Op dinsdag 20 december 2016 aan het begin van de middag komt in winkelcentrum de Brusselse Poort in Maastricht in een worsteling met de politie een man om het leven. 22 maart 2017 verklaart het OM dat niemand strafbaar heeft gehandeld, en dat de persoon die de politie te hulp schoot om de man in bedwang te houden ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Er zou geen nekklem door hem zijn toegepast. Overigens is de doodsoorzaak niet vastgesteld.
(bron: Hart van Nederland)
Op 29 seconden: Gery Veldhuis vat samen: wapenstok gebruikt, ‘gepepperd’, burgers willen de politie helpen.
Op 51 seconden: ‘Een van de omstanders is een agent in burger’ zegt de vertelstem.
Op 1 minuut: Omstanders zijn woedend.
Op 1 minuut 2: …Nekklem,..
Op 1 minuut 6: …knuppel,… blijven slaan,
Op 1 minuut 15: …in een houdgreep,…
Op 1 minuut 26: We zien een bloedvlek.
Op 1 minuut 27: Korpschef Gery Veldhuis zegt dat er een nekklem is gebruikt, maar dat de vraag is: door wie.
Behalve door bewakingscamera’s is het incident ook door omstanders gefilmd. De politie heeft ter plekke een of meer van deze filmpjes gewist. Dat leidde nog tot kamervragen. In de beantwoording daarvan verwijst de minister naar een inmiddels voltooid rijksrecherche-onderzoek, dat niet openbaar is. Daarna werd iedereen die nog beelden had verzocht ze in te leveren ten behoeve van het onderzoek.
Een 28 jarige man meldt zich bij de politie en wordt gehoord als verdachte, maar niet vastgezet. Het zou niet de politieman in burger zijn. De politiemensen werken gewoon door. De weduwe van het slachtoffer doet aangifte van moord dan wel doodslag. Haar man zou in een psychose zijn geweest en de politie had dat moeten hebben gezien.
Nu heeft het OM gesproken: niemand is schuldig, er is geen nekklem toegepast, het rapport van de rijksrecherche is geheim en de beelden blijven dat ook. De doodsoorzaak is niet vastgesteld, en ook ontbreekt een sectierapport dat aangeeft welke verwondingen het slachtoffer allemaal had.
Dus blijven vragen onbeantwoord:
Hoe komt het dat politie en marechaussee samen patrouilleren?
Waarom moest het slachtoffer zich legitimeren?
Was hij net vrijgelaten en gedroeg hij zich verdacht, of stond hij ‘gesignaleerd‘?
Of wilde hij ‘door het dolle heen’ de supermarkt niet verlaten?
Merkten de dienders niet dat slachtoffer in de war, dan wel in een psychose was?
Wat heeft de 28-jarige omstander gedaan, dat hij zichzelf heeft gemeld?
Een nekklem aangelegd misschien?
Als de doodsoorzaak niet bekend is, hoe kan de schuld van de 28-jarige omstander dan worden uitgesloten?
Hoeveel mensen waren in totaal betrokken bij het overmeesteren van het slachtoffer?
Wat voor beeldmateriaal bestaat er van dit incident?
Welke verwondingen had het slachtoffer?
Hebben de getuigen alles verkeerd gezien?