• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Name and shame

    In enkele artikelen http://justitieenveiligheid.nl/ en http://justitieenveiligheid.nl/een-eerlijke-rechtsgang/ meldden wij al dat het Openbaar Ministerie niet uitblinkt in een zorgvuldige en eerlijke rechtsgang naar verdachten toe. Enkele voormalige Hells Angels kregen niet de beschikking over betrouwbaar materiaal om in detentie hun rechtszaak voor te bereiden. Bovendien hield het O.M. informatie over een royement van de betrokken Haarlemmers achter voor de media om de hele club Hells Angels in een kwaad daglicht te kunnen stellen.

    En nu zijn we waar vier jaar geleden een rechtbankjournalist met zijn vuist op tafel sloeg. In het artikel http://www.denieuwereporter.nl/2014/06/journalisten-negeer-berichten-van-de-politie/ van 3 juni 2014 schreef Chris Klomp hoe de politie onterecht en volslagen irrelevant een ‘name and shame’-beleid toepast op leden van bikerclubs. Klomp haalt daarbij aan een Tweet van de politie zelve. ‘Als antwoord op @polgroningen name en shame is geen taak voor politie en OM.’ Het antwoord dat Klomp kreeg van de politie in Groningen: @chrisklomp Dan denken we daar verschillend over. Dit beleid hanteren we overigens al geruime tijd. Is niet nieuw! @polgroningen @chrisklomp Mocht achteraf blijken dat ‘verdachte’ geen lid van MC is, volgt er nooit rectificatie. Slechte zaak. #datterzijde

    In enkele reacties op de Tweet blijkt dat de informatie die de politie gebruikt om ‘name and shame’ toe te passen niet altijd klopt. Dus de politie kiest zelf voor het noemen van man en paard wanneer het gaat om leden van een motorclub, ook wanneer een verdachte niet is veroordeeld en wanneer het lidmaatschap niet relevant is voor de feiten. Bovendien blijkt dat de informatie niet altijd klopt. De politie vindt dat zij toch moeten doorgaan.

    Weet nu de politie wat er gebeurt met iemand bij het ‘namen and shamen’? Wat is de impact van dit door de politie uitgedachte beleid? We gaan even naar een uitspraak van een politieman die naast vakbondsvoorzitter ook afgestudeerd psycholoog is. In een artikel van Omroep Brabant van 17 januari 2016 zegt hij boos namelijk dit: ‘Politievakbond ANVP vindt dat het Openbaar Ministerie moet oppassen met het benoemen van agenten die mogelijk betrokken zijn bij strafbare feiten. Volgens de vakbond gaat dit ten koste van het imago van de politie. Dat zei ANPV-voorzitter Geert Priem zondagochtend tegen Omroep Brabant. Tijdens het gesprek vertelde hij dat het OM op voorhand politiemensen in de verdachtenhoek zou zetten, terwijl de juristen niet zouden kijken naar de context van de zaken waarbij de politie betrokken is.’ Meneer Priem heeft het hier over de juristen van het Openbaar Ministerie. Dat zijn min of meer de opdrachtgevers van de politie.

    Omroep Brabant: ‘Priem is van mening dat het Openbaar Ministerie nu ‘een sfeertje creëert’, waarbij er misschien een slecht imago ontstaat van de politie. “Ik denk dat dit aanwakkert van hoe er naar de politie wordt gekeken.”

    Geert Priem weet als eerste hoe erg het kan zijn wanneer mensen in de media worden genoemd, helemaal op voorhand, in verband met mogelijk strafbare feiten. Priem is namelijk psycholoog die zich intensief heeft bezig gehouden met PTSS-slachtoffers bij de politie. Hij is ook voorzitter geweest van de ANPV, een politievakbond, die ook te maken kreeg met het behartigen van de belangen van beschadigde politie-agenten. Daarnaast is Priem ook zelve politieman en weet hij dus hoe het moet zijn om ergens publiekelijk van te worden beschuldigd.

    In het kort dus. De politie en het Openbaar Ministerie passen zonder tussenkomst van een rechter en voordat een verdachte is veroordeeld het name-and-shame beleid toe. Dit doen zij bij leden van motorclubs. Ook wanneer de feiten niet relevant zijn en de feiten misschien zelfs niet kloppen. Deze informatie wordt doorgegeven door het O.M. en de politie aan de media met het doel motorclubs te beschadigen. De politie weet maar al te zeer hoe schadelijk en zelfs pijnlijk het ‘namen and shamen’ kan zijn. Ze gaan er toch mee door.

    Er zijn hiervoor termen: Eigen rechter spelen. Laster en smaad. Niet-aangemelde databanken. Beïnvloeding van de onafhankelijke rechtspraak.

    Wij vragen ons nu ook weer een paar dingen af. Stel je wordt aangehouden door de politie na een overtreding. Speelt het dan mee dat je in de databank zit als lid van een motorclub? Wordt je dan eerder aangehouden? Speelt zo’n vermelding in de databank een rol in de hoogte van de boete die wordt uitgedeeld in het kader van de Wet Mulder? (De politie mag hier optreden als rechter). Stel dat een zaak voor de rechter komt, zegt de officier van justitie dan tegen de rechter dat die meneer die 10 kilometer te hard reed lid is van een motorclub? En wat zegt die rechter dan? Het is dus handiger dit soort dingen in de krant te zetten. De rechter leest het dan misschien in de krant en hoeft het niet van de officier te horen.

    Wij gaan nog terugkomen op enkele heren die in dit artikel genoemd worden. Dat kan niet anders.