tot nu nog bijna nooit iemand veroordeeld. Hennepteelt wordt ingedeeld bij ondermijnende criminaliteit en wordt integraal aangepakt. Dat wil zeggen dat zo veel mogelijk partijen worden betrokken bij de bestrijding en dat wordt geprobeerd de ondermijners zo veel mogelijk in hun portemonnee te treffen, naast de strafrechtelijke afhandeling. Dit wordt gecoördineerd door de ‘Regionale Informatie en Expertisecentra’ oftewel RIEC’s. Hierbij gaat het over ‘verstoren’ van ‘criminele netwerken’ en niet in de eerste plaats over strafrechtelijke vervolging.

    (foto: Politie Helmond)

    Dit stuk gaat over het sluiten van woningen. Wanneer de politie in een woning hennep aantreft, kan de burgemeester de woning sluiten voor een bepaalde periode. De bewoners mogen er dan niet meer in en moeten zelf maar een oplossing zoeken. Dit is een bestuursrechtelijke maatregel die wordt opgelegd naast de strafrechtelijke vervolging. Officieel is het geen straf, maar een ‘herstelsanctie’. Zoals VVD-kamerlid Arno Rutte het verwoordde: ‘De illegale situatie wordt gestopt en de norm wordt hersteld’. Het bij-effect is dat gezinnen dakloos worden. In geval van huurwoningen wordt vaak het huurcontract ontbonden en komen de bewoners op een zwarte lijst waardoor ze geen andere woning kunnen huren. Ook huiseigenaren die te goeder trouw zijn lijden schade van sluiting als hun huurders worden gepakt. Het valt op dat hardvochtig wordt gesloten – een MS-patiënt met planten voor eigen gebruik die zijn huis kwijtraakt bijvoorbeeld – terwijl het nut van de sluiting niet voor de hand ligt. Als de wiet weg is, is de norm al hersteld en niet drie maanden later.

    De woningsluitingen die we heden ten dage zien zijn gebaseerd op artikel 13b van de opiumwet. Wat vreemd is, omdat die wet is bedoeld voor coffeeshops die zich niet aan de gedoogcriteria houden. Om dealwoningen te kunnen aanpakken is er namelijk al een bevoegdheid in artikel 174a Gemeentewet die het mogelijk maakt om drugswoningen fysiek te sluiten. Om drugsoverlast vanuit voor publiek toegankelijke lokalen, zoals coffeeshops, te kunnen aanpakken, heeft de gemeente een algemene sluitingsverordening op grond van artikel 149 Gemeentewet. De gemeente moet dan wel bewijzen dat er een zodanige verstoring van de openbare orde en aantasting van het woon- en leefklimaat heeft plaatsgevonden dat die sluiting rechtvaardigt. Voor toepassing van artikel 174a Gemeentewet moet de burgemeester aantonen dat sprake is van een gevaar voor de veiligheid en de gezondheid als gevolg van gedragingen in de woning. Om op te treden tegen hennepkwekerijen is artikel 17 van de woningwet ingevoerd.

    Maar burgemeesters wilden, ook als er geen gevaar en geen overlast is, bij overtreding van de opiumwet al tot sluiting kunnen overgaan. Artikel 13b opiumwet gaf burgemeesters de bevoegdheid om op te treden tegen illegale verkooppunten: lokalen en panden anders dan woningen waarin hard- en/of softdrugs werden verkocht, afgeleverd, verstrekt dan wel daartoe aanwezig waren. In 2007 werd deze sluitingsbevoegdheid uitgebreid tot woningen en was de burgemeester bevoegd op te treden tegen alle illegale verkooppunten. Maar het bleef niet bij verkooppunten.

    Michelle Bruijn bestudeerde voor haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen 217 gevallen van toepassing van artikel 13b opiumwet die waren aangevochten voor de rechter en gepubliceerd op rechtspraak.nl. Het gaat om sluitingen van woningen, coffeeshops en andere ruimtes van 2008 tot en met 2015. Van deze sluitingen was 30% volgens de rechter onrechtmatig. Als het ging over woonhuizen was dat zelfs 40%. Volgens Bruijn wordt artikel 13b oneigenlijk gebruikt omdat het alleen is bedoeld voor coffeeshops en plaatsen waar wordt gehandeld, terwijl voor andere situaties andere wetsartikelen gelden. ‘Burgemeesters gebruiken het uit gemakzucht’ zegt Bruijn. In de rechtspraak is het werkingsgebied van artikel 13b steeds verder opgerekt en rechters accepteren onder verwijzing naar eerdere uitspraken ook hennepteelt of bezit van meer dan 5 gram cannabis als grond voor woningsluiting.

    De juridische vragen die voortkomen uit de formulering van artikel 13b laten zien hoe de rechtspraak het toepassingsgebied heeft vergroot. Zo is er de begunstigingstermijn. Dat betekent in het bestuursrecht dat een belanghebbende de kans moet krijgen zelf maatregelen te nemen om de bestuursdwang te voorkomen. De Afdeling bestuursrecht van de Raad van State maakte er van dat de betrokkene zelf de zaak kan dichttimmeren om kosten te besparen. En vandaag de dag kan de burgemeester de begunstigingstermijn omzeilen door te stellen dat de sluiting spoedeisend is.

    Dan heeft artikel 13b het over ‘verkocht’. Drugs moeten in een ruimte zijn verkocht voordat die kan worden gesloten. Daarvoor hoeven de drugs niet in die ruimte aanwezig te zijn. Zelfs elke ruimte waar iemand zich bevindt die telefonisch drugs verkoopt, kan met artikel 13b in de hand worden gesloten, zolang het verband tussen de handel en de ruimte wordt aangetoond.

    De zinsnede ‘daartoe aanwezig’. Aanvankelijk was de aanwezigheid van drugs niet voldoende voor sluiting van een lokaal of woning. Er moest de bedoeling van drugshandel zijn. Bij de verruiming van de sluitingsbevoegdheid in 2007 werd dit ook veranderd. Nu geldt de aanwezigheid van meer dat 0,5 gram harddrugs, 5 gram cannabis of 5 hennepplanten als bewijs dat er drugshandel is. En er kan worden gesloten.

    Vondst van een hennepkwekerij kon eerst niet leiden tot sluiting krachtens 13b, omdat artikel 17 woningwet daar voor was bedoeld. Daarna gold meer dan vijf oogstrijpe planten als handelsvoorraad. Daarna ging het over een handelshoeveelheid hennepplanten ongeacht groeifase. En op het moment geldt ook een kwekerij zonder planten, met alleen potten en plantenresten als ‘handelsvoorraad’.

    Dan is er de kwestie van de waarschuwing. In de parlementaire behandeling van artikel 13b werd gesteld dat sluiting het uiterste middel zou zijn, als andere, minder ingrijpende middelen niet kunnen worden aangewend om het gewenste doel te bereiken. Het gewenste doel is dan het herstel van de legale situatie. Slechts in een ‘ernstig geval’ zou van dit uitgangspunt mogen worden afgeweken. Wat moet worden verstaan onder een ‘ernstig geval’ werd niet besproken in de parlementaire behandeling. In de rechtspraak geldt nu 30 gram cannabis als ‘ernstig geval’ waardoor sluiting zonder waarschuwing mogelijk is.

    Als een burgemeester een woning sluit, moeten bijzondere omstandigheden zoals aanwezigheid van kinderen of verwachte grote psychische gevolgen bij betrokkenen worden meegewogen, anders kan de sluiting door de rechter onrechtmatig worden verklaard. Wanneer de burgemeester kan laten zien de afweging te hebben gemaakt, kan hij de woning sluiten zonder dat hij hoeft te vrezen dat de rechter daar tegen in gaat.

    Zo te zien wordt het de burgemeesters steeds makkelijker gemaakt om woningen te sluiten op basis van artikel 13b opiumwet. Als het gaat om 5 gram cannabis of 5 planten is duidelijk dat die 5 planten meer wegen dan 5 gram. Er zijn al mensen uit hun huis gezet die hun 5 gedoogde planten hadden geoogst en opeens toch een ‘handelsvoorraad’ hadden.

    Michelle Bruijn is niet optimistisch. De onrechtmatige sluitingen waren vooral onrechtmatig omdat de burgemeester niet goed had geformuleerd. ‘Iets wat makkelijk te herstellen is, en het is een kwestie van tijd voordat alle gemeenten met juridisch sluitende standaardmotiveringen werken. Hoeveel schade iemand heeft van wie het huis wordt gesloten is niet bekend. Daar is nooit onderzoek naar gedaan. En ook de sociale consequenties zijn onduidelijk.’

    En dan is er ook nog een wetsvoorstel om de sluitingsmogelijkheden nog verder te verruimen. Alleen al aanwezigheid van bloempotten waarin cannabis zou kunnen worden gekweekt is dan al genoeg om een woning te kunnen sluiten. Bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer werd het onderzoek van Bruijn door verschillende fracties aangehaald en werden vragen gesteld aan de minister. De sluitingen gelden dan wel als herstelsanctie en niet als straf, iemand uit huis zetten is ongeveer het ergste wat je iemand kan aandoen, beseffen ook sommige kamerleden. Weet de minister wel hoe vaak woningen worden gesloten? Nee, dat wist hij niet.

    Intussen zijn de antwoorden op de kamervragen binnen. Het goede nieuws is dat er zal worden geëvalueerd, zodat we eindelijk weten hoeveel woningen en lokalen er echt worden gesloten en wat de omstandigheden en financiële schade zijn. Helaas is die evaluatie driejaarlijks, dus dat duurt nog even. Als een huis of lokaal onterecht is gesloten denkt de minister dat de schade wordt vergoed, al legt hij niet uit hoe. Verder houdt de minister vast aan de opvatting dat sluiting van een woning geen straf is. Maar als je je verdiept in de aanpak van ‘ondermijning’ zoals justitie die heeft ontwikkeld zie je dat straffen buiten het strafrecht om daar een belangrijke rol in speelt. Het is de vraag hoe lang de minister kan volhouden dat het hierbij alleen maar om een herstelsanctie gaat.

    In 1948 hebben de Verenigde Naties in San Francisco de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld. Daarin staan de grondrechten opgesomd die ieder mens heeft. Er staat dat iedereen recht heeft op adequate huisvesting: staten moeten de bevolking beschermen tegen gedwongen uitzetting. Verder stelt het verdrag dat niemand mag worden bestraft zonder voorafgaande berechting. Nederland is mede-ondertekenaar van dit verdrag, maar het is niet direct toepasbaar in de rechtszaal. Pas als de Nederlandse rechtsmiddelen zijn uitgeput, kan men bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens terecht om de zaak te toetsen aan de mensenrechten.

    Waarom krijgen mensen van wie het huis wordt gesloten geen vervangende woonruimte zolang hun schuld niet vaststaat?

    Het wordt tijd dat dit exces uit de huidige war on drugs de aandacht krijgt dat het verdient. En dat er een einde aan komt.

    Hennepplantages: hoe burgemeesters hun boekje te buiten gaan bij huisuitzettingen

    Uitzending van Reporter Radio 8 april 2018

    Meer dan duizend mensen worden jaarlijks uit hun woning gezet vanwege de vondst van cannabis. In de strijd tegen hennepplantages zijn de bevoegdheden van de burgemeester zo ver uitgebreid dat het lijkt alsof hij op de stoel van de rechter zit. Maar die fluit hem nu terug: ruim dertig procent van de woningsluitingen blijkt onrechtmatig te zijn. “Het heeft zo’n impact als je uit je eigen huis moet.”

    Vooral in de grote steden en de grensprovincies worden veel hennepplantages in woonhuizen aangetroffen. In Limburg en Brabant, maar ook Gelderland, Friesland, Groningen en Drenthe. Toen hennepplantages in loodsen en kassen massaal werden opgerold, verplaatsten de plantages zich naar woonhuizen. En daar kon de burgemeester met de bestaande wetgeving niet ingrijpen. Dus werd de wet met de toepasselijke naam Damocles tien jaar geleden uitgebreid naar woonhuizen.

    Bij Germa ter Braak in Nieuw-Dordrecht staat een oude stacaravan, achter op het terrein. Vijf jaar geleden stond de politie bij haar op de stoep, ze wilden een kijkje nemen in de caravan, want ze hadden een anonieme tip gehad. En jawel, 246 planten stonden er in de oude caravan. De huurder was met de noorderzon vetrokken, Germa werd haar huis uitgezet. “Op dat moment werd ik behandeld voor kanker, ik kon dat er eigenlijk allemaal niet bij hebben”, zegt ze. “Eerst streed ik tegen kanker, nu strijd ik tegen de gemeente.”

    Huisuitzetting

    De Burgemeester van Emmen kon Germa haar huis uitzetten op grond van artikel 13B van de opiumwet, oftewel de Wet Damocles. Dat betekent dat de burgemeester iemand uit huis kan zetten bij wie hij een handelshoeveelheid cannabis of een hennepplantage aantreft. In praktijk wordt daarbij de norm gehanteerd van vijf wietplanten of vijftig gram gedroogde hennep.

    Een dergelijke maatregel (het dichttimmeren van een woning waar cannabis is aangetroffen) kan de burgemeester nemen om de overlast van drugspanden tegen te gaan. Maar, zegt Advocaat Maartje Schaap, naast deze bestuursrechtelijke maatregel is er ook nog het strafrechtelijke traject. De verdachte wordt door de rechter bestraft voor de wietplantage. Dan is een huisuitzetting dubbele straf, vindt Schaap. “De wet Damocles geeft de burgemeester het recht om mensen die alleen nog maar verdacht zijn te straffen: want wat is er erger dan je huis uit gezet worden?”

    Dubbel gestraft

    Germa krijgt dus met twee soorten recht te maken: ze heeft een strafzaak tegen zich lopen omdat ze meer dan de gedoogde hoeveelheid hennep in haar caravan heeft, en ze vecht, via het civielrecht, de maatregel aan die de burgemeester heeft genomen toen hij haar woning drie maanden sloot. Ze wordt vrijgesproken van de strafbare feiten, maar weet geen schadevergoeding bij de gemeente te bedingen. “Ik heb bij mijn ouders en mijn oudste zoon moeten wonen, maar terug in huis had ik geen geld om de stroom weer aan te laten sluiten. Mijn baan was ik kwijt, maar een uitkering kon ik niet krijgen. Ik had helemaal niks.”

    Gemakzucht

    Michelle Bruijn promoveert aan de Universiteit Groningen op het cannabisbeleid en dan vooral op de opiumwet artikel 13B, de wet Damocles. En, zegt ze, die wet wordt verkeerd gebruikt door burgemeesters: “Is er sprake van een hennepkwekerij dan kun je daar artikel 17 van de woningwet voor gebruiken. Voor overlast kun je artikel 174A van de gemeentewet gebruiken. Voor een illegaal verkooppunt kun je artikel 13B van de opiumwet gebruiken. Het aantreffen van een zogenaamde handelsvoorraad wordt als bewijs gezien dat er wiethandel plaatsvindt. Maar dat hoeft niet zo te zijn.”

    Artikel 13B is lekker makkelijk in gebruik. “Overlast aantonen is ontzettend moeilijk”, zegt Bruijn. “Voor het toepassen van 13B hoeft alleen maar aangetoond te worden dat de opiumwet wordt overtreden. Maar nu worden ook andere constateringen onder artikel 13B van de opiumwet geschaard en dat is juridisch gewoon niet juist.” Maar waarom doen burgemeesters het dan? “gewoon gemakzucht.”

    Strafbare feiten

    Opmerkelijk is dat burgemeester Eric van Oosterhout van Emmen twijfelt over zijn eigen beleid. “We kijken altijd wel even mee als we uitzetten, mensen staan niet op stel en sprong op straat. Anderzijds gaan we er ook wel vrij stevig mee om. Ook een moeder met twee kinderen moet zich realiseren dat ze bezig is met strafbare feiten.” En als ze achteraf vrijgesproken worden? “Daar zou ik wel een evaluatie over willen hebben. Ik ben wel benieuwd naar de effectiviteit van dit beleid, want het gaat ons om het systeem, niet om die wietplanten die op een zolder staan, dat schiet niet zo op. Kunnen we het systeem lek trekken? In alle eerlijkheid: dat lukt ons maar mondjesmaat.”

    Glijdende schaal

    Hoogleraar bestuurlijk sanctierecht Henny Sackers van de Radboud Universiteit Nijmegen ziet een glijdende schaal: in de strijd tegen de wieteelt lijkt alles geoorloofd. “De burgemeester is van oudsher de hoeder van de openbare orde, maar de afgelopen 20 jaar zijn steeds meer bevoegdheden aan de burgemeester gegeven. Hij wordt steeds meer ingezet als iemand die sancties moet gaan opleggen, burgers moet gaan bestraffen. Ik ben van mening dat de burgemeester onderhand de lokale officier van Justitie, de lokale boevenvanger is geworden.”

    Maar, ziet Sackers, de rechter is aan het schuiven. Waar de rechter vroeger aannam dat er een handelshoeveelheid was aangetroffen, is er de laatste twee jaar een kentering waar te nemen als het gaat om de hoeveelheid cannabis voor eigen gebruik. Sackers: “Dat betekent dat de politie bij een inval echt een handelshoeveelheid drugs moet aantreffen.” Onderzoeker Bruijn: “Klopt, maar of het leidt tot minder sluitingen is niet duidelijk.”

    Bruijn analyseerde 217 rechterlijke vonnissen. Daaruit bleek dat de burgemeester bij 30 procent van de uithuiszettingen ongelijk kreeg. Burgemeester Oosterhout van de gemeente Emmen: “Als je ziet wat burgemeesters de afgelopen tien jaar aan extra bevoegdheden gehad hebben… het moment dat ik ze heb, wordt er ook naar me gekeken van gaan we nou nog wat doen?” Dus je ziet ook in burgemeestersland hevige discussies over de rol van de burgemeester als sheriff.

    Extra bevoegdheid

    Maar terwijl de burgemeesters discussiëren, ligt er bij de Tweede Kamer een nieuwe wet om de bevoegdheden van de burgemeester nog verder op te rekken: niet alleen de aanwezigheid van drugs, maar ook spullen die erop duiden dat er drugs aanwezig is, zoals gripzakjes of lampen, maken het dan mogelijk dat de burgemeester een bewoner zijn huis uitzet.

    Voor mensen als Germa is het te hopen dat de burgemeester met die nieuwe bevoegdheid voorzichtigheid omgaat. “Ik heb een heel moeilijke periode daardoor gehad. Ik wil niet melodramatisch overkomen, maar het was zelfs zo ver dat ik geen zin meer had in mijn leven. Dan denk ik: waar heb ik het allemaal voor gedaan?”

    zondag 8 april 2018 | KRO-NCRV | Joga Brouwers

    artikel is hier te vinden op 8 april 2018

    uitzending van Reporter Radio is hier te vinden