• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Stuitend en onacceptabel

    Het is niet omdat het komkommertijd is dat het nieuws van de zoon van Femke Halsema ons bezighoudt. Want je kunt zeggen wat je wilt, maar het is nieuws. En er zijn tal van vragen die worden opgeroepen. We stellen er een paar:

    Waarom rept Halsema in haar brief nergens van haar man, meneer Oey? Voedt zij alleen haar zoon op? Ze geeft aan lange gesprekken gevoerd te hebben met zoonlief. Was haar man daar niet bij? De zoon van Halsema werd enige jaren geleden van een zogenaamde ‘zwarte school’ gehaald. Wat was daar precies de reden van? Op welke school zit hij nu en is dat beter? Dat het op deze school beter gaat, blijkt niet. Zijn er met scholieren van deze school vaker vergelijkbare incidenten? Kan het zijn dat gedrag van jongeren niet alleen wordt ingegeven door de school die zij bezoeken, maar ook door het voorbeeld van hun ouders? Mevrouw Halsema gaf in het verleden aan dat zij cocaïne had gebruikt. Is dat gebruik van cocaïne niet erger dan een ‘zwarte school’?

    HP/De Tijd berichtte op 11 juni 2019 hoe Halsema experimenteerde met cocaïne, maar toch de Verenigde Staten binnenmocht. De toegang van de VS wordt, naast een heel stel andere landen, geweigerd aan leden van motorclubs. Ben je lid van een MC dan kom je veel landen niet meer binnen. Een mevrouw die aangeeft cocaïne te hebben gebruikt en waarvan het zoontje met nepvuurwapens en messen rondloopt, komt de VS wel binnen. Sterker nog, haar VGB (Verklaring van Geen Bezwaar) wordt niet ingetrokken. Op 31 juli 2019 berichtte de NOS hier over: ‘Waar eerder Defensie haar personeel het lidmaatschap van ‘1%-clubs’ – zoals deze motorclubs ook wel worden genoemd- ontmoedigde, wordt er nu opgetreden. Ook militairen die bijvoorbeeld een kind of een partner bij een verboden motorclub hebben, kunnen uit hun functie gezet worden’. Daaronder staat zelfs nog dit: ‘Overheidsmedewerkers met een vertrouwensfunctie, zoals militairen, moeten een ‘verklaring van geen bezwaar’ hebben om hun werk te kunnen doen. Om zo’n VGB te krijgen, moet iemand een veiligheidsonderzoek door inlichtingendienst AIVD ondergaan.’

    Hoe zit dat dus met een burgemeester die drugs gebruikt en een gewapende zoon heeft? Of gelden die strenge vertrouwensregels alleen voor leden van motorclubs? Mevrouw Halsema gaf eerder al aan het boerkaverbod niet te zullen handhaven, maar het verbod op enkele motorclubs wel. Staat mevrouw Halsema boven de wet?

    Het zijn vragen die Bureau Jeugdzorg doorgaans ook stelt aan ouders waarvan zoonlief werd gesnapt met een verboden (nep)wapen. Er is ook nog een alarmpistool gevonden. En twee messen. Waren die wapens ook aanwezig in de ambtswoning van Halsema? Wist Halsema van die wapens af? Wie was eigenlijk die andere jongen? Heeft die andere jongen ook nog geen strafblad? Is er huiszoeking gedaan in de woning van Halsema, zoals bij vuurwapenzaken eigenlijk gebruikelijk is? Waarom niet? Zo ja, is daar nog iets anders gevonden? Was er ook een drugshond bij die huiszoeking? Zijn de vingerafdrukken van zoonlief vergeleken met de vingerafdrukken gevonden bij onopgeloste inbraken?

    Naast deze vragen die wel voor de hand liggen, kunnen we nog wat vragen stellen. De politie stelt nu een onderzoek in naar het lek dat aan John van den Heuvel heeft doorgegeven dat deze zaak speelt. Dat lek moet namelijk wel van de politie zelf komen. Bij een eerder geval werd een agent ontslagen, nadat hij de naam en afkomst had genoemd van een man die mensen aanreed bij het Centraal Station in 2017. ‘Politiechef Erik Akerboom vond het lek ‘stuitend en onacceptabel’, schrijft het Algemeen Dagblad daarover op 14 augustus 2019.

    Stuitend en onacceptabel noemde Erik Akerboom niet het lek bij de politie of de brandweer dat ervoor zorgde dat de ontslagbrief van brandweerman Pyro in de krant kwam. Brandweerman Pyro bleek namelijk al al 20 jaar lid van de Hells Angels te zijn. Wel werd brandweercommandant Leen Schaap ontslagen, maar dat bleek meer te komen door zijn algemene optreden en gebrek aan sympathie op de werkvloer. Dus waarom mocht de ontslagbrief van brandweerman én Hells Angel-zonder strafblad Pyro wél gepubliceerd worden en wordt het lek van de zoon van Halsema onderzocht? Pyro liep niet met nepvuurwapens en messen rond op een woonboot die niet van hem was, hij heeft zelfs helemaal geen strafblad.

    Het lijkt erop alsof er bij de politie in Amsterdam een tweestrijd aan de gang is. Eerder al speelde de kaartjesaffaire waarbij commissaris Ad Smit strafontslag kreeg. Ad Smit was zeer populair op de werkvloer. Verschillende andere kopstukken van de Amsterdamse politie werden meegesleept in deze zaak. Zij werden gestraft, maar kregen geen ontslag. Tot zover de integriteit van een korps dat eigenlijk het goede voorbeeld moet laten geven door zijn chefs. Wie had er baat bij die opruiming? Wie zijn de mensen die bepaalde zaken laten uitlekken naar de media?

    In dit geval gaat het over GroenLinks-burgemeester Femke Halsema. Zij lijdt schade door deze zaak. Wie heeft daar baat bij? Is het een lek van een gewone agent die het leuk vond het resultaat van zijn gesnuffel in De Telegraaf te lezen? Of tevreden was met een aai over zijn bol door John van den Heuvel? De meeste misdaadverslaggevers in Nederland kunnen alleen maar bestaan door de ‘goede contacten’ die zij hebben bij politie en justitie. Voor wat hoort wat. Zij schrijven positief over de politie en krijgen in rul daarvoor regelmatig scoops en nieuwtjes. Alle misdaadverslaggevers in Nederland doorspekken hun schrijfsels met ‘eigen meningen’ die de politie goed uitkomen. Zo zal John van den Heuvel geen kans onbenut laten te zeggen dat de Hells Angels verboden moeten worden. En hij is niet de enige.

    Elke journalist weet hoe moeilijk het is informatie van de overheid te krijgen. WOB-verzoeken die maanden duren zijn meestal het gevolg van het wroeten van een onderzoeksjournalist. Hoe komen dan die misdaadjournalisten aan hun informatie? Het lijkt erop alsof het een een-tweetje is tussen de journalist en politie of justitie. Het is dus min of meer geregisseerd. Is dat ook hier het geval? Is het nieuws over de zoon van Halsema geregisseerd? Kwam het iemand goed uit om dit voor Halsema schadelijke nieuws te publiceren?

    Op 13 augustus 2019 berichtte het Algemeen Dagblad onder de kop ‘Aangehouden ‘GHB-wethouder’ toont uitkomst drugstest: ‘geen verboden middelen’, hoe ex-GroenLinkswethouder Jorrit Nuyens geen drugs in zijn bloed had. Dit bewijst een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Elseviers Weekblad berichtte al op 21 juni 2019 hoe de politie van Amsterdam niet had moeten toestaan dat de aanhouding van de wethouder werd gefilmd. Zijn er bij de Amsterdamse politie mensen die het moeilijk hebben met GroenLinks-bestuurders?

    Halsema is nu op vakantie in Afrika? Nu is Afrika vrij groot. Dus waarom wordt niet gewoon gezegd waar zij is? In welk land? Wat doet zij daar precies?

    Het zijn allemaal vragen waarvan wij hopen dat er na de vakantie antwoorden op komen.

     

    Stelletje amateurs.

    De Nederlandse politie lost relatief weinig misdaad op en het lijkt erop dat de cijfers van opgeloste misdaad die we wel hebben geflatteerd zijn door de criminaliteitscijfers naar beneden bij te stellen en aangiftes uit het bestand te verwijderen of weigeren aangiftes op te nemen. Dit leidt tot aangenamere oplossingspercentages, maar heeft als nevenwerking dat veel burgers toch net iets slimmer zijn en de politie niet meer geloven.

    Op 24 juni 2015 stelde de VVD vragen in de gemeenteraad van Almere over het weggooibeleid van de politie in die stad. Omroep Flevoland die dag: ‘De Almeerse VVD-fractie heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over aangiftes bij de politie die in de prullenbak zouden belanden. Volgens onderzoek van RTL Nieuws verdwenen er in Almere de afgelopen jaren van de ruim 6400 aangiftes meer dan 2000 in het ronde archief. De VVD wil weten welke maatregelen het college gaat nemen om dat aantal te verminderen. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat de politie in Flevoland gemiddeld een derde van de aangiftes weggooit.’

    Een burger kan altijd aangifte doen en de politie is altijd verplicht die aangifte op te nemen. Het is niet de politie zelf die beslist of een aangifte ontvankelijk is of niet. Dat privilege is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie. Dat de politie burgers probeert wijs te maken dat er geen aangifte kan worden opgenomen, of dat er alleen maar op bepaalde bureau’s op bepaalde tijdstippen na afspraak aangifte kan worden gedaan is natuurlijk al kwalijk genoeg, het weggooien van gedane aangiftes is een schandaal. Het is dan ook geen wonder dat de burger dit allang in de gaten heeft en zo langzamerhand zijn ongezouten mening niet meer onder stoelen of banken steekt.

    Dit plaatst de politie voor een probleem. De boze burger, de social media en een politie die veel fouten maakt. Een interessante cocktail die slecht is voor het korpsego van hen die zeggen er alles voor over te hebben ons te beschermen en ons te vrijwaren van onheil.

    Vandaar dat de politie al jaren bezig is het eigen blazoen op te poetsen. Daarvoor worden door reclamebureau’s slogans bedacht. ‘De politie is de baas op straat!’, ‘Die pet past ons allemaal!’, ‘De politie is je vriend!’. Het zijn slogans die niet hebben geleid tot een mildere mening onder de burger. Want de misdaadcijfers kun je flatteren, aangiftes kun je weigeren of weggooien, het blazoen kun je blijven oppoetsen, de burger wil alleen maar rust en veiligheid. Bij gebrek aan resultaat zal de burger dus kritisch blijven. Het dwingt de politie dus naar andere mogelijkheden te zoeken om zichzelf als ‘goeie gasten’ te presenteren.

    Een bekende tactiek van de politie is politie-informatie door te spelen aan uitgekozen journalisten. Bij voorkeur natuurlijk aan oud-politiemensen die journalist zijn geworden. Ideaal om de burger te beïnvloeden en te hersenspoelen. Over ondermijning bijvoorbeeld en over motorclubs. Maar waarom alleen journalisten gebruiken, wanneer je ook je eigen verslaggever kunt zijn? De mogelijkheden door de social media zijn ongekend. Politiemensen met een lage schoolopleiding lopen op straat met de nieuwste smartphones. Kentekens worden daarmee gescand, rijbewijzen gefotografeerd, druk gecommuniceerd. Maar waarom die ingewikkelde apparaatjes ook niet gebruiken om tijdens het werk het eigen korps te promoten?

    En nu komen wij met een sprong weer terug in Almere. Want in Almere is er een politieagent die snapt waarvoor de social media te gebruiken zijn. Het is agent Jan-Willem. Was vroeger de politieagent een ambtenaar in functie die respect moest afdwingen en met meneer moest worden aangesproken, vandaag gooien we het op een iets andere toer. Want hij was misschien niet bij iedereen geliefd, hij was wel de vertegenwoordiger van de autoriteiten op straat en dat gaf hem ook zelf autoriteit. Maar je moet met je tijd meegaan. Nu heb je dus agent Jan-Willem. Agent Jan-Willem is een vlogger. Een politievlogger om exact te zijn.

    Met zijn ingewikkelde apparaatje in zijn zak doet agent Jan-Willem gewoon zijn werk en reuze enthousiast als agent Jan-Willem is, maakt hij tijdens dat werk foto’s en filmpjes voor zijn vlog. Want agent Jan-Willem is een goeie gast en zijn collega’s zijn ook gewoon goeie gasten. Vet gaaf zijn ze en het is toppie om agent te zijn. Het veranderd niets aan de misdaadcijfers, maar het is nu gewoon keileuk wanneer je slachtoffer bent, want dan komt misschien agent Jan-Willem met zijn smartphone. En dat is keigaaf, gozer!

    Je hebt nu politiemotorbendes in navolging van de échte motorclubs. Je hebt politiejournalisten in navolging van de échte journalisten. En nu heb je ook al een politievlogger in navolging van de échte treitervloggers. En de politie kan dat beter, want het zijn vet gave gasten bij de politie! En het resultaat mag er inderdaad wezen.

    Op 6 september 2017 berichtte Omroep Flevoland hoe politievlogger Jan-Willem door zijn vlogs de identiteiten van slachtoffers, verdachten en omwonenden bekend maakt. Omroep Flevoland: ‘Volgens de journalisten van de Monitor is via de meeste video’s die Jan-Willem plaatst een adres herleidbaar. Daardoor zijn volgens hen verdachten, slachtoffers en omwonenden niet meer anoniem. Hoewel hun gezichten onherkenbaar zijn gemaakt, zou de omgeving te veel aanwijzingen geven voor waar iemand woont. De journalisten laten via een voorbeeld zien dat door bijvoorbeeld een time-laps langzaam af te spelen, adressen zijn te zien. Ze hebben aan de politie en de Autoriteit Persoonsgegevens gevraagd of de richtlijnen rondom het plaatsen van dit soort video’s tekort schieten of niet goed worden nageleefd. Politievlogger Jan-Willem wil nog niet reageren op het verhaal van de Monitor.’

    Dat is niet zo leuk voor agent Jan-Willem. Want deze gave gast was zo enthousiast. Maar het drukt ons wel weer met de neus op de feiten. De politie moet misdaad oplossen en de openbare orde waarborgen. Publiciteitscampagnes doen daar niets aan af. Wil de politie populair worden, dan moeten ze hun werk zo goed mogelijk doen. En wij schreven het al eerder. De politie verzamelt links en rechts data, slaat die op zonder databanken aan te melden en zonder enige zorgvuldigheid. In plaats van misdaad op te lossen creëert de politie hiermee zelf ook weer misstanden en begaat zij overtredingen. En datzelfde geldt voor de amateurjournalisten die het internet onveilig maken met vetgave filmpjes over die vreselijk leuke kanten van een dagje politiewerk.

     

    Politiedebat negeert maatschappelijke ontwikkelingen en werkelijkheid

    December 2016 verklaren betrokkenen in de Rotterdamse douanezaak dat de FIOD en de Amerikaanse DEA containers met cocaine hebben doorgelaten naar de Nederlandse markt. Met medeweten van de politie en OM.

    1 januari 2017 raakt een politieman gewond. Er ontstond een groot politietumult over ‘geweld tegen hulpverleners’ zoals ze dat noemen, maar geheel onterecht. Media, politiebond, minister, ze zaten er allemaal naast. De politieman was niet aangevallen.

    13 januari 2017 lekt een rapport van het Openbaar Ministerie uit dat de criminaliteit 4,5 keer zo groot is als werd aangenomen. Als dat waar is, wordt niet 20%, maar minder dan 4,5% van de criminaliteit ‘opgelost’, waarvan dan weer een gedeelte leidt tot vervolging, waarvan weer een deel komt tot veroordeling door een rechter.

    22 februari wordt bekend gemaakt dat een medewerker van DBB, die onder meer Geert Wilders beveiligt, informatie zou hebben gelekt naar een criminele groep. Twee politiechefs van de dienst Landelijke Eenheid ruimen het veld onder wie Michel ‘roofvogel‘ Baeten. Dan zegt het OM dat van lekken naar een criminele organisatie geen sprake is geweest, maar korpschef Erik Akerboom gaat daar weer tegenin. Ook blijkt dat in 2015 al twee DBB-ers zijn gearresteerd wegens financiële malversaties. Dat was stilgehouden voor Wilders. De grootste oppositiepartij legt drie weken voor de verkiezingen zijn verkiezingscampagne stil.

    28 februari lezen we dat er vier grote onderzoeken lopen naar corruptie bij de politie.

    26 mei laat Zembla zien hoe de politie heeft gefaald in de zaak Cyprian Broekhuis en hoe vervolgens door valse processen verbaal en vervalsen van bewijsmateriaal de schuld van de doodschietende agenten is verdonkeremaand.

    13 juni komt de zaak Dotterbloem voor de rechter. Door omkoping lukte het twee auto-importeurs om niet alleen de politie maar ook de krijgsmacht en ook nog het koningshuis (door een prinses in te zetten) jarenlang te ondermijnen. Als het bekend wordt, blijkt er al een schikking te zijn getroffen met de dealers. Bovendien blijkt 12 juni dat een van de daders (Pon) opnieuw de aanbesteding heeft gewonnen en de politie van auto’s blijft voorzien.

    Het zijn stuk voor stuk kwesties die fundamentele vragen oproepen over de effectiviteit en geloofwaardigheid van politie en Openbaar Ministerie. Elke andere organisatie zou bij zo slecht functioneren worden opgeheven of onder toezicht worden geplaatst. Door onbekende oorzaak gebeurt dit niet. Maar er wordt wel gepraat. Regelmatig organiseert de politieacademie ‘politiedebatten’. Laten we kijken waar het 13 juni over ging:

    (bron: Youtube)

    Voor het filmpje start: ‘ontwrichtende criminaliteit’ is nieuw. Misschien een teken dat ‘ondermijning’ als begrip een beetje sleets begint te raken. Op de ‘ondermijnings’-pagina van politie.nl is het nieuwsoverzicht sinds februari 2015 niet meer bijgewerkt.

    Op 17 seconden: Bob Hoogenboom legt uit dat maatschappelijke vraagstukken hier worden ‘geagendeerd’.

    Op 37 seconden: Jan Tromp is journalist. Hij vindt het interessant en fascinerend dat iets zich onder de radar afspeelt. Al gebeurt er volgens de vraagstelster ‘opvallend weinig’. Wat er gebeurt of zich afspeelt krijgen we niet te horen.

    Op 45 seconden: Albert van Wijk van het openbaar ministerie lijdt onder een ‘IT-museum’. Hij wil ons doen geloven dat het door bezuinigingen komt dat de automatisering bij politie en justitie niet goed werkt, terwijl in werkelijkheid de leveranciers ze jarenlang een poot hebben uitgedraaid. Daarna wordt het cryptisch: Hij lijdt onder investeringen en hij voorspelt ons dat er ‘nog veel tegels opgetild moeten worden en iedere keer zullen we weer schrikken’. Schrikken van wat? Hard bewijs dat voormalig korpschef Nationale Politie Gerard Bouman de centrale ondernemingsraad heeft omgekocht? Meer malversaties rond aankoop van materiaal? Meer corrupte politiemensen als er meer wordt geïnvesteerd?

    Op 1 minuut 14: Journalist Hülya Cigdem herkent een gebrek aan effectiviteit. Ze hoorde mensen zeggen dat als je wordt gepakt met een zolder vol wiet je wegkomt met een paar uur schoffelen. En weg is ze weer. Mogelijk heeft ze veel meer gezegd, misschien ook dat die mensen het mis hadden en dat je vooral buitengerechtelijk zwaar moet bloeden.

    Op 1 minuut 22: Karel Schuurman, hoofd LIEC, ook eens met zijn gezicht in beeld. Hij zegt dat de verschuiving van bestrijding van ‘georganiseerde misdaad’ van de strafrechtketen naar ‘decentrale partners’ als gemeenten met hun bestuursrechtelijke aanpak vlot verloopt. En worden de ondermijningsbeelden beter? Geen antwoord. ‘Er komen steeds meer puzzelstukjes bij elkaar te liggen’ Maar passen ze? Hier zie je de kracht van het begrip ‘ondermijning’: Hoe meer je schrijft, hoe minder je weet, hoe meer gemeenschapsgeld je over de balk kunt smijten.

    Op 1 minuut 50: Jorien Scherpenisse van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur mocht voor het ministerie van BZK ‘onderzoek doen‘ naar ondermijning. ‘Iedereen moet DNA inleveren’ is hier figuurlijk gebruikt, maar geeft een beetje aan dat in de beleving van deze mensen de burger geen enkele privacy heeft wanneer een ambtenaar iets wil. Verder schijnen de partijen met bestrijding van ondermijning verschillende doelen na te streven.

    Op 2 minuut 4: Christien Bronda van ‘initiatief 1 overheid’ vertelt hoe je zonder de privacy te schenden heel snel bij een groepje mensen komt dat je wilt rechercheren. Dus eerst mensen tot doel bestempelen en er vervolgens de criminele handeling bij zoeken. Zou dat misschien zijn waarom misschien wel 95% van de criminaliteit niet wordt opgelost? Of denkt ze dat het groepje mensen dat ze wil rechercheren daar ook verantwoordelijk voor is? En wat voor groepje mensen zou ze bedoelen? Motorclubleden? Henneptelers? Woonwagenbewoners? Mannen met een migratieachtergrond? Mensen met een uitkering? Zou het niet beter zijn de politie zelf eens door te lichten?

    Op 2 minuut 33: Marc Schuilenburg, filosoof van de VU, signaleert overmatig gebruik van het woord ‘aanpakken’.

    Op 2 minuut 57: Wilco Berenschot, wijkagent uit Rotterdam, ziet dat mensen elkaar in de gaten houden op een hele mooie manier.

    Op 3 minuut 30: Ruud Bakker van de gemeente Rotterdam beschrijft de west kruiskade van 15 jaar geleden. Door 15 jaar harde aanpak en aankoop van panden zou het nu beter toeven zijn daar.

    Op 4 minuut 2: Frans Heeren van de politie Oost-Brabant heeft veel woonwagenkampen in zijn omgeving. Als ambtenaren daar naar toe willen komt de politie mee. Dat zou dan getuigen van moed.

    Op 4 minuut 22: Ruud Bik, plaatsvervangend korpschef Nationale Politie volgens LinkedIn (volgens andere bronnen sinds 1 november 2016 niet meer) en executive director van IDEC (bevestiging daarvan niet op internet te vinden). Er moet meer capaciteit aan ondermijning worden besteed. En applaus, einde filmpje.

    Waar waren de ‘maatschappelijke vraagstukken’ die zouden worden geagendeerd? Waarom worden wel embedded journalisten en een filosoof uitgenodigd maar geen advocaten of rechters? Waar was het debat als elke tegenspraak ontbreekt? Hoe kan het dat deze mensen ons hun wil opleggen hoewel niemand op ze heeft gestemd? Wie is het die hier ontwricht?

    Grijpgrage handjes

    Is er iemand bekend met Leo Verhoef? Denkelijk niet. En op zich is dat al opmerkelijk, want Leo Verhoef is namelijk gewezen accountant. Een gewezen accountant die de rekeningen van overheidsinstellingen narekend. En tot verbijsterende gevolgtrekkingen komt. Omdat er niemand in dit land luistert naar Leo Verhoef en zijn vervelende rekensommen, heeft hij een eigen website geopend. De bezoeker van die website komt bij lezing tot de onthutsende conclusie dat er vele tientallen miljoenen euro’s belastinggeld verdwijnen. Elk jaar opnieuw. Dat is op zich al heel onthutsend. Wat echter nog veel onthutsender is, is dat het niemand iets interesseert. Vooral de gemeenteraden en de Tweede Kamer laten het afweten. De bijstandsmoeder zal over de brug moeten komen, al gaat het om een paar roteuro’s en al springt ze voor de trein. De gemeenten in Nederland mogen gewoon hun gang gaan.

    We keken vandaag naar Leo’s rekenwerk over de jaarrekeningen van de gemeente Amsterdam. U denkt wellicht dat we met Amsterdam komen, omdat die stad met een ‘A’ begint. Nee, toevallig is er iets anders aan de hand. Maar daarover later meer. Leo Verhoef op zijn website over Amsterdam (http://www.leoverhoef.nl/scorelijst.html):

    2010:
    – saldo van baten en lasten volgens rekening van baten en lasten: voordelig € 32 mln
    – werkelijk saldo van baten en lasten: nadelig € 135 mln
    – accountant: ACAM (Accountantsdienst Gemeente Amsterdam)
    2011
    :
    – saldo van baten en lasten volgens rekening van baten en lasten: € 36 mln
    – werkelijk saldo van baten en lasten: € 121 mln
    – accountant: ACAM (Accountantsdienst Gemeente Amsterdam)
    2012
    :
    – saldo van baten en lasten volgens rekening van baten en lasten: voordelig € 96 mln
    – werkelijk saldo van baten en lasten: nadelig € 90 mln
    – accountant: ACAM (Accountantsdienst Gemeente Amsterdam)
    2013
    :
    – in jaarstukken gepresenteerd resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 263 mln
    – werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 698 mln
    – accountant: Auditdienst ACAM (Accountantsdienst Gemeente Amsterdam)
    2014
    :
    – in jaarstukken gepresenteerd resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: voordelig € 79 mln
    – werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: nadelig € 3 mln
    – accountant: Auditdienst ACAM (Accountantsdienst Gemeente Amsterdam)
    2015
    :
    – in jaarstukken gepresenteerd resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 152 mln
    – werkelijk resultaat/saldo van opbrengsten en kosten: € 192 mln
    – accountant: ?

    Ziet u de verschillen? Heeft u wel eens gehoord dat er ophef was in de gemeenteraad van Amsterdam over die gigantische verschillen? Is Leo Verhoef aangeklaagd wegens laster ende smaad? Heeft hij dan wellicht gelijk? Het gaat hier niet over vele miljoenen, het gaat over vele honderden miljoenen. Waar zijn die centjes? Het interesseert niemand ene reet.

    Lekkere stad zult u zeggen. Maar u vergist zich. Het maakt de stad Amsterdam wel degelijk uit wat er financieel gebeurt. Het is alleen een kwestie wie betaalt en aan wie betaalt wordt. Wij gaven al eerder aan dat een aantal politieofficieren zo enorm belangrijk is dat zij meer verdienen dan de Balkenende-norm. Dat vindt Amsterdam helemaal niet erg. De politie is je vriend, zou je kunnen zeggen. En ja, voor je vriendjes heb je alles over.

    En dat geldt ook voor degene die moet betalen. Zo was er gisteren via Facebook een oproep van Ride of the Century. Duizenden motorrijders kwamen naar Nieuw-Sloten. Zomaar opeens. Om samen te gaan rijden. Niemand wist daar op voorhand vanaf. De polizei van Amsterdam ook niet. Opmerkelijk dus dat de polizei zich snel herstelde en geüniformeerde en ongeüniformeerde teams beschikbaar had om iedereen te filmen en te fotograferen. Meer dan 200 personen konden op deze listige wijze worden vastgelegd. Zij zullen binnenkort een boete thuis gestuurd krijgen. De polizei besloot om niemand aan te houden en alleen te filmen. Ondanks naar de beweringen van de polizei dat er halsbrekende toeren werden uitgehaald en er gevaarlijke situaties ontstonden. Nee, het innen van boetes prevaleert. Begrijpt u het nu? Daar komt het geld vandaan dat zo eenvoudig maar simpel kan worden verspilt.

    De politie van Amsterdam is dus in staat om razendsnel te anticiperen op oproepen op Facebook en teams in te zetten. Mocht er straks iets gebeuren dat politie-optreden vereist had en er is geen politie dan heeft de toekomstige klager alvast een punt. Het ging gisteren om geld en niet om veiligheid. Boetes innen.

     

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    De politiedatabank van Outlaw VVD’ers

    Op 25 januari 2016 schreef Nu.nl: ‘VVD partij met meeste integriteitsschandalen’. Wij citeren het artikel niet, maar geven het voor het gemak helemaal weer:

    ‘Regeringspartij VVD voert ook dit jaar de lijst aan van integriteitsschandalen onder politici en bestuurders.

    Met veertien affaires staan de liberalen, net als in voorgaande jaren, bovenaan de jaarlijkse Politieke Integriteitsindex van weekblad Vrij Nederland. In 2014 waren er binnen de VVD elf schandalen.

    In 2015 gingen in totaal 64 bestuurders en politici de fout in. In 2014 waren dat er 47.

    Strafblad

    Het aantal VVD’ers met een strafblad is daarmee dit jaar opgelopen tot zestien. Daarnaast lopen er nog strafzaken tegen zes liberalen: Rolf Zincken (mishandeling), wethouder Carel van Gelder (hennepkweek), oud-wethouder Piet Ploeg (corruptie), Kathalijne de Kruif (deelname criminele organisatie), oud-senator Jos van Rey (corruptie) en oud-wethouder Tilman Schreurs (corruptie).

    De VVD riep vorig jaar een interne integriteitscommissie in het leven na de ophef rond het declaratiegedrag van Kamerlid Mark Verheijen. Hij erkende fouten te hebben gemaakt en stapte op. Onlangs werd hij nog vrijgesproken door het Openbaar Ministerie.

    De interne commissie kon echter niet verhinderen dat Kamerlid René Leegte (betaalde bijbaan) de fout inging en oud-Senator Loek Hermans (wanbeleid Meavita) de Eerste Kamer moest verlaten. En Europarlementariër Hans van Baalen zegde onlangs halsoverkop twee omstreden bijbanen in de autoindustrie op.

    Grootste partij

    VVD-leider en minister-president Mark Rutte zei vorig jaar in een reactie op alle schandalen dat de VVD voorop moet lopen als het gaat om integriteitsbeleid bij politieke partijen. Volgens de premier is het logisch dat de VVD als grootste partij onder een vergrootglas ligt.

    Vrij Nederland, die de lijst in samenwerking met de Vrije Universiteit samenstelde, stelt dat het niet vreemd is dat de VVD als grootste partij ook de meeste schandalen telt. Toen het CDA de grootste partij was, hadden de christendemocraten de meeste schandalen, schrijft het weekblad.

    Het CDA telt dit jaar overigens zeven affaires. De PvdA telt er zes en D66 had te maken met acht schandalen.’

    Denk eraan dat dit niet zomaar een journalistiek werkje is geweest. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Vrije Universiteit. Wetenschappelijk dus. Wat evenzo bedenkelijk is, is het feit dat ook de andere grotere partijen graag meedoen met deze schandalen. Zij bleven enkel wat achter doordat de VVD veel groter is.

    Wij kunnen ons dus wel vinden in het waarheidsgehalte, althans wij bestrijden het niet. Wij hebben wel een opmerking: ‘Schandalen?’ Welke schandalen? Het gaat hier om misdaad. Mishandeling, corruptie, deelname criminele organisatie, hennepkweek. Het gaat dus niet over politieke integriteit, of om schandalen. Het gaat om misdaad.

    Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Het is dus niet alleen een schandaal wanneer een politicus of een mandataris een misdaad pleegt. Het is ook ondermijning volgens de eigen definitie van de politie. Een maatschappelijk probleem. Maar waarom dan als voorbeeld geven een buurman met wiet op zijn zolder, een mensenhandelaar of overlastgevende hangjongeren? Is dat ondermijning? Is dat het vermengen van de onderwereld met de bovenwereld? Die vermenging, en dus de echte ondermijning, is pas aan de orde wanneer de gegeven voorbeelden contact maken met de bovenwereld. En wat is nu die bovenwereld? Dat zijn de gezagsdragers, de vertegenwoordigers van de gevestigde orde, de grotere jongens. En dat zijn de mensen die we moeten hebben. Anders gaan we de ondermijning te lijf door een omaatje met een bijbaantje, een bijklussende bijstandsmoeder, een bejaarde met een paar plantjes op te sporen en aan te geven.

    Er is op 18 maart van dit jaar zelfs een Dag van de Ondermijning gehouden. Een dag waar vooraanstaande politiemensen, politici, bestuurders en burgemeesters kennis konden maken met dit nieuwe fenomeen. En nu wetenschappelijk is vastgesteld dat die ondermijning in een aantal gevallen afkomstig is van politieke bestuurders, waarom wordt er dan opgeroepen door de politie om te kijken naar je buurman of een stelletje hangjongeren?

    Al eerder schreef Dupont in zijn blogs over een creatieve officier van justitie, Lucas van Delft, die zelf anoniem meldingen deed. Wij vroegen ons toen al af in hoeveel andere gevallen justitie en politie achter dergelijke meldingen zaten of zitten. Dupont meldde ook dat er nogal wat aan de hand was met zogenaamde bedreigingen van burgemeesters door motorclubs. Genoemd werden opnieuw mensen als Lucas van Delft, burgemeesters Jos Som en Fons Jacobs. Dupont meldde ook diverse malen hoe burgemeesters werden genoemd in corruptiezaken. Nou, dat is ondermijning. Echte ondermijning. Die buurman met zijn zolderkamertje is meer een noodsprong van een hulpeloze en kansarme.

    Dupont schreef ook hoe de politie erg creatief omgaat met verkeerscontroles. Ze zien een persoon rijden die zij checken in hun databank en houden hem vervolgens aan voor ‘opvallend rijgedrag’. Daarna worden openstaande boetes gevonden, een zakje wiet (afkomstig van die buurman zijn zolderkamertje?), een wapen en na huiszoeking zelfs enkele messen. Dit terwijl een rechter een uitspraak heeft gedaan over deze handelwijze. Het mag niet. Maar het gebeurt toch! Wat we dus zien is dat onder het mom van ‘ondermijning’ de politie bijna alles kan maken. Er is helemaal geen controle meer.

    Wat wij ons nu afvragen. Er is vastgesteld dat de politie leden van motorclubs registreert, invoert in een databank en regelmatig aanhoudt in hun strijd tegen ‘ondermijning’. Een databank die, wij vermelden het nog maar even voor de zoveelste keer, illegaal is. Is er nu ook een aparte databank voor politici? Een databank voor Outlaw Politicians? Als tegenhanger van de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG)? Worden op onzalige tijden leden van de VVD aangehouden die in die databank zitten, wegens ‘opvallend rijgedrag’? Of houdt de politie liever de bestuurders van dit land buiten schot? Nou, dat zou pas echt ondermijning zijn.

     

    Oproep

    Onderzoek oneigenlijk gebruik machtsmiddelen van de overheid ten aanzien van motorclubs voor een uitgebreid artikel op onze blog.

    Steeds vaker worden mensen die relaties, zowel zakelijk als vriendschappelijk, hebben met motorclubs of leden van motorclubs, door de politie lastiggevallen. Dit gebeurd onder het mom van criminaliteitsbestrijding, maar tegen de betreffende clubs en/of leden wordt geen strafvervolging ingesteld. Dit machtsmisbruik is dus intimidatie van de overheid gericht op het isoleren van motorclubs en haar leden. Dit mist elke rechtsgrond, vandaar dit onderzoek. Wij willen verhalen verzamelen van mensen, organisaties, bedrijven (kan anoniem) die door de overheid onder druk zijn gezet om niet meer samen te werken met motorclubs of hun relaties met leden te verbreken.

    In ons artikel ‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’ schreven wij al het volgende: ‘Al jaren gaan verhalen in de motorclubwereld dat de politie stiekem acties uitvoert om motorclubs of leden daarvan te benadelen. Zo worden horeca-ondernemers niet alleen bedreigd om MC’s buiten de deur te houden, ze worden ook bezocht om informatie over bezoekers los te peuteren. Ze worden bang gemaakt met de vraag of ze worden afgeperst, of rekeningen wel netjes worden betaald.

    Werkgevers van motorclubleden worden benaderd en bang gemaakt. Zakenpartners van motorclubleden die een eigen zaak hebben worden door de politie ‘gewaarschuwd’. Buren van clubhuizen worden benaderd en om informatie gevraagd of om aangifte te doen van welke vorm van overlast dan ook. Gemeentelijke overheden worden ‘ingelicht’ door de politie, die een unieke informatiepositie heeft, en vervolgens worden evenementen niet toegestaan of verboden terwijl ze al in een vergevorderd stadium verkeren, clubhuizen worden gesloten door informatie van de politie. De politie is opzichtig aanwezig bij bruiloften, familiefeesten waar ook motorclubleden bij aanwezig zijn en probeert soms verhuurders van feestzalen bang te maken hun zaal niet te verhuren, omdat er ook een paar leden van een motorclub komen.’

    Afgelopen week schreef Libanon-veteraan Joseph Raaijmakers van Veterans MC op de Facebookpagina ‘Mediavrijheid’ het volgende: “Het kan erger: een paar maanden geleden vertelde een klant van me dat hij bezoek had gehad van een rechercheur. Deze vertelde hem onomwonden dat hij zaken deed met een OMG en dat dit wel eens een negatieve invloed kan hebben op zijn vergunningen. Vergis je niet: ik werk in de IT en verzorgde de kantoorautomatisering voor deze klant. Geen spannende zaken dus. Sindsdien zijn er nog 3, voorheen trouwe klanten, verdwenen onder verdachte omstandigheden. Slechte smoezen, vreemde verhalen maar wel 4 klanten weg. Maar het kan erger: mijn verhuurder kreeg bezoek van de FIOD. Of hij wel wist dat er in zijn pand een OMG huisde en een OMG is synoniem aan criminaliteit, afpersing, witwassen, zoals iedereen weet, aldus de FIOD. Mijn verhuurder belde me en maakte een afspraak met me. Hij verzocht me vriendelijk doch dringend het pand te verlaten; een bedrijvencentrum waar ik inmiddels 20 klanten geworven had. Inmiddels heb ik dan ook, per 1 augustus, mijn kantoor ontruimd. Ik heb tenslotte ZZP-werk aangenomen, volle werkweken, voor de helft van mijn gangbare laagste tarief. Er zal toch brood op de plank moeten komen. Een 15 jaar trouwe klant blijft me trouw en gunt me zelfs het werk in de avonduren of weekenden voor hem te verrichten. Dat maakt samen dat ik kan overleven maar niet veel meer dan dat.”

    Het is dus concreet. Het probleem is om feiten boven water te krijgen. De benaderde partijen hebben vaak grote moeite om mee te werken aan het boven tafel krijgen van feiten. Welke rechercheur van welke dienst en welk dienstnummer, welke medewerker van de gemeente, of de FIOD enzovoort. Juist doordat deze instanties aan de deur zijn geweest, zijn mensen daarvoor bang geworden. Maar de enige manier om dit uiteindelijk aan de kaak te stellen is die feiten wel bekend te laten worden. Er kunnen dan procedures worden opgestart, WOB-verzoeken worden gedaan, klachten worden ingediend, politici bewust worden gemaakt of mogelijk zelfs aangifte worden gedaan.

    Wij willen deze praktijken bloot leggen. Wat zijn de feiten die nu bekend zijn over bezoekjes en waarschuwingen van instanties tegen leden van motorclubs? Wie zijn de mensen die zijn langs geweest? Wanneer was dat? Wie waren het precies, wat waren hun dienstnummers, autokentekens? Welke gemeenteambtenaren, welke dienst? Welke datum, hoe laat? Zijn er beveiligingsbeelden? Zijn er buren benaderd door instanties? Buren van leden van clubs of buren van clubhuizen. Zijn horecagelegenheden gewaarschuwd of onder druk gezet? Hoe precies, wie waren de ambtenaren die dat deden? Wat wilden de functionarissen precies? Wat was precies de waarschuwing? Werd er geprobeerd om mensen aan te zetten om klachten tegen leden of clubs in te dienen? Zijn er huurders of verhuurders benaderd? Zijn er werkgevers benaderd? Of werknemers? Zakenrelaties, klanten? Wat is er precies gezegd? Welke persoonlijke gegevens zijn er door die instanties in het gesprek doorgegeven? Zijn er leden van clubs, familieleden, buren vrienden, partners, relaties of ongeruste burgers die hierover willen praten? Neem dan contact op met Buro Jansen& Janssen via info@burojansen.nlof bel ons op via 020-6123202.