• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Horecaverbod in Delft (4) Nukkige motorrijders

    Inmiddels hebben wij naar aanleiding van ons WOB-verzoek informatie gekregen van zowel de gemeente Delft als nu ook, het duurde wel heel lang, van de politie in Delft over het weigeren van leden van motorclubs in de horeca in Delft.

    Voor de volledigheid hebben wij al deze gegevens online gezet:

    Overzicht pagina van de Wob

    http://openbaarheid.nl/wob-resultaten/delft-en-motorclubs-2018/

    Stukken van de gemeente Delft

    https://respubca.home.xs4all.nl/pdf/gemeentedelftmotorclubsdelftstukken.pdf

    Stukken van de politie eenheid Den Haag

    https://respubca.home.xs4all.nl/pdf/politiedenhaagmotorclubsdelftstukken.pdf

    De communicatie bij de politie in Delft begint met een mutatie op vrijdag 6 april 2018. Er wordt aangegeven dat een tot nog toe onbekende motorclub is neergestreken in Delft. Deze motorclub kwam sinds een week op het terras van een horecagelegenheid en de politie heeft contact met de horeca-ondernemer. De ondernemer geeft aan dat deze motorclub niet welkom is, omdat zij hun motorjacks niet uit willen doen. Verder is er blijkbaar geen enkele overlast in deze horecagelegenheid. De vraag is dus waarom deze klanten niet welkom zijn en waarom er contact moest komen met de politie in Delft.

    Vervolgens is de reactie van de politie (in dezelfde mutatie) dat de horeca-ondernemer deze klanten moet en gaat wegsturen. Waarom zegt de politie dat deze klanten die zich niet misdragen en alleen een motorjack aan hebben weggestuurd moeten worden? De politie zegt verder dat overlast van motorclubs niet wordt getolereerd en dat het landelijk beleid is. Wat heeft dat te maken met de klanten van deze horecagelegenheid die zich blijkbaar netjes gedragen?

    De politie gaat verder de zaak uit te zoeken en communiceert binnen het korps over de zaak. De klanten die geen overlast veroorzaakten bevinden zich nu plotseling in een bericht met de kop ‘Motorgangs in Delft gesignaleerd’. Het blijkt dat de motorclub Solidaridad heet en afkomstig is uit Barendrecht. Ook hier zijn zij verjaagd door de politie uit de horeca. Er wordt in het bericht niet gerefereerd aan enige wanordelijkheden of strafbare feiten. Het feit dat het een groep motorrijders is, was blijkbaar genoeg voor de politie in Barendrecht.

    Het bericht van de onbekende hoofdinspecteur aan zijn collega’s roept dezen op te melden wanneer motorclubs worden gesignaleerd in Delft. Ook is er overleg geweest met de burgemeester die een brief gaat sturen naar de horeca om leden van motorclubs te weigeren. Wanneer hieraan geen gevolg zal worden gegeven is er sprake van huisvredebreuk. We hebben het hier dus nog steeds alleen over leden van motorclubs die geen strafbare handelingen plegen.

    De politie omschrijft verder de motorclub in kwestie. Het zou gaan om een motorclub die zichzelf helemaal geen motorclub noemt, maar vriendenclub. De politie is echter van mening dat gezien hun uiterlijk vertoon en gedragingen zij wel een motorclub zijn. Wat is het criterium dan? Dat zij op de motor kwamen? Of een jas aan hebben met een logo erop? De politie meldt verder nog dat het geen Outlaw Motorcycle Gang (OMG) is. Waarom staat er dan boven het bericht ‘Motorgangs in Delft gesignaleerd’? Het is toch geen gang volgens de politie. En volgens henzelf is het geen motorclub. Wat is dus de definitie van de politie voor een motorclub? Snappen ze het allemaal zelf wel?

    De motorclub Solidaridad wordt wel genoemd door de politie als een supportclub van de Hells Angels. Nou is de motorclub Hells Angels niet verboden en er zijn ook geen aanwijzingen dat deze club of leden van deze club zich hebben misdragen in Delft. Waarom zou dit dan van belang zijn? Wij deden al eerder navraag bij de Hells Angels. Dezen hadden toen nooit gehoord van Solidaridad. Navraag geeft aan dat ook nu Solidaridad bij de Hells Angels onbekend is en zeker geen supportclub is. Bovendien is het niet mogelijk om een club die geen motorclub is supportclub te laten worden. Begrijpt de politie wel iets van motorclubs? Of hebben ze zich zo gebaseerd op hun eigen alarmerende berichten dat ze niet meer helder zien?

    Op dezelfde dag, 6 april dus, is er ook een bericht van de politie onder meer aan Cluster ondermijning

    – Infocel Cariben (ICCA)

    – Infocel OutlawMotorcycle Gangs (OMG). In dit bericht wordt aangegeven dat Solidaridad een filmpje over cafébezoek aan Delft op Instagram heeft gezet. Waarom dit van belang is, is niet duidelijk. Waarom de Cariben relevant zijn of ‘Ondermijning’ is ook onduidelijk. Solidaridad pleegt namelijk geen strafbare feiten. Kan het zijn dat sommige leden van Solidaridad uit de Antillen komen? Is dat alarmerend voor de politie?

    In een vertrouwelijke mutatie op 12 april 2018 wordt opnieuw ingegaan op de ‘problematiek’ van Solidaridad. De club komt nu ineens niet meer uit Barendrecht, maar uit Rotterdam. Zij waren daar niet meer welkom, maar er is geen sprake van enige overlast of strafbare feiten. Waarom werden zij dan weggestuurd uit Rotterdam door de politie? Bovendien is er informatie binnengekomen van het RIEC waarin het zeer onwenselijk wordt geacht dat Solidaridad in de Delftse horeca vertoeft. De reden hiervoor is dat Solidaridad nu officieel wordt gezien als supportclub van de Hells Angels. Solidaridad is echter helemaal geen supportclub van de Hells Angels en bovendien zijn de Hells Angels niet verboden en zijn er geen incidenten met de Hells Angels.

    Er wordt contact opgenomen met iemand van Solidaridad om een stopgesprek te voeren. Solidaridad mag niet meer in Delft komen. Vervolgens breekt er paniek uit wanneer er plotseling meldingen binnenkomen over een groep motorrijders op de snelweg. De politie gaat erachteraan, maar raakt de groep van 20 man kwijt. Uiteindelijk wordt een motorrijder gezien op de openbare weg in Scheveningen. Deze man wordt ogenblikkelijk door de politiecomputer gehaald, en jawel hoor, hij was ooit betrokken bij Solidaridad, de club die geen club is, geen supportclub van de Hells Angels is en geen strafbare feiten pleegt.

    De politie merkt nog op dat deze motorrijder blijkbaar ergens naar op zoek was. Een parkeerplek? Vrienden? Een plek waar hij welkom is? We weten het niet en de politie ook niet, maar voor de zekerheid is het wel genoteerd. Je weet maar nooit.

    Over Solidaridad wordt verder nog bericht in mutaties van 13, 25 en 26 april 2018. De mannen plegen geen strafbare handelingen, maar zijn met een grote groep, rijden op luidruchtige Harleys en komen daarom licht intimiderend over. Zij werden van een terras weggestuurd en daarna door de politie aangehouden. De politie vindt dat ze daar ‘nukkig’ op reageren en fotografeert hun jacks en registreert hun gegevens. De mannen hebben geen enkele wet overtreden. Op de Facebookpagina van Solidaridad zijn talloze motorfietsen te zien. Er staat geen enkele Harley tussen, ook geen luidruchtige.

    Wij berichtten al op 22 mei 2018 over Solidaridad in het artikel ‘Horecaverbod in Delft (2) Een dam opwerpen tegen een duister kwaad’. Wij kregen namelijk mails in handen van horeca-ondernemers in Delft waarin werd ingegaan op Solidaridad: ‘Op woensdag 11 april ging er onder horeca-ondernemers in Delft een mail rond van een horeca-ondernemer, Kobus Kuch, die het volgende had te melden: ‘Bij Kobus Kuch zit sinds drie weken op donderdagavond vanaf een uurtje of 20.00 uur tot een uurtje of 23.00 uur motorclub Solidaridad. Op zich best aardige kerels, sommigen sporten bij Koster, komen uit de buurt. Afgelopen week zijn wij allen actief benaderd door de politie met de mededeling dat wij hen morgen direct dienen te weigeren of dat ons anders een sluiting van een half jaar boven het hoofd hangt.’ Daarna wordt in deze mail ( in ons bezit) gewaarschuwd aan de mede-horeca-ondernemers om maar beter motorclubs te weigeren om last met de vergunning te voorkomen.’

    Het wordt steeds vreemder. Eerst komen ze volgens de politie uit Barendrecht, later opeens uit Rotterdam en nu komen ze uit de buurt. Uit Delft dus. Het zijn volgens de politie leden van een supportclub van de Hells Angels. De Hells Angels weten echter van niets en Solidaridad zelf ook niet. De mannen plegen geen strafbare feiten en een parkeerovertreding wordt door de politie niet bestraft. De mannen staan bekend als aardige kerels.

    Op woensdag 18 april is er een veel alarmerender bericht. In een vertrouwelijke mutatie wordt aangegeven hoe een Hells Angel is neergestreken op een terrasje in Delft. Wat de zaak verergerde was het feit dat er ook een sticker met de tekst ‘Hells Angels’ op zijn motor zat. Deze Hells Angel wordt weggestuurd van het terras en wordt boos. Hij heeft geen strafbare feiten gepleegd, alleen het feit dat hij een jas met de naam van zijn club draagt is voldoende. Dit incident met deze motorrijder was dermate ernstig dat er overleg is geweest tussen verschillende politie-instanties onderling over inzet.

    Op 22 mei 2018 schreven wij al over het bezoek van deze Hells Angel aan Delft in het artikel ‘Horecaverbod in Delft (1) Een invasie van motorrijders’. In het artikel publiceerden wij wat deze Hells Angel ons schreef over zijn bezoek aan het gastvrije Delft: ‘Na een dag werken en een gezellige dag met mooi weer, belandden wij op de Beestenmarkt te Delft. Om nog van het mooie weer te genieten zochten wij, voor een hapje en een drankje, een plek op het terras van restaurant Moeke. Al snel kwam er een bediende, maar tot onze grote verbazing kwam deze niet met een menukaart maar met het dringende verzoek/mededeling om het terras van de desbetreffende eetgelegenheid te verlaten. Extreem verbaasd vroegen wij wat de reden hiervoor was, we deden immers niks verkeerd. Hij verklaarde ons dat hij op advies van de politie en de gemeente, leden van motorclubs onmiddellijk diende te weigeren, wanneer zij gekleed zijn in diens clubkleding. Hierover zou hij recent een email hebben ontvangen. Vol ongeloof hebben wij meneer daarop verzocht om ons de desbetreffende mail te laten zien en hebben wij aan het buurrestaurant gevraagd of deze van dit advies op de hoogte was en of dit bij hem ook van kracht was. Waarop hij ons vriendelijk uitnodigde om gezellig een hapje en drankje bij hem op het terras te komen doen. Hij wist immers niks van een weigeringadvies af. En dus waren wij meer dan welkom.´ Verderop in het artikel wordt aangegeven hoe deze Hells Angel in andere horecagelegenheden eerst wordt toegelaten, maar nadat de horeca-ondernemer een onderonsje had met de politie toch wordt geweigerd. Zelfs wanneer hij zonder jas met colours op een terras gaat zitten mag hij van de politie niet bediend worden.

     

    Op 30 april is er weer een melding/mutatie over deze Hells Angel. Hij komt nu opnieuw in de horecagelegenheid, maar heeft geen motorjack aan. Toch is besloten hem niet te bedienen. Ook wordt nu gezegd dat hij de eigenaar bedreigd zou hebben toen hij eerder werd geweigerd. Op 17 mei 2018 is er opnieuw een mutatie over waarschijnlijk dezelfde Hells Angel. Men vindt het moeilijk hem te weigeren in de horeca, want hij is niet als Hells Angel te herkennen. Wel vindt men het intimiderend in de horecazaak waar hij niet welkom is. Ook over dit bezoek hebben wij al geschreven. Wij hebben namelijk een geluidsfragment van dit bezoek: ‘Later ontvingen wij ook een geluidsfragment waarin het lid van de zuidelijke afdeling van de Hells Angels teruggaat naar de horeca-onderneming waar zij werden weggestuurd. Er ontpopt zich hier een vriendelijk gesprek tussen het motorclublid en twee personen van de horeca-onderneming. Duidelijk is te horen hoe het gesprek niet alleen vriendelijk verloopt, maar ook hoe de horeca-ondernemer zegt klem gezet te worden tussen motorclubs die hij van de gemeente moet weigeren en de gemeente. De horecaman antwoord op de vraag van de Hells Angels waarom hij geweigerd is door de horeca-eigenaar dat die maatregel is opgelegd door de burgemeester van Delft en dat er in het schrijven van de gemeente waarin dat stond is gedreigd met sluiting van een half jaar wanneer er toch aan leden van motorclubs die clubkleding droegen zou worden bediend. De vrouw die aanwezig is bij het gesprek geeft vervolgens aan dat er helemaal geen sprake is geweest van enige overlast, waarop de horeca-eigenaar verzucht dat hij geen zin heeft in gezeur. De Hells Angel geeft aan dat hij alle begrip heeft hiervoor, ‘omdat die horeca-eigenaar gewoon zijn centjes moet verdienen’. De Hells Angel geeft verder nog aan dat hij is gaan praten met verschillende andere horeca-mensen in Delft over dit voorvaal en dat hij bij al die horeca-mensen zijn telefoonnummer heeft achtergelaten, zodat zij hem kunnen bellen mocht er ooit iets aan de hand zijn met leden van zijn motorclub. Uit de rest van het gesprek blijkt dat de horeca-ondernemers eigenlijk nauwelijks iets weten van motorclubs en geen overlast ondervinden.’

    Op 20 mei is er opnieuw belangwekkend nieuws. Een groep van 20 motorrijders uit Engeland wordt gesignaleerd. In Delft. De agent die het rapport schrijft heeft geen mogelijkheid van 1 van de 20 mannen de chapters of de functies, de agent schrijft ‘collors’, te lezen. Later blijkt dat het gaat om leden van Satans Slaves MC. Deze club geeft aan elk jaar in Delft te komen als gast van een lokale motorclub, Spiders MC. De politie geeft aan dat de mannen weg moeten, wat zij doen. De burgemeester van Delft wil namelijk geen motorrijders in zijn stad. Er worden kentekens genoteerd en de groep verlaat de stad.

    Omdat de Satans Slaves aangaven dat zij elk jaar in Delft kwamen, gaat de politie navraag doen bij de Spiders MC. De politie heeft namelijk blijkbaar zelf geen informatie over eerdere bezoeken. Er zijn dus nooit eerder mutaties of rapportages geweest over de Satans Slaves en dus ook geen genoteerde strafbare feiten. Er was dus nooit iets aan de hand, want de politie kent de club niet eens. Verder blijkt ook dat er goede contacten zijn tussen de politie met Spiders MC in Delft, een club die volgens de politie een OMG is. Praten met de Spiders MC is dus niet gevaarlijk of eng.

    Er is een uitgebreide communicatie geweest tussen politie-organisaties onderling en tussen politie en horeca en tussen politie en de gemeente Delft. De aanleiding was een groep motorrijders die abusievelijk door de politie is aangemerkt als een supportclub van de Hells Angels. Deze groep motorrijders gaat af en toe op terrasjes zitten. Door groepsgedrag en luidruchtige motoren vinden sommige mensen dat intimiderend. Er zijn geen strafbare feiten gepleegd, geen vechtpartijen, geen onbetaalde rekeningen. Wel hebben de leden van Solidaridad hun motor geparkeerd op een plaats waar dat blijkbaar niet mag. Daar doet de politie echter niets aan. De motorrijders mogen niet meer in Delft komen. Andere motorrijders die geen overlast veroorzaken mogen ook niet meer in Delft komen. Buitenlandse motorrijders op doorreis die al jaren zonder problemen in Delft komen worden de stad uitgejaagd. Een Hells Angel zonder clubjas is intimiderend en moet eigenlijk ook weg. De politie spreekt zichzelf in zijn officiële en vertrouwelijke mutaties tegen. De informatie die zij hebben over Solidaridad klopt niet.

    Wij laten het er niet bij zitten en houden u op de hoogte.

     

    Marinus van der Lubbe en het nepnieuws

     

    Dat het op het Ministerie van Veiligheid en Justitie een rommeltje is, had u al begrepen. Na de heisa met de bonnetjes van Teeven, het aftreden van ministers en staatssecretarissen was er al een vermoeden van onzorgvuldigheid. Inmiddels heeft de nieuwe minister de naam van zijn ministerie aangepast. Het heet nu Ministerie van Justitie en Veiligheid. Is daarmee alles nu weer goed? Of hebben wij te veel aandacht besteed aan de misstanden waarvan wij hoorden zonder te kijken naar dingen die nog veel erger waren?

    Deze week werd bekend dat rapporten van het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum, regelmatig worden aangepast aan de politieke voorkeur van ambtenaren en bewindslieden. Op 6 december 2017 zegt Elseviers Weekblad hierover: ‘Topambtenaren op ministeries zouden zich herhaaldelijk bemoeien met onderzoeken van het instituut, dat als onafhankelijk dient te fungeren.’ ‘Het gaat van directe beïnvloeding van het ministerie op onderzoeksrapporten op vraagstelling en methoden, tot het redigeren van teksten en zelfs het achteraf herschrijven van conclusies.’ Weinig wetenschappelijk.

    Wat zegt het WODC over zichzelf? ‘Het WODC wil een toonaangevend wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum zijn voor het veld van JenV. Dat realiseert het door het uitvoeren van eigen onderzoek, het verzamelen van statistische informatie over Justitie en Veiligheid en het uitbesteden van onderzoek aan externe partijen (universiteiten en onderzoeksinstituten).’, zegt de organisatie op de eigen website (https://www.wodc.nl/) Let vooral op het woordje ‘wil’. Het WODC wil het wel, maar ja.

    ‘Het uitbesteden van onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstituten.’ De meerderheid van de lezers zal nimmer eerder hebben gehoord van het WODC. Nog minder zal bekend zijn wat voor soort onderzoeken het WODC doet. The Post Online op 6 december 2017: ‘Uit deze klacht uit 2014 blijkt dat ambtenaren conclusies over onder meer de legalisering van wiet herschrijven en dat er kritiek wordt geuit op de onderzoeksopzet van bepaalde onderzoeken over coffeeshops.’ Het ministerie laat een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar het legaliseren van wiet, maar heeft al een eigen mening. Door het onderzoek van het WODC te manipuleren, wordt feitelijk de mening van het ministerie witgewassen.

    Wat voor soort andere onderzoeken voert het WODC nog meer uit? Op de eigen website zegt het WODC hierover: ‘National Risk Assessment; terrorismefinanciering, Voorlopige hechtenis van jeugdigen in uitvoering, Een onderzoek naar de juridische status van de Nationale Politie, Developing a social media response to radicalization, Criminele beïnvloeding van het openbaar bestuur’, zijn zomaar enkele titels van studies door het WODC. Er wordt dus door het Ministerie van Veiligheid en Justitie opdracht gegeven voor belangrijke onderzoeken in het kader van radicalisering van jongeren, misdaad en terrorisme. Onderzoeken waarvan de uitkomst de kern moet zijn van voorlichting aan de Tweede Kamer en het bepalen van beleid. En het blijkt dat sommige onderzoeken worden gemanipuleerd door de ambtenaren van het ministerie óf, en dat is nog krasser, door de minister zelf.

    Dat betekent dus dat de Tweede Kamer verkeerd wordt voorgelicht en verkeerd beleid kan worden gevoerd. We hebben al gezien in de driedelige serie ‘Carrière in de Jeugdzorg'(door Dupont op deze website) hoe jongeren kunnen worden opgesloten in jeugdinstellingen om behandeld te worden tegen radicalisering en hoe er veel geld wordt verdiend aan die behandelingen en er bovendien een ware baantjesjacht plaatsvindt rondom die jeugdzorginstellingen.

    Soms worden wetenschappers ook gebruikt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie om misdaden wit te wassen. Zo overleed twee jaar geleden de Arubaanse toerist Mitch Henriquez aan de gevolgen van een aanhouding door de politie met een nekklem. Hoewel de officier van justitie aangaf dat hij zich niet kon voorstellen dat de agenten die meneer Henriquez aanhielden werkelijk geloofden dat het grapje van Henriquez over een wapen ernst was en zich dus ook niet bedreigd voelden, was de dood van Henriquez volgens hem niet te wijten aan de agenten. Algemeen Dagblad op 15 december 2017: ‘ Aanvankelijk werd gedacht dat Mitch Henriquez overleed na de nekklem door de agenten. Maar uit videobeelden van de arrestatie zou volgens deskundigen blijken dat die nekklem niet zo lang heeft geduurd, dat de Arubaan er aan kon overlijden. Stress en hartfalen zouden hem volgens het OM uiteindelijk fataal zijn geworden.’

    Opnieuw haalt Justitie er wetenschappers bij. En wat zeggen die wetenschappers? Nee, hoor, Mitch Henriquez overleed gewoon door hartfalen en stress. Hetzelfde Algemeen Dagblad zegt in hetzelfde artikel: ‘Professor Armand Girbes van het VU Medisch Centrum, professor Jan Bakker van de New York University, professor Diederik Gommers van het Erasmus MC en cardioloog-intensivist Rémon Baak van het Haga-ziekenhuis plaatsen hun vraagtekens bij de conclusies van forensisch deskundigen in de zaak-Henriquez. De drie hoogleraren zeggen dat er informatie ontbreekt, waardoor de precieze doodsoorzaak lastig te bepalen is. Acute stress kan volgens hen echter nooit de doodsoorzaak zijn. ,,Ik ben specialist in intensive care-geneeskunde, en ik ken die aandoening niet”, aldus Armand Girbes van het VU Medisch Centrum. ,,Om het netjes te zeggen: het is niet een gedefinieerde ziekte of syndroom. In gewoon Nederlands: het bestaat niet. En je kunt niet aan iets overlijden dat niet bestaat.” Rémon Baak beaamt dat. Hij was degene die Henriquez behandelde nadat hij werd binnengebracht in het ziekenhuis.’

    Voor de goede lezer: Eén van de artsen die Mitch Henriquez heeft behandeld in het ziekenhuis bestrijdt de ‘wetenschappelijke conclusies’ van de ‘experts’ die het Openbaar Ministerie inzet om de daders van de doodslag op Henriquez vrij te pleiten. Het mankeert er nog maar aan dat die arts straks als ware schuldige wordt veroordeeld.

    Op 15 april 2017 werd door Politie.nl een ander wetenschappelijk onderzoek op internet gepubliceerd. ‘Criminele carrière leden motorbendes onderzocht’, is de kop die hierboven staat. Om de vermeende criminele inslag van leden van motorclubs te onderzoeken hebben onderzoekers, wetenschappers, van de Universiteit Leiden opdracht gekregen een onderzoek uit te voeren. De conclusies liegen er natuurlijk niet om: ‘Leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) zijn crimineler dan leden van gewone motorclubs. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden. Doorgaans geven leiders van OMG’s aan dat hun clubs niet verschillen van andere motorverenigingen. Maar nu toont de wetenschap het tegendeel aan.’

    Maar hoe verliep dat ‘wetenschappelijk onderzoek’? ‘Hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de universiteit en zijn onderzoekers en vergeleken in samenwerking met de politie, de criminele geschiedenis van 601 bij de politie bekende OMG-leden. Daar legden ze de historie van een vergelijkbare groep van 300 “gewone” motorrijders van dezelfde leeftijd naast.’, zegt de politie op zijn website Politie.nl.

    Er is dus onderzoek gedaan naar 601 bij de politie bekende OMG-leden. Dat zijn dus 601 OMG-leden die bij de politie bekend zijn. En, zoals iedereen weet, wanneer je bekend bent bij de politie…ja, dan ben je bekend bij de politie. Bekenden van de politie zijn doorgaans niet bij de politie bekend omdat de politie over ze heeft gelezen in de krant. Doorgaans is er dan iets gebeurt, waardoor de betrokkene werd opgenomen in de bestanden van de politie. ‘De politie heeft sinds de start van de integrale aanpak 562 verdachten gehoord in opsporingsonderzoeken welke geleid hebben tot 308 strafzaken die alle OMG-gerelateerd waren. De gehoorde verdachten waren allen lid van een OMG of supportclub.’zegt de politie in de Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015. Er waren 562 verdachten, bekenden nu dus van de politie, die sinds de start van de integrale aanpak zijn onderzocht door de politie. Dat zijn dus die 601 leden die zijn onderzocht, begrijpt u?

    Er zijn bij de politie dus veel meer leden van OMG’s bekend dan die 601 die worden vergeleken met een ‘vergelijkbare groep van 300 gewone motorrijders’. Je neemt dus een groep verdachten en die leg je neer naast een groep mensen die niet verdacht zijn. Om het ‘wetenschappelijke’ karakter van dit onderzoek nog verder te benadrukken geven wij aan hoeveel leden van motorclubs de politie zelf inmiddels heeft geteld. In de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2016 zegt de politie zelf: ‘Op 1 januari 2016 waren er een kleine 1700 leden in beeld. Begin 2017 blijkt dit aantal te zijn gestegen tot ruim 1900 leden.’

    Er zijn dus geen 601 leden van OMG’s bekend bij de politie, maar er zijn er al meer dan 1900. Maar voor het wetenschappelijk onderzoek naar de criminele antecedenten van leden van OMG’s zijn maar 601 leden onderzocht en vergeleken met 300 ‘gewone motorrijders’. 601 leden die tevens verdachte waren. De 1300 andere bij de politie bekende leden van OMG’s zijn niet vergeleken met de ‘300 gewone motorrijders’. Zo kom je wel aan alarmerende uitkomsten. Wetenschappelijk?

    Het Algemeen Dagblad van 15 december 2017 berichtte nog eens over hoe het Ministerie van Justitie en Veiligheid omgaat met leden van motorclubs. De Nationale Ombudsman onderzocht namelijk een klacht van Veterans MC en oordeelde dat de club niet crimineel is. ‘Het rapport dat vandaag verschijnt is een gevoelige tik op de vingers voor de minister van Justitie en Veiligheid.’ Jarenlang is tegen beter weten in de club in verband gebracht met criminaliteit. Leden van de club, soms actief dienende militairen, werden geschoffeerd door de Inspecteur der Krijgsmacht op een veteranendag in Hilvarenbeek (zie artikel Dupont ‘Met de machthebbers op het bordes van 1 november 2017), werden jarenlang geweerd onder bedreiging met politie-inzet van de Nationale Veteranendag in Den Haag, waarbij een andere ‘wetenschapper’, historicus Christ Klep ze eigen schuld verweet, ze werden lastig gevallen op hun werk door hun werkgever, de Koninklijke Marechaussee oordeelde na gedegen onderzoek al eerder dat de club niet crimineel was, maar de politie bestreed dit. En nu blijkt na onderzoek van de Nationale Ombudsman dat politie en justitie er bewust naast gezeten hebben.

    In 2004 publiceerde auteur John Cornwell het boek ‘Hitlers wetenschappers: Wetenschap, oorlog en het duivelse pact’. Hét centraal thema in Cornwells boek is de vraag naar de morele verantwoordelijkheid van de Duitse wetenschappers voor het misdadige regime van hun land. Minutieus onderzoekt hij de beweegredenen van de geleerden die tijdens de jaren 1930 besloten in het land te blijven. De kritiek op zijn vorig boek indachtig hoedt hij zich voor een uitgesproken stellingname. Toch meent Cornwell dat de wetenschappers zich direct of indirect schuldig hebben gemaakt aan de wandaden van het nazi-regime.(http://www.go2war2.nl/artikel/1181/Hitlers-wetenschappers.htm)

    Het kan dus maar zo dat in een verre toekomst onderzoek gaat uitwijzen hoe hard Nederlandse wetenschappers hebben geprotesteerd tegen het verkrachten van hun onderzoeksresultaten. Dan is het echter te laat.

    Integrale verkeerscontrole of razzia met behulp van de Duitse politie?

    NRC.nl op 28 oktober 2017 bericht hoe in Harlingen een grote verkeerscontrole gehouden wordt bij een feest van de Hells Angels in samenwerking met Belastingdienst, Douane, Marechaussee en Duitse politieagenten.

    De bedoeling is volgens de krant: ‘Tijdens de controle richt de politie zich op verkeersovertredingen en andere strafbare feiten. Ook worden openstaande boetes en belastingschulden geïnd. Mensen die nog een gevangenisstraf hebben openstaan, worden aangehouden. Verder wordt tijdens de controle gewerkt aan het “versterken van de informatiepositie rondom de Hells Angels”. De politie wil de leden “in beeld brengen”. ‘ De politie zelf spreekt in het artikel van een ‘integrale verkeerscontrole’.

    Wie de moeite neemt eens op een kaart te kijken naar het gebied waar de ‘verkeerscontrole’ plaatsvindt, zal het opvallen dat het een vreemde plaats is voor een verkeerscontrole. Een doodlopend industrieterrein aan de rand van Harlingen. Veel verkeer zal hier op een winderige zaterdagavond niet voorbij komen.

    Het Algemeen Dagblad bericht op 28 oktober 2017: ‘Op de toegangsweg tot het industrieterrein Oostpoort, waar het clubhuis zit, werden ze allemaal gecontroleerd op onder meer wapenbezit en openstaande celstraffen of boetes.’

    De diverse media berichtten al tijdens de politie-operatie dat er twee personen werden aangehouden voor belediging van de politie.

    De volgende dag, 29 oktober 2017, bericht de Leeuwarder Courant: ‘De politie zegt door de controle-actie in Harlingen zaterdag ‘veel informatie ingewonnen te hebben’ over de Hells Angels in binnen- en buitenland.’De krant citeert ook nog de politie: ‘‘Daar waar veel Hells Angels zijn, is de politie ook’, aldus de politie. ‘Outlaw Motorcycle Gangs zijn regelmatig in verband te brengen met georganiseerde criminaliteit die de samenleving ondermijnt en met norm overschrijdend gedrag’.’

    Nu gaan wij eens even goed teruglezen wat er allemaal is gezegd. Een verkeerscontrole? Dat is toch wel een beetje een misleidende term, want er kwam op dat doodlopende terrein helemaal geen verkeer langs. Alleen bestemmingsverkeer. Uit de uitlatingen van de politie zelf in de Leeuwarder Courant blijkt ook duidelijk dat het helemaal geen verkeerscontrole was, maar een operatie tegen de Hells Angels.

    ‘Ze werden allemaal gecontroleerd op onder meer wapenbezit.’ Is dat zo? Zijn die mannen allemaal gefouilleerd? Zijn de auto’s allemaal grondig doorzocht van binnen en buiten? Zijn er wapens gevonden? De gretige media hebben er niets over bericht.

    Er waren mensen van de Belastingdienst aanwezig. Wat deden die daar dan precies? Hebben zij succes geboekt? Is het normaal dat er Belastingdienst aanwezig is bij een gewone verkeerscontrole?

    Er was ook Douane. Wat deden die? Waar controleren die op? Op smokkelwaar misschien? Zijn dus alle Hells Angels gefouilleerd op de aanwezigheid van verboden smokkelwaar? Dit blijkt niet uit de berichtgeving. En zo dit toch gebeurt mocht zijn, berichten de gretige media niets over gedane vondsten.

    Er was ook Marechaussee. Wat hebben die gedaan? Versterking? Of waren er Hells Angels die onder de krijgstucht vallen? Is dat verboden? Heeft de Marechaussee iets bijzonders gedaan daar? De gretige media berichten er niets over.

    Er waren ook Duitse politieagenten. Dat is vreemd! Wat deden die daar? Hebben die hun eigen digitale databanken meegenomen? Wordt er ter plaatse informatie aan toegevoegd door Nederlandse en Duitse politieagenten die is gevonden in Harlingen? Staan die Nederlandse bezoekers van dit feest van de Hells Angels nu ook in die Duitse computer? Mag dat wel? Worden er hiermee geen Nederlandse regels voor persoonsregistratie overtreden?

    Volgens de media richtte de politie zich op verkeersovertredingen en andere strafbare feiten. Hoe kun je verkeersovertredingen begaan wanneer je stapvoets een doodlopend industrieterrein oprijdt en daarna stopt bij een controletent? Te snel gestopt? Papieren vergeten?

    Het ligt voor de hand dat er aansluitend aan het feest door de aanwezige politie flinke alcoholcontroles gehouden zijn. De politie was er immers toch? Maar voor twaalf uur was de politie al weer vertrokken zonder een spoor na te laten. Ook de media berichten helemaal niets over alcoholcontroles of aanhoudingen met betrekking tot alcohol.

    ‘Daar waar veel Hells Angels zijn, is de politie ook’, aldus de politie. ‘Outlaw Motorcycle Gangs zijn regelmatig in verband te brengen met georganiseerde criminaliteit die de samenleving ondermijnt en met norm overschrijdend gedrag’.’, zegt de politie volgens de Leeuwarder Courant. O ja? Hoe zijn Outlaw Motorcycle Gangs in verband te brengen met georganiseerde misdaad? En wie brengt ze daarmee in verband? Welk normoverschrijdend gedrag? Het blijkt dat de journalisten gewoon telkens overschrijven wat de politie influistert en dat daardoor de kranten volstaan met ‘in verband brengen met’.

    Twee weken geleden was er een begrafenis van een Hells Angel in IJmuiden waaraan zo’n 1500 Hells Angels deelnamen. Uit binnen- en buitenland. Wij berichtten al hierover. Geen enkel incident. Geen enkele negatieve reactie van het publiek. Integendeel. De mensen waren enorm onder de indruk. Wij gaven al talloze malen aan dat er op evenementen van motorclubs nooit incidenten zijn. Is er tijdens elke dorpskermis wel een vechtpartijtje, diefstalletje, vernieling of belediging van een politieagent, nimmer werd een dorpskermis verboden of werd een zo grote ‘verkeerscontrole’ opgezet. Waarom was er dus een verkeerscontrole nodig met dit feest in Harlingen?

    Outlaw Motorcycle Gangs? Wat zijn dat? Uit de artikelen van Dupont blijkt dat deze term werd verzonnen door de politie. Is het een juridische term? Zijn er motorclubs verboden? Wie bepaalt welke clubs ‘Outlaw Motorcycle Gangs’ zijn? Het lijkt op zwartmakerij. Natuurlijk nemen de media deze terminologie over zonder eigen onderzoek te doen.

    Op 29 oktober 2017 bericht de Leeuwarder Courant dat de politie erg blij is over de gehouden actie. ‘De politie zegt door de controle-actie in Harlingen zaterdag ‘veel informatie ingewonnen te hebben’ over de Hells Angels in binnen- en buitenland.’ Dat is interessant. Welke informatie? Wat doen ze met die informatie? Leden van motorclubs klagen al lang over het feit dat ze bepaalde landen niet meer in mogen omdat ze lid zijn van een niet-verboden motorclub. Geeft de politie de ingewonnen informatie door aan andere politiekorpsen? Het is niet verboden lid te zijn van een club die niet is verboden. Dus waarom dit soort informatie doorgeven?

    Uit de berichtgeving blijkt duidelijk dat het niet ging om een echte verkeerscontrole. Ook lijkt het er veel op dat er niet echt grondig werd gezocht naar wapens of smokkelwaar. Er zijn maar twee mannen aangehouden. En dat was voor belediging. Ja, je hebt een groot feest, je hebt niets verbodens bij je, je hebt niets verkeerd gedaan en dan kom je in zo’n rare controle terecht. Dan worden sommige mensen een beetje boos.

    De politie spreekt dus in elk geval opnieuw aantoonbaar niet de gehele waarheid. Blijkbaar ging het vooral om een informatiepositie. Mag dit wel? Hoeveel heeft deze operatie gekost? Is dat geld goed besteed? Zijn er geen andere politietaken blijven liggen op die zaterdagavond? Hoe kan de politie dit verantwoorden?

    Veel invallen tegelijk als rookgordijn

    Op 26 september 2017 maakte het Openbaar Ministerie bekend dat het de motorclub Satudarah wil verbieden. Dat is op zich geen nieuws, want verbieden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s), waartoe het OM Satudarah rekent, is iets waar het OM het al heel lang over heeft. Maar op die dinsdag zijn ook drie bestuursleden van Satudarah aangehouden en zijn er invallen en huiszoekingen geweest in 22 woningen, bedrijfspanden en garageboxen in Enschede, Tilburg, Zaandam, Maastricht, Oss, Rotterdam, Zoetermeer, Kamerik, Zevenhuizen, Amstelveen en Weert. In totaal werkten tweehonderd medewerkers van de politie mee aan de actie, net als negen rechters-commissarissen en zestien officieren van justitie. De invallen lijken te zijn bedoeld om bewijs te verzamelen van afpersing, geweld, wapenbezit en drugshandel. Want vanwege die zaken moet Satudarah worden verboden. En inderdaad werd er wat gevonden: 750 gram MDMA en een shotgun. En dingen die niet verboden zijn, zoals cash geld, horloges, computers, documenten, telefoons, motoren en auto’s.  Die zijn in beslag genomen. Het OM had deze keer de media niet uitgenodigd, maar plaatste zelf een filmpje op Youtube.

    (bron Youtube)

    Op 0 seconden: Twee mannen kijken in de achterbak van een auto. Een man met blauwe handschoenen aan stapt voorin.

    Op 7 seconden: Wapens, drugs of sporen van geweld of afpersing worden gezocht. We zien nu van de zijkant een politieman die bladert in papieren. Waar zijn we hier? Is dat zijn eigen auto of van een Satudarah-verdachte?

    Op 18 seconden: We zien een motorclub-jasje. Kapikane National, dat ziet er belangrijk uit. Waarom laat de politie dit zien?

    Op 27 seconden: Nu de achterkant. Een blauwe hand wijst op het woord ‘world’. Er worden foto’s gemaakt.

    Op 40 seconden: Een stukje geluid. Waarom zit er eigenlijk geen geluid bij het filmpje? Hadden we anders bekende stemmen kunnen horen? Was het een haastklus? Hoe laat zijn deze opnames gemaakt? 26 september ging de zon op om 7:34. Om 12:50 is de politie.nl pagina met deze jas en de link naar het filmpje voor het laatst ge-update.

    Op 41 seconden: De jas gaat in een envelop! Waarom eigenlijk? Verwachten ze sporen van drugs, wapens of geweld tussen de vezels aan te treffen? De auto is waarschijnlijk in beslag genomen. Om de afluisterapparatuur te verwijderen? Voor sporenonderzoek? Of meer als buitengerechtelijke straf? Is er vervangend vervoer geregeld? Waar blijft de shotgun? En de MDMA? Niet op dit adres, lijkt het.

    Op 47 seconden: Een jonge hond moet onder in een linnenkast zoeken, maar vindt niets. Helemaal links zien we nog de knokkels van mogelijk de bewoner, of een rechercheur.

    Op 54 seconden: Midden in beeld een grote envelop van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De datum is te lezen, de rest kan ik niet ontcijferen. Zit hier die motorjas van net in? Een politieman van de dienst landelijke recherche op de knieën  voor een koffer. Achter de koffer de voeten van – ik gok – de bewoonster en nog iemands voeten. De politieman begint in de koffer te rommelen. Dit is zijn eigen koffer, hij pakt een formulier waar ‘politie’ op staat. Filmpje afgelopen.

    Dit is het enige beeld van 22 invallen en doorzoekingen. Plus nog twee foto’s van het wegslepen van een auto en een openstaande garagebox in Tilburg. En de verboden spullen, waarom is daar geen beeld van? Bedoelt het OM te zeggen dat ze op misschien wel 21 locaties niets strafbaars heeft gevonden maar wel van alles in beslag heeft genomen? In welke plaats zijn die MDMA en de shotgun eigenlijk aangetroffen? En is er samenhang met Satudarah? Of gaat het om een bekende van een neef van iemand van Satudarah en lagen de spullen allang op het politiebureau, maar is de zaak hier bij gevoegd, omdat er dan zeker iets zou worden gevonden op de dag dat het OM zegt Satudarah te willen verbieden en drie bestuursleden vastzet? En ‘in alle beperkingen’, wat door sommigen wordt gezien als psychologische marteling, maar officieel is bedoeld om onderzoek te helpen.

    Als je na een jaar onderzoek bij 21 van de 22 invallen niets vindt wat niet mag, wat moeten die beperkingen dan nog helpen om het bewijs rond te krijgen? Het feit dat het politiebericht niet specifiek meldt dat de shotgun en de MDMA bij een lid van Satudarah is aangetroffen is een sterke aanwijzing dat dat niet het geval is. In de huidige politievoorlichting wordt namelijk altijd gemeld wanneer een motorclublid iets doet wat niet mag, hoe klein ook. Allerlei zaken, zoals auto’s, zijn in beslag genomen omdat ze worden gezien als instrumenten om misdrijven mee te plegen. Misdrijven die nog niet ter kennis van de politie lijken te zijn en waarvan het bewijs nog moet worden geleverd. Intussen zijn twee motoren en zes auto’s in beslag genomen, die heus niet allemaal zijn gebruikt om die shotgun en 750 gram MDMA te vervoeren, maar het in het wilde weg in beslag nemen van dure spullen past precies in de treiteraanpak waarbij een in ongenade gevallen burger jarenlang het leven zuur kan worden gemaakt door de overheid, zonder dat die burger zich kan verweren. De kans is groot dat er uiteindelijk geen veroordeling komt bij Satudarah wegens de shotgun en de MDMA.

    Want het zou niet de eerste keer zijn dat de politie jokt en trucs uithaalt wanneer op heel veel locaties wordt binnengevallen.

    Na de confrontatie 7 april 2016 tussen de Hells Angels en de mysterieuze Mongols in het Van der Valk-hotel in Rotterdam werden bij doorzoekingen op 19 locaties wapens, munitie, drugs en vals geld gevonden. Hadden we het niet gedacht: dit zijn veelzijdige zware criminelen!

    (foto politie.nl)

    Op de enige foto die naar buiten werd gebracht zien we geen vals geld of drugs (hennep en mogelijke harddrugs had de politie gezegd). Terwijl alom op radio en tv zogenaamde deskundigen beweren dat de ‘bendeoorlog’ tussen de Hell Angels en de Mongols nu in Nederland is losgebarsten, zien we twee vuurwapens, waarvan je met de ene zeker niet kan schieten, een geluiddemper die niet past en patronen die allemaal verschillend zijn. Hartstikke verboden natuurlijk, maar voor een internationale zwaar-criminele organisatie niet wat je verwacht.

    In juli 2016 staan twee mannen terecht voor dit wapenbezit. Ze waren in de buurt van het Van de Valk-hotel aangehouden, en werden niet vervolgd voor de vechtpartij, daar was geen bewijs voor. Het geladen revolver was volgens de eigenaar een erfstuk. Het incomplete pistool was van de ander. De burgemeester had diens winkel voor 18 maanden gesloten omdat de politie er drugs (wat voor drugs?) had aangetroffen, maar daarvoor werd hij niet vervolgd. Wel wordt er nog vervolging aangekondigd van drie Hells Angels die weliswaar in of bij het Van de Valk-hotel zijn gearresteerd, maar die in een andere zaak in beeld zijn. Voor de vechtpartij bij Van der Valk, waarbij een zwaargewonde viel, voor het valse geld en voor de ‘drugs’ is  tot dusverre niemand voor de rechter geweest. Waarom niet?

    De heilige graal voor de motorclub-bestrijders is de raketwerper. In wat wordt genoemd de ‘Great Nordic Biker War’, een drieënhalf  jaar durend conflict tussen motorclubs in Scandinavië waarbij in totaal 12 doden vielen, is vier keer een anti-tankwapen afgevuurd. En ook zijn minstens vijf bomaanslagen gepleegd en is er veel geschoten. De daders zijn berecht. In 1997 werd de vrede getekend. Een van de strijdende clubs heette Bandidos.

    Toen in 2014 voor het eerst in Nederland Bandidos verschenen werd aan verschillende kanten gesuggereerd dat na 17 jaar vrede deze Scandinavische oorlog opnieuw zou oplaaien. Niet dat er niets gebeurde, maar de oorlog kwam er niet. Op 27 mei worden op 30 plekken invallen gedaan om te bewijzen dat de Bandidos een criminele organisatie is en warempel worden er maar liefst vijf raketwerpers gevonden. Er wordt een persconferentie georganiseerd die live wordt uitgezonden op regiozender L1. Een fragment:

    (bron: L1)

    Op 0 seconden: De spullen die Gery Veldhuis, chef van de Politie Limburg hier noemt zijn in het proces tegen de Bandidos buiten beschouwing gelaten. Op de persconferentie klinkt het spannend en urgent, en dat was precies de bedoeling. Maar verband met de Bandidos is er niet.

    Op 37 seconden: Burgers hoeven niet bang te zijn.

    Op 1 minuut 54: Onno Hoes vindt het ontluisterend. Hij weet al langer van het onderzoek. Hij zou moeten weten dat de raketwerpers uit een ander onderzoek komen.

    Op 2 minuut 33: Hoes suggereert dat er nog veel meer belastends is gevonden, maar dat is niet gebleken.

    Op 3 minuut: Iemand vraagt waar de raketwerpers zijn gevonden. Veldhuis wil het niet zeggen, dan zou een doorvragende journalist de list kunnen doorzien, maar het was al bekend, dus hij moet het toegeven.

    De politie krijgt regelmatig tips over aanwezigheid van drugs of wapens. Het is een koud kunstje om de opbrengst van een massale inval-actie tot een ‘succes’ te maken door er wat zekere ‘hits’ tussen te mengen. Het lijkt er sterk op dat dat in deze gevallen is gebeurd. Het strafrecht is bedoeld om mensen te beschermen tegen moordenaars, rovers en afpersers. Helaas willen politie en justitie het moeilijke en ondankbare strafrechtelijke traject niet volgen en zoeken ze het in theater en pesten van mensen die in hun ogen ‘boeven’ zijn. En dan maar hopen dat de rechter wil straffen op grond van beeldvorming. Daar heeft niemand wat aan.

    Lees over het gevecht bij het Van der Valk-hotel in Rotterdam ook:

    mossad-mc

    beeldvorming boven transparantie

     

     

     

    Ondermijning als goudmijn

    Wie op LinkedIn het woord ‘ondermijning’ als zoekwoord intoetst krijgt een grote reeks resultaten. Vrijwel alle resultaten hebben betrekking op leden van de politie of justitie. Maar liefst 186 resultaten kijken met hun stoere blik via kleine fotootjes de bezoeker van de website aan. LinkedIn lijkt daarmee een datingsite, maar niets is minder waar.

    De mannen en vrouwen die op LinkedIn van hun kwaliteiten kond doen, doen dat niet om anderen te ontmoeten of om een toekomstige werkgever op zichzelf te attenderen maar geheel zonder enig ander oogmerk dan graag laten weten dat ze bij de aanpak van ‘ondermijning’ betrokken zijn. Ze laten eigenlijk de wereld weten dat zij bijzondere mensen zijn. Mensen gespecialiseerd in ‘ondermijning’.

    Manager, omgevingsmanager, teamleider ondermijning, recherchekundige, projectsecretaris, senior adviseur, strategisch analist, pilot fenomeenmethode, operationeel specialist of operationeel expert zijn de klinkende functies waarmee de politieagenten van vandaag zichzelf omschrijven. Steevast gevolgd door het woord ‘ondermijning’. Was je vroeger gewoon veldwachter of agent, tegenwoordig verbergt de agent zich samen met de wetsovertreders achter onduidelijke woorden. Wat precies hun bezigheden zijn is daarmee vaag geworden.

    Wie verder zoekt op LinkedIn ziet dat in een aantal gevallen dat woord ‘ondermijning’ wordt gevolgd door het woord ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. Blijkbaar brengt de politie die twee termen graag met elkaar in verband. Over die OMG’s leest u hier al vaak genoeg. Reden dus om eens te kijken naar ‘ondermijning’.

    Dupont raakte al eerder gefascineerd door het woord ‘ondermijning’. In het artikel ‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’ van 20 maart 2016 schreef hij: ‘Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Ja, die mensenhandelaren snappen wij wel. Maar overlastgevende jongeren? Wat doen die dan? Voetballen? Naar meisjes fluiten? En dan die buurman. Moeten daar ‘omgevingsmanagers ondermijning’, ‘strategisch analisten ondermijning’ of zelfs ‘operationeel experts ondermijning’ achteraan? Of zou toch die oude veldwachter hier wonderen doen?

    Op 6 maart 2016 schreef nu.nl het volgende over ‘ondermijning’: ‘Het ‘courageteam’ richt nu meer en meer op de ondermijnende criminaliteit. Hierbij gaat het om zaken als mensenhandel, de productie en handel van drugs, vrijplaatsen van criminaliteit en criminele motorbendes.’ We zien dat plotseling de criminele motorbendes er weer worden bijgehaald. Welke bendes? Geen enkele club is nog verboden.

    Omdat dat woord ‘ondermijning’ blijkbaar zorgt voor vraagtekens, zijn er speciale cursussen. Lessen om erachter te komen hoe erg ‘ondermijning wel niet is. Op de website www.sbo.nl is te zien hoe de geïnteresseerde kandidaat zich kan inschrijven voor een achtdaagse ‘Cursus bestuurlijke aanpak ondermijning.’ Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid omschrijft zichzelf als volgt: ‘Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert onder de vlag van Euroforum, al ruim 40 jaar events, opleidingen en trainingen. In samenwerking met vooraanstaande partners, sprekers en docenten zijn we leading in het spotten van nieuwe trends, die we vertalen naar inhoudelijke opleidingen en innovatieve events.’

    SBO is dus een particuliere organisatie die cursussen geeft. De genoemde cursus ondermijning heeft als doel onder meer: Samenwerken met het LIEC/RIEC door gemeenten, handvatten voor bestuurlijke instrumenten in uw gemeente aangeven en hoe u criminele netwerken kunt ontmoedigen zich in uw gemeente te vestigen. Strategie en tactiek met betrekking tot het beheersen en bestrijden van criminaliteit gaat dus niet van een centrale overheid uit, maar van een particulier opleidingsbedrijf. En dat particuliere bedrijf probeert ambtenaren die daar een cursus volgen bang genoeg te maken voor ‘ondermijnende criminaliteit’ zodat ze bepaalde door SBO geregisseerde maatregelen kunnen gaan nemen.

    De docenten van SBO zijn in een aantal gevallen zelf ook ambtenaren die voor SBO cursussen geven. We zien bij de diverse docenten van SBO burgemeesters, hoogleraren, docenten van een politieacademie, leden van het Openbaar Ministerie, leden van de Nationale Politie of leidinggevenden van het LIEC/RIEC. Eén van die burgemeesters is de Veldhovense Jack Mikkers. Over hem schreef het Eindhovens Dagblad op 16 augustus 2014: ‘Vriendschap burgemeester Veldhoven met lokale ondernemer wekt wantrouwen’. In het artikel wordt de VVD’er Mikkers beschuldigd van vriendjespolitiek. Interessant, want vriendjespolitiek is nou juist echte ondermijning. Het samenkomen van de bovenwereld met de onderwereld. Maar goed, Mikkers is daarmee nog niet schuldig. Voor sommigen blijkbaar wel verdacht.

    Een andere docent is Jeroen Kemna. Kemna heeft zijn eigen adviesbureau nadat hij jarenlang was gespecialiseerd in ‘woonwagenzaken’, onder meer bij het bedrijf Be Flex. Op LinkedIn (alweer?) het volgende daarover: ‘Be Flex is een (uitvoerings-)organisatie en adviesbureau voor overheidsorganen en bedrijfsleven voor maatschappelijke en economische vraagstukken, projectmanagement en risicoanalyses, speciaal op het gebied van bijzondere doelgroepen, zoals woonwagencentra, krachtwijken, woonboten en andere bijzondere doelgroepen.’

    Ja, bijzondere doelgroepen. Van die bijzondere doelgroepen is het maar een kleine stap naar de ‘paralelle samenleving’, zoals zo gevreesd door de politie en vervolgens naar ‘ondermijning’. Heb je verstand van bijzondere doelgroepen, dan heb je dus blijkbaar ook verstand van ‘ondermijning’. Jeroen Kemna is ook actief als politicus bij de partij Leefbaar Nederland. We zien dus niet alleen ‘bijzondere doelgroepen’, maar ook particuliere bedrijven die actieve ambtenaren in dienst hebben om andere ambtenaren cursussen te geven of advies te geven.

    Dupont vroeg zich af of een dergelijke cursus niets voor hem was. Op de site van SBO stond wat de achtdaagse cursus kostte: 3999,00 euro exclusief btw. Nogal een investering. Dupont besloot dus eens te kijken naar een redelijk alternatief. En dat was er. Op 16 maart 2016 werd in de Utrechtse Jaarbeurs de ‘Dag van de Ondermijning’ gehouden. Buitengewoon interessant. Sprekers op deze bijzondere dag waren ambtenaren, medewerkers van het Openbaar Ministerie, politiemensen en oud-politiemensen en mensen die zowel politiefunctionaris waren als ook particulier belanghebbende.

    Wij geven enkele voorbeelden van sprekers: Bernard Welten, de oud-hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie. Rtlnieuws.nl schreef op 30 juli 2013 over hem: ‘Bernard Welten grootste verdiener politie. Welten verdiende in 2012 219.584 euro per jaar, maar komt inclusief pensioenafdracht en levensloop uit op totaal 284.052. Hij was tot eind 2011 hoofdcommissaris in Amsterdam. Momenteel is hij buitengewoon adviseur van de Nationale Politie en lid van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Zijn salaris is ruim boven de norm van minister Opstelten, 187.340 euro. Opstelten heeft Welten gevraagd om een deel van zijn salaris in te leveren, maar die heeft dat geweigerd.’

    Een andere spreker is Wendy van der Krift, die over zichzelf zegt: ‘Mede-eigenaar van VeelzijdigVeilig. Een bedrijf dat gemeenten ontzorgt bij de aanpak van sociaal kwetsbare buurten, waarin ondermijning op de loer ligt. Naast deze functie is zij momenteel werkzaam als teamchef bij de Nationale politie, waar zij voorheen als omgevingsmanager Ondermijning werkte.’

    Maar ook Kas Donkers die spreekt over ‘criminele motorbendes’. Hij wordt zo geïntroduceerd: ‘De laatste jaren worden leden van Outlaw Motorcycle Gangs steeds vaker in verband gebracht met zware georganiseerde criminaliteit.’ Er zijn helemaal geen criminele motorbendes, want er is nog steeds geen rechterlijke uitspraak. Verder is het de eigen organisatie van meneer Donkers die dat criminele verband legt.

    Weer een andere spreker is Pieter Tops die onvrijwillig vertrok bij de politieacademie (Brabants Dagblad, 9 april 2013).

    Het tarief om deel te mogen nemen aan zo’n ondermijnend dagje is maar liefst 395 euro. Nogal een bedrag.

    We komen tot enkele gevaarlijke conclusies:

    1. ‘Ondermijning’ is een nieuw gevaar waar enkele particuliere bedrijven wel raad op weten.
    2. ‘Ondermijning’, ‘bijzondere doelgroepen’ en ‘criminele motorbendes’ worden meestal in één adem genoemd en maken ook meestal samen deel uit van het ‘probleem’ en de ‘oplossing’.
    3. Bij particuliere bedrijven geven ambtenaren cursussen en workshops aan andere ambtenaren zonder dat de echte overheid daar tussen zit.
    4. Er worden nieuwe dreigingen, maar ook doelgroepen en oplossingen geïntroduceerd door particuliere bedrijven die zeer veel geld verdienen met die cursussen.
    5. Een aantal docenten is niet van onbesproken gedrag, terecht of niet.
    6. Enige politiefunctionarissen die aan cursussen meewerken hebben een commercieel belang door middel van een particulier bedrijf waarvan zij eigenaar zijn.
    7. Enkele docenten of sprekers staan bekend als veelverdieners.
    8. Er wordt erg veel geld verdiend door particulieren met cursussen aan ambtenaren door ambtenaren.

    Het lijkt er dus veel op dat misdaad loont! Of niet?

    Foutje…bedankt!

    De Telegraaf berichtte op 1 maart 2016 over een foutje door justitie in Limburg: ‘Het OM in Limburg heeft in het onderzoek naar motorclub Bandidos geblunderd door kopstuk Geert F. (42) onterecht te beschuldigen van overtreding van de schorsingsvoorwaarden na zijn vrijlating en daarom zijn directe arrestatie te vorderen. Hij blijkt nu te zijn verwisseld met een ander persoon, bevestigt een woordvoerster van het OM.’ De reactie van het Openbaar Ministerie spreekt boekdelen: ‘Persofficier van justitie Anneke Rogier geeft aan dat ,,de aanwijzing die wij hadden gekregen naderhand toch niet bleek te kloppen”. ,,Dat gebeurt wel vaker in onderzoeken en hoort bij ons vak.”

    Dat dat inderdaad vaker voorkomt in onderzoeken schreef Dupont al in zijn blog ‘Het zijn de blablabandidos’ op 7 augustus 2015: ‘Er zijn nog andere feiten die wijzen op een niet zo sterke zaak. Zo verklaarde daags na de wapenvondst, die in de Limburgse pers breed werd uitgemeten als een wapenvondst bij de Bandidos, Piem Miltenburg, hoofd operatiën van de bestrijding van motorbendes, dat het helemaal niet zeker was dat die wapens van de Bandidos waren. Dat moest onderzoek uitwijzen en dat kon nog wel maanden duren. Vervolgens kwam de advocaat van de club enige tijd geleden met het bericht dat die wapens zelfs niet in de dagvaarding stonden, omdat de politie er blijkbaar van uitging dat de wapens wel eens van een ander konden zijn.’

    Ondanks die twijfel over de gevonden vuurwapens bij de invallen bij de Bandidos stond de ‘vondst’ bijna daags daarna wel in de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) van juni 2015. Op bladzijde 4 van dit ‘rapport’:

    Vijf raketwerpers gevonden bij actie tegen motorbendes (27 mei 2015 www.nos.nl)

    Recente ontwikkelingen in Limburg laten onverminderd een relatie zien tussen OMG’s en criminaliteit, ondermijning en bedreiging van de openbare orde.

    Criminaliteit en ondermijning

    Tijdens een grootschalig onderzoek van politie en OM treffen de partners onder andere aan:

     raketwerpers;

     automatische wapens;

     handvuurwapens en munitie;

    Het is dus helemaal niet zeker, maar voor propagandadoeleinden komt het wel terecht in één van de toonaangevende rapportages van de politie over motorclubs. Rapportages die zijn bedoelt om beleid mee uit te stippelen en de politiek te overtuigen van een verbod op motorclubs.

    De politie liegt dus aantoonbaar in de officiële rapportages en vergist zich volkomen in de identificatie van een ‘lid’ van de motorclub Bandidos. Wat heeft het onderzoek dan nog voor waarde? Je zal maar lijken op iemand die een motor heeft!

     

    Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden

    In enkele eerdere bijdragen van Dupont werd al uit de doeken gedaan hoe de Nederlandse politie, naar Amerikaans model, motorbendes opzette die gedrag, structuur en naar eigen zeggen ‘protocollen en tradities’ van de MC’s kopieerde. Kopieerde of pikte van de Hells Angels, als bedenkers van die structuren en regels die nu overal navolging vinden. Dupont vermeldde ook hoe in de Verenigde Staten al talrijke schietpartijen waren begonnen door leden van deze politiemotorbendes en hoe daar verschillende doden bij gevallen waren.

    Een groep politieagenten die het leven zo saai vinden dat ze samen een motorbende gaan opzetten die dezelfde regels volgt, dezelfde structuren kent en dezelfde ‘protocollen en tradities’ als de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die zij willen bestrijden. Op het thema politiemotorbende is een variatie die interessant is om te vermelden. Namelijk het vormen van een motorclub, alléén maar om andere motorclubs te provoceren en in de val te lokken. Bekend is het geval van een bogusclub die zo werd opgericht in de Verenigde Staten.

    Na een dodelijke vechtpartij tussen leden van de motorclubs Hells Angels en Mongols in een casino in de Amerikaanse stad Laughlin, besloten de federale autoriteiten in 2002 een speciale operatie op te zetten tegen de Hells Angels, Operatie Black Biscuit. Een aantal speciaal geselecteerde federale agenten vormde samen een motorclub genaamd Solo Angeles CM, een bestaande motorclub die echter alleen bestond in Mexico. De federale agenten vormden een Amerikaans chapter van deze motorclub en probeerden in contact te komen met de Hells Angels.

    De leden van de Solo Angeles CM werden zelfs proeflid van de Hells Angels en één van hen claimde later zijn Hells Angels-colors gekregen te hebben. Uiteindelijk was het resultaat van de operatie dat vijftig Hells Angels werden gearresteerd.

    Of het het succes is van de Solo Angeles CM, of dat het misschien komt door de constante uitwisselingen van informatie, strategieën en opsporingsmethoden door politieagenten die internationaal informeel met elkaar omgaan, zoals aangetoond in eerdere artikelen van Dupont over IPA-Nederland en politiemotorbendes als Blue Knights MC, Lex Legio MC en LEMC Marshalls weten wij niet. Feit is dat de Amerikaanse cowboy-mentaliteit af en toe overslaat naar Europa. Wij tappen nu uit een artikel van tagesschau.de van 31 maart 2016. Nog maar even geleden dus.

    Om bewijzen te krijgen tegen de Hells Angels in de Duitse stad Bonn, zette de Duitse politie een speciaal opgerichte motorbende in, genaamd ‘Schnelles Helles MC’. De politie had namelijk brieven ontvangen waarin melding werd gemaakt van agressief optreden van deze Hells Angels tegen andere motorclubs in hun gebied. Omdat de Hells Angels volgens de politie echter niet benaderbaar waren en erg discreet, was het moeilijk informatie en bewijzen te bemachtigen.

    Voor Schnelles Helles MC werden politieagenten uit heel Duitsland aangeworven die aan bijzondere kenmerken moesten voldoen. Zij moesten zowel qua postuur als qua optreden voor echte bikers kunnen doorgaan. Een getuige vertelde later dat het ging om echte kleerkasten. Opzettelijk werd ook een logo ontworpen dat de Hells Angels moest provoceren. Zo leken lettertype en de kleuren veel op het logo van de Hells Angels. De politie ging ervan uit dat het de club kwaad zou maken.

    Vervolgens gingen de politiebikers in het gebied dat zij toeschreven aan de Hells Angels regelmatig eten en drinken in een café. Zowel in het café zelf, als op de toegangswegen waren camera’s aangebracht en waakten collega’s. De enige reactie van de Hells Angels was dat na enige tijd enige leden van die club het bewuste café een bezoekje brachten. Omdat de leden van Schnelles Helles MC er zelf niet waren, vroegen ze aan de café-uitbater of die mannen van Schnelles Helles hier nog wel kwamen en of hij aan ze wilde vragen of ze hun logo en de letters wat wilden veranderen omdat het te veel leek op hun logo. Volgens de uitbater kwamen de mannen uiterst vriendelijk over.

    Inmiddels is het Hells Angels chapter in Bonn door de autoriteiten verboden en moeten de leden van het chapter binnenkort voorkomen wegens wapenbezit, mishandeling en afpersing. In de aanklachten staat niets over een operatie van undercover-agenten, maar Schnelles Helles MC wordt wel meer dan vijftig keer genoemd. Waarnemers geven aan dat de Duitse politie zich op een smal pad heeft begeven. Undercover mag, maar uitlokking eigenlijk niet.

    Nu wij de lezer een aardig verhaaltje hebben voorgeschotelt, even nog wat stof tot nadenken. Duitsland is dichterbij dan de Verenigde Staten. Ook in Nederland hebben ongeoorloofde opsporingsmethoden plaatsgevonden, denk nog maar aan de commissie-Van Traa. Maar wat vooral veel argwaan moet opwekken is het feit dat deze undercover-operatie plaatsvond in Bonn. Bonn ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. En uitgerekend deze Duitse deelstaat doet samen met de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse politie samen aan…..bestrijding van Outlaw Motorcycle Gangs.

    Dupont schreef daar op 25 maart 2016 het volgende over in het artikel ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’: Op 21 maart 2016 publiceerde het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden.

    O, en dat seminar van de IPA-Nederland in Schloss Gimborn waar we het gisteren over hadden? Dat ligt ook al in Noordrijn-Westfalen. Het is maar dat u het weet!

    Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden

     

    In september 2016 organiseert de International Police Association IPA-Nederland weer een Nederlandstalig seminar in Schloss Gimborn in Deutschland. (http://www.ipa-nederland.nl/ipa-nederland/ibz-gimborn/) Het seminar is groots opgezet en zal deze keer gaan over de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).

    De Nederlandse afdeling van IPA, die het seminar organiseert verwoord het zo:

    ‘De samenleving is in de laatste jaren veelvuldig geconfronteerd met criminaliteit en ordeverstoringen begaan door (leden van) Outlaw Motorcycle Gangs. De overheid is gaandeweg doordrongen van de ernst van de misdragingen. Dit heeft onder meer geleid tot een zero-tolerance beleid in de aanpak van deze vorm van criminaliteit. Door het optreden van politie, justitie en bestuur is inmiddels een duidelijker beeld ontstaan over criminele motorgroepen, hun werkwijzen en hun activiteiten.

    In dit seminar wordt nader ingegaan op het verschijnsel Outlaw Motorcycle Gangs. Gestart wordt met een analyse en een overzicht van de situatie in Nederland en in de buurlanden. Thema’s als de ontstaansgeschiedenis van de motor groepen, hun samenstelling, en hun subcultuur zullen worden verkend. In het vervolg van het seminar zullen een aantal case-studies worden behandeld door inleiders vanuit de politie en het bestuur. Ook is voorzien in een case-study uit Duitsland. Het seminar beperkt zich niet tot louter beschrijvingen. Nadrukkelijk zal worden ingegaan op vragen over de aanpak van het fenomeen en welke instrumenten de overheid daarbij ter beschikking staan en welke mogelijk ontbreken. De opbouw van een informatiepositie binnen en rond de OMG vormt het laatste onderdeel van het seminar. Beoogd wordt om de leeropbrengst van dit seminar vast te leggen in een gezamenlijk artikel dat ter publicatie zal worden aangeboden aan een politievakblad. ‘

    Het is een bekende taktiek van de (internationaal opererende) politieagenten. Een probleemstelling als vaststaand feit presenteren en daar dan ‘oplossingen’ bij aandragen. Zowel in de gepubliceerde politierapportages in Nederland alsook in het Handboek Outlawbikers dat is bestemd voor politieagenten is er sprake van het langdurig bespreken van de situatie in het buitenland. Zo ook hier. De IPA gaat nog een stapje verder, want voor de Nederlandse politieagenten die deelnemen aan het seminar wordt een zogenaamde ‘case-study’ gebruikt uit Duitsland. Komt dat omdat in Nederland geen goede voorbeelden zijn van criminaliteit en ordeverstoringen door OMG’s? Aan te nemen is dat de betreffende case-study niet zal gaan over motorclubs die deelnemen aan een Kika-run of het inzamelen van geld of speelgoed voor kinderen in het ziekenhuis. Er wordt dus bewust een negatief beeld geschapen.

    Maar wat is die IPA nu eigenlijk? Een bezoek aan de website van de IPA verteld ons dat deze organisatie een particuliere organisatie is voor politiepersoneel. In vele landen zijn afdelingen, zo ook in Nederland. Wat zegt nu IPA Nederland over zichzelf?

    ‘De IPA is de grootste politievereniging ter wereld met in 2014 ruim 420.000 leden in 63 landen. Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden. Godsdienst, politieke overtuiging, rang, ras, geslacht spelen hierbij geen rol. De IPA vormt een bron van waardevolle contacten over de gehele wereld. De vereniging is gebaseerd op idealisme en vrijwilligheid en biedt hulp in normale- en noodsituaties. De IPA staat voor internationale vriendschap zonder onderscheid. De Nederlandse sectie heeft ruim 6300 leden.’

    Dat de IPA niet heel erg secuur is bewijst wel het bericht over het aantal Nederlandse leden. Op een andere pagina van dezelfde website staat namelijk: ‘De IPA heeft momenteel wereldwijd meer dan 413.158 leden in meer dan 63 landen. Ons land heeft ruim 7500 leden.’

    Een nogal fors verschil in het aantal leden.

    Maar goed wij stappen naar het bericht op de website over de deelnemende landen. ‘Alle politiemensen uit democratische rechtsorden kunnen lid worden.’, bericht de site. En dat is mooi. Even verder vertelt de website ons welke landen lid zijn van de IPA. Naast een aantal redelijk onverdachte landen zien wij ook: Argentinië, Armenië, Brazilië, Kazakhstan, Kenia, Mexico, Mozambique, Pakistan, Peru, Sri Lanka, Swaziland, Turkije en Oekraïne.

    Om de lezer duidelijk te maken of deze landen wel democratisch zijn en de mensenrechten worden geëerbiedigd, vlogen wij even over het internet en vonden enige markante rapportages en uitspraken:

    Over de mensenrechten in Argentinië zei Brigitte Adriaensen van de Radboud Universiteit op 14 maart 2016: ‘Mensenrechten gaan hard achteruit onder beleid van Mauricio Macri (de nieuwe president)’.

    “Mensenrechten dagelijks geschonden in Armenië” volgens de website van de School voor Journalistiek op 11-12-2012.

    ‘Brazilië schendt mensenrechten bij voorbereiding WK en Spelen’ in Ravage (27-5-2013).

    ‘Marteling nog steeds wijdverbreid in Kazachstan’. Amnesty International op 11-7-2013.

    ‘Mensenrechtenactivisten worden regelmatig lastig gevallen door de politie en zonder een rechtmatig proces vastgehouden, gechanteerd en blootgesteld aan geweld’. Peace Brigades in een artikel uit 2008 www.peacebrigades.nl

    ‘Vandaag de dag is Mexico een gevaarlijk land voor verdedigers van de mensenrechten. Door het verrichten van hun werk krijgen ze regelmatig te maken met onwettige arrestatie, opsluiting onder valse voorwendselen, fysieke aanvallen, intimidatie en zelfs moord. In sommige gevallen zijn de Mexicaanse autoriteiten verantwoordelijk voor het vervolgen van mensenrechtenverdedigers en in andere gevallen zijn het onbekenden, waarbij de regionale en de federale autoriteiten door politieke onwil verzaken om op te treden tegen de daders.’ www.peacebrigades.nl

    ‘Mozambique: Duizenden vast onder slechte omstandigheden’. Amnesty International 23-11-2012.

    ‘Mensenrechten: ‘We maken kleine stapjes, maar de agenda is nog niet af’,volgens Jeannette Seppen, de Nederlandse ambassadrice in Pakistan vorig jaar op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

    ‘Mensenrechten zijn ondergeschikt aan de economische belangen van bedrijven en Peruaanse staat.’ Mondiaal Nieuws op 1 oktober 2014.

    ‘Mensenrechten in Sri Lanka verslechterd’ De Telegraaf 20 mei 2013.

    Swaziland: aanvallen op vakbondsactivisten worden opgevoerd. De laatste absolute monarchie van Afrika heeft zijn aanvallen op vakbonden en activisten geintensiveerd. Politieke partijen in Swaziland zijn verboden en oppositieleider Mario Maseku (PUDEMO) en jeugdleider Maxwell Dlamini zijn slachtoffer van willekuerige detentie. Mensenrechtenadvocaat Thulani Maseko en journalist Bheki Makhubu zijn veroordeeld tot 2 jaar cel omdat ze aan de kaak hadden gesteld dat de rechtspraak niet onafhankelijk is.’ In een artikel van vakbond FNV op Mondiaal FNV Noord 29-3-2015.

    ‘EU gealarmeerd over schendingen mensenrechten in Turkije’ (Nu.nl op 10 november 2015).

    ‘VN signaleert schendingen mensenrechten in Oekraïne’.(nu.nl op 15 april 2014)

    In een aantal van de genoemde landen is ook het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken actief om de mensenrechten te bevorderen door kleinschalige projecten te financieren. Een andere indicatie dat het met de mensenrechten en de ‘democratische rechtsorde’ in deze landen niet bepaald meevalt.

    Duidelijk is dat wanneer overheden betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen de politie en het leger daaraan deelnemen. Dat de contacten verder gaan dan alleen het noemen van een aantal landen op internet bewijst wel het bezoek dat een Turkse delegatie bracht op 19 februari van dit jaar en die werd ontvangen door IPA-bestuursleden Taal en Korsel. De foto die hiervan werd gemaakt en op Facebook werd geplaatst, werd meteen ‘geliked’ door PvdA-er Wim Cornelis.

    De volgende vraag is natuurlijk wie er in het bestuur van IPA Nederland zitten. Enkele opmerkelijke vondsten: Vice-voorzitter Wim Cornelis is oud-burgemeester van Gouda voor de PvdA en is Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 2010 raakte hij ernstig in opspraak na het bouwen van een huis in het buitenland en verliet een jaar later zijn burgemeesterspost. Penningmeester Bert van der Wal is oud-politieman en ook al Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bestuurslid Beleid Wim Olieman is manager Bureauplanning van de Apeldoornse Politieacademie. Om er maar een paar te noemen.

    De seminarleiding is in handen van Patrick Reinerink, Albert Roskam en Michiel Holtackers. Patrick Reinerink is politieagent in actieve dienst in Vriezenveen, Albert Roskam werkt bij politie Twente en Michiel Holtackers zit namens het CDA in de Tweede Kamer en was werkzaam als docent op de Politie Academie.

    Op het seminar worden lezingen gegeven door een uitgelezen gezelschap: professor Cyril Fijnaut van de Universiteit van Tilburg, Henk Waarsing, in actieve dienst bij politie-eenheid Oost-Nederland, Rianne Verwijs die in dienst is als projectleider OMG bij het LIEC, Lian van Sinten die werkt als eenheidscoördinator OMG in de politieregio Oost-Brabant en George Kroese die werkt als strategisch analist taakaccent OMG bij de politie-eenheid Limburg.

    We zetten even een aantal zaken op een rijtje voor u. Een particuliere organisatie waarvan 7500 Nederlandse politiemensen en oud-politiemensen lid zijn die gezeteld is in meer dan 14 landen waar de democratische rechtsorde een lachertje is, die zelfstandig met een probleemstelling komt over Nederlandse motorrijdende burgers die zij vervolgens willen gaan oplossen, waarbij Nederlandse politiemensen en politie-officieren met vertrouwensfuncties namens de Nederlandse politie en een Nederlands parlementariër van het CDA hun verregaande medewerking mogen geven. In het bestuur van deze organisatie die dus blijkbaar vindt dat de ‘democratische rechtsorde’ in de bovengenoemde landen wel in orde is, zitten gepensioneerde politie-officieren, docenten en managers van Nederlandse politieacademies, een gesjeesde PvdA-politicus en van belangenverstrengeling beschuldigde burgemeester en maar liefst twee koninklijk onderscheiden Ridders in de Orde van Oranje Nassau. Op foto’s van IPA-bijeenkomsten is te zien hoe de straatarme politieambtenaren in dienstkleding moeten rondlopen om hun eigen kleding niet te verslijten. Overigens geeft IPA Nederland specifiek aan dat leden van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst) ook lid mogen worden.

    Het seminar kost 200 euro per persoon, maar het IPA vindt het zo belangrijk dat Nederlandse deelnemers (alleen politiemensen) gratis mogen deelnemen. Krijgen ze hiervoor subsidie van de Nederlandse overheid? Lijkt dit op beïnvloeding of niet? Heeft de IPA-Nederland voorrechten in Nederland? Krijgen zij gratis zaaltjes, materiaal, gratis de beschikking over in dienst zijnd politiepersoneel? Op welke wijze worden zij nog meer gefaciliteerd?

    Het IPA wil graag onderlinge banden tussen politieagenten in verschillende landen aanhalen en informeel informatie uitwisselen. Komt er nu informatie die wordt verzameld door verdachte staandehoudingen in Nederland via een niet-aangemelde politiedatabank over ‘Outlawbikers’ terecht in landen waar eigenlijk helemaal geen mensenrechten zijn? En welke ander informatie van de politie komt op deze manier in het verdachte buitenland terecht? Komt er ook informatie terecht bij de Nederlandse politie op deze manier?

    Dupont berichtte enkele dagen geleden in zijn blog over de ‘appende’ politieagenten bij een grensovergang na de terroristische aanslagen in België. Blijkbaar besteedt de politie liever aandacht aan motorrijders en motorclubs waarvan er tot op heden geen enkele verboden is.

    Verbaast het de lezer dat de IPA ook zijn eigen motorclub heeft? Dit is de IPA MC. Hier de reactie van de politiemotorbende Blue Knights MC Nederland op hun website: ‘In 1989 waaide het enthousiasme voor politiemotorclubs over naar Europa, nadat enkele collega’s via de International Police Association (IPA) contact hadden opgenomen met collega’s uit de U.S.A.’

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat

    Op 21 maart 2016 publiceerde de het Team Justitie en Binnenlandse Zaken van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie het voortgangsrapport genaamd ‘Tackling Crime Together’. Het rapport kwam tot stand door samenwerking van politie en justitie in de Benelux en de Duitse deelstaat Nord Rheinland-Westphalen (NRW). De rapportage doet een aantal aanbevelingen om de geconstateerde misdadigheid van de Outlaw Motorcycle Gangs te bestrijden. Deze OMG’s worden overigens in dit rapport opnieuw anders genoemd. Nu zijn het OMCG’s (Outlaw Motor Cycle Gangs), waar het vroeger OMG’s waren (Outlaw Motorcycle Gangs).

    Wat veel ernstiger is dan onenigheid of verwarring over afkortingen om motorclubs aan te duiden is het feit dat de meeste maatregelen die worden aanbevolen in dit internationale verband gebaseerd zijn op aannames, leugens en al eerder weerlegde aantijgingen. Wij geven hiervan enige voorbeelden.

     

    Op bladzijde 7 lezen wij: ‘Politiekorpsen en justitiële instanties in de Benelux Unie maken melding van een toename van geweld en gebruik van vuurwapens en zelfs explosieven door OMCG・s. Leden van OMCG・s zijn maar al te vaak actief in de grootschalige productie van en handel in soft- en harddrugs, illegale prostitutie, afpersingen en gewelddadige vergeldingsacties. OMCG・s hebben een sterk ontwrichtend effect op het maatschappelijk en economisch verkeer in steden en gemeenten in de Europese Unie, alsook in de Benelux Unie en de Euregio Maas-Rijn.’

    Explosieven? Dat is voor het eerst dat wij horen van het gebruik van explosieven. Er zijn tegen enige leden van de Bandidos MC in Nederland wel aanslagen geweest, maar deze leden en de president van de club, de heer Harrie Ramakers, hebben verschillende malen benadrukt dat deze aanslagen niets te maken hebben met geweld tussen motorclubs onderling. Justitie in Nederland heeft het tegendeel nog niet bewezen.

    Dat leden van OMCG’s ‘maar al te vaak’ actief zijn is een uitspraak die niet wordt ondersteunt met feiten. Kom maar eens met welke clubs en welke feiten. ‘De OMCG’s hebben een sterk ontwrichtend effect’ is ook al weer zo’n uitspraak die niet wordt ondersteund met een enkel feit en een sterk suggestief karakter heeft.

    Op bladzijde 11 lezen wij meer aantijgingen: ‘OMCG・s zijn sterk betrokken bij de georganiseerde misdaad

    en verstoringen van de openbare orde. De Nederlandse multidisciplinaire aanpak van OMCG・s begon in

    2012. Hiermee werd gestart als reactie op de toenemende spanningen tussen verschillende OMCG’s en verstoringen van de openbare orde door geweld en intimidatie door de OMCG’s.’

    Betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad moet eerst nog maar eens bewezen worden en bovendien zal dat dan niet gelden voor alle clubs die in dit rapport worden genoemd. Bovendien is er nergens bewijs dat clubs als club betrokken zijn bij misdaad of dat het de persoonlijke initiatieven betreft van afzonderlijke leden van clubs. Er is tot zover nog geen enkele club in Nederland die ooit is verboden door een rechter.

    Laat men eens enkele voorbeelden geven van verstoringen van de openbare orde, met name van ‘geweld en intimidatie’.

    Op bladzijde 12 lezen wij: ‘OMCG・s trachten cafés over te nemen door intimidatie of afpersing. Ze trachten ook cafés te dwingen om leden van OMCG’s in dienst te nemen als uitsmijters. Uitbaters van horecagelegenheden worden geïnformeerd over de risico・s en worden ook aangemoedigd om intimidatie en afpersing te melden aan de overheid.’

    Ook hier wordt er voor waar gepubliceerd wat de politie in Nederland al veel langer roept. Er zijn nog steeds geen concrete voorbeelden genoemd en bovendien staat opnieuw ter discussie of dit dan zou worden gedaan door clubs of alleen individuele leden van clubs. Bovendien wordt niet gepreciseerd welke clubs zich hieraan schuldig zouden moeten maken. Moeten alle clubs lijden onder de gedragingen van enkele leden van een andere club?

    Op bladzijde 21 lezen wij opnieuw een leugen die telkens opnieuw wordt herhaald: ‘In de problematiek met de HAMC in Kerkrade is er besloten dat de burgemeester wordt beveiligd. Zijn collega in Maasmechelen (België) moet dit in de krant lezen. Hij zoekt hieromtrent de publiciteit in België en vraagt zich af hoe het kan dat een collega van hem op nog geen 30 kilometer afstand bescherming krijgt omdat hij problemen heeft met OMCG・s, zonder dat hij hiervan op de hoogte wordt gebracht. Immers in zijn gemeente zijn chapters van rivaliserende OMCG・s gevestigd. Een van die OMCG・s is de HAMC.’

    Dupont heeft herhaaldelijk gewezen op het feit dat de burgemeester van Kerkrade niet is bedreigd door de HAMC (Hells Angels Motorcycle Club). In eerste instantie zei burgemeester Jos Som in een interview dat hij helemaal niet wist uit welke richting de bedreigingen kwamen, later zei hij dat de officier van justitie hem had gezegd onder te duiken. Bedreigingen waren dus in ieder geval niet rechtstreeks en Jos Som wist helemaal niet waar het vandaan kwam. Later kwam hij in een interview met het gegeven dat het ging om ‘motorjasjes’. Iets waarvan helemaal geen sprake was in eerdere interviews. Ook de bedreigingen aan het adres van zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, hebben niet plaatsgevonden.

    Wel worden bovenstaande ‘bedreigingen’ gebruikt om te benadrukken dat er internationaal moet worden samengewerkt, omdat de burgemeester van een Belgische gemeente die 30 kilometer verder weg ligt in zijn gemeente ook rivaliserende motorclubs heeft. Niet-gebeurde bedreigingen die plaatsgevonden zouden hebben door een motorclub omdat hun clubhuis werd gesloten worden in verband gebracht met een gemeente over de grens die toevallig ‘rivaliserende OMCG’s’ binnen zijn gemeentegrenzen heeft.

    Maatregelen die worden getroffen door het samenwerkingsverband van Duitse, Belgische, Luxemburgse en Nederlandse autoriteiten berusten helemaal niet op feiten, maar op leugens, valse aannames, geruchten en valse beschuldigingen. De deelname van de Duitse overheid aan deze gang van zaken verbaast niets. Zij hebben veel ervaring met het vals beschuldigen van bevolkingsgroepen en het vervolgen daarvan.

    Voor wie het hele rapport wil lezen: http://www.eu2016.nl/documenten/publicaties/2016/03/21/tackling-crime-together

    De biker als ideale zondebok

    Vorig jaar schreeuwde de Kerkraadse burgemeester Jos Som moord en brand toen het Openbaar Ministerie hem waarschuwde dat hij werd bedreigd. Hoewel Jos Som eerst nog verklaarde dat onbekend was uit welke hoek de bedreigingen afkomstig waren, riep hij later dat het om ‘motorjasjes’ ging. Dat kwam hem dan ook heel goed uit, want nadat zijn dochter, de eigenaresse van Café Suus, zogenaamd bedreigd zou zijn door Hells Angels, besloot Jos Som het clubhuis van die motorclub te sluiten. Achteraf bleek dat zijn dochter helemaal niet was bedreigd. Het clubhuis was toen al dicht, de burgemeester had zijn gezicht gered en er kon weer een dossiertje toegevoegd worden aan de bestrijders van motorclubs.

    Omroep Brabant berichtte op 11 maart 2016 hoe de fantaserende officier van justitie Lucas van Delft zelf bedreigingen verzon en doorgaf via Meld Misdaad Anoniem. ‘Volgens Van Delft zou hasjbaas Van Laarhoven leden van de motorclub Satudarah hebben ingehuurd om Van Delft te bedreigen. Advocaat Taco van der Dussen, die Van Delft vertegenwoordigt, en het Landelijk Parket willen niet reageren omdat het strafrechtelijk onderzoek tegen de ervaren officier nog loopt. De crimefighter zit vanwege de vermeende bedreigingen al ruim vier maanden thuis.’ Het artikel brengt perfect de tegenstellingen aan het licht. Bedreigende leden van motorclub Satudarah enerzijds en de ‘ervaren crimefighter’ anderzijds. Het moet dus haast wel waar zijn.

    Op 10 maart 2016 berichtte De Telegraaf dan weer dat de burgemeester van Heerlen ternauwernood had kunnen voorkomen dat een beruchte motorbende zich had gevestigd in het Limburgse kerkdorp. De burgemeester wilde de naam van de ‘motorbende’ niet noemen, zelfs niet aan de gemeenteraad. Het zit er dan ook in dat die gemeenteraad hem niet zou geloven wanneer hij toch opening van zaken zou geven. Wat de burgemeester ook zei was dat ‘Den Haag’ niet genoeg handvaten gaf om de ‘motorbendes’ te bestrijden. Het geroep van burgemeester Krewinkel had dus ook een politiek doel en was een boodschap om hulp aan de regering.

    Zo worden motorclubs tegen wil en dank en geheel buiten hun eigen handelen en medeweten betrokken in tal van dossiers. Onderzoeken gaan lopen, clubhuizen worden dichtgetimmerd en de burger kruipt angstig weg na de zoveelste subjectieve berichtgeving. Maar er gaat altijd baas boven baas. Sommige mensen gaat echt geen zee te hoog om hun daden te rechtvaardigen. En laat nou uitgerekend weer een politieman daarvan het voorbeeld geven.

    Want 1Limburg bericht op 17 maart 2016: ‘De 54-jarige politieman C.P. heeft volgens het OM vorig jaar “onnodig vuurwapengeweld gebruikt tegen een man die psychotisch was, en niet wist wat hij deed. Op 31 mei vorig jaar schoot P. een verdachte in zijn benen. De man uit Sittard zou in Susteren vuurwerk tegen een voordeur hebben gegooid. Na een korte achtervolging loste P. een waarschuwingsschot, maar daarop reageerde de man niet. De agent schoot de verdachte daarop in zijn benen. Na onderzoek door de Rijksrecherche besloot het Openbaar Ministerie (OM) om de agent te vervolgen. Het Openbaar Ministerie liet tijdens de zitting weten een psychiatrisch rapport over de agent te laten opstellen. Volgens de verdediging was de politieman nog gespannen van de acties tegen motorbendes afgelopen jaar, en kampte hij met PTSS, een post traumatisch stress syndroom.’

    Als politieman schiet je zomaar een man met psychische problemen neer die hard wegloopt en feitelijk niets heeft gedaan en dan zeg je dat het komt door de spanningen van die ‘motorbendes’. Dit is natuurlijk een open deur voor andere verdachten van een zeer ernstig misdrijf. Je zegt gewoon dat je erg in de war bent geraakt van ‘motorbendes’. De kranten staan er vol mee en het eist gewoon zijn tol.
    1Limburg gaat verder: ‘Uit onderzoek bleek later dat de verdachte helemaal geen vuurwerk tegen de deur had gegooid, maar een steen. De bewoner had in paniek de politie gebeld met de mededeling dat iemand vuurwerk tegen zijn deur had gegooid. De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes.’

    ‘De politie schakelde vervolgens via vuurwerk naar motorbendes’? Wat is het verband? Is er sprake van zodanige berichtgeving, ook binnen de politie zelf, dat de agenten geloven wat er in al die politierapportages staat over motorclubs? Dan kan er binnenkort ook maar zo een lid van zo’n motorclub worden neergeschoten. Een agent in de war maakt rare sprongen.

    De politie ondertussen onderzoekt of er een extra wapen kan worden toegevoegd aan het arsenaal om vuurwapengebruik zo te voorkomen. En de neergeschoten psychoot? Die wordt mogelijk vervolgd voor het gooien van een steen. Hij zal wel in de war zijn geweest over wat hij in de krant over politiegeweld had gelezen.

    Politieagenten als outlawbiker

    In 2014 verscheen in Nederland het rapport van de politie genaamd ‘Outlawbikers in Nederland’. De grote man van de bestrijding van motorclubs, commissaris Piem Miltenburg, zei in zijn voorwoord voor dit rapport het volgende: ‘Binnen Nederland worden we de laatste jaren geconfronteerd met een forse groei van outlaw motorcycle gangs (OMG’s). Een groei die, gelet op ontwikkelingen elders in Europa, niet uniek is, maar ons wel tot alertheid maant. Outlaw motorcycle gangs zijn immers geen normale motorclubs…’

    Het rapport gaat verder met wat ‘outlaw motorcycle gangs’zijn.

    Met het hanteren van de nieuwe term outlaw motorcycle gangs,is wel de oude 1%-afbakening aangehouden. De leden van de voormalige Dutch Council waren zogeheten fullcolour-clubs. Deze onderscheiden zich van andere clubs doordat hun fullcolour-leden hesjes dragen met drie backpatches, te weten het logo van de club, een toprocker (halve boog met tekst) met daarin de naam van de club, een bottomrocker met daarin het specifieke chapter (afdeling) of de regio. Ook internationaal gezien wordt de three piece backpatch als onderscheidend voor outlaw motorcycle gangs beschouwd.’

    Enerzijds wordt dus geconstateerd dat er een flinke groei is in de toename van het aantal clubs en hun leden, anderzijds wordt aangegeven hoe je ‘outlaw motorcycle gangs’ kunt herkennen. Dezen hebben namelijk een driedelige set colors op hun rug. En dat onderscheidt ze volgens dit politierapport van de andere , zeg maar gewone, motorclubs.

    Dupont ging de straat op in Nederland en keek eens rond. Hij vond drie motorclubs, naast de bekende clubs als Hells Angels en Satudarah, die aan dit criterium voldoen: Blue Knights MC, LEMC Marshalls en Lex Legio MC. Alle drie de clubs zijn al in eerdere artikelen beschreven. Duidelijk is dat deze clubs alleen toegankelijk zijn voor politiemensen, oud-politiemensen, gevangenispersoneel en mensen die bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie werkzaam zijn.

    Hoewel in Nederland nog niet veel incidenten rond deze zogenaamde ‘copclubs’ bekend zijn, is dat in bijvoorbeeld de Verenigde Staten wel het geval. Het politierapport ‘Outlawbikers in Nederland’ grijpt uitvoerig terug op de ontstaansgeschiedenis en gebeurtenissen van motorclubs in het buitenland om de situatie in Nederland te verduidelijken. Wij gaan dus hetzelfde doen. Wij gaan hiervoor naar de Verenigde Staten.

    Een bekende blogger over motorclubs in de Verenigde Staten is ‘The aging rebel’ (www.agingrebel.com). Op 13 januari 2009 schreef deze het volgende op zijn blog:

    ‘City Heat Motorcycle Club wears a three-piece patch. It is one of the so called “Law Enforcement Motorcycle Clubs” that have repeatedly tried to use the police powers of their patch holders to intimidate other bikers and other clubs.

    For example, last August, Ron Smith, a Seattle police union official and a member of the Iron Pigs motorcycle gang shot a member of the Hells Angels Motorcycle Club named Joseph McGuire in the Loud American Roadhouse in Sturgis. The shooting occurred in the course of a fist fight that followed a verbal altercation.

    Apparently McGuire had the audacity to ask Smith why the Iron Pigs were allowed to wear their colors in the Roadhouse while the Hells Angels were not. The police were carrying concealed weapons and were released by local police immediately after the incident. Charges were filed against the cops but dropped. The victim, Smith, spent months in hospital and is facing charges of trying to kill the cop who shot him.

    Clubs like the Iron Pigs, the Wild Pigs, the Untouchables, the Renegades, the Blue Steel and the club central to the Minneapolis suit, the City Heat clearly intend to be outlaws with police privileges.’

    The Aging Rebel haalt hier niet alleen aan hoe leden van niet-copclubs zomaar door deze laatsten worden beschoten, maar ook zegt hij dat vaak motorclubleden hun colors niet mogen dragen in openbare gelegenheden als horeca. Dit laatste is een situatie die vergelijkbaar is met Nederland. Veel horeca weigert dragers van colors en het is ook opgenomen in sommige plaatselijke verordeningen voor binnensteden. De vraag is of de politiemotorbendes zich ook houden aan deze verordeningen en regels.

    Een copclub oftewel politiemotorbende als ‘City Heat’ wordt er ook van beschuldigd openlijk racistisch te zijn.

    In 2014 kwam een federaal rapport uit in de Verenigde Staten waarin werd geconstateerd dat er een snelle expansie was te zien ondanks bloedvergieten van politiemotorbendes. Een vooraanstaand onderzoeker stelde dat Iron Order MC problemen heeft met iedereen.

    Iron Order noemt zichzelf weliswaar geen copclub, maar een groot aantal van de leden van deze club is wel politieman of cipier in het gevangeniswezen. De laatste jaren is Iron Order MC betrokken geweest bij tal van dodelijke incidenten met andere motorclubs. Zo werd in 2014 een lid van de Black Pistons MC doodgeschoten door een lid van Iron Order. De Denver Post bericht op 2 januari 2016 hoe een lid van Iron Order MC een lid van de Mongols MC doodschiet op een motorevenement in Denver. Drie andere clubleden werden neergeschoten. Bekend is dat leden van politiemotorbendes legaal hun wapens mogen dragen, ook in hun hoedanigheid als motorbendelid.

    Terug naar Nederland zien we, net als bij de andere motorclubs, nog geen echte incidenten, maar wel zien we een snelle groei van politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls en Blue Knights MC. Gezien het martiale karakter van deze clubs en de agressieve macho ogende logo’s met doodshoofden en dolken of zwaarden is het misschien alleen nog afwachten totdat er wel iets gebeurt.

    Vooralsnog is niets bekend van maatregelen die door de overheid, of gemeenten, worden genomen tegen deze politiemotorbendes. Blijkbaar sust het gegeven dat de leden van deze clubs allen politiemensen zijn de overheden in slaap. Net als in de Verenigde Staten kan de schok van het wakker worden des te groter zijn.

     

     

    Motorbendes met alleen maar politieagenten

    De politie heeft er maar mooi zijn handen vol mee. De motorclubs schieten blijkbaar als paddestoelen de grond uit. De politie heeft er ook een fraaie naam voor bedacht: ‘Outlaw Motorcycle Gangs’. En door die naam maar te blijven voeren gaan de media die naam ook gebruiken. En zo krijgt wie de naam heeft ook de daad. Dat geldt ook voor motorclubs die niet in verband gebracht kunnen worden met criminaliteit. Bovendien is er in Nederland nog geen enkele motorclub door een rechter verboden. Dus om ze dan toch crimineel te noemen. Discriminatie? Stemmingmakerij? Laster?

    Gelukkig geeft de politie nu zelf het goede voorbeeld in motorbendeland. Was er enkele jaren geleden al een motorbende alleen bestaande uit politiepersoneel met de naam Lex Legio MC, vandaag zijn er maar liefst zelfs drie. Lex Legio MC voert in zijn logo (colors voor ingewijden van de motorwereld) een doodshoofd. In een eerder artikel van Dupont (De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde) zei raadsheer Marquart Scholtz over een doodshoofd op de colors van een motorclub dat in de Tweede Wereldoorlog ook al mensen rondliepen met een doodshoofd op hun jas. En dat was heel scherp van de raadsheer, die om de hoek woont van het clubhuis van Veterans MC. In de Tweede Wereldoorlog waren er namelijk inderdaad politiemensen die rondliepen met een doodshoofd op hun pak. Dat waren kwade lieden die rapportages vervalsten en zomaar mensen aanhielden in dienst van het bevoegd gezag.

    Lex Legio MC zegt op zijn eigen website dat de club is gevormd als een traditionele motorclub. Oeiiiii! Geen gele hesjes dus als ze gaan rijden? De president van de club gaat gebukt onder de stoerklinkende bijnaam ‘Fixxer’. De ‘regelaar’ zouden wij in het Nederlands zeggen. Dat doet ons denken aan ‘de pet’ uit de verhalen van Willem Holleeder. Die kon ook van alles regelen.

    Een andere recent ontstane motorclub waar alleen maar politiemensen lid van mogen worden is het in 2005 opgerichte Blue Knights MC. Ook zij hebben een website. Een website? Waarom? Er staan alleen onduidelijke foto’s op de site en de leden hebben alleen bijnamen. Bijnamen die iets minder stoer klinken dan bij hun collega’s van Lex Legio MC. ‘Koko’ heet hun president. ‘Stil jongens, Koko wil iets zeggen!’ De secretaris van de club heet ‘Castro’ en de treasurer ‘TT’. Het mooie van deze club van ongeveer 35 leden is niet alleen het politieledenbestand, maar vooral de leden die werkzaam zijn voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Wanneer we zien dat bijvoorbeeld de ‘treasurer’ werkt als operationeel manager beveiliging bij dat ministerie en de ‘quartermaster’ daar eveneens werkt in de beveiliging en de president badmeester is bij datzelfde ministerie, begrijpen wij waarom gekozen is voor schuilnamen en onduidelijke foto’s. De club zegt een internationale motorclub te zijn met afdelingen over de hele wereld. Als dat waar is dan is dat de georganiseerde anti-misdaad. Maar alsof dat nog niet erg genoeg is, sinds 2015 is er nóg een motorclub van politiemensen ontstaan.

    ‘In Nederland zijn wij één van de weinige LEMC’s die het MC protocol volgen.’, zegt deze motorclub, Marshalls, op zijn eigen website. LEMC staat voor ‘Law Enforcement Motorcycle Club’. Zijn er dan meer van? Nee, LEMC Marshalls is de enige club die zich Law Enforcement MC noemt. Op de colors van de club staat opnieuw een doodshoofd. Wij merkten al op wat raadsheer Marquart Scholtz hiervan vindt. Politiemensen met een doodshoofd op hun jas. Als herkenningsteken? Of om mensen af te schrikken? Om de zaak nog te verergeren staat er een agressieve dolk dwars door het doodshoofd heengeprikt. Vermoedelijk lijdt Henk Marquart Scholtz nu aan ernstige slapeloosheid.

    Marshalls LEMC heeft nog een spreuk op zijn logo staan. ‘Integriteit, respect en vertrouwen’ staat er. Er staat alleen niet bij op wie die spreuk van toepassing is.

    Heel opmerkelijk is het dat deze politiemotorbendes zeggen dat zij geen 1%-clubs zijn, maar dat zij wel steeds refereren aan ‘traditionele motorclub’ en ‘het MC protocol volgen’. Welk protocol? Welke tradities? Alles wat tegenwoordig gebruikt wordt door motorclubs is afkomstig van de Hells Angels. Zij waren het die met colors op hun rug gingen rijden en daar regels voor opstelden. Zij kwamen met de naam van de club, de naam van de stad of regio en met het MC gaven zij aan een motorclub te zijn. Zij waren het die het ‘one man, one vote-systeem’ introduceerden en hun eigen officieren kozen. Op de voorkant van hun motorjassen was te lezen wat de functie was van het desbetreffende lid binnen zijn chapter of afdeling. ‘Treasurer’, ‘president’ of ‘secretary’. Precies de namen en de regels die de politiemotorbendes gebruiken. Alles waarmee ze rondrijden hebben ze gepikt.

    Ambtenaren worden al zeer lange tijd lastiggevallen door hun baas wanneer blijkt dat zij lid zijn van een motorclub. In sommige gevallen worden zij zelfs geschorst of ontslagen. Alleen maar omdat zij lid zijn van een motorclub. Nog los van de huisbezoekjes of de bezoekjes aan de baas door politieagenten. Politieagenten? Toch niet van zo’n politiemotorbende zeker? Want opmerkelijk is het wel. Deze politiemotorbendes nemen je alleen maar aan als lid wanneer je bij de politie zit of hebt gezeten. Bij andere clubs wordt je dan juist ontslagen of kan je alvast op zoek naar een goede advocaat. Zelfs de Veterans MC met hun verdienstelijke operationele inzet en hun medailles zijn niet veilig voor de politie die geen kans onbenut laat om ze aan te houden.

    De laatste jaren zijn bijna alle grotere motorevenementen verboden op advies van de politie. Te gevaarlijk! Jaaa, misschien komen er wel leden van verschillende motorclubs tegelijk die dan onderling ruzie gaan staan maken. Over het van elkaar pikken van insignes, logo’s en colors bijvoorbeeld. En doodshoofden. Daar zal nu misschien een einde aan gekomen zijn. Zo zie je maar weer: de politie is je vriend en die pet past ons allemaal. Pet? Nou ja, motorhelm.

    De politiedatabank van Outlaw VVD’ers

    Op 25 januari 2016 schreef Nu.nl: ‘VVD partij met meeste integriteitsschandalen’. Wij citeren het artikel niet, maar geven het voor het gemak helemaal weer:

    ‘Regeringspartij VVD voert ook dit jaar de lijst aan van integriteitsschandalen onder politici en bestuurders.

    Met veertien affaires staan de liberalen, net als in voorgaande jaren, bovenaan de jaarlijkse Politieke Integriteitsindex van weekblad Vrij Nederland. In 2014 waren er binnen de VVD elf schandalen.

    In 2015 gingen in totaal 64 bestuurders en politici de fout in. In 2014 waren dat er 47.

    Strafblad

    Het aantal VVD’ers met een strafblad is daarmee dit jaar opgelopen tot zestien. Daarnaast lopen er nog strafzaken tegen zes liberalen: Rolf Zincken (mishandeling), wethouder Carel van Gelder (hennepkweek), oud-wethouder Piet Ploeg (corruptie), Kathalijne de Kruif (deelname criminele organisatie), oud-senator Jos van Rey (corruptie) en oud-wethouder Tilman Schreurs (corruptie).

    De VVD riep vorig jaar een interne integriteitscommissie in het leven na de ophef rond het declaratiegedrag van Kamerlid Mark Verheijen. Hij erkende fouten te hebben gemaakt en stapte op. Onlangs werd hij nog vrijgesproken door het Openbaar Ministerie.

    De interne commissie kon echter niet verhinderen dat Kamerlid René Leegte (betaalde bijbaan) de fout inging en oud-Senator Loek Hermans (wanbeleid Meavita) de Eerste Kamer moest verlaten. En Europarlementariër Hans van Baalen zegde onlangs halsoverkop twee omstreden bijbanen in de autoindustrie op.

    Grootste partij

    VVD-leider en minister-president Mark Rutte zei vorig jaar in een reactie op alle schandalen dat de VVD voorop moet lopen als het gaat om integriteitsbeleid bij politieke partijen. Volgens de premier is het logisch dat de VVD als grootste partij onder een vergrootglas ligt.

    Vrij Nederland, die de lijst in samenwerking met de Vrije Universiteit samenstelde, stelt dat het niet vreemd is dat de VVD als grootste partij ook de meeste schandalen telt. Toen het CDA de grootste partij was, hadden de christendemocraten de meeste schandalen, schrijft het weekblad.

    Het CDA telt dit jaar overigens zeven affaires. De PvdA telt er zes en D66 had te maken met acht schandalen.’

    Denk eraan dat dit niet zomaar een journalistiek werkje is geweest. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Vrije Universiteit. Wetenschappelijk dus. Wat evenzo bedenkelijk is, is het feit dat ook de andere grotere partijen graag meedoen met deze schandalen. Zij bleven enkel wat achter doordat de VVD veel groter is.

    Wij kunnen ons dus wel vinden in het waarheidsgehalte, althans wij bestrijden het niet. Wij hebben wel een opmerking: ‘Schandalen?’ Welke schandalen? Het gaat hier om misdaad. Mishandeling, corruptie, deelname criminele organisatie, hennepkweek. Het gaat dus niet over politieke integriteit, of om schandalen. Het gaat om misdaad.

    Op de site politie.nl lezen wij het volgende: ‘Ondermijnende criminaliteit, wat is dat nou eigenlijk? De exacte definitie is moeilijk in een zin samen te vatten, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Het is een maatschappelijk probleem. Praktijkvoorbeelden zijn er te over: De buurman die wiet verbouwt op zijn zolder waardoor brand kan ontstaan, mensenhandelaren die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal.’

    Het is dus niet alleen een schandaal wanneer een politicus of een mandataris een misdaad pleegt. Het is ook ondermijning volgens de eigen definitie van de politie. Een maatschappelijk probleem. Maar waarom dan als voorbeeld geven een buurman met wiet op zijn zolder, een mensenhandelaar of overlastgevende hangjongeren? Is dat ondermijning? Is dat het vermengen van de onderwereld met de bovenwereld? Die vermenging, en dus de echte ondermijning, is pas aan de orde wanneer de gegeven voorbeelden contact maken met de bovenwereld. En wat is nu die bovenwereld? Dat zijn de gezagsdragers, de vertegenwoordigers van de gevestigde orde, de grotere jongens. En dat zijn de mensen die we moeten hebben. Anders gaan we de ondermijning te lijf door een omaatje met een bijbaantje, een bijklussende bijstandsmoeder, een bejaarde met een paar plantjes op te sporen en aan te geven.

    Er is op 18 maart van dit jaar zelfs een Dag van de Ondermijning gehouden. Een dag waar vooraanstaande politiemensen, politici, bestuurders en burgemeesters kennis konden maken met dit nieuwe fenomeen. En nu wetenschappelijk is vastgesteld dat die ondermijning in een aantal gevallen afkomstig is van politieke bestuurders, waarom wordt er dan opgeroepen door de politie om te kijken naar je buurman of een stelletje hangjongeren?

    Al eerder schreef Dupont in zijn blogs over een creatieve officier van justitie, Lucas van Delft, die zelf anoniem meldingen deed. Wij vroegen ons toen al af in hoeveel andere gevallen justitie en politie achter dergelijke meldingen zaten of zitten. Dupont meldde ook dat er nogal wat aan de hand was met zogenaamde bedreigingen van burgemeesters door motorclubs. Genoemd werden opnieuw mensen als Lucas van Delft, burgemeesters Jos Som en Fons Jacobs. Dupont meldde ook diverse malen hoe burgemeesters werden genoemd in corruptiezaken. Nou, dat is ondermijning. Echte ondermijning. Die buurman met zijn zolderkamertje is meer een noodsprong van een hulpeloze en kansarme.

    Dupont schreef ook hoe de politie erg creatief omgaat met verkeerscontroles. Ze zien een persoon rijden die zij checken in hun databank en houden hem vervolgens aan voor ‘opvallend rijgedrag’. Daarna worden openstaande boetes gevonden, een zakje wiet (afkomstig van die buurman zijn zolderkamertje?), een wapen en na huiszoeking zelfs enkele messen. Dit terwijl een rechter een uitspraak heeft gedaan over deze handelwijze. Het mag niet. Maar het gebeurt toch! Wat we dus zien is dat onder het mom van ‘ondermijning’ de politie bijna alles kan maken. Er is helemaal geen controle meer.

    Wat wij ons nu afvragen. Er is vastgesteld dat de politie leden van motorclubs registreert, invoert in een databank en regelmatig aanhoudt in hun strijd tegen ‘ondermijning’. Een databank die, wij vermelden het nog maar even voor de zoveelste keer, illegaal is. Is er nu ook een aparte databank voor politici? Een databank voor Outlaw Politicians? Als tegenhanger van de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG)? Worden op onzalige tijden leden van de VVD aangehouden die in die databank zitten, wegens ‘opvallend rijgedrag’? Of houdt de politie liever de bestuurders van dit land buiten schot? Nou, dat zou pas echt ondermijning zijn.

     

    Opvallend rijgedrag

    Omroep Gelderland bericht op zijn site op 14 maart 2016 het volgende: ‘Lid uit Ede van supportclub Hells Angels opgepakt: zit in auto met wapens en drugs.’ Het artikel eronder licht het grote succes van de politie toe. Het bleek dat surveillerende agenten een auto hadden aangehouden die ‘opvallend rijgedrag’ vertoonde. Vervolgens werden de identiteiten van de vier inzittenden gecontroleerd. En wat bleek? Alle vier waren lid van de totaal onbekende supportclub van de Hells Angels genaamd Alcatraz Wanted en hadden zelfs hun jacks met colors in de auto liggen.

    Op 23 januari 2016 meldde Dupont in zijn blog: ‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’ het volgende: ‘De NOS meldde op 21 december 2015 met enige tegenzin: ‘De politie mag voortaan geen verkeerscontrole meer gebruiken om een verdachte aan te houden. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam bepaald. Het hof behandelde een zaak waarbij tijdens een zogeheten dynamische verkeerscontrole in een auto bijna een kilo wiet was gevonden. Bij deze vorm van controle volgen politieagenten in burger de auto van de verdachten. Vervolgens laten agenten in uniform de wagen stoppen onder het mom van een verkeerscontrole. In werkelijkheid wordt dan informatie over inzittenden en hun eventuele criminele achtergrond nagetrokken. Het hof vindt dat de politie zich schuldig heeft gemaakt aan ‘misbruik van recht’. Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten, zo oordeelt het hof. Daardoor is het bewijs onrechtmatig verkregen en is de verdachte vrijgesproken.’’

    Ook schreef Dupont al diverse malen in zijn blogs hoe de politie een illegale databank heeft waarin kentekens, namen en andere gegevens worden gepropt van leden van motorclubs, of zoals de politie die mensen liever noemt, leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG). Waarom is nu deze databank illegaal? Omdat de databank niet is aangemeld en de mensen waarover informatie wordt verzameld niet op de hoogte worden gesteld van het feit dat zij voorkomen in deze databank. Bovendien is er geen enkele controle van betrokkenen op de waarachtigheid van de gegevens in deze databank.

    Het lijkt er nu sterk op dat de politie het volgende doet. Zij zien een voertuig rijden op een tijdstip dat zij zeer verdacht vinden. Bijvoorbeeld rond etenstijd. Zij zoeken in hun boordcomputer het kenteken op. Dat kenteken komt voor in de databank van de vreselijke Outlaw Motorcycle Gangs. Vervolgens valt de agenten op hoe opmerkelijk de bestuurder van het betrokken voertuig rijdt. Dat is een goede reden om meteen in te grijpen en de inzittenden eens stevig te onderzoeken.

    Dat er op deze wijze creatief wordt omgegaan met een rechterlijke uitspraak zal zeer moeilijk te bewijzen zijn. Er zijn wel ernstigere feiten waarvan de politie wordt verdacht, maar waar ze zich uit kunnen praten. Een officier van justitie bewees zelfs hoogstpersoonlijk hoe via Meld Misdaad Anoniem mooie vruchtbare meldingen kunnen worden gedaan om verdachten te kunnen oppakken of anderszins te kunnen hinderen.

    De aanhouding van de leden van de OMG resulteerde in dit geval in het vinden van een vuurwapen, enige drugs en na huiszoeking op verschillende adressen in het land enkele messen. En dat allemaal omdat iemand opvallend rijgedrag vertoont.

     

    18 maart: Dag van de ondermijning

    Vrijdag 18 maart is het zover. Dan wordt in de mediaplaza van de Jaarbeurs Utrecht de ‘dag van de ondermijning’ gehouden. Toegangsprijs 395 euro. ‘Ondermijning is een steeds groter wordend maatschappelijk probleem.’ stelt Landelijk hoofdofficier van Justitie mr. G.W. (Gerrit) van der Burg, die de dag mag openen, op de website. Dat is logisch, want het OM kan moeilijk zeggen dat ze bezig zijn met zomaar wat dingetjes die er niet toe doen. Hoeveel het toeneemt zegt hij er niet bij. In mei 2015 zei hij bij Nieuwsuur nog: ‘Het is een probleem waarbij niemand precies kan zeggen hoe groot het is.’ Uit die Nieuwsuur-uitzending, die overigens nadere bespreking verdient, blijkt ook niet hoe groot het ondermijningsprobleem dan wel is.

    Ondermijning is al een paar jaar het toverwoord in de justitiewereld. Criminelen uit de onderwereld maken gebruik van diensten in de ‘bovenwereld’. Daarmee wordt deze ‘bovenwereld’ ‘ondermijnd’. Deze criminelen werken nooit alleen, ze zitten in een ‘crimineel samenwerkingsverband’ oftewel CSV. Er zijn targets gesteld hoeveel CSV’s er moeten worden opgerold. En dan gaat het niet vooral om veroordelingen, maar vaak ook om mensen het leven zuur te maken door een fiscale voorkeursbehandeling, zegt Van der Burg in Opportuun van oktober 2014.

    De termen CSV of ondermijning staan niet in het wetboek van strafrecht. Targets over werkelijke strafbare feiten die de politie voor de rechter heeft gebracht zijn nooit gehaald. Misschien daarom wordt nu gekozen voor het treiteren van groepen mensen die worden ingedeeld bij ‘de onderwereld’. Met behulp van welwillende mediaconnecties wordt het fictieve probleem extra aangedikt.

    Mensen die aangifte hebben gedaan van inbraak, beroving of verkrachting moeten wachten, want de politie vindt het belangrijker om hun zelfverzonnen vijand aan te pakken. Of deze aanpak leidt tot veroordelingen, en of het in het wilde weg beslag leggen op allerlei bezittingen voor de rechter stand houdt, is van later zorg. Het lijkt belangrijker de vastgeroeste politieorganisatie weer een doel te geven, waarbij de hele maatschappij, of in elk geval de hele overheid moet meedoen in deze mythologische strijd tegen het kwaad.

    Maar goed, dag van de ondermijning dus. Behalve mr. Van der Burg en wat politiemensen is ook de private veiligheidsbranche vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld Wendy van der Krift, die mede-eigenaarschap van een bedrijf dat veiligheid verkoopt aan gemeenten weet te combineren met de functie van teamchef bij de nationale politie. En die uit dien hoofde natuurlijk nooit zal zeggen dat het wel meevalt met die ondermijning. En haar eigen dubbelfunctie, ondermijnt die dan niet de geloofwaardigheid van de politie? Verder twee heren van de FIOD over hun ‘afpak-app’ (helaas niet openbaar verkrijgbaar), een entrepreneur in intimiteit en verleiding en een NLP-master die hardnekkige weerstanden (‘mogen we dit wel doen?) weet te doorbreken.

    In het vuur van de strijd is intussen elke motorclub in de ogen van justitie een ‘outlaw motorcycle gang’ geworden en iedereen met een paar wietplanten behoort tot de ‘ondermijnende en georganiseerde misdaad’. Is de grootste ondermijning hier niet de ondermijning van de rechtsstaat?

    Verbal diarrhea

    Afgelopen week kregen wij weer verschillende artikelen in de media binnen. Uit de meeste artikelen blijkt hoezeer de politie in het duister tast over motorclubs en maar wat verzint. Zij hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

    Op 21 september, een maandag, begon de week met het nieuws dat de explosieve groei van criminele motorclubs was gestopt. Bijna alle media brachten het nieuws. Wij citeren staatsomroep NOS: ‘De jarenlange explosieve groei van criminele motorclubs is gestopt. Dat zeggen de Nationale Politie en de motorclubs zelf. De enorme aanwas was juist de reden voor een harde aanpak van de clubs.Verschillende overheden vreesden voor een bendeoorlog, omdat de territoriumdrift tussen motorclubs tot spanningen leidde. Pim Miltenburg, de politietopman die verantwoordelijk is voor de aanpak van de motorclubs, zegt dat de harde aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. “Burgemeesters hebben clubhuizen gesloten, er zijn veel onderzoeken geweest naar individuele leden van motorbendes, de Belastingdienst heeft meegewerkt om ze aan te pakken, de politie treedt op op de openbare weg. We zien daarom minder intimiderend gedrag van de motorbendes.’ ‘Miltenburg zegt dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Dit jaar zouden er negen afdelingen zijn bij gekomen. Een speciale eenheid van de politie heeft op dit moment zeventien motorclubs in beeld die ze crimineel noemt, met in totaal 123 verschillende afdelingen. In 2011 waren er nog maar tien clubs met in totaal 31 ‘chapters’. De politie heeft zo’n 1800 leden in het vizier.’

    Vreemd. Eerst wordt de onwetende burger vertelt dat er een explosieve groei was en dat die inmiddels is gestopt en dan volgt een uitspraak van de man die daarover gaat, Piem Miltenburg, dat er in 2015 een lichte groei was van de motorclubs. Miltenburg, die zelfs binnen zijn eigen korps bekendstaat als een fanatieke hardliner, noemt daarbij een aantal van 1800 motorclubleden. Op 8 augustus 2015 noemt ex-BBE commandant en huidig recherchechef Rienk de Groot in bndestem.nl echter een aantal van 1200 motorclubleden. Nogal een verschil. Rienk de Groot verdiende zijn strepen tijdens de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier. Fijn dus om te weten dat hij zich nu bezig houdt met motorclubs. Dus wat is het nu? Lichte groei, explosieve groei, groei gestopt of aantallen fors teruggelopen? Wat in ieder geval wel weer duidelijk wordt is hoe de media geen enkele moeite doen om berichten en cijfers van de politie te verifiëren.

    Iets anders wat uit dit krantenartikel blijkt is de opmerking van Piem Miltenburg dat ‘juist de enorme aanwas de reden was voor een harde aanpak van de clubs’. Dat is wel zeer merkwaardig. Omdat de clubs groeiden, moesten politie, burgemeesters en belastingdienst in actie komen? En dan hebben we het dus over aantallen van ongeveer 1800 man. In totaal. Er moet wel waanzinnige paniek zijn bij de politie over de enorme toestroom bij watersportverenigingen, hockeyclubs, voetbalclubs en bridgegenootschappen.

    ‘We zien daardoor minder intimiderend gedrag van de motorbendes’, zegt Miltenburg nog en ook daar vinden wij iets van. Ten eerste is het zo dat er helemaal geen cijfers zijn van intimiderend gedrag van motorbendes. Welk intimiderend gedrag? Tegen wie? En vooral, door wie? Het kan toch niet zo zijn dat club ‘A’ intimiderend gedrag vertoont en club ‘B’ daardoor wordt lastiggevallen door de politie of zelfs in de statistieken terechtkomt? Verder is door talloze andere krantenartikelen bekend dat motorclubs niet welkom zijn in de horeca (op aandringen van de politie die schermt met onnauwkeurige rapportages en daarmee gemeenten en horecaondernemers onder druk zet) en dat clubs soms zelf besluiten om zonder colors te gaan stappen. Dat betekent dat die clubs misschien wel juist in aantal toenemen, maar onzichtbaar zijn geworden door de druk van de politie. Een ongewenst effect, daar wanneer dat inderdaad zo zou zijn, er veel minder zicht is op wie wat doet. De politie roept eerst dat motorclubleden zich schuldig maken aan zware misdaad, vervolgens zorgt de politie er voor dat de leden van die clubs zich minder vertonen met hun colors en dan roept de politie triomfantelijk dat de aantallen clubleden minder zijn geworden en hun beleid dus succesvol is. Rienk de Groot zegt daarover in bndestem: ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.” Dat is dus precies het omgekeerde wat de politie beoogt.

    Wij merken nog op dat de groei van motorclubs verband lijkt te houden met negatieve berichtgeving in de pers. Tijdens de oorlog in Scandinavië tussen Hells Angels en Bandidos namen de aantallen leden enorm toe. Na een zeer negatieve pers in Australië en verregaande maatregelen van de autoriteiten namen ook daar de aantallen leden toe (zie ook op deze website de blog Holle vaten…).

    We zagen net al de naam van een nieuwe motorclubexpert bovendrijven; de sportman Rienk de Groot. Als recherchechef moet De Groot zich blijkbaar nog inlezen, als commandant van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) hoeft hij dat waarachtig niet. Toch een beetje vreemd dat De Groot wel als expert geraadpleegd werd nota bene op de Politieacademie. Wij lezen op politieacademie.nl/onderwijs/ov namelijk het volgende: ‘Een motorclub ontwikkelt zich tot een criminele organisatie. In deze sessie vertellen de hoofdrolspelers van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie over de manier waarop in Enschede partners samenwerkten om dit probleem het hoofd te bieden. Daarvoor zijn de burgemeester van Enschede Peter den Oudsten, het plv. diensthoofd Landelijke Recherche Rienk de Groot en rechercheofficier mr. Evert Harderwijk van het Landelijk Parket (OM) uitgenodigd. “De belangrijkste vraag die op tafel lag was hoe we het toch voor elkaar hebben gekregen resultaten te boeken,” vertelt Harderwijk.’

    De politieacademie geeft dus les aan de hand van ‘gevallen uit de praktijk’, waarbij als expert mensen worden ingehuurd die de cijfers niet goed kennen. Toch wordt door het geven van uitgerekend lessen met als casus een motorclub een beeld gecreëerd bij politiemensen van gevaarlijke en misdadige motorclubs. Wanneer u nog twijfelt, hier het gevolg ervan. Op 112Groningen.nl van 26 september 2015 lezen wij over een grote oefening van de brandweer: ‘Denk aan verschillende scenario’s zoals een ongeval met gevaarlijke stoffen en een bijzonder waterongeval, maar ook brandbestrijding en een XTC lab. Ook was er een motorbende met een wietkwekerij.’

    Kwalijk, want er is nog nooit een motorclub als club betrokken geweest bij een wietkwekerij. Toch wordt een dergelijk feit geoefend door de brandweer. We zien dus hoe onnauwkeurige cijfers via niet ter zake kundige politiemensen terechtkomen in de leerstof of lesmateriaal voor weer andere politiemensen en zelfs de brandweer. Zorgvuldig een vijandsbeeld scheppen en daarna de zelf bedachte bedreiging uitschakelen. Het doet ons ergens aan denken.

     

     

     

     

    Het zijn de blablabandidos

    Vandaag weer prachtig nieuws over ‘motorbendes’. Deze keer opnieuw uit Limburg, de provincie waarover wij al verschillende artikelen schreven. Schietende politieagenten die door de rechter worden veroordeeld, corrupte politieagenten, corrupte ambtenaren in Kerkrade, burgemeesters die absoluut niet van onbesproken gedrag zijn, vastgoedontwikkelaars die royaal steekpenningen uitdelen, politici die worden veroordeeld. Het kan niet op, dus is het inderdaad tijd voor iets anders.

    Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad hadden inzage in processen-verbaal van gesprekken die de politie met getuigen en slachtoffers had van Bandidos MC. U weet wel die motorclub uit Zuid-Limburg waarvan de aanvoerder werd afgevoerd in zijn onderbroek. Naar aanleiding van die arrestatie waarbij een fotograaf aanwezig mocht zijn, vroegen wij ons al af of er niet een dealtje was gemaakt tussen de pers in Limburg en de politie.

    Nu blijkt dat de getuigen volgens de politie geen verklaringen durven afleggen tegen de Bandidos. Heel Nederland huivert natuurlijk. Toch vragen wij ons het één en ander af. Namelijk bij lezing van het artikel blijkt dat die getuigen eigenlijk de slachtoffers van de Bandidos zijn. Het zijn dus geen getuigen die iets hebben gezien of gehoord. Nee, dit zijn de mensen die zodanig door de Bandidos zijn benadeeld dat die mannen nog steeds vastzitten. Maar ze willen geen verklaring afleggen. Ze hebben dus ook geen aangifte gedaan. Hoe weet de politie dan dat ze bestaan? En hoe weet de politie dan dat ze slachtoffer zijn? Misschien waren het zakenpartners van sommige van de gearresteerde Bandidos. Misschien waren het wel daders die de Bandidos wilden benadelen en nu het deksel op de neus kregen.

    Kan het ook zijn dat er eigenlijk helemaal geen zaak is tegen de Bandidos? Het is op zich al zeer vreemd dat tijdens een lopend onderzoek de pers wordt ingeschakeld en inzage krijgt in de stukken. Stukken over verdachten, die dus nog niet veroordeeld zijn. Alleen maar beschuldigd. Beschuldigd door het OM. Zonder dat er getuigen of slachtoffers zijn.

    Er zijn nog andere feiten die wijzen op een niet zo sterke zaak. Zo verklaarde daags na de wapenvondst, die in de Limburgse pers breed werd uitgemeten als een wapenvondst bij de Bandidos, Piem Miltenburg, hoofd operatiën van de bestrijding van motorbendes, dat het helemaal niet zeker was dat die wapens van de Bandidos waren. Dat moest onderzoek uitwijzen en dat kon nog wel maanden duren. Vervolgens kwam de advocaat van de club enige tijd geleden met het bericht dat die wapens zelfs niet in de dagvaarding stonden, omdat de politie er blijkbaar van uitging dat de wapens wel eens van een ander konden zijn.

    Het vreemde was dat de pers schreef dat die wapenvondst voor de politie een verrassing was. Maar even later schreef diezelfde pers dat de politie de Bandidos afluisterde en had gehoord dat de Bandidos wapens wilden aanschaffen om een oorlog te voeren tegen andere clubs. Hoezo was die vondst dan een verrassing? Het lijkt erop dat er dus iets niet helemaal klopt. Gelukkig kreeg de politie in Limburg kort geleden ook nog een tip uit België over betrokkenheid van de Bandidos bij een drugslijn naar Denemarken. Nou, dat is toevallig. En komt dat even goed uit?

    Afgelopen week meldde de advocaat van twee aan Satudarah gelieerde personen in Enschede die terecht stonden voor prostitutie, dat er maar heel weinig bewijs was in die zaak en dat het een politieke zaak was waarin koste wat kost leden van een motorclub veroordeeld moesten worden. Blijkbaar is Justitie dus bereid om mensen te veroordelen, omdat ze nou eenmaal een oorlog tegen motorclubs zijn begonnen. Of die mensen schuldig zijn is van ondergeschikt belang. De Bandidos zitten nu al maandenlang vast, maar de zaak lijkt steeds zwakker te worden. Is ook dit politiek? In ieder geval wordt de afwezigheid van getuigenverklaringen, slachtofferverklaringen en de mogelijkheid dat de gevonden wapens van een ander zijn ruimschoots gecompenseerd door een schreeuwende media die ‘inzicht heeft gehad in vertrouwelijke stukken’. Wanneer komt er eens inzicht in de vertrouwelijke stukken van burgemeesters die van twee walletjes eten? Of van vastgoedbaronnen die steekpenningen uitdelen aan bestuurders? Sterker nog, wanneer worden die mensen eens vervolgd?

    Oproep

    Onderzoek oneigenlijk gebruik machtsmiddelen van de overheid ten aanzien van motorclubs voor een uitgebreid artikel op onze blog.

    Steeds vaker worden mensen die relaties, zowel zakelijk als vriendschappelijk, hebben met motorclubs of leden van motorclubs, door de politie lastiggevallen. Dit gebeurd onder het mom van criminaliteitsbestrijding, maar tegen de betreffende clubs en/of leden wordt geen strafvervolging ingesteld. Dit machtsmisbruik is dus intimidatie van de overheid gericht op het isoleren van motorclubs en haar leden. Dit mist elke rechtsgrond, vandaar dit onderzoek. Wij willen verhalen verzamelen van mensen, organisaties, bedrijven (kan anoniem) die door de overheid onder druk zijn gezet om niet meer samen te werken met motorclubs of hun relaties met leden te verbreken.

    In ons artikel ‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’ schreven wij al het volgende: ‘Al jaren gaan verhalen in de motorclubwereld dat de politie stiekem acties uitvoert om motorclubs of leden daarvan te benadelen. Zo worden horeca-ondernemers niet alleen bedreigd om MC’s buiten de deur te houden, ze worden ook bezocht om informatie over bezoekers los te peuteren. Ze worden bang gemaakt met de vraag of ze worden afgeperst, of rekeningen wel netjes worden betaald.

    Werkgevers van motorclubleden worden benaderd en bang gemaakt. Zakenpartners van motorclubleden die een eigen zaak hebben worden door de politie ‘gewaarschuwd’. Buren van clubhuizen worden benaderd en om informatie gevraagd of om aangifte te doen van welke vorm van overlast dan ook. Gemeentelijke overheden worden ‘ingelicht’ door de politie, die een unieke informatiepositie heeft, en vervolgens worden evenementen niet toegestaan of verboden terwijl ze al in een vergevorderd stadium verkeren, clubhuizen worden gesloten door informatie van de politie. De politie is opzichtig aanwezig bij bruiloften, familiefeesten waar ook motorclubleden bij aanwezig zijn en probeert soms verhuurders van feestzalen bang te maken hun zaal niet te verhuren, omdat er ook een paar leden van een motorclub komen.’

    Afgelopen week schreef Libanon-veteraan Joseph Raaijmakers van Veterans MC op de Facebookpagina ‘Mediavrijheid’ het volgende: “Het kan erger: een paar maanden geleden vertelde een klant van me dat hij bezoek had gehad van een rechercheur. Deze vertelde hem onomwonden dat hij zaken deed met een OMG en dat dit wel eens een negatieve invloed kan hebben op zijn vergunningen. Vergis je niet: ik werk in de IT en verzorgde de kantoorautomatisering voor deze klant. Geen spannende zaken dus. Sindsdien zijn er nog 3, voorheen trouwe klanten, verdwenen onder verdachte omstandigheden. Slechte smoezen, vreemde verhalen maar wel 4 klanten weg. Maar het kan erger: mijn verhuurder kreeg bezoek van de FIOD. Of hij wel wist dat er in zijn pand een OMG huisde en een OMG is synoniem aan criminaliteit, afpersing, witwassen, zoals iedereen weet, aldus de FIOD. Mijn verhuurder belde me en maakte een afspraak met me. Hij verzocht me vriendelijk doch dringend het pand te verlaten; een bedrijvencentrum waar ik inmiddels 20 klanten geworven had. Inmiddels heb ik dan ook, per 1 augustus, mijn kantoor ontruimd. Ik heb tenslotte ZZP-werk aangenomen, volle werkweken, voor de helft van mijn gangbare laagste tarief. Er zal toch brood op de plank moeten komen. Een 15 jaar trouwe klant blijft me trouw en gunt me zelfs het werk in de avonduren of weekenden voor hem te verrichten. Dat maakt samen dat ik kan overleven maar niet veel meer dan dat.”

    Het is dus concreet. Het probleem is om feiten boven water te krijgen. De benaderde partijen hebben vaak grote moeite om mee te werken aan het boven tafel krijgen van feiten. Welke rechercheur van welke dienst en welk dienstnummer, welke medewerker van de gemeente, of de FIOD enzovoort. Juist doordat deze instanties aan de deur zijn geweest, zijn mensen daarvoor bang geworden. Maar de enige manier om dit uiteindelijk aan de kaak te stellen is die feiten wel bekend te laten worden. Er kunnen dan procedures worden opgestart, WOB-verzoeken worden gedaan, klachten worden ingediend, politici bewust worden gemaakt of mogelijk zelfs aangifte worden gedaan.

    Wij willen deze praktijken bloot leggen. Wat zijn de feiten die nu bekend zijn over bezoekjes en waarschuwingen van instanties tegen leden van motorclubs? Wie zijn de mensen die zijn langs geweest? Wanneer was dat? Wie waren het precies, wat waren hun dienstnummers, autokentekens? Welke gemeenteambtenaren, welke dienst? Welke datum, hoe laat? Zijn er beveiligingsbeelden? Zijn er buren benaderd door instanties? Buren van leden van clubs of buren van clubhuizen. Zijn horecagelegenheden gewaarschuwd of onder druk gezet? Hoe precies, wie waren de ambtenaren die dat deden? Wat wilden de functionarissen precies? Wat was precies de waarschuwing? Werd er geprobeerd om mensen aan te zetten om klachten tegen leden of clubs in te dienen? Zijn er huurders of verhuurders benaderd? Zijn er werkgevers benaderd? Of werknemers? Zakenrelaties, klanten? Wat is er precies gezegd? Welke persoonlijke gegevens zijn er door die instanties in het gesprek doorgegeven? Zijn er leden van clubs, familieleden, buren vrienden, partners, relaties of ongeruste burgers die hierover willen praten? Neem dan contact op met Buro Jansen& Janssen via info@burojansen.nlof bel ons op via 020-6123202.

    De invasie van Zeeland

    Omroep Zeeland komt vandaag met baanbrekend nieuws. Zeeuwse motorclubs extra in de gaten gehouden, kopt de krant. Gevolgd door een artikel: ‘De Zeeuwse chapters van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) worden extra in de gaten gehouden volgens het openbaar ministerie. Dit is onderdeel van een integrale aanpak tegen motorclubs in heel Nederland. Zeeland doet mee aan die aanpak omdat de provincie anders aantrekkelijk wordt voor OMG’s om hier naar toe te verhuizen. Het is nu rustig rond de Zeeuwse afdelingen of chapters van de OMG’s. Er zijn er op dit moment drie actief in onze provincie en de gemeenten waar ze zijn gevestigd geven aan dat er geen problemen zijn. In andere delen van het land, met name in Noord-Brabant en Limburg, zijn er wel problemen en is hard opgetreden tegen enkele OMG’s. Daarbij bestaat de angst dat deze groepen uitwijken naar gebieden waar er minder op ze gelet wordt, zoals België of Zeeland. En daarom houden gemeenten, politie en het openbaar ministerie samen de groepen en individuele leden goed in de gaten. Outlaw Motorcycle Gangs onderscheiden zich volgens justitie van normale motorclubs doordat de leden zich niet houden aan de regels en wetten van ons land. Justitie heeft in meerdere provincies vastgesteld dat OMG’s zich schuldig maken aan strafbare feiten en betrokken zijn bij het produceren van xtc en hennep.’

    Nu zijn wij misschien wat overbezorgd of zelfs gewoon veel te kritisch, maar wij hebben toch wel enige opmerkingen. Ten eerste vragen wij ons af of die motorclubs ook vandaag in de gaten worden gehouden. De politie heeft namelijk aangekondigd maandag niet uit te rukken voor zaken die niet spoedeisend zijn of waarbij letsel is betrokken. Verder vragen wij ons af hoe die clubs in de gaten worden gehouden. Staat er een politieagent voor de deur van het clubhuis? Of voor de woningen van de leden? Worden de telefoons van de leden getapt? Worden de leden gevolgd? Zit er een plaatsbepaler onder of in hun auto of motor? Wordt hun internetgedrag onderworpen aan extra controles? En wie is daarmee belast?

    Ja, u ziet het, er kunnen veel vraagtekens bij zo’n artikel worden gezet in plaats van dat het iets duidelijk maakt. Wij vragen ons dus nog veel meer af. Motorclubs die uitwijken naar Zeeland? Dat maakt ons benieuwd. Gaan die chapters van No Surrender, Satudarah en Hells Angels die nu nog in Emmen zitten naar Zeeland verhuizen? De grote ‘crimereporter’ Gerlof Leistra waarschuwde een jaar geleden al dat die clubs in Emmen goed in de gaten gehouden moesten worden. Daar heeft de politie vast naar geluisterd. Dus ja, nu zijn de rapen gaar daar in Zeeland. In de voortgangsrapportages van de politie over OMG’s staat dat er vele tientallen clubhuizen van motorclubs zijn gesloten. Gaan die nu allemaal naar Zeeland? Dat ziet er niet best uit.

    Het kan natuurlijk ook zijn dat het hele artikel de zoveelste non-story is van een journalist die geen enkele controle van zijn eindredacteur hoeft te verwachten. Gaan al die clubs naar Zeeland? En die leden dan? Verhuizen die dan mee? Of gaan die telkens honderden kilometers rijden om heen en weer te pendelen tussen hun huis en hun clubhuis? Om welke clubs gaat het eigenlijk? Zijn er al problemen in Zeeland met motorclubs? Of alleen maar met bezopen Duitse toeristen?

    Het mooiste vinden wij nog de beschuldiging dat OMG’s zich schuldig maken aan het produceren van hennep. Hennep? U bedoelt die legale grondstof voor touw? Het is hoog tijd dat Omroep Zeeland eens op bezoek gaat bij zo’n motorclub. Misschien worden zij wel heel goed ontvangen.

    Holle vaten….

    Dat hardliners vaak roepen tegen beter weten in, is eigenlijk allang bekend bij de politici. Meestal zijn die hardliners militairen die stoere taal uitslaan over oorlog voeren en de vijand verslaan. Er moeten meer soldaten komen, er moeten meer en betere wapens komen, bondgenoten moeten worden ingeschakeld, de definities voor vijand moeten worden verruimd, iedereen die kritiek heeft op de generaals is een terrorist en dus eigenlijk ook een vijand en er is bijna altijd sprake van een ‘body count’, of een ‘bilan’ om de resultaten zichtbaar en meetbaar te maken. Dat uiteindelijk de vijand toch ondanks alle moeite en resultaten wint, is daarna nog decennialang voer voor historici.

    Voorbeelden te over voor praktisch gewonnen oorlogen die toch nog uitliepen op een nederlaag. Vietnam was een bekende, maar ook oorlogen als de oorlog in Frans-Indochina, Algerije, Nederlands-Indië waren er voorbeelden van. Vandaag hebben we de ‘war on terror’en de ‘war on drugs’. Beide oorlogen worden gevoerd door hardliners die als wetenschapper weinig goedkeuring van hun professor zouden genieten. Hardliners zijn van alle tijden, maar slapende politici ook.

    Een burgerlijke variant van de militaire hardliners zijn de hardliners bij de politie. Zijn de militaire haviken vooral schadelijk voor een bevolking ver weg en natuurlijk de eigen soldaten, de politiële hardliners zijn vooral schadelijk voor de burgerij die aan hun zorgen is toevertrouwd. Of overgeleverd, om de gevoelens van sommigen eens uit te drukken. Pseudo-wetenschappelijke experimenten en rapporten, vervalste rapportages, grove misleiding van en door de media, intimidatie van bestuurders en de rechterlijke macht en een vorm van corruptie die macht geeft aan zwakkelingen en gecorrumpeerde bestuurders hun zakken laat vullen zijn enige van de resultaten die onbeoogd toch worden bereikt.

    Laten wij ter zake komen. In eerdere artikelen trokken wij al de ‘oorlog tegen motorclubs’ in twijfel. De situatie in Nederland is als bovenstaand omschreven: rapportages worden vervalst of lijden aan tunnelvisie, de media worden beïnvloed, bestuurders worden direct of indirect geïntimideerd, motorclubs en leden van motorclubs worden in hun rechten geschonden. De vraag is wat het oplevert. Wordt de misdaad effectief bestreden door de zeer verregaande maatregelen die worden getroffen? In Nederland is er niet alleen sprake van een gebrek aan media om eventueel ontlastend nieuws voor motorclubs te verspreiden, er zijn geen resultaten van het huidige beleid die kunnen worden gepresenteerd. Geen positieve resultaten en eigenlijk ook geen negatieve resultaten. Er is niet bekend of de misdaad lijdt onder de ‘oorlog tegen de motorclubs’ , of misschien juist profiteert van het verleggen van de focus naar de motorclubs.

    Hoe kunnen wij dus toch met feiten en cijfers komen? Omdat deze overheid, en de media, zich erg vaak baseren op nieuws uit het buitenland zullen wij dat ook doen. In Nederland wordt vaak gewezen op de motorbendeoorlog in Canada, of the bikeroorlog in Scandinavië, wij vertellen graag eens iets over de ‘oorlog tegen motorclubs’ in Australië. Wij zullen ons baseren op een artikel in The Conversation van 28 juli 2015 dat werd geschreven door assistent professor Terry Goldsworthy van de Bond University. In tegenstelling tot de ‘voortgangsrapportages’ van de Nederlandse politie, dus wel degelijk wetenschappelijk.

    Na twee jaar enorm zware maatregelen door de Australische overheid tegen motorclubs, bikies geheten, is er geen overeenstemming tussen politiemensen of de zware aanpak resulteert in succes. De politie is maar deels betrokken bij het justitiële proces. Hun succes meten zij aan het aantal arrestaties dat wordt verricht. Nu echter blijkt uit recente analyses dat de betrokkenheid van ‘bikers’ bij georganiseerde misdaad veel kleiner is dan gedacht.

    De resultaten, oftwel de ‘bodycount’ van de ‘oorlog tegen motorclubs’ zou dus eigenlijk moeten worden getoetst aan de volgende indicatoren:

    ~ succesvolle veroordelingen van motorclubleden voor ernstige en georganiseerde misdaadvergrijpen, waarbij deze misdaden een meerderheid vormen van het ten laste gelegde;

    ~ bewijs dat aantallen leden van clubs afnemen en dat recrutering stopt;

    ~ bewijs dat ‘association laws’ (omgang hebben met criminelen) de criminele elementen van motorclubs tegenhoud elkaar te ontmoeten om georganiseerde misdaad te faciliteren;

    ~ een bewezen positieve invloed op de georganiseerde misdaad-markten waarvan de politie claimt dat bikers hier dominant in zijn;

    ~ bewijzen dat de structuren van de clubs gebruikt werden voor gezamelijke criminele doelen.

    Geen enkel bewijs is echter te leveren dat ook maar één van de punten hierboven is bereikt. Hoewel in de Australische deelstaat Queensland de bikers niet veel meer worden gezien, zijn de clubs nu ondergronds. De ‘oorlog tegen de motorclubs’ kende een aantal high-profile mislukkingen in de rechtszaal. Sommige zaken gingen niet eens naar de rechtbank.

    De politie pochte over een enorme toename van arrestaties voor afpersing ten gevolge van de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze zaken halen het niet in de rechtbank. Van grotere zorg is het dat sommige beklaagden de politie beschuldigen van afpersingspraktijken bij het ontlokken van bekentenissen. Wanneer dit bewezen kan worden, kunnen politiemensen daarvoor worden vervolgd.

    Misschien nog erger was het resultaat van veel openbare ordeverstoringen die ten grondslag lagen aan de ‘oorlog tegen motorclubs’. Veel van deze aanklachten bleven in de rechtszaal niet overeind, terwijl ook hier beschuldigingen werden geuit dat hogere politie-echelons tussenbeide kwamen in het normale proces.

    Tussen april 2008 en april 2014 werd ongeveer 20% van de aanklachten tegen bikers in Queensland geseponeerd. De politiemethode om arrestatie-aantallen te vergroten, zonder aandacht voor de haalbaarheid in de rechtbank, is één van de oorzaken hiervan.

    De zware maatregelen in Queensland waren deels bedoelt om het ledenaantal van de clubs te laten afnemen en dat is ook precies wat de politie claimt. Maar het lijkt er op dat aantallen leden op nationaal niveau juist zijn toegenomen. In 2012 waren er 4483 geregistreerde motorclubleden in Australië, vandaag zijn het er 6000. Een toename van 34% in drie jaar!

    Cijfers van de politie in Queensland geven aan dat er in 2013 920 bikers waren. In 2015 maakte de politie bekend dat zij onder de zware nieuwe wetgeving tegen motorclubs 2214 bendedeelnemers hadden gearresteerd. Dus óf veel van die leden waren helemaal geen lid, óf de aantallen zijn enorm toegenomen. In beide gevallen bewijst dat het falen van de ‘oorlog tegen de motorclubs’.

    Er is vrijwel geen moeite gedaan om criminele elementen uit de motorclubs los te weken of te verwijderen. Uit studie blijkt dat misdadig gedrag een bijprodukt is bij sommige bikers. Het is niet het doel van de clubs.

    Wanneer motorclubs hun rechten en vrijheden werkelijk willen behouden is het redelijk om van ze te verwachten dat ze accepteren dat er een soort regeling komt om misdadige elementen te verwijderen, zodat ze toch legale organisaties kunnen blijven. Aldus een wetenschappelijk onderzoeker, die met cijfers komt en onderzoeksresultaten.

    De hardliners in Nederland die zo graag wetten willen veranderen om motorclubs te kunnen verbieden, de media die zogenaamd waken over de persvrijheid maar ongenuanceerd en zonder onderzoek te hebben gedaan schrijven, zouden de Australische ‘oorlog tegen motorclubs’ als goede les kunnen beschouwen. Dichter bij huis heeft de rechter in Duitsland al het colourverbod teruggedraaid. Misschien is niet elke biker een crimineel en misschien is niet elke politieman te goeder trouw.

    Sesam, open u!

    Vandaag werd op last van de burgemeester van Sittard-Geleen café The Dug Out gesloten. Al eerder werd de zaak gesloten voor drie maanden na een vecht- en schietpartij tussen Bandidos en leden van de Red Devils MC. Een kort geding tegen die tijdelijke sluiting werd verloren. Volgens de rechtbank is onder meer de veiligheid van de buurt rond het café in het geding. Mede om die reden trekt de burgemeester de vergunning nu dus definitief in. Mede om die reden. Wat de andere redenen zijn van de definitieve sluiting werd niet bekend gemaakt.

    Het sluiten van clubhuizen en ontmoetingsplaatsen van motorclubs is al langer een prioriteit van de overheid. Mede door informatieverstrekking van de politie worden burgemeesters attent gemaakt op de aanwezigheid in hun gemeente van leden van motorclubs, motorclubs en clubhuizen en ontmoetingsplaatsen.

    Het is landelijk beleid om zoveel mogelijk van die clubhuizen en ontmoetingsplaatsen te sluiten. In de Landelijke Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs van juni 2015 staat dit nog eens duidelijk verwoord: ‘In Nederland zijn in de verslagperiode 177 OMG-clubhuizen (of pogingen tot de oprichting daarvan) geïdentificeerd. 113 gevallen zijn bestuurlijk aangepakt, door het voeren van een stopgesprek, ofwel door bestuurlijke handhaving omdat het clubhuis in strijd is met het bestemmingsplan of in overtreding van de Drank- en horecawet, al dan niet met gebruikmaking van een Bibob-procedure.

    Van de 177 clubhuizen zijn er 87 gesloten of afgewend, omdat deze niet voldeden aan de vigerende regelgeving zoals het bestemmingsplan. Strijd met het bestemmingsplan was in 65 gevallen aan de orde. Er zijn 46 zogenaamde stopgesprekken gevoerd. Een stopgesprek is een gesprek tussen de burgemeester, de plaatselijke politiechef en een afvaardiging van de OMG, die voornemens is een clubhuis te vestigen in een gemeente. In dat gesprek wordt duidelijk gemaakt dat de OMG zich aan wet- en regelgeving dient te houden en dat overtredingen niet worden getolereerd. In enkele gevallen wordt ook een stopgesprek met de verhuurder van ruimten ten behoeve van een clubhuis gehouden, om deze te bewegen het huurcontract te beëindigen.

    Een flink aantal chapters is momenteel op zoek naar een clubhuis, Zolang ze geen clubhuis hebben maken zij gebruik van horecagelegenheden, voetbalkantines, woonhuizen of zelfs een vrachtwagen met oplegger (deze laatste is door de politie inbeslaggenomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek). Maar ook daar worden de regels gehandhaafd.’

    De overheid doet er dus alles aan om, naar aanleiding van politie-informatie, ontmoetingsplaatsen te sluiten. In de voortgangsrapportage zijn de redenen aangegeven die kunnen worden gebruikt. Deze ware heksenjacht vindt plaats tegen mensen die lid zijn van clubs die niet zijn verboden door de rechter. De vraag is nu of diezelfde harde maatregelen ook worden genomen tegen andere ontmoetingsplaatsen. Wat is bijvoorbeeld het beleid voor voetbalkantines en jeugdhonken?

     

    In de studie ‘Jeugdhonken in de achtertuin’ van de HBO Kennisbank uit 2007 komen een aantal verontrustende zaken naar boven: ‘Opvallend is dat keetjongeren gemiddeld meer alcohol drinken in de keet dan de overige jeugd. Naast alcoholgebruik heeft ook veiligheid de aandacht getrokken bij dit onderzoek.’

    Alcoholgebruik door jongeren onder de 18. Wat zegt de wet daarover? Er mag geen alcohol worden geschonken aan personen onder de 18 jaar. Je bent vanaf 2014 ook strafbaar als je nog geen 18 jaar bent en in het openbaar alcohol bij je hebt. Dat zegt de wet. Volgens bovenstaande studie zijn er alleen in Tubbergen al tussen de 20 en 30 jeugdhonken. Jeugdhonken die drank schenken aan minderjarigen, waar wordt gerookt (daar staat de hele horeca nog steeds van op zijn kop!) en blijkbaar deugt de veiligheid ook niet.

    De lezer zal nu menen dat er wel stevig zal worden opgetreden tegen deze illegale drankketen. Maar Omroep Flevoland meldt op 24 juli 2015: ‘De gemeente Urk gaat het toezicht- en handhavingsbeleid voor jeugdhonken níet veranderen. Dat zegt de gemeente in reactie op de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank oordeelde half juni dat de gemeente zich bij de controle van de barren niet mag baseren op de plaatselijke Notitie Jeugdhonken. In plaats daarvan moet de gemeente handhaven op basis van formele wetgeving, zoals de Drank- en Horecawet, het omgevingsrecht en het bestemmingsplan. Urk kreeg van de rechter tot vrijdag de tijd om aan te tonen dat ze dat ook doet.’

    De rechter gebied een gemeente de wet toe te passen en de gemeente weigert dat. Zeer opmerkelijk. De lezer denkt nu natuurlijk dat de politie, zonder aanziens des persoons, die wet wél gaat toepassen. Recht is recht en de wet gaat boven alles en hier is zelfs een rechterlijke uitspraak. Een win-winsituatie voor de handhavers van het gezag dus. Maar, wat zegt de bovengemelde studie? ‘Zowel wijkagenten als jongerenwerkers blijken de keten te waarderen, dit in tegenstelling tot organisaties als de Stichting Alcoholpreventie. De lokale actoren leggen juist de nadruk op de sociale functie van de keten en zien ze als een goede oplossing voor het ontbreken van faciliteiten voor jongeren in de gemeente. Een ander argument is dat men niet weet wat de jongeren zullen doen als zij niet meer in hun keet mogen zitten. Men is bang dat de jongeren dan op straat gaan hangen en overlast zullen veroorzaken.’

    In plaats van een uitspraak van de rechter te respecteren, in plaats van de wet toe te passen, in plaats van de veiligheid van minderjarigen te waarborgen, in plaats van de gezondheid van jongeren te garanderen, is de politie zelfs blij met die drankketen. Want, er zijn immers geen andere faciliteiten voor de jongeren die die keten bezoeken. Omdat er geen andere faciliteiten zijn mogen die minderjarigen dus in een onveilige ruimte alcohol nuttigen en roken. Het voordeel voor de politie is dat men nu weet waar die jongeren zitten en ze geen overlast elders veroorzaken. Onthoudt u de laatste zin?

    Wij gaan nu eens even kijken hoe het is gesteld met voetbalkantines. Naar aanleiding van de nieuwe Drank- en Horecawet, werd volgens Nederweert24.nl in de gemeente Nederweert de volgende regel voorgesteld: ‘Het college van burgemeester en wethouders stelt voor dat sportverenigingen en kantines alcohol mogen schenken vanaf twee uur vóór tot twee uur ná een activiteit. Op zondagen mag tot maximaal 20.00 uur geschonken worden omdat de reguliere horeca met name dan oneerlijke concurrentie ondervindt. De gemeenschapshuizen krijgen gelijke schenktijden als de reguliere horeca omdat deze voorzien in brede sociale activiteiten.’

    In de meeste Nederlandse gemeenten is een soortgelijke regeling van kracht. We praten hier dus over een sportvereniging of -club, die een clubgebouw huurt dan wel in bezit heeft en zowel voor als na een sportactiviteit alcohol schenkt. Die sportieve activiteiten voorafgegaan en gevolgd door alcohol (en in de meeste kantines ook tabak!) gelden natuurlijk niet alleen maar voor voetballend Nederland. Ook de toeschouwers en vrienden en bekenden maken graag gebruik van de kantine. Het betreft hier dan ook allerminst een besloten gelegenheid. Naast voetballende drankliefhebbers, zijn er nog veel meer sporters die graag spanning en sport combineren met een glas. Zo zijn er hockeyclubs, rugbyverenigingen, roeiclubs, schaatsverenigingen, ja zelfs schietverenigingen waar gewoon drank kan worden gekocht in de kantine.

    De aantallen mensen die gebruik maken van sportkantines en jeugdhonken kennen wij niet. Zouden het er honderden zijn? Of duizenden? Of zelfs honderdduizenden? Het wordt toegestaan of gedoogd, door de sociale functie die het drinken in kantines en jeugdhonken heeft. Zelfs uitspraken van een rechter worden niet gerespecteerd, omdat de politie graag weet waar de jeugd zich ophoudt. Dat tal van regels worden overtreden en de gemeente eigenlijk samen met de politie zou moeten handhaven, wordt gemakkelijk naast zich neergelegd. Honderdduizenden maken gebruik van kantines en honken. Volgens de politie zijn er ongeveer 1800 leden van motorclubs. Begint u onder het tipje van de sluier te geraken?

    Je zou veronderstellen dat de politie ook graag wil weten waar de leden van een motorclub zich ophouden. Helemaal die verschrikkelijke motorcycle outlaws. Je weet dan ook dat ze geen overlast veroorzaken elders. Een aantal volwassen heren, die in een besloten gelegenheid alcohol drinken, of thee, of een warme bak koffie met een gehaktballetje na het motorrijden. Of vóór het motorrijden. Een gezellige bijeenkomst met een sociale functie voor de leden van een motorclub. Volwassen mannen die weten wat ze doen. Mannen die vrijwel allemaal een baan hebben, een gezin, kinderen, een huis. Maar gemeenten en politie hebben liever dat onverantwoordelijke minderjarigen in een onveilig pand alcohol drinken dan die volwassen en verantwoordelijke kerels met een motorjasje aan.

    De sluiting van café The Dug Out bekijken wij daarom met argusogen. Vooral die zin ‘Mede om die reden trekt de burgemeester de vergunning nu dus definitief in.’, baart ons zorgen. Mede om die reden. Wat zijn de andere redenen? Dat er motorrijders in die zaak kwamen? Kort geleden verklaarde meneer Jos Som, een persoon die wij niet meer behoeven voor te stellen aan onze trouwe lezers, dat Café Navarro definitief gesloten is, iets anders over de sluiting. De NOS berichtte daarover op 15 mei 2015: ‘Voor burgemeester Jos Som waren de spanningen en conflicten tussen motorclubs in Zuid-Limburg de reden voor de sluiting. Volgens de gemeente waren er de laatste tijd een paar keer rivaliserende Bandidos “op intimiderende wijze” in de buurt van het clubhuis. Som wil zéker in de drukke binnenstad geen conflicten of geweld. De burgemeester wijst op de gebeurtenissen op 7 mei bij een sporthal in Sittard, waar bij een vechtpartij tussen leden van motorclubs drie gewonden vielen. Bij de vechtpartij tussen leden van de Hells Angels, Bandidos en Red Devils is vermoedelijk ook geschoten.’

    Er waren rivaliserende Bandidos op intimiderende wijze in de buurt van het clubhuis. Er zijn spanningen tussen motorclubs. Én, last-but-not-least, er wordt door meneer Som verwezen naar de vechtpartij in The Dug Out in Sittard. Nu hebben wij een paar vragen, hè. Voor de gemeente Kerkrade en voor die burgemeester, hè. En hier komt dan die eerste vraag, hè. Hoe dicht is ‘in de buurt’? Op hoeveel meter mag de ene club het clubhuis van de andere club naderen, voordat tot sluiting besloten kan worden? Er komen dus leden van een rivaliserende motorclub in de buurt van een horeca-gelegenheid, of een clubhuis, en dat gaat dan dicht. Volgens meneer Som zijn die vreselijke Hells Angels ook erg dicht in de buurt geweest van Café Suus, het café van zijn dochter waarover het laatste woord nog niet gesproken zal zijn. Dat ging ook lastig anders, want ze zaten er naast in hun clubhuis. Toch werd Café Suus nooit gesloten. Ook niet nadat, ook weer volgens meneer Som, er zelfs bedreigingen en vernielingen waren geweest in Café Suus zelf. Dat sluiten geldt dus alleen maar wanneer je geen dochter bent van de burgemeester of een motorclub bent. En nu die vechtpartij in Sittard, hè. Dat is een reden geweest voor meneer Som om dat café van de Hells Angels te sluiten. Volgens die redenatie gaan er straks nog een heleboel andere café’s dicht in Nederland. Er is een vechtpartij geweest in een café waar leden van motorclubs komen. Nou, makkelijk, nu gaan we alles waar leden van motorclubs komen sluiten. Hèhè, eindelijk!

    De sluiting van het Hells Angels-clubhuis in Barneveld ging geheel anders. Wel zeer creatief. De gemeente legde de club een dwangsom op, omdat er een bruiloft werd gehouden. Omdat de club die dwangsom niet kon betalen (we praten hier over mensen die volgens de politie en de media grossieren in geweld, misdaad en drugshandel en daar enorme geldbedragen mee binnenhalen, die vervolgens worden witgewassen!) werd het clubhuis onteigend en geveild. Later oordeelde de rechter dat zowel de dwangsom als de inbeslagname onwettig waren. Maar ja, weer een clubhuis dicht, dus de missie is geslaagd. Ook hier hebben wij weer een vraag. Waarom moet per se dat motorrijdersclubhuis dicht, terwijl er juist subsidie wordt gegeven aan een overlast gevend jeugdhonk? De BarneveldseKrant.nl schrijft over dit jeugdhonk ‘Time-Out’ op 26 mei een artikel. Er is nooit geklaagd over overlast van dat motorclubhuis, maar dat zou en moest dicht. Het jeugdhonk, dat wel overlast bleek te geven, kreeg juist subsidie om zich te vestigen en open te blijven.

    Ja, zo maar enige voorbeelden van recht in Nederland. Recht en rechtvaardigheid. Begrippen waarvoor we onze jongens en meisjes naar verre en onbekende brandhaarden sturen. Er zijn nog veel meer voorbeelden die we zouden kunnen geven. Gemeenten komen met de meest idiote redenen om clubhuizen te sluiten of te weigeren. Rivaliserende clubs worden er bijgehaald, maar nooit bijvoorbeeld rivaliserende voetbalsupporters om een voetbalkantine of -honk te sluiten. Veel motorclubs zijn een stichting en het komt voor dat een gemeente roept dat een stichting niets te zoeken heeft op een bedrijventerrein. Je moet het allemaal maar bedenken. Uiterst langdurige en kostbare procedures en rechtzaken zijn het gevolg, terwijl degenen die die besluiten nemen uitzonderingen maken voor tal van illegale drankgelegenheden. Of voor familie, zoals bij meneer Som.

     

     

     

     

     

    Voortgaan met rapporteren

     

    In de landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs juni 2015, doet de politie bijna juichend verslag van de resultaten die zij inmiddels hebben geboekt in hun strijd tegen ‘criminele motorbendes’. Al vorig jaar deed de politie uit de doeken in de rapportage van juni 2014, wat het uiteindelijke doel was van die rapportages: het publiceren en bewust maken van het publiek en instanties omtrent de ware aard van de Outlaw Motorcycle Gangs. Nu kun je weliswaar onderzoeken wat je wilt, wat uiteindelijk telt in een rechtsstaat zijn de resultaten. In een rechtsstaat doet de rechter uitspraak en beslist daarmee of een verdachte schuldig is of onschuldig. Je kunt dus net zoveel zeer kostbare onderzoeken verrichten als je wilt, het is pas nadat de rechter een uitspraak heeft gedaan dat je kan spreken van resultaten. Een onderzoek is geen resultaat. Een hongerige leeuw ging eens op onderzoek in de jungle naar een lekker hapje. Dat deed hij elke dag meermaals. Een ondernemende leeuw. Het arme dier zou sterven van de honger, want zijn onderzoek leverde niets op. Een domme, incapabele, slecht doorvoede leeuw dus ook, die met zijn kletspraat ieder op het verkeerde been zette.

     

    Onderstaand de tekst van de rapportage voor wat betreft de resultaten van de onderzoeken die werden geïnitieerd door de politie:

    ‘Inzoomend op de onderzoeken naar de zware en (internationaal) georganiseerde misdaad door (leden van) OMG’s levert een inventarisatie van zo’n 150 lopende en afgeronde opsporingsonderzoeken en strafzaken het volgende beeld op (peildatum: maart 2015).

    • Veruit de meeste opsporingsonderzoeken (ongeveer 75%) hebben betrekking op Satudarah, Hells Angels, No Surrender, Bandidos en Trailer Trash.
    • Ongeveer 30% van dit aantal opsporingsonderzoeken heeft betrekking op de productie en/of handel in verdovende middelen en witwassen.
    • Iets meer dan 25% van de opsporingsonderzoeken heeft betrekking op openlijke geweldpleging en/of diefstal met geweld en/of bedreiging. In de daaruit volgende strafzaken werden gevangenisstraffen van 3 tot 4,5 jaar (9 strafzaken) en 1 tot 2,5 jaar (7 strafzaken). De rechtbank in Den Haag oordeelde in één geval dat het hesje van de betreffende OMG een intimiderend effect had. In één opsporingsonderzoek naar een ernstige mishandeling in een horecagelegenheid werden bij de rechter-commissaris 20 getuigen gehoord. Niemand kon of wilde een belastende verklaring afleggen, waarna het OM de strafzaak moest seponeren.
    • Iets meer dan 10% van de opsporingsonderzoeken heeft betrekking op (poging tot) moord en doodslag. In de daaruit volgende strafzaken werden gevangenisstraffen opgelegd van 10 jaar (1 strafzaak) en 7 jaar (2 strafzaken). In één strafzaak veroordeelde de rechtbank de verdachte tot een gevangenisstraf van 8 jaar; in hoger beroep volgde vrijspraak.
    • Ook iets meer dan 10% van de opsporingsonderzoeken heeft betrekking op de handel in en het bezit van vuurwapens, munitie en explosieven. Dit aantal is verontrustend, met name in het licht van de dreiging van een bendeoorlog. Bij enkele gevallen van wapenbezit / wapenhandel waren (oud) beroepsmilitairen betrokken.
    • Verder heeft een klein aantal opsporingsonderzoeken betrekking op: brandstichting / aanslagen op gebouwen, waaronder woonhuizen, bedrijfspanden en/of clubhuizen; de uitvoering van rechtshulpverzoeken uit het buitenland (met name Duitsland), en; mensenhandel (prostitutie).’

     

    Dit is alles waar de politie mee komt als resultaat van zijn onderzoeken. Een magere oogst. Maar ook wij deden onderzoek. Dat onderzoek staat hieronder.

    In 2011 werd in 1715 gevallen een integriteitsonderzoek gedaan naar politiemensen. Het blijkt dat in 2011 in 650 gevallen sprake is geweest van een integriteitsschending door een medewerker van de politie. Daaronder vallen allerlei zaken, zoals geweld, fraude en misbruik van de eigen positie. De onderzoeken leidden tot 77 ontslagen, 73 voorwaardelijke ontslagen en 24 mensen besloten zelf weg te gaan.  De politie deed in totaal 1517 onderzoeken, waarbij 1715 personen waren betrokken. In 122 was sprake van een strafbaar feit, in 533 gevallen ging het om plichtsverzuim. Een gesprek of mondelinge waarschuwing was de disciplinaire maatregel die het vaakst voorkwam. Het valt op dat er twee keer zo veel onderzoeken zijn gedaan naar politiemensen die meer dan 10 in dienst waren dan in 2010. Het zijn dus niet alleen de jonkies die in de fout gaan. Het totaal onderzoeken was ook overigens stijgende t.o.v.2010. De categorie ‘geweld’ scoort het hoogst in de onderzoeken (731 keer). Daarna komt ‘misbruik van positie’ en ‘vermogen en bezit’ (bv. diefstal). Ook opvallend: 43% van de gevallen komt naar aanleiding van een klacht of melding vanuit de eigen organisatie. 41% naar aanleiding van meldingen/klachten van burgers.

    Nogal een resultaat, zult u nu zeggen. Wij zullen het niet met u oneens zijn, al gebied de eerlijkheid ons te zeggen dat dit onderzoek gepubliceerd is in 2012 op de site van Crimelink.nl. Ook RTL deed onderzoek en publiceerde daarover in 2010. Graag gebruiken wij ook hun cijfers om u te laten zien dat de cijfers van 2011 niet op zichzelf staan of een uitzondering vormen. In de jaren 2008, 2009 en 2010 werden volgens RTL 219 agenten ontslagen en 101 agenten verlieten na wangedrag vrijwillig de politie. Voorwaardelijk ontslag kregen 179 agenten. Die maatregelen kwamen na maar liefst 4000 onderzoeken naar wangedrag.

    Kwamen we in een vorig artikel al tot de conclusie (Die wet past ons allemaal!) dat Gerrit van de Kamp, de voorzitter van de politievakbond ACP een ietwat vrijzinnige mores erop nahoudt wanneer hij zijn vriendin een baan kan laten bezorgen (dat zijn vriendin werd ontslagen nadat bekend werd hoe zij aan haar baan kwam, zegt toch wel iets) en dat dat de ACP zelf zich bezig hield met tal van zeer maatschappelijk verontrustende acties, en er komen er nog meer want de politie dreigt met acties tijdens de Tour de France en Sail, naast het dreigen niet meer aanwezig te zijn bij voetbalwedstrijden en zo u weet zijn dat pas echte onrustveroorzakers. Nu weet u dus ook dat Gerrit en zijn trouwe volgelingen van de ACP niet alleen zijn. In 655 (en dus niet 650) gevallen was er sprake van een integriteitsschending, waarvan 122 gevallen een strafbaar feit behelsde en 533 gevallen plichtsverzuim. U zult begrijpen dat dit alleen gaat om de uitkomsten van onderzoeken. Er zullen zeker ook nog gevallen zijn waarnaar geen onderzoek is gedaan.

    Kunnen we nu op zijn oud-Hollands zeggen, De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet?

     

     

     

    Het goede voorbeeld (1)

    Verschillende instanties zijn betrokken bij de bestrijding van motorclubs. Wie zijn de mensen bij deze instanties en is er op die mensen niets aan te merken? Het lijkt er niet op dat deze mensen een schone lei hebben.

    Allereerst is er het Landelijk Strategisch Overleg OMG’s. De voorzitter van dit orgaan is de oud-burgemeester van Enschede, nu burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten. Den Oudsten wordt genoemd als één van de beste bestuurders na Aboutaleb van Rotterdam. Je kunt in dit land gemakkelijk tot de besten behoren, wanneer de politie je een beetje behulpzaam is. Zo reed Den Oudsten in augustus 2008 door een rood verkeerslicht. De website binnenlandsbestuur.nl bericht hierover op 20 maart 2009: ‘Uit logboekgegevens van de verkeerspaal blijkt dat de burgemeester door rood licht reed. Den Oudsten heeft altijd beweerd dat hij groen licht zag, waarna een omhoogkomende paal de onderkant van zijn auto ramde. De politie stelde vast dat het rode licht niet brandde toen de burgemeester langs de paal reed en gaf hem geen proces-verbaal. Den Oudsten neemt nu de logboekgegevens voor kennisgeving aan, aldus zijn woordvoerder.’ Het gaat hier dus niet zozeer om het door het rode licht rijden, maar om het feit dat de politie de burgemeester op zijn woord geloofde. Krijgt de burgemeester nu wel een proces-verbaal nu de logboekgegevens het tegendeel bewijzen? Zonder aanziens des persoons geldt dus alleen voor gewone burgers en niet voor burgemeesters?

    Verder hebben we de Taskforce Motorbendes Brabant-Zeeland. Portefeuillehouder is burgemeester Jacques Niederer, de burgemeester van Roosendaal. Roosendaal kwam onder zijn leiding al in het nieuws toen bekend werd dat de gemeente een twaalftal werklozen met behoud van uitkering bij de nieuwe vestiging van Burger King wilde laten werken. Benieuwd wat de plaatselijke vestiging van McDonalds daarvan vond. Maar toegegeven, bij Burger King is de koffie beter. Als burgemeester kwam Niederer, oud-politieman, in 2013 in opspraak over zijn declaratiegedrag. Hij werd toen beschuldigd van het onder druk zetten van enige raadsleden om een onderzoek naar zijn declaratiegedrag te stoppen. Niederer ontkende dit, maar bleef als burgemeester van Roosendaal gewoon in Weert wonen.

    Een grote aanjager in de strijd tegen de motorclubs is de burgemeester van Kerkrade, Jos Som. Deze Som is al vele malen genoemd in minder frisse zaken (lees ook De brave burgervader en de motorbendes) en de gang van zaken rond het café van zijn dochter Suze op de Markt in Kerkrade lijkt ook minder fris. Zoals bekend kreeg Suze het aan de stok met haar buren, een afdeling van de Hells Angels, en werd het pand waarin die buren zaten toen door haar vader gesloten. Van Som wordt gezegd dat hij een flinke borrel lust. In de Roda-JC krant zei Som: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’, toen hij tien jaar geleden werd teruggefloten door toenmalig minister Remkes.

    Een andere Limburgse bestuurder is Onno Hoes, de burgemeester van Maastricht. Hoes kwam diverse malen zeer negatief in het nieuws met jonge schandknapen. De laatste keer dat dat gebeurde liet Hoes op zijn telefoon vertrouwelijke documenten zien aan de jonge schandknaap, die hij helemaal niet kende maar zojuist had ontmoet via Internet. Voor de Maastrichtse gemeenteraad was de maat vol, men voelde zich opnieuw in diskrediet gebracht, en Hoes kondigde aan te zullen vertrekken. Deze bestuurder die het zo overduidelijk ontbrak aan mensenkennis en discretie was al eerder vertrokken om onduidelijke redenen als voorzitter van het CIDI, een belangrijke joods/Israelische belangengroep. Op Wikipedia is te lezen dat Hoes zich, net als sommige politie-ambtenaren, weinig gelegen liet liggen aan de wet. Wikipedia: ‘Hij sprak zich in de media negatief uit over de wietpas en probeerde om, ondanks een gerechtelijke uitspraak, coffeeshops te verbieden om softdrugs te verkopen aan buitenlanders. Nadat coffeeshops doorgingen met de verkoop van softdrugs aan buitenlanders liet hij door de politie enkele panden binnenvallen.’ We zien hier dus een bestuurder die een gerechtelijke uitspraak naast zich neer legt om zijn eigen wil door te drijven en daarvoor zelfs aan zijn autoriteit toevertrouwde politie-agenten inzet. We denken hier aan burgemeester Jos Som, die riep: ‘Ik maak zelf uit wat ik doe!’ Zo gaat dat blijkbaar in Limburg. De politie verzette zich niet, toen zij door Hoes ingezet werd voor een zaak die de rechter juist had verboden.

    Commissaris Piem Miltenburg, hoofd operatieën en verantwoordelijk voor de bestrijding van de ‘motorbendes’, is al uitgebreid besproken in eerdere columns. De binnen de politie-organisatie als hardliner bekendstaande Miltenburg doet telkens uitspraken alsof hij rechter is en geen politieman. Hij wil motorclubs verbieden, motorclubs zijn volgens hem crimineel, ze zijn een dekmantel voor de georganiseerde misdaad, ze zijn erop gericht misdaden te plegen. Al deze uitspraken komen in de pers terecht, zonder ooit aan een rechter te zijn getoetst. Sterker nog, toen het wel aan de rechter werd getoetst, oordeelde deze heel anders. (De zaak om de Hells Angels te laten verbieden, die mislukte). Miltenburg plaatst zich hiermee op de stoel van de rechter en zorgt opzettelijk voor grote maatschappelijke onrust, terwijl hij heel goed weet dat wat hij zegt niet door een rechter is bevestigd. Onder de leiding van Miltenburg is ook de nieuwe politietaktiek ‘name and shame’ in gebruik gekomen. Telkens wanneer een lid van een motorclub betrokken is bij iets strafbaars, wordt hij als zodanig genoemd door de media. In de praktijk komt het erop neer, dat ook vage kennissen en verre contacten van motorclubs genoemd worden als gerelateerd en relevant voor een motorclub

    Voorzitter van de politievakbond ACP Gerrit van de Kamp kwam in het nieuws toen hij riep dat de wet veranderd moest worden om motorclubs te kunnen verbieden. Al uitgebreid werd hier geschetst hoe Gerrit van de Kamp met zijn vakbond ACP actief was om de overheid onder druk te zetten om een loonsverhoging af te dwingen. Zo werd gedreigd voetbalwedstrijden niet meer te begeleiden (waarom roept Gerrit trouwens niet dat die ook verboden moeten worden?), er werd gedreigd met het niet deelnemen aan grote publieksevenementen als Sail en de Tour de France, er werd met harde acties gedreigd en het Binnenhof werd omsingeld door gewapende en geüniformeerde agenten. De politiebond ACP kwam ook in het nieuws toen zij een reactie gaven op het nieuws dat Arubaan Mitch Henriquez was omgekomen door toedoen van vijf politie-agenten: ‘We willen aangeven dat onze eerste zorg nu gaat naar de betrokken collega’s.’ Van enig mededogen bleek geen sprake. Verder twittert de ACP nog dit: ‘Helder signaal van politie Den Haag. Handen af van onze mensen.’ Dat vindt de ACP dus ietsje belangrijker dan de dood van een toerist. De ACP heeft ongeveer 25.000 leden, dat is bijna de helft van het totale politiepersoneel. Gerrit van de Kamp kwam ook in het nieuws in verband met het regelen van een baan voor zijn vriendin Marloes Smit. Op 7 februari 2015 schreef het NRC daarover: ‘Die dubbelrol leidde tot grote problemen. Zo meldde zich in juli 2013 een klokkenluider die stelde dat het ministerie van Veiligheid en Justitie de steun van de machtigste politievakbond kocht door Van de Kamp en zijn partner hun gang te laten gaan.’ Dat is nogal ernstig. Van de Kamp zette het ministerie onder druk om zijn vriendin een baan te geven, anders zou hij met zijn vakbond de nieuwe nationale Politie niet steunen. Dat zijn toch regelrechte mafiapraktijken. Wij vragen ons nu af hoeveel Gerrit van de Kamp verdient met zijn voorzitterschap en wat zijn declaratiegedrag is.

    Het LIEC-RIEC staat voor Landelijk Informatie en Expertise Centrum-Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Deze organisatie houdt zich bezig met de bestrijding van gezagsondermijnende activiteiten en de georganiseerde misdaad. Politiechef Patricia Zorko, verbonden aan het RIEC namens de Landelijke Eenheid kwam vorig jaar in het nieuws voor haar declaratiegedrag. Van alle politiechefs declareerde zij het meest: 13.350 euro. Een enorm verschil met sommige andere collega’s die zelfs helemaal niets declareerden. Geld blijft toch een voorname drijfveer voor de politiemannen- en vrouwen. En krijgen zij niet goedschiks wat zij willen, dan worden harde acties aangekondigd en zelfs uitgevoerd waarvan de burgers het slachtoffer worden.

     

    Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars

    Sinds enige jaren worden motorclubs door de overheid anders genoemd. Men zou toch zeggen dat de namen die de clubs zelf hebben gekozen veelzeggend genoeg zijn. Zo is de naam ‘Hells Angels’ synoniem met motorclubs in het algemeen, Harley-Davidson-Rijders, bikers of zelfs Onepercenters. Namen als ‘Demons’, ‘Outlaws’, ‘Veterans’ of zelfs ‘Mongols’, nazaten van de Mongoolse hordes die de oude wereld overspoelden, zijn allemaal vanzelfsprekend genoeg. Dat de overheid zelf een andere naam voor al dat motorvolk bedacht heeft is daarom bijzonder. ‘Outlaw Motorcycle Gangs’, oftewel afgekort ‘OMG’s’, worden de motorclubs genoemd door de Nederlandse overheid. Afgekeken van de Amerikanen, die dezelfde term gebruiken.

    In de geschiedenis zijn tal van voorbeelden te vinden van het geven van een andere naam aan bevolkingsgroepen. Het had bijna altijd een negatieve bedoeling en het ging veelal samen met de voorbereidingen voor oorlog. Er was altijd een regeringsbeleid gericht op het bestrijden van deze groepen. Een militaire aanval zat in de lucht, nieuwe wetgeving zat er aan te komen. In gevallen waar het de overheid juist goed uitkwam om die mensen niet zwart af te schilderen werd vaak wetgeving juist gebruikt om de bijnamen, scheldwoorden feitelijk, wettelijk te verbieden. Want, zo stelde men, het was discriminatie.

    Het geven van bijnamen was dus een vorm van ontmenselijking, die voorafging aan maatregelen door de overheid. Wat is nu ontmenselijking en wat is het nut? Zapruder.nl geeft een definitie van dit fenomeen: ‘Ontmenselijking begint vaak door de ander slecht af te schilderen door stereotypen te gebruiken en elke vorm van nuance achterwege te laten. De aanstichters creëren, met behulp van propaganda, een psychologische constructie in de psyche van mensen zodat zij die anderen transformeren in vijanden. Met behulp van woorden en beelden wordt een vijandbeeld gecreëerd waarbij angst en woede voor een vreselijke gevoed worden die het gemunt heeft op de persoonlijke veiligheid en identiteit. De stereotypen die gebruikt worden als ‘terrorist’, ‘ongelovige’, ‘barbaar’, ‘beest’ dienen om een stereotype beeld te creeëren waarbij iedere zweem van menselijkheid vermeden dient te worden. Ook abstractie helpt om de tegenstander verder te ontmenselijken; men praat niet eens meer over vreselijke (menselijke) eigenschappen maar over concepten als communist of het Warschau Pact of islam. Het gaat er dus om iedere eigenschap weg te strippen waarbij men zich zou kunnen identificeren met de vijand. Alleen een concept van puur kwaad kan men gerechtvaardigd vernietigen.’

    Het geven van bijnamen aan bevolkingsgroepen, in dit geval dus motorvolk, heeft dus een diepere betekenis. In de bakermat van de motorcycleclubs, de Verenigde Staten van Amerika, probeert de overheid al vele decennia deze clubs af te schilderen als crimineel. Politie-agenten worden in de stemming gebracht door road-blocks te bemannen en bikervolk aan te houden, nadat talloze rapportages de noodzaak daarvan hebben aangetoond. Er zijn ondanks al die aandacht van de overheid en de politie nog steeds geen clubs door de wet verboden. Wel is de verhouding tussen clubs en politie door wantrouwen vertroebeld.

    Het decennialang afschilderen van motorrijders als outlaws, gangs, criminelen, gewelddadig, heeft op de politieagenten het effect gehad van ontmenselijking. Veel agenten zien de motorrijders niet meer als gewone mensen. Door de liberale wetgeving in verband met wapenbezit, zijn ook nog eens veel mensen in het bezit van een vuurwapen. Een extra reden om maar voorzichtig te zijn. Te grote voorzichtigheid, samengaand met jarenlange propaganda en ontmenselijking kan leiden tot excessen. Dat hebben we gezien in het Texaanse Waco. Deze plaats werd al wereldberoemd na de bestorming van de Kerk van de Zevende Dag Adventisten door de politie in 1993. Bij die bestorming van andersdenkenden, die vuurwapens hadden, vielen 76 doden. Oorlog tegen je eigen burgers.

    Mei 2015, Waco opnieuw, 22 jaar later. Tweehonderd leden van twee motorclubs komen samen in een wegrestaurant om problemen te bespreken. Allen zijn leden van de Bandidos MC en de Cossacks MC. Beide clubs hebben een geduchte reputatie. Volgens de overheid zijn het ‘Outlaw Motorcycle Gangs’, criminelen, zijn ze gewelddadig en hebben ze wapens. Bij het naar buiten komen van de clubleden opent de zenuwachtige politie plotseling, zonder aanleiding, het vuur. Er wordt niet teruggeschoten door de bikers, waarvan sommigen wel degelijk een wapen hebben. Niet zo raar in Texas, waar je gewoon met je holster over straat mag.

    Eén van de politiecommandanten vertelt meteen aan de snel aanwezige pers dat het een schietpartij onder de bikers zelf is geweest. ‘Ze begonnen plotseling op elkaar te schieten!’ Een golf van woede verspreidt zich over de wereld. ‘Weer die levensgevaarlijke bikers!’ ‘Weer die OMG’s!’ ‘Wanneer komen we nu eens met een verbod!’ Wanneer de rook optrekt liggen negen dode mensen op straat en zijn achttien mensen gewond geraakt. Allen bikers. Volgens iedereen is het hun eigen schuld. Daarna ebt de woede weg met het nieuws. Enkele dagen na de schietpartij werden veertien politieagenten gearresteerd en in onderzoek geplaatst. Er was maar kort onderzoek nodig om te concluderen dat niet één biker, geen éen motorrijder, zijn wapen had gebruikt. Negen mensen waren dood, allemaal alleen maar door de politie.

    Afgelopen zaterdag was er weer de jaarlijkse Veteranendag in Den Haag. Dit is de dag van en voor de veteranen. Alle veteranen zijn hier welkom. Behalve veteranen met colors van een motorclub, want dat wil de burgemeester van Den Haag niet. ‘Militair historicus’ Christ Klep, nota bene lid van de redactieraad van het veteranenblad ‘Checkpoint’ dat vorig jaar al uitgebreid berichtte over de perikelen met de Veterans MC, was ingehuurd door de NOS om de dag live te verslaan voor de televisie. Tijdens het veteranendéfilé waaraan ook de Veteranenmotorrijders deelnamen, kwam Klep met enige mooie uitspraken. Deze wetenschapper, eens als ’embedded’ historicus in dienst van Defensie, had wel een mening over die motorrijders. ‘Ze schurken tegen de beruchte clubs aan, ze gaan een biertje drinken met ze, ze lijken wel erg veel op ze’, en tenslotte ‘ze roepen het over zichzelf af’.

    Klep had helemaal niet in de gaten dat de veteranenmotorrijders die hij voorbij zag komen in groen gevechtspak allerminst leden waren van Veterans MC. Een motorrijder, een rel over motorrijders, een overheid die roept dat motorclubs crimineel zijn. ‘Ze hebben het over zichzelf afgeroepen!’

    Eén van de doden in het Texaanse Waco was Jesus Delgado Rodriguez, veteraan van de mariniers en onderscheiden met de medaille Purple Heart na een verwonding tijdens een missie. De man was 65 jaar. Hij was lid van een motorclub, maar had geen strafblad, stond juist bij iedereen zeer goed bekend. Maar ja, hij had het over zichzelf afgeroepen.

     

    << oudere artikelen