• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De rechtsstaat is niet voor iedereen

    Op 7 juli 2017 plaatste Tubantia een artikel over motorclub Satudarah. Boven het artikel een foto van de burgemeester van Enschede, Onno van Veldhuizen, en in die foto een door de krant zelf ontworpen embleem waarin we herkennen de vleugels van het logo van de Hells Angels MC en de gekruiste revolvers van het logo van No Surrender MC. Wij weten niet beter dan dat er op beide logo’s een copyright zit. Wat ons bovendien verbaast is dat het artikel gaat over stappen van de burgemeester van Enschede tegen Satudarah en dat daar dan bestandsdelen van het Hells Angels-logo en het No Surrender-logo boven staan. Alsof het allemaal hetzelfde is.

    Het artikel vertelt hoe Onno Veldhuizen een horeca-ondernemer uit zijn stad op het gemeentehuis ontbiedt. Deze ondernemer wordt vervolgens door de burgemeester ernstig onder druk gezet om geen leden van Satudarah meer in zijn zaak te ontvangen. ‘Ik kan gewoon organiseren dat we naar binnen gaan en dan bent u alles kwijt. Stop met die Satudarah-mensen.’ Een burgemeester kan een horecazaak sluiten wanneer er overlast plaatsvindt, wanneer er wapens of drugs worden gevonden of wanneer er strafbare feiten plaatsvinden.’ Dat is niet het geval, dus wordt de ondernemer geïntimideerd door de burgemeester. Mondeling, niet schriftelijk. Dat doen criminelen ook. Die leggen niets schriftelijk vast.

    De hoogleraar Jan Brouwer twijfelt aan de gang van zaken en betwijfelt of het doel de middelen heiligt.

    Er zijn in Enschede feitelijk twee dingen aan de hand. Ten eerste is de overheid bezig met een offensief tegen motorclubs en worden clubhuizen waar mogelijk gesloten. Ten tweede verspreiden motorclubs zich vervolgens naar de plaatselijke horeca. Om dus toch de motorclubs te kunnen bestrijden, worden eigenaren van die horecazaken onder grote druk gezet.

    Maar er is heel wat aan te merken op het voortdurend hinderen van motorclubs. Ten eerste is er nog geen enkele motorclub bij wet verboden. Nu willen sommigen wel de wet gaan veranderen, maar dat is net als de maximumsnelheid plotseling verlagen. Dan is daarna bijna iedereen in overtreding. Er is vandaag geen enkele motorclub verboden. Er wordt bovendien geen overlast of criminaliteit geconstateerd bij bovengenoemde horecazaak, anders kon daarop worden geacteerd. Er is dus niets aan de hand met een vereniging die niet is verboden.

    De burgemeester van Enschede baseert zich natuurlijk op gegevens van anderen. Hij doet zelf geen onderzoek. Dat doet de politie wel en dat is dan ook de instantie die burgemeesters voorziet van informatie. De burgemeester acteert door de informatie die hij ontvangt van de politie. Dupont heeft in ruim twee jaar onderzoek en blogs aangetoond dat de politie ten eerste niet altijd even betrouwbaar is. Er lopen zelfs vandaag verschillende onderzoeken naar topmensen van de Nederlandse politie. Het gaat in bijna alle gevallen om corruptie. Corruptie is een vorm van oneerlijkheid, van liegen en bedriegen.

    Dupont heeft ook aangetoond dat twee jaar geleden de voortgangsrapportages van de politie op zijn zachtst gezegd betwistbaar waren. Lees de artikelen van Dupont er nog maar eens op na. Toch worden door media en bestuurders rapportages van de politie over motorclubs voor waar aangenomen.

    Het is zelfs nog erger. Dupont toonde aan hoe verschillende burgemeesters en wethouders op raad van de politie moesten onderduiken, terwijl er niets aan de hand was. Motorclubs kregen de schuld van de bedreigingen, die vrijwel zeker nooit plaatsvinden. Burgemeesters kennen deze gevallen ook, maar blijven toch acteren naar de informatie van de politie.

    Dupont schreef vorig jaar hoe een Griekse horeca-ondernemer in Sittard op de vingers werd getikt door de politie toen hij toestemming gaf aan leden van No Surrender om op zijn terras plaats te nemen. De leden van No Surrender kwamen net aangereden, parkeerden netjes hun motoren en vroegen eerst netjes of ze konden plaatsnemen. Het antwoord was dat het geen enkel probleem was. Toch werden de heren door de politie verjaagd.

    Er komen vanuit het hele land soortgelijke berichten binnen. Tal van gemeenten kondigen aan dat er geen leden van motorclubs met clublogo’s meer welkom zijn in het uitgaansleven. Daar wordt door de politie zeer streng op toegezien. Daar blijft het niet bij. Horeca-ondernemers worden na afloop van bezoeken van leden van motorclubs op het matje geroepen door de politie. Soms komen de agenten in de zaak om de eigenaar ernstig te waarschuwen. Soms moet de eigenaar op het bureau komen en soms wordt hij zelfs ontboden bij de burgemeester. We hebben het niet over incidenten veroorzaakt door leden van motorclubs. We hebben het over één of twee leden van een motorclub die ergens iets eten of drinken en zich volledig normaal gedragen. Eigenaren van horecazaken voelen zich zeer door de politie geïntimideerd, maar zijn bang om er voor uit te komen. Ze zijn bang voor problemen met hun vergunning wanneer ze klagen of openbaar maken wat hen overkomt. Voor de zaak van de ondernemer in Enschede is dan ook te vrezen.

    Tegelijkertijd constateren wij dat de politie zelf de ene na de andere motorclub zelf opricht. Zij houden daarbij de regels aan van 1%-clubs, maar roepen dat ze geen 1%-club zijn. Dus wat is het nou? Vindt de politie motorclubs crimineel of juist leuk?