• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Oey, wat een geknoei!

    Een anonieme bron

    Veel ophef deze week over een artikel in De Telegraaf over de zoon van de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema. In juli zou het jong gearresteerd zijn nadat hij met een vriendje met een alarmpistool, een nepvuurwapen en twee messen op een verlaten woonboot kattekwaad uithaalde. (Het is onduidelijk uit de verschillende krantenberichten en de brief van mama Halsema of het gaat om één nepvuurwapen of één alarmpistool of zowel een nepvuurwapen aangetroffen op de zoon van Halsema én een weggegooid alarmpistool dat later werd gevonden.) Anonieme bronnen bij de politie (een anonieme burger belt Meldlijn Misdaad Anoniem, een anonieme politieagent belt John van den Heuvel) hadden aangegeven dat er een doofpotaffaire van werd gemaakt. John van den Heuvel schreef er een artikel over en daarna gebeurde er van alles.

    Een brief van de moeder van de Grachtengordel

    De getergde Femke Halsema liet vanaf haar vakantieadres in Afrika een brief aan het volk publiceren waarin zij ontkende dat haar zoon een gewapende inbraak had gepleegd. Zij nam daarmee een voorschot op een eventuele rechtszaak. Immers het politieonderzoek liep toen nog. Halsema sprak ook van het opvoeden van kinderen, het voeren van lange gesprekken en zei: ‘Mijn zoon is een gewone Amsterdamse jongen.’

    Boze reacties

    Boze reacties konden niet uitblijven. Niet alleen De Telegraaf kreeg veel kritiek, ook John van den Heuvel kreeg het voor zijn kiezen. De focus werd verlegd van de zoon van Halsema naar de brengers van het nieuws. Er werd geopperd dat het alleen maar ging om kwajongensstreken van jongeren en vele reaguurders lieten op social media hun eigen kwajongensstreken de revue passeren. De politie liet weten dat er geen sprake was van een doofpot en dat Halsema daarom ook niet had verzocht. Tegelijkertijd gaf de politie aan het lek te gaan onderzoeken dat aan de bron lag van het Telegraaf-artikel. Zelfs mede-Grachtengordel bewoner Youp van ‘t Hek waagde er een column aan. Ja, je moet wel voor elkaar opkomen als je zo elitair woont.

    De man die geen burgemeester was

    Uit de brief van Halsema aan het volk bleek niet veel, maar wel weinig. Zo kwam de vraag naar voren wie eigenlijk de vader van het jong kon zijn. Met geen woord repte Halsema over het natuurlijke proces dat een mannelijke aanwezigheid vereiste. Op social media werd gespeculeerd. Wie was de vader? Was het Rutte? Was het Rüter? Maar het bleek dat mevrouw Halsema ons een beetje voor het lapje had gehouden. Haar zoon heette namelijk geen Halsema, maar Oey. De vader was haar levenspartner Robert Oey. Had ze op deze manier geprobeerd internetscharrelaars op het verkeerde been te zetten?

    Vreemd dat Robert Oey niets van zich liet horen is het wel. Tenslotte is hij de man bij uitstek om een moeilijk verhaal over geweldplegers te vertellen. Hij is namelijk documentairemaker. De laatste zeven jaar werkte hij noest aan een documentaire over Nederlandse terroristen, ‘The Good Terrorist’. Hij zei daarover: ‘In het gedrag van IS herkende ik iets van de hippies, een soort commune, een samenzijn met een gezamenlijk doel.’ (Geen Stijl, 2 juli 2019). Maar uiteindelijk concludeert hij dat hij gefaald heeft met deze documentaire. Bovendien is één van de hoofdrolspelers van de documentaire, de Amerikaans-Nederlandse ex-Hofstadgroepterrorist Jason Walters, niet erg tevreden over hoe hij is behandeld door Robert Oey. Aan Geen Stijl vertelt hij: ‘Met Oey was de afspraak dat hij altijd terug mocht treden, maar de man van Femke Halsema weigerde hem dat. In Denemarken is de film onbewerkt vertoond, in Nederland heeft Jason nu een blur. En de regisseur huilt in een poepsjiek hotel dat hij gefaald heeft. Niet omdat hij een afvallige ex-moslim in levensgevaar brengt met zijn docu, maar omdat het werkje niet is geworden wat hij wilde dat het was. Kennelijk is hij daar zo rancuneus over, dat Jason Walters nu weer wat vaker achterom moet kijken.’

    De entering van het Rambootje en de onvindbare tweede man

    Nu duidelijk was geworden dat de dader van het enteren van het Rambootje Bruno Oey heette, kwam de volgende vraag al op. Wie was de tweede piraat die samen met Bruno gewapend met twee messen, een alarmpistool en een nepvuurwapen een stilliggende boot had besprongen? (Uit sommige berichtgeving lijkt het te gaan om één vriendje waarmee de zoon van Halsema samen was, uit de brief van mama Halsema zelf wordt gesproken over de zoon die aan het klieren was met vriendjes. Het zou dan gaan om een groepje van minimaal drie jonge jongens van ongeveer 15 jaar met nepvuurwapens of alarmpistool en messen. Dat komt toch alweer iets anders over dan een kwajongenstreekje.) Zou het iemand zijn van de school van Bruno? Zoals we weten werd Bruno enkele jaren geleden van een ‘zwarte school’ gehaald en op een ‘normale school’ geplaatst. Een goede school zonder minderheden die niet goed konden meekomen. Die gaan namelijk naar scholen als het Haga Lyceum. De vraag is dan ook wat hadden de media bericht wanneer de daders van de entering Ali en Mohamed hadden geheten? Was er dan bericht over salafisme op het schoolplein of was de AIVD dan langsgeweest? Maar gelukkig was van zoiets geen sprake.

    Wie was dus de tweede man? Het moest wel een vriendje zijn. Via een korte zoektocht op Google komt de onderzoeker al snel terecht bij de bezigheden en de vriendenkring van de zoon van Halsema. Hij is actief in de spelersselectie van ijshockeyclub de Amstel Tigers. De meeste leden van zijn team blijken via Facebook met elkaar in contact te staan.

    Grachtengordeldieren

    Die verschillende contacten zeggen niets over een mededader of – daders. Maar het ligt niet voor de hand dat de mededader in Geuzenveld woont, of in een flatje met schotelantenne in Osdorp. Meestal haal je kattenkwaad uit met mensen uit je directe omgeving. Bij de vriendjes van de zoon van Halsema komen we zo verschillende jongelieden uit keurige families tegen. Geen gastarbeiders die toch nog goed terechtkwamen, wel spruiten van ondernemers en geslaagde mensen. We kwamen zelfs een jongere tegen met de achternaam Grapperhaus. Zou dat ook een zoon van zijn? Of een kleinzoon? Mensen die hun kinderen exotisch klinkende buitenlandse voornamen gaven. Wereldreizigers die hun kinderen meenamen op een wereldzeiltocht. Jongeren die aan de krant vertellen hoe ze peperdure, vrijwel onbetaalbare merkkleding kopen. Kinderen die allemaal in een fraai huis wonen, net als Femke Halsema. Eindelijk hoort zij er ook bij. Bewoner van de Amsterdamse Grachtengordel. Toch nog goed terechtgekomen. En dat geef je je kind ook graag mee. Een betere school, een goede sportvereniging. Dat zorgt voor goede contacten later en een goede toekomst. Vandaar ook dat een bekende en dure advocaat werd ingezet. Dat zie je de pappa van Ali of Mehmet uit Geuzenveld niet snel doen. Maar hier hoort het een beetje bij je aanzien. Benieuwd overigens wie die advocaat betaald. Want een doofpotaffaire is het niet, maar een voorkeursbehandeling lijkt het wel.

    Kwajongensstreken?

    Boze reaguurders spraken over kwajongensstreken. Wie had nu niet iets soortgelijks gedaan in zijn jeugd? Tsja, een brandblusser leeggespoten of een verlaten uitziende woonboot bezocht waren wel kwajongensstreken. Maar rondlopen in de stad met twee messen en twee onder de vuurwapenwet vallende voorwerpen is eigenlijk net iets anders. Daarom is het ook strafbaar. ‘Als je met een nepvuurwapen rondloopt dat geschikt is om iemand mee te bedreigen, dan is dat een misdrijf. Je kunt er 9 maanden gevangenisstraf voor krijgen of een geldboete tot € 20.500. Als je met een goedgekeurd speelgoedwapen voor een dreigende situatie zorgt, dan is dat een overtreding. De straf die hierop staat is ook hoog. Je kunt dan een geldboete krijgen tot € 8.200.’, volgens https://www.vraaghetdepolitie.nl/wapens/nepwapens/wat-voor-straf-krijg-ik-als-ik-met-een-nepwapen-rondloop.html Daar voegt de politiewebsite aan toe: ‘Thuis mag je spelen met nepwapens waarop een CE keurmerk staat. Nepvuurwapens zonder dit kenmerk zijn verboden. Ook thuis mag je die niet hebben. Bedenk dat een nepvuurwapen vaak echt lijkt. Daarom is hiermee rondlopen op straat levensgevaarlijk.’ Ook het rondlopen op straat met messen is verboden.

    Dus tweemaal raak. Nepvuurwapens zijn streng verboden en messen ook. Normaal hoort er huiszoeking gedaan te worden wanneer bij iemand een (nep)vuurwapen is aangetroffen.

    Ja, en het gezeur dat die jongens pas 15 waren, maakt niet per se van een misdrijf een kwajongensstreek. Op 23 mei 2018 berichtte GroenLinks.nl: ‘GroenLinks en D66 hebben gevraagd naar de mogelijkheden om tijdens de Statenverkiezingen van maart 2018 te experimenteren met kiesrecht vanaf 16 jaar in Zuid-Holland.’ Jongeren van 16 jaar zijn dus volgens GroenLinks goed in staat ingewikkelde processen te overzien.

    In Israel vielen deze week twee jongeren van 14 politieagenten aan met messen. Ook daartoe zijn zulke jonge mensen dus in staat. Dat de zoon van Halsema, en Oey, pas 15 is, is dus geen garantie voor een kwajongensstreek. Bovendien, waarom een dure advocaat inhuren voor een kwajongensstreek? Blijkbaar is Halsema, de goede vriendin van Vendex-erfgenaam Rosenmöller, daar zelf dus ook al niet van overtuigd.

     

    Minderheidsnadelen

    Dat nepvuurwapens levensgevaarlijk kunnen zijn bewijst wel de NOS op 17 augustus 2019: ‘De politie heeft gisteravond in Arnhem twee mannen met nepwapens aangehouden. Omdat aanvankelijk onduidelijk was of de wapens echt waren, hadden de agenten voorzorgsmaatregelen genomen. Ze trokken kogelvrije vesten aan en reden de auto van de twee verdachten klem.’

    Dat het ook wel slechter kan aflopen bewees de 17-jarige Rishi Chandrikasing. Rishi werd in 2012 op perron vier van station Hollands Spoor in Den Haag van achter in de nek geschoten door een agent en overleed. Iemand had de politie gebeld na een ruzie van jongens op het station. In de melding werd gezegd dat er een wapen was. Dat wapen was er niet. Rishi had waarschijnlijk niet alleen pech dat hij op de verkeerde plaats op het verkeerde moment was. Hij had ook pech dat hij Hindoestaans was.

    Ook pech dat hij niet roomblank was, had de Arubaanse toerist Mitch Henriquez. Volgens de politie had Mitch voor de grap geroepen dat hij een wapen had. Hij had dat niet. In de worsteling die volgde bij een poging hem te arresteren, werd Mitch doodgeknepen.

    Bruno en zijn onbekende piratencollega hebben dus veel geluk gehad. Een schot is snel gelost en hoe donkerder je bent, hoe makkelijker de kogel je raakt. Kijk maar naar Rishi en Mitch.

     

    Alles bij elkaar opgeteld

    We kunnen dus een aantal conclusies trekken.

    Gelukkig is Bruno blank, anders had het wel eens schieten kunnen worden. Ook was hij dan na arrestatie vast iets langer in voorarrest gebleven. Dat het een kwajongensstreek was betwijfelt blijkbaar zijn moeder nu al, want anders was er niet zo snel een dure advocaat ingehuurd. Er zijn krachten bij de politie die risico willen lopen om dit te lekken. Dat zou kunnen betekenen dat er nog meer aan zit te komen. De mededader of daders? De mededader wordt onvindbaar gehouden en zou wel eens uit de betere kringen kunnen komen. Halsema houdt met opzet haar man meneer Oey buiten schot, alsof hij niet is betrokken bij de opvoeding. Meneer Oey lijkt na het conflict met Jason Walters op een typische GroenLinkser. Alles willen veranderen, maar de echte actievoerders als een steen laten vallen. De gemeente Amsterdam haalt wrakke woonboten pas weg, nadat er incidenten zijn geweest. Bij de burgemeester wordt geen huiszoeking verricht. GroenLinkser Halsema is bereid haar CO2-principes aan de kant te zetten voor een aardige familievakantie, waarbij overigens onbekend blijft waar zij op vakantie waren. Was het in Zuid-Afrika? In de villa van een bevriend echtpaar uit de fraaie Grachtengordel? Het lijkt erop alsof er ook bij de mededader(s) geen huiszoeking is gedaan. De familie Halsema heeft zich prima geïntegreerd in een van de beste buurten van Amsterdam en dat wordt door de bewoners op prijs gesteld.

     

     

     

     

    Stuitend en onacceptabel

    Het is niet omdat het komkommertijd is dat het nieuws van de zoon van Femke Halsema ons bezighoudt. Want je kunt zeggen wat je wilt, maar het is nieuws. En er zijn tal van vragen die worden opgeroepen. We stellen er een paar:

    Waarom rept Halsema in haar brief nergens van haar man, meneer Oey? Voedt zij alleen haar zoon op? Ze geeft aan lange gesprekken gevoerd te hebben met zoonlief. Was haar man daar niet bij? De zoon van Halsema werd enige jaren geleden van een zogenaamde ‘zwarte school’ gehaald. Wat was daar precies de reden van? Op welke school zit hij nu en is dat beter? Dat het op deze school beter gaat, blijkt niet. Zijn er met scholieren van deze school vaker vergelijkbare incidenten? Kan het zijn dat gedrag van jongeren niet alleen wordt ingegeven door de school die zij bezoeken, maar ook door het voorbeeld van hun ouders? Mevrouw Halsema gaf in het verleden aan dat zij cocaïne had gebruikt. Is dat gebruik van cocaïne niet erger dan een ‘zwarte school’?

    HP/De Tijd berichtte op 11 juni 2019 hoe Halsema experimenteerde met cocaïne, maar toch de Verenigde Staten binnenmocht. De toegang van de VS wordt, naast een heel stel andere landen, geweigerd aan leden van motorclubs. Ben je lid van een MC dan kom je veel landen niet meer binnen. Een mevrouw die aangeeft cocaïne te hebben gebruikt en waarvan het zoontje met nepvuurwapens en messen rondloopt, komt de VS wel binnen. Sterker nog, haar VGB (Verklaring van Geen Bezwaar) wordt niet ingetrokken. Op 31 juli 2019 berichtte de NOS hier over: ‘Waar eerder Defensie haar personeel het lidmaatschap van ‘1%-clubs’ – zoals deze motorclubs ook wel worden genoemd- ontmoedigde, wordt er nu opgetreden. Ook militairen die bijvoorbeeld een kind of een partner bij een verboden motorclub hebben, kunnen uit hun functie gezet worden’. Daaronder staat zelfs nog dit: ‘Overheidsmedewerkers met een vertrouwensfunctie, zoals militairen, moeten een ‘verklaring van geen bezwaar’ hebben om hun werk te kunnen doen. Om zo’n VGB te krijgen, moet iemand een veiligheidsonderzoek door inlichtingendienst AIVD ondergaan.’

    Hoe zit dat dus met een burgemeester die drugs gebruikt en een gewapende zoon heeft? Of gelden die strenge vertrouwensregels alleen voor leden van motorclubs? Mevrouw Halsema gaf eerder al aan het boerkaverbod niet te zullen handhaven, maar het verbod op enkele motorclubs wel. Staat mevrouw Halsema boven de wet?

    Het zijn vragen die Bureau Jeugdzorg doorgaans ook stelt aan ouders waarvan zoonlief werd gesnapt met een verboden (nep)wapen. Er is ook nog een alarmpistool gevonden. En twee messen. Waren die wapens ook aanwezig in de ambtswoning van Halsema? Wist Halsema van die wapens af? Wie was eigenlijk die andere jongen? Heeft die andere jongen ook nog geen strafblad? Is er huiszoeking gedaan in de woning van Halsema, zoals bij vuurwapenzaken eigenlijk gebruikelijk is? Waarom niet? Zo ja, is daar nog iets anders gevonden? Was er ook een drugshond bij die huiszoeking? Zijn de vingerafdrukken van zoonlief vergeleken met de vingerafdrukken gevonden bij onopgeloste inbraken?

    Naast deze vragen die wel voor de hand liggen, kunnen we nog wat vragen stellen. De politie stelt nu een onderzoek in naar het lek dat aan John van den Heuvel heeft doorgegeven dat deze zaak speelt. Dat lek moet namelijk wel van de politie zelf komen. Bij een eerder geval werd een agent ontslagen, nadat hij de naam en afkomst had genoemd van een man die mensen aanreed bij het Centraal Station in 2017. ‘Politiechef Erik Akerboom vond het lek ‘stuitend en onacceptabel’, schrijft het Algemeen Dagblad daarover op 14 augustus 2019.

    Stuitend en onacceptabel noemde Erik Akerboom niet het lek bij de politie of de brandweer dat ervoor zorgde dat de ontslagbrief van brandweerman Pyro in de krant kwam. Brandweerman Pyro bleek namelijk al al 20 jaar lid van de Hells Angels te zijn. Wel werd brandweercommandant Leen Schaap ontslagen, maar dat bleek meer te komen door zijn algemene optreden en gebrek aan sympathie op de werkvloer. Dus waarom mocht de ontslagbrief van brandweerman én Hells Angel-zonder strafblad Pyro wél gepubliceerd worden en wordt het lek van de zoon van Halsema onderzocht? Pyro liep niet met nepvuurwapens en messen rond op een woonboot die niet van hem was, hij heeft zelfs helemaal geen strafblad.

    Het lijkt erop alsof er bij de politie in Amsterdam een tweestrijd aan de gang is. Eerder al speelde de kaartjesaffaire waarbij commissaris Ad Smit strafontslag kreeg. Ad Smit was zeer populair op de werkvloer. Verschillende andere kopstukken van de Amsterdamse politie werden meegesleept in deze zaak. Zij werden gestraft, maar kregen geen ontslag. Tot zover de integriteit van een korps dat eigenlijk het goede voorbeeld moet laten geven door zijn chefs. Wie had er baat bij die opruiming? Wie zijn de mensen die bepaalde zaken laten uitlekken naar de media?

    In dit geval gaat het over GroenLinks-burgemeester Femke Halsema. Zij lijdt schade door deze zaak. Wie heeft daar baat bij? Is het een lek van een gewone agent die het leuk vond het resultaat van zijn gesnuffel in De Telegraaf te lezen? Of tevreden was met een aai over zijn bol door John van den Heuvel? De meeste misdaadverslaggevers in Nederland kunnen alleen maar bestaan door de ‘goede contacten’ die zij hebben bij politie en justitie. Voor wat hoort wat. Zij schrijven positief over de politie en krijgen in rul daarvoor regelmatig scoops en nieuwtjes. Alle misdaadverslaggevers in Nederland doorspekken hun schrijfsels met ‘eigen meningen’ die de politie goed uitkomen. Zo zal John van den Heuvel geen kans onbenut laten te zeggen dat de Hells Angels verboden moeten worden. En hij is niet de enige.

    Elke journalist weet hoe moeilijk het is informatie van de overheid te krijgen. WOB-verzoeken die maanden duren zijn meestal het gevolg van het wroeten van een onderzoeksjournalist. Hoe komen dan die misdaadjournalisten aan hun informatie? Het lijkt erop alsof het een een-tweetje is tussen de journalist en politie of justitie. Het is dus min of meer geregisseerd. Is dat ook hier het geval? Is het nieuws over de zoon van Halsema geregisseerd? Kwam het iemand goed uit om dit voor Halsema schadelijke nieuws te publiceren?

    Op 13 augustus 2019 berichtte het Algemeen Dagblad onder de kop ‘Aangehouden ‘GHB-wethouder’ toont uitkomst drugstest: ‘geen verboden middelen’, hoe ex-GroenLinkswethouder Jorrit Nuyens geen drugs in zijn bloed had. Dit bewijst een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Elseviers Weekblad berichtte al op 21 juni 2019 hoe de politie van Amsterdam niet had moeten toestaan dat de aanhouding van de wethouder werd gefilmd. Zijn er bij de Amsterdamse politie mensen die het moeilijk hebben met GroenLinks-bestuurders?

    Halsema is nu op vakantie in Afrika? Nu is Afrika vrij groot. Dus waarom wordt niet gewoon gezegd waar zij is? In welk land? Wat doet zij daar precies?

    Het zijn allemaal vragen waarvan wij hopen dat er na de vakantie antwoorden op komen.

     

    Tropische diarree in het Telegraaf gebouw.

    Op 8 april 2019 meldde Nu.nl het volgende nieuws: ‘Misdaadjournalist John van den Heuvel zegt dat de ernstige aan hem gerichte bedreiging afkomstig is van Ridouan Taghi, die wordt gezocht vanwege betrokkenheid bij meerdere liquidaties en pogingen daartoe.’

    Daaronder staat de volgende alinea: ‘Destijds werd niet bekendgemaakt wie verantwoordelijk was voor de dreiging. Van den Heuvel maakte de naam pas maandag bekend in de uitzending van RTL Boulevard.’

    Het was niet bekend wie John, onze Johnnie, bedreigde? Van den Heuvel maakte pas maandag bekend wie degene is die hem iets wil aandoen? Vroeger hadden we dat kunnen geloven, want toen had je geen internet en had je net de krant in de vuilnisbak gegooid. Het oude nieuws was dus niet meer te achterhalen. Er was toen geen internet, en ook nog geen afvalscheiding. Maar tegenwoordig is er wel internet en 1 klik op de magische knop ‘enter’ leert ons het volgende:

    ‘De dreiging op John van den Heuvel is ontstaan door een vergadering van een motorclub. Dat zegt de misdaadverslaggever woensdagavond in het programma RTL Boulevard. “In feite word ik 24 uur per dag, zeven dagen per week beveiligd.” (RTL Boulevard op 14 maart 2018)

    “Het is te vergelijken met een tropische malaria” , zegt Johnnie daar nog onder. Volgens mij is het eerder te vergelijken met een tropische diarree. Als het al zo simpel is om te controleren wie er in het nabije verleden is beschuldigd van het bedreigen van onze Johnnie en wie er gisteren de schuld kreeg.

    In Nederland lopen nu talloze zwaar getraumatiseerde burgemeesters rond. Er zijn officieren van justitie die wethouder werden voor de VVD na te zijn bedreigd. Journalisten kunnen hun werk niet meer doen door de vele ernstige bedreigingen. Alsof die journalisten eerst hun werk wel deden. En ondertussen heeft de AIVD wel talloze complotten kunnen doorzien van islamitische terroristen, van hackende Russen, maar is er nog geen enkele bedreiger aangehouden. Sterker nog, we weten niet eens wie het zijn.

    Maar ja, we weten ook niet wie Mitch Henriquez heeft doodgeknepen. En dat waren politieagenten. Dat wordt namelijk angstvallig geheim gehouden. Dus verbazend is niets meer.

    Mijn verontrustende stelling is dat de overheid en de media heel goed wisten dat de heer Taghi achter de bedreigingen zat en ook opdrachtgever was van de aanslag op het gebouw van De Telegraaf. Maar vorig jaar moesten er nog even gauw een paar motorclubjes worden verboden. De laatste zaak is nu zo’n beetje onder de hamer en de club die dan nog overblijft is bezig zichzelf op te heffen, al is het per ongeluk.

    Ik weet niet waarom meneer Taghi zo boos is geworden op onze Johnnie, maar wanneer je meedoet aan de vieze spelletjes van de overheid begrijp ik wel een beetje wat hem drijft. Het is dus niet meer de vraag waarom meneer Taghi zulke dingen doet, maar waarom er niet veel meer mensen heel boos worden. Meneer Van Laarhoven bijvoorbeeld. Onschuldig in een cel in Thailand, zonder centjes en zelfs de Ombudsman spreekt er schande van. De officier van justitie die verantwoordelijk is bedreigde zelfs zichzelf nog. Tsja, als niemand anders het doet, doe ik het zelf zal hij gedacht hebben. Of meneer Otto die anderhalf jaar in een extra beveiligde cel zat omdat de politie zei dat hij een officier van justitie bedreigde.

    Er is dus geen motorclub die onze Johnnie heeft bedreigd. Dat verbaast mij niets. Er zijn namelijk in Nederland helemaal geen motorclubs die dat soort dingen doen. Het gebeurt alleen in de krant. Op straat gebeurt bijna niets. Er is geen oorlog tussen motorclubs, er zijn geen motorclubs die structureel in oorlog zijn, er zijn geen criminele motorclubs en er worden geen journalisten, burgemeesters of officieren van justitie bedreigd door motorclubs. Wordt dan helemaal niets bedreigd? Jawel, de rechtsorde wordt ernstig bedreigd door liegende topambtenaren, officieren van justitie, mediaknechten en politieagentjes.

     

     

    Politie kan niets

    Misdaadverslaggever John van den Heuvel kan niet meer op het Leidseplein verschijnen, omdat zijn twintig beveiligers hem daar niet adequaat kunnen beveiligen. Daarom wordt zijn optreden bij RTL Boulevard live geschakeld vanaf de redactie van de Telegraaf, waar wel voldoende beveiliging mogelijk is.

    (bron: Telegraaf)

    Op 52 seconden: Premier Rutte zal er alles aan doen. Opvallend is dat hij het heeft over ‘klootzakken’. Eerder noemde hij stenengooiers in Blerick en terroristen die door middel van de sleepwet zouden moeten worden gepakt al klootzakken. Neonazi’s en agressieve racisten die burgers aanvallen die vreedzaam willen betogen noemt hij ‘aso’s’. Hij vindt dat achterhaald moet worden wie die ‘klootzakken’ zijn.

    Op 1 minuut 8: Onze burgemeesters, officieren van justitie, hoofden van politie, lokaal en regionaal zijn de best denkbare mensen, volgens de premier. De top die we in Nederland hebben, hij twijfelt daar niet over. Waarom eigenlijk niet? Er wordt geen malle moer opgelost, en hoewel de criminaliteit afneemt, willen politie en justitie steeds meer geld terwijl niemand weet waaraan dat op gaat. Verder gaat de politie rustig verder met martelen en etnisch profileren. Dus als dat de top is, is het niet best gesteld met het land.

    (bron: RTL)

    Op 1 minuut 2: Van den Heuvel wordt al bijna een jaar op deze manier beveiligd.

    Op 1 minuut 18: John heeft kennelijk zelf naar buiten gebracht dat hij nu ook al niet meer op het Leidseplein kan komen.

    Op 1 minuut 28: Een hart onder de riem van de minister van justitie. ‘Ja Sjon, kiezen op elkaar, de top van Nederland werkt er keihard aan.’ Zoiets.

    Op 1 minuut47: De aanslagen op Panorama en de Telegraaf worden gememoreerd. Voor dat eerste werden drie mannen aangehouden waarvan twee leden van motorclub Caloh Wagoh. Een club die op de website zegt onderdeel te zijn van de Crips, een criminele organisatie uit Los Angeles. De politie wist dat er iets stond te gebeuren, maar een deel van het onderzoek is ‘afgeschermd’ dus we weten niet hoe ze dat wisten. Of wat het motief was. Voor de brandaanslag op het gebouw van de Telegraaf, de krant van John van den Heuvel, is geen verdachte opgepakt.

    Op 1 minuut 58: Burgemeester Halsema heeft beveiligingsinformatie die anders is dan een jaar geleden.

    Op 4 minuut 5: Peter R de Vries vertelt uit eigen ervaring dat politie nooit wil zeggen waar de dreiging vandaag komt en wat die inhoudt.

    Op 5 minuut 25: John zelf voegt er aan toe dat je misschien dingen zegt die je in gevaar brengen, wanneer je niets weet over aard en herkomst van de bedreigingen.

    Op 6 minuten: John is teleurgesteld. Jarenlang houdt hij rekening met wat de politie wel of juist niet naar buiten wil brengen, en nu is hij al bijna een jaar in zijn bewegingsvrijheid beperkt, omdat de politie geen steek verder komt met zijn bedreigers.

    Op 7 minuut 20: Onlangs is het dreigingsniveau van John nog gestegen.

    Op 8 minuut 26: Premier Rutte zegt dat de Amsterdamse driehoek zeer weloverwogen besluit over het dreigingsniveau. Maar wat weet de driehoek over de dreiging? Weet de burgemeester wel van wie de dreiging uitgaat? En hoe er is gedreigd?

    Op 8 minuut 47: Beau stelt de kritische vraag: wanneer gebeurt er eens wat?

    Op 9 minuut 25: Rutte kan niet zeggen waarom de zaak rond de bedreiging van John van den Heuvel al 11 maanden duurt, of wat er eigenlijk aan de hand is.

    Op 9 minuut 42: Beau vraagt voorzichtig wat de premier nu van plan is.

    Op 10 minuut 18: John komt de politie iets te hulp. Misschien wil hij niet al te kritisch overkomen, hij wil nog langer werken als misdaadverslaggever.

    In de afgelopen jaren zijn er nogal wat misdaadzaken geweest die sensationeel of spectaculair waren. De politie liet niets los over wat er werkelijk aan de hand was ‘in belang van het onderzoek’, maar kon in de publiciteit de legende van de ‘ondermijning’ uitventen. Dat gebeurde bij het leggen van handgranaten en beschieten van coffeeshops en andere middenstand. Maar ook bijvoorbeeld bij de bedreigde burgemeester van Haarlem. De politie heeft als enige kennis van wat er aan de hand is en vertelt alleen wat hun van pas komt. En bedreigde burgemeesters hebben ze juist nodig om de ‘ondermijningsaanpak’ er in het hele land door te drukken.

    Waarschijnlijk heeft de premier met zijn vuist op tafel geslagen, want de ochtend na deze Boulevard-uitzending zijn op 40 plaatsen invallen gedaan bij leden van Caloh Wagoh, waarmee een langlopend onderzoek is ‘geklapt’. We zullen zien wat het oplevert. Of de bron van de bedreigingen ooit bekend wordt en of John binnenkort weer ontspannen over het Leidseplein wandelt…

    (bron Telegraaf)

    John van den H. en Peter van V. en de gemene motorclub

    Kent u Derk Bolt en Eugenio Follender van het televisieprogramma Spoorloos? Nou, afgelopen week waren ze zelf even spoorloos. En denkt u nu niet dat wij vinden dat daar iets om te lachen is. Het geeft alleen aan dat het maken van een televisieprogramma niets zegt over je eigen menselijkheid. Gelukkig zijn beide heren weer veilig thuis.

    Dat het niet voor alle programmamakers even goed afloopt, bewijst wel het voortdurende nieuws uit Spanje. Dat nieuws uit Spanje begon al in 2015. Toen berichtte Omroep Brabant op 19 oktober: ‘De Eindhovense privédetective Peter van V. is opgepakt in de zaak van een mogelijk corrupte agent uit Eindhoven. De privédetective werkte als onderzoeker mee aan de RTL-programma’s Ontvoerd en Op de Vlucht, die Van den Heuvel presenteert.

    Van V. wordt volgens de krant verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. “Wat er precies speelt is mij niet bekend”, zegt Eindhovenaar John van den Heuvel op de site van De Telegraaf. “Wel weet ik zeker dat de verdenkingen geen enkel verband houden met zijn werkzaamheden voor mijn programma.” Waarbij Omroep Brabant er zelf nog aan toevoegd: ‘Bij de onderzoeken voor Ontvoerd en Op de vlucht wordt nooit gebruik gemaakt van illegaal verkregen onderzoeksinformatie.” Peter van V. heeft een eigen onderzoeksbureau in Eindhoven.’

    Vandaag, 29 juni 2017, schrijft Mick van Wely in De Telegraaf een lang artikel over onder meer Peter van V. Zoals we eerder konden lezen bij Dupont (in de artikelen De mol die eigenlijk een rat was en De linkerhand van de duivel) is Peter van V. (In De mol die eigenlijk een rat was staat zijn volledige naam nog geschreven als bekende Nederlander) niet alleen oud-politieman uit Eindhoven, maar ook oud-collega van oud-Eindhovenaar en oud-politieman John van den Heuvel.

    Het artikel van Mick van Wely heet ‘Satudarah perste fraude-verdachten af’. De aandacht van de lezer, ja u, gaat dus onmiddellijk naar deze motorclub. De zaak gaat over enkele in Spanje wonende Nederlanders die verdachten zijn in een fraudezaak van 350 miljoen euro. Deze verdachten worden of werden afgeperst, naar eigen zeggen door leden van Satudarah, en hebben nu daarvan aangifte gedaan.

    De Telegraaf: ‘Op 9 juni werd mijn zakenrelatie Dennis M. in Spanje bij zijn huis benaderd door twee mannen. Een van hen liet een vuurwapen onder zijn trui zien en hem werd gezegd dat weglopen geen zin had. Hem werd toen een filmpje getoond van zijn kinderen die aan het spelen waren in een speeltuin en op de achtergrond stonden twee mannen. De mannen hadden zichtbare tattoos van Satudarah, zo staat in de aangifte.’, aldus de aangifte van één van de verdachten die nu zelf zegt te worden afgeperst.

    De Telegraaf gaat even later verder: ‘De mannen zouden hebben gedreigd M., zijn kinderen en zijn vrouw in een kofferbak te gooien als hij geen 700.000 euro zou betalen om ’gedupeerden schadeloos te stellen’. Volgens de aangever L. trad de Eindhovenaar Peter van V. naar eigen zeggen op als spokesman of vertegenwoordiger van Satudarah.’ Peter van V., de man die eerder meewerkte aan de televisieprogramma’s van John van den H.

    En dat vinden wij nu zo bijzonder. John van den H. zal wanneer hij even kan luidkeels verkondigen hoe gevaarlijk motorclubs zijn. ‘Tuig van de richel’ noemde hij nog onlangs leden van een motorclub. No Surrender-voorman Henk Kuipers had het ook al talloze malen met John van den H. aan de stok. John lijkt er alles aan te doen om motorclubs het leven zuur te maken. Alsof alle banden die mensen kunnen hebben met een motorclub afgesneden moeten worden. Een totaal isolement voor iedereen die iets te maken heeft met een motorclub. Maar John vergeet te vertellen dat hij nogal zaken heeft gedaan met Peter van V., de oud-politieman die in Ibiza rijke Nederlanders ‘beveiligde’. Beveiligde tussen aanhalingstekens, want de man heeft nogal een reputatie blijkbaar. En nu juist Peter van V., de oud-collega van John van den H. en medewerker aan zijn programma’s was volgens Telegraaf-journalist Van Wely de ‘spokesman’ van Satudarah.

    En dat goede en nuttige nieuws vertelt Mick van Wely ons helemaal niet. Het hele artikel gaat over een gemene motorclub en de rol van een zekere Peter van V. Maar nergens staat dat Peter van V. en John van den H. samen verschillende televisieprogramma’s maakten. Dus ja, het kan verkeren. Ontvoerd? Op de vlucht? Mooi gekozen namen voor een tv-programma.

    Updeet: Op 29 juni 2017 bericht Crimesite het volgende: ‘Frank Laan heeft op 26 juni aangifte gedaan bij de politie in Amsterdam van de zaak. Hij noemt in die aangifte ook oud-politieman en oud-medewerker van televisieprogramma “Ontvoerd” Peter van V.. Deze zou de Satudarah-mannen hebben aangestuurd. In de aangifte staan ook namen van personen die Van V. weer opdracht zouden hebben gegeven. Er is volgens Moens en Laan 700.000 euro geëist door de Satudarah-mannen.’ Er staat hier dus letterlijk dat de oud-politieman, oud-collega van John van den H. en oud-medewerker aan televisieprogramma’s van John van den H. de leden van Satudarah heeft aangestuurd. Waarvan akte!

     

    De linkerhand van de duivel

    De Nederlandse media wijzen in hun artikelen graag naar motorclubs. Bekend zijn mensen als Mick van Wely, Gerlof Leistra en John van den Heuvel. De bekendheid van de meeste ‘misdaadverslaggevers’ berust vooral op hun onbekendheid met het onderwerp waarover zij schrijven. Maar het is ook waar dat wanneer je te veel weet, je lot minder benijdenswaardig kan zijn. Dat ondervond Martin Kok. Om toch te kunnen schrijven over de zogenaamde misdaad bij motorclubs worden veel aannames en ex-leden van clubs ten tonele gevoerd. Een ex-lid doet dit, een ander ex-lid doet dat, een ex-vriend deed zus en een ex-vriendin deed zo. Iedereen heeft wel een ex, behalve Rutte, en zo blijven we schrijven.

    Wij kunnen dus rustig eens kijken wat een ex van ‘misdaadverslaggever’ John van den Heuvel doet en deed. Geen ex-vriendin of ex-vriend. Wel een ex-medewerker en ex-collega van John. Een ex-collega omdat hij net als John politieagent was en een ex-medewerker omdat hij samen met John meewerkte aan één van zijn ‘misdaadprogramma’s’. De ex van John heet tegenwoordig Peter van V. Dat heeft te maken met de zelfgekozen en vrijwillige privacy die verdachten wordt gegund door de media. Vroeger heette hij echter anders, toenw erd zijn achternaam namelijk voluit geschreven.

    Schrijft John zeer gaarne over exen van motorclubs en gaat hij ook graag op televisie en in zijn lijfkrant motorclubs te lijf, over zijn eigen exen heeft hij het liever niet. Wij laten dus maar Crimesite aan het woord en een artikel van twee jaar geleden van Dupont. Eens te meer blijkt dat Dupont ook gebruikt kan worden als naslagartikel.

    Op 19 juni 2017 lezen wij op Crimesite het volgende verontrustende nieuws: ‘Peter van V., privédetective en oud-medewerker van verschillende tv-programma’s, is opgepakt in Spanje. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de afpersing van Dennis M. die 700.000 euro moest betalen. Peter van V. werkte voor de programma’s ‘Ontvoerd’ en ‘Gestalkt’. Dennis M. is ook geen onbekende van justitie. Hij is verdachte in de megafraudezaak rond Quality Investments. Peter van V. zou als tussenpersoon hebben gefungeerd tussen de afpersers en Dennis M. Dat meldt De Telegraaf.

    De afgelopen maanden is Dennis M. verschillende keren benaderd door Nederlandse personen, waaronder leden van een motorclub. Ze lieten foto’s van zijn kinderen zien en plaatsten ook een gps-tracker onder zijn auto. Na de bedreigingen stapte M., woonachtig in Marbella, naar de Spaanse politie. Die deed onderzoek en hield vorige week drie mannen aan, waaronder Peter van V., die medewerker was van het RTL-programma Ontvoerd en het SBS6-programma Gestalkt.

    Thijs Zeeman, presentator van Gestalkt, vertelt desgevraagd aan Crimesite:

    Hij deed voor ons locatie-beveiliging. Een aardige vent, maar er waren incidenten waardoor we hem niet meer wilde inhuren. Er deden vreemde verhalen over hem de ronde in de media. Zo bleek hij ineens een wapen bij zich te hebben en toen zei hij dat hij dat had afgepakt van iemand. Hij deed al niet veel voor ons maar toen hij in opspraak kwam vanwege strafbare feiten zijn we definitief met hem gestopt, net als Ontvoerd trouwens.

    Van V., die onder andere ook de beveiliging doet van enkele vermogende Nederlanders op Ibiza, is vorig jaar veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, wegens het uitlokken van het lekken van politiegegevens.’, aldus Crimesite deze week.

    In ‘De mol die eigenlijk een rat was’ op 20 oktober 2015 berichtte Dupont: ‘Op 19 oktober 2015 bericht rtlnieuws.nl : ‘Het Openbaar Ministerie heeft in Eindhoven vanochtend een agent aangehouden. Hij zou zich niet hebben gehouden aan zijn ambtsgeheim. Ook zijn er twee burgers aangehouden, een daarvan is een medewerker van het RTL4-programma Ontvoerd.’

    De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Na zijn politietijd werd hij directeur van de Spyshop Eindhoven en verkocht hij opname-apparatuur en volgapparatuur. Dit soort gadgets is ook zeer in trek bij criminelen. Nog vorige maand werd een andere directeur van een Spyshop, de Spyshop Nieuwegein, doodgeschoten bij zijn voordeur. Volgens Crimesite.nl op 17 oktober 2015 had deze Ronald Bakker apparatuur verkocht aan enkele criminelen die mogelijk liquidaties aan het voorbereiden waren. Een gevaarlijk beroep dus, directeur van een Spyshop. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens.’

    Een medewerker van John van den Heuvel en een oud-politieagent actief in de misdaad. Waarom verbaast ons dit niet?

    Een beetje verWard

    Op 1 juni 2016 eindigt Ward Ferdinandusse zijn column in NRC.nl met de volgende zin: ‘Waarom worden leden van dit soort groepen niet aan de grens geweigerd, net als in Canada en Amerika gebeurt? De motorbende is hier al groot genoeg.’ Ward heeft het hier over leden van motorclubs en niet over leden van motorbendes. Want Ward, als officier van justitie in Rotterdam en bijzonder hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Groningen, weet natuurlijk dondersgoed dat er in Nederland helemaal geen motorbendes zijn. Er zijn wel motorclubs en er is er nog geen enkele verboden.

    Het is jammer dat Ward zo tekeer gaat in zijn column. Als officier van justitie is dat nog wel enigszins goed te praten, maar als hoogleraar natuurlijk helemaal niet. Een leraar moet onderrichten en niet zijn eigen mening opdringen aan zijn leerlingen. Het zegt dus wel iets over de onderwijzende capaciteiten van Ward. Ward sluit zijn artikel af met die zinnen over het weigeren van buitenlandse leden van motorclubs dus. Teruglezende heeft hij het ter illustratie van zijn frustraties voornamelijk over incidenten in het buitenland. Hij noemt daarbij incidenten als vechtpartijen en mishandelingen in Duitsland en Griekenland door Canadezen en Duitsers.

    In Nederland zijn aanmerkelijk minder incidenten en de incidenten die er zijn schrijft Ward over uit de krant. Wanneer kranten schrijven over een kandidaat-lid van de Hells Angels die een café in brand steekt, dan is dat volgens Ward zo. Wanneer de politie in Valkenswaard wordt aangevallen met boksbeugels, dan is dat zo volgens hoogleraar Ward. Ook wanneer het om één Bandido gaat met één boksbeugel. Wanneer er her en der handgranaten worden gegooid volgens de pers, dan is dat ook waar, volgens de objectieve Ward. Tsja, een abonnement op De Telegraaf brengt misdaadjournalist en oud-politieman John van den Heuvel veel dichterbij.

    Dat een boos burgermannetje door zijn luxaflex heen gluurt naar het kabaal op straat van een aantal scooterrijders die indruk willen maken op zijn minderjarige dochter, is één ding. Dat een officier van justitie en hoogleraar zich zo laat leiden door de krant is een jammerlijk gevolg van tunnelvisie. Een fenomeen waarvoor vaak vergeefs wordt gewaarschuwd op politiescholen. Jammer is ook dat Ward als hoogleraar ook rechtenstudenten meeneemt in de kruistocht tegen motorrijders. De strijd wordt op alle fronten gevoerd. Kletspraatjes uit de krant worden als waarheid door hoogleraren gevoerd aan studenten die straks als officier van justitie of als rechter aan de slag zullen gaan.

    Wat de hetze van mensen die beter kúnnen weten, en het waarschijnlijk ook wel beter weten, kan veroorzaken illustreert het volgende trieste geval. De Limburger bericht op 3 juni 2016: ‘De gemeente Heerlen heeft deze week de uitreiking van een onderscheiding voor oud-militairen afgelast omdat een van de gedecoreerden lid is van de motorclub Satudarah. De veteranen zouden in het stadhuis van burgemeester Ralf Krewinkel een draaginsigne krijgen als eerbetoon voor de tijd dat ze in Libanon dienden. Toen de gemeente lucht van kreeg van de achtergrond van een van de veteranen, ging de ontvangst niet door.’

    Ralf is de tovenaarsleerling van burgemeester Jos Som uit Kerkrade, die al jaren roept tegen motorclubs. In zijn gemeente mag wel een politiemotorbende een jaarlijkse bijeenkomst houden in Villa Eikhold, maar een echte veteraan krijgt van deze onwerkelijke man geen onderscheiding en geen hand. Je bent veteraan of je bent het niet, zou je toch zeggen? Voor Krehwinkel gaat dat niet op. Teveel in de krant gelezen, naar lieden als Ward Ferdinandusse geluisterd of meegedeeld met Jos Som? Het resultaat is er niet minder triest om. Hevige protesten van het Veteraneninstituut blijven vooralsnog uit en ook dat is jammer.

    En om nog even terug te komen op de praatjes van Ward. Buitenlandse leden van motorclubs weigeren aan de grens? Op wat voor grond? En hoe weet je of iemand lid is van een motorclub? Een club die niet is verboden? Maar in één ding heeft Ward wel weer gelijk: leden van motorclubs komen inderdaad Canada, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland niet in. En de reden? Alleen omdat die mensen lid zijn van een club die niet is verboden, worden zij bij aankomst op eigen kosten gedeporteerd. En hoe weten die landen dat iemand lid is van een motorclub? Omdat dat al in eigen land, ook in Nederland, door de politie wordt geregistreerd in een niet-aangemelde databank en daarna doorgeklikt aan het buitenland. Mensen dus die geen strafbare feiten hebben gepleegd en geen lid zijn van een verboden organisatie worden gelijk gesteld met terroristen en aan de grens geweigerd en gedeporteerd op eigen kosten. Mede dankzij mensen als Ward.

    Ik weet niet of een hoogleraar strafrecht alleen de droge letters van de wet onderwijst of ook ingaat op ethische gronden. De wet is er voor de mens, de mens is er niet voor de wet. En dat was in het Derde Rijk wel anders.

    Je suis Charlie!

    Ze stonden allemaal op de barricades na de aanslag op het Franse satirische blad Charlie Hebdo. Ze verdrongen elkaar zowat voor de camera’s. Staatshoofden, regeringsleiders, partizanen van het vrije woord. Vóór de camera’s waren het allemaal grote voorstanders van de vrijheid van de pers, van de democratie en van de vrijheid van meningsuiting. Je suis Charlie, riepen ze.

    Inmiddels bevinden we ons niet meer vóór, maar áchter de camera’s. En wat zien we daar? De grote vrijheidsstrijdster Merkel maakt de weg vrij voor de vervolging van de Duitse bespotter van de Turkse premier Erdogan. Minder dan een week later staat ze in de Zeeuwse metropool Middelburg om een hoge onderscheiding in ontvangst te nemen. Regeringsleider erbij, geen enkele kritiek, geen enkel protest. Ich bin der Charlie? Op-Merkel-ijk.

    Die kritiek op een vreemd staatshoofd doet ons in Nederland natuurlijk meteen denken aan de censuur in het Derde Rijk. Daarom is het zo vreemd dat er juist vanuit het kritische Nederland geen enkele kritiek komt. Vreemd? Of is er in Nederland ook geen echte persvrijheid?

    Waarschijnlijk is er in Nederland vooral sprake van zelfcensuur. Een soort zeer vergaande beleefdheid om problemen niet te benoemen of zelfs goed te praten. Tijdens de oorlogen die Nederland mee hielp voeren in Irak en Afghanistan was er al sprake van ’embedded’ journalistiek. Journalisten konden met het leger meereizen ‘voor hun eigen veiligheid’, maar schreven dan wel positief over de Nederlandse militaire bezigheden.

    Bijna alle journalisten deden mee met deze vorm van censuur. Eén van de zeer weinigen die weigerden zich te conformeren was Arnold Karskens. Karskens trok meestal alleen het land in en sprak met de mensen zelf. Terug in Nederland verscheen hij dan foeterend en blazend op televisie met nieuws over Nederlandse schuld bij dodelijke schietpartijen en bombardementen. En passant was hij ook nog op zoek naar oorlogsmisdadigers en oorlogsprofiteurs. Dankzij Karskens liepen zij tegen de lamp en werden in heel Nederland bekend.

    Het optreden van Karskens heeft tenminste als voordeel dat de burger niet in slaap valt en wordt geconfronteerd met nieuws dat andere media vaak niet of anders brengen. Karskens is niet te vatten, hij ligt dwars, evolueert volgens sommigen van linkse signatuur tot rechtse sympathieën, benoemt zichzelf tot held en experimenteert met crowd-funding. Lezen van zijn artikelen brengt de lezer op zijn minst tot de slotsom dat er ook ander nieuws is.

    Dupont schreef op 18 april in het artikel ‘Branche-organisaties’: ‘‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’ Het ging hier over Gemma Warmerdam, secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI. Warmerdam trok van leer tegen politiechef Paauw van Rotterdam, nadat deze had gesproken over het verbieden van motorclubs. En daar stak het Warmerdam, want, zo riep zij nijdig, er waren twee jaar geleden afspraken gemaakt om motorclubs ‘motorbendes’ te noemen wanneer het ging om ‘onepercenters’. Anders zou er schade optreden voor motorverkopers. Gemma riep politie, overheidsfunctionarissen en media op voorzichtig te zijn met de term ‘motorclub’.

    Er wordt hier dus door een lobbyiste van de Gemotoriseerde Tweewielers opgeroepen zich te houden aan afspraken gemaakt tussen politie, overheidsfunctionarissen en de media. Met als doel meer motorfietsen te verkopen. Afspraken? Wie hebben die afspraken gemaakt? Welke overheidsfunctionarissen? Welke politiemensen? Welke journalisten of kranten? Je suis Charlie?

    En nu het toch weer gaat over motorclubs, kijken we meteen even verder naar hoe er over die clubs geschreven wordt. Op 8 april 2016 schrijft Gerlof Leistra in Elsevier: ‘Mocht een verbod te ver gaan – ook bikers kunnen zich beroepen op de vrijheid van vereniging – dan kan hen in elk geval het leven zuur worden gemaakt. Bijvoorbeeld door ze geen vergunning te geven voor feesten en ook de vergunning voor hun clubhuis nog eens tegen het licht te houden. Louter hun aanwezigheid op straat is een gevaar voor de openbare orde. Alle strafdossiers leveren bij elkaar het beeld op van organisaties waarvan veel criminelen lid zijn. Het verschil met een criminele organisatie is louter juridisch.’

    Leistra geeft in dit artikel niet alleen zijn mening, hij fantaseert ook: ‘Leden van de clubs houden zich onder meer bezig met drugs- en wapenhandel, afpersing, prostitutie en protectie. Zodra ze in elkaars vaarwater belanden, is het meteen oorlog: kom niet aan ons geld!’

    Leistra is niet aan zijn proefstuk. Al jaren fulmineert de ‘misdaadverslaggever’ tegen motorclubs en pleit hij voor een verbod. In motorland is de brave Leistra echter totaal onbekend. Niemand heeft hem ooit gezien of gesproken. Alle informatie waarmee Leistra komt lijkt onmiddellijk afkomstig van de politie.

    Op het Facebookweblog ‘Discriminatie van motorclubs’ worden regelmatig journalisten aan de kaak gesteld die volgens de maker van het blog de feiten verdraaien of er op los fantaseren. Met name oud-politieman, nu journalist, John van den Heuvel, Bjorn Thimister en Mick van Wely van De Telegraaf krijgen het voor hun kiezen. Deze journalisten lijken volgens het blog partizanen van de overheid in plaats van het vrije woord. Ook het NOS Journaal moet er in het blog vaak aan geloven.

    Op 20 oktober 2015 schreef Dupont al in het artikel ‘De mol die eigenlijk een rat was’: De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.’

    In een artikel van The Post Online van 26 april 2016 zegt Arnold Karskens over de NOS: ‘Het NOS Journaal is, afgewogen tegen het budget, het slechtste journalistieke programma. Ver beneden de maat. Ze zijn doorgeefluik voor nieuws uit Den Haag, Brussel en Washington. Veel NOS’ers worden later voorlichter, ze likken zich in bij de macht. Niets ten nadele van sommige correspondenten, maar de redactie is niet goed. Daar zijn ze meer ambtenaar dan journalist.’

    Op dezelfde dag meldt Quotenet.nl enkele andere uitspraken van Karskens: ‘Nou je hebt natuurlijk pure corruptie, zoals een Telegraaf-journalist die voor geld slecht schrijft over een huurder die de huisbaas eruit wil hebben. Maar wat je vooral veel ziet is dat de commercie, de advertentie-afdeling zich met de inhoud bemoeit. Dan zijn er nog journalisten die al tijdens hun werk voorsorteren op een baan als woordvoerder ergens. Of journalisten die overstappen naar de politiek of adviseur worden bij een ministerie of partij, en daarna zelfs weer doodleuk terugkeren in de journalistiek. Mensen die niet gaan voor het onthullen en het openbaren, zoals ze zouden moeten doen, maar voor hun toekomst of pensioen. Wat ook opvallend is dat veel Nederlandse journalisten er helemaal geen moeite mee hebben samen te werken met de AIVD.’

    Het zijn zeer ernstige beschuldigingen van een man die al vele jaren meedraait in de journalistiek. Journalisten die zich laten omkopen, samenwerken met inlichtingendiensten, politieke belangen hebben of commerciële belangen van media die belangrijker zijn dan nieuwsgaring en publieksvoorlichting. Is het waar wat Karskens daar allemaal roept? Hij durft het in ieder geval te zeggen. Want het opnemen tegen een machtig concern als De Telegraaf doe je niet zomaar. Of de machtige staatsomroep NOS bekritiseren.

    Het verwijt van Karskens over journalisten in de politiek is in ieder geval zeker niet uit de lucht gegrepen. Rinke van de Brink werkt al jaren bij de staatsomroep NOS en zegt over zichzelf op over.nos.nl : ‘In al die jaren in de journalistiek zijn mijn drijfveren dezelfde gebleven: nieuwsgierigheid, het zoeken naar de feiten en het aandragen van informatie om die feiten te kunnen begrijpen.’ Van den Brink geeft op dezelfde pagina aan hoe hij zijn journalistieke carrière begon, maar verzwijgt dat hij vele jaren lang redacteur was van het communistische blad De Waarheid. In het boek ‘De schijn-élite van de valsemunters’ zegt auteur Martin Bosma dat Rinke redacteur was van het blad en lid van de CPN van mei 1977 tot september 1983. Nogal politiek gekleurd dus. Maar toch nog goed terecht gekomen, want de NOS betaald zijn medewerkers goed. Haast Kafkaesque zo’n ommeslag.

    Het Dagblad van het Noorden plaatste op 26 april 2016 een stuk van rechtbankjournalist Rob Zijlstra. ‘Organisaties proberen steeds nadrukkelijker grip te krijgen op de inhoud van journalistieke publicaties’, zegt hij. Zijlstra schiet uit zijn slof door een eerder artikel van hem over de politie in de noordelijke provincies. ‘De politie had het reeds gecorrigeerde artikel nogmaals voor publicatie willen inzien. Nog meer regie. Eigenlijk had het een heel ander artikel moeten zijn. Eigenlijk hadden ze het zelf willen schrijven. De teleurstelling, meldt de voorlichter, heeft ook gevolgen. Geen nieuwe afspraken.’

    ‘Journalisten die niet naar de pijpen dansen van de voorlichter van de politie kunnen het vergeten.’, is de conclusie van journalist Rob Zijlstra. En dat is zeer ernstig. De politie als bedwinger van het vrije woord.

    Een korte rondgang door het land van de ‘onafhankelijke pers’ levert dus al meteen iets op:

    Er worden afspraken gemaakt tussen de media en belangenorganisaties/brancheorganisaties.

    De politie wil alleen journalisten te woord staan die schrijven wat zij willen.

    Sommige journalisten of medewerkers van journalisten zijn oud-politiemensen en sommigen nemen het niet zo nauw met de wet.

    De krijgsmacht neemt ‘voor hun eigen veiligheid’ embedded-journalisten mee in oorlogsgebieden, waar zij eigenlijk onafhankelijk nieuws zouden moeten vergaren.

    Journalisten hebben een politiek extremistisch verleden en werken nu voor een staatsomroep die onder vuur ligt als eenzijdig.

    Journalisten of media hebben commerciële belangen bij onderwerpen waarover zij schrijven.

    Journalisten zijn over bepaalde onderwerpen totaal kritiekloos.

    Journalisten werken samen met inlichtingendiensten.

    Journalisten proberen hun eigen mening koste wat kost, ook door verdachtmakingen, aan de lezer op te dringen. Zelfs wanneer de feiten die zij presenteren helemaal niet bewezen zijn.

    Je suis Charlie? Ja, Charlie Chaplin!

     

     

     

    Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid

    Vorig jaar December deed een rechter de volgende uitspraak: ‘Verkeerscontroles hebben een ander doel dan het doen van opsporingsactiviteiten.’ We mogen er van uitgaan dat de Nederlandse politie zich houdt aan een rechterlijke uitspraak. Of toch niet?

    Leden van motorclubs weten dat de politie zogenaamde ‘Algemene Verkeerscontroles’ houdt zodra een politieagent ziet dat er leden van een motorclub rijden op de motor of in de auto. Deze bikers worden staande gehouden zonder dat er sprake is van strafbare feiten. Wat wil de politie nu precies met dat staande houden bereiken? Wat zijn de gegevens die zij verzamelen en waarom?

    Politieagenten zijn in het bezit van een speciaal handboek met richtlijnen over motorclubs. Dit is het ‘Handboek Nederlandse 1%-motorclubs (ongedateerd). Wij hebben via een WOB-verzoek geprobeerd in bezit te komen van dit handboek. Dit is maar ten dele gelukt. Alleen delen van het handboek zijn opgestuurd. Wij kwamen echter toch in het bezit van het volledige handboek. Het is samengesteld door Politie Nederland in samenwerking met Europol. In dit handboek wordt specifiek opgeroepen om leden van motorclubs te controleren:

    Al op bladzijde 4 van het handboek staat wat de doelstellingen zijn: ‘Het doel van dit handboek is tweeledig: het bieden van een basisrichtlijn voor politieambtenaren (surveillanten en/of rechercheurs) die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken, maar wel werken in een omgeving waar MC’s aanwezig zijn. Het document biedt hen basiskennis over de organisatie en activiteiten van MC’s en brengt ze op de hoogte van de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen; het creëren van bewustzijn omtrent 1%-motorclubs en hun leden onder al het handhavingspersoneel en het beiden van een bredere kijk op de werkwijze van deze groepen en de reikwijdte van hun activiteiten.’

    Op bladzijde 14 staat ‘Het is belangrijk dat politieambtenaren weten hoe ze een motor kunnen identificeren en hem kunnen checken in de verschillende databases.’ Welke databases? Wij komen daar later nog op terug.

    Op bladzijde 15 staat: ‘Belangrijk. Als je een MC-lid met een motor controleert, is het belangrijk aandacht aan deze controle te besteden en alle informatie over het voertuig te noteren, evenals de persoonsgegevens van de gebruiker. Stuur die gegevens vervolgens naar de op dit gebied gespecialiseerde eenheid, zodat deze verder actie kan ondernemen.’

    Op bladzijde 19 staan onder het kopje ‘MC-specifiek beleid’ richtlijnen voor alle politieagenten: ken je pappenheimers: kijk op intranet naar de foto’s van de (bekende) leden van de MC’s binnen je district; weet wie de belangrijkste leden zijn en waar de clubhuizen/hangplekken zich bevinden! Meld contact met MC-leden altijd bij de meldkamer en geef locatie, tijdstip en kenteken door; spreek waar mogelijk de hoogste in rang aan van de groep die je tegenkomt, al dan niet via de woordvoerder. Vraag hier duidelijk naar; laat je niet verleiden tot ‘vriendelijke foto’s/ filmmateriaal van jezelf met leden van de MC’s; probeer bij het signaleren van (leden van) MC’s zoveel mogelijk informatie te verzamelen en te registreren. Denk daarbij aan je ( lokale) inwinplan. Let daarbij op: personalia, uiterlijke kenmerken, patches op de colours, aanwezige personen/voertuigen, kenmerken/kenteken van voertuig, mogelijk sociaal CV (hobby’s, verblijfplaatsen en dergelijke), probeer waar mogelijk (on)opvallend video- of fotomateriaal te verzamelen, let op mogelijke voertuigen ter plaatse, het is bekend dat er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren.’

    Samenvattend stellen wij vast dat enerzijds de politieagenten basiskennis over motorclubs wordt bijgebracht en anderzijds wordt opgeroepen informatie te verzamelen en door te geven via ‘de bestaande kanalen voor het uitwisselen van informatie over dit fenomeen’. Voor dat doorgeven van informatie zijn er dus ‘bestaande kanalen’. Er is dus een databank en het verzamelen van informatie is geïnstitutionaliseerd, want er zijn ‘bestaande kanalen’ om die informatie door te geven.

    De politieagenten die niet direct betrokken zijn bij MC-zaken worden aangezet informatie te verzamelen en daarvoor dus controles te houden. Om ze dat te laten doen, wordt door het handboek ‘bewustzijn gecreëerd’. Hoe worden de politieagenten bewust gemaakt van die bikers? Op verschillende bladzijden komen wij uitspraken tegen die de politieagent bewust moeten maken. Zo staat er bijvoorbeeld op bladzijde 19 dat ‘er in veel gevallen supportauto’s zijn die mogelijk wapens e.d. vervoeren’. Erg gevaarlijk dus eigenlijk voor de controlerende agent. Op bladzijde 20 zien wij: ‘Kortom, de MC’s kunnen met recht betiteld worden als organisaties waar criminelen lid van zijn.’ Er wordt dus doelbewust door een officieel handboek stemming gemaakt tegen motorclubs en hun leden. Want, ook leden van voetbalclubs kunnen crimineel zijn, of leden van de VVD (zoals wij in een eerder blog al aantoonden).

    De agent wordt dus niet alleen ‘bewust’ gemaakt, maar ook bang. Criminelen die zich misschien wel laten volgen door auto’s met wapens e.d. erin. En dit allemaal om de agent, die verder niets te maken heeft met motorclubs, duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat hij hoe dan ook informatie verzamelt en doorgeeft. Bovendien wordt de agent aangespoord ook op andere manieren informatie tot zich te nemen en door te geven. Fotograferen, stiekem filmen.

    Hoe is nu dit handboek tot stand gekomen? Het boekje heeft 24 bladzijden. Op veel van die bladzijden staat informatie afkomstig uit het buitenland. Het boekje spreekt verschillende malen van ‘de literatuur’ over motorclubs. Wij kijken dus maar eens naar de bronnen die zijn gebruikt voor het handboek. Aan het eind van het handboek worden negentien bronnen genoemd waaruit de informatie in het handboek is gedestilleerd. Twee van die bronnen zijn publicaties van Europol, twee andere zijn afkomstig van de KLPD, er zijn twee Nederlandse boeken (waarvan één van oud-politieman John van den Heuvel), één verslag van de Nederlandse parlementaire enquete geschreven door prof. Fijnaut waarin ook wordt gesproken over motorclubs, één Duitse en negen Amerikaanse boeken. Van de negentien bronnen zijn er dus maar liefst twaalf afkomstig uit het buitenland. Vooral de Amerikaanse ‘literatuur’ zijn gewoon boeken die in de boekhandel verkocht worden. Bovendien zijn een aantal van die bronnen vrij gedateerd, één bron is zelfs uit 1966, en hebben sommigen een zeker ‘Arendsoog-gehalte’.

    ‘Een organisatie moet elke verwerking van persoonsgegevens melden, bijvoorbeeld wanneer de organisatie persoonlijke gegevens opvraagt, gebruikt of verspreidt. De meldingen van de verwerking van persoonlijke gegevens zijn openbaar, dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).’(www.rijksoverheid.nl) Deze melding moet worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is wat de Rijksoverheid op zijn eigen site zegt over het bestaan van databanken. Databanken moeten niet alleen worden aangemeld, degenen waarover in die databank informatie wordt vastgelegd moeten ook op de hoogte worden gesteld en zij moeten in staat worden gesteld om die informatie te rectificeren. Wie garandeert dat de informatie over leden van motorclubs in de databank correct is? Dus de databank is niet alleen niet aangemeld, de personen in die databank worden ook niet op de hoogte gesteld.

    Samenvattend:

    1. Politiemensen lopen rond met een bikerhandboek waarin stemming wordt gemaakt over misdaad en wapens, zodat een politieagent flink nerveus kan worden bij het zien van leden van motorclubs.
    2. Agenten die niet zijn betrokken bij bikers of MC’s worden aangezet om toch informatie te verzamelen over bikers voor een niet-aangemelde databank.
    3. De bronnen van het bikerhandboek zijn deels gedateerd, hebben alleen betrekking op het buitenland of hebben een ‘Arendsoog-gehalte’.
    4. Het handboek zelf gaat voor een gedeelte over motorclubs in het buitenland. Ook de informatie van Europol is afkomstig uit het buitenland en gaat niet over de situatie in Nederland.
    5. Verkeerswetgeving wordt gebruikt voor doeleinden die niets te maken hebben met verkeersveiligheid. Er is daarover een rechterlijke uitspraak.

    De vraag is nu wat er wordt gedaan met alle informatie die door de politie zo nauwgezet wordt verzameld. Tot op heden is nooit gebleken dat die informatie wordt getoetst door de bikers zelf in kennis te stellen. Er is nog geen enkele motorclub verboden door een rechter. Waarom dus wel informatie verzamelen? Wat gebeurt er met de informatie?

    Uit tal van uitspraken van de politie zelf blijkt dat informatie wordt gedeeld met de FIOD, de belastingdienst, de gemeentelijke basisadministratie of zelfs de douane. Het is bijna onmogelijk voor leden van Nederlandse motorclubs om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Hoe weet men daar wie er lid is van een MC? Informatie over MC-lidmaatschap wordt gedeeld met Interpol en Europol. In Nederland kunnen leden van MC’s heel moeilijk aan een pas komen om beveiligingswerk of portierswerk te verrichten. Leden van MC’s kunnen niet in dienst komen bij de overheid en wanneer zij er al werken levert dat problemen op en worden zij onophoudelijk onder druk gezet. Leden van motorclubs krijgen geen Verklaring omtrent gedrag (VOG). Wijkagenten gaan thuis langs bij leden van motorclubs om ze te laten weten dat de politie weet dat ze lid zijn van een MC. Politieagenten gaan langs bij werkgevers om ze te wijzen op het feit dat een personeelslid lid is van een MC. Agenten gaan langs bij instellingen waar leden van MC’s met een bijstandsuitkering vrijwilligerswerk verrichten om ze op de situatie te wijzen. Huiseigenaren die panden verhuren aan motorclubs worden gewezen op het gevaar van de motorclub in hun pand. Eigenaren van feestzalen worden onder druk gezet met informatie uit de politiedatabank. Agenten houden leden van motorclub staande, ‘omdat ze in de landelijke databank zitten’. Het wordt dus een cirkel.

    Er wordt door de politie informatie verzameld over organisaties die niet zijn verboden. De informatie wordt niet getoetst. De databank is niet aangemeld. De informatie wordt gebruikt voor doeleinden die helemaal niet relevant zijn voor enige opsporing. Duidelijk blijkt namelijk dat verkeerscontroles worden ingezet om informatie te verzamelen. Er is dus helemaal geen sprake van strafbare feiten of verdenking daarvan. Informatie wordt wel gebruikt om leden van motorclubs ernstig te hinderen. Niet te hinderen bij het plegen van strafbare feiten, maar te hinderen bij het gewoon deelnemen aan de maatschappij. Werk, vrije tijd, hobbies, vakantie, woonsituatie en familie worden door de politie betrokken bij het bestrijden en lastig vallen van mensen die niet de wet overtreden, maar dat misschien volgens de politie op een dag wel zouden kunnen doen. Daarvoor beroept de politie zich op bronnen uit het buitenland die gedateerd zijn en soms onbetrouwbaar en worden door de rechter verboden technieken gebruikt om gegevens vast te leggen in een niet-aangemelde databank.

    Saillant detail is dat motorbendes van politieagenten nergens worden genoemd in het handboek. Er is blijkbaar geen enkele noodzaak leden van Blue Knights MC, LEMC Marshalls of Lex Legio MC staande te houden voor registratie van kentekens, persoonlijke gegevens of voertuigkenmerken. Dat deze politiemotorbendes rondrijden met exact dezelfde kenmerken als de echte MC’s en het gedrag van de echte MC’s kopieëren heeft daarop blijkbaar geen effect. Voor hen geldt: ouwe jongens krentenbrood!

    Na de recente aanslagen in Frankrijk en België sprak premier Rutte van een rechtstreekse aanval op onze vrijheid.

    Welke vrijheid?

     

    (Voor de fans: http://1percent.nl/PDF/Handboek1percentMCsInNederland.pdf)

     

     

    De mol die eigenlijk een rat was

     

    Op 2 oktober 2015 werd in het Limburgse Weert de 28-jarige Mark M. gearresteerd. De man, die het breed liet hangen, was werkzaam bij de politie en werd beschuldigd van het lekken van informatie. In de dagen die volgden werd steeds meer bekend over de man. Werd hij eerst genoemd als 48-jarige agent, nu bleek het te gaan om een 28-jarige man. De man bleek niet alleen loslippig te zijn geweest, maar werd inmiddels beschuldigd van het doelbewust informatie verstrekken aan drugscriminelen en leden van enkele motorclubs. In het huis van M. werd 235.000 euro aan contant geld gevonden.

    M. bleek niet helemaal alleen te hebben gehandeld, in zijn kielzog werd een 45-jarige man gearresteerd. M. was werkzaam in het Brabantse Son bij de Dienst Infrastructuur van de politie. Dat M. werd aangenomen bij de politie is op zich een wonder, hij werd namelijk eerder door de AIVD ongeschikt bevonden voor een baan bij de politie. De politie echter sloeg dat advies in de wind en nam de voormalige persfotograaf toch aan.

    Zeer opmerkelijk, des te meer daar het oud-hoofd van de AIVD het tegenwoordige hoofd van de Nationale Politie is. Korpschef Gerard Bouman kondigde vorige week zijn vertrek aan zonder opgaaf van redenen enige dagen later gevolgd door zijn trouwe vriend en hoofd van de communicatie-afdeling Eric Stolwijk. Gerard Bouman kwam regelmatig in het nieuws in verband met onderzoeken naar en de aanpak van motorclubs. Tachtig procent van de leden van die motorclubs was volgens hem crimineel. Jawel. Met name in Brabant en Limburg zou het de spuigaten uitlopen.

    Mark M. had het de politie bepaald niet moeilijk gemaakt. In Weert bleek hij een bekende persoon die met zijn Oekraiense vrouw een importfirma runde voor bont. Ook reed Mark rond in een dure bolide en fronste menigeen zijn wenkbrouwen over zijn flamboyante levensstijl. De politie echter viel het niet op. Verblind als zij waren door de strijd tegen de motorbendes? Of is er nog meer mis bij de politie?

    Op 19 oktober 2015 bericht rtlnieuws.nl : ‘Het Openbaar Ministerie heeft in Eindhoven vanochtend een agent aangehouden. Hij zou zich niet hebben gehouden aan zijn ambtsgeheim. Ook zijn er twee burgers aangehouden, een daarvan is een medewerker van het RTL4-programma Ontvoerd.’

    De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Na zijn politietijd werd hij directeur van de Spyshop Eindhoven en verkocht hij opname-apparatuur en volgapparatuur. Dit soort gadgets is ook zeer in trek bij criminelen. Nog vorige maand werd een andere directeur van een Spyshop, de Spyshop Nieuwegein, doodgeschoten bij zijn voordeur. Volgens Crimesite.nl op 17 oktober 2015 had deze Ronald Bakker apparatuur verkocht aan enkele criminelen die mogelijk liquidaties aan het voorbereiden waren. Een gevaarlijk beroep dus, directeur van een Spyshop. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.

    U ziet het nu zelf. Criminelen zitten overal, ook bij de politie.