• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Verkeerscontrole als voet tussen de deur

    Waar moet je als politieagent nog heen, met al je onderbuikgevoelens? Je kunt wel iemand ‘vakkundig profileren’, maar dan wil je diegene natuurlijk ook eens stevig aan de tand kunnen voelen. Van oudsher is dit al een dilemma voor de politie. Er is zoiets nodig als een redelijk vermoeden voordat je een deur mag intrappen of iemands rugzak mag omkieperen. We zijn nog niet allemaal automatisch verdacht.

    Gelukkig bied de Wegenverkeerswet uitkomst. Autorijden is niet een recht maar een privilege, en de politie is er om er op toe te zien dat alles veilig en volgens de regeltjes verloopt. Hiertoe mogen ze je aan de kant zetten en vragen om rij- en kentekenbewijs. Een bijzondere bevoegdheid, waar politieonderdelen die helemaal niets met verkeershandhaving te maken hebben maar al te graag gebruik van maken.

    Er is zelfs een speciale interne handleiding voor het misbruiken van de Wegenverkeerswet voor andere opsporingsdoeleinden, genaamd ‘het blauwe boekje’. In dit boekje wordt de zogenaamde ‘dynamische verkeerscontrole’ beschreven:

    “Een dynamische verkeerscontrole wordt met name uitgevoerd ten aanzien van personen die verondersteld worden crimineel actief te zijn. Verkeerscontroles bieden een uitgelezen mogelijkheid met beroepscriminelen in contact te komen, hen te spreken, informatie te vergaren over hun actuele besognes en te onderzoeken of zij verboden zaken bij zich hebben. Een reguliere uitvoering van een verkeerscontrole biedt die mogelijkheid niet. Beroepscriminelen die op een grondige manier worden gecontroleerd, zullen zich uiteindelijk minder veilig voelen in hun contacten met de politie.”

    Verderop:

    “De rechter stelt zich op het standpunt dat na het geven van een stopteken op grond van de Wegenverkeerwet daadwerkelijk met een verkeerscontrole begonnen moet worden. Door het vorderen van rijbewijs en kentekenbewijs wordt aan deze eis voldaan. Daarna kan zonder problemen naar opsporing worden overgeschakeld. Door het vorderen van het rijbewijs en kentekenbewijs is het voor de rechter duidelijk dat de bestuurder niet uitsluitend voor opsporingsdoeleinden een stopteken heeft gekregen, maar dat hij een stopteken heeft gekregen voor het onder andere daadwerkelijk ondergaan van een verkeerscontrole.”

    Het leest als een spoedcursus creatief omgaan met de Nederlandse wet. Zolang je maar begint met het vragen naar het rij- en kentekenbewijs, kan je actie bestempelt worden als een verkeerscontrole en zal de rechter tevreden gesteld zijn. Dat alle stappen tot die vordering en alle stappen erna helemaal niets te maken hebben met het handhaven van de Wegenverkeerswet doet blijkbaar niet ter zake. Zelfs het vorderen van het rij- en kentekenbewijs zelf heeft niets te maken met het handhaven van de Wegenverkeerswet, het is immers alleen bedoeld om de betreffende agenten juridisch in te dekken.

    In juni 2013 reden een ‘Hindoestaans/Surinaamse man’ en een ‘Oost-Europees type’ (een ‘opvallende combinatie’ volgens de verbalisant) in een dikke BMW over de Ookmeerweg in Amsterdam West. De BMW bleek ook nog eens eigendom te zijn van een lease-bedrijf waar criminele types vaker zaken doen. Al met al genoeg om ze te onderwerpen aan een dynamische verkeerscontrole. Na het gedwongen vorderen van het rij- en kentekenbewijs vroegen de agenten terloops of ze even in de auto mochten kijken. Achterin troffen ze een flinke zak wiet. Bestuurder en bijrijder werden aangehouden op basis van de opiumwet.

    Daar zette het Gerechtshof van Amsterdam eind vorig jaar een streep doorheen. De rechter begreep dat het de agenten helemaal niet te doen was om de verkeersveiligheid en oordeelde dat er sprake was van een ‘détournement de pouvoir’, oftewel een machtsverdraaiing. De rechter achtte deze machtsverdraaiing dermate ernstig dat hij de verdachten vrij sprak, ondanks de baal wiet die ze in hun auto hadden liggen.

    Vandaag (1 november) werd deze uitspraak door de Hoge Raad vernietigd. De Hoge Raad volgt hierin de letter van de wet en niet de geest: zolang de agent vraagt naar het rijbewijs, is het oke.

    In hun persbericht jubelt Rechtspraak.nl “Discriminatie mag niet bij ‘dynamische verkeerscontrole’“. Op zich logisch, want discriminatie is in iedere situatie verboden. Maar ook van etnisch profileren vond de Hoge Raad in deze zaak geen sprake, want de auto was immers niet alleen aan de kant gezet omdat er twee niet-westerse personen in zaten.

    En zo staat het agenten gelukkig weer vrij willekeurig mensen aan de kant te zetten en om papieren te vragen. Is iedereen toch verdacht en kunnen we allemaal weer rustig verder slapen.