• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De gier van Minerva

    Op 27 juli 2015 schreef Dupont het artikel ‘Sesam, open u!’ over de sluiting van clubhuizen van motorclubs door gemeenten. Het verdient veel aanbeveling dit artikel nog eens te lezen: http://justitieenveiligheid.nl/sesam-open-u/ Dieper wordt ingegaan op de redenen die gemeentes aanvoeren om clubhuizen van motorclubs te verbieden, maar ook op de uitzonderingen. Zo gebeurt het dat horeca-gelegenheden waar volgens een burgemeester problemen waren met leden van een motorclub, toch open blijven omdat de uitbaatster de dochter van de burgemeester is. Ook gebeurt het dat uitzonderingen worden gemaakt voor zogenaamde jeugdhonken en sportkantines. In beide gevallen wordt vaak niet gehandhaafd. Ook niet wanneer er uitspraken zijn van een rechter of ernstige incidenten hebben plaatsgevonden.

    Bekend is dat jeugdhonken worden bezocht door minderjarigen om alcohol te nuttigen. Dit is in strijd met de wet. Op 25 april 2016 schreef Dupont het artikel ‘Motorclubhuizen en drankketen’. http://justitieenveiligheid.nl/motorclubhuizen-en-drankketen/

    Duidelijk wordt dat de gemeente en de politie weigeren te handhaven in jeugdhonken. Op Urk is zelfs een minderjarige jongen overleden na bezoek aan een jeugdhonk, maar de gemeente vindt het te onveilig voor controleurs om te handhaven. Ook hier bevelen wij de lezer zeer aan het desbetreffende artikel nog eens te lezen.

    Verbaasd over een artikel van Hart van Nederland op 14 juni 2019 zijn wij dan ook niet. Het artikel https://www.hartvannederland.nl/nieuws/2019/studentenclubs-maken-afspraken-voor-toekomst/?fbclid=IwAR1YN90iBoBjSnE9-ExDNyoJIkJA9LXvGOC22hRtAskDmuV_8KwwKihMxxg beschrijft hoe er afspraken zijn gemaakt met studentenverenigingen over onder meer drankgebruik. ‘Studentenverenigingen hebben de handen ineengeslagen voor een goed verenigingsleven in de toekomst. Ze ondertekenden vrijdag in Den Haag een document vol richtlijnen, onder meer over verantwoord alcoholgebruik.’, aldus Hart van Nederland.

    Er is de laatste jaren veel te doen geweest over studentenverenigingen. Met name verenigingen als Vindicat en Minerva kwamen zeer slecht in het nieuws. Bij ontgroeningen vielen slachtoffers, er waren mishandelingen, aanrandingen, er werd aangezet tot drugsgebruik, alcoholgebruik, de openbare orde werd verstoord door brallende studenten. Na onderzoek werd besloten een aantal regels op te stellen om enkele klachten in de toekomst te helpen voorkomen. ‘De studentenverenigingen moeten ook fysiek en geestelijk geweld uitsluiten, net als discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid “of op welke grond dan ook”. Seksueel grensoverschrijdende opmerkingen en handelingen mogen ook niet voorkomen.’, alweer volgens Hart van Nederland.

    Deze regels komen er omdat blijkbaar deze misstanden voorkomen bij studentenverenigingen. Fysiek en geestelijk geweld. Discriminatie op grond van godsdienst, of levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid. Ook mogen seksueel overschrijdende opmerkingen en handelingen niet voorkomen. En dat is eigenlijk een beetje vreemd. Want dit zijn zonder uitzondering allemaal strafbare feiten. Het staat in het Wetboek van Strafrecht. Zoals iedere korpsbal met een rechtenstudie dondersgoed weet. Daar heb je dus helemaal geen extra regels voor nodig. Dat die regels er toch zijn gekomen betekent dat die strafbare feiten dus blijkbaar werden gepleegd. Dat dit inderdaad zo is, kon u al lezen in onze artikelen ‘Een helse vereniging’ van 11 juni 2019, http://justitieenveiligheid.nl/een-helse-vereniging/, en ‘Het vuil van Minerva’ van 13 juni 2019, http://justitieenveiligheid.nl/het-vuil-van-minerva/.

    Volgens Hart van Nederland zijn er 47 ‘studentengezelligheidsverenigingen’ en zijn ze zelfs georganiseerd in een landelijk orgaan. ‘De richtlijnen zijn opgesteld door de 47 studentengezelligheidsverenigingen die zijn aangesloten bij de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). “Het Nederlandse studieklimaat is door strengere studie-eisen en financiële druk aan verandering onderhevig”, legt de organisatie uit.’ Verenigingen waar speciaal regels moeten worden opgesteld om strafbare feiten te voorkomen, worden ‘studentengezelligheidsverenigingen’ genoemd. Verenigingen die eigenlijk helemaal geen drank mogen schenken zijn gewoon georganiseerd in een legale landelijke vereniging.

    Blijkbaar is het in Nederland dus zo dat wanneer je de dochter bent van een burgemeester je horecazaak gewoon open kan blijven na incidenten, terwijl de zaak van een ander voor minder wordt gesloten. Tegelijkertijd worden, ondanks rechterlijke uitspraken, jeugdhonken waar drank wordt geschonken aan minderjarigen niet gecontroleerd of ze worden gedoogd terwijl de wet zegt dat moet worden gehandhaafd. Studentenverenigingen waar ernstige strafbare feiten worden gepleegd, maken gewoon wat nieuwe richtlijnen en kunnen dan verder gaan zoals vanouds. Oud-leden die hoge posities hebben verworven bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid zorgen daar blijkbaar wel voor.

    En wat moet er gebeuren met al die leden van motorclubs die zijn verboden dankzij de niet aflatende bemoeienissen van dezelfde ambtenaren van met ministerie van Justitie en Veiligheid? Waar moeten zij voortaan gezellig een potje bier gaan drinken? Op plaatsen waar niet gecontroleerd wordt en waar regels zijn tegen strafbare feiten? Misschien in jeugdhonken en bij ‘studentengezelligheidsverenigingen’ als Vindicat en Minerva? Dan zou één ding meteen afgelopen zijn, al die strafbare feiten en het verdrukken van zwakkeren zou in één klap voorbij zijn!

     

     

     

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Motorclubhuizen en drankketen

    De Telegraaf schreef op 20 november 2013: ‘Jeugdhonken en gedoogde illegale barretjes op Urk ontlopen controles omdat de gemeente het ‘niet veilig’ vindt voor haar controleurs. „Onze toezichthouder is onvoldoende uitgerust om zelfstandig binnencontroles in jeugdhonken uit te voeren. Zo beschikt hij, in tegenstelling tot de politie bijvoorbeeld niet over een kogelvrij vest en geweldsinstructie”, stelt de gemeente in een verklaring.’ Het gaat hier om minderjarigen.

    Tweeënhalf jaar later schreef De Stentor op 22 april 2016: ‘Het bootje waar de 17-jarige Urker Jan Baarssen deelnam aan een feestje, voordat hij dood werd teruggevonden, stond bekend als levensgevaarlijk. Dat blijkt uit een brief van Klankbordgroep jeugd aan college- en raadsleden van Urk.

    Ruim drie weken voor de verdwijning van Baarssen werd de gemeente door de Klankbordgroep via een brief ingelicht over de ‘hoge urgentie rondom de vele jeugdhonken in het dorp’. De Klankbordgroep, bestaande uit een bonte verzameling vrijwilligers waaronder Caritas Urk, Bezorgd Urk, Waypoint Moedige Ouders, horeca en jeugdwerkers, turfde in februari het aantal bezoekers bij de jeugdhonken. Op 20 februari beschreven zij de situatie op de boot in kwestie als levensbedreigend.

    De Klankbordgroep noemt de vaststelling zeer schrijnend en benadrukt dat andere jeugdhonken ook als levensgevaarlijk werden beschreven. “Feit is dat er in meerdere jeugdhonken op ongecontroleerde wijze extreem veel alcohol wordt genuttigd en dat er veel meer jongeren in één ruimte aanwezig zijn dan gesteld.” Met deze brief hoopt de Klankbordgroep meer aandacht te krijgen van de gemeente. Naar eigen zeggen is de groep al benaderd door het ministerie en de provincie voor meer informatie met betrekking tot de jeugdhonken op Urk.’

    Op 13 augustus 2015 schreef Dupont al een artikel over de jeugdhonken in Barneveld in het artikel ‘Wikijansia: Barneveld’. In tal van gemeente zijn jeugdhonken of drankketen waar minderjarigen alcohol nuttigen. Soms is er wel controle, maar dat is eigenlijk nog veel gekker. Roken in een horecagelegenheid, minderjarigen en drank, doorschenken aan mensen die dronken zijn. Heb je een legale zaak, dan worstel je met bestemmingsplannen, vergunningen, veiligheidsvoorschriften en controles. Heb je een illegale zaak, dan is bijna alles mogelijk. Blijkbaar. Urk is daarop helemaal geen uitzondering.

    Horeca Nederland, de brancheorganisatie, de landelijke politiek, de politie, het landelijk overlegorgaan van burgemeesters, de Tweede Kamer, zijn blijkbaar niet in het minst geraakt door deze problematiek. Maar er zou eens een lid van een motorclub naar binnen moeten lopen in zo’n drankkeet. Dan zouden dezelfde instanties struikelen over elkaars schijnheilige voeten. Ahmed Marcouch van de PvdA en Madeleine van Toorenburg van het CDA zouden meteen vragen gaan stellen in de Tweede Kamer. Dat doen ze niet bij de jeugdhonken. Beide partijen zien hun stemvee al jaren naar andere partijen gaan en dat is geen wonder.

    Er zijn in clubhuizen van motorclubs nooit incidenten, en toch gaan ze aan de lopende band dicht. Mede ook dankzij lieden als Marcouch en Van Toorenburg. Misschien toch een idee voor dat duo om eens te kijken naar al die jeugdhonken in plaats van die motorclubs.

    Wikijansia: Barneveld

    Algemeen

    Barneveld is een dorp in de provincie Gelderland dat al zo’n 800 jaar oud is. De naam van het dorp, Barneveld, is waarschijnlijk afkomstig van het afbranden van bos om er akkers aan te leggen. Barneveld zou dan betekenen ‘afgebrand veld’.

    In de gemeente Barneveld woonden in 2010 30.027 mensen. Het dorp is het centrum van de Nederlandse pluimveeteelt en heeft een sterke protestantse gemeenschap.

    De gemeente Barneveld heeft als burgemeester dr. J.W.A. van Dijk die in zijn taken wordt bijgestaan door de wethouders A. de Kruif, P.J.T. van Daalen, E. Fokkema en G.J. van den Hengel. Burgemeester Van Dijk heeft een goedbetaalde nevenfunctie als commissaris bij de Rabobank Bollenstreek.

    Beleid betreffende doelgroepen

    Eerder dit jaar (wij schreven daar over in de blog ‘Barneveld beneveld’) werd bekend dat de gemeente Barneveld een clubhuis van een motorclub had gesloten en verkocht. Volgens de gemeente werd de eigenaar van het clubhuis, de lokale afdeling van de Hells Angels MC, een dwangsom opgelegd na het vieren van een bruiloft in het pand. De gemeente ging er van uit dat in het pand geen openbare bijeenkomsten mochten worden gehouden. Ook mocht er geen drank worden geschonken. De motorclub kon de dwangsom van 13.000 euro niet betalen en daarom werd door de gemeente beslag gelegd op het pand. Het pand werd daarna geveild en van de opbrengst werd de dwangsom afgetrokken. Kort na de verkoop van het pand oordeelde de rechter dat de dwangsom onterecht was geweest, daar de bruiloft een besloten feest was. Ook bijeenkomsten in het clubgebouw waren altijd besloten, daar altijd eerst moest worden aangebeld en alleen genodigden of bekenden (op afspraak) het pand konden betreden. Het innen van de dwangsom was ook niet volgens de regels gebeurd. Deze rechterlijke uitspraak betekende dat de gemeente met een fors probleem kwam te zitten. Er was volkomen onterecht opgetreden tegen een vereniging en daardoor was grote schade en leed ontstaan. Tot op heden is het niet bekend wat de gemeente Barneveld gaat doen om dit probleem op te lossen.

    In het ‘Integraal Gemeentelijk Veiligheidsplan Barneveld 2015-2018’ werd ook bepaald wat de gemeente aanmoest met de jeugdketen binnen zijn grenzen. Jeugdketen zijn plaatsen waar zonder enige vergunning alcohol wordt geschonken aan jongeren, vaak minderjarigen. De keten zijn vrij toegankelijk en hebben dus, in tegenstelling tot het clubhuis van de motorclub, geen besloten karakter. Door de afwezigheid van toezicht, diploma’s, regelgeving geeft de gemeente Barneveld de gelegenheid aan minderjarigen om alcohol te drinken. Dit is tegen de wet.

    Het ‘Veiligheidsplan’ zegt hierover: ‘De gemeente Barneveld beschikt over een aantal jeugdketen, met name in het buitengebied. Enkele jaren geleden heeft de gemeente Barneveld gekozen voor een afbouwbeleid: de bestaande, bekende keten werden – onder bepaalde voorwaarden – gedoogd; nieuwe keten mochten en mogen zich niet vestigen. Hierin ligt uiteraard ook een eigen verantwoordelijkheid bij ouders/opvoeders. Niet overal is de overheid verantwoordelijk voor en heeft hier zicht op. Deze werkwijze heeft de afgelopen jaren ge-leid tot een (drastische) afname van het aantal geregistreerde keten. Op dit moment, januari 2015, zijn er nog 10 jeugdketen met een gedoogbeschikking. Wij zetten deze werkwijze de komende jaren voort. Uiteraard wordt er, na meldingen overlast, opgetreden.’

    Trouw schrijft over de ketenproblematiek op 4 december 2008 het volgende in zijn artikel ‘Harde aanpak van jeugdketen werkt niet’ : ‘De keuze van Barneveld voor een gedoogbeleid lijkt daar op. Nieuwe keten zijn niet toegestaan, maar achttien bestaande mogen na controle blijven tot ze vanzelf ophouden. Een jongerenkeet bestaat doorgaans een jaar of zeven, de tienerjaren van de gebruikers. Zo sterven de Barneveldse keten langzaam uit.’

     

    Absoluut geen corruptie

    Barneveld Vandaag schreef op 20 april 2015: ‘De gemeente Barneveld ontving in 1995 een verzoek om medewerking te verlenen voor de realisering van een tweede woning op het perceel Barnseweg 14. Dit verzoek werd om verschillende redenen geweigerd. In 2013 werd eenzelfde verzoek ingediend, maar nu door de nieuwe eigenaren van het genoemde perceel. Hoewel deze aanvraag in eerste instantie ook werd geweigerd, bleken er wel stedenbouwkundige mogelijkheden te zijn om alsnog medewerking te verlenen. De oorspronkelijke eigenaren van het perceel vonden dit merkwaardig. Zij dienden daarom een zienswijze in, waarin zij zich afvroegen of het perceel met voorkennis was gekocht en of er ongeoorloofde invloed door de gemeenteraad of een gemeenteraadslid was uitgeoefend. Deze laatste vraag hield verband met het feit dat er een nauwe familierelatie bestaat tussen de nieuwe eigenaren van het perceel en raadslid Van den Brink.’

    Dit is natuurlijk inderdaad wel zeer toevallig. De gemeente Barneveld liet een onderzoek instellen, dat als uitkomst had dat de gemeente niet onrechtmatig had gehandeld. Over raadslid van de SGP Van den Brink was men iets minder mild: ‘Daarnaast heeft hij zich niet onafhankelijk en niet onpartijdig gedragen. Door zijn rechtstreekse bemoeienis met de zienswijze, is vermenging opgetreden van het particuliere belang van raadslid Van den Brink met het door de gemeenteraad te behartigen algemeen belang. Dit is strijdig met de gedragscode van de gemeenteraad.’

    Naar aanleiding van het rapport besloot de SGP het vertrouwen op te zeggen in het raadslid en ging deze onafhankelijk verder.

     

    Absoluut wel geld zoek uit de gemeentekas?

    Accountant Leo Verhoef doet al jaren onderzoek naar overheden en hun jaarrekeningen. Telkens vindt hij dat rekeningen niet kloppen, terwijl gerenommeerde accountantsbureau’s wel hun handtekening hebben gezet. Verhoef schrijft de overheden aan, wanneer hij ontdekt dat er iets mis is. Op zijn website www. leoverhoef.nl : ‘Ook de jaarrekeningen van gemeente Barneveld zijn misleidend. Wat als saldo van opbrengsten en kosten wordt gepresenteerd, is niet het werkelijke saldo, en wat als financiële positie wordt gepresenteerd, is niet de financiële positie. Het gemeentebestuur meldde in de jaarrekening 2002 een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 1,9 miljoen. In werkelijkheid hield de gemeente € 7,7 miljoen over.

    Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad met zijn brief van 14 juli 2003 voor de misleidende jaarrekening. De gemeenteraad deed er niets mee maar liet het aan het college van b&w over om een uiterst dom briefje te sturen met de mededeling dat de jaarrekening niet misleidend was omdat een of andere accountant dat verklaard had. In Barneveld hadden ze blijkbaar de krant niet gelezen en niets gehoord en begrepen over WorldCom- en Enron- en andere boekhoudfraudezaken waar ook allemaal goedkeurende accountantsverklaringen bij stonden.

    Dus was bijvoorbeeld de jaarrekening 2006 en daarna de jaarrekening 2007 ook weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde in de jaarrekening 2007 een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 1,6 miljoen. In werkelijkheid hield de gemeente € 3,5 miljoen over. Geknoei in de cijfers maskeerde bijvoorbeeld dat de exeptionele verhoging van de Onroerendezaakbelasting van meer dan 15% (!) totaal niet nodig was geweest.

    Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad opnieuw met zijn brief van 27 augustus 2008. Die liet het aan het college van b&w over Leo Verhoef mee te delen dat een of andere accountant en de gemeenteraad de jaarrekening hadden goedgekeurd en dat “dus daarom” de jaarrekening niet onbetrouwbaar kon zijn. Het zal je gemeenteraad maar zijn. Het college van b&w schreef ook nog: “… doen wij aan u het verzoek om ons in de toekomst niet meer te wijzen op ongeregeldheden die (uitsluitend) door u geconstateerd worden”, terwijl bijvoorbeeld het NIVRA (organisatie van registeraccountants) al in maart 2006 zei dat de kritiek van Leo Verhoef op (veel) gemeentelijke jaarrekening terecht is, en terwijl Leo Verhoef nog steeds registeraccountant is.

    Dus was ook de jaarrekening 2008 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 4,7 miljoen. In werkelijkheid hield de gemeente “slechts” € 2,9 miljoen over. (De opbrengst van de Onroerendezaakbelasting was € 7,8 miljoen; dat had dus best ietsjes minder kunnen zijn.)

    Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad opnieuw voor de misleidende jaarrekeningen met zijn brief van 8 mei 2009. Dus was ook de jaarrekening 2009 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 0,0 miljoen. In werkelijkheid behaalde de gemeente een winst van € 40,9 miljoen (waarvan winst van – ten minste – € 38,6 miljoen bij de verkoop van de NUON-aandelen). (De opbrengst van de Onroerendezaakbelasting was € 8,1 miljoen; die was dus totaal overbodig.) Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad opnieuw met zijn brief van 15 juni 2010. Die reageerde niet.

    Dus was ook de jaarrekening 2010 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een nadelig saldo van opbrengsten en kosten van € 1,4 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een verlies van € 5,4 miljoen. Waar zijn de niet genoemde uitgaven van belastinggeld van € 4,0 miljoen aan opgegaan? Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad opnieuw met zijn brief van 24 oktober 2011. Die reageerde niet.

    Dus was ook de jaarrekening 2011 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 2,4 miljoen. In werkelijkheid was het “slechts” € 1,6 miljoen. Krijgen de belastingbetalers dat terug?

    Dus was ook de jaarrekening 2012 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 2,6 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een dramatisch verlies van € 29,2 miljoen. Waar zijn de niet genoemde uitgaven van belastinggeld van € 31,8 miljoen aan opgegaan? Ten minste waren er verliezen van ruim € 31 miljoen bij (te ambitieuze?, te weinig doordachte?) grond- en bouwprojecten. Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad opnieuw voor de misleidende jaarrekening met zijn brief van 24 april 2013.

    Dus was ook de jaarrekening 2013 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van € 3,0 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente opnieuw een groot verlies, nu van € 24,6 miljoen. Leo Verhoef waarschuwde de gemeenteraad opnieuw voor de misleidende jaarrekening met zijn brief van 18 april 2014. Alweer, geen reactie.

    Dus was ook de jaarrekening 2014 weer misleidend. Het gemeentebestuur meldde een nadelig saldo van opbrengsten en kosten van € 3,0 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een verlies van € 0,7 miljoen. Er waren nieuwe verliezen, nu van € 3,9 miljoen, bij (te ambitieuze?, te weinig doordachte?) grond- en bouwprojecten. Zonder deze speculatie-verliezen zou de gemeente dus geld overgehouden hebben!’, aldus Verhoef op zijn website.

    Feitelijk maakt de gemeente zich schuldig aan valsheid in geschrifte. Er is geen excuus mogelijk: de gemeente is diverse malen schriftelijk gewaarschuwd.

    Pluimveehoofdstad

    Er is een spreekwoord over struisvogels die hun kop in het zand steken. Er is een gezegde over struisvogelpolitiek. Er is ook een spreekwoord over kippen zonder kop. Maar wij houden ons het liefst bij: ‘Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen!’

     

     

     

     

     

     

     

     

    Sesam, open u!

    Vandaag werd op last van de burgemeester van Sittard-Geleen café The Dug Out gesloten. Al eerder werd de zaak gesloten voor drie maanden na een vecht- en schietpartij tussen Bandidos en leden van de Red Devils MC. Een kort geding tegen die tijdelijke sluiting werd verloren. Volgens de rechtbank is onder meer de veiligheid van de buurt rond het café in het geding. Mede om die reden trekt de burgemeester de vergunning nu dus definitief in. Mede om die reden. Wat de andere redenen zijn van de definitieve sluiting werd niet bekend gemaakt.

    Het sluiten van clubhuizen en ontmoetingsplaatsen van motorclubs is al langer een prioriteit van de overheid. Mede door informatieverstrekking van de politie worden burgemeesters attent gemaakt op de aanwezigheid in hun gemeente van leden van motorclubs, motorclubs en clubhuizen en ontmoetingsplaatsen.

    Het is landelijk beleid om zoveel mogelijk van die clubhuizen en ontmoetingsplaatsen te sluiten. In de Landelijke Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs van juni 2015 staat dit nog eens duidelijk verwoord: ‘In Nederland zijn in de verslagperiode 177 OMG-clubhuizen (of pogingen tot de oprichting daarvan) geïdentificeerd. 113 gevallen zijn bestuurlijk aangepakt, door het voeren van een stopgesprek, ofwel door bestuurlijke handhaving omdat het clubhuis in strijd is met het bestemmingsplan of in overtreding van de Drank- en horecawet, al dan niet met gebruikmaking van een Bibob-procedure.

    Van de 177 clubhuizen zijn er 87 gesloten of afgewend, omdat deze niet voldeden aan de vigerende regelgeving zoals het bestemmingsplan. Strijd met het bestemmingsplan was in 65 gevallen aan de orde. Er zijn 46 zogenaamde stopgesprekken gevoerd. Een stopgesprek is een gesprek tussen de burgemeester, de plaatselijke politiechef en een afvaardiging van de OMG, die voornemens is een clubhuis te vestigen in een gemeente. In dat gesprek wordt duidelijk gemaakt dat de OMG zich aan wet- en regelgeving dient te houden en dat overtredingen niet worden getolereerd. In enkele gevallen wordt ook een stopgesprek met de verhuurder van ruimten ten behoeve van een clubhuis gehouden, om deze te bewegen het huurcontract te beëindigen.

    Een flink aantal chapters is momenteel op zoek naar een clubhuis, Zolang ze geen clubhuis hebben maken zij gebruik van horecagelegenheden, voetbalkantines, woonhuizen of zelfs een vrachtwagen met oplegger (deze laatste is door de politie inbeslaggenomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek). Maar ook daar worden de regels gehandhaafd.’

    De overheid doet er dus alles aan om, naar aanleiding van politie-informatie, ontmoetingsplaatsen te sluiten. In de voortgangsrapportage zijn de redenen aangegeven die kunnen worden gebruikt. Deze ware heksenjacht vindt plaats tegen mensen die lid zijn van clubs die niet zijn verboden door de rechter. De vraag is nu of diezelfde harde maatregelen ook worden genomen tegen andere ontmoetingsplaatsen. Wat is bijvoorbeeld het beleid voor voetbalkantines en jeugdhonken?

     

    In de studie ‘Jeugdhonken in de achtertuin’ van de HBO Kennisbank uit 2007 komen een aantal verontrustende zaken naar boven: ‘Opvallend is dat keetjongeren gemiddeld meer alcohol drinken in de keet dan de overige jeugd. Naast alcoholgebruik heeft ook veiligheid de aandacht getrokken bij dit onderzoek.’

    Alcoholgebruik door jongeren onder de 18. Wat zegt de wet daarover? Er mag geen alcohol worden geschonken aan personen onder de 18 jaar. Je bent vanaf 2014 ook strafbaar als je nog geen 18 jaar bent en in het openbaar alcohol bij je hebt. Dat zegt de wet. Volgens bovenstaande studie zijn er alleen in Tubbergen al tussen de 20 en 30 jeugdhonken. Jeugdhonken die drank schenken aan minderjarigen, waar wordt gerookt (daar staat de hele horeca nog steeds van op zijn kop!) en blijkbaar deugt de veiligheid ook niet.

    De lezer zal nu menen dat er wel stevig zal worden opgetreden tegen deze illegale drankketen. Maar Omroep Flevoland meldt op 24 juli 2015: ‘De gemeente Urk gaat het toezicht- en handhavingsbeleid voor jeugdhonken níet veranderen. Dat zegt de gemeente in reactie op de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank oordeelde half juni dat de gemeente zich bij de controle van de barren niet mag baseren op de plaatselijke Notitie Jeugdhonken. In plaats daarvan moet de gemeente handhaven op basis van formele wetgeving, zoals de Drank- en Horecawet, het omgevingsrecht en het bestemmingsplan. Urk kreeg van de rechter tot vrijdag de tijd om aan te tonen dat ze dat ook doet.’

    De rechter gebied een gemeente de wet toe te passen en de gemeente weigert dat. Zeer opmerkelijk. De lezer denkt nu natuurlijk dat de politie, zonder aanziens des persoons, die wet wél gaat toepassen. Recht is recht en de wet gaat boven alles en hier is zelfs een rechterlijke uitspraak. Een win-winsituatie voor de handhavers van het gezag dus. Maar, wat zegt de bovengemelde studie? ‘Zowel wijkagenten als jongerenwerkers blijken de keten te waarderen, dit in tegenstelling tot organisaties als de Stichting Alcoholpreventie. De lokale actoren leggen juist de nadruk op de sociale functie van de keten en zien ze als een goede oplossing voor het ontbreken van faciliteiten voor jongeren in de gemeente. Een ander argument is dat men niet weet wat de jongeren zullen doen als zij niet meer in hun keet mogen zitten. Men is bang dat de jongeren dan op straat gaan hangen en overlast zullen veroorzaken.’

    In plaats van een uitspraak van de rechter te respecteren, in plaats van de wet toe te passen, in plaats van de veiligheid van minderjarigen te waarborgen, in plaats van de gezondheid van jongeren te garanderen, is de politie zelfs blij met die drankketen. Want, er zijn immers geen andere faciliteiten voor de jongeren die die keten bezoeken. Omdat er geen andere faciliteiten zijn mogen die minderjarigen dus in een onveilige ruimte alcohol nuttigen en roken. Het voordeel voor de politie is dat men nu weet waar die jongeren zitten en ze geen overlast elders veroorzaken. Onthoudt u de laatste zin?

    Wij gaan nu eens even kijken hoe het is gesteld met voetbalkantines. Naar aanleiding van de nieuwe Drank- en Horecawet, werd volgens Nederweert24.nl in de gemeente Nederweert de volgende regel voorgesteld: ‘Het college van burgemeester en wethouders stelt voor dat sportverenigingen en kantines alcohol mogen schenken vanaf twee uur vóór tot twee uur ná een activiteit. Op zondagen mag tot maximaal 20.00 uur geschonken worden omdat de reguliere horeca met name dan oneerlijke concurrentie ondervindt. De gemeenschapshuizen krijgen gelijke schenktijden als de reguliere horeca omdat deze voorzien in brede sociale activiteiten.’

    In de meeste Nederlandse gemeenten is een soortgelijke regeling van kracht. We praten hier dus over een sportvereniging of -club, die een clubgebouw huurt dan wel in bezit heeft en zowel voor als na een sportactiviteit alcohol schenkt. Die sportieve activiteiten voorafgegaan en gevolgd door alcohol (en in de meeste kantines ook tabak!) gelden natuurlijk niet alleen maar voor voetballend Nederland. Ook de toeschouwers en vrienden en bekenden maken graag gebruik van de kantine. Het betreft hier dan ook allerminst een besloten gelegenheid. Naast voetballende drankliefhebbers, zijn er nog veel meer sporters die graag spanning en sport combineren met een glas. Zo zijn er hockeyclubs, rugbyverenigingen, roeiclubs, schaatsverenigingen, ja zelfs schietverenigingen waar gewoon drank kan worden gekocht in de kantine.

    De aantallen mensen die gebruik maken van sportkantines en jeugdhonken kennen wij niet. Zouden het er honderden zijn? Of duizenden? Of zelfs honderdduizenden? Het wordt toegestaan of gedoogd, door de sociale functie die het drinken in kantines en jeugdhonken heeft. Zelfs uitspraken van een rechter worden niet gerespecteerd, omdat de politie graag weet waar de jeugd zich ophoudt. Dat tal van regels worden overtreden en de gemeente eigenlijk samen met de politie zou moeten handhaven, wordt gemakkelijk naast zich neergelegd. Honderdduizenden maken gebruik van kantines en honken. Volgens de politie zijn er ongeveer 1800 leden van motorclubs. Begint u onder het tipje van de sluier te geraken?

    Je zou veronderstellen dat de politie ook graag wil weten waar de leden van een motorclub zich ophouden. Helemaal die verschrikkelijke motorcycle outlaws. Je weet dan ook dat ze geen overlast veroorzaken elders. Een aantal volwassen heren, die in een besloten gelegenheid alcohol drinken, of thee, of een warme bak koffie met een gehaktballetje na het motorrijden. Of vóór het motorrijden. Een gezellige bijeenkomst met een sociale functie voor de leden van een motorclub. Volwassen mannen die weten wat ze doen. Mannen die vrijwel allemaal een baan hebben, een gezin, kinderen, een huis. Maar gemeenten en politie hebben liever dat onverantwoordelijke minderjarigen in een onveilig pand alcohol drinken dan die volwassen en verantwoordelijke kerels met een motorjasje aan.

    De sluiting van café The Dug Out bekijken wij daarom met argusogen. Vooral die zin ‘Mede om die reden trekt de burgemeester de vergunning nu dus definitief in.’, baart ons zorgen. Mede om die reden. Wat zijn de andere redenen? Dat er motorrijders in die zaak kwamen? Kort geleden verklaarde meneer Jos Som, een persoon die wij niet meer behoeven voor te stellen aan onze trouwe lezers, dat Café Navarro definitief gesloten is, iets anders over de sluiting. De NOS berichtte daarover op 15 mei 2015: ‘Voor burgemeester Jos Som waren de spanningen en conflicten tussen motorclubs in Zuid-Limburg de reden voor de sluiting. Volgens de gemeente waren er de laatste tijd een paar keer rivaliserende Bandidos “op intimiderende wijze” in de buurt van het clubhuis. Som wil zéker in de drukke binnenstad geen conflicten of geweld. De burgemeester wijst op de gebeurtenissen op 7 mei bij een sporthal in Sittard, waar bij een vechtpartij tussen leden van motorclubs drie gewonden vielen. Bij de vechtpartij tussen leden van de Hells Angels, Bandidos en Red Devils is vermoedelijk ook geschoten.’

    Er waren rivaliserende Bandidos op intimiderende wijze in de buurt van het clubhuis. Er zijn spanningen tussen motorclubs. Én, last-but-not-least, er wordt door meneer Som verwezen naar de vechtpartij in The Dug Out in Sittard. Nu hebben wij een paar vragen, hè. Voor de gemeente Kerkrade en voor die burgemeester, hè. En hier komt dan die eerste vraag, hè. Hoe dicht is ‘in de buurt’? Op hoeveel meter mag de ene club het clubhuis van de andere club naderen, voordat tot sluiting besloten kan worden? Er komen dus leden van een rivaliserende motorclub in de buurt van een horeca-gelegenheid, of een clubhuis, en dat gaat dan dicht. Volgens meneer Som zijn die vreselijke Hells Angels ook erg dicht in de buurt geweest van Café Suus, het café van zijn dochter waarover het laatste woord nog niet gesproken zal zijn. Dat ging ook lastig anders, want ze zaten er naast in hun clubhuis. Toch werd Café Suus nooit gesloten. Ook niet nadat, ook weer volgens meneer Som, er zelfs bedreigingen en vernielingen waren geweest in Café Suus zelf. Dat sluiten geldt dus alleen maar wanneer je geen dochter bent van de burgemeester of een motorclub bent. En nu die vechtpartij in Sittard, hè. Dat is een reden geweest voor meneer Som om dat café van de Hells Angels te sluiten. Volgens die redenatie gaan er straks nog een heleboel andere café’s dicht in Nederland. Er is een vechtpartij geweest in een café waar leden van motorclubs komen. Nou, makkelijk, nu gaan we alles waar leden van motorclubs komen sluiten. Hèhè, eindelijk!

    De sluiting van het Hells Angels-clubhuis in Barneveld ging geheel anders. Wel zeer creatief. De gemeente legde de club een dwangsom op, omdat er een bruiloft werd gehouden. Omdat de club die dwangsom niet kon betalen (we praten hier over mensen die volgens de politie en de media grossieren in geweld, misdaad en drugshandel en daar enorme geldbedragen mee binnenhalen, die vervolgens worden witgewassen!) werd het clubhuis onteigend en geveild. Later oordeelde de rechter dat zowel de dwangsom als de inbeslagname onwettig waren. Maar ja, weer een clubhuis dicht, dus de missie is geslaagd. Ook hier hebben wij weer een vraag. Waarom moet per se dat motorrijdersclubhuis dicht, terwijl er juist subsidie wordt gegeven aan een overlast gevend jeugdhonk? De BarneveldseKrant.nl schrijft over dit jeugdhonk ‘Time-Out’ op 26 mei een artikel. Er is nooit geklaagd over overlast van dat motorclubhuis, maar dat zou en moest dicht. Het jeugdhonk, dat wel overlast bleek te geven, kreeg juist subsidie om zich te vestigen en open te blijven.

    Ja, zo maar enige voorbeelden van recht in Nederland. Recht en rechtvaardigheid. Begrippen waarvoor we onze jongens en meisjes naar verre en onbekende brandhaarden sturen. Er zijn nog veel meer voorbeelden die we zouden kunnen geven. Gemeenten komen met de meest idiote redenen om clubhuizen te sluiten of te weigeren. Rivaliserende clubs worden er bijgehaald, maar nooit bijvoorbeeld rivaliserende voetbalsupporters om een voetbalkantine of -honk te sluiten. Veel motorclubs zijn een stichting en het komt voor dat een gemeente roept dat een stichting niets te zoeken heeft op een bedrijventerrein. Je moet het allemaal maar bedenken. Uiterst langdurige en kostbare procedures en rechtzaken zijn het gevolg, terwijl degenen die die besluiten nemen uitzonderingen maken voor tal van illegale drankgelegenheden. Of voor familie, zoals bij meneer Som.