• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Hoogmoed moet ten val

     

     

    Verschillende nationale dagbladen brachten deze week als nieuws hoe Defensie de Verklaring van Geen Bezwaar gaat intrekken van een lid van motorclub Veterans MC. Wij nemen als voorbeeld het bericht in Het Parool van 31 juli 2019.

    ‘De geschorste militair Maurice Vissers is bestuurslid van Veterans MC, een motorclub waar veel militairen en veteranen lid van zijn. Vissers wordt onder meer verweten dat hij in zijn rol als vicepresident van de club contacten onderhoudt met de Hells Angels. Zijn verklaring van geen bezwaar (VGB) is ingetrokken.’, aldus Het Parool.

    Op 28 juni 2016 berichtte de Nationale Ombudsman dat een onderzoek gestart zou worden naar aanleiding van klachten van de Veterans MC. ‘In een nota van Defensie staat dat uit eerder onderzoek door politie en de Koninklijke Marechaussee niet was gebleken dat militairen die lid zijn van een motorclub, waaronder ook de Veterans MC, over criminele antecedenten beschikken.’, aldus de Ombudsman die een onderzoek startte.

    De Koninklijke Marechaussee én de politie onderzochten de Veterans MC en kwamen tot de ontdekking dat er bij leden van motorclubs die dienden bij Defensie géén sprake is van criminele antecedenten.

    Puur het lidmaatschap van Veterans MC en de contacten die deze club heeft of zou hebben met de Hells Angels wordt nu aangevoerd om een hoog onderscheiden militair en veteraan zijn VGB in te trekken.

    Wij vinden dit discriminatie. Discriminatie van een mens die in het gevecht zijn eigen leven riskeerde om kameraden van Defensie het leven te redden en de missie te volbrengen. Met het besluit van Defensie om het Kruis van Verdienste aan Maurice Vissers uit te reiken, heeft Defensie erkend de extreme loyaliteit van deze militair.

    Op de verschillende social media zijn er vele honderden steunbetuigingen. Steunbetuigingen van militairen, veteranen, leden van motorclubs, vrouwen, familieleden en vele anderen. Ondertussen komt er van vakbonden, militaire bonden, veteranenorganisaties en veteranenbladen geen enkele berichtgeving.

    Maurice Vissers is een mens die door grote persoonlijke moed boven anderen uitsteeg. Dat zijn kameraden het voor hem willen opnemen is vanzelfsprekend. Dat militaire bonden en belangenorganisaties dat niet doen getuigt van een gebrek aan inlevingsvermogen. Het zijn de bonden en de belangenorganisaties die niet loyaal zijn.

    Wij hebben daarom een actie bedacht om de organisaties die zwijgen te laten luisteren. Dat kan alleen wanneer iedereen meedoet. Wij hebben een aantal organisaties uitgezocht die benaderd kunnen worden per mail of per geschreven of geprinte brief. De bedoeling is stelling te laten nemen door die organisaties. Ook uitblijven van antwoord is stelling nemen. Organisaties die niet antwoorden nemen daarmee automatisch stelling tegen de gewone soldaat. De échte soldaat. Naast de belangenorganisaties lijkt het ons van belang ook de Commandant der Strijdkrachten luitenant-admiraal Rob Bauer een brief of een mail te sturen. Hij komt op die manier te weten wat er leeft in zijn eigen organisatie en daarbuiten.

    Om het sturen van mails of brieven te vergemakkelijken en te voorkomen dat emoties leiden tot te pittige brieven, hebben wij een standaardbrief geschreven. Deze brief kan worden gekopieerd in jullie mail of uitgeprint om als brief te worden gestuurd. Hieronder publiceren wij deze brief en de adressen van de bonden en de heer Bauer. Je kunt de brief aan één organisatie sturen, aan meerdere of alleen aan de heer Bauer. Hoofdzaak is dat de militaire belangenorganisaties en de heer Bauer zo massaal mogelijk op de hoogte komen van de onvrede en stelling gaan nemen.

     

    Brief aan de Luitenant-Admiraal Rob Bauer:

     

    Zeer geachte heer Bauer,

    Naar aanleiding van de berichtgeving in de media over het besluit van Defensie om de Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) van sergeant-majoor Maurice Vissers in te trekken is grote beroering ontstaan onder militairen, oud-militairen, veteranen, familieleden van militairen en anderen.

    Wij vinden het oneerlijk dat een door Defensie onderscheiden militair die zijn leven op het spel zette bij een gevechtsmissie om kameraden veilig thuis te laten komen en daarvoor door Defensie het Kruis van Verdienste ontving nu door het simpele lidmaatschap van een niet-verboden motorclub zijn werk als militair bij Defensie dreigt kwijt te raken.

    Wij vinden dat het oneerlijk is iemand te benadelen en zijn loyaliteit in twijfel te trekken door alleen een lidmaatschap van een club of organisatie die niet is verboden. Voor ons staan de trouw en de moed van sergeant-majoor Vissers boven elke verdenking verheven.

    Graag zouden wij van u horen dat u het met ons eens bent dat sergeant-majoor Vissers een aanwinst is voor de Nederlandse Krijgsmacht en gehandhaafd zou moeten worden in zijn functie. Het uitblijven van een reactie uwerzijds beschouwen wij als een negatief antwoord en een diskwalificatie van de wegens grote dapperheid onderscheiden populaire onderofficier Vissers.

    De afwezigheid van commentaar op deze kwestie door hoge leidinggevenden van de Krijgsmacht en de militaire belangenorganisaties wordt door velen gezien als een politieke zet waarvan actief dienende militairen en veteranen het slachtoffer zijn.

    Hopende op een zeer spoedig antwoord, verblijf ik met de meeste hoogachting,

    (je naam en eventueel adres)

    Het mailadres van Rob Bauer is: rp.bauer@mindef.nl  Zijn postadres: Kalvermarkt 32, 2511 CB Den Haag.

     

     

    Brief aan één van de belangenorganisaties:

     

     

    Geachte heer/mevrouw,

     

    Naar aanleiding van de berichtgeving in de media over het besluit van Defensie om de Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) van sergeant-majoor Maurice Vissers in te trekken is grote beroering ontstaan onder militairen, oud-militairen, veteranen, familieleden van militairen en burgers.

    Wij vinden het oneerlijk dat een door Defensie onderscheiden militair die zijn leven op het spel zette bij een gevechtsmissie om kameraden veilig thuis te laten komen en daarvoor door Defensie het Kruis van Verdienste ontving nu door het simpele lidmaatschap van een motorclub zijn werk als militair bij Defensie dreigt kwijt te raken.

    Wij vinden dat het oneerlijk is iemand te benadelen en zijn loyaliteit in twijfel te trekken door alleen een lidmaatschap van een club of organisatie die niet is verboden. Voor ons staan de trouw en de moed van sergeant-majoor Vissers boven elke verdenking verheven.

    Graag zouden wij van u horen dat u het met ons eens bent dat sergeant-majoor Vissers een aanwinst is voor de Nederlandse Krijgsmacht en gehandhaafd zou moeten worden in zijn functie. Het uitblijven van een reactie uwerzijds beschouwen wij als een negatief antwoord en een diskwalificatie van de wegens grote dapperheid onderscheiden populaire onderofficier Vissers.

    De afwezigheid van commentaar op deze kwestie door hoge leidinggevenden van de Krijgsmacht en de militaire belangenorganisaties wordt door velen gezien als een politieke zet waarvan actief dienende militairen en veteranen het slachtoffer zijn.

    Hopende op een zeer spoedig antwoord, verblijf ik met de meeste hoogachting,

    (je naam en eventueel adres)

     

    De adressen en mailadressen van de belangenorganisaties zijn:

     

    AFMP

    info@afmp.nl

    Hertogswetering 159

    3543 AS Utrecht

     

    CBB

    cbb@mijnvbm.nl

    Postbus 93037

    2509 AA Den Haag

     

    ODB

    administratie@defensiebond.nl

    Postbus 1055

    1780 EB Den Helder

     

    BBTV

    bbtv@mijnvbm.nl

    Postbus 93037

    2509 AA Den Haag

     

    Veteranen Instituut

    info@veteraneninstituut.nl

    Willem van Lanschotlaan 1

    3941 XV Doorn

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)