• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Social Media Surveillance in Nederland

    De Nederlandse politie doet aan social media surveillance en werkt hierbij in ieder geval samen met de social media monitoring bedrijven Coosto, OBI4wan en HowAboutYou. Dit blijkt uit documenten die door Buro Jansen & Janssen via een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur Wob) zijn verkregen. Ook de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) huurt de diensten van Coosto in voor surveillance-doeleinden.

    Grootschalige surveillance op internet door inlichtingendiensten kreeg bekendheid door de onthullingen van Edward Snowden in 2013 over het ‘sleepnet’ van de Amerikaanse inlichtingendienst National Security Agency (NSA). De NSA verzamelt zoveel mogelijk informatie van social media. Het opsporen van mogelijke terroristen vormt de legitimatie voor deze praktijken. De effectiviteit van het ‘sleepnet’ is nooit bewezen. Social media surveillance vindt echter niet alleen plaats door inlichtingendiensten, maar ook door de politie.

    lees meer

    Overheid blijft verdienen aan ID-controles

    Er zijn in tien jaar tijd maar liefst 277.726 ID-boetes uitgeschreven. Van alle boetes zijn er uiteindelijk 135.188 betaald hetgeen de overheid rond de 6 miljoen euro heeft opgeleverd.

    In het najaar van 2007 publiceerde Buro Jansen & Janssen een informatiekrant over de toepassing van de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht (WUID) die 1 januari 2005 werd ingevoerd. In de publicatie kwamen uiteenlopende verhalen aan bod van burgers waaruit duidelijk werd dat de WUID op grove wijze door de politie wordt ingezet. Sommige dagbladen kopten naar aanleiding van de J&J-krant dat de overheid miljoenen binnensleept aan opgelegde boetes vanwege het niet dragen/tonen van de ID-kaart. Zo zou op basis van de cijfers over 2005 de overheid 1,3 miljoen euro hebben verdiend aan ID-boetes.

    Door de discussie over de hoeveelheid geld en de bonnenquota, sneeuwde de uitvoering van de WUID zelf onder. Die uitvoering was en is nu juist in tegenspraak met waarvoor de wet oorspronkelijk bedoeld was, namelijk de identiteit van iemand vaststellen die een overtreding heeft gemaakt en niet om extra boetes uit te delen vanwege het niet dragen/tonen van de ID-kaart. We zijn inmiddels tien jaar verder en Jansen & Janssen heeft opnieuw cijfers opgevraagd en kan de balans worden opgemaakt over het gebruik van de legitimatieplicht door de overheid.

    Er zijn in tien jaar tijd, van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2014 om precies te zijn, maar liefst 277.726 ID-boetes uitgeschreven. Het betrof hier 68.431 dubbele boetes (37 procent, ID + overtreding) en 169.808 enkelvoudige boetes n.a.v. identiteitscontroles (63 procent). Van alle boetes zijn er uiteindelijk 135.188 betaald hetgeen de overheid rond de 6 miljoen euro heeft opgeleverd (uitgaande van overwegend meerderjarige boetes van 50 euro), terwijl er 10.966 ID-boetes werden ingetrokken. Hoeveel mensen er geprocedeerd hebben tegen kun bekeuring is niet duidelijk, ook niet of de rechter in een meerderheid van de gevallen de burger steunde dan wel de overheid.

    Dubbele boete

    Uit de cijfers blijkt dat er sprake is van twee soorten ID-boetes. Ten eerste de dubbele boete. Je rijdt door rood licht, bent aan het wildplassen, je bevindt je in ‘kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg’, of je rijdt zonder voor of achterlicht. Dit zijn voorbeelden van ‘feitcodes’ die onderdeel uitmaken van de top-10 overtredingen in combinatie met een ID-boete. Voor dergelijke overtredingen wordt je op de bon geslingerd maar je bent niet in staat om jezelf daarbij te identificeren waarna je een tweede boete krijgt opgelegd, kassa voor de overheid.

    Een dubbele boete dus maar vaak onterecht, want zowel de wetgever als het College van procureurs-generaal [landelijke leiding van Openbaar Ministerie, red.] hebben aangegeven dat burgers zich op andere wijze mogen legitimeren (andere pasjes bijvoorbeeld) of een identificatiebewijs langs kunnen laten brengen op het politiebureau. Bij de dubbele boetes is onduidelijk of de politiefunctionaris de overtreder ook die mogelijkheid heeft geboden. Het aantal dubbele boetes komt in tien jaar tijd neer op ongeveer 37 procent van het totale aantal ID-boetes.

    Als iemand alleen voor openbare dronkenschap wordt geboekt registreert het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Veiligheid en Justitie, niet of die persoon al dan niet zijn identiteitsbewijs heeft laten zien. Er is namelijk sprake van één proces-verbaal, dronkenschap, en niet voor een boete voor het zich niet kunnen legitimeren.

    In 2012 werden er bijvoorbeeld 12.049 boetes uitgeschreven voor het met ‘aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich hebben op een weg’, waarbij 313 burgers ook nog eens een tweede boete opgelegd kregen voor het niet tonen van een ID-bewijs. In die andere 11.736 gevallen is onduidelijk of naar een ID-bewijs is gevraagd, of die ook is getoond en of iemand zich op een andere manier heeft gelegitimeerd. Een enkelvoudige boete dus voor een overtreding, ID lijkt bijzaak, de burger wordt niet dubbel gestraft.

    Rechtsongelijkheid

    Of er sprake is van rechtsongelijkheid is op basis van de cijfers van het CJIB niet vast te stellen. Er is ook sprake van enkelvoudige ID-boetes die niet duiden op een strafbaar feit, maar slechts op een identiteitscontrole. Je loopt op straat en je wordt staande gehouden door een agent die naar jouw ID-bewijs vraagt. Als je deze niet kunt of wilt tonen, krijg je een bekeuring.

    In 2007 kwam Buro Jansen & Janssen tot de conclusie dat ruim 40.000 WUID-boetes enkelvoudige boetes waren die duiden op een identiteitscontrole. In 2009 meldt J&J op basis van de door de overheid uitgevoerde evaluatie van de WUID: ‘Volgens de onderzoekers van Significant klopt dat cijfer (van Jansen & Janssen 40.000) niet en zijn het maar 20.000 boetes. Zij komen tot die conclusie door te wijzen op het ‘veld voor ‘opmerkingen van de verbalisant” van het proces-verbaal.’ In plaats van ongeveer 40 procent identiteitscontroles zou het gaan om 20 procent, nog steeds een fors aantal.

    Bij de vaststelling van die 20 procent beweren de onderzoekers van de overheid dat zij 500 ID processen-verbaal hebben doorgekeken om te constateren wat agenten als opmerking hadden genoteerd bij het uitdelen van een ID-boete. Of dit een wetenschappelijke steekproef was, hoe deze steekproef tot stand is gekomen, wat de bedoeling was van de steekproef; de minister maakte dit niet duidelijk.

    J&J heeft vervolgens de totale selectie van processen-verbaal 447e Sr (feitcode D517) van 2005 tot en met 2007 opgevraagd. Het gaat om 138.719 processen-verbaal aan de hand duidelijk wordt dat opmerkingen niet eenduidig zijn. Een van de eersten is een persoon in een auto die geen geldig legitimatiebewijs in bezit had, maar het proces-verbaal geeft aan dat op het brondocument geen verklaring is vermeld. Iemand anders geeft aan wél een bankpas bij zich te hebben, maar geen ID-bewijs. Weer een ander zegt dat hij liever niet met zijn paspoort op zak wenst rond te lopen; waarom hij is aangehouden is onduidelijk. Diverse processen-verbaal bevatten geen verklaring.

    Wie de lijst doorneemt, komt tot de conclusie dat het allemaal nogal willekeurig overkomt, rechtsongelijkheid dus. J&J in 2009: ‘Buro Jansen & Janssen was nog voorzichtig in haar conclusies in 2007. Recente registratie van het CJIB die door het bureau is opgevraagd met betrekking tot de enkele bekeuringen laten een stabiel beeld zien van identiteitscontroles in Nederland van rond de 65 procent (64,2 procent in 2005, 61,2 procent in 2006, 65 procent in 2007 en 66,6 procent in 2008). Controles waarbij alleen om een identiteitsbewijs is gevraagd en geen andere overtreding of strafbaar feit is gepleegd.’

    Stijging aantal sepots

    De constante lijn van inzet van de WUID-maatregel door de politie is ook aan de hand van de cijfers over tien jaar te zien. Het aantal door politie uitgevoerde identiteitscontroles komt neer op 169.808 (63 procent van het totaal van 277.726 uitgeschreven ID-boetes). Het betreft staande aanhoudingen zonder duidelijke wettelijke grondslag. Opvallend is dat het aantal sepots, boetes die naderhand door de overheid worden ingetrokken, de laatste jaren weer toeneemt: in 2014 vonden er 2.844 sepots plaats, terwijl het aantal na 2006 juist aan het dalen was.

    Een ander opvallend verschijnsel is dat over het algemeen maar de helft van de ID-boetes wordt betaald. In ongeveer 50 procent van de gevallen laten mensen hun zaak voorkomen bij een onafhankelijke rechter, worden boetes vernietigd of kan of wil iemand niet betalen. Dit constateerde Buro Jansen & Janssen ook in 2009 nadat in een evaluatierapport van het ministerie van Veiligheid en Justitie werd geconcludeerd dat er geen verzet was tegen de WUID-wet, maar dat wel veel meer burgers dan bij andere wetgeving ervoor naar de rechter stapten.

    De evaluatie van het ministerie werd uitgevoerd door een commercieel bureau, Significant, die daarvoor uitsluitend politieagenten had geïnterviewd. De functionarissen waren allen blij met de nieuwe bevoegdheid. Toenmalig minister Hirsch Ballin, tevens hoogleraar Rechten van de Mens aan de UvA sinds 2011, concludeerde op basis van de evaluatie dat er niets aan de hand was met de WUID. De wet werd goed toegepast en het verschijnsel van dubbele boetes en identiteitscontroles bestonden eigenlijk niet, al ondervonden de onderzoekers wel de nodige problemen om de cijfers op een rijtje te houden.

    J&J: ‘In de evaluatie wordt op verschillende plekken geprobeerd de situatie van de enkele boetes uit te leggen door het aantal dubbele boetes te berekenen. De eerste keer komt het aantal Trias-boetes (wildplassen) en Mulder-boetes (geen licht op je fiets) op 40 procent. Iets verder op pg.13 is dat aantal gestegen naar 61 procent. Op pg.81 is het aantal plotseling 36 procent van alle WUID-boetes en een pagina later weer 40 procent.’

    Ook rond die analyse waren cijfers van het CJIB opgevraagd en luidde de conclusie: ‘De cijfers die Buro Jansen & Janssen op grond van de WOB bij het CJIB heeft opgevraagd over 2005 tot en met 2008 laten een lichte daling zien van 35,8 procent in 2005 naar 33,4 procent in 2008. Er is volgens het CJIB geen sprake van andere dubbele boetes. De kolom ‘geen combinatie gevonden’ is erg helder en gedurende de afgelopen vier jaar licht gestegen.’

    Stabilisatie ID-boetes

    Na tien jaar lijkt het uitschrijven van ID-boetes gestabiliseerd rond de 20.000. Dit aantal werd al bereikt in 2008 en zet zich tot en met 2014 voort. Of de grote hoeveelheid identiteitscontroles (rond de 60 procent van het totaal, 169.808 in tien jaar tijd) ook een constant beeld laten zien van het discriminatoir optreden van de politie is niet duidelijk. Wel is de kans aanwezig dat machtsmisbruik van politiefunctionarissen gepaard gaat met discriminatoir optreden.

    ‘In de evaluatie uit 2009 wordt geconcludeerd dat op basis van de steekproef uit het bedrijfsprocessensystemen (BPS) van de politie dat ‘iets minder dan de helft van de zaken betrekking heeft op personen met een niet-Nederlandse achtergrond.’ Iets minder dan de helft, heeft volgens de onderzoekers te maken met de ‘normale’ ‘mate waarin deze groepen voorkomen in de registratie van de politie’, analyseerde Jansen & Janssen in 2009.

    Eigenlijk is er in de laatste jaren niets veranderd, al roepen recente vragen over de kwaliteit van het politiewerk, over etnisch profileren en andere elementen van het discriminatoir optreden van de politie twijfels op over omvang en aard van identiteitscontroles via de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht. In 2009 wees Jansen & Janssen naar hangjongeren, zowel blanke Nederlanders als bijvoorbeeld Marokkaanse Nederlanders die niet in overtreding zijn, maar wel regelmatig om hun identiteitsbewijs worden gevraagd en ook op de bon worden geslingerd.

    Volgens de overheid heeft dit allemaal te maken met civielrechtelijk optreden tegen overlast en openbare orde verstoringen. In hoeverre de WUID eigenlijk discriminatoir optreden van diezelfde overheid faciliteert, is en wordt niet onderzocht. Bij alles moet worden aangetekend dat cijfers van de overheid in het algemeen niet heel nauwkeurig zijn, dus moet er rekening worden gehouden met allerlei marges. Tevens worden de cijfers niet automatisch door de overheid openbaar gemaakt en moeten burgers daarom vragen.

    Buro Jansen & Janssen, augustus 2015

     

    Wob stukken en overzichten

    Identificatieplicht vooral ingezet als controlemiddel

    de volledige observant 67 waar dit artikel uit kom kun u hier vinden

    Arubaanse man doodgeslagen door Haagse politie

    Haagse agenten hebben gisteren (zaterdag 27 juni 2015) na het ‘Night at the Park’ festival in het Zuiderpark de 42 jarige Arubaan Mitch Henriquez doodgeslagen. In een verklaring stelt het Openbaar Ministerie (OM) dat Henriquez onderweg naar het politiebureau onwel werd, echter blijkt uit camerabeelden dat hij al buiten bewustzijn of in coma was voordat hij de politiebus in werd gesleurd zonder medische hulp te krijgen.

    Getuigen zeggen dat Henriquez na het festival grapjes aan het maken was met vrienden, toen een groep agenten bovenop hen dook. Henriquez belandde in een coma, en overleed vandaag in het ziekenhuis. Volgens omstanders en zijn familie hebben agenten veel geweld gebruikt bij zijn arrestatie.

    Volgens het ‘officiële’ bericht van het OM zou Henriquez geroepen hebben dat hij een wapen had, en zou hij zich hebben verzet tegen zijn aanhouding, waarop er geweld tegen hem werd gebruikt. Pas onderweg naar het politiebureau zou Henriquez onwel zijn geworden. Ooggetuigen en een zojuist verschenen filmpje vertellen echter een heel ander verhaal. Henriquez zou grapjes aan het maken zijn met vrienden, waarop hij werd gewaarschuwd door de politie en doorliep. Ook zijn zus Lila zegt dat hij misschien wat luidruchtig was maar het niet tegen de politie had maar tegen zijn vrienden.

    Mitch Henriquez is duidelijk al buiten bewustzijn of in coma voor dat hij de politiebus wordt in gesleept.

    Vlak daarna werden hij en zijn vrienden belaagd door de politie, waarbij er 4 agenten op zijn nek sprongen. Op filmpjes is duidelijk te zien dat Mitch Henriquez schijnbaar levenloos en geboeid in het gras ligt terwijl er agenten op hem zitten. Dit strookt duidelijk niet met het verhaal van het OM, die stellen dat Henriquez pas in het politiebusje onwel is geworden.

    De doktoren op de intensive care hebben tegen de familie gezegd dat de dood van Henriquez duidelijk geen natuurlijke oorzaak had. Zijn zus Lila zegt in een interview: “zijn hoofd was helemaal opgezwollen, de meeste klappen heeft hij op zijn hoofd gehad. Hoe kan het dat iemand in de boeien geslagen wordt, in de de auto wordt gegooid en vervolgens bont en blauw en zonder te ademen aankomt?” vraagt de zus van Henriquez zich af.

    De Haagse politie eenheid is al jaren in opspraak vanwege (racistisch) politiegeweld. Zo werd op 24 november 2012 de 17 jarige Rishi Chandrikasing doodgeschoten op station Hollands Spoor terwijl hij wegrende voor de politie. Ook is racistisch politiegeweld een dagelijkse realiteit in de Haagse wijken Schilderswijk en Transvaal. In deze wijken kent iedereen wel iemand die slachtoffer is geweest van politiegeweld of is zelf slachtoffer geweest. Slachtoffers verklaarden eerder in de lokale media: “Ik word vaak om mijn legitimatie gevraagd, gewoon uit het niets. Als ik vraag waarom word ik meegenomen en word ik in de politieauto in elkaar geslagen en mishandeld. Op het bureau gaat het verder. Ze stopten mij in de cel en met de handboeien nog om hebben zij me in mijn ribben geslagen. Daarna hebben ze mij met de brandslang nat gespoten en mij heel de nacht in de cel laten zitten terwijl ik helemaal doorweekt was.” Ook ex-agenten spreken van een cultuur van geweld en racisme binnen de politie-eenheid. Het zijn slecht enkele voorbeelden van de racistische en gewelddadige cultuur die er heerst bij de politie in Den Haag, die tot zo ver altijd is gedekt door korpsleiding en burgemeester van Den Haag Jozias van Aartsen.

    28 juni 2015
    afadenhaag.wordpress.com/2015/06/28/arubaanse-man-doodgeslagen-door-haagse-politie/

    Find this story at 28 June 2015

    Waakzaam, dienstbaar en racistisch

    de Groene Amsterdammer Hassan Bahara 17-06-2015 ‘Er sluipt een gif onze organisatie binnen. Het gif van uitsluiting’, schreef korpschef van de nationale politie Gerard Bouman afgelopen februari in een uitgelekte interne blog. Racistische kleinering van collega’s, etnische profilering van islamitische burgers – politieagenten maken zich er volgens Bouman steeds vaker schuldig aan.

    Paul Mutsaers van de Tilburg University deed zes jaar onderzoek bij de politie in Amsterdam, Bergen op Zoom en Tilburg. In zijn vorige week verschenen werk concludeert ook hij dat discriminatie binnen en door de politie een groot probleem is. Gek genoeg reageerde Bouman allesbehalve instemmend op het onderzoek. Van ‘stelselmatig etnisch profileren of discrimineren binnen en door de politie’ is geen sprake, stelt hij in een persbericht. ‘Diverse wetenschappelijke onderzoeken onderbouwen die conclusie.’ Navraag leert dat Bouman drie onderzoeken bedoelt. Twee daarvan, Etnisch profileren in Den Haag? (2014) en Contrasterende beelden (2014), oordelen inderdaad genuanceerd over de politie. Alleen: deze twee onderzoeken beperken zich tot het Haagse politiekorps. Het derde onderzoek, Proactief handhaven en gelijk behandelen (2012), oordeelt eveneens mild over de politie, maar ook dit onderzoek is van bescheidener schaal.

    Je zou denken: Bouman en Mutsaers, die hebben elkaar gevonden. Waarom probeert Bouman dan het werk van Mutsaers te ondermijnen met kleinere onderzoeken? Omdat de politie nooit publiekelijk aantijgingen van discriminatie erkent. In een interne blog klagen over het gif discriminatie dat het politiewerk verziekt? Dat is mogelijk. Maar concludeert bijvoorbeeld Amnesty International (2013) dat de politie etnisch profileert, dan noemt de nationale politie dat een ‘aanname’ die ‘ongegrond en onjuist’ is. De rijen moeten gesloten blijven, zelfs wanneer er kritiek geleverd wordt die intern wordt gedeeld.

    Lees het commentaar op de Groene Amsterdammer

    Kwaliteit politiewerk lijdt onder reorganisatie

    Nederlandse Politiebond 17-06-2015 De invoering van de Nationale Politie heeft geleid tot een fikse verslechtering van de dienstverlening aan de burgers. Dat is na 2,5 jaar reorganiseren de conclusie van driekwart van de politiemedewerkers (77 procent). Negentig procent verwacht dat deze achteruitgang zal doorzetten als het reorganisatieproces niet ingrijpend wordt aangepast. Dat blijkt uit de digitale NPB-enquête Halverwege de Nationale Politie waaraan 2.022 collega’s deelnamen. De uitkomsten zijn op woensdagavond 17 juni gepresenteerd in het tv-programma Nieuwsuur. In het extra dikke zomernummer van het bondsblad (zaterdag 27 juni bij de leden) meer uitkomsten en verhalen van collega’s.

    Sinds 1 januari 2013 is de Nederlandse politie bezig zichzelf te veranderen van een regionaal naar een landelijk georganiseerd korps. Het was de bedoeling dat ‘de winkel’ tijdens deze ingrijpende verbouwing – die minstens tot 2018 gaat duren – ‘gewoon’ open zou blijven. Hoe is het de NPB-leden tot nu toe vergaan? Zijn ze inderdaad ‘gewoon’ hun werk blijven doen?

    Negatieve invloed

    Volgens 81 procent van de deelnemers aan de NPB-enquête heeft het reorganisatieproces de afgelopen jaren een negatieve invloed gehad op hun functioneren als politiemedewerker.

    ‘Ik zie in mijn omgeving dat alle expertise binnen onze organisatie ontmanteld wordt. Mensen moeten breed worden ingezet om ‘gaten’ te dichten. Sinds het begin van de reorganisatie heb ik het idee dat de werkprocessen in de stroop gevallen zijn. Alles beweegt trager dan ooit. Niemand weet wie waar verantwoordelijk voor is en dus neemt ook niemand ergens een beslissing over. Dat heeft effect op het functioneren van mijn teamleden, het ziekteverzuim is hoog en uiteraard heeft dat ook zijn weerslag op de wijze waarop ik mijn werk kan doen.’

    ‘De onzekerheid over de toekomstige werkplek en de extra reistijd die in het verschiet ligt werken eraan mee dat de spanningen op het werk en thuis toenemen. Vrouw en kinderen dringen er regelmatig op aan dat ik iets anders ga zoeken. Dit geeft weer extra spanning, want ik heb daarvoor geen gunstige leeftijd.’

    Prestatiedruk

    Ruim driekwart van deze respondenten meldt dat de prestatiedruk is toegenomen (78 procent), net als de tijd die men kwijt is aan administratieve klussen (77 procent).

    ‘Toegenomen verantwoordingscultuur door middel van landelijke rapportages, formats etcetera. Juist meer wantrouwen in plaats van vertrouwen en meer controle in plaats van professionele ruimte.’

    Minder ondersteuning

    De toegenomen administratieve belasting wordt deels toegeschreven aan het moeten werken met ‘sterk verouderde computersystemen’, maar ook aan het wegbezuinigen van (te veel) ondersteunende collega’s. Meer dan vier vijfde (83 procent) klaagt over de afgenomen beschikbaarheid van persoonlijke ondersteuning. Ook de materiële ondersteuning (uitrusting en hulpmiddelen) is achteruit gekacheld, meldt twee derde.

    ‘Er zijn mensen weggevallen bij de ondersteuning en dat werk mag de diender (die op straat hoort te zijn) nu zelf gaan uitzoeken en verwerken. Verder lijkt de bureaucratie alleen maar erger te worden. Zeker met alle nieuwe regels rondom ZSM, wat veel meer bureaucratie met zich meebrengt. Laat staan de administratie in BOSZ met betrekking tot de coördinatie van zaken, daar hebben zowel de diender als de coördinatoren veel werk aan. Het moet er allemaal eenvoudiger op worden, maar het tegendeel is waar.’

    Bezettingsproblemen

    Twee derde van de respondenten meldt sinds de komst van de Nationale Politie (nog) vaker voor ander werk te worden ingezet om bezettingsproblemen op te lossen (64 procent). Een ontwikkeling die ongetwijfeld bijdraagt aan de vermindering van de collegiale vertrouwdheid op de werkvloer die 71 procent van de ondervraagden met pijn in het hart signaleren.

    ‘Als wijkagent ben je niet of nauwelijks meer actief in je eigen wijk. Je wordt ingezet voor het rijden van de noodhulpmeldingen en voor administratieve werkzaamheden die voorheen door ondersteunend personeel werd gedaan.’

    ‘We zijn noodsprongen aan het maken, alleen om de DHV-bus (Directe Hulpverlening) te laten rijden, bureaus open te houden, andere inzetverplichtingen (voetbal, RET) te kunnen garanderen. Er komen mensen in overwerk in de horecadiensten en het komt steeds vaker voor dat we geen mensen meer hebben. De loyaliteit brokkelt af, de veiligheid van de collega’s op straat komt ernstig in gevaar. Er is geen back up meer. Het is niet de vraag of het een keer fout gaat, maar wanneer.’

    Verminderde motivatie

    Al met al meldt een derde van de respondenten (35 procent) dat na 2,5 jaar reorganiseren hun motivatie voor het werken bij de politie behoorlijk is afgenomen.

    —————————————————–

    Kwaliteit dienstverlening

    Desgevraagd verklaart 77 procent van de respondenten dat het reorganisatieproces geleid heeft tot een verslechterde dienstverlening aan de burgers. Denk daarbij aan beschikbaarheid, snelheid van optreden en zorgvuldigheid bij de afhandeling. De ene helft (38 procent) vindt de kwaliteit behoorlijk afgenomen; de andere helft (39 procent) noemt haar enigszins afgenomen.

    Overhaast gestart

    Volgens ruim de helft van de ondervraagden (53 procent) was het kwaliteitsverlies te voorkomen geweest door een betere voorbereiding van het reorganisatieproces. Twee vijfde wijt de ontwikkeling aan de keuze voor een te hoog reorganisatietempo (43 procent) en aan het tekortschieten van de landelijke regie door de korpsleiding op de uitvoering van de reorganisatieplannen (45 procent).

    ‘Ben werkzaam op het financiële vlak. De manier waarop omgeschakeld wordt op allerlei andere systemen zonder dat het behoorlijk is ingeregeld en getest is ronduit amateuristisch. Alsof we het eerste bedrijf in Nederland of Europa zijn dat alles gaat centraliseren. Werkt uitermate frustrerend.’

    Op de hoogte gehouden?

    Driekwart van de ondervraagden (74 procent) liet weten ontevreden te zijn over de manier waarop de korpsleiding het personeel de afgelopen jaren heeft geïnformeerd over het verloop van het reorganisatieproces. Velen vonden dat de geloofwaardigheid van de informatie te wensen overliet (77 procent). Met andere woorden: dat de korpsleiding de zaken te mooi voorstelde. Ook had menig collega moeite met de begrijpelijkheid van de informatie; de helft van de respondenten vond de teksten niet erg duidelijk.

    ‘De wijze van informeren en de inhoud van de informatie is weinig concreet en informatief. Het lijkt meer op informeren om het informeren, zodat achteraf niet gezegd kan worden dat er niet geïnformeerd is.’

    ‘Veel hosanna- en hallelujawerk. Alles wordt met een positief sausje overgoten. Terwijl het personeel terugloopt en de organisatie zeker niet vloeiend meer werkt.’

    Volgens de huidige planning moet de Nationale Politie over 2,5 jaar (eind 2017) volledig operationeel zijn. Het landelijke korps moet dan zijn omgebouwd tot een efficiënter werkende politie-organisatie die voor hetzelfde geld meer (duidelijk te meten) prestaties levert. Maar liefst 87 procent van de ondervraagde collega’s verwacht dat dit doel niet op tijd gehaald wordt, tenzij de aanpak van de reorganisatie ingrijpend wordt veranderd. En dat is slechts mogelijk als de politiek een aantal cruciale uitgangspunten loslaat.

    Politieke fixaties

    Om te beginnen het uitgangspunt dat de reorganisatie moet leiden tot een forse bezuiniging op het politiebudget. Volgens 82 procent van de respondenten is dat een belangrijke oorzaak van de problemen bij de Nationale Politie. Zij heeft geleid tot een fixatie op de mogelijke kostenbesparingen door grootschalig organiseren, tot het stellen van een maximum aan de hoeveelheid medewerkers en tot het hardnekkige streven van de werkgever naar meer mogelijkheden om het personeel zo flexibel mogelijk in te zetten.

    Zorgen deze politieke fixaties op zich al voor genoeg problemen, tijdens het reorganisatieproces is Den Haag bovendien doorgegaan met het korps jaarlijks nieuwe taken en prioriteiten op te leggen. Dat heeft volgens zestig procent van de ondervraagde collega’s de kwaliteit van het politiewerk alleen nog maar verder onder druk gezet.

    ICT-vernieuwing

    Een van de cruciale onderdelen van het reorganisatieproces is een volledige vernieuwing van de ICT-voorzieningen bij de politie. Van de deelnemers aan de NPB-enquête heeft 85 procent geen idee hoe het na 2,5 jaar met deze operatie staat. Zij wijten dat aan gebrekkige informatie door de werkgever. Volgens 92 procent van de ondervraagden heeft die ook niet of nauwelijks moeite gedaan om te inventariseren aan welke ICT-voorzieningen men op de werkvloer behoefte heeft.

    Al met al bestaat er weinig vertrouwen in de uitkomst van de mega-operatie: een derde van de medewerkers (35 procent) verwacht geen enkele tijdwinst. Nog eens een kwart (28 procent) verwacht zelfs dat het werken met nieuwe ICT-voorzieningen ze meer werktijd gaat kosten.

    Volgens de werkgever zal het uitrusten van politiemedewerkers met smartphones leiden tot meer blauw op straat. Tweederde van de respondenten (68 procent) is het daar niet mee eens. De meesten zien het apparaat als een welkome mogelijkheid om informatie te raadplegen, maar het ‘inkloppen’ van een proces-verbaal op een smartphone, in de buitenlucht? ‘Veel te klein en onhandig; geen vertrouwen in de kwaliteit.’ (…) ‘Heel veel zaken zijn niet op straat op te nemen of duren veel te lang.’ (…) ‘Op straat werken betekent ogen en oren open houden. Dit gaat niet als je voortdurend op je smartphone bezig bent!’

    Sluiting politiebureaus

    De komende tien jaar zullen steeds meer politiebureaus worden gesloten, volgens de planning de helft van de huidige vierhonderd. Dat zal volgens de werkgever geen gevolgen hebben voor de kwaliteit van de politiezorg. Negentig procent van de ondervraagde collega’s denkt daar anders over: door de sluiting van de bureaus zal het contact met de burgers afnemen (91 procent), net als de zichtbaarheid in de wijken (80 procent), het toezicht (75 procent), de gemiddelde aanrijtijd (63 procent) en de hoeveelheid blauw op straat (62 procent)

    Politiemedewerkers verwachten dat deze effecten op hun beurt verregaande gevolgen kunnen hebben, zoals minder dienstverlening aan burgers (86 procent) en een lager veiligheidsgevoel in de wijken (84 procent). Ook wordt een toename van de criminaliteit verwacht (58 procent) en een afname van het aantal aangiften (72 procent).

    ‘Als ondersteuner in de uitvoering (forensische opsporing) heeft de grootte van het gebied sterk invloed op de werkzaamheden. Zeer lange aanrijtijden, waardoor collega’s lange tijd de plaats delict moeten bewaken. De kwaliteit van sporen wordt hierdoor minder (invloed regen, zon) Door lange aanrijtijden kunnen er minder zaken worden gedaan en worden er meer FO-zaken op capaciteit en/of rendement afgezegd. Hogere werkdruk, piketdruk. Ziekteverzuim op de afdeling is sterk toegenomen.’

    ‘Door de reorganisatie zijn mijn aanrijtijden toegenomen, waardoor ik vaak het gevoel heb dat ik het verschil niet meer kan maken. Daar komt bij dat ik ook in andere gebieden moet werken, waar ik de collega’s, het gebied en de clientèle niet ken. Ook dat heeft mijn effectiviteit als dienstverlener doen afnemen.’

    ‘Politiewerk op zich is het mooiste wat er is, maar de reorganisatie levert zoveel onrust op dat de lust om te gaan werken je bijna vergaat. Sluiting van bureaus in landelijke gebieden, wat helemaal niet functioneel is, waardoor aanrijtijden buiten proporties komen. In vorige reorganisatie ook al meegemaakt. Bureaus na twee jaar weer open omdat bleek dat het niet werkte. Nieuwe managers zijn horende doof voor dit soort argumenten en voeren klakkeloos uit wat de korpsleiding voorschrijft om de bezuiniging maar te halen.’

    Kwaliteit politiezorg

    De laatste vraag in het enquêteformulier was: ‘Stel dat het huidige reorganisatieproces ongewijzigd wordt voortgezet. Hoe zal dat volgens u uitpakken voor de kwaliteit van de politiezorg? Denk daarbij aan beschikbaarheid, snelheid van optreden en zorgvuldigheid bij de afhandeling.’

    Maar liefst 87 procent van de ondervraagde collega’s verwacht dat de kwaliteit van de politiezorg de komende jaren nog verder zal afnemen als het huidige reorganisatieproces niet ingrijpend wordt aangepast. Vooral het contact met de burger (91 procent) zal dan nog verder verslechteren. Ook wordt gevreesd voor nog minder tijd en aandacht voor de aanpak van lokale veiligheidsproblemen (66 procent) en voor nog minder tijd en aandacht voor het meer preventieve deel van het politiewerk (64 procent), waaronder het surveilleren (59 procent).

    Kan deze ontwikkeling nog worden voorkomen? Kan de invoering van de Nationale Politie nog een succes worden? Volgens de 2.022 deelnemers aan de NPB-enquête zijn daarvoor drie dingen noodzakelijk.

    Ten eerste moet de politiek dan afstappen van het idee dat de invoering van de Nationale Politie moet leiden tot een forse bezuiniging op het politiebudget (83 procent).
    Ten tweede moet de politiek dan besluiten voor de invoering meer tijd uit te trekken (45 procent).
    Ten derde moet de politiek besluiten de belangen van het personeel zwaarder te laten meewegen bij het plannen en uitvoeren van de reorganisatie – aldus negentig procent van de ondervraagde collega’s. In hun ogen zal de Nationale Politie alleen ‘lukken’ als de werkgever zich serieus bekommert om de motivatie en het werkplezier van zijn personeel.
    ‘Je ziet dat het politiewerk op dit moment niet op de eerste plaats staat. Iedereen is bezig met zichzelf in positie te brengen in de nieuwe organisatie en velen zullen teleurgesteld worden, waardoor de motivatie in het politiewerk veel minder gaat worden. De leiding weet dat deze organisatie gedraaid wordt op onze goodwill, dus ook op de mijne.’

    Dit verhaal komt van www.politiebond.nl

    Onderzoek staat hier

    Aanhouding actievoerders Petten onterecht

    De actievoerders die vorig jaar in Petten werden opgepakt bij een protest tegen kernenergie, hadden niet gearresteerd mogen worden. Volgens de rechter in Alkmaar was er geen dreiging of verstoring van de openbare orde.

    Op 25 maart 2014 arriveerden ruim dertig actievoerders met een bus bij de kernreactor in Petten. Ze waren van plan de twee toegangswegen naar het nucleaire bedrijf te blokkeren om zodoende te verhinderen dat delegatieleden die gedurende die periode deelnamen aan de Nuclear Industry Summit, een evenement voor de internationale nucleaire sector, de kernreactor zouden bezichtigen. De AIVD was op de hoogte geraakt van de blokkade, waarna de burgemeester een noodbevel had afkondigd.

    Van een blokkade kwam het die ochtend niet, de politie was in groten getale aanwezig. De actievoerders werden gesommeerd zich te verwijderen, maar die gaven daar geen gehoor aan. Men ging, met de armen ingehaakt, demonstratief op de grond zitten. ME’ers trokken de actievoerders een voor een los, waarna ze naar de gereed staande ME-busjes werden gesleept. Met een bus werden uiteindelijk 28 arrestanten naar het politiebureau in Hoofddorp vervoerd.

    Dertien van de aangehouden actievoerders, die na hun vervolging hebben geweigerd een boete te betalen, zijn vandaag vrijgesproken. Volgens de rechtbank in Alkmaar mochten ze gewoon demonstreren, ondanks een noodbevel van de burgemeester. Het was volgens de rechter niet nodig om de betogers het grondrecht om te demonstreren te ontzeggen in de omgeving van de toegangspoort van de kernreactor. Er waren immers genoeg politiemensen op de been om escalatie te voorkomen.

    15/06/2015

    Verhaal is afkomstig van ravage-digitaal 15 juni 2015

    Voor achtergrond van het noodbevel, AIVD ambtsbericht en de NSS zie Jansen & Janssen

    Woede om fouilleren hoogbejaarde in Rotterdams café

    Van RTV Rijnmond 2 juni 2015: De eigenaar van eetcafé de Gastronoom op busstation Zuidplein in Rotterdam is woedend. “Eind mei viel de politie met veel machtsvertoon mijn zaak binnen om preventief te fouilleren. Zelfs een 80-jarige vrouw werd binnenstebuiten gekeerd.”

    Eigenaar Raza Achlak van de Gastronoom laat de camerabeelden zien die hij die avond – donderdag 21 mei, even na acht uur – heeft gemaakt. Te zien is hoe agenten met kogelwerende vesten en hun hand op het dienstwapen de zaak binnenkomen.

    “Iedereen – gasten en personeel – moest zijn handen op tafel leggen of in de lucht houden. Daarna werd iedereen buiten gefouilleerd. Het was zeer intimiderend”, vertelt Achlak.

    Ook zijn er beelden van een oudere vrouw die binnen aan tafeltje zit te eten. Twee, drie agenten komen bij haar staan en ze mag niet meer aan haar spullen komen. “Deze vrouw is zeker 80 jaar en een vaste klant van ons”, zegt de cafébaas.

    Verward
    “Kijk nu eens, er komt een vrouwelijke agent bij staan. En terwijl ook de andere agent blijft staan, wordt de oude mevrouw helemaal gefouilleerd. Boven, beneden, zelfs tussen haar benen. Dit kan toch niet, terwijl ze midden in onze zaak staat. Alle papieren van de vrouw worden nagekeken. En dan mag ze eindelijk vertrekken. Duidelijk verward, kan ze eindelijk naar haar bus gaan.”

    “Deze actie wekt haat richting autoriteiten. Onze klanten snapten er niets van”, aldus Achlak. “Die oude mevrouw had de moeder van burgemeester Aboutaleb kunnen zijn of mijn eigen moeder. Schandalig. En er is niets gevonden, helemaal niets gevonden in onze zaak. Ook niet bij onze gasten.”

    Preventief
    De politie eenheid Rotterdam, die de camerabeelden nog niet heeft gezien, laat in een reactie weten dat er die avond in vijf horecazaken preventief is gefouilleerd. Het ging om reguliere controles, die regelmatig plaatsvinden. Het gebied waar dit plaatsvond maakt deel uit van een veiligheidsrisicogebied. Er wordt niet bewust gekozen wie wel of niet wordt gefouilleerd. Dat gebeurt bij iedereen die in de zaak aanwezig is.

    “Wij realiseren ons dat deze politieactie in de Gastronoom voor de gemiddelde toeschouwer of kijker indrukwekkend kan overkomen, maar wij doen deze acties niet zonder reden”, aldus de politie. “Na de actie heeft de wijkagent uitleg gegeven aan de eigenaar en is hij gewezen op het feit dat hij een klacht kan indienen tegen de in zijn ogen onterechte actie. Van deze mogelijkheid heeft hij geen gebruik gemaakt.”

    02-06-2015 | 17:47

    Lees dit verhaal en bekijk de clip van 2 juni 2015

    Copyright © 2015 RTV Rijnmond

    Amsterdam laks met onderbouwing veiligheidsbeleid

    Per 1 april 2015 heeft de burgemeester in Amsterdam Oost opnieuw een overlastgebied aangewezen. De politie heeft in overlastgebieden de mogelijkheid om personen de toegang tot het gebied te ontzeggen. Een ‘samenscholing’ of ‘om geld vragen’ zijn al voldoende reden om een persoon te verwijderen uit een gebied. Het gebied in Amsterdam Oost wat al van kracht was (een groot deel van de Dapperbuurt) werd uitgebreid met het gehele Oosterpark. Uit onderzoek van Wij verdienen beter blijkt dat deze aanwijzing onzorgvuldig heeft plaatsgevonden.

    12 mei 2015 Wij verdienen beter (punt) nl

    gehele verhaal is hier te lezen

      nieuwere artikelen >>