• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)

    Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’

    Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!

     

    Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’

    Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’

    Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.

     

    Wie is wie?

    De motorclub

    Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’                                                                                                         Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’.                                                                                                           De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?

    Waarom een doodshoofd als embleem?

    In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’

    Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.

    Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.

    Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.

    Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”

    Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?

    De onafhankelijke raadsheer

    Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.

    De raadsheer schrijft brieven

    Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.

    De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.

    Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.

    De raadsheer komt op de televisie

    Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.

    De raadsheer voert actie

    Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.

    Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?

    ‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.

    De raadsheer wordt belaagd

    Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.

    Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.

    De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:

    ‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’                 Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.

    De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.

    De raadsheer en de korte broek

    Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’                  Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.

    Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.

    De raadsheer aan het werk

    Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.

    Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.

    De raadsheer en de motorclub

    In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.

    En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.

    De raadsheer onder vuur

    Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.

    De raadsheer vandaag

    Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.

    De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub

    O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)

     

     

     

    Oproep

    Onderzoek oneigenlijk gebruik machtsmiddelen van de overheid ten aanzien van motorclubs voor een uitgebreid artikel op onze blog.

    Steeds vaker worden mensen die relaties, zowel zakelijk als vriendschappelijk, hebben met motorclubs of leden van motorclubs, door de politie lastiggevallen. Dit gebeurd onder het mom van criminaliteitsbestrijding, maar tegen de betreffende clubs en/of leden wordt geen strafvervolging ingesteld. Dit machtsmisbruik is dus intimidatie van de overheid gericht op het isoleren van motorclubs en haar leden. Dit mist elke rechtsgrond, vandaar dit onderzoek. Wij willen verhalen verzamelen van mensen, organisaties, bedrijven (kan anoniem) die door de overheid onder druk zijn gezet om niet meer samen te werken met motorclubs of hun relaties met leden te verbreken.

    In ons artikel ‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’ schreven wij al het volgende: ‘Al jaren gaan verhalen in de motorclubwereld dat de politie stiekem acties uitvoert om motorclubs of leden daarvan te benadelen. Zo worden horeca-ondernemers niet alleen bedreigd om MC’s buiten de deur te houden, ze worden ook bezocht om informatie over bezoekers los te peuteren. Ze worden bang gemaakt met de vraag of ze worden afgeperst, of rekeningen wel netjes worden betaald.

    Werkgevers van motorclubleden worden benaderd en bang gemaakt. Zakenpartners van motorclubleden die een eigen zaak hebben worden door de politie ‘gewaarschuwd’. Buren van clubhuizen worden benaderd en om informatie gevraagd of om aangifte te doen van welke vorm van overlast dan ook. Gemeentelijke overheden worden ‘ingelicht’ door de politie, die een unieke informatiepositie heeft, en vervolgens worden evenementen niet toegestaan of verboden terwijl ze al in een vergevorderd stadium verkeren, clubhuizen worden gesloten door informatie van de politie. De politie is opzichtig aanwezig bij bruiloften, familiefeesten waar ook motorclubleden bij aanwezig zijn en probeert soms verhuurders van feestzalen bang te maken hun zaal niet te verhuren, omdat er ook een paar leden van een motorclub komen.’

    Afgelopen week schreef Libanon-veteraan Joseph Raaijmakers van Veterans MC op de Facebookpagina ‘Mediavrijheid’ het volgende: “Het kan erger: een paar maanden geleden vertelde een klant van me dat hij bezoek had gehad van een rechercheur. Deze vertelde hem onomwonden dat hij zaken deed met een OMG en dat dit wel eens een negatieve invloed kan hebben op zijn vergunningen. Vergis je niet: ik werk in de IT en verzorgde de kantoorautomatisering voor deze klant. Geen spannende zaken dus. Sindsdien zijn er nog 3, voorheen trouwe klanten, verdwenen onder verdachte omstandigheden. Slechte smoezen, vreemde verhalen maar wel 4 klanten weg. Maar het kan erger: mijn verhuurder kreeg bezoek van de FIOD. Of hij wel wist dat er in zijn pand een OMG huisde en een OMG is synoniem aan criminaliteit, afpersing, witwassen, zoals iedereen weet, aldus de FIOD. Mijn verhuurder belde me en maakte een afspraak met me. Hij verzocht me vriendelijk doch dringend het pand te verlaten; een bedrijvencentrum waar ik inmiddels 20 klanten geworven had. Inmiddels heb ik dan ook, per 1 augustus, mijn kantoor ontruimd. Ik heb tenslotte ZZP-werk aangenomen, volle werkweken, voor de helft van mijn gangbare laagste tarief. Er zal toch brood op de plank moeten komen. Een 15 jaar trouwe klant blijft me trouw en gunt me zelfs het werk in de avonduren of weekenden voor hem te verrichten. Dat maakt samen dat ik kan overleven maar niet veel meer dan dat.”

    Het is dus concreet. Het probleem is om feiten boven water te krijgen. De benaderde partijen hebben vaak grote moeite om mee te werken aan het boven tafel krijgen van feiten. Welke rechercheur van welke dienst en welk dienstnummer, welke medewerker van de gemeente, of de FIOD enzovoort. Juist doordat deze instanties aan de deur zijn geweest, zijn mensen daarvoor bang geworden. Maar de enige manier om dit uiteindelijk aan de kaak te stellen is die feiten wel bekend te laten worden. Er kunnen dan procedures worden opgestart, WOB-verzoeken worden gedaan, klachten worden ingediend, politici bewust worden gemaakt of mogelijk zelfs aangifte worden gedaan.

    Wij willen deze praktijken bloot leggen. Wat zijn de feiten die nu bekend zijn over bezoekjes en waarschuwingen van instanties tegen leden van motorclubs? Wie zijn de mensen die zijn langs geweest? Wanneer was dat? Wie waren het precies, wat waren hun dienstnummers, autokentekens? Welke gemeenteambtenaren, welke dienst? Welke datum, hoe laat? Zijn er beveiligingsbeelden? Zijn er buren benaderd door instanties? Buren van leden van clubs of buren van clubhuizen. Zijn horecagelegenheden gewaarschuwd of onder druk gezet? Hoe precies, wie waren de ambtenaren die dat deden? Wat wilden de functionarissen precies? Wat was precies de waarschuwing? Werd er geprobeerd om mensen aan te zetten om klachten tegen leden of clubs in te dienen? Zijn er huurders of verhuurders benaderd? Zijn er werkgevers benaderd? Of werknemers? Zakenrelaties, klanten? Wat is er precies gezegd? Welke persoonlijke gegevens zijn er door die instanties in het gesprek doorgegeven? Zijn er leden van clubs, familieleden, buren vrienden, partners, relaties of ongeruste burgers die hierover willen praten? Neem dan contact op met Buro Jansen& Janssen via info@burojansen.nlof bel ons op via 020-6123202.

    Veteranendag, veteranen, Veterans MC, criminelen en een militair historicus die de feiten niet kent

    Gisteren was het weer 27 juni. En dan is het Nationale Veteranendag. Op die dag worden de vele duizenden Nederlandse veteranen geëerd die in Nederlandse dienst uitzendingen of missies volbrachten. Jarenlang was er in Nederland helemaal geen veteranenbeleid. Veteranen werden aan hun lot overgelaten. Dat resulteerde in een steeds groter wordend gevoel voor onvrede onder veteranen en hun partners, maar ook in talloze schadeclaims ingediend door mensen die fysieke of psychische schade opliepen door hun militaire missies. Enige jaren geleden besloot men dus in Den Haag, als residentie, een grote veteranenbijeenkomst te houden. Compleet met défilé. De Nationale Veteranendag was hiermee een feit.

    Elk jaar kwamen tienduizenden veteranen naar Den Haag, namen deel aan het défilé, bezochten de diverse stands en kiosken, ontmoetten na soms vele jaren opnieuw elkaar en leefden maandenlang naar deze dag toe. Tijdens het défilé dat werd afgenomen door het staatshoofd, de laatste jaren is dat onze koning, marcheerden actief dienende veteranen, oud-militairen en groepen veteranenmotorrijders mee. Eén van de groepen motorrijders was de motorclub Veterans MC. Het deelnemen door de Veterans MC was voor velen een spectaculair gebeuren. De ronkende Harleys van deze bikers die soms nog in actieve dienst, maar altijd veteraan waren, de trotse houding van deze mannen, het leverde applaus op. Applaus en rillingen over je rug.

    De Veterans MC is een motorclub die, de naam zegt het, bestaat uit veteranen. Alleen maar veteranen. Om lid te kunnen worden van deze motorclub, moet je minimaal aan één uitzending hebben deelgenomen. Sommige leden van de club hebben aan vele missies deelgenomen. Libanon, Irak, Bosnië, Cambodja, Afghanistan, Mali, om er maar enkele te noemen. In dienst van de Lucht Mobiele Brigade, het Korps Mariniers, het Korps Commando Troepen of infanterieregimenten bestaande uit dienstplichtigen. Om maar een paar van de eenheden te noemen. Vele leden van de club zijn oud-militair, maar er zijn ook actief dienende militairen lid van de club. De club is internationaal verbonden met gelijkgezinde motorclubs in het buitenland als Patriots MC of Military Veterans MC. Al deze clubs hebben met elkaar gemeen dat de leden veteraan zijn. Veterans MC heeft in Nederland vier afdelingen en minder dan honderd leden.

    Sinds enige jaren heeft de overheid specifiek beleid ontwikkeld tegen motorclubs. Zij brengt motorclubs in kaart, doet allerlei onderzoeken, probeert de media zodanig te beïnvloeden dat er een storm aan berichten ontstaat die een ‘grote maatschappelijke onrust’ moet teweegbrengen, en zij komt met een strategie die motorclubs moeten bestrijden. Bij het in kaart brengen van de motorclubs in Nederland heeft de overheid besloten dat een aantal motorclubs speciale aandacht verdient. Deze clubs houden zich volgens de overheid niet aan de wet en hebben, naar Amerikaans voorbeeld, de bijnaam ‘Outlaw Motorcycle Gang’, oftewel ‘OMG’ gekregen. Bij de ‘OMG’s’ in Nederland worden gerekend Hells Angels, Satudarah, Black Sheep, Demons, Red Devils, Gringo’s, Rogues, Trailer Trash (Travellers), No Surrender en de Veterans.

    In de aanloop naar de Nationale Veteranendag 2013, was een veteranenmotorrit georganiseerd. Deze rit, waaraan uitsluitend veteranen deel zouden nemen, zou zich uitstrekken over twee dagen. Eén overnachting was gepland in het Wallaardt Sacré Kamp in Huis ter Heide vlakbij Utrecht, dit is een kazerne. De volgende gebeurtenissen zijn gereconstrueerd naar aanleiding van een WOB-verzoek en zijn dus feitelijk de eigen woorden van de minister van VenJ, toentertijd meneer Opstelten. Een naam die zijn betekenis eer aan doet. De gebeurtenissen:

    “1. Aanleiding

    Sinds 21 juni 2011 wordt door de MPZ kamer het fenomeenonderzoek BARM uitgevoerd. Dit betreft een onderzoek naar de aard en omvang van geregistreerde defensiemedewerkers bij of gelieerd aan 1%-Motorclubs. De 3 chapters van de Veterans MC en het chapter van de Demons MC worden in beeld gebracht. Dit gezien het militaire component dat aanwezig is bij deze 4 chapters. Daarnaast alle personen, die werkzaam zijn voor het Ministerie van Defensie, lid zijn van een 1% MC of gelieerd zijn aan een 1% MC, in beeld brengen en monitoren. Inmiddels zijn we met het onderwerp in een andere fase terecht gekomen, namelijk de integrale aanpak op de lange termijn. De integrale bestrijding van ondermijning en schijnbare onaantastbaarheid.

    2. Situatie

    Op zaterdag 29 juni 2013 vindt de Nederlandse Veteranendag plaats in Den Haag. Voorafgaand aan deze Veteranendag willen een groot aantal veteranen/motorrijders overnachten op het Wallaardt Sacre Kamp in Huis ter Heide, te weten een defensiecomplex. De volgende dag zullen zij zich verplaatsen naar de Nederlandse Veteranendag te Den Haag. Een precies aantal deelnemers in hier nog niet bekend, maar uit informatie van de brigade Utrecht kan het gaan om een groep van tussen de 200 a 300 mensen. Het is bekend dat onder deze veteranen/motorrijders een groot aantal leden aanwezig zullen zijn van de 1% Motorclub de Veterans MC. Mogelijk zullen er hierbij ook leden van andere 1% Motorclubs aanwezig zijn (bijvoorbeeld: Demons, Hells Angels en Satudarah). Naar aanleiding van de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid, de dato 25 januari 2012, aangaande de geïntegreerde aanpak van de zogenaamde Outlaw Bikers, is er een plan van aanpak gemaakt, aangaande de bestrijding van 1% Motorclubs. In dit plan van aanpak staat onder andere dat 1% MC’s zo ook betrokken zijn bij de organisatie van motordagen. De inzet is dat de overheid evenementen van 1% MC’s of waar 1% MC’s bij betrokken zijn,niet faciliteert, om ze op die manier ook geen podium te geven.Verder is de focus op leden van 1% motorclubs in overheidsdienst een van de speerpunten van dit plan van aanpak. Aansluitend hierop is namens DOPS MPD een nota gemaakt met betrekking tot de stand van zaken landelijke aanpak 1% MC. Onder punt 16 van deze nota staat vermeld dat strafrechtelijk handhaven vooralsnog niet van toepassing is tenzij activiteiten op militaire terreinen. Een overleg tussen het organiserend comite en de kazernecommandant van het Wallaardt Sacre Kamp vindt nog plaats. Vanuit de MPZ kamer hebben wij relevante informatie verstrekt aan het BIK van de brigade Utrecht, teneinde de kazernecommandant te kunnen adviseren in deze.

    3 Inwinopdracht

    In het geval de kazernecommandant toestemming geeft dat deze groep op het Wallaardt Sacre Kamp mag overnachten, wordt er verzocht een handhavingactie te houden bij het Wallaardt Sacre Kamp op 28 juni 2013. Mogelijk worden er door de kazernecommandant regels gesteld met betrekking tot de toegang van het kamp door de veteranen/motorrijders. Het verzoek hierbij is om: AIle kentekens te verzamelen van de voertuigen van de Onepercenters. De herkenbare 1% MC leden te identificeren en vast te stellen wat hun relatie is ten aanzien van het gebruikte voertuig. Hierhij kan gebruik gemaakt worden van het 1%-Motorclubs zakboekje. Aangeven wat de bezoekers voor colours/rockers/patches dragen aan de hand van het 1%-Motorclubs zakboekje. Het inwinnen van de informatie kan aan de hand van een verkeerscontrole, mogelijk in samenwerking in met de Nationale Politie, Eenheid Flevoland-Utrecht, danwel met de Landelijke Eenheid. De MPZ Kamer heeft contactpersonen bij Landelijke Eenheid. Daarnaast beschikt de MPZ Kamer over een draaiboek van een verkeerscontrole gericht op een inwinopdracht bij een 1%-Motorclub. De MPZ Kamer houdt zich op de hoogte met betrekking tot het aanstaande overleg met de kazernecommandant.”

    Het resultaat van deze handhavingsactie was dat veteranen zich niet alleen moesten legitimeren. Zij moesten tevens een formulier invullen waarop stond aangegeven van welke motorclub zij lid waren en welke functie zij daarin vervulden. De verontwaardiging was enorm onder veteranen en medestanders. De ‘handhavingsactie’ werd gezien als een klap in het gezicht van veteranen die het vaak al jaren zeer moeilijk hadden met werk, relaties en financieel. Hun veteranenstatus mocht niet baten, zij werden allen aangehouden voor onderzoek om in kaart te brengen wat niet waar was. Deze mannen waren veteraan en gingen defileren voor de koning in Den Haag en werden nu gelijkgesteld met criminelen. Alsof criminelen geen veteranen zouden kunnen zijn en alsof deze mensen iets op hun geweten hadden. Het formulier werd opgestuurd naar veteranentijdschrift ‘Checkpoint’ en daarin afgedrukt.

    Het moest en zou veranderen, was de algemene opinie. En dat gebeurde dan ook. In 2014 gaf de gemeente Den Haag te kennen geen toestemming te geven aan Veterans MC om mee te doen aan het défilé op Veteranendag. Veterans MC spande een rechtszaak aan, maar in deze zaak is nog steeds geen definitief oordeel geveld. Opnieuw was de verontwaardiging onder veteranen en medestanders groot. De burgemeester van Den Haag baseerde zijn beslissing op het nieuwe beleid van de overheid om motorclubs te bestrijden. Er kon dus niet meegewerkt worden aan deelname van de Veterans MC aan het défilé. Boven hebben wij al uitgelegd wat voor club de Veterans MC is en wat voor leden zij hebben. Veteranen werd verboden deel te nemen aan Veteranendag in de kleding van hun keuze. Zo was de keuze van Jozias van Aartsen, burgemeester van Den Haag. Zouden er clubleden met hun colors opduiken dan zou de politie worden ingezet. Uit protest weigerde de Stichting Veteranenmotorrijders ook aan het défilé mee te doen. Symbolisch reed één motorrijder mee in het veteranendéfilé. Een symbolische daad die velen tranen in de ogen bracht. Een défilé van één motorrijder voor de koning, die overigens zwijgt over de hele zaak. De zaak werd belicht in het veteranenblad ‘Checkpoint’.

    Nu naar Veteranendag 2015. Die zielige vertoning met die ene motorrijder moeten we zien te voorkomen, hebben de organisatoren besloten. Bedacht werd dus dat alle deelnemers aan het défilé verplicht in militair tenue moesten. Zonder colors of andere burgerkleding. En zo gebeurde het dat het défilé van veteranen een indrukwekkende, ronkende stoet zag van veteranen op motoren. Allen gekleed in het legergroen. Geen enkel lid van Veterans MC was aanwezig. Althans niet tijdens het défilé. Want velen hadden toch besloten naar hún dag te gaan. Hún dag, want zij waren veteraan. En zij lieten zich die dag niet zomaar ontnemen. Maar anderen besloten niet te komen op hún dag, want Veterans MC was niet welkom. Evenals veteranen die met colors van andere clubs rondlopen. Ben je Hells Angel, Satudarah, Black Sheep of Demon? Dan ben je in de ogen van deze overheid crimineel en niet welkom in je colors. De overheid bepaalt dus op jóuw dag, wat je voor kleding aan moet trekken. Ónze veteranendag? Laat me niet lachen!

    Om de veteranendag te verslaan had de NOS de ‘militair-historicus’ Christ Klep aangetrokken. Meneer Klep zit in de redactie van het veteranenblad ‘Checkpoint’, dat eerder publiceerde over de narigheid in verband met clubcolors en Veterans MC. Klep was ook als historicus in dienst van Defensie, mooi uitgangspunt voor onpartijdige verslaggeving, en gaf in een reportage van de KRO enige jaren terug aan niet veel begrip te hebben voor overste Karremans. Meneer Klep nu maakte een aantal rake opmerkingen over de Veterans MC tijdens de uitzending die hij presenteerde. Ik laat hierover aan het woord Joseph Raaijmakers, lid van Veterans MC op zijn Facebookblog.

    Allereerst reageert Raaijmakers verbolgen over de opmerking van Klep dat de beslissing om in uniform mee te rijden een polder-model is. Raaijmakers: ‘Men heeft inderdaad besloten om in uniform te defileren. Dat dit echter tot stand is gekomen middels een polder-model zoals hier gesuggereerd wordt, is absoluut niet waar. Dit is opgelegd om inderdaad de discussie uit de weg te gaan, zoals men tot op heden altijd de inhoudelijke discussie uit de weg gaat. Vergeet niet: de discussie over Veteranendag 2014 ligt nog steeds voor aan de Raad van State. En nee, we hebben de rechtszaken NIET verloren. De gemeente Den Haag claimt niet ontvankelijkheid omdat we geen rechtstreeks belang zouden hebben. De bestuursrechter oordeelde eveneens niet ontvankelijk. Er is dus nog altijd geen inhoudelijk vonnis over dit onderwerp. Wel is het zeker dat er geen sprake is van een polder-model of overleg op enigerlei wijze. Hij (Christ Klep dus) vervolgt met ‘IK DENK’en dan gaan we volledig de mist in. Christ Klep: ‘Ik denk dat de gemeente Den Haag dit niet leuk vind’. Raaijmakers:’Je kunt absoluut niet verder van de realiteit zitten. De gemeente Den Haag heeft dit zo bepaald en is hier dus dolgelukkig mee!’

    ‘Maar het is natuurlijk nog steeds zo dat dit wel de club is die de gemeente liever niet tijdens dit defile zou zien.’, aldus Klep.’WEER FOUT! Niemand van de motorrijders in het Defile is lid van de Veterans MC. Wel op andere plekken in het defile, op plekken in de Ridderzaal, op het Binnenhof, met hun eigen eenheid e.d. Ook kan ik je met zekerheid vertellen: onze jongens waren heel erg dicht bij diverse zeer prominente personen. De HOOGSTE hoogwaardigheidsbekleders van ons land, wel te verstaan. Maar ze gaven, niemand een onveilig gevoel. Hij heeft overigens wel een klein puntje:’Ik kan vanuit hier niet zien wie van de motorrijders tot die specifieke club behoren.’Tja, dat wil de gemeente toch? Heb ik ook al meermaals opgemerkt: Als de colors uitgaan is dan het probleem opgelost? Of heb je dan gewoon een probleem gecreëerd dat je het overzicht kwijt bent?’

    ‘Dan de klassieker: ‘Maar het probleem is er natuurlijk nog steeds.’ WELK PROBLEEM? BENOEM DAN EENS EEN KEER WELK PROBLEEM! Alle klassieke argumenten voorgeschoteld door de welbekende politie-rapporten, passeren de revue: ‘Ze schurken tegen de beruchte clubs aan, ze gaan een biertje drinken met ze, ze lijken wel erg veel op ze’, en tenslotte ‘ze roepen het over zichzelf af.’ Ik dacht oprecht dat deze man een wetenschapper was. Men noemt hem tenslotte Militair Historicus. Maar hier ventileert hij, ongeremd door enige kennis en achtergrondinformatie, precies wat het OMG-beleid voorschrijft. Hij is een aanwinst voor de staatsomroep genaamd NOS. Toch zou ik graag zien dat een wetenschapper vooraf zich even informeert in het vervolg. Hij kan me bellen en ik zal hem voorzien van juiste informatie. Dan kan hij, t.a.v. dit onderwerp, ook de Nederlandse bevolking voor de TV, van correcte info voorzien, zoals een goed wetenschapper betaamt.’, aldus een boze Joseph Raaijmakers van Veterans MC.

    De overheid ziet ze als criminelen, de burgemeester van Den Haag geeft alleen toestemming aan verbolgen politiemensen die met wapens en dienstmaterieel het Binnenhof omsingelen om meer loon af te dwingen, de NOS doet gewillig mee aan de strategie van de politie om ‘grote maatschappelijke onrust’ te scheppen en Christ Klep? Die weet van toeten noch blazen.