De coronaboete is de nieuwe tak van sport van de overheid om de burger op zijn plek te zetten. Wat volgt is slechts een bloemlezing van repressie rond het opleggen van coronaboetes.
Het Mulderfeit, voluit de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, is vernoemd naar een hoge ambtenaar, Albert Mulder. De behandeling van een verkeersboete verhuist van het strafrecht naar het bestuursrecht. Het komt erop neer dat een onafhankelijke toetsing niet langer mogelijk is. U bent goed of u bent fout. Het hele jaar rijdt u netjes, de dag voor kerst net iets te hard de bebouwde kom in en ja helaas, u bent erbij, schuldig.
Nu kunt u bezwaar aantekenen, maar dat doet u bij dezelfde instantie die u de straf oplegt, zoals de drugsgebruiker moet ervaren als hij/zij van de gemeente een gebiedsverbod krijgt opgelegd en bij diezelfde gemeente zijn bezwaren moet indienen. Complexe procedures waar veel mensen geen energie, tijd, laat staan geld en kennis voor hebben. Vergelijkbaar met het indienen van een de klacht tegen de agent die u slaat, onheus bejegent.
De coronaboete is de nieuwe tak van sport van de overheid om de burger op zijn plek te zetten, zoals eerder gebeurde bij identificatieplicht, preventief fouilleren, gebiedsverboden, etnisch profileren, vreemdelingencontroles en ga zo maar door. Misschien zijn sommige mensen onvoorzichtig of onoplettend, misschien wat recalcitrant, maar dit zijn onzekere tijden, zowel economisch als psychisch. Daarbij hoort een overheid die beschaafd optreedt. Een overheid die bij alle maatregelen uit het verleden heeft laten zien dat zij daar niet toe in staat is.
De bloemlezing bestaat uit voorbeelden. Deze zijn slechts exemplarisch, wat niet is meegenomen zijn klachten van werknemers over hun werkgevers die de regels aan hun laars lappen en daar eenvoudig mee wegkomen, de onduidelijkheid van de coronaregels, de willekeur en grote verschillen in uitvoering van de handhaving, zowel binnen veiligheidsregio’s als tussen veiligheidsregio’s, en het feit dat je naar de rechter kunt stappen om je gelijk eventueel te halen. Dit laatste gebeurt misschien nu massaal, wat ook bij de identificatieplicht gebeurde, maar is niet eenvoudig en maakt de repressie er niet minder om.
Een minuut te laat
Op 18 oktober 2020 verscheen een filmpje op internet waarin een winkelier het aan de stok krijgt met een boa (bijzondere opsporingsambtenaar). In Amsterdam moeten vanwege de coronacrisis winkels sluiten om 20.00 uur. De winkelier weet dit en is bezig de laatste handelingen te verrichten alvorens hij zijn winkel sluit.
Maar dan komt er een boa op zijn fiets voorbij voorbijgerecen, stopt en stapt af. Het is 20.01 uur. Eén minuut na acht uur ‘s avonds dus en dus ook één minuut te laat. De boa wil een bon uitschrijven voor de te late winkelsluiting, maar heeft daarvoor de legitimatie van de winkelier nodig. Die krijgt hij niet zomaar.
De winkelier wil eerst een legitimatie zien van de boa. De boa weigert dit en roept dat de winkelier maar gewoon een burger is. De winkelier weigert nog steeds. De boa roept nu de hulp in van collega’s. Verschillende boa’s arriveren snel ter plaatse met de fiets. Uiteindelijk legitimeert iedereen zich. De eerste boa schrijft een bon voor de winkelier uit.
Nadat de boa’s weg zijn gereden, kan de winkelier eindelijk zijn winkel sluiten en gaat naar huis.
Een seconde te laat
Maher Hajj Kaddour moet rennen om de trein te halen. Hij is onderweg van Nijmegen naar Amsterdam voot zijn staatsexamen Nederlands dat hij nodig heeft voor zijn droom, tandarts worden. Hij is laat, checkt in en rent naar de trein en kan nog net op tijd instappen, denkt hij. Zijn droom wordt echter wreed verstoord. Hoewel hij de trein heeft gehaald, had hij zijn mondkapje nog niet op. Hij is daar wel mee bezig, maar dat was voor de aanwezige boa’s van de NS niet afdoende.
Die seconde wordt hem fataal, hij wordt dusdanig de trein uitgewerkt dat hij met gekneusde ribben op het politiebureau belandt. En waarom? Die ene seconde is blijkbaar belangrijker dan een beschaafde bejegening, terwijl er geen andere reizigers bij hem in de buurt stonden toen hij instapte.
Centimeters te dicht op elkaar
In mei 2020 zit Marie gezellig te picknicken met twee vrienden In Amsterdam. Ze hielden gepaste afstand, tassen en jassen lagen tussen ze in. “Ineens hoorde ik in mijn oor: staan jullie op hetzelfde adres ingeschreven? Het waren twee agenten. Daar konden we niet bevestigend op antwoorden.”
Ze werden alle drie op de bon geslingerd, fout klaar. Marie zegt in Het Parool nog dat ze zelf kritiek had op een groep van zeven die op hetzelfde veldje aan het barbecueën is: “Asociaal, vonden we het, dat doe je toch niet?” Of zij een bon hebben gekregen is niet bekend, Marie wel maar waarom?
De agenten zeiden volgens Marie bij het uitschrijven van de boetes: “Als je 20 centimeter opzij had gezeten, waren we waarschijnlijk doorgefietst.” Hadden de agenten dan de afstand tussen de drie vrienden opgemeten, nee, of een dusdanig mathematisch inzicht dat zij de afstand exact konden ínschatten? Ook niet.
Sporten mag niet meer
In september 2020 moet een 37-jarige Vleutenaar voor komen voor een overtreding van de coronaregels op het Lint in het Maximapark in Utrecht. De rechter praat tijdens de rechtszaak de politieagent die hem bekeurde na: “U sportte, maar niet alleen. Drie mannen zaten te dicht op elkaar.”
De Vleutenaar herkent zich niet in het verhaal van de rechter en de agent. Na het sporten in het park wil hij zijn fiets pakken en wegrijden. Fietsenrekken zijn niet coronaproef dus de man kan niet anders dan dichtbij een van de twee mannen waaraan de rechter refereert zijn geweest. Ook bij het wegfietsen, want als je dicht bij elkaar staat geparkeerd is dat fysisch niet mogelijk om meteen precies anderhalve meter van elkaar weg te fietsen.
“Overal zie ik dat mensen die bewust regels overtreden eerst gewaarschuwd worden. Ook als ze moedwillig feestjes bezoeken”, zegt de Vleutenaar nog om zichzelf vrij te pleiten, maar helaas. De rechter veroordeelt hem. Of de twee andere mannen waarover de rechter spreekt ook zijn veroordeeld wordt niet in het artikel vermeld, maar waarschijnlijk niet want zowel de politieagent, officier van justitie, rechter als journalist maken daar geen melding van.
Vermaak wordt bestraft
De politie was al eens langsgereden terwijl Fem nog maar net tien minuten in het park aan het spelen was met twee vrienden. Ze staan ieder op hun eigen koord te balanceren, zelf noemen ze het slacklinen. Voor iedere toeschouwer was het duidelijk dat er tussen de koorden en de dansers anderhalve meter zat, maar niet voor de handhavers.
Die stonden op enige afstand te kijken om het drietal te betrappen op een misstap en die is altijd makkelijk te verzinnen want eigenlijk vinden de functionarissen van de overheid dat mensen zich niet moesten vermaken. Fem hoorde van een voorbijganger dat de handhavers hadden gezegd dat “we ‘circusje’ aan het spelen waren.”
Kordaat kwamen de beambten aanstappen, vroegen om legitimatie en schreven vervolgens een boete uit voor het overtreden van de regels. Het ging niet om het drietal alleen, het ‘circus’ bestond volgens de handhaver uit vijf personen. Een totale vreemde voor Fem werd er bij gesleept: “Een eindje verderop stond een onbekende jongen te jongleren, maar volgens de handhavers hoorde hij bij ons.”
Ontmoeten mag niet meer
Een coronaboete vond zijn weg naar het nationale nieuws en er werd zelfs een crowdfunding actie voor op poten gezet om het verschuldigde bedrag in te zamelen. Vier personen kregen de boete van handhavers opgelegd voor een illegale samenkomst. Een bekende van de slachtoffers schreef het hoofd van de veiligheidsregio aan.
“Bij een mij bekend echtpaar ging de bel: de schoonouders stonden voor de deur met gebakjes. Daarop kwam het echtpaar naar buiten. Op het openbare grasveld voor de deur aten zij en de schoonouders op ruime afstand van elkaar de gebakjes op. Twee boa´s verschenen die dit als een ongeoorloofde samenkomst aanmerkten.”
Hoe repressie werkt maakt de noodverordening van die veiligheidsregio duidelijk: “Het is verboden om samenkomsten te laten plaatsvinden, te (laten) organiseren of te laten ontstaan, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen.” Binnen samenkomen in een supermarkt, winkelketen of kerk, synagoge en moskee mag wel, maar even iets vieren zelfs op afstand en in de buitenlucht is strikt verboden.
Onfatsoenlijke boete
Soms lijkt het repressie apparaat toch tot inkeer te komen, zoals op het moment dat een rechter zegt: “Ik vind dat de politie had kunnen zeggen: ‘Ga even uit elkaar.’ Ik vind het niet van fatsoen getuigen om meteen een boete uit te delen.” Probleem is dat dit fatsoen zes maanden te laat komt en volgt op een preek van de rechter dus hoe serieus dat te nemen is, is niet duidelijk.
De boetes aan een stel jongeren was uitgedeeld begin april 2020. Een half jaar later toont de overheid dus een klein stukje beschaving, te laat om nog serieus te nemen. Want wat is er eigenlijk gebeurd en waarom niet meteen de menselijke maat gehanteerd?
Er zijn verschillende groepen jongeren die tegen de lamp lopen. Een 20-jarige man uit Hoogeveen kreeg een boete opgelegd omdat hij buiten op een bankje zat met vrienden. Ze zouden te dicht op elkaar hebben gezeten, maar zegt de man: “We mochten met drie personen naar buiten, dan gaat het ongemerkt weleens een keer verkeerd.”
Een ander groepje was ’s nachts aan het chillen in een garagebox. Het ging zelfs om een groep van zes jongeren, maar opnieuw was er geen sprake van een gesprek tussen politiefunctionarissen en slachtoffers, maar van een bonnenboekje. Beide groepen jongeren kwamen er zonder boete van af omdat ze naar de rechter waren gestapt.
Dit gebeurt in 40 procent van de coronaboetes, ook worden vaak boetes verlaagt naar het oordeel van de rechter. Dat klinkt allemaal heel redelijk, maar 60 procent van de boetes worden gewoon gecasht, waarom worden die niet nader beoordeeld?
Dienders jagen zelfs op kinderen
Een jongen van veertien en een meid van vijftien worden op de bon geslingerd omdat ze te dicht op elkaar zouden staan. Isa uit Ooij zit samen met twee vriendinnen op een picknickbank te chillen. Plots stopt er een boa, vraagt om de legitimatiebewijzen en bekeurt de drie meiden. Als een van de vaders polshoogte komt nemen en zegt dat de afstand tussen de drie vriendinnen ruim anderhalve meter is, krijgt hij als antwoord: “Heb ik allemaal niks mee te maken. We zijn klaar met waarschuwen. Ze krijgen alle drie een bekeuring.”
Ook Tycho uit Groesbeek is de sigaar. Als hij na een dag hard werken in de tuin van zijn moeder met een vriend frisdrank heeft gekocht bij de lokale supermarkt, stopt er een andere vriend op de scooter voor een zeer korte babbel. En plots staat daar een boa die hen op de bon slingert. De jongen op de scooter gaat er snel vandoor.
Tycho was de boa onderweg naar de supermarkt tegengekomen. Het ging al met al om seconden, niet minuten. Het bizarre is dat de waarschuwing eigenlijk ook al meteen een boete is. De boa zegt tegen Tycho en zijn vriend: “Jullie zijn netjes blijven staan. Ik geef een waarschuwing. Hij wil weglopen, en ineens zegt ie: ‘ik geef toch een bekeuring’.”
Straf om het Straffen
De waarheid is altijd het eerste wat ten koste gaat van repressie. Bij onderzoek naar de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht (WUID) werd dit ook meteen zichtbaar, net als bij veel repressieve wetgeving. Bij de uitvoering bleek al snel dat het woord van de functionaris heilig was. Getuigen werden door de rechter van tafel geveegd, niet ter zake doende. Ik heb een kopie van mijn legitimatie bij me, helaas. Bij de coronaboete is dit ook aan de hand.
Half april werd Laura (niet haar echte naam) met partner en vriendin op de bon geslingerd. Ze zouden te dicht op elkaar zitten, aldus drie boa’s die zelf geen afstand hielden van elkaar. “Ze moesten nu echt eens luisteren”, zeiden de boa’s volgens haar. Wat de situatie absurder maakte is dat Laura en haar partner in een huis wonen en ze bewust afstand van hun vriendin hielden.
De boa’s stelden dat ze anders hadden gezeten op een verder leeg plein, alsof de beambten lange tijd de drie mensen hadden bespied. Volgens de handhavers was het partnerschap zelfs te betwijfelen omdat het stel formeel geen huishouden vormde. Eerst legitimeren, vervolgens wat verzinsels en dan boete!
Boetes om quota’s te halen?
Een man is op weg naar de supermarkt en komt onderweg vijf boa’s tegen. Voordat hij weet wat er is gebeurd, wordt hij aangehouden. Twee boa’s doen aangifte tegen hem. De man zou de boa’s hebben bespuugd, dan wel in het gezicht hebben gehoest, zo wordt vermeld in de aangifte die ook door de drie anderen boa’s wordt onderschreven.
De advocaat van ‘coronahoester’ vroeg vervolgens de beelden op van het voorval en wat blijkt, er bleek niets aan de hand. Wat wel op de beelden is te zien is dat de man op weg naar de supermarkt de boa’s passeert en vervolgens aangehouden. Op de beelden is niets te zien van spugen of hoesten.
De man moet bijna een half jaar wachten op de uitspraak van de rechtbank. Volgens de rechter is er ‘gebrek aan bewijs’, maar dat is een vreemde vaststelling omdat op de beelden te zien is dat de vijf boa’s liegen. Er is dus geen gebrek aan bewijs, maar geen bewijs en wel bewijs voor strafbaar handelen van overheidsfunctionarissen. Hoewel de man vrijgesproken is, laat het zien waar repressie toe kan leiden.
De kleintjes worden gepakt
Veel kleine ondernemers proberen het hoofd boven water te houden. Grote bedrijven hebben naast grotere flexibiliteit ook invloed op bestuur en politie. De onbelangrijke winkels, restaurants en horecagelegenheden niet. Sommigen proberen door creatieve vondsten nog een kleine beetje te verdienen tijdens een lockdown.
Zo ook twee ondernemers in Eindhoven. De een is eigenaar van een nachtclub en de ander heeft een bedrijf dat videoproducties maakt. Op 30 april kregen zij naast een bedrijfsboete ook acht coronaboetes opgelegd. Die avond staat er plots veel politie voor de deur en als zij open doen krijgen zij bezoek van twee boa’s die, begeleid door agenten, hen boetes oplegt. Welke regels er overtreden zijn, wordt niet duidelijk. Er is geen gesprek mogelijk met de dienders. “Doe effe rustig”, is het enige dat de beambten zeggen.
Wat was er dan aan de hand? De twee ondernemers hadden de nachtclub omgebouwd tot filmstudio met twee dj’s, de moeder van een van de dj’s en drie cameramensen. In totaal acht mensen. Ze waren aan het werk, niet aan het feesten, hielden voldoende afstand, er was een goed ventilatiesysteem en desinfecterende gel. Ongeloof is de reactie van de twee mannen die een flinke boete te verstouwen kregen: “Jinek mag toch ook elke dag een uitzending vanuit een tv-studio maken?”