• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Het wordt duidelijk wie er loyaal zijn

    Vorige week begonnen wij met een actie om zoveel mogelijk mails en brieven te versturen naar enige militaire bonden, het Veteranen Instituut en de Commandant der Strijdkrachten R.P. Bauer.

    Deze actie is niet beëindigd en gaat gewoon door. Er zijn verschillende redenen voor deze actie: Door grote aantallen mails en brieven wordt er druk uitgeoefend op de geadresseerden. Niemand kan er meer omheen of roepen dat ze het niet wisten. Er is een PR-probleem bij Defensie door zoveel kritieke vragen en opmerkingen. Door de actie wordt tevens duidelijk wie er achter de veteranen staan en wie niet.

    Inmiddels hebben wij van bijna alle geadresseerden een schriftelijk antwoord ontvangen. Deze antwoorden publiceren wij hieronder met ons commentaar.

    ANTWOORD COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN

    Het antwoord van de Commandant der Strijdkrachten, luitenant-admiraal R.P. Bauer:

    ‘Laat ik voorop stellen dat ik groot respect heb voor de verdiensten van deze militair op basis waarvan hem destijds het Kruis van Verdienste is toegekend. Op deze individuele zaak kan ik echter verder inhoudelijk niet ingaan vanwege privacyredenen. Wel kan ik in algemene zin de gang van zaken met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar toelichten.

    Alle militaire functies (en de meeste burgerfuncties) zijn vertrouwensfuncties en daartoe ondergaan militairen (en burgers) een veiligheidsonderzoek. In het veiligheidsonderzoek staat de vraag centraal of er voldoende waarborgen zijn dat iemand de verplichtingen uit zijn functie getrouwelijk zal vervullen. In het veiligheidsonderzoek komen alle relevante feiten en omstandigheden aan de orde waaronder loyaliteit, veiligheidsbewustzijn en integriteit, maar ook betrokkenheid bij verschillende organisaties zoals een Outlaw Motorcycle Gang (OMG) in relatie tot de functie die iemand vervult. Op basis van het onderzoek wordt vervolgens weloverwogen een besluit genomen.

    Meer algemeen verwijs ik naar de gedragsregels die Defensie hanteert ten aanzien van gedragingen in de privésfeer. Deze gelden voor iedere medewerker van Defensie.

    Een intrekking van de VGB doet niets af aan de erkenning, het respect en waardering die met een onderscheiding gepaard gaan. Ik ben mij ervan bewust dat dit anders kan worden ervaren. Ik weet dat intrekking van de VGB grote impact kan hebben op het privéleven, waaronder het thuisfront. Tegelijk is het van belang dat de nationale veiligheid te allen tijde zo goed mogelijk is geborgd. Daarbij hoort ook het intrekken van een VGB indien de feiten en omstandigheden, na zorgvuldige afweging, dat vereisen.

    Commandant der Strijdkrachten, Luitenant-admiraal Rob Bauer’

    De eerste alinea van de brief is duidelijk. Respect voor de onderscheidingen en de privacy. Wij kunnen dat wel onderschrijven.

    De tweede alinea. Hier ging het feitelijk om. De bewuste sergeant-majoor is een militair die niet alleen is onderscheiden voor grote moed onder vuur, maar ook is hij al 25 jaar in dienst bij Defensie. Zou hij op enig moment niet hebben gefunctioneerd, zou er op enig moment twijfel zijn geweest aan zijn loyaliteit, dan zou dit hebben geresulteerd in het intrekken van zijn VGB. Dit is niet alleen niet gebeurt. Sterker nog, ondanks alle ontslagrondes, bezuinigingsrondes en de daarmee gepaard gaande ontslagen, is onderofficier Vissers nog steeds in dienst. Nog enkele weken geleden is Vissers zelfs door zijn werkgever bevorderd in rang. Alle relevante feiten en omstandigheden wijzen op een uiterst betrouwbare onderofficier en werknemer. Het feit dat pas op dit moment wordt getwijfeld aan zijn loyaliteit is zeer vreemd, daar Defensie al jarenlang op de hoogte is van zijn lidmaatschap van Veterans MC. Tegelijkertijd is er ook voldoende in de media geweest de afgelopen jaren dat Defensie zich aan het lidmaatschap van motorclubs stoort. Toch zijn er tot nu toe geen mensen om die reden ontslagen. Dus waarom toen niet en nu wel?

    In ons artikel Hoogmoed moet ten val van 2 augustus 2019 zeggen wij nog dit: ‘Op 28 juni 2016 berichtte de Nationale Ombudsman dat een onderzoek gestart zou worden naar aanleiding van klachten van de Veterans MC. ‘In een nota van Defensie staat dat uit eerder onderzoek door politie en de Koninklijke Marechaussee niet was gebleken dat militairen die lid zijn van een motorclub, waaronder ook de Veterans MC, over criminele antecedenten beschikken.’, aldus de Ombudsman die een onderzoek startte.’

    Er zijn dus naar aanleiding van politieonderzoek én naar eigen Defensieonderzoek door de Marechaussee geen aanwijzingen gevonden voor crimineel gedrag van leden van motorclubs die bij Defensie werken. Bovendien blijkt dat politiagente die zijn veroordeeld en bestraft gewoon mogen doorwerken bij de politie en geen last hebben van een ingetrokken VGB. Militairen worden hier dus gediscrimineerd. Tussen haakjes vragen wij ons nog af hoe dit dan zit met de lidmaatschappen van egenten van politiemotorbendes als Marshals, Blue Knights, Punishers en Lex Legio die beweren de ‘MC-protocollen’ te volgen.

    De laatste alinea. Hier zegt Rob Bauer wel iets zeer opmerkelijks. ‘Tegelijkertijd is het van belang dat de nationale veiligheid te allen tijde zo goed mogelijk is geborgd. Daarbij hoort ook het intrekken van een VGB indien de feiten en omstandigheden, na zorgvuldige afweging, dat vereisen.’ De nationale veiligheid? Omdat onderofficier Vissers lid is van motorclub Veterans? Of omdat hij dan wel zijn club contacten zouden onderhouden met de Hells Angels? Zijn de Veterans MC of de Hells Angels MC een gevaar voor de nationale veiligheid? Dit lijkt op terrorismewetgeving. Is dit de achterliggende reden voor het verbod op sommige motorclubs? Is dit de reden voor de moeilijkheden die Veterans MC binnen Defensie ondervindt? Komen er motorclubs voor op een lijst van terroristische organisaties? Wij zijn heel benieuwd. Het zou dan om nieuwe feiten moeten gaan.

    ANTWOORD MILITAIRE BONDEN VBM EN BBTV

    Het antwoord van militaire bond VBM en BBTV.

    Geachte heer/mevrouw,

    Militairen hebben een vertrouwensfunctie. Het is dan ook terecht dat aan militairen hoge eisen worden gesteld waar het gaat om hun integriteit.

    Het lidmaatschap van een motorclub kan nooit de enige reden zijn om de VGB van een militair in te trekken. Het is terecht dat de advocaat van sergeant-majoor Maurice Vissers bezwaar heeft aangetekend tegen het besluit om de VGB alleen vanwege deze reden in te trekken.

    De reactie van de VBM en BBTV zal in voorkomende gevallen dezelfde zijn.

    Vriendelijke groet, Henri Lansink, Redactie XRcise en Trivizier VBM en BBTV.

    Uit deze brief blijkt wel enige steun voor leden van motorclubs binnen Defensie. Defensie zal volgens deze twee bonden met andere redenen moeten komen om een lid van een motorclub zijn VGB in te trekken.

    Van de AFMP en de ODB hebben wij geen enkel bericht ontvangen. Jammer, AFMP en ODB. Jullie worden toch betaald door jullie leden om het voor ze op te nemen? Wanneer je niet opkomt voor je leden kunnen die net zo goed hun lidmaatschap opzeggen en lid worden van een andere bond.

    ANTWOORD VAN HET VETERANEN INSTITUUT

    (Wij hebben dit gedownload van de Facebookpagina van The Force)

    Wij hebben uw bericht aangaande sergeant-majoor Maurice Vissers in goede orde ontvangen. Sterker nog, we hebben deze mail in exact dezelfde bewoordingen ook nog van zeven andere personen ontvangen. Dat roept wel de vraag op of ik mag volstaan met één reactie. Hopelijk delen jullie de reacties onderling binnen deze (blijkbaar niet-taakverdelende) mailgroep, want anders lopen wij alsnog het risico dat wij door ‘het uitblijven van een reactie” publiekelijk van het diskwalificeren van sergeant-majoor Vissers worden beticht.

    Laat ik bij afwezigheid wegens vakantieverlof van onze directeur, kolonel Ludy de Vos, als zijn plaatsvervanger voorop stellen dat wij zeer veel respect hebben voor de militaire verdiensten van sergeant-majoor Vissers. Niet voor niets is hij voor zijn bijzonder kundige en moedige gedrag in 2009 onderscheiden. Zijn kwaliteiten en grote verdiensten als militair staan in de door u benoemde kwestie ook absoluut niet ter discussie, bij niemand vermoed ik.

    Voor zover ik uit de zeer summiere mediaberichtgeving heb begrepen, is de VOG van betrokkene ook niet ingetrokken vanwege lidmaatschap aan een motorclub, zoals u in uw mailbericht stelt, maar vanwege contacten die hij als vice-president daarvan zou hebben met verboden motorclubs. Verdere concrete informatie ontbreekt, behalve dan de vermelding van de schorsing en de aankondiging van zijn advocaat Ruperti hiertegen in bezwaar te zullen gaan en zo nodig de gang naar de rechter te maken, zoals dat gelukkig in onze rechtstaat mogelijk en gebruikelijk is. U zult begrijpen dat het Veteraneninstituut zich over deze gevoelige kwestie op basis van het weinige wat publiekelijk bekend is geen mening kan vormen. Verder achten wij het sowieso ongepast om als beleidsuitvoerend instituut meningen te ventileren over aangelegenheden in de privésfeer van individuele veteranen, wie dan ook. Hopelijk kunt u dat respecteren.

    Met vriendelijke groet, Martin Elands, Hoofd Kennis- en Onderzoekscentrum Plaatsvervangend directeur

     

    Een opmerkelijke brief. Martin Elands doet net alsof er ‘zeer summiere’ berichtgeving is. Ook doet hij het voorkomen alsof het Veteranen Instituut de problematiek niet kent. Maar is dat wel zo?

    Al op 28 juni 2015 publiceerde Dupont op deze blog het volgende artikel http://justitieenveiligheid.nl/veteranendag-veteranen-veterans-mc-criminelen-en-een-militair-historicus-die-de-feiten-niet-kent/ In 2015 was er dus al een rel over het meerijden van de Veterans MC bij het veteranendefilé. Ook werd de motorclub de toegang tot kazernes door Defensie ontzegt. Het veteranentijdschrift ‘Checkpoint’, uitgegeven in opdracht van het Veteranen Instituut berichtte daarover. Het jaar daarop reed de toenmalige directeur van het Veteranen Instituut mee achterop de motor bij de toertocht van de veteranenmotorrijders. Checkpoint schreef daarover en Dupont ook. http://justitieenveiligheid.nl/een-directeur-met-ballen/ Duidelijk is dat al in 2015 druk werd uitgeoefend op militairen die lid zijn van motorclubs om te kiezen tussen Defensie of de motorclub én dat het Veteranen Instituut op de hoogte was. Al in 2015. We zijn nu 4 jaar verder en talloze artikelen in bijna alle media en de plaatsvervangend directeur van het Veteranen Instituut doet het voorkomen alsof de materie niet goed bekent is.

    Het Veteranen Instituut heeft in zijn naam het woord ‘Veteranen’. Het lijkt er op alsof het instituut als taak heeft voor veteranen te zorgen. Is dit ook zo? Doen ze dit ook? Uit de brief van Elands blijkt dat het hielenlikkers zijn van het ministerie van Defensie zonder eigen mening die het voor de grote baas opnemen en zeker niet voor de man of vrouw op de werkvloer.

    Conclusies:

    Militaire bonden hebben grote moeite het op te nemen voor de gewone soldaat. De Commandant der Strijdkrachten suggereert dat het zou gaan om de nationale veiligheid. dat betekent dat de contacten die Vissers zou onderhouden met de Hells Angels onder de terrorismewetgeving zouden vallen. Het Veteranen Instituut neemt het alleen op voor de baas en liegt dat ze materie niet kennen, terwijl ze uitgebreid over de zaak hebben bericht in het verleden.

    Ondertussen gaat de mailactie gewoon door. Laat ze weten dat je het niet met ze eens bent!!

     

     

    De gier van Minerva

    Op 27 juli 2015 schreef Dupont het artikel ‘Sesam, open u!’ over de sluiting van clubhuizen van motorclubs door gemeenten. Het verdient veel aanbeveling dit artikel nog eens te lezen: http://justitieenveiligheid.nl/sesam-open-u/ Dieper wordt ingegaan op de redenen die gemeentes aanvoeren om clubhuizen van motorclubs te verbieden, maar ook op de uitzonderingen. Zo gebeurt het dat horeca-gelegenheden waar volgens een burgemeester problemen waren met leden van een motorclub, toch open blijven omdat de uitbaatster de dochter van de burgemeester is. Ook gebeurt het dat uitzonderingen worden gemaakt voor zogenaamde jeugdhonken en sportkantines. In beide gevallen wordt vaak niet gehandhaafd. Ook niet wanneer er uitspraken zijn van een rechter of ernstige incidenten hebben plaatsgevonden.

    Bekend is dat jeugdhonken worden bezocht door minderjarigen om alcohol te nuttigen. Dit is in strijd met de wet. Op 25 april 2016 schreef Dupont het artikel ‘Motorclubhuizen en drankketen’. http://justitieenveiligheid.nl/motorclubhuizen-en-drankketen/

    Duidelijk wordt dat de gemeente en de politie weigeren te handhaven in jeugdhonken. Op Urk is zelfs een minderjarige jongen overleden na bezoek aan een jeugdhonk, maar de gemeente vindt het te onveilig voor controleurs om te handhaven. Ook hier bevelen wij de lezer zeer aan het desbetreffende artikel nog eens te lezen.

    Verbaasd over een artikel van Hart van Nederland op 14 juni 2019 zijn wij dan ook niet. Het artikel https://www.hartvannederland.nl/nieuws/2019/studentenclubs-maken-afspraken-voor-toekomst/?fbclid=IwAR1YN90iBoBjSnE9-ExDNyoJIkJA9LXvGOC22hRtAskDmuV_8KwwKihMxxg beschrijft hoe er afspraken zijn gemaakt met studentenverenigingen over onder meer drankgebruik. ‘Studentenverenigingen hebben de handen ineengeslagen voor een goed verenigingsleven in de toekomst. Ze ondertekenden vrijdag in Den Haag een document vol richtlijnen, onder meer over verantwoord alcoholgebruik.’, aldus Hart van Nederland.

    Er is de laatste jaren veel te doen geweest over studentenverenigingen. Met name verenigingen als Vindicat en Minerva kwamen zeer slecht in het nieuws. Bij ontgroeningen vielen slachtoffers, er waren mishandelingen, aanrandingen, er werd aangezet tot drugsgebruik, alcoholgebruik, de openbare orde werd verstoord door brallende studenten. Na onderzoek werd besloten een aantal regels op te stellen om enkele klachten in de toekomst te helpen voorkomen. ‘De studentenverenigingen moeten ook fysiek en geestelijk geweld uitsluiten, net als discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid “of op welke grond dan ook”. Seksueel grensoverschrijdende opmerkingen en handelingen mogen ook niet voorkomen.’, alweer volgens Hart van Nederland.

    Deze regels komen er omdat blijkbaar deze misstanden voorkomen bij studentenverenigingen. Fysiek en geestelijk geweld. Discriminatie op grond van godsdienst, of levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid. Ook mogen seksueel overschrijdende opmerkingen en handelingen niet voorkomen. En dat is eigenlijk een beetje vreemd. Want dit zijn zonder uitzondering allemaal strafbare feiten. Het staat in het Wetboek van Strafrecht. Zoals iedere korpsbal met een rechtenstudie dondersgoed weet. Daar heb je dus helemaal geen extra regels voor nodig. Dat die regels er toch zijn gekomen betekent dat die strafbare feiten dus blijkbaar werden gepleegd. Dat dit inderdaad zo is, kon u al lezen in onze artikelen ‘Een helse vereniging’ van 11 juni 2019, http://justitieenveiligheid.nl/een-helse-vereniging/, en ‘Het vuil van Minerva’ van 13 juni 2019, http://justitieenveiligheid.nl/het-vuil-van-minerva/.

    Volgens Hart van Nederland zijn er 47 ‘studentengezelligheidsverenigingen’ en zijn ze zelfs georganiseerd in een landelijk orgaan. ‘De richtlijnen zijn opgesteld door de 47 studentengezelligheidsverenigingen die zijn aangesloten bij de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). “Het Nederlandse studieklimaat is door strengere studie-eisen en financiële druk aan verandering onderhevig”, legt de organisatie uit.’ Verenigingen waar speciaal regels moeten worden opgesteld om strafbare feiten te voorkomen, worden ‘studentengezelligheidsverenigingen’ genoemd. Verenigingen die eigenlijk helemaal geen drank mogen schenken zijn gewoon georganiseerd in een legale landelijke vereniging.

    Blijkbaar is het in Nederland dus zo dat wanneer je de dochter bent van een burgemeester je horecazaak gewoon open kan blijven na incidenten, terwijl de zaak van een ander voor minder wordt gesloten. Tegelijkertijd worden, ondanks rechterlijke uitspraken, jeugdhonken waar drank wordt geschonken aan minderjarigen niet gecontroleerd of ze worden gedoogd terwijl de wet zegt dat moet worden gehandhaafd. Studentenverenigingen waar ernstige strafbare feiten worden gepleegd, maken gewoon wat nieuwe richtlijnen en kunnen dan verder gaan zoals vanouds. Oud-leden die hoge posities hebben verworven bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid zorgen daar blijkbaar wel voor.

    En wat moet er gebeuren met al die leden van motorclubs die zijn verboden dankzij de niet aflatende bemoeienissen van dezelfde ambtenaren van met ministerie van Justitie en Veiligheid? Waar moeten zij voortaan gezellig een potje bier gaan drinken? Op plaatsen waar niet gecontroleerd wordt en waar regels zijn tegen strafbare feiten? Misschien in jeugdhonken en bij ‘studentengezelligheidsverenigingen’ als Vindicat en Minerva? Dan zou één ding meteen afgelopen zijn, al die strafbare feiten en het verdrukken van zwakkeren zou in één klap voorbij zijn!

     

     

     

    Het vuil van Minerva

    Al jaren komen er met grote regelmaat berichten in de kranten over ernstige incidenten bij studentenverenigingen. Mishandelingen, aanrandingen, aangiftes. De burgemeester van Groningen, Peter den Oudsten, zei op 9 januari 2019 in Trouw: ‘Vindicat is niet verheven boven een motorbende, maakt de burgemeester van Groningen duidelijk.’ De burgemeester zei dat naar aanleiding van het opzettelijk toebrengen van letsel bij een ontgroening van studentenvereniging Vindicat. Het was het zoveelste ernstige incident bij Vindicat.

    Ook bij andere studentenverenigingen is het raak. Al jaren verschijnen er krantenartikelen. Een van de meest bekende, of zo u wil beruchte, studentenverenigingen is de Leidse studentenvereniging Minerva.

    Op de websitie van studentenvereniging Minerva staat precies beschreven wanneer de vereniging is opgericht. ‘De Leidse Studenten Vereniging Minerva kent een lange en rijke geschiedenis. In 1575 werd de Universiteit Leiden opgericht. Leiden heeft daarmee de oudste Universiteit van Nederland. Daarnaast heeft Leiden ook de oudste ontmoetingsplaats voor studenten. In 1814 werd de Sociëteit ‘Minerva’ opgericht. Sindsdien heeft de Vereniging vele veranderingen gezien. L.S.V. Minerva is tegenwoordig, met ruim 1900 leden, een van de grootste studentenverenigingen van Leiden en Nederland.’

     

    EEN LANGE LIJST STRAFBARE FEITEN

    Op 9 maart 2006 bericht Mare uitgebreid over een aantal verbijsterende voorvallen bij Minerva in Leiden. ‘In zes maanden hebben zich bij de studentenvereniging Minerva vier gewelddadige incidenten voorgedaan, waarbij leden ernstig zijn mishandeld. Ook is een intern onderzoek gestart naar een mogelijke aanranding van een 18-jarige scholiere.’ Mare gaat uitgebreid in op de gebeurtenissen. ‘In de nacht van 4 januari heeft een bestuurslid – ‘tevens huisgenoot van de vorige dader’ – ‘excessief geweld’ gebruikt. Normaal mag het bestuur tijdens ‘het zaalleven’ met de platte hand ‘corrigerende tikken’ uitdelen, maar in dit geval kreeg een jongen vuistslagen en trappen. Het slachtoffer liep drie gekneusde ribben op. Het bestuurslid is een week op non-actief gesteld. Bij de politie werd geen aangifte gedaan.’ ‘Toch is ook bij het laatste incident een oud-bestuurslid betrokken. Tijdens een scholierenfeest zou een 18-jarige scholiere door hem en een ander lid zijn meegenomen naar de wijnkelder van de sociëteit en daar zijn aangerand. De persoon die het meisje voor het feest had uitgenodigd ging haar samen met de voorzitter zoeken en trof haar volgens de leden ‘totaal overstuur’ aan. Er is geen aangifte gedaan bij de politie, maar de zaak wordt wel door de interne rechtspraak onderzocht.’

    Duidelijk blijkt dat er meestal geen aangifte plaatsvind. Minerva heeft namelijk zijn eigen rechtspraak. ‘Het College van rechtspraak is een onafhankelijk orgaan dat de zaken grondig onderzoekt en zware straffen oplegt.”, aldus Mare. Minerva staat hiermee boven de wet. Ernstige incidenten worden vaak door de vereniging zelf beoordeeld. Dit zegt ook een onafhankelijk onderzoek door een advocatenkantoor. ‘Op basis van het onderzoek heeft het advocatenkantoor een lijst met aanbevelingen verstuurd naar het bestuur van het corps. De mail en de aanbevelingen zijn in handen van de krant.’, volgens Nu.nl op 10 september 2018. ‘Op basis van het onderzoek heeft het advocatenkantoor een lijst met aanbevelingen verstuurd naar het bestuur van het corps. De mail en de aanbevelingen zijn in handen van de krant.’ ‘De aanbevelingen bestaan uit 31 wijzigingsvoorstellen. Dit moet ervoor zorgen dat het corps dezelfde normen en waarden naleeft en dat de interne regels “kritisch moeten worden herzien”. Deze cultuuromslag zou een einde moeten maken aan grensoverschrijdende incidenten.’

    De conclusie is dat er strafbare zaken plaatsvinden bij Minerva als mishandelingen, aanrandingen, verplicht drank- en drugsgebruik: ‘Studentenvereniging Minerva moet de interne ‘Corpswet’ aanpassen om een einde te maken aan grensoverschrijdende incidenten met drank, drugs, geweld en seks. Het bestuur kondigt om die reden een ‘cultuurprogramma’ aan om de cultuur binnen de vereniging te verbeteren.’ Maar in plaats van aangifte, zodat de politie de strafbare feiten kan onderzoeken en de rechter zich hierover kan uitspreken, worden deze strafbare feiten alleen beoordeeld door de eigen rechtspraak van Minerva. Er wordt dus verzuimd aangifte te doen van strafbare feiten, waarbij ook slachtoffers zijn gevallen.

    OMERTA

    Binnen Minerva heerst zelfs een verbod om zaken naar buiten te brengen. ‘Als corpslid uit de school klappen tegenover niet-leden of de media kan je op een flinke boete komen te staan. Er worden zelfs zwijgcontracten over opgesteld. In het geval van het Groningse Vindicat hangt je een som van 25.000 euro boven het hoofd als je iets vertelt over bijvoorbeeld je ontgroening.’, volgens NOS op 29 september 2016.

    ‘Ook na de groentijd kwamen fysieke aanvaringen voor, vertelt Lex. “Ik herinner me een corpslid die op een normale borrelavond zwaar in elkaar is geslagen door twee dronken corpsleden.” Aangifte is niet gedaan. “Nee”, zegt Lex, “daar heeft het corps een intern rechtssysteem voor.” ‘, aldus NOS. ‘Lex’ is een schuilnaam voor een oud lid van Minerva.

    OPENBARE ORDE

    De inwoners en bezoekers van Nederlandse grote steden hebben het al vaak gezien. Elk jaar opnieuw, na het begin van het studiejaar, worden nieuwe studenten ontgroend. Op straat, op pleinen, in publieke gelegenheden, in parken, worden studenten vernederd. Geknield, kruipend en in de houding staand kan het publiek zich aan de toekomstige leiders van het land vergapen.

    Mare op 9 maart 2006: ‘In de nacht van 28 september stormden twee Minervanen (met twee broers van een lid) uit de sociëteitsdiscotheek HiFi en vielen een appartement in de Breestraat binnen. Daar werden de bewoner en een andere Minervaan ernstig mishandeld. Er werd ook een meisje geslagen.’

    ‘Een rustige straat met oude panden en een wijds uitzicht over het water; aan de Nieuwe Rijn in Leiden is het doorgaans goed toeven. Deze idylle wordt echter al jaren ruw verstoord door de bewoners van nummer 97. In Minervahuis ‘Huize Safari’ zouden negen brallende lullo’s de omwonenden terroriseren.’, aldus Quote op 27 september 2005. De activiteiten van Minerva-leden hebben dus meteen invloed op het publieke domein. En wel gedurende langere tijd. En in Leiden zijn ze wel iets gewend.

    NAZI’S

    Een ander incident dat veel ophef veroorzaakte was de ontdekking van een kamer die was ingericht als nazi-pronkkamer. ‘In de nok van de kamer hangt een rol prikkeldraad, aan de muur hangt een geïmproviseerd hakenkruis, er is een treinspoor geschilderd en op een muur is ‘Arbeit macht frei’ gekladderd. Je zou anders verwachten als je de buitenkant van het pand beziet. Het grachtenpand van drie verdiepingen ligt in het centrum van de studentenstad Leiden, in een rustige zijstraat van het chique Rapenburg.’, bericht de Volkskrant op 13 november 2015. Opnieuw is het alleen het interne rechtsorgaan dat de zaak afdoet. ‘Dat de leden niet zijn geschorst, komt omdat schorsing verloopt via het interne rechtspraakorgaan.’, volgens de Volkskrant.

    Dat de verstoring van die openbare orde ook daadwerkelijk wordt gevreesd, bewijst wel het artikel in de Volkskrant van 27 juni 2014. ‘Exploitanten van strandtenten in Wassenaar kwamen in het geweer tegen het plan van de lustrumcommissie om hier de zogenoemde Buitendag te organiseren. Ze vreesden dat met de komst van duizenden (oud-) corpsleden het vertier van de overige badgasten in het gedrang zou komen.’ Leden van Minerva én oud-leden van Minerva worden gevreesd door de horeca.

     

    DODEN EN ZWAARGEWONDEN

    Incidenten bij Minerva leidden soms tot zwaargewonden en zelfs doden. Op 4 oktober 2016 schrijft de publicist Micha Kat een artikel over ontgroeningen en noemt daarbij een hele lijst van voorvallen. (http://niburu.co/index.php?option=com_content&view=article&id=11155:dode-bij-minerva-tijdens-ontgroening-joris-demmink&catid=9:binnenland&Itemid=22) Bij een van die voorvallen overleed zelfs een jaargenoot van Joris Demmink in Leiden.

    Ook in Utrecht viel eens een dode: ‘De student, jonkheer David Rutgers van Rozenburg, kreeg een roetkap opgezet die per abuis niet behandeld was met het gebruikelijke steenkoolroet, maar met petroleumroet, waardoor hij stikte. De lankmoedige wijze waarop deze affaire door justitie werd behandeld en de relatief lichte straffen voor de bestuursleden van Tres stond in scherp contrast met de felle reactie van justitie op ludieke acties van Provo en leidde tot beschuldigingen van klassenjustitie. Omdat de rechters en de officier reünisten van studentencorpora waren sprak men van “klassenjustitie”. De loopbanen van de veroordeelde studenten hebben later niet onder de veroordeling geleden.’

    Dit laatste incident was in 1965. Toen dus al. Ook in Groningen viel een dode bij een ontgroening: ‘De ‘dooie na de consumptie van een fles jenever’ waar Van ‘t Hek het over heeft verwijst naar een affaire in -alweer-Groningen uit 1997 toen foet Reinout Pfeiffer het leven liet toen hij werd gedwongen een hele fles jenever in een keer leeg te drinken. Deze affaire was met name explosief omdat de vader van Reinout een prominent lid was van de toga-mafia en een Minerva-man, net als Joris Demmink, Ivo Opstelten en de halve kabinetten onder Rutte -pa Pfeiffer werkt(e) als notaris voor de elite bral- en plunder-kantoren Nauta Dutilh en Loyens & Loeff.’, volgens Micha Kat.

    Pogingen tot moord of doodslag komen ook voor: ‘Een stuk schimmiger is de ‘hockeybal-affaire’ waarbij een dronken ouderjaars de schedel van een foet gebruikte als golf-tee en in plaats van de bal het hoofd van de foet raakte. Deze poging tot moord werd vrijwel volledig doodgezwegen en was slechts bekend in de kringen van de studentencorpora waartoe ook de auteur van dit stuk behoort. Youp van ‘t Hek noemt de affaire in 1999 in een column in NRC Handelsblad: Ach ja, de rijkeluishooligans. Het ene jaar is het een roetkap, het andere jaar raakt er eentje zwaar gewond omdat een dronken corpsbal bij een foet een hockeybal van zijn kop moet slaan, dan gaat het weer om een dooie na de consumptie van een hele fles jenever. Niet eens bekend is bij welk corps deze affaire zich heeft afgespeeld! Waarschijnlijk is de dader later president geworden van een gerecht of hoofdofficier van justitie.’ aldus weer het artikel van Micha Kat.

     

    TOEKOMSTIGE LEIDERS

    Uit het artikel van Micha Kat bleek het al. ‘De daders van de incidenten worden president van een gerecht of hoofdofficier van justitie.’ Is dit ook inderdaad zo? In het artikel ‘Een helse vereniging’ publiceerden wij al een lange lijst van oud-leden van Minerva: http://justitieenveiligheid.nl/een-helse-vereniging/. Het lijkt erop dat bijna alle ministers van Justitie afkomstig zijn van Minerva. Op 11 maart 2015 bericht NOS: ‘Veel ministers van Justitie waren opgeleid in Leiden en oud-lid van studentenvereniging Minerva. VVD-ministers van Justitie worden al decennialang gerekruteerd uit de kringen van het Leidse studentencorps. Opstelten en bijvoorbeeld zijn voorgangers Korthals Altes en Korthals waren lid van Minerva.’ Na Opstelten kwam Ard van der Steur, die ook Minerva-lid was. De tegenwoordige minister van Justitie Grapperhaus was geen lid van Minerva, maar zijn zoon Max was daarentegen bestuurslid van de beruchte vereniging. Hij was zelfs voorzitter.

    Naar aanleiding van een rechtszaak door boze buren aangespannen, zegt Max Grapperhaus in Quote op 27 september 2005: ‘Preases Collegii van Minerva, Max Grapperhaus: ‘Ik heb begrepen dat een incident dat twee jaar geleden heeft plaatsgevonden helaas is geëscaleerd in een rechtszaak.’ Natuurlijk heeft Grapperhaus de heren even aan de tand gevoeld, maar hij acht Minerva verder geen partij in het conflict. ‘De bewoners zijn lid bij Minerva, maar het huis is geen eigendom van Minerva.’

    Voorzitter Grapperhaus, zoon van minister Grapperhaus, heeft dus zelf even de heren aan de tand gevoeld en kwam tot de conclusie dat Minerva geen partij is in het conflict.

    The Post on Line bericht op 20 maart 2016: ‘Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) liet, toen hij nog universitair docent was, studenten klusjes uitvoeren in en rond zijn woning in Warmond. Dat gebeurde in het kader van hun ontgroening bij studentenvereniging Minerva, waarbij Van der Steur zelf ook lid is geweest. De studenten kregen hier niet voor betaald. Volgens NRC Next verrichtten tientallen studenten tot 2009 werkzaamheden in het kasteel waar Van der Steur een appartement huurt.’ Dit is echter niet toegestaan. ‘Volgens de gedragscode van de Universiteit Leiden moeten docenten hun contacten met studenten “zakelijk” houden en mag er “geen vermenging van persoonlijke en zakelijke relaties” zijn, schrijft NRC Next. “Als je studenten die je in de collegebanken kunt krijgen voor je laat klussen, breng je de professionele distantie in gevaar”, reageert een deskundige op het gebied van omgangsvormen binnen onderwijsinstellingen., aldus TPO.

    Duidelijk is hiermee dat ook oud-leden van Minerva nog bemoeienis hebben met Minerva en activiteiten die niet zijn toegestaan. Ook door iemand die later minister van Justitie zou zijn.

    MINISTERIE OP STELTEN

    NRC op 10 maart 2015: ‘Onduidelijkheid over een deal met een drugshandelaar heeft gisteravond geleid tot het opstappen van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven.’ In het verlengde van deze zaak is ook de beruchte bonnetjeszaak, waarbij een bonnetje zogenaamd niet kon worden gevonden. Op 20 mei 2016 bericht Welingelichte Kringen: ‘De ambtelijke top van het ministerie van Veiligheid en Justitie wist waar het ’bonnetje’ van de Teevendeal gevonden kon worden, maar deed tijdenlang niets met die kennis. Dat onthult De Telegraaf, die inzage heeft in het tweede rapport Oosting, dat volgende week verschijnt. Onderwijl bleef het departement beweren dat niet meer te achterhalen was hoeveel miljoenen er nou echt naar drugsbaron Cees H. werden overgemaakt. Pieter Cloo, de allerhoogste ambtenaar van het departement en een vertrouweling van Opstelten en Teeven, werd bij herhaling op de vindplaats gewezen. De voormalig secretaris-generaal liet zijn departement echter communiceren dat het bonnetje onvindbaar was. Het ligt voor de hand dat Cloo, als vriend van Opstelten, handelde in opdracht of met medeweten van de minister. Maar dat staat niet vast.’ Blijkbaar is het lidmaatschap van Minerva niet meteen een opmaat naar eerlijk en democratisch handelen.

    Dit zijn de mannen, vrouwen zijn blijkbaar minder welkom, die de hoogste posten bekleden in Nederland. Zij mishandelen, vernederen, randen aan, verstoren de openbare orde, gebruiken drugs en excessieve hoeveelheden drank en hebben een eigen rechtssysteem en een zwijgplicht naar buiten. Op het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn al jaren problemen aan de orde van de dag. Hoge justitieambtenaren slapen met andere hoge justitieambtenaren, de Tweede Kamer wordt onjuist voorgelicht en men probeert rechtszaken te beïnvloeden. Officieren van justitie worden zogenaamd bedreigd zonder dat er enig bewijs is, officieren van justitie bedreigen zichzelf en geven motorclubs de schuld, we kennen de affaire-Van Laarhoven en de talloze doofpotaffaires zoals de Enschedese Vuurwerkramp.

    Staan Minerva en zijn leden na de verboden motorclubs in de rechtszaal? Of blijven zij beschermelingen van telkens weer andere ‘onderonsjes’?

     

     

    Versplintering, effect van een clubverbod, nieuwe clubs, supporters en overheidsonzin

    Wij hebben een lijst met vragen gestuurd naar de gemeente en de politie in Delft over het weigeren van leden van motorclubs. Nog steeds hebben wij geen antwoord gekregen. De waarheid ligt niet zomaar voor het grijpen. We gaan dus voorlopig door met iets anders.

    Vanuit motorclubland horen wij dat leden van verboden clubs deels terecht komen bij nieuwe clubs. Of dat inderdaad zo is, moeten wij maar aannemen. De verboden motorclub Satudarah had ongeveer 900 leden. Het is onwaarschijnlijk dat al die leden nu plotseling gaan stoppen met motorrijden in groepsverband.

    Het landschap van de zogeheten outlaw motor gangs (omg’s) versplintert, bevestigt hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de Universiteit Leiden. ,,Er komen er steeds meer bij.’’, volgens De Gelderlander op 16 juni 2018. ‘Of de wildgroei ook het gevolg is van de harde aanpak door justitie van grote clubs als de Hells Angels, No Surrender, Satudarah of het inmiddels verboden Bandidos, ‘is moeilijk vast te stellen’, zegt Blokland. ,,Ik denk niet dat leden van omg’s, die nu verboden zijn of dat dreigen te worden, uitwijken naar kleinere motorclubs.’’ Hij wijt de groei veel meer aan de toegenomen aandacht door justitie en de media. ,,De media-aandacht heeft het oprichten van een motorclub aantrekkelijker gemaakt.’’

    Feit is wel dat er tal van totaal onbekende clubs opduiken: Caloh Wagoh, No Rules, Maro Welto zijn er daar nog maar een paar van. Vroeger was dit onmogelijk geweest. ,,Vroeger bepaalde de Raad van Acht nog officieus wie de ‘MC’ patch mocht dragen.’’, volgens Blokland opnieuw. ‘De Raad van Acht was door Nederlandse outlawmotorclubs in het leven geroepen om bikeroorlogen, zoals in Canada en Scandinavië, te voorkomen. De overlegkoepel viel in 2012 uiteen, nadat Satudarah een jaar eerder uit de ‘Raad van Acht’ stapte. Sindsdien groeide het aantal motorclubs en chapters spectaculair.’

    Vandaag kunnen we met enige regelmaat artikelen of interviews lezen van personen die stoer in de camera kijken en met colours rondlopen. ‘Ik moet wel nog even mijn rijbewijs halen!’, leek één van die personen ons onlangs gerust te willen stellen. Het grote publiek zal het worst zijn. Het lijkt op een motorclub, dus zal het wel een motorbende zijn. Ook zonder motor.

    Saillant detal is dat justitie motorclubs verwijt Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) te zijn juist door het deelnemen aan dit landelijke overleg of andere vormen van gezamenlijk overleg om problemen te voorkomen. Zo werden en worden clubs als Black Sheep en Veterans door justitie en politie bestempeld als OMG vooral door hun deelname aan landelijk of regionaal overleg. Want, er zijn volgens politie en justitie andere clubs die worden gezien als OMG betrokken bij dit soort overleg.

    Overleg om problemen te voorkomen en zelfs op te lossen wordt dus voor deze overheid aanleiding om juist clubs als OMG te bestempelen. ‘De politie Noord-Nederland ziet de Black Sheep uit Heerenveen nog altijd als een van de outlaw motorcycle gangs, de zogenoemde OMG’s. ,,Ze kunnen zelf wel afstand gedaan hebben van het predicaat OMG, maar we zien dat ze nog altijd contact hebben en sympathiseren met de grotere OMG’s”, zegt woordvoerder Paul Heidanus van de politie.’, aldus de Leeuwarder Courant op 4 januari 2017.

    ‘Maar het is niet alleen maar rooskleurig, erkent het LIEC: „Het OMG-landschap versnippert. ‘Supportclubs’, ‘brotherhoods’ en ‘boxingclubs’ komen snel op. Ze knappen het vuile werk op voor de OMG’s, zodat deze zelf buiten beeld blijven. Niet zelden verdwijnen deze clubs even snel als dat ze zijn opgericht. Sommige OMG’s breiden zich sterk uit in het buitenland, vermoedelijk om daarmee over een internationaal crimineel netwerk te beschikken.”, zegt het Dagblad van het Noorden op 30 juni 2018.

    Een vreemde uitspraak, want De Gelderlander berichtte op 16 juni 2018 iets geheel anders: ‘Over de rol van de supportclubs is nog weinig bekend. Volgens politie-informatie uit het buitenland verlenen de supportclubs steeds vaker criminele hand- en spandiensten aan de grote omstreden motorclubs, waaraan ze zijn gelieerd. Die grote clubs proberen zo uit zicht van politie en justitie te blijven. Of dat in Nederland ook volop gebeurt is onbekend.’

    Het is onbekend of supportclubs het vuile werk opknappen voor grotere clubs in Nederland. Waarom wordt het dan wel geroepen? Wanneer uit onderzoek blijkt dat maar weinig leden van grotere clubs actief zijn in de misdaad en de clubs als zodanig al helemaal niet, kun je gaan roepen dat het misschien wel de supportclubs zijn die de kastanjes uit het vuur halen. De waarheid weet niemand, want er is geen onderzoek naar gedaan.

    Vroeger werd altijd naar de situatie in het buitenland gewezen om het publiek duidelijk te maken dat ook in Nederland motorclubs gevaarlijk waren en crimineel. Maar onderzoek in het buitenland dat motorclubs vrijpleit wordt in de Nederlandse media niet gepubliceerd. Een voorbeeld: ‘Police Research confirms the majority of the members of MC Clubs do not have any serious criminal history, and 7 of the 26 clubs subject to VLAD laws do not have members with serious criminal history.’, kopt de Australische juristenkrant Irish Bentley Lawyers in 2016.

    In Australië zijn er draconisch strenge wetten van kracht geworden tegen motorclubs. ‘Secret report reveals anti-bikie laws are ‘useless’ to control gangs and recommends law abolished. EXCLUSIVE: A secret government report has found that bikie laws introduced to stop outlaw gang clashes have achieved nothing.’kopte de Australische krant News.com.au op 15 maart 2017.

    In Duitsland zijn naar aanleiding van het verbod op motorclubs soortgelijke studies gedaan. Wat gebeurt er wanneer een motorclub wordt verboden? De club is weg, de criminele leden gaan naar de gevangenis en daarna weer door met wat ze altijd deden, namelijk criminaliteit. De werkende leden die niet in de misdaad zitten, gaan na een clubverbod gewoon door met hun werk. Er veranderd dus feitelijk niets.

    Maar is er in Nederland wel eens onderzoek gedaan naar clubverboden en de effecten daarvan? Op 3 maart 2017 publiceerde de Universiteit van Maastricht een studie: https://www.maastrichtuniversity.nl/blog/2017/03/ban-outlaw-motorcycle-clubs-effective. De studie besluit met de volgende conclusie: ‘Kortom, een verbod op criminele motorbendes biedt wellicht aanknopingspunten ten aanzien van de openbare orde problematiek, maar het zal waarschijnlijk weinig veranderen aan de betrokkenheid van criminele clubleden binnen de georganiseerde criminaliteit.’

    Dus samenvattend: Er duiken bij afwezigheid van een landelijk overlegorgaan van motorclubs ineens overal nieuwe motorclubjes op. Daarover is geen enkele controle en het lijkt erop alsof deze clubjes nog meer bijdragen aan negatieve beeldvorming. Ook kan het zijn dat leden van verboden motorclubs eenvoudig doorgaan bij nieuwe clubs. Hoewel sommige overheidsdiensten en media roepen dat supportclubs de grotere clubs uit de wind houden, blijkt dit niet uit onderzoek in Nederland. Uit onderzoek blijkt wel, zowel in Nederland als in het buitenland, dat het niet veel zin heeft motorclubs te verbieden. Criminele leden blijven crimineel, de andere leden blijven hard werken. Wat wel heel duidelijk blijkt is dat politie en justitie met een stevige tunnelvisie blijven gaan voor een verbod op zoveel mogelijk clubs en voor de overgebleven clubs het leven zo onaangenaam mogelijk willen maken. Journalisten die zelf geen onderzoek doen naar feiten ondersteunen deze visie en zorgen voor angst bij de bevolking.

     

    Horecaverbod in Delft (3) Er blijkt niets van waar

    Op 22 mei schreven wij twee artikelen over Delft: Horecaverbod in Delft (1) en (2). In deze artikelen ontleedden wij twee problemen in Delft. Ten eerste een horecaverbod voor leden van motorclubs. Ten tweede bomaanslagen en schietpartijen waarover het Algemeen Dagblad meldde dat er werd gedacht aan Rotterdamse motorclubs en het verband werd gelegd met met motorclubs die een invasie pleegden in de stad.

    Wij hebben vragenlijsten gestuurd naar de gemeente Delft en de politie in Delft om opheldering te krijgen, maar ontvingen nog geen antwoord. Wat het colourverbod betreft zijn wij dus nog bezig.

    Het verhaal van de motorbendes die geweld zouden plegen in nachtelijk Delft volgens enkele kranten, is wel een stuk duidelijker geworden.

    Sinds enkele jaren vinden we steeds artikelen in de media waarin motorclubs in verband worden gebracht met tal van ernstige misdaden. Er zijn zelfs journalisten die zichzelf hebben uitgeroepen als misdaadverslaggever die openlijk pleiten voor een verbod op motorclubs. Inmiddels lijkt het een één-tweetje tussen het Openbaar Ministerie en de politie enerzijds en de media anderzijds. Twee poten onder hetzelfde beleid die elkaar ondersteunen.

    De media krijgen informatie van de politie of het O.M. die niet klopt of de media scheppen hun eigen ‘nieuws’ en vervolgens kan het Openbaar Ministerie aantonen dat er veel maatschappelijke onrust rond motorclubs is. Maatschappelijke onrust kan een juridische woorwaarde zijn om een motorclub te verbieden.

    Je zou dus zeggen dat wanneer alles wat er in de krant staat over motorclubs waar is de gevangenissen vol zitten met leden van die clubs. Dat schijnt echter niet zo te zijn. Wat is er dus waar van al die verhalen in de krant? Wat blijft er dus over van de aantijgingen en geruchten?

    Op 22 mei schreef Dupont in zijn artikel Horecaverbod in Delft (2) ‘Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’

    Wat schrijft op 14 juni 2018 Omroep West? (https://www.omroepwest.nl/nieuws/3648714/Geweld-in-Delft-het-zou-zo-maar-eens-afpersing-kunnen-zijn ‘De indruk dat motorbendes achter het geweld zitten wordt gevoed door een bericht dat Koninklijke Horeca Delft eind april op haar website plaatst. Ze waarschuwen daarin voor zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) die samen willen komen in de Delftse horeca. ‘Het gaat om twee losse incidenten’, zegt de voorzitter van KHN Delft. Het heeft naar zijn idee niks te maken met de geweldsincidenten: ‘Dat gerucht wil ik wel de kop indrukken’. De anonieme voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft is Jon Cornelese. Hij zegt hier dus iets interessants: KHN denkt dat er helemaal geen motorclubs achter het grove geweld in Delft zitten.

    Sterker nog, ook Omroep West denkt dat het anders zit: ‘Eerder werden in Amsterdam al granaten gelegd bij verschillende clubs voor de deur. Ook in Rotterdam werd eind mei een granaat voor de deur van club Villa Thalia gelegd. Nu lijkt het erop dat de criminelen hun werkterrein verleggen naar Delft. Wie niet betaalt, kan een granaat voor zijn deur verwachten of riskeert een kogelregen. ‘Afpersing als motief’, dat hoor je vaakst terug langs de historische grachten. Criminelen zouden de ondernemers bewust bestoken omdat de burgemeester de zaken dan wel moet sluiten voor de veiligheid van de omgeving. Een coffeeshop lijkt dan een makkelijk doelwit, omdat dit soort zaken sowieso onder een vergrootglas ligt.’

    Zaak dus voor de politie om zijn werk te gaan doen, verdachten te gaan zoeken, misdaden op te lossen en vooral ook aan waarheidsvinding te doen en de media correct op de hoogte te houden. De politie kan dus ook meteen aangeven dat loze verdachtmakingen aan het adres van motorclubs feitelijk een onjuist en ongewenst spoor zijn. Daarmee kan worden voorkomen dat er maatschappelijke onrust ontstaat die bij een rechtszaak voor een verbod op motorclubs van pas kan komen. Inmiddels hebben wij nog steeds geen antwoord gekregen op de vragen die wij hebben gesteld aan de politie Delft in verband met ‘incidenten’ met motorclubs. Wij gaan er vanuit dat de politie het publiek graag eerlijk voorlicht. Hoe zit dat dus?

     

    Horecaverbod in Delft (2) Een dam opwerpen tegen een duister kwaad

    Sinds april dit jaar schreef het Algemeen Dagblad diverse keren over problemen met motorclubs in Delft. Zo schreef het Algemeen Dagblad op 5 mei 2018 onder de kop ‘Harde aanpak tegen motorclubs die oog op Delft laten vallen’  https://www.ad.nl/delft/harde-aanpak-tegen-motorclubs-die-oog-op-delft-laten-vallen~ab0572e5/ hoe ‘meerdere horecazaken in Delft werden bezocht door motorclubs’. Op 18 mei 2018 publiceerde het Algemeen Dagblad exact hetzelfde artikel onder de kop ‘Rotterdamse motorclubs wijken uit naar Delft.’

    https://www.ad.nl/rotterdam/rotterdamse-motorclubs-wijken-uit-naar-delft-br~a8bdd109/ De teneur van het artikel is dat motorclubs uit Rotterdam zich willen vestigen in Delft. De enige motorclub die wordt genoemd is de motorclub Kings Syndicate, een voortzetting van een opgeheven afdeling van No Surrender. De gebeurtenissen in Delft waarbij volgens het artikel horeca-ondernemers werden bedreigd werden al besproken in ons artikel ‘Horecaverbod in Delft (1)’ De ‘invasie van motorrijders’  en de ‘motorbende die opdook in een Delfts café’ bleek één enkel lid van de Hells Angels te zijn die na het werk met een vriend iets wilde gaan eten en drinken.

    Op 17 mei 2018 publiceert het Algemeen Dagblad opnieuw een artikel over geweld door motorclubs. Onder de kop ‘Coffeeshops aan Peperstraat en Breestraat vol gaten’ meldt de krant: ‘De bewoners van de Peperstraat in Delft werden vanochtend wederom opgeschrikt door luide knallen. Weer is coffeeshop The Future de dupe geweest van een aanslag, maar deze keer is ook coffeeshop The Game, om de hoek in de Breestraat, doelwit geweest. Daar is mogelijk een explosief gebruikt. De zaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes.’ Algemeen Dagblad gaat in het artikel verder met het oude nieuws van 4 mei 2018: ‘Eerder kwam al in het nieuws dat die bendes voet aan de grond probeerden te krijgen in de stad. Minimaal drie Delftse horecabedrijven kregen vorige maand te maken met een invasie van de motorrijders. Gevreesd wordt dat zij een nieuwe uitvalsbasis zoeken na problemen in de Rotterdamse regio. Motorclubs raakten de afgelopen tijd na geweldsincidenten en de vondst van wapens en drugs hun uitvalsbasis in Rotterdam en Vlaardingen kwijt.’ De krant noemt geen namen van motorclubs. Opvallend is dat het steeds het Algemeen Dagblad is dat schrijft over de problemen met ‘motorbendes’ in Delft. Alle drie artikelen in het Algemeen Dagblad werden geschreven door Carel van der Velden, bij het laatste artikel over de beschietingen van coffeeshops in de Peperstraat wordt ook collega Graziella Gioia genoemd.

    Delft heeft dus te maken met ‘een invasie van motorclubs’, ‘horecazaken zouden worden afgeperst door Rotterdamse motorbendes’ en ‘motorbendes hebben hun oog laten vallen op Delft’. Hier moet iets aan gedaan worden en dat gebeurt dan ook al snel. Op 5 mei 2018, op Bevrijdingsdag dus, schreef het Algemeen Dagblad hoe de gemeente Delft het moeilijk wilde maken voor motorclubs om de horeca te bezoeken in Delft. ‘Burgemeester Marja van Bijsterveldt roept cafébazen op om direct de horecatelefoon te gebruiken als zich opnieuw een motorbende in Delft meldt. Dit is een speciale alarmlijn met de politie. ‘Landelijke en plaatselijke ontwikkelingen onderstrepen het belang van een stevige aanpak zodat wordt voorkomen dat deze motorbendes voet aan de grond krijgen,’ schrijft Van Bijsterveldt in een brief die aan alle Delftse horeca-ondernemers is verstuurd. ‘Een gezamenlijk optrekken van de gemeente, de politie en de plaatselijke horeca is daarbij van essentieel belang,’ aldus de burgemeester.’

    De krant voegt daar nog enkele motieven aan toe: ‘Motorclubs zorgen regelmatig voor verstoringen van de openbare orde. Eerder dit jaar arresteerde de politie in Rotterdam zeven leden van Kings Syndicate in een café dat zij als hun thuisbasis beschouwden. Ze hadden drugs en vuurwapens bij zich. Van Bijsterveldt kiest op basis van dit soort voorvallen voor een zerotolerancebeleid. Ze rekent daarbij op de medewerking van de horeca: ‘Als ondernemer bent u primair verantwoordelijk voor wat er in uw lokaliteit gebeurt en wie u binnen laat, U heeft daarbij ook het recht om personen te weigeren.’

    Onder de brief staan de namen van de burgemeester, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenhart, R. den Hertog namens het politiebureau van Delft en J. Cornelese van de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft. Geen enkele van deze genoemde personen heeft de brief ondertekent en er mankeert ook een briefhoofd, terwijl de brief is gedateerd ‘april 2018 Delft’. Ontbreekt dus de exacte datum en de opzet van de brief doet wat knullig aan voor een officiële brief van de gemeente en de politie. De vraag kan dan ook gesteld worden of het geen nepbrief is.

    In de brief staat ook nog: ‘Als ondernemer bent u primair verantwoordelijk voor wat er in uw lokaliteit gebeurt en wie u binnen laat, U heeft daarmee ook het recht om personen, zonder daarbij te discrimineren, te weigeren in uw gelegenheid. Standpunt van de gemeente en politie is dat OMG’s die in clubkleding verschijnen niet welkom behoren te zijn in de horeca.’ Verderop in de brief wordt het nummer vermeld van de horecatelefoon 088-9646959 om contact op te nemen met de politie in het geval een horecagelegenheid wordt bezocht door leden van een OMG (Outlaw Motorcycle Club).

    Op woensdag 11 april ging er onder horeca-ondernemers in Delft een mail rond van een horeca-ondernemer, Kobus Kuch, die het volgende had te melden: ‘Bij Kobus Kuch zit sinds drie weken op donderdagavond vanaf een uurtje of 20.00 uur tot een uurtje of 23.00 uur motorclub Solidaridad. Op zich best aardige kerels, sommigen sporten bij Koster, komen uit de buurt. Afgelopen week zijn wij allen actief benaderd door de politie met de mededeling dat wij hen morgen direct dienen te weigeren of dat ons anders een sluiting van een half jaar boven het hoofd hangt.’ Daarna wordt in deze mail ( in ons bezit) gewaarschuwd aan de mede-horeca-ondernemers om maar beter motorclubs te weigeren om last met de vergunning te voorkomen.

    Horecagelegenheden worden dus door de politie van Delft en door de burgemeester aangezet om personen te weigeren die zich netjes gedragen en lid zijn van een club die niet is verboden. In het geval van motorclub Solidaridad gaat het zelfs om sportieve personen uit de buurt die bekend staan als aardige jongens. De horeca-eigenaren worden volgens de mail die is rondgestuurd door Kobus Kuch, door de politie of de gemeente onder druk gezet met sluiting voor een half jaar wanneer zij wel leden van een motorclub binnenlaten. Overigens heeft niemand die wij benaderden in de motorwereld ooit gehoord van motorclub Solidaridad.

    Wie zijn de hoofdrolspelers uit de brief over het weigeren van motorclubs? Koninklijke Horeca Nederland is een landelijke branchevereniging. Op hun website https://www.khn.nl/home zeggen zij zelf: ‘Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is dé branchevereniging voor de horeca. Met 244 afdelingen door heel Nederland vertegenwoordigen wij ruim 20.000 horecaondernemers met zo’n 255.000 medewerkers. Wij maken ons sterk voor een professionele en toekomstbestendige horeca. Onze leden ondersteunen wij met belangenbehartiging, advies, financiële voordelen en inspiratie.’

    KHN is dus een grote organisatie, heeft veel leden en kan veel invloed uitoefenen. Ook werkt de KHN blijkbaar graag samen met de gemeente en de politie. Ook wanneer deze beide organisaties obstakels willen opwerpen tegen verenigingen die niet door een rechter zijn verboden en zich ook niet verkeerd gedragen.

    Wat beschouwt KHN eigenlijk als OMG’s die moeten worden geweigerd? Op hun website staat de volgende link: https://www.khn.nl/nieuwsberichten/2018/04/handreiking-aan-de-horeca-in-delft-over-de-aanpak-van-omgs. Halverwege de tekst staat ‘klik hier’ en wie daarop klikt komt uit bij welgeteld zeven motorclubs, enkele supportclubs en de Black Jackets die helemaal geen motorclub zijn. Clubs als Spiders (uit Delft zelf nota bene), Veterans, Black Sheep, Gringo’s of Demons om er een paar te noemen komen op deze onvolledige lijst niet eens voor. Ook politiemotorbendes als Lex Legio, Marshalls en Blue Nights komen op de lijst niet voor.

    Marja van Bijsterveldt, de burgemeester van Delft is een beroepspolitica. Ze is lid van het Christen-Democratisch Appèl (CDA) en maakte van 2010 tot 2012 als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deel uit van het kabinet-Rutte I. Eerder was ze staatssecretaris op hetzelfde departement, voorzitter van het CDA, burgemeester van Schipluiden en wethouder en gemeenteraadslid in Almere.  In 1993 werd ze als wethouder door de gemeenteraad weggestuurd na een motie van wantrouwen. Van Bijsterveldt werd in september 2016 burgemeester van Delft. Marja van Bijsterveldt werd met haar installatie verantwoordelijk voor de jaarrekening van de gemeente Delft, waarvan oud-accountant Leo Verhoef op zijn site http://www.leoverhoef.nl/dossiers/delft.html zegt: ‘Dus was ook de jaarrekening 2016 weer misleidend.’

     

     

     

     

    Horecaverbod in Delft (1) Een invasie van motorrijders

    Het Algemeen Dagblad berichtte op 18 mei 2018 hoe de stad Delft getroffen werd door motorclubs uit Rotterdam en omgeving die uitweken naar Delft. ‘Meerdere Delftse horecabedrijven zijn eind april bezocht door motorclubs uit Rotterdam en de regio. Gevreesd wordt dat zij een nieuwe uitvalsbasis zoeken na problemen in de Rotterdamse regio. Minimaal drie Delftse horecabedrijven kregen vorige maand te maken met een invasie van de motorrijders. De aanpak is soms heel subtiel, zegt een woordvoerder van de plaatselijke afdeling van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) die niet met zijn naam in de krant wil.’

    ‘De horeca-woordvoerder meldt dat een motorbende in april opdook in een Delfts café. ,,Daar werden ze door de eigenaar weggestuurd. Bij een tweede bedrijf werd in eerste instantie wel aan hen geschonken. Toen ze op advies van de politie werden weggestuurd, leidde dit tot bedreigingen van de eigenaar. Ook bij een derde café hebben ze geprobeerd een onderkomen te vinden.”’

    De woordvoerder van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Delft, wil anoniem blijven. Niet met zijn naam in de krant. Het is veelzeggend over de manier waarop in Delft wordt omgegaan met een probleem dat er bij onderzoek iets anders uit blijkt te zien. Wij gingen op onderzoek uit en kwamen enkele mensen op het spoor die met deze zaak te maken hadden.

    Omdat datgene dat wij vonden niet in de verste verte lijkt op wat er in het Algemeen Dagblad stond over de beweringen van Koninklijke Horeca Nederland en de burgemeester van Delft, hebben wij een veel groter onderzoek opgestart. Wij zullen na dit artikel met andere bevindingen komen.

    Allereerst vonden wij twee personen die betrokken waren bij enkele incidenten in de horeca in Delft op 18 april 2018. Eén van deze personen is lid van een afdeling in het zuiden van het land van motorclub Hells Angels, de andere is gewoon een vriend die geen lid is van een motorclub. Het gaat dus om twee personen en maar één van deze personen draagt de full colors van een motorclub. Degene die geen lid is van een motorclub, maar uiteindelijk ook werd weggestuurd, legde de volgende verklaring over het gebeurde af (naam en gegevens van deze persoon zijn bij ons bekend):

    ‘Hierbij deel ik mede mijn ervaringen van de gebeurtenissen op 18 april, Beestenmarkt te Gemeente Delft.´

    `Na een dag werken en een gezellige dag met mooi weer, belandden wij op de Beestenmarkt te Delft. Om nog van het mooie weer te genieten zochten wij, voor een hapje en een drankje, een plek op het terras van restaurant Moeke. Al snel kwam er een bediende, maar tot onze grote verbazing kwam deze niet met een menukaart maar met het dringende verzoek/mededeling om het terras van de desbetreffende eetgelegenheid te verlaten. Extreem verbaasd vroegen wij wat de reden hiervoor was, we deden immers niks verkeerd. Hij verklaarde ons dat hij op advies van de politie en de gemeente, leden van motorclubs onmiddellijk diende te weigeren, wanneer zij gekleed zijn in diens clubkleding. Hierover zou hij recent een email hebben ontvangen. Vol ongeloof hebben wij meneer daarop verzocht om ons de desbetreffende mail te laten zien en hebben wij aan het buurrestaurant gevraagd of deze van dit advies op de hoogte was en of dit bij hem ook van kracht was. Waarop hij ons vriendelijk uitnodigde om gezellig een hapje en drankje bij hem op het terras te komen doen. Hij wist immers niks van een weigeringadvies af. En dus waren wij meer dan welkom.´

    ´Na plaatsgenomen te hebben op zijn terras ontvingen wij van de werknemer van restaurant Moeke het desbetreffende mailtje en kwam politie ter plaatse. Zij hebben ons verzocht om ook dit terras te verlaten op grond van het advies tot weigering van motorclub leden. Na een onderonsje tussen politie en restaurant eigenaar deelde de eigenaar ons mede dat hij terugkwam op de uitnodiging en ons helaas moest verzoeken het terras te verlaten.Wij zijn hierna opgestaan en vol ongeloof maar een stukje gaan lopen. Omdat wij ondanks alles nog steeds een gezellig dag ervan wilde maken hebben wij plaats genomen op een volgend terras na de voorgaande gebeurtenissen te hebben besproken met de eigenaar van deze eetgelegenheid gaf ook deze aan dat wij van harte welkom waren en dat hij hiervan niet op de hoogte was. Hij bracht ons onze drankjes, overhandigde ons zijn menukaart en nam onze bestelling op. Na nog geen 5 minuten zagen wij dat ook deze eigenaar benaderd werd door de politie waarop vervolgens de eigenaar naar ons toe kwam met de mededeling dat de politie heeft gedreigd tot sluiting van een half jaar wanneer hij zich niet aan het advies zou houden. Omdat in het geschrift vermeld stond dat leden geweigerd diende te worden wanneer zij zich in “vol ornaat” in clubkleding vertoonden heeft mijn collega zijn jas uitgetrokken waarop de eigenaar aangaf dat hij ons nu wel verder mocht helpen. We wilden ondertussen ook wel een keer wat te eten krijgen en hij hing meestal tijdens eten zijn vest aan de stoel. Een van de politie-agenten liep voorbij het terras waarop wij plaatst hadden genomen en wenste ons een fijne dag. En “geniet van jullie drankje”. Wij bedankten hem hiervoor en zagen ondertussen hoe de tweede agent de horecaondernemer voor een tweede keer aansprak. Dit keer kwam de mededeling dat wij ook zonder clubkleding dienden te vertrekken. De eigenaar bood zijn excuses aan ons aan en gaf aan dat wij niet voor onze drankjes hoefde te betalen. Wij hebben toch afgerekend en zijn vervolgens direct maar vol verbazing en ongeloof vertrokken uit Delft.’

    Later ontvingen wij ook een geluidsfragment waarin het lid van de zuidelijke afdeling van de Hells Angels teruggaat naar de horeca-onderneming waar zij werden weggestuurd. Er ontpopt zich hier een vriendelijk gesprek tussen het motorclublid en twee personen van de horeca-onderneming. Duidelijk is te horen hoe het gesprek niet alleen vriendelijk verloopt, maar ook hoe de horeca-ondernemer zegt klem gezet te worden tussen motorclubs die hij van de gemeente moet weigeren en de gemeente. De horecaman antwoord op de vraag van de Hells Angels waarom hij geweigerd is door de horeca-eigenaar dat die maatregel is opgelegd door de burgemeester van Delft en dat er in het schrijven van de gemeente waarin dat stond is gedreigd met sluiting van een half jaar wanneer er toch aan leden van motorclubs die clubkleding droegen zou worden bediend. De vrouw die aanwezig is bij het gesprek geeft vervolgens aan dat er helemaal geen sprake is geweest van enige overlast, waarop de horeca-eigenaar verzucht dat hij geen zin heeft in gezeur. De Hells Angel geeft aan dat hij alle begrip heeft hiervoor, ‘omdat die horeca-eigenaar gewoon zijn centjes moet verdienen’. De Hells Angel geeft verder nog aan dat hij is gaan praten met verschillende andere horeca-mensen in Delft over dit voorvaal en dat hij bij al die horeca-mensen zijn telefoonnummer heeft achtergelaten, zodat zij hem kunnen bellen mocht er ooit iets aan de hand zijn met leden van zijn motorclub. Uit de rest van het gesprek blijkt dat de horeca-ondernemers eigenlijk nauwelijks iets weten van motorclubs en geen overlast ondervinden.

    Ben je ook wel eens geweigerd in de horeca omdat je lid bent van een motorclub? Laat het ons weten!

     

    Een merkwaardige gang van zaken

    Deze week verschillende nieuwsberichten over de Hells Angels in Haarlem. Wij zagen al in het artikel http://justitieenveiligheid.nl/een-eerlijke-rechtsgang/ dat de rechtszaak tegen de nog vastzittende Hells Angels van afdeling Haarlem wordt uitgesteld omdat het Openbaar Ministerie de drie niet in de gelegenheid heeft gesteld hun rechtszaak voor te bereiden. Er waren alleen slecht functionerende laptops met een verlopen of beperkt abonnement verstrekt.

    Deze week zien we iets anders. Was er al eerder sprake van krantenberichten waarin werd gesproken over ex-Hells Angels, deze week verscheen in de Nu.nl van 20 april 2018 het bericht dat de drie verdachte Hells Angels uit Haarlem al vorig jaar juni uit de club zijn gezet met een bad standing. Nu.nl: ‘De voormalige president van de Hells Angels in Haarlem, Lysander de R., ‘sergeant of arms’ (zorgt voor discipline binnen club) Riccardo van der H. en boekhouder Frank L. werden in juni vorig jaar in ‘bad standing’ de club uitgezet. Dat betekent dat zij geen kleding of logo’s van de Hells Angels meer mogen dragen en dat zij hun aan de club gelieerde tatoeages moeten verwijderen.’

    Het is voor het eerst dat dit in de media verschijnt. Nu zitten we met een vraag. De Hells Angels geven, net als andere motorclubs, geen clubgerelateerde informatie, en zeker niet over leden, aan de pers. De pers komt dus nu pas met dit bericht. Omdat de pers vrijwel alles in verband met motorclubs aangereikt krijgt van de politie of het Openbaar Ministerie, ligt het voor de hand dat de pers niet eerder bericht kreeg dat het Haarlemse trio al sinds juni 2017 géén lid meer is van de Hells Angels.

    Uit het bewuste krantenartikel blijkt dat het Openbaar Ministerie betwijfelt over de reden waarom deze mannen uit de club zijn gezet. Nu.nl: ‘Reden voor het gedwongen vertrek zijn verdenkingen tegen de mannen en de overtuiging binnen de club dat zij bij de illegale feiten betrokken zijn. Daarnaast wordt het ze kwalijk genomen dat ze dit uit naam van de Hells Angels hebben gedaan, terwijl de club zelf zegt hier niks mee te maken te hebben. Het Openbaar Ministerie twijfelt aan dit verhaal.’

    Het O.M. geeft dus toe dat zij op de hoogte zijn van het vertrek van de drie. Een ander feit is dat deze drie nog steeds vastzitten in een gevangenis. De afwezigheid van steunbetuigingen van de club, de berichten van de club aan de drie leden dat ze de club zijn uitgezet, gaan allemaal via de gevangeniscensuur. Het Openbaar Ministerie wist dus al via de gevangenis dat deze drie mannen een probleem hadden met de club en waren verwijderd. Dit is natuurlijk inside-informatie. Alleen het O.M. wist hiervan. Toch gaf het O.M. dit niet door aan de media. De media gingen dus gewoon door met berichtgeving over een rechtszaak tegen Hells Angels, in plaats van ex-Hells Angels. Bovendien lijkt het erop alsof de club zich van deze drie mannen distantieert juist om deze rechtszaak en deze verdenkingen. De club geeft hiermee aan geen prijs te stellen op individuen die zich zo gedragen. Daarvan wist het O.M., maar toch wordt dit niet doorgegeven en kan de club door de media worden zwart gemaakt.

    Deze week ook ander hoogst merkwaardig nieuws. Iedereen in motorland zal het zijn opgevallen dat er bijna geen motorevenementen meer plaatsvinden. De reden die voor aflastingen, intrekken van vergunningen en verboden wordt gegeven is bijna altijd dezelfde: gevaar voor openbare veiligheid, ruzie onder motorclubs onderling, dreigende situatie enzovoort. Wat schrijft de pers nu over de Choppershow in Hoogwoud die elk jaar wordt georganiseerd door Rogues MC?

    De eigenaar van de sportzaal waar de Choppershow elk jaar met Pasen wordt gehouden wilde in verband met bedreigingen de show niet meer organiseren. De gemeente oefende druk op hem uit om niet te zwichten voor terreur. Het Haarlems Dagblad op 19 april 2018: ‘Kalverboer zegt dat de editie van vorig jaar alleen doorging omdat het gemeentebestuur grote druk op hem uitoefende om niet te wijken voor terreur.’

    Dit is de omgekeerde wereld! Nooit gebeurde er iets bij een motorevenement en toch werden bijna alle evenementen verboden in verband met de openbare veiligheid. Maar nu er wel een keer iets is gebeurt, wordt er grote druk uitgeoefend op de organisator om juist het evenement te laten doorgaan. Is het toeval dat de drie ex-Hells Angels worden verdacht van de dreigementen, beschietingen en brandstichtingen? Het Haarlems Dagblad: ‘Het Haarlemse chapter van de Hells Angels wordt daar door het openbaar ministerie verantwoordelijk voor geacht.’

    Waarom worden al die motorevenementen verboden? Waarom nu juist niet? Waarom geeft het O.M. niet netjes door aan de pers dat we te maken hebben met ex-Hells Angels? Blijkbaar heeft het één met het ander te maken en wil het O.M. graag koste wat kost de Hells Angels beschadigen.

     

     

    Het begon met het verbieden van motorclubs…….

     

    Het begon eigenlijk al enkele dagen geleden. Toen kondigde de NOS aan dat de minister van Rechtsbescherming de bevoegdheid moest krijgen criminele motorclubs te verbieden. Volgens de NOS op 6 maart 2018 ‘wil een groot deel van de Tweede Kamer’ dit. “Hun voornaamste activiteiten zijn criminele afrekeningen, mishandelingen, drugshandel en het intimideren van burgemeesters”, zegt PvdA-Kamerlid Kuiken. “Ze mogen niet de baas zijn op straat.”, aldus de NOS. Nogal een mondvol voor de vertegenwoordiger van een partij waar veel mensen niet meer op stemmen en die plaatselijk vaak zelfs de eigen naam niet meer hanteert. Maar om nu weer iets te gaan roepen dat niet hard gemaakt kan worden! Ja, en laster blijft strafbaar meneer Kuiken!

    Ook meldt de NOS dat volgens de partijen 85% van de leden van motorclubs een strafblad heeft. Opmerkelijk, want enkele maanden geleden werd nog geroepen dat dit 80% zou zijn. Zou zijn! Misschien zijn er ondertussen wat VVD’ers lid geworden van een motorclub zodat de cijfers naar boven werden bijgesteld?

    Op 8 maart 2018 was het nieuws nog straffer. Zo meldt de NOS dat de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging niet meer wil dat de politiek en de media criminele motorbendes motorclubs noemen. De NOS: ‘De naam motorclub is besmet geraakt, zegt KNMV-directeur Patrice Assendelft. Het “misleidende woordgebruik” belemmert volgens hem ruim 700.000 motorrijders en de leden van 500 motorclubs in het uitoefenen van hun hobby.’

    ‘Maar “criminelen die zich toevallig voortbewegen op een motorfiets” hebben volgens Assendelft niets te maken met de tienduizenden leden die de KNMV vertegenwoordigt. Liever heeft de motorrijdersvereniging dat motorbendes voortaan Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) worden genoemd. Het woord ‘motorclub’ zou volgens de KNMV weer moeten “appelleren aan de hobby van honderdduizenden liefhebbers, uit alle lagen van de bevolking”.’

    Volgens Patrick Assendelft hebben die motorfans last van al die stigmatisering. Ze worden geweigerd uit horecazaken en hebben last met vergunningen. Nou, en dat is me wat. De omgekeerde wereld. De media beginnen samen met de politie een offensief tegen motorclubs en elke dag staat er wel een vervelend nieuwtje in de krant. Vervolgens gaan politici zich erover beklagen en dan volgen de burgemeesters en vervolgens roept de KNMV dat de media en de politici motorclubs anders moeten gaan noemen. Terwijl, en dat willen we graag even benadrukken in deze rechtsstaat, er maar twee motorclubs verboden zijn. En bij één daarvan loopt het hoger beroep nog.

    En dan vragen wij de lezer het volgende: Waarom zouden de 1%-motorclubs die worden bedoeld geen motorclubs zijn? We gaan even terug naar wat het woord motorclub betekent. Leest u mee? https://nl.wikipedia.org/wiki/Motorclub Het lijkt er heel sterk op dat al die motorclubs vergelijkbare doelstellingen hebben. Dat vooral 1%-motorclubs steeds minder bijkomende evenementen kunnen organiseren komt door het tegenwerken van burgemeesters en politie. Burgemeesters die volgens de politie worden bedreigd, terwijl wij hier al aantoonden dat dit hoogst onwaarschijnlijk is. Alles wat 1%-motorclubs willen organiseren wordt verboden.

    We kijken nu eens welke motorclubs wanneer werden opgericht. We zien dat al in 1935 de Outlaws MC werden opgericht. De Hells Angels werden opgericht op 17 maart 1948, jawel, bijna 70 jaar geleden! De Blue Angels in 1963 en de Mongols in 1960. Zijn er in Nederland veel motorclubs die ouder zijn? Dus wie heeft er hier het woord motorclub eigenlijk uitgevonden?

    De KNMV zou er goed aan doen niet mee te doen met de waan van de dag. Diegenen die dat doen krijgen daar bijna altijd spijt van. Te voorbarig conclusies trekken. Met de komst van een sleepwet voor inlichtingendiensten en een dreigend verbod op clubs en verenigingen met een ministeriële pennestreek, zou die naam ‘motorclub’ nog wel eens een geuzennaam kunnen worden. Het begon met het verbieden van een paar motorclubs,……….

    Marinus van der Lubbe en het nepnieuws

     

    Dat het op het Ministerie van Veiligheid en Justitie een rommeltje is, had u al begrepen. Na de heisa met de bonnetjes van Teeven, het aftreden van ministers en staatssecretarissen was er al een vermoeden van onzorgvuldigheid. Inmiddels heeft de nieuwe minister de naam van zijn ministerie aangepast. Het heet nu Ministerie van Justitie en Veiligheid. Is daarmee alles nu weer goed? Of hebben wij te veel aandacht besteed aan de misstanden waarvan wij hoorden zonder te kijken naar dingen die nog veel erger waren?

    Deze week werd bekend dat rapporten van het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum, regelmatig worden aangepast aan de politieke voorkeur van ambtenaren en bewindslieden. Op 6 december 2017 zegt Elseviers Weekblad hierover: ‘Topambtenaren op ministeries zouden zich herhaaldelijk bemoeien met onderzoeken van het instituut, dat als onafhankelijk dient te fungeren.’ ‘Het gaat van directe beïnvloeding van het ministerie op onderzoeksrapporten op vraagstelling en methoden, tot het redigeren van teksten en zelfs het achteraf herschrijven van conclusies.’ Weinig wetenschappelijk.

    Wat zegt het WODC over zichzelf? ‘Het WODC wil een toonaangevend wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum zijn voor het veld van JenV. Dat realiseert het door het uitvoeren van eigen onderzoek, het verzamelen van statistische informatie over Justitie en Veiligheid en het uitbesteden van onderzoek aan externe partijen (universiteiten en onderzoeksinstituten).’, zegt de organisatie op de eigen website (https://www.wodc.nl/) Let vooral op het woordje ‘wil’. Het WODC wil het wel, maar ja.

    ‘Het uitbesteden van onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstituten.’ De meerderheid van de lezers zal nimmer eerder hebben gehoord van het WODC. Nog minder zal bekend zijn wat voor soort onderzoeken het WODC doet. The Post Online op 6 december 2017: ‘Uit deze klacht uit 2014 blijkt dat ambtenaren conclusies over onder meer de legalisering van wiet herschrijven en dat er kritiek wordt geuit op de onderzoeksopzet van bepaalde onderzoeken over coffeeshops.’ Het ministerie laat een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar het legaliseren van wiet, maar heeft al een eigen mening. Door het onderzoek van het WODC te manipuleren, wordt feitelijk de mening van het ministerie witgewassen.

    Wat voor soort andere onderzoeken voert het WODC nog meer uit? Op de eigen website zegt het WODC hierover: ‘National Risk Assessment; terrorismefinanciering, Voorlopige hechtenis van jeugdigen in uitvoering, Een onderzoek naar de juridische status van de Nationale Politie, Developing a social media response to radicalization, Criminele beïnvloeding van het openbaar bestuur’, zijn zomaar enkele titels van studies door het WODC. Er wordt dus door het Ministerie van Veiligheid en Justitie opdracht gegeven voor belangrijke onderzoeken in het kader van radicalisering van jongeren, misdaad en terrorisme. Onderzoeken waarvan de uitkomst de kern moet zijn van voorlichting aan de Tweede Kamer en het bepalen van beleid. En het blijkt dat sommige onderzoeken worden gemanipuleerd door de ambtenaren van het ministerie óf, en dat is nog krasser, door de minister zelf.

    Dat betekent dus dat de Tweede Kamer verkeerd wordt voorgelicht en verkeerd beleid kan worden gevoerd. We hebben al gezien in de driedelige serie ‘Carrière in de Jeugdzorg'(door Dupont op deze website) hoe jongeren kunnen worden opgesloten in jeugdinstellingen om behandeld te worden tegen radicalisering en hoe er veel geld wordt verdiend aan die behandelingen en er bovendien een ware baantjesjacht plaatsvindt rondom die jeugdzorginstellingen.

    Soms worden wetenschappers ook gebruikt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie om misdaden wit te wassen. Zo overleed twee jaar geleden de Arubaanse toerist Mitch Henriquez aan de gevolgen van een aanhouding door de politie met een nekklem. Hoewel de officier van justitie aangaf dat hij zich niet kon voorstellen dat de agenten die meneer Henriquez aanhielden werkelijk geloofden dat het grapje van Henriquez over een wapen ernst was en zich dus ook niet bedreigd voelden, was de dood van Henriquez volgens hem niet te wijten aan de agenten. Algemeen Dagblad op 15 december 2017: ‘ Aanvankelijk werd gedacht dat Mitch Henriquez overleed na de nekklem door de agenten. Maar uit videobeelden van de arrestatie zou volgens deskundigen blijken dat die nekklem niet zo lang heeft geduurd, dat de Arubaan er aan kon overlijden. Stress en hartfalen zouden hem volgens het OM uiteindelijk fataal zijn geworden.’

    Opnieuw haalt Justitie er wetenschappers bij. En wat zeggen die wetenschappers? Nee, hoor, Mitch Henriquez overleed gewoon door hartfalen en stress. Hetzelfde Algemeen Dagblad zegt in hetzelfde artikel: ‘Professor Armand Girbes van het VU Medisch Centrum, professor Jan Bakker van de New York University, professor Diederik Gommers van het Erasmus MC en cardioloog-intensivist Rémon Baak van het Haga-ziekenhuis plaatsen hun vraagtekens bij de conclusies van forensisch deskundigen in de zaak-Henriquez. De drie hoogleraren zeggen dat er informatie ontbreekt, waardoor de precieze doodsoorzaak lastig te bepalen is. Acute stress kan volgens hen echter nooit de doodsoorzaak zijn. ,,Ik ben specialist in intensive care-geneeskunde, en ik ken die aandoening niet”, aldus Armand Girbes van het VU Medisch Centrum. ,,Om het netjes te zeggen: het is niet een gedefinieerde ziekte of syndroom. In gewoon Nederlands: het bestaat niet. En je kunt niet aan iets overlijden dat niet bestaat.” Rémon Baak beaamt dat. Hij was degene die Henriquez behandelde nadat hij werd binnengebracht in het ziekenhuis.’

    Voor de goede lezer: Eén van de artsen die Mitch Henriquez heeft behandeld in het ziekenhuis bestrijdt de ‘wetenschappelijke conclusies’ van de ‘experts’ die het Openbaar Ministerie inzet om de daders van de doodslag op Henriquez vrij te pleiten. Het mankeert er nog maar aan dat die arts straks als ware schuldige wordt veroordeeld.

    Op 15 april 2017 werd door Politie.nl een ander wetenschappelijk onderzoek op internet gepubliceerd. ‘Criminele carrière leden motorbendes onderzocht’, is de kop die hierboven staat. Om de vermeende criminele inslag van leden van motorclubs te onderzoeken hebben onderzoekers, wetenschappers, van de Universiteit Leiden opdracht gekregen een onderzoek uit te voeren. De conclusies liegen er natuurlijk niet om: ‘Leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) zijn crimineler dan leden van gewone motorclubs. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden. Doorgaans geven leiders van OMG’s aan dat hun clubs niet verschillen van andere motorverenigingen. Maar nu toont de wetenschap het tegendeel aan.’

    Maar hoe verliep dat ‘wetenschappelijk onderzoek’? ‘Hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de universiteit en zijn onderzoekers en vergeleken in samenwerking met de politie, de criminele geschiedenis van 601 bij de politie bekende OMG-leden. Daar legden ze de historie van een vergelijkbare groep van 300 “gewone” motorrijders van dezelfde leeftijd naast.’, zegt de politie op zijn website Politie.nl.

    Er is dus onderzoek gedaan naar 601 bij de politie bekende OMG-leden. Dat zijn dus 601 OMG-leden die bij de politie bekend zijn. En, zoals iedereen weet, wanneer je bekend bent bij de politie…ja, dan ben je bekend bij de politie. Bekenden van de politie zijn doorgaans niet bij de politie bekend omdat de politie over ze heeft gelezen in de krant. Doorgaans is er dan iets gebeurt, waardoor de betrokkene werd opgenomen in de bestanden van de politie. ‘De politie heeft sinds de start van de integrale aanpak 562 verdachten gehoord in opsporingsonderzoeken welke geleid hebben tot 308 strafzaken die alle OMG-gerelateerd waren. De gehoorde verdachten waren allen lid van een OMG of supportclub.’zegt de politie in de Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015. Er waren 562 verdachten, bekenden nu dus van de politie, die sinds de start van de integrale aanpak zijn onderzocht door de politie. Dat zijn dus die 601 leden die zijn onderzocht, begrijpt u?

    Er zijn bij de politie dus veel meer leden van OMG’s bekend dan die 601 die worden vergeleken met een ‘vergelijkbare groep van 300 gewone motorrijders’. Je neemt dus een groep verdachten en die leg je neer naast een groep mensen die niet verdacht zijn. Om het ‘wetenschappelijke’ karakter van dit onderzoek nog verder te benadrukken geven wij aan hoeveel leden van motorclubs de politie zelf inmiddels heeft geteld. In de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2016 zegt de politie zelf: ‘Op 1 januari 2016 waren er een kleine 1700 leden in beeld. Begin 2017 blijkt dit aantal te zijn gestegen tot ruim 1900 leden.’

    Er zijn dus geen 601 leden van OMG’s bekend bij de politie, maar er zijn er al meer dan 1900. Maar voor het wetenschappelijk onderzoek naar de criminele antecedenten van leden van OMG’s zijn maar 601 leden onderzocht en vergeleken met 300 ‘gewone motorrijders’. 601 leden die tevens verdachte waren. De 1300 andere bij de politie bekende leden van OMG’s zijn niet vergeleken met de ‘300 gewone motorrijders’. Zo kom je wel aan alarmerende uitkomsten. Wetenschappelijk?

    Het Algemeen Dagblad van 15 december 2017 berichtte nog eens over hoe het Ministerie van Justitie en Veiligheid omgaat met leden van motorclubs. De Nationale Ombudsman onderzocht namelijk een klacht van Veterans MC en oordeelde dat de club niet crimineel is. ‘Het rapport dat vandaag verschijnt is een gevoelige tik op de vingers voor de minister van Justitie en Veiligheid.’ Jarenlang is tegen beter weten in de club in verband gebracht met criminaliteit. Leden van de club, soms actief dienende militairen, werden geschoffeerd door de Inspecteur der Krijgsmacht op een veteranendag in Hilvarenbeek (zie artikel Dupont ‘Met de machthebbers op het bordes van 1 november 2017), werden jarenlang geweerd onder bedreiging met politie-inzet van de Nationale Veteranendag in Den Haag, waarbij een andere ‘wetenschapper’, historicus Christ Klep ze eigen schuld verweet, ze werden lastig gevallen op hun werk door hun werkgever, de Koninklijke Marechaussee oordeelde na gedegen onderzoek al eerder dat de club niet crimineel was, maar de politie bestreed dit. En nu blijkt na onderzoek van de Nationale Ombudsman dat politie en justitie er bewust naast gezeten hebben.

    In 2004 publiceerde auteur John Cornwell het boek ‘Hitlers wetenschappers: Wetenschap, oorlog en het duivelse pact’. Hét centraal thema in Cornwells boek is de vraag naar de morele verantwoordelijkheid van de Duitse wetenschappers voor het misdadige regime van hun land. Minutieus onderzoekt hij de beweegredenen van de geleerden die tijdens de jaren 1930 besloten in het land te blijven. De kritiek op zijn vorig boek indachtig hoedt hij zich voor een uitgesproken stellingname. Toch meent Cornwell dat de wetenschappers zich direct of indirect schuldig hebben gemaakt aan de wandaden van het nazi-regime.(http://www.go2war2.nl/artikel/1181/Hitlers-wetenschappers.htm)

    Het kan dus maar zo dat in een verre toekomst onderzoek gaat uitwijzen hoe hard Nederlandse wetenschappers hebben geprotesteerd tegen het verkrachten van hun onderzoeksresultaten. Dan is het echter te laat.

    Mossad MC?

    Stel de Feijenoord-aanhang heeft een groot probleem met justitie en ernstige maatregelen en zelfs een verbod dreigen voor de Feijenoord-fanclub. En stel nou dat een Ajax-supporter expres in het Feijenoord-vak gaat zitten en daar een Ajax-vlag opsteekt en dat zou resulteren in een vechtpartij. Zou u het met ons eens zijn dat dat we dat dan heel verdacht vinden van die Ajax-supporter? En dat we dan zouden willen uitzoeken wie die beste man eigenlijk is?

    De situatie is nu dat in de wereld van de Nederlandse motorclubs al jarenlang wordt getracht door justitie om verschillende motorclubs te verbieden. Dat blijkt iets lastiger dan verwacht, dus wat doe je dan?

    Vorig jaar trok een vechtpartij in een Van der Valk-restaurant in Rotterdam de aandacht van de media. Bij de vechtpartij waren leden van motorclub Hells Angels en motorclub Mongols betrokken. Van beide clubs had niemand een jas aan met de kenmerkende ‘colors’ of tekenen van zijn club. De vechtpartij trok onmiddellijk veel aandacht van de media en in de dagen die volgden waren in de media tal van discussies over de wenselijkheid om motorclubs als de Hells Angels te verbieden.

    Bij de vechtpartij waren enkele vreemde dingen aan de hand. De Dienst Speciale Interventies (DSI) bijvoorbeeld was ‘toevallig’ om de hoek bezig met een oefening en kon onmiddellijk ter plaatse zijn. Enkele minuten na de melding van de vechtpartij al. Twee weken eerder was deze eenheid ook al toevallig op oefening toen er een melding kwam van leden van No Surrender MC die in een Rotterdamse kroeg aanwezig waren. Er werd in de melding gesproken over wapens. Dus werd de DSI ingezet. Deuren eruit, interieur aan flarden, arrestaties, maar geen wapens.

    Het lijkt er dus op dat de autoriteiten al voor de vechtpartij op de hoogte waren van de aanstaande ontmoeting van de heren. Ze waren niet als leden van een MC herkenbaar, dus de politie kon het alleen van te voren te weten zijn gekomen door af te luisteren, te volgen, puur toeval of een insider die het heeft verklapt.

    Iets anders dat een beetje vreemd was, was het feit dat meteen al werd bekend gemaakt dat de beveiligingscamera’s van Van der Valk defect waren of uitstonden. Er is dus van de vechtpartij vrijwel niets op beeld komen te staan. Toch spreken verschillende justitie- en politiebronnen elkaar, of zichzelf, tegen op dit punt. Dus wat is het nou? Beelden of geen beelden? Algemeen dagblad 13 juli 2016: ‘Alleen in de lobby van het hotel stonden camera’s. Die in het restaurant, waar gevochten werd, stonden uit.’ De Volkskrant 13 juli 2016: ‘Na de vechtpartij werd duidelijk dat niet alle camera’s in en rond het hotel geactiveerd waren. Ook zijn er weinig beelden waarop duidelijk te zien is dat bendeleden geweld plegen. ‘Dit is wat het is’, aldus de officier van justitie.’ Algemeen Dagblad 13 april 2016: ‘Alleen in de lobby van het hotel zijn beelden van de veldslag vastgelegd. In het restaurant en de bar hangen geen beveiligingscamera’s. ,,Wat we aan beelden hadden, hebben we afgedragen aan de politie,” meldt de manager van het hotel.’ De Gooi- en Eemlander 12 april 2016: ‘Paauw ontkent dat de camera’s van het hotel niet werkten. ,,We hebben beelden die prima bruikbaar zijn,” aldus de commissaris. ‘

    Is dit ook puur toeval? Wanneer de politie van tevoren wist, want de DSI was al om de hoek, dat er een ontmoeting zou zijn, zouden ze dan hebben gekeken naar die camera’s? Of zelfs extra camera’s hebben geplaatst? Of zaten er mensen in het zaaltje die zich zodanig gingen gedragen dat dit beter niet op beeld kon staan? Stillen bijvoorbeeld die niet ingrepen, of zelfs meededen aan het gevecht? Of was er een insider die de vechtpartij begon om de zaak te laten escaleren en dat liever niet terug zag op beeld?

    Wat ook een beetje vreemd was, was het feit dat justitie zich lijkt te concentreren op de Hells Angels die aanwezig waren bij de vechtpartij. Iedereen weet wie de Hells Angels zijn. Een oude, bijna de oudste ter wereld, motorclub die in Nederland eigenlijk niet echt voor grote problemen zorgt, maar wel af en toe wat moeilijk in de omgang is. Denkt u maar even terug aan ons voorbeeld over de Feijenoord-fans. Maar weten we ook wie de Mongols MC zijn? Denkt u nu even aan de Ajax-supporter uit ons voorbeeld?

    De Mongols MC is een van oorsprong Amerikaanse motorclub. In alle landen waar beide clubs, Hells Angels en Mongols, zijn gevestigd, zijn er problemen tussen de clubs. Ze kunnen eenvoudig niet met elkaar omgaan. Daarom zie je dat er eigenlijk niet snel afdelingen van Mongols MC worden opgericht in landen waar al veel Hells Angels zijn gevestigd. En waarom zou je ook Mongols-afdelingen gaan oprichten wanneer er al Bandidos MC of Outlaws MC zijn? En waarom Mongols oprichten en niet een andere club? In Duitsland werden enkele jaren geleden wel Mongols opgericht. Dit gebeurde door Libanese familieclans in Bremen die diep in de criminaliteit zaten. Uiteraard hield de politie deze mensen scherp in de gaten. Erg succesvol waren ze dan ook niet als motorclub. De Bremense afdeling werd uiteindelijk zelfs door de rechter verboden.

    De oprichting van een afdeling van de Mongols in Nederland, aangekondigd op 11 oktober 2014 op de Facebookpagina van de Mongols Germany, kwam dan ook als een verrassing. Maar al snel bleek dat er nooit ergens een Mongol was te zien. Waren er wel Mongols? En hoeveel waren er? Het bleek dat de Mongols MC vooral actief was op Facebook. Op de één of andere manier hadden zij een hekel aan de Hells Angels en die werden dan ook regelmatig beledigd en uitgedaagd op Facebook. Af en toe daagden Mongols op bij No Surrender MC waarbij ook daarvan de bewijzen op Facebook waren te vinden. Op geen enkele foto stonden meer dan twee Mongols. Het bleek zelfs dat één van die twee Mongols een hangaround of prospect was. Een proeflid dus en geen volwaardig clublid. Blijkbaar waren er geen andere Mongols. Dat is erg vreemd, want elke motorclub hanteert een aantal van minimaal zes leden om een afdeling op te richten. Je kunt dus eigenlijk helemaal niets oprichten wanneer je maar één lid hebt. Die kan namelijk helemaal geen lid worden.

    Dat enige Mongols-lid in Nederland bleek ene Rafaël L. P. te zijn. Woonachtig in de plaats B. Werkzaam als bodyguard in de beveiliging. Daar was Rafi, zoals de man werd genoemd, heel open over. Zijn werk was in de beveiliging. Terwijl elke biker inmiddels heeft ondervonden dat de overheid het werk afpakt van leden van motorclubs die in de beveiliging werken bleef Rafi aangeven op zijn Facebookpagina dat hij beveiliger was.

    Rafi bleek niet alleen betrokken te zijn bij de Mongols MC. Het bleek dat hij één van de oprichters was enkele jaren geleden van de Jewish Defence League Holland. Deze Jewish Defence League is een organisatie die internationaal actief is en op hardhandige wijze de confrontatie aangaat met tegenstanders van Israel of antisemieten. Op Wikipedia is een link te vinden naar de FBI die het volgende zegt over de Jewish Defence League: De Jewish Defense League (JDL; in het Nederlands Joodse Defensie Liga genoemd) is een radicale Joodse organisatie die tot doel zegt te hebben Joden te beschermen tegen antisemitisme met alle mogelijke middelen. De groep zegt terrorisme ondubbelzinnig te veroordelen en een no-tolerance beleid te hebben ten aanzien van terrorisme en andere misdadige handelingen. Het Federal Bureau of Investigation (FBI) heeft de JDL gekarakteriseerd als “een rechtse terroristische groepering en “een gewelddadige extremistische Joodse organisatie”.’

    De Amerikaanse inlichtingendienst FBI beschouwt dus de Jewish Defence League als een terroristische organisatie. Dat betekent dat deze organisatie door inlichtingendiensten wordt gemonitord, in de gaten gehouden. En niet alleen in de Verenigde Staten. Ook in Nederland zal deze organisatie warme belangstelling van inlichtingendiensten hebben. Bovendien is het een beetje vreemd dat een Nederlands lid van een organisatie die door de FBI wordt beschouwd als terroristisch in Nederland kan werken in de beveiliging. Op de volgende link is een foto te zien op de Facebookpagina van de JDLHolland waarop de leden eruitzien als bikers: https://www.facebook.com/JewishDefenseLeagueHolland/photos/a.219080828585660.1073741825.219080748585668/219464881880588/?type=1&theater

    Rafi ging na zijn bezigheden met de Jewish Defence League op de motorrijderstoer. Hij werd lid van verschillende motorclubs. Voor korte tijd meestal. Daarna stapte hij snel over naar weer een andere motorclub. Insiders uit de motorclubwereld zeggen dat Rafi zelfs korte tijd proeflid is geweest bij de Hells Angels. Kort daarop ging Rafi naar de Goodfellas HDC, een motorclub die eerder deel uitmaakte van Satudarah onder de naam Badfellas, maar nu zelfstandig was als Harley Davidson Club (HDC). Maar ook hier had Rafi het niet naar zijn zin. We vinden hem nu plotseling bij de Duitse club Median Empire, een club uit Keulen die hoofdzakelijk bestaat uit Duitse Koerden. Voordat hij tijdelijk Nederland verliet vertelde Rafi tegen mensen dat hij voor de Israelische Mossad werkte en wanneer hij weer eens naar Israel ging, was dat zogenaamd voor trainingen. Waarheid of fantasie?

    Opmerkelijk is dat uit de kringen van de Median Empire strijders naar Syrië en Irak werden gestuurd om tegen Islamitische Staat (IS) te vechten. Rafi zat dus op een plek waar hij inzicht kon hebben in het recruteren en afreizen van anti-IS strijders.

    Rafi is te zien in een reportage over de Median Empire, waarbij hij Krav Maga training geeft aan leden van de club. Ook is Rafi op de volgende link te zien wanneer hij zijn prospectjas krijgt bij Median Empire in Duitsland. http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/299526/Vrije_Radicalen.html In het filmpje vertelt Rafi hoe belangrijk zijn joodse identiteit is. Daarna zien we hem met een Duitse pothelm op een motor stappen en wegrijden met een jas waarop met grote letters ‘Germany’ staat. In de reportage wordt duidelijk dat Median Empire niet zomaar een motorclub is, maar dat zij actief mensen met financiële middelen en uitrustingstukken ondersteunen die afreizen om tegen IS te vechten. De mannen geven ook aan dat zij in Kurdistan militaire trainingen hebben gevolgd en willen gaan deelnemen aan de gewapende strijd. Aan het eind van de reportage is een Amerikaan te zien die tips geeft om mensen te doden. Het gaat hier om veroordeeld sex-offender Michael Adam Windecker die in Syrië meevocht met de Peshmerga en zich ‘Necromancer’ noemde. De krant Daily Beast op 27 april 2015: ‘His arrests span 16 years. They range from domestic violence and weapons violations to the felony sexual assault charge, for which he was convicted and sentenced to two years. Windecker’s last arrest in Colorado was in 2010 for failing to register as a sex offender. He was fined $816.50 and sentenced to a year in jail.’ Windecker bleek ondanks zijn beweringen bij de Amerikaanse Special Forces te hebben gediend nooit in het leger te hebben gezeten. Wel werd hij herkend van talloze foto’s met fantasie-uniformen, waaronder van het Franse Vreemdelingenlegioen.

    Ook op de volgende link http://www.express.de/bonn/anti-terror-demo-koelner-rocker-demonstrieren-vor-katarischer-botschaft-gegen-is-terror–344216 is te lezen hoe leden van Median Empire op 25 oktober 2014 demonstreren voor de ambassade van Qatar en hoe verschillende leden van de club actief deelnamen aan de gewapende strijd tegen IS.

    Enige tijd later, op 31 december 2015, zet de president van Median Empire een lang verhaal in hoofdletters op de Facebookpagina van zijn club waarin Rafi ernstig wordt beschuldigd van verraad, lafheid en het verkopen van zijn broeders van de Jewish Defence League: https://www.facebook.com/Azad.Onepercenter/posts/555220111302588

    De beschuldigingen geuit door de president van Median Empire komen er in het kort op neer dat Rafi zijn oude club, de Jewish Defence League MC, heeft verkocht om lid te worden van Median Empire MC. Daarna werd het hem te gevaarlijk bij Median Empire en ging hij terug naar Nederland waar hij door de Duitse Mongols MC president werd gemaakt van de Mongols MC Holland. De vraag is wat Rafi nu te zoeken had bij de Median Empire in Duitsland.

    Interessant is, dat er op dat moment nog geen Mongols in Nederland actief waren. Rafi was dus de eerste, en de enige, Mongol in Nederland. Rafi verscheen regelmatig met zijn colors, de jas van de Mongols MC, op clubavonden van No Surrender MC. Opmerkelijk is dat juist ook bij No Surrender verschillende leden deelnamen aan de gewapende strijd tegen IS. Is het toeval dat ook hier Rafi weer opduikt? Vanaf dat moment verschijnen er met regelmaat bijdragen op de opgeheven Facebookpagina van Mongols Holland waarin Rafi de Hells Angels probeert te vernederen. Er komen nooit enige reacties op.

    Op 9 april 2016 bericht Het Parool over de vechtpartij bij Van der Valk dat de reden van de vechtpartij was dat enkele leden van No Surrender zich hadden afgescheiden van No Surrender en een afdeling van Mongols MC wilden oprichten in Rotterdam. Het lijkt er op dat Rafi bij No Surrender ook leden heeft geworven voor de Mongols MC. Het merendeel van de arrestanten bestond uit leden van de Hells Angels, leden van No Surrender en maar enkele leden van Mongols MC waaronder Rafi P. Opnieuw een aanwijzing dat er nooit veel Mongols zijn geweest, behalve Rafi en nog twee of drie anderen.

    Op 28 april verschijnt er op de Facebookpagina van de Mongols France https://www.facebook.com/Mongols-Nomad-France-747631025318073/ een oproep voor de vrijlating van Rafi, die dan vastzit na de vechtpartij bij het Van der Valk-restaurant in Rotterdam.

    Enkele vragen blijven zich opdringen. Waarom wisselde Rafi zo vaak in korte tijd van motorclub? Van mogelijk Hells Angels naar Goodfellas, naar Jewish Defence League (JDL MC), naar Median Empire en tenslotte Mongols? Waarom was hij telkens op een plaats waar mensen bij elkaar kwamen die ernstig in de gaten werden/worden gehouden door inlichtingendiensten? We hebben het dan over de JDL MC die door de FBI wordt gezien als een terroristische organisatie en in sommige landen zelfs verboden is, maar ook over Median Empire die strijders ronselt en een paramilitaire training geeft en tenslotte No Surrender die ook al strijders kende die meevochten tegen IS. We hebben in Nederland gezien dat een anti-IS strijder, Jitse Akze, werd opgepakt door de politie. Het wordt blijkbaar zwaar aangerekend wanneer je naar een oorlogsgebied gaat om mee te vechten. De overheid heeft dus veel belangstelling voor zulke mensen.

    Waarom daagde Rafi met zijn club Mongols de Hells Angels telkens uit op sociale media? Waarom nam hij deel aan de vechtpartij in het Van der Valk-restaurant? Waarom vertelt Rafi aan mensen dat hij voor de Mossad heeft gewerkt? Is hij een fantast?

    Is de Ajax-fan in het Feijenoord-vak een provocateur te noemen? Is hij gewoon gek? Is het toeval? Of werd hij gerund door een inlichtingen- of veiligheidsdienst om door provocaties een strafbaar incident uit te lokken? Voor degenen die niet geloven dat dat in Nederland zou kunnen gebeuren. Het zou zeker niet de eerste keer zijn dat een Nederlandse inlichtingendienst gebruik maakt van een provocateur om een beweging in een kwaad daglicht te stellen. In 1984 werd de Amerikaan John Gardiner ontmaskerd als provocateur in dienst van de CIA en de BVD. Gardiner was geïnfiltreerd in de Nederlandse vredesbeweging en was één van de felste voorstanders van geweld tegen de overheid.

    Wie heeft er baat bij dat verschillende motorclubs met elkaar op de vuist gaan? Sindsdien is de discussie weer opgelaaid om motorclubs te verbieden. De Mongols MC Holland kunnen niet meer verboden worden, want die zijn spoorloos. Blijven de Hells Angels over. De rechtszaak tegen de vechtersbazen in het Van der Valk-hotel loopt nog. Toeval? Of opzet?

    Inmiddels is er een grote kaalslag onder beveiligingspersoneel of portiers die een bikerachtergrond hebben. Dat geldt niet voor Rafael L. P. Op zijn LinkedIn-pagina schreef hij op 16 oktober 2017 als persoonsbeveiliger te werken bij NVT Group. ‘We are NVT Group. We are Scotland’s largest independent ICT services provider and Technology Services Integrator for world-class sporting events.’

    Tsja, hij wel.

    De jaloezie van de inefficiënte politie

    De staatsomroep NOS berichtte gisteren onder de alarmerende kop ‘Rapport kraakt functioneren recherche’, hoe de minister van Veiligheid en Justitie een zeer kritisch rapport over het functioneren van de recherche naar de Tweede Kamer stuurde. Enkele van de bevindingen waren ‘Stroperige overlegstructuren, gebrek aan bijscholing, oncollegiaal en onprofessioneel gedrag en het vaak ontbreken van elementaire recherchevaardigheden.’ Dit beschamende rapport komt kort na berichten over honderden miljoenen extra die moeten worden gespendeerd aan de nieuwe Nationale Politie, een reorganisatie die zeer omstreden is.

    Vandaag berichtte Welingelichte Kringen nog meer fraais. ‘Justitie hield het Teevenbonnetje opzettelijk geheim.’ Het artikel gaat verder met ‘Pieter Cloo, de allerhoogste ambtenaar van het departement en een vertrouweling van Opstelten en Teeven, werd bij herhaling op de vindplaats gewezen. De voormalig secretaris-generaal liet zijn departement echter communiceren dat het bonnetje onvindbaar was. Het ligt voor de hand dat Cloo, als vriend van Opstelten, handelde in opdracht of met medeweten van de minister. Maar dat staat niet vast.’

    De beide artikelen samenvattend is er dus nogal veel mis bij de politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het ruikt er minder fris. ‘Cloo Geruch’ zou men zeggen in Duitsland.

    Bij het Ministerie van Defensie schijnt het er toch geheel anders aan toe te gaan. De mannen en vrouwen van dit ministerie voeren overal ter wereld gevaarlijke opdrachten uit en met succes. Anti-piraterijmissies door de Marine en het Korps Mariniers, inzet in Afghanistan, enkele jaren terug in Irak, inzet van Special Forces in Mali, inzet van de Luchtmacht tegen IS met goed gevolg. De resultaten zijn er naar binnen de krijgsmacht: talloze militairen komen terug van missies met hoge onderscheidingen.

    Ook de Marechaussee, als militaire politie, werkt hard. Twee jaar geleden nog stelden zij een groot onderzoek in naar motorclub Veterans MC. Uit dit onderzoek bleek dat de leden van Veterans MC zich niet schuldig maakten aan het plegen van strafbare feiten.

    Vandaag echter bericht De Telegraaf in het artikel ‘Aanval op motorclubs’ dat ondanks het feit dat zowel Justitie als Defensie op de hoogte zijn van het Marechaussee-rapport er toch enorme druk wordt uitgeoefend op militairen die lid zijn van Veterans MC om afstand te nemen van hun club. Óf ontslag te nemen als militair.

    ‘Defensie beschouwt de club als outlaw mc. Dit doet het departement op aangeven van het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat een lijst met zulke organisaties bijhoudt.’, zegt De Telegraaf. Defensie heeft dus zelf onderzoek laten doen door een efficiënte organisatie, de Koninklijke Marechaussee, en daaruit blijkt niets nadeligs. Vervolgens komt een ministerie dat liegt en bedriegt met rapportages van een organisatie die helemaal niet efficiënt is, de politie, en nu moet Defensie onderscheiden, dappere militairen waarop niets aan te merken is ontslaan.

    Dat is lekker thuiskomen na je risicovolle uitzending. Gelukkig bericht De Telegraaf ook dat er volop militaire commandanten zijn die het lidmaatschap van de Veterans MC door de vingers zien. Dat is kameraadschap. Kameraadschap gesmeed onder vuur en niet in een achterkamertje. Nu de Koninklijke Marechaussee geen smetten kon vinden op het vest van Veterans MC, zou het de burgemeester van Den Haag sieren wanneer hij dit jaar op Nationale Veteranendag de Veterans MC uitnodigde om mee te rijden met het veteranendéfilé.

     

    Dupont is bijna jarig

    Het was in de vroege namiddag toen Dupont zijn voordeur achter zich dichtdrukte en in de regen ging hardlopen. Hij had zojuist een telefoongesprek gevoerd en zou voortaan als blogger met de naam ‘Dupont’ bijdragen gaan leveren op de nieuwe website ‘justitieenveiligheid.nl’. Zijn specialisatie: motorclubs. Het was net mei 2015 en het zou nog een kleine maand duren voordat Dupont zijn eerste bijdrage op de site zette. ‘De brave burgervader en de motorbendes’ heette het artikel.

    We zijn nu een jaar verder en Dupont leverde inmiddels meer dan 70 bijdragen. Soms humoristisch, soms kort door de bocht, altijd verontwaardigd en strijdbaar. Dupont gelooft in wat hij doet. Alleen tegen de overheid, alleen tegen wat hij ziet als onrecht, maar niet alleen tegen de wereld. Want de wereld, dat zijn jullie!

    Na een jaar Dupont een tussenbalans. Wat hebben we geleerd van 70 blogartikelen van één van de kwaadste mensen van Nederland? Wat zijn de lijnen die zichtbaar werden? Is er een patroon? Kunnen we conclusies trekken?

    1. Uit een aantal artikelen van Dupont wordt duidelijk dat incidenten met motorclubs veelal verzonnen zijn. Uit ‘Burgemeester Jos Som in het nauw!’ van 9 juli blijkt dat de bedreigingen die zogenaamd zouden zijn gedaan door de lokale Hells Angels niet op waarheid berusten. Er is wel veel publiciteit over geweest. In het artikel ‘Liegt de politie?’ wordt duidelijk gemaakt hoe de politie in zijn officiële rapportages over motorclubs aantoonbaar liegt en subjectieve kwalificaties gebruikt die niet worden gestaaft door rechterlijke uitspraken. In ‘Herhaal de leugen totdat de mensen denken dat het de waarheid is’ zet Dupont uiteen hoe politie, media en burgemeesters liegen over motorclubs. Ook uit ‘Leugens maken de weg vrij voor een politiestaat’ wordt duidelijk hoe in politierapportages wordt gelogen en de waarheid wordt verdraaid. De lezer van ‘De creatieve officier van justitie’ op 22 februari leert hoe een officier van justitie die is belast met de bestrijding van de zware misdaad valse telefonische meldingen doet via Meld Misdaad Anoniem en daarmee motorclub Satudarah in diskrediet brengt. Tevens blijkt op 9 maart uit ‘Meld Misdaad niet Anoniem’dat er ook wordt gelogen over de anonimiteit van het meldnummer: Meld Misdaad Anoniem is niet anoniem.
    2. Dupont toont aan dat een aantal bestrijders van motorclubs een belang hebben bij die bestrijding. Zo blijkt op 11 juni dat burgemeester Jos Som via zijn dochter een belang heeft bij het sluiten van het clubhuis van de Hells Angels. Dit clubhuis zit naast de zaak van zijn eigen dochter en bovendien zit de motorclub pontificaal in het zojuist opgeleverde nieuwe stadscentrum dat is gebouwd door mensen die ook worden genoemd in verband met omkoping. Dupont vraagt zich bovendien af of Jos Som ook financieel beter is geworden van dit prestigeproject (artikel van 15 juli ‘Het gevecht in de OK corral van een klein Limburgs dorp). Op 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat er veel geld wordt verdiend met de bestrijding van onder anderen motorclubs. Particuliere organisaties zetten de trend en geven cursussen van ambtenaren door ambtenaren. Bovendien blijkt dat politiefunctionarissen bijbanen hebben die een financieel belang hebben bij het opzetten van die nieuwe trends.
    3. Uit tal van artikelen blijkt dat de politie gebruik maakt van twijfelachtige opsporingsmethoden. Op 16 (‘Opvallend rijgedrag’)en 27 maart 2016 (Een rechtstreekse aanval op onze vrijheid’) blijkt dat de politie verkeerswetgeving lijkt te misbruiken om op te sporen. Bovendien heeft de politie een niet-aangemelde databank waarin leden van motorclubs zijn opgenomen.Die databank blijkt ook uit het artikel van 24 juni 2015 (‘Rekenen voor dummies’). Op 3 (‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’) en 4 april (‘Politiemotorbendes, provocaties en ongeoorloofde opsporingsmethoden’) wordt duidelijk dat de Nederlandse politie samenwerkt met korpsen uit landen waar mensenrechten worden geschonden of waar wordt gewerkt met ook daar ongeoorloofde opsporingsmethoden. Informatie uit juist die landen wordt vervolgens door de Nederlandse politie tegen eigen onderdanen ingezet. Verder heeft de politie het ‘name&shame’ geïntroduceerd, waarbij mensen die worden verdacht, maar nog zeker niet zijn veroordeeld, al worden genoemd als leden van motorclubs. Dit stelt motorclubs en leden daarvan in een slecht daglicht, terwijl die mensen niet schuldig zijn bevonden.
    4. De artikelen van 18 en 28 april laten zien dat er afspraken zijn gemaakt tussen media, politie en justitie en belangenorganisaties over berichtgeving over motorclubs. (‘Branche-organisaties’ en ‘Je suis Charlie’).Dit heeft blijkbaar een commercieel doel. Uit het artikel op 14 juni 2015 (‘Bandidos MC of bandieten B&W?’) blijkt dat de media een deal hebben met de politie toen er een inval kwam door een arrestatieteam bij een aantal leden van de Bandidos MC. Uit ‘Je suis Charlie’ van 28 april 2016 blijkt bovendien hoe journalisten uit de ruif van politie en politiek eten.
    5. Er is sprake van een zeer eenzijdig beleid waar het de bestrijding van motorclubs betreft. Uit artikelen op 10 (‘Voetbalsupporters en motorclubs’), 25 (‘Motorclubhuizen en drankketen’) en 27 april 2016 (‘Ondermijning als goudmijn’)blijkt dat vele malen meer last en schade wordt ondervonden door bijvoorbeeld hooligans of drankketen. Maar daar wordt gestuit op onwil van plaatselijke besturen of de onmogelijkheid het probleem adequaat op te lossen. Op 20 maart 2016 (‘De politiedatabank van Outlaw VVD’ers’)bleek dat de VVD een fors aantal wetsovertreders en integriteitsschandalen kent. Toch komen veel van de grootste ‘diehards’ en ‘crimefighters’ uit deze partij.
    6. Er worden door de politie ernstige fouten gemaakt, zoals te lezen in ‘Foutje….bedankt!’ van 21 april. Een lid van de Bandidos MC wordt verwisseld met een andere persoon en vervolgens wordt het lid van de Bandidos onterecht opgepakt. Een politiewoordvoerdster is vervolgens uiterst lakoniek over die vergissing. Volgens haar kan dat wel vaker voorkomen. Ondertussen is er wel weer een lid van een motorclub het slachtoffer geworden van dat foutje.
    7. De politie doet alsof zij de macht willen grijpen. De wet moet verandert worden en er moeten meer bevoegdheden komen. Dit blijkt uit de artikelen van 22 juli 2015 (‘Boeman Bouman en zijn patriotten van de politiestaat’) en 23 januari (‘Is er niets illegaals? Dan passen wij de wet wel even aan en kunnen wij toch optreden!’). Hoge politiechefs doen telkens uitspraken over wetsveranderingen die niet aan hen zijn, maar aan het parlement. Zij willen bovendien iets strafbaars maken dat het op dit moment helemaal niet is.
    8. Gemeenten die optreden tegen motorclubs hebben in een aantal gevallen onverklaarbare, maar wel aantoonbare, tekorten in hun gemeentekas. Zij weigeren hierover opheldering te geven. Dit blijkt uit de artikelen van 13 (‘Wikijansia: Barneveld’)en 27 augustus (‘Belastinggeld Langedijk ‘expendable’ ‘), 25 september (‘De tientallen verdwenen miljoenen van Kaag en Braasem en het motorclubje’)en 8 oktober (‘De goochelaar en de verdwenen miljoenen en de tattooconventie’). Het gaat over vele miljoenen gemeenschapsgeld die weg zijn. Dit is aangetoond door onderzoek van een voormalig accountant.
    9. Sommige burgemeesters halen alle feiten over motorclubs door elkaar in verklaringen die zij afgeven aan de pers. Dit wordt onder anderen duidelijk in het artikel van 27 juni (‘De burgemeester en absoluut betrouwbare feiten en cijfers’)waar niet alleen de ene motorclub voor de andere wordt aangezien door burgemeester Onno Hoes, maar waar ook aantallen motorclubleden niet kloppen.
    10. De voortdurende propaganda door politie en media heeft in het buitenland geleid tot grote schietpartijen door de politie waarbij verschillende motorclubleden omkwamen. Dit is uitvoerig aangetoond in het artikel van 30 juni 2015 (‘Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars’). In Nederland is er nu al aantoonbare schade bij mensen die niet zijn veroordeeld door een rechter, zoals bijvoorbeeld blijkt in het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april. Mensen raken hun baan kwijt, worden door bedrijven of horecazaken geweigerd en komen soms in een sociaal isolement.
    11. Magistraten die moeten oordelen over zaken waar motorclubs bij betrokken zijn, zijn soms partijdig. Zo blijkt uit het artikel ‘De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde’ dat één van de rechters die moest oordelen in een zaak die was aangespannen door Veterans MC om de hoek van het clubhuis van deze club woonde in Haren. De man stond bovendien bekend als een fatsoensrakker die te pas en te onpas stappen onderneemt voor een harder beleid en stelde suggestieve vragen over de colors van de motorclub die hij in verband bracht met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
    12. Er zijn diverse motorbendes die alleen uit politiemensen bestaan en die niets in de weg wordt gelegd. In het buitenland hebben deze politiemotorbendes al gezorgd voor schietpartijen waarbij doden vielen. Het bestaan van deze politiemotorbendes wordt uit de doeken gedaan op 20 maart (‘Motorbendes met alleen maar politieagenten’), op 21 maart (‘Politieagenten als outlawbiker’) en op 4 april (‘Politiemotorbendes, provocatie en ongeoorloofde opsporingsmethoden’). Politiemotorbendes als Lex Legio MC, LEMC Marshalls, IPA-MC en Blue Knights MC wordt niets in de weg gelegd. De leden komen niet terecht in de speciale OMG-databank van de politie, er worden geen vergunningen voor clubhuizen of evenementen geweigerd. Op tenminste één foto waar wij de hand op wisten te leggen heeft een lid van Blue Knights MC onder zijn clubcolors een setje handboeien.
    13. De grote man van de politievakbond ACP is zelf verwikkeld in een affaire van vriendjespolitiek. In het artikel ‘Die wet past ons allemaal!’ van 13 juni 2015 wordt duidelijk hoe Gerrit van de Kamp, de grote man van politievakbond ACP en hét gezicht van politie Nederland, niet alleen telkens roept om meer bevoegdheden en wetsveranderingen, maar ook is verwikkeld in een zaak van vergaande vriendjespolitiek. Van de Kamp is een groot voorstander van het verbieden van motorclubs, maar speelt zijn eigen vriendin een baantje toe binnen de Nationale Politie.
    14. De politie intimideert het parlement en zet gemeenten onder druk tot het nemen van maatregelen tegen motorclubs. Op 2 juli in ‘The man who would be king’ wordt beschreven hoe actievoerende politiemensen met dienstwapens en dienstmaterieel in diensttijd het Haagse Binnenhof bezetten. Meer loon wilden en dat ook kregen. Gemeenten waar motorclubs zijn gevestigd worden ‘op de hoogte gebracht’ van de grote gevaren die aan die clubs kleven. De ambtenaren van de gemeenten weten dit zelf niet en vertrouwen dus maar op de politie die dit initieert (‘Voortgaan met rapporteren’ 19 juli 2015 en ‘Blablablabla’ op 26 juli).
    15. De politie zet brancheorganisaties en belangenorganisaties onder druk om maatregelen tegen motorclubleden te nemen. Op 3 juli 2015 al blijkt dit uit ‘De pot verwijt de ketel’ en op 4 augustus ‘Nederland wordt wakker!’ De beveiligingsbranche wordt door de politie gewaarschuwd en vervolgens komt de voorzitster van die branche, die bijklust als VVD’er, in actie. Op 24 augustus ‘De blaffende honden van het nieuwe beleid’ waarin het MKB zich grote zorgen zegt te maken over infiltraties van motorclubs. En op 18 april 2016 ‘Branche-organisaties’.
    16. Leden van motorclubs worden uitgesloten van de maatschappij. Het artikel ‘Cordon sanitaire’ van 21 april 2016 geeft een onthutsend beeld van hoe burgers die niet zijn veroordeeld door een rechter uit de maatschappij worden verwijderd. De politie speelt hierin een grote rol als trendsetter en aangever.
    17. Particuliere organisaties die niet tot de overheid behoren proberen de trend te zetten die moet leiden tot de uitbanning en vervolging van motorclubs. Op 3 april 2016 ‘Particuliere samenwerking tussen Nederlandse politie en mensenrechtenschendende landen om motorclubs te bestrijden’, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe een particuliere internationale organisatie van politiemensen niet alleen trends bedenkt, maar ook oplossingen aandraagt door middel van trainingen waardoor deze materie ook gaat leven in de landen van herkomst van de deelnemende politiefunctionarissen. Dit blijkt ook uit ‘Riding Ralf tegen motorbendes’ van 21 maart.
    18. De instanties die pleiten voor een verbod van motorclubs gaan bewust voorbij aan het feit dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Uit cijfers, dus feiten, uit Australië en Duitsland blijkt dat een verbod geen invloed heeft op misdaadcijfers. Dit is te lezen in de artikelen ‘Holle vaten’ van 29 juli 2015, ‘Verbal diarrhea’ van 27 september en ‘’Zware maatregelen zonder effect’ van 7 april 2016.

     

    Wat we zien is een onthutsend beeld. Politiefunctionarissen zetten vanuit particuliere internationale organisaties trends in misdaadbestrijding en geven vervolgens particulier georganiseerde trainingen om politiemensen internationaal daarmee te bevruchten. Daarna wordt internationaal door middel van een informeel netwerk samengewerkt tussen Nederlandse politiemensen en politiemensen uit landen waar soms ongeoorloofde, in Nederland soms verboden, opsporingsmethoden worden gehanteerd. Door middel van overdreven en soms niet op waarheid berustende rapportages, druk vanuit een politievakbond waar ook zaken mis zijn, worden overheden ‘bewerkt’. Belangenorganisaties worden ingezet om een zo breed mogelijk front te maken en via partijdige of luie journalisten wordt in de media van leer getrokken met als doel publieksbewustwording en beïnvloeding van de overheid. Leden van politieke partijen waarop veel strafbare feiten zijn aan te merken sluiten zich aan bij deze kruistocht, daarin gesteund door schreeuwende, maar onkundige opiniemakers die zich voordoen als misdaadverslaggever. Particuliere bedrijven gerund door (oud)-politiefunctionarissen verdienen aan het vervolgingsbeleid dat op deze manier wordt uitgezet. Tegelijkertijd zien we bij diezelfde politie dat chefs erg veel geld verdienen, terwijl de ondergeschikten stakingsacties houden voor meer salaris. De vorming van de Nationale Politie kost honderden miljoenen meer dan ingeschat, maar moet als prestigeproject koste wat kost toch doorgaan. Om de schuld van de politie zelf weg te houden, wordt geklaagd over onvoldoende wettelijke bevoegdheden en wetsveranderingen. Iemand moet de schuld krijgen en de motorclubs worden zondebok. De moderne heks zit niet meer op een bezemsteel, maar op een motor.

     

    Bevrijdingsdag 5 mei 2016. Er kan geen enkele link zijn tussen de heldhaftige bevrijders van toen en de bezetters van nu!

     

     

     

    Zware maatregelen zonder effect

    Alweer een jaar geleden dat Satudarah MC werd verboden in Duitsland. Weet u het nog? Dupont las er een Duitse krant over en zag hoe daar bij de zaak werd stil gestaan. Op 30-3-2016 schreef www1.wdr.de er een heel artikel over.

    Satudarah werd verboden in heel Duitsland, maar dat was door een verbod in de deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW). Kunt u zich nog herinneren dat wij al eerder schreven over deze deelstaat? Het IPA-seminar over OMG’s? De speciaal opgerichte undercoverpolitiemotorbende Schnelles Helles MC? Allemaal in Noordrijn-Westfalen, de deelstaat die naast Hessen bekend staat als de strengst optredende deelstaat tegen motorclubs.

    Thomas Jungbluth, de Kriminaldirektor bij het Landeskriminalamt Nordrhein-Westfalen en de expert in georganiseerde misdaad zegt er over: ‘Het verbod is een succes. De Satudarah-symbolen en vooral de colors mogen niet meer in het openbaar worden gedragen. Daardoor is het voor bikers veel moeilijker zichzelf nadrukkelijk neer te zetten en ook hun samenhang neemt af.’ Het is nog maar de vraag of deze Duitse jurist met zijn Wilders-look gelijk krijgt.

    Wat betreft het nut van een clubverbod is bikerdeskundige Jörg Diehl sceptischer. Een verbod heeft meestal een zekere rechtvaardiging omdat ze daarmee de invloedsmogelijkheden van een bende ongedaan maken of verkleinen, en het milieu onzeker maken. Maar men moet niet de illusie hebben dat bikers daardoor worden bekeerd en terug in de legaliteit keren.’, zegt de ‘Spiegel Online-journalist, die zich al jaren bezighoudt met bikercriminaliteit.

    In het geval van Satudarah wordt duidelijk dat een clubverbod een ‘relatief zwakke maatregel’ is. ‘Het is veel belangrijker de criminelen onder de bikers de gevangenis in te krijgen. Wanneer de leiders weer op vrije voeten komen, komt er zeker weer nieuwe aanwas’, zegt Diehl. ‘De rest van de troep gaat eenvoudigweg door. ‘Ik kan bijna zeker uitsluiten dat ook maar een enkel ex-lid nu een onbevlekt leven leidt.’ Volgens Diehl gaan de ex-leden voor eigen rekening verder als drugsdealer of pooier.

    We hebben al gezien in het artikel van Dupont ‘Holle vaten…’ dat strenge maatregelen in Australië feitelijk helemaal geen effect hebben. De politie in Australië kan geen enkel succes aantonen na verschillende clubs verboden te hebben. Tegenstanders van een verbod vermoeden zelfs dat dergelijke zware maatregelen een averechts effect kunnen hebben. In Duitsland lijkt hetzelfde te gebeuren. Het verbieden van wat je niet aanstaat is niet alleen zeer kostbaar, maar lost de problemen niet op. In Noordrijn-Westfalen waren 540 politieagenten nodig om het verbod op Satudarah af te dwingen. Vandaag staat de politie van deze strenge deelstaat onder enorme druk door een probleem dat zij lange tijd waren ‘vergeten’. Veel agenten zijn vandaag nodig in de strijd tegen terreur.

    De beste maatregel blijft dus gewoon goed rechercheren en alleen schuldigen aanpakken en opsluiten. En laat dat nou net één van de kenmerken zijn van een rechtsstaat?