• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Carrière in de jeugdzorg (2)

    Enkele dagen geleden plaatste Dupont een artikel over twee leden van D66 die verschillende petten op hadden. Zo bleek Gemma Warmerdam lobbyiste te zijn die werkt voor een financieel belanghebbende bij het stigmatiseren van motorclubs. Zij mag tevens kaderlid zijn van D66. Zo bleek ook Frank Candel kaderlid te zijn bij D66, maar tevens veel geld te hebben verdiend en verschillende belangen te hebben (gehad) bij jeugdzorgorganisaties. Hoewel hij nu werkt als onpartijdig adviseur bij een groot bedrijf is hij niet onpartijdig. Ook in zijn verschillende functies in de jeugdzorg heeft hij verschillende belangen met elkaar verenigd. Hij haalde zelfs D66-leden zijn bedrijf in voor een soort kijkdag om te laten zien hoe goed hij het deed, terwijl toen al bekend was dat er misstanden waren en het bedrijf er slecht voorstond. Nu het bedrijf waar Candel de baas was op omvallen staat, mag hij bij D66 de agenda Zorg en Welzijn beheren. Dupont maakt graag aan de hand van het volgende artikel duidelijk wat er nog meer mis is in de jeugdzorg en zal ook weer de naam noemen, onvermijdelijk, van Frank Candel.

    Op de kiekjes staan jongetjes met kortgeknipt zwart haar die gestoken zijn in nette pakjes. De foto is genomen op een school. De kinderen kijken recht in de lens van de camera en wat opvalt is de gelijkenis tussen de kinderen. De kinderen zijn jonge Navajo’s die door de Amerikaanse regering onttrokken zijn aan het ouderlijk gezag om ze op te voeden als échte Amerikanen. Moeilijk zal dat zijn geweest, want ten tijde van de foto hadden de Amerikaanse Indianen nog geen burgerrechten.

    In Australië, land van goede hoop en toekomstverwachtingen, waren soortgelijke projecten. De overheid zag neer op de Aboriginals en hun leefwijze en cultuur en nam hun kinderen af om ze te heropvoeden. Naar westers model. Dat ging tientallen jaren door en dit jaar maakte de Australische regering eindelijk excuus aan de Aboriginals en hun gestolen jeugd.

    In het Duitse Derde Rijk ging men nog veel verder. Om de jeugd niet alleen op te voeden in de correcte geldende leer, maar zelfs raszuivere super-Duitsers te scheppen, werden in speciale Lebensborn-tehuizen kinderen grootgebracht afkomstig van uitgekozen ouders. Zo waren alle gewenste uiterlijke kenmerken aanwezig. Nu de opvoeding nog!

    In de voormalige Sovjet-Unie werden politieke dissidenten, andersdenkenden, niet alleen naar Siberië gestuurd. Psychiatrische ziekenhuizen zaten vol mensen die ‘genezen’ moesten worden. Zij hadden in de ogen van het overheidsapparaat afwijkende normen en waarden en waren dus ziek. Artsen en zorginstellingen werkten mee aan de ‘genezing’ van deze mensen.

    Alle vier bovenstaande voorbeelden geven aan hoe een overheid zich niet alleen bemoeit met de opvoeding van kinderen, maar ook bepaalt hoé die kinderen moeten worden opgevoed en welke cultuur daarbij gewenst is. Niet de cultuur van de ouders, maar de cultuur die de overheid de enig juiste vond. Gelukkig behoren al deze gevallen tot een sinds lang vervlogen verleden. Ouders mogen hun kind opvoeden volgens hun eigen normen en waarden. Ook wanneer zij cultureel of etnisch tot een minderheid behoren. Dat geldt zeker in het liberale Nederland. Vrijheid blijheid. Toch?

    In NRC.nl van 14 augustus 2015 de volgende kop:’Jeugdzorginstellingen onvoldoende toegerust voor behandeling Syriëgangers’. Volgens het artikel is het ook allerminst zeker dat de behandeling slaagt. Waarom dan toch die jongeren opsluiten? ‘Het is de bedoeling dat radicale tieners in jeugdinstellingen worden behandeld om van hun extremistische denkbeelden af te komen. Maar de behandeling gaat soms niet van start, of komt te laat op gang. Het aanbod van de instellingen is ontoereikend om de complexe problematiek van radicalisering te behandelen, zegt de Kinderbescherming. Ook komt het voor dat geradicaliseerde jongeren geïsoleerd worden binnen de instelling. Ze mogen niet meedoen aan groepsactiviteiten en doen hun schoolwerk los van de andere kinderen.’ ‘Het opsluiten van geradicaliseerde jongeren in de jeugdzorg is een ultieme poging om te voorkomen dat zij zich aansluiten bij terroristische groeperingen in Syrië of Irak, zoals Islamitische Staat (IS). Rechters plaatsen minderjarigen doorgaans uit huis bij concrete aanwijzingen dat zij willen uitreizen naar oorlogsgebied, omdat dit de ontwikkeling van het kind zou bedreigen.’

    Een artikel dat nogal wat vragen oproept. Ten eerste worden minderjarigen die zich willen aansluiten bij IS opgesloten in een instelling om te voorkomen dat zij zich daadwerkelijk aansluiten. Tot daar is er iets voor te zeggen. Maar een behandeling geven aan die jongeren is een geheel andere kwestie. Behandeling waarvoor? Of waartegen? Dat er in veel gevallen weinig terechtkomt van een behandeling, ligt wel een beetje in het verlengde van de vraagstelling. Die jongeren zijn toch niet ziek?

    De Nederlandse overheid is het pertinent oneens met IS en wil ten koste van veel proberen te voorkomen dat Nederlandse onderdanen afreizen naar het oorlogsgebied om deel te nemen aan de strijd in de rangen van IS. Afreizende meerderjarige onderdanen worden regelmatig in het buitenland aangehouden en teruggestuurd en in Nederland zelf proberen wij onderdanen die van plan waren naar IS af te reizen strafrechterlijk te vervolgen. In het verlengde daarvan is de opsluiting van minderjarigen die willen afreizen naar IS. Meerderjarigen komen voor de rechter om te worden veroordeeld, minderjarigen zijn ziek en moeten worden behandeld. Dit is dus allemaal inherent aan de zienswijze van de Nederlandse overheid. Dezelfde jongeren zouden in Syrië of Irak zelf worden geëerd als helden.

    Hoe stelt de Nederlandse overheid zich op wanneer Nederlandse minderjarige onderdanen zouden afreizen naar andere oorlogsgebieden of legers? In het verleden zijn er nogal wat minderjarigen geweest die zich aanmeldden bij het Franse Vreemdelingenlegioen. Kwamen zij bij terugkeer in een gesloten instelling terecht om ze te ‘genezen’? En wat te zeggen van de minderjarige Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog actief waren voor het Verzet? Of de minderjarige Engelandvaarders? Of de zestienjarigen die zich aanmeldden bij het Korps Mariniers? Is er ooit één van die minderjarigen opgesloten om te ‘genezen’?

    Het lijkt er dus op dat in het geval van IS de jeugdige vrijwilligers vooral moeten worden ‘genezen’ omdat zij zo’n afwijkend ideaal hebben. Zouden diezelfde jongeren hun kamertjes vol hebben hangen met recruteringsposters van de Nederlandse krijgsmacht, dan zou geen rechter het in zijn hoofd halen een verplichte kuur voor te schrijven.

    ‘Volgens jeugdrechtdeskundige Maria de Jong van de Universiteit Leiden kunnen gesloten jeugdzorginstellingen maar “zeer beperkt” bijdragen aan de heropvoeding van jihadreizigers. Jeugdzorg Nederland zegt in een reactie dat de kritiek “nieuw” voor haar is en gaat met de Kinderbescherming in overleg over hoe instellingen dienen om te gaan met geradicaliseerde tieners.’, gaat het artikel verder. Jeugdzorg Nederland, lezen wij hier. Niet te verwarren met Bureau Jeugdzorg, zoals zovelen wel doen. Jeugdzorg Nederland kent de kritiek niet en gaat in overleg over hoe de instellingen waar minderjarige Jihadgangers worden opgesloten, moeten omgaan met de geradicaliseerde tieners. Jeugdzorg wijst dus geenszins het opsluiten van minderjarigen af en heeft het dus ook duidelijk over ‘geradicaliseerde tieners’. De wens om mee te willen vechten met IS is dus in de ogen van Jeugdzorg Nederland radicaal en rechtvaardigd opsluiting. Opsluiting terwijl die jongere nog helemaal niet ergens heeft meegevochten en de behandeling nou juist onduidelijk is. Iemand willen genezen van zijn idealen.

    Over Jeugdzorg Nederland zijn veel klachten. We zoeken er een paar op. Op 9 november 2012 schrijft het Algemeen Dagblad over het joodse jongetje Barak Cohen dat een speelbal in een familieruzie is geworden. De jongen is door Jeugdzorg toegewezen aan pleegouders die lid zijn van de Pinkstergemeente. Op 26 april 2013 schrijft ejbron.wordpress.com over de jongen: ‘Barak zit nu in een tehuis. Hij is 14 jaar oud, zit daar nu 6 maanden. Hij mag niet bellen, niet chatten, totaal geen contact met de familie hebben. Hij moet onthechten, noemt Jeugdzorg dat – van zijn opa en oma, zijn cultuur, zijn vrienden, van alles wat hem zo dierbaar was.’ ‘Hij wil naar zijn opa en oma en in liefde en zijn cultuur groot gebracht worden.’ De jongen wordt dus door Jeugdzorg met opzet onttrokken aan een joodse religieuze opvoeding en wordt zelfs bij leden van de streng gelovige christelijke Pinkstergemeente geplaatst.

    In 2013 speelde ook de zaak-Yunus. Het Turkse jongetje Yunus wordt door Jeugdzorg aan de ouderlijke macht onttrokken, omdat het kind botbreuken zou hebben die alleen door mishandeling kunnen zijn ontstaan. De islamitische Turkse ouders worden geconfronteerd met het feit dat de jongen bij christelijke lesbische pleegouders wordt geplaatst. Dit druist zeer in tegen hun Turkse cultuur. Na talloze rechtszaken en grote publieke verontwaardiging in Turkije over de zaak blijkt dat Yunus helemaal geen botbreuken had en dus ook niet mishandeld kan zijn. Toch wordt de jongen niet overgedragen aan de ouders, omdat hij al te lang bij zijn pleegouders heeft gewoond en het niet goed zou zijn hem daar nu aan te onttrekken. Bij die pleegouders wordt het hem verboden Turks te praten, volgens jeugdzorg-darkhorse.nl op 21 maart 2013.

    Bovenstaande gevallen lijken een beetje op wat er nu gebeurt. Minderjarigen worden aan de ouderlijke macht onttrokken en heropgevoed, waarbij Jeugdzorg bepaalt wat de norm is. Het zijn niet meer de ouders die bepalen dat de jongere Turks, joods of streng-islamitisch wordt opgevoed. In bovenstaande gevallen is in ieder geval duidelijk dat genoemde jongeren in een hen vreemde cultuur werden opgevoed. Wie bepaalt nu eigenlijk welke cultuur goed is en welke niet? Wie bepaalt welk ideaal goed is en welk niet? Wie bepaalt wie er genezen moet worden?

    Over Jeugdzorg Nederland zijn er niet alleen veel klachten, er zijn ook regelrechte beschuldigingen die er niet om liegen. Op 5 mei 2013 schrijft jeugdzorg-darkhorse.nl : ‘Jeugdzorg Nederland is uitgegroeid tot een miljarden business met een omzet van 4 miljard euro per jaar. Wat niet algemeen bekend is, omdat het tegenstrijdig lijkt met “zorg voor het kind”, is dat Jeugdzorg Nederland in feite grof geld verdient met het zoveel mogelijk signaleren van kindermishandeling en de stappen die Jeugdzorg daaropvolgend kan en mag nemen. Voor iedere ondertoezichtstelling ontvangt Jeugdzorg ca.7.000 euro per jaar, voor een ‘zorgtraject’ tot 1730 € per kind/maand voor iedere uithuisplaatsing 30.000 euro, hierbij ook de pleegzorgvergoedingen van tot ca. 600€/maan/kind. Als een kind iets mankeert, zoals autisme, ontvangt Jeugdzorg nog meer en als een kind in een gesloten instelling komt zelfs 80.000 euro per jaar.’

    Op jeugdzorg-darkhorse-plus.blogshot.nl/2013/05/praktijk-van-jeugdzorg-1.html staan nog diverse voorbeelden van schrijnende gevallen. Er kan telkens niets aan worden gedaan en ouders staan machteloos. Eenmaal in de handen van Jeugdzorg is vaak onbereikbaar totdat de jongeren niet meer minderjarig zijn.

    Jeugdzorg verdient dus geld met de opvang van minderjarigen die worden onttrokken aan het ouderlijk gezag. We zagen net al dat niet in alle gevallen een sluitende zaak bestaat tegen de ouders van het kind. Wat is dus Jeugdzorg Nederland en wie zijn daar de baas? Volgens de eigen website Jeugdzorgnederland.nl : ‘Jeugdzorg Nederland ondersteunt ondernemers in de zorg voor jeugd, zodat zij hun werk voor kwetsbare kinderen en jongeren op de beste manier kunnen doen. Veel organisaties die verantwoordelijk zijn voor jeugd- en opvoedhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering in Nederland, zijn lid. Jeugdzorg Nederland behartigt hun belangen en maakt zich sterk voor een goed georganiseerde en professionele zorg voor jeugd.’

    In het bestuur van Jeugdzorg Nederland zitten mensen met een gevarieerde achtergrond, hoewel een aantal veel ervaring heeft met jeugdzorginstellingen en ook een aantal uit een juridisch milieu komt. De bestuurders grossieren in de nevenfuncties en de bijbanen. Voorzitter Hans Kamps bijvoorbeeld is voorzitter van de SNPI, zit in de Raad van Commissarissen van ONVZ Zorgverzekering, is commissaris bij de FD Mediagroep en doet zelfs nog journalistiek werk. Twee bestuurders vallen ons echter op: vice-voorzitter Frank Candel en Ans van de Maat. Beiden werkten bij Intermetzo.

    Intermetzo is een gigant in de jeugdzorg. Talloze fusies en overnames resulteerden in LSG-Rentray dat twee jaar geleden werd omgedoopt in Intermetzo. Ans van de Maat wérkt niet alleen bij Intermetzo, zij is bestuurder van de jeugdzorggigant. Frank Candel maakt het nog bonter, hij is voorzitter van de Raad van Bestuur van Intermetzo. Zo hoog in het bestuur van een jeugdzorginstelling en ook nog in het bestuur van Jeugdzorg Nederland is als een slager die zijn eigen vlees keurt, of als een rechter die aandelen heeft in de plaatselijke gevangenis.

    Of beide bestuurders weten waar zij het over hebben en de jongeren echt kunnen helpen is moeilijk te zeggen. Frank Candel heeft verschillende nevenfuncties, dus het lijkt aannemelijk dat geld ook een rol speelt. Je zou moeten kijken naar wat Intermetzo doet om te beoordelen wat voor soort mensen in het bestuur van Jeugdzorg Nederland zitten.

    Op skipr.nl lezen wij op 7 mei 2012 hoe LSG-Rentray-bestuurder Henny Lodewijks in 2011 een ontslagvergoeding ontving van 157.013 euro en in dat jaar een totaal van 340.743 euro ontving. Lodewijks stapte op bij LSG-Rentray op advies van de Raad van Toezicht. Frank Candel hierover: ‘Omdat er hierdoor voor Lodewijks een pensioengat dreigde, is er een regeling getroffen om dit deels op te vangen.” Lodewijks is nog steeds als ZZP’er actief bij LSG-Rentray. De oud-bestuurder is voor een aantal inhoudelijke projecten ingehuurd. Candel: “Lodewijks is van grote waarde voor LSG-Rentray en vakinhoudelijk willen we hem wel voor onze organisatie behouden.’ Lodewijks ontvangt een vergoeding voor zijn activiteiten. Lodewijks nam op 19 januari 2012 afscheid als bestuurder bij LSG-Rentray. Ter gelegenheid hiervan werd hij ook nog geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

    Over deze affaire werden zelfs nog Kamervragen gesteld, maar de zaak werd niet teruggedraaid. Wat ook niet werd teruggedraaid waren de vele ontslagen bij Intermetzo die plaats moesten vinden door de bezuinigingen. Op 10 januari 2012 kwam destentor.nl met een artikel over de overname door LSG-Rentray van Zonnehuizen in Zeist. Het betekende tevens het ontslag van 700 werknemers. Of op 29 oktober 2014 bijvoorbeeld kopte rtvutrecht.nl: ‘Honderd ontslagen bij zorginstelling Intermetzo’. Niemand van deze honderden werkzoekenden kreeg zoveel geld mee als Henny Lodewijks of mocht blijven als ZZP’er.

    Naast een merkwaardig personeelsbeleid werd de instelling zelf ook niet altijd geprezen. Op 28 juli 2014 berichtte skipr.nl: Intermetzo, een instelling voor kinder- en jeugdzorg, is door de Inspectie Jeugdzorg op de vingers getikt. De zorg op een van de vestigingen in Overijssel is ondermaats geweest.’ Even googelen brengt een stortvloed aan klachten op diverse fora en webpagina’s of Facebook, zowel over als door personeel, aan het licht. Te veel om uit te zoeken.

    Jeugdzorg Nederland heeft dus bestuurders die zelf werkzaam zijn in jeugdzorginstellingen die goed verdienen aan het opnemen en ‘genezen’ van minderjarigen. Het eigen personeel wordt radicaal aan de kant gezet, met uitzondering van een enkele collega-bestuurder die daar financieel veel wijzer van wordt. Tegelijkertijd meent Jeugdzorg Nederland mee te kunnen oordelen over minderjarigen die vanuit Nederland naar Syrië of Irak willen reizen. In ieder geval wordt meegewerkt aan het overheidsbeleid dat ‘jihadisme’ afwijst en worden minderjarigen, al dan niet met behandeling, opgesloten in zorginstellingen. Misschien zal de geschiedenis uitwijzen of IS goed of slecht was. En misschien zal dat ook gebeuren met Jeugdzorg Nederland.

    Val je buiten het normkader van de Nederlandse overheid en ben je minderjarig dan kan er veel geld aan je worden verdiend. Hoe strafbaar is mensenhandel?

     

     

    Carrière in de jeugdzorg (1)

    Op 18 april 2016 schreef Dupont het al in het artikel ‘Branche-organisaties’. Uitvoerig legde Dupont uit hoe Gemma Warmerdam niet alleen de nieuwe secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI was, maar ook actief voor de ANWB – als innovatie consulent – en ook in de politiek (D66) en als beleidsmedewerker en adviseur voor het ministerie van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij).

    Eén van de eerste dingen die dit lobbymens deed was het debiteren van enige weinig terughoudende uitspraken. ‘Het onderscheid moet duidelijk worden tussen 99 procent van de motorrijders die gewoon gezellig samen rondrijdt en de 1 procent die elkaar en de rest van de samenleving het leven zuur maakt.’, aldus Gemma, die onverdroten vervolgde: ‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Het langdurig negatief publiceren over motorclubs leidt uiteindelijk tot een daling van de omzet van motorverkopers.’ Gemma vond dat clubs als de Hells Angels geen motorclub genoemd meer moesten worden. Waarmee duidelijk werd dat Gemma Warmerdam, die volgens het artikel ook nog motorlessen volgde feitelijk een lobbyiste is, die haar tentakels tevens uitstrekt naar de politiek. De partij D66 wel te verstaan.

    Omgekeerd zou je kunnen redeneren dat D66 als politieke partij niet alleen, via Gemma Warmerdam, meedoet aan het stigmatiseren en criminaliseren van motorclubs, maar ook betrokken is bij het verkopen van die stigmatisering aan de motorverkopers. Ook weer via La Warmerdam. Dat van dit discriminatoire beleid ook veteranen de dupe zijn, hoeven wij niet meer uit te leggen. Veteranen die medailles hebben verdiend, maar die van sommige burgemeesters niet krijgen omdat zij lid zijn van een totaal niet verboden motorclub. Vergelijk dit eens met andere weigerambtenaren, die op staande voet ontslagen kunnen worden wanneer zij weigeren mensen van gelijke sekse in de echt te verbinden.

    Gemma Warmerdam is dus een politica van D66, die zeer actief meedoet aan het ongenuanceerd discrimineren en stigmatiseren van andere mensen. Zeg maar een soort vrouwelijke D66-Trump. (Sorry, Donald) Dupont heeft hier de hele regenachtige zomer op gebroed en kwam gisteravond tot de ontdekking dat bij D66 niet alleen Gemma Warmerdam rondloopt met een discutabele staat van dienst.

    Sinds eind vorig jaar is een zekere Frank Candel voorzitter van de landelijke thema-afdeling Zorg en Welzijn van D66. Op de website van de partij staat één van zijn bijzondere uitspraken: ‘Als voorzitter van de Thema Afdeling Zorg & Welzijn zie ik het tot onze belangrijkste opgaaf kennis en kunde bij elkaar te brengen en daar een paar heldere hoofdlijnen uit te halen die richtinggevend zullen zijn voor de inzet van D66.’ Een beetje een abstracte uitspraak waarmee je eigenlijk elke kant op kunt. We zullen dus onze eigen kant maar eens op gaan.

    ‘Kennis en kunde’, zegt Candel hier, alsof hij net op het punt staat een geweldig kado uit te reiken. In het verleden duikende van Candel komen wij al snel bij de diepere oorzaak van zoveel ‘kennis en kunde’. Frank Candel was namelijk voorzitter van de raad van bestuur van Intermetzo. Voor de lezers die dat niet snappen: Intermetzo heette vroeger LSG-Rentray en is ontstaan uit het samenvoegen van een groot aantal kleinere zorgaanbieders, waar jongeren vooral werden opgevangen en soms behandeld.

    Door al die samenvoegingen beschikte Intermetzo bijvoorbeeld over de Rekkense Inrichtingen, welbekend, en een heuse jeugdgevangenis in Lelystad. Onder anderen, want bijna over het ganse land vinden we afdelingen en dependances van deze jeugdzorgreus. Dat onder anderen geld ook zeker voor Candel himself, want deze hardwerkende D66’er was ook bestuurslid van talloze andere organisaties. Zoals bijvoorbeeld van Jeugdzorg Nederland. En dat was wel een beetje opmerkelijk. Want Jeugdzorg Nederland kon besluiten dat een jongere naar een instelling moest om daar te worden behandeld, terwijl Intermetzo juist jongeren behandelde. En bij beide organisaties bekleedde Candel, tegelijkertijd, een bestuursfunctie. Belangenverstrengeling?

    Vanaf januari 2016 werkt Candel als adviseur voor het adviesburo Andersson Elffers Felix (AEF). AEF geeft de overheid en overheden adviezen. Bijvoorbeeld wanneer een wethouder de fout is ingegaan kan een gemeente AEF inhuren om de zaak te beoordelen en een advies te geven. AEF is dus een betaald en hopelijk onpartijdig adviseur van de overheid. Zij zullen objectief zijn in hun beoordeling en advies. Daar hoop je als overheid tenminste op. Maar we weten nu dus dat in ieder geval Frank Candel niet onpartijdig is, hij werkt namelijk voor een politieke partij.

    Maar wij gaan verder. Intermetzo lijkt als zorgreus een degelijk bedrijf. Ze kopen links en rechts andere, soms grote zorgbedrijven op, en zullen dan ook wel ‘kredietwaardig’ zijn. Ja, anders kan je al die bedrijven toch niet kopen? Hoewel uit voorgaande jaarverslagen al bleek dat er tekorten waren bij Intermetzo, werd in het voorjaar van 2016 heel duidelijk dat Intermetzo op omvallen stond. Toen was Candel al weg, maar in 2015 was hij er nog wel. Wist Candel niet dat er financiële problemen waren? Blik op Nieuws op 28 april 2016 hierover: ‘Uit jaarverslagen over 2012 en 2013, blijkt dat de instelling al verlies draaide.’ Dat moet de voorzitter van de raad van bestuur toch hebben geweten? Er was dit jaar enige spekulatie dat het tekort niet te wijten was aan mismanagement, maar dat het nieuwe zorgsysteem te verwijten was. Maar in 2012 en 2013 was dit nieuwe zorgsysteem nog helemaal niet van kracht.

    Zorg en Welzijn bericht hierover op 28 april 2016: ‘Volgens koepelorganisatie Jeugdzorg Nederland is er sinds het overhevelen van zorgtaken van de rijksoverheid naar gemeenten begin vorig jaar, een enorme administratieve rompslomp ontstaan.’ Een andere organisatie, Jeugdzorg Nederland, neemt het hier dus op voor Intermetzo. Het is allemaal de schuld van het nieuwe zorgsysteem. Vergeten wordt dat het nieuwe zorgsysteem in 2012 en 2013 nog helemaal niet in gebruik was. Wie zegt dan zoiets? Wie was ook alweer bestuurslid van Jeugdzorg Nederland? Juist, Frank Candel, die ook voorzitter was van de raad van bestuur van Intermetzo. En nu een D66-petje op heeft. Die vele petten zagen we ook al bij Gemma Warmerdam, ook al van D66.

    Maar wij willen Frank Candel niet onnodig aan zijn haren voor het voetlicht slepen. Want er is meer aan de zorghand. We noemden al het jaarverslag van 2012. Daar waren blijkbaar al tekorten. Skipr finance berichtte hierover op 7 mei 2012 het volgende: ‘LSG-Rentray betaalt tonnen voor ontslagen!’ Het kwam zo dat er twee heren zaten in de raad van bestuur van LSG-Rentray. Naast enkele andere personen natuurlijk. Maar deze twee heren waren Frank Candel als voorzitter en dus eindverantwoordelijke, en Henny Lodewijks. Henny Lodewijks was al jaren in dienst bij Rentray en verliet het bedrijf nu. Een royale schadeloosstelling was het gevolg. Een mooi afscheidsfeest was een ander gevolg. Staatssecretaris Teeven en Tjibbe Joustra waren ook uitgenodigd op het feest en hielden zelfs een toespraak. Zulke goede vrienden en contacten hebben die mensen van Rentray.

    De volgende dag spoedde een goed uitgeslapen Lodewijks zich naar zijn werk. Zijn werk? Ja, bij LSG-Rentray. Hij was namelijk onmisbaar en was nu als ZZP’er opnieuw in dienst getreden bij dit mooie bedrijf dat zoveel goeds doet. En in zo’n slechte financiële situatie verkeerde. Inmiddels zit Henny Lodewijks in de raad van commissarissen van Woonbedrijf Ieder1. Op 11 juni 2015 schreef De Stentor over dit bedrijf: ‘Miljoenenverlies voor woningcorporatie Ieder1.’ Besturen zit de heren in het bloed, zult u zeggen. Sinds januari 2015 werkt Lodewijks ook nog voor De Parabool. De Stentor berichtte over De Parabool op 28 april 2016: ‘Jan Besten verdiende afgelopen jaar als directeur van zorginstelling De Parabool meer dan de maximumbeloning, die voor bestuurders van zorginstellingen geldt.’ Lodewijks is bij De Parabool voorzitter van de raad van toezicht. Toezien? Hij stond erbij en hij keek er naar?

    Candel vindt het dus eigenlijk geen enkel probleem zijn collega Lodewijks royaal af te kopen. Ondanks kamervragen die destijds over de zaak werden gesteld, draaide Candel deze zaak niet terug. En de onschuldige Lodewijks, die zijn ontslag goed verwerkte, raakte daarna nog bij andere soortgelijke zaken betrokken. Zaken waarbij je je afvraagt of het wel netjes is gegaan.

    Er staat bovendien een artikel op een Facebookpagina (https://www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=281377668709850&id=241616186019332) over een Facebook-oproep van Candel een klusjesman te steunen, die werd verwijderd nadat er op een andere Facebookpagina over werd geschreven en waarbij werd gesuggereerd dat het wellicht ging om een zwart werkende klusjesman. Candel verwijderde gehaast de oproep op zijn pagina en inmiddels is onduidelijk of het wel of niet ging om zwart werk. Voor een D66’er en voorman van zoveel maatschappelijke organisaties zou dat wel ongepast zijn.

    Inmiddels staat Intermetzo op het punt overgenomen te worden door Plurijn, weer een andere gigant in de zorgsector. Die wel geld hebben blijkbaar. Nu nog wel. Zorgorganisaties worden te pas en te onpas overgenomen en weer afgestoten. Personeel wordt te pas en te onpas wegens reorganisaties heen en weer geslingerd tussen de ene en de andere lokatie en tussen werken en ontslag. Op de Facebookpagina van Internetzo staat onder een groot kleurig logo een advertentie voor leuke banen in de zorg. Intermetzo neemt weer mensen aan! De reacties onder de advertentie liegen er niet om. Veel ontslagen mensen vragen zich af of de ontslagenen nu weer worden aangenomen.

    Pfoe! Wat een ingewikkelde structuren om uit te leggen aan de onwetende lezer die straks misschien wel op D66 zal stemmen omdat hij zo hoopt op een verantwoorde zorg en een fatsoenlijk beleid. We gaan dus nu weer terug naar het begin van ons verhaal. Gemma Warmerdam die voor motorverkopers lobbiet en motorclubs stigmatiseert en tevens D66-actieveling is. Blijkbaar vindt D66 het geen enkel probleem om mensen die de vrijheid van anderen willen inperken zonder geldige juridische redenen, alleen om daarmee de motorverkopers een financieel voordeel te doen, kaderlid te maken. En blijkbaar vindt D66 het ook geen probleem om een meneer die het heeft over ‘kennis en kunde’ in de jeugdzorg aan te stellen als voorzitter van de D66 landelijke Zorg en Welzijn thema. Ook niet wanneer blijkt dat die meneer zijn ‘kennis en kunde’ heeft uit het bedrijf dat nu in grote problemen verkeert en waarvan de problemen zijn ontstaan tijdens zijn voorzitterschap.

    Dat die meneer ook werkt voor een onpartijdig adviesburo dat overheden adviseert, terwijl hij niet onpartijdig is en zelfs medeverantwoordelijk is voor de ontstane situatie bij Intermetzo, is een ander verhaal. De man die het heeft over ‘kennis en kunde’, was voorzitter van de raad van bestuur van een zorggigant die op omvallen staat en waar personeel naar eigen zeggen slecht werd behandeld, en kan nu adviezen geven aan overheden met als specialisatie de zorg. Ja, of is Frank Candel gewoon weggepromoveerd?

    We weten nu in elk geval iets meer van de capaciteiten van D66 waar het gaat over motorclubs en jeugdzorg.

    Je suis Charlie!

    Ze stonden allemaal op de barricades na de aanslag op het Franse satirische blad Charlie Hebdo. Ze verdrongen elkaar zowat voor de camera’s. Staatshoofden, regeringsleiders, partizanen van het vrije woord. Vóór de camera’s waren het allemaal grote voorstanders van de vrijheid van de pers, van de democratie en van de vrijheid van meningsuiting. Je suis Charlie, riepen ze.

    Inmiddels bevinden we ons niet meer vóór, maar áchter de camera’s. En wat zien we daar? De grote vrijheidsstrijdster Merkel maakt de weg vrij voor de vervolging van de Duitse bespotter van de Turkse premier Erdogan. Minder dan een week later staat ze in de Zeeuwse metropool Middelburg om een hoge onderscheiding in ontvangst te nemen. Regeringsleider erbij, geen enkele kritiek, geen enkel protest. Ich bin der Charlie? Op-Merkel-ijk.

    Die kritiek op een vreemd staatshoofd doet ons in Nederland natuurlijk meteen denken aan de censuur in het Derde Rijk. Daarom is het zo vreemd dat er juist vanuit het kritische Nederland geen enkele kritiek komt. Vreemd? Of is er in Nederland ook geen echte persvrijheid?

    Waarschijnlijk is er in Nederland vooral sprake van zelfcensuur. Een soort zeer vergaande beleefdheid om problemen niet te benoemen of zelfs goed te praten. Tijdens de oorlogen die Nederland mee hielp voeren in Irak en Afghanistan was er al sprake van ’embedded’ journalistiek. Journalisten konden met het leger meereizen ‘voor hun eigen veiligheid’, maar schreven dan wel positief over de Nederlandse militaire bezigheden.

    Bijna alle journalisten deden mee met deze vorm van censuur. Eén van de zeer weinigen die weigerden zich te conformeren was Arnold Karskens. Karskens trok meestal alleen het land in en sprak met de mensen zelf. Terug in Nederland verscheen hij dan foeterend en blazend op televisie met nieuws over Nederlandse schuld bij dodelijke schietpartijen en bombardementen. En passant was hij ook nog op zoek naar oorlogsmisdadigers en oorlogsprofiteurs. Dankzij Karskens liepen zij tegen de lamp en werden in heel Nederland bekend.

    Het optreden van Karskens heeft tenminste als voordeel dat de burger niet in slaap valt en wordt geconfronteerd met nieuws dat andere media vaak niet of anders brengen. Karskens is niet te vatten, hij ligt dwars, evolueert volgens sommigen van linkse signatuur tot rechtse sympathieën, benoemt zichzelf tot held en experimenteert met crowd-funding. Lezen van zijn artikelen brengt de lezer op zijn minst tot de slotsom dat er ook ander nieuws is.

    Dupont schreef op 18 april in het artikel ‘Branche-organisaties’: ‘‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’ Het ging hier over Gemma Warmerdam, secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI. Warmerdam trok van leer tegen politiechef Paauw van Rotterdam, nadat deze had gesproken over het verbieden van motorclubs. En daar stak het Warmerdam, want, zo riep zij nijdig, er waren twee jaar geleden afspraken gemaakt om motorclubs ‘motorbendes’ te noemen wanneer het ging om ‘onepercenters’. Anders zou er schade optreden voor motorverkopers. Gemma riep politie, overheidsfunctionarissen en media op voorzichtig te zijn met de term ‘motorclub’.

    Er wordt hier dus door een lobbyiste van de Gemotoriseerde Tweewielers opgeroepen zich te houden aan afspraken gemaakt tussen politie, overheidsfunctionarissen en de media. Met als doel meer motorfietsen te verkopen. Afspraken? Wie hebben die afspraken gemaakt? Welke overheidsfunctionarissen? Welke politiemensen? Welke journalisten of kranten? Je suis Charlie?

    En nu het toch weer gaat over motorclubs, kijken we meteen even verder naar hoe er over die clubs geschreven wordt. Op 8 april 2016 schrijft Gerlof Leistra in Elsevier: ‘Mocht een verbod te ver gaan – ook bikers kunnen zich beroepen op de vrijheid van vereniging – dan kan hen in elk geval het leven zuur worden gemaakt. Bijvoorbeeld door ze geen vergunning te geven voor feesten en ook de vergunning voor hun clubhuis nog eens tegen het licht te houden. Louter hun aanwezigheid op straat is een gevaar voor de openbare orde. Alle strafdossiers leveren bij elkaar het beeld op van organisaties waarvan veel criminelen lid zijn. Het verschil met een criminele organisatie is louter juridisch.’

    Leistra geeft in dit artikel niet alleen zijn mening, hij fantaseert ook: ‘Leden van de clubs houden zich onder meer bezig met drugs- en wapenhandel, afpersing, prostitutie en protectie. Zodra ze in elkaars vaarwater belanden, is het meteen oorlog: kom niet aan ons geld!’

    Leistra is niet aan zijn proefstuk. Al jaren fulmineert de ‘misdaadverslaggever’ tegen motorclubs en pleit hij voor een verbod. In motorland is de brave Leistra echter totaal onbekend. Niemand heeft hem ooit gezien of gesproken. Alle informatie waarmee Leistra komt lijkt onmiddellijk afkomstig van de politie.

    Op het Facebookweblog ‘Discriminatie van motorclubs’ worden regelmatig journalisten aan de kaak gesteld die volgens de maker van het blog de feiten verdraaien of er op los fantaseren. Met name oud-politieman, nu journalist, John van den Heuvel, Bjorn Thimister en Mick van Wely van De Telegraaf krijgen het voor hun kiezen. Deze journalisten lijken volgens het blog partizanen van de overheid in plaats van het vrije woord. Ook het NOS Journaal moet er in het blog vaak aan geloven.

    Op 20 oktober 2015 schreef Dupont al in het artikel ‘De mol die eigenlijk een rat was’: De aangehouden burger die voor RTL-4 werkte is Peter van Vugt, een oude bekende. Van Vugt begon zijn carrière bij de politie Brabant Zuid-Oost, waar hij lid was van een arrestatieteam. Peter van Vugt was tevens eigenaar van het bedrijf Quick Look Investigations en werkte al jaren nauw samen met de eveneens uit Eindhoven afkomstige oud-politieman John van den Heuvel. Op Ibiza verzorgde Peter van Vugt de beveiliging van enkele vermogende Nederlanders die daar woonden. Van Vugt wordt volgens De Telegraaf verdacht van vuurwapenbezit en het uitlokken van het lekken van politiegegevens. Overigens heeft dat waarschijnlijk niets te maken met John van den Heuvel zelf of zijn programma.’

    In een artikel van The Post Online van 26 april 2016 zegt Arnold Karskens over de NOS: ‘Het NOS Journaal is, afgewogen tegen het budget, het slechtste journalistieke programma. Ver beneden de maat. Ze zijn doorgeefluik voor nieuws uit Den Haag, Brussel en Washington. Veel NOS’ers worden later voorlichter, ze likken zich in bij de macht. Niets ten nadele van sommige correspondenten, maar de redactie is niet goed. Daar zijn ze meer ambtenaar dan journalist.’

    Op dezelfde dag meldt Quotenet.nl enkele andere uitspraken van Karskens: ‘Nou je hebt natuurlijk pure corruptie, zoals een Telegraaf-journalist die voor geld slecht schrijft over een huurder die de huisbaas eruit wil hebben. Maar wat je vooral veel ziet is dat de commercie, de advertentie-afdeling zich met de inhoud bemoeit. Dan zijn er nog journalisten die al tijdens hun werk voorsorteren op een baan als woordvoerder ergens. Of journalisten die overstappen naar de politiek of adviseur worden bij een ministerie of partij, en daarna zelfs weer doodleuk terugkeren in de journalistiek. Mensen die niet gaan voor het onthullen en het openbaren, zoals ze zouden moeten doen, maar voor hun toekomst of pensioen. Wat ook opvallend is dat veel Nederlandse journalisten er helemaal geen moeite mee hebben samen te werken met de AIVD.’

    Het zijn zeer ernstige beschuldigingen van een man die al vele jaren meedraait in de journalistiek. Journalisten die zich laten omkopen, samenwerken met inlichtingendiensten, politieke belangen hebben of commerciële belangen van media die belangrijker zijn dan nieuwsgaring en publieksvoorlichting. Is het waar wat Karskens daar allemaal roept? Hij durft het in ieder geval te zeggen. Want het opnemen tegen een machtig concern als De Telegraaf doe je niet zomaar. Of de machtige staatsomroep NOS bekritiseren.

    Het verwijt van Karskens over journalisten in de politiek is in ieder geval zeker niet uit de lucht gegrepen. Rinke van de Brink werkt al jaren bij de staatsomroep NOS en zegt over zichzelf op over.nos.nl : ‘In al die jaren in de journalistiek zijn mijn drijfveren dezelfde gebleven: nieuwsgierigheid, het zoeken naar de feiten en het aandragen van informatie om die feiten te kunnen begrijpen.’ Van den Brink geeft op dezelfde pagina aan hoe hij zijn journalistieke carrière begon, maar verzwijgt dat hij vele jaren lang redacteur was van het communistische blad De Waarheid. In het boek ‘De schijn-élite van de valsemunters’ zegt auteur Martin Bosma dat Rinke redacteur was van het blad en lid van de CPN van mei 1977 tot september 1983. Nogal politiek gekleurd dus. Maar toch nog goed terecht gekomen, want de NOS betaald zijn medewerkers goed. Haast Kafkaesque zo’n ommeslag.

    Het Dagblad van het Noorden plaatste op 26 april 2016 een stuk van rechtbankjournalist Rob Zijlstra. ‘Organisaties proberen steeds nadrukkelijker grip te krijgen op de inhoud van journalistieke publicaties’, zegt hij. Zijlstra schiet uit zijn slof door een eerder artikel van hem over de politie in de noordelijke provincies. ‘De politie had het reeds gecorrigeerde artikel nogmaals voor publicatie willen inzien. Nog meer regie. Eigenlijk had het een heel ander artikel moeten zijn. Eigenlijk hadden ze het zelf willen schrijven. De teleurstelling, meldt de voorlichter, heeft ook gevolgen. Geen nieuwe afspraken.’

    ‘Journalisten die niet naar de pijpen dansen van de voorlichter van de politie kunnen het vergeten.’, is de conclusie van journalist Rob Zijlstra. En dat is zeer ernstig. De politie als bedwinger van het vrije woord.

    Een korte rondgang door het land van de ‘onafhankelijke pers’ levert dus al meteen iets op:

    Er worden afspraken gemaakt tussen de media en belangenorganisaties/brancheorganisaties.

    De politie wil alleen journalisten te woord staan die schrijven wat zij willen.

    Sommige journalisten of medewerkers van journalisten zijn oud-politiemensen en sommigen nemen het niet zo nauw met de wet.

    De krijgsmacht neemt ‘voor hun eigen veiligheid’ embedded-journalisten mee in oorlogsgebieden, waar zij eigenlijk onafhankelijk nieuws zouden moeten vergaren.

    Journalisten hebben een politiek extremistisch verleden en werken nu voor een staatsomroep die onder vuur ligt als eenzijdig.

    Journalisten of media hebben commerciële belangen bij onderwerpen waarover zij schrijven.

    Journalisten zijn over bepaalde onderwerpen totaal kritiekloos.

    Journalisten werken samen met inlichtingendiensten.

    Journalisten proberen hun eigen mening koste wat kost, ook door verdachtmakingen, aan de lezer op te dringen. Zelfs wanneer de feiten die zij presenteren helemaal niet bewezen zijn.

    Je suis Charlie? Ja, Charlie Chaplin!

     

     

     

    Branche-organisaties

    Op 5 oktober 2011 krabten motorliefhebbers zich enigszins achter de oren. Wat bleek namelijk? De nieuwe secretaris van de afdeling Gemotoriseerde Tweewielers van de RAI was een totale onbekende in motorrijdersland. Tweewieler.nl zei hierover: ‘Tot vorig jaar was Warmerdam overigens wel actief voor de ANWB – als innovatie consulent – en ook in de politiek (D66) en als beleidsmedewerker en adviseur voor het ministerie van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) is haar naam bekend. Met Gemma Warmerdam kiest de RAI dus voor een secretaris die de weg in Haagse kringen goed kent. Inmiddels is ze, zo meldt men in Amsterdam, volop aan het lessen op de motor.’

    U denkt nu natuurlijk: ‘Gemma Warmerdam?’ Waar gaat dit over? Zeker de vele bikers die hier komen lezen, zullen zich dat afvragen. Blijf nog even op deze pagina en u weet het.

    Vandaag kwam Gemma Warmerdam, die onbekende van de RAI dus, in het nieuws door enige fraaie uitspraken bij BNR.nl. ‘Het onderscheid moet duidelijk worden tussen 99 procent van de motorrijders die gewoon gezellig samen rondrijdt en de 1 procent die elkaar en de rest van de samenleving het leven zuur maakt.’ Het lijkt sprekend op de uitspraken gedaan na de relletjes in het Amerikaanse stadje Hollister in? 60 of 70 jaar geleden? Warmerdam reageert met deze uitspraken op het feit dat de Rotterdamse hoofdcommissaris van politie Frank Paauw vorige week sprak over motorclubs toen hij het had over de Hells Angels en de Mongols naar aanleiding van een vechtpartijtje in een Van der Valk-hotel.

    ‘Dit terwijl twee jaar geleden werd afgesproken om die term in die context niet meer in de mond te nemen. Ze zegt dat het langdurig negatief publiceren over motorclubs uiteindelijk leidt tot een daling van de omzet van motorverkopers.’, voegt Gemma er nog aan toe. Afgesproken? Met wie? En met welke wettelijke basis kun je afspreken bepaalde clubs een crimineel stempel op te leggen?

    BNR.nl gaat verder: ‘Ook leidde de discussie twee jaar geleden tot afgelasting van motorevenementen. Om te voorkomen dat dit nu weer gebeurt, roept Warmerdam politie, overheidsfunctionarissen en media op zorgvuldiger met de term ‘motorclubs’ om te gaan. Ook voorzitter Patrice Assendelft van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging, KNMV, doet dat. Hij wijst erop dat er al herhaaldelijk overleg is geweest met politie, het ministerie van Justitie en de gemeenten. “Het gaat dan een tijdje goed, en vervolgens zie je het toch weer gebeuren.” Motorrijders hebben er volgens Assendelft echt last van dat ze over een kam worden geschoren met criminele bikers.’

    Blijkbaar hebben politie, het ministerie van Justitie en de gemeenten samen met de KNMV en de RAI afgesproken dat een aantal motorclubs ‘bendes’ zijn en geen clubs. De voorzitter van de KNMV zegt zelfs ‘criminele clubs’. Eenzijdig, zonder enige rechterlijke tussenkomst of bemoeienis. ‘Want’, zo stelt Warmerdam, ‘die motorbendes maken elkaar en de samenleving het leven zuur!’ Dat is een hele statement, zo zonder een bijbehorende rechterlijke uitspraak.

    Wat zegt nu Gemma Warmerdam over zichzelf? Op LinkedIn vinden wij het volgende: ‘Vanaf 1994 heb ik gewerkt bij invloedrijke politieke, ambtelijke en consumenten organisaties in Den Haag. Sinds 2011 werk ik voor de branche organisatie RAI Verenging in Amsterdam. Gestart als beleidsmedewerker landbouw in de Tweede Kamer, vervolgens politiek adviseur van een minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en daarna bij de ANWB als belangenbehartiger en corporate innovatie- en strategieconsultant. Ik heb bewust gekozen om ervaring op te doen met de ‘witte vlek’ van politiek & beleid georiënteerde professionals namelijk marketing, creatie en innovatie. Door deze combinatie ben ik nu een veelzijdig strategisch adviseur en belangenbehartiger die ook kan meedenken met de leden in de branche vereniging. Ik heb ruime ervaring in belangenbehartiging, innovatie begeleiding, projectmanagement, visie-, strategie- en beleidsontwikkeling en woordvoering. Ik heb veel ervaring met complexe politieke en bestuurlijke issues.’

    Gemma Warmerdam is dus actief lid van de politieke partij D66, zij was politiek adviseur van twee ministers, en zij omschrijft zichzelf als strategieconsultant, belangenbehartiger, strategisch adviseur, en zeker niet als iemand die ook maar iets te maken heeft met motorrijders. Gemma gaat nog even verder op LinkedIn:

    ‘Belangenbehartiging, deelnemen aan het publieke debat, delen van kennis van wet en regelgeving, lobby in Nederland en Brussel, collectieve promotie coördineren en ontwikkeling van strategie- en beleidsvorming, zijn de activiteiten die ik voor de leden uitvoer en organiseer. Daarnaast onderhoud ik directe relaties met branche- en belangenorganisaties, politiek, overheden, consumentenorganisaties etc.’

    Is het nu iets duidelijker geworden? Een lobbyiste met zeer goede contacten in Den Haag, die afspraken maakte over het benoemen van motorclubs als ‘motorbendes’ zonder een enkele rechterlijke uitspraak. Motorverkopers zien hun omzet ook dalen door die ‘motorbendes’, zegt Warmerdam. Is daar onderzoek naar gedaan? En dalen die verkopen omdat er echt iets aan de hand is, of omdat de kranten op aandringen van de Warmerdam-lobby, schrijven dat er iets aan de hand is. En waarom worden politiemotorclubs niet genoemd? Dupont toonde al eerder aan dat in ieder geval in de Verenigde Staten deze politieclubs betrokken zijn bij talrijke moorden, schietpartijen en mishandelingen in het motorclubmilieu.

    In eerdere artikelen van Dupont bleek dat branche-organisaties door de politie worden aangezet maatregelen te nemen tegen motorclubs. Branche-organisaties van beveiligingsbedrijven moeten bikers weren, anders kunnen zij een keurmerk mislopen van de politie. Horeca-organisaties moeten hun leden aanzetten tot een colourverbod. Dupont toonde aan dat bestuursleden van dit soort branche-organisaties ook banden hebben met politieke organisaties of daarin zelfs actief zijn. Gemeenten wordt aangespoord actie te ondernemen tegen clubhuizen, ook wanneer er nimmer incidenten zijn geweest. Op deze manier kan het natuurlijk niet anders dan dat het publiek langzamerhand echt gaat geloven dat er iets aan de hand is. Er wordt dus bewust maatschappelijke onrust gecreëerd, iets dat kan worden gebruikt om een verbod van motorclubs te bewerkstelligen.

    Dus Gemma Warmerdam? Leuk geprobeerd, maar ga eerst je motorrijbewijs maar eens halen.