• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • Marinus van der Lubbe en het nepnieuws

     

    Dat het op het Ministerie van Veiligheid en Justitie een rommeltje is, had u al begrepen. Na de heisa met de bonnetjes van Teeven, het aftreden van ministers en staatssecretarissen was er al een vermoeden van onzorgvuldigheid. Inmiddels heeft de nieuwe minister de naam van zijn ministerie aangepast. Het heet nu Ministerie van Justitie en Veiligheid. Is daarmee alles nu weer goed? Of hebben wij te veel aandacht besteed aan de misstanden waarvan wij hoorden zonder te kijken naar dingen die nog veel erger waren?

    Deze week werd bekend dat rapporten van het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum, regelmatig worden aangepast aan de politieke voorkeur van ambtenaren en bewindslieden. Op 6 december 2017 zegt Elseviers Weekblad hierover: ‘Topambtenaren op ministeries zouden zich herhaaldelijk bemoeien met onderzoeken van het instituut, dat als onafhankelijk dient te fungeren.’ ‘Het gaat van directe beïnvloeding van het ministerie op onderzoeksrapporten op vraagstelling en methoden, tot het redigeren van teksten en zelfs het achteraf herschrijven van conclusies.’ Weinig wetenschappelijk.

    Wat zegt het WODC over zichzelf? ‘Het WODC wil een toonaangevend wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum zijn voor het veld van JenV. Dat realiseert het door het uitvoeren van eigen onderzoek, het verzamelen van statistische informatie over Justitie en Veiligheid en het uitbesteden van onderzoek aan externe partijen (universiteiten en onderzoeksinstituten).’, zegt de organisatie op de eigen website (https://www.wodc.nl/) Let vooral op het woordje ‘wil’. Het WODC wil het wel, maar ja.

    ‘Het uitbesteden van onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstituten.’ De meerderheid van de lezers zal nimmer eerder hebben gehoord van het WODC. Nog minder zal bekend zijn wat voor soort onderzoeken het WODC doet. The Post Online op 6 december 2017: ‘Uit deze klacht uit 2014 blijkt dat ambtenaren conclusies over onder meer de legalisering van wiet herschrijven en dat er kritiek wordt geuit op de onderzoeksopzet van bepaalde onderzoeken over coffeeshops.’ Het ministerie laat een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar het legaliseren van wiet, maar heeft al een eigen mening. Door het onderzoek van het WODC te manipuleren, wordt feitelijk de mening van het ministerie witgewassen.

    Wat voor soort andere onderzoeken voert het WODC nog meer uit? Op de eigen website zegt het WODC hierover: ‘National Risk Assessment; terrorismefinanciering, Voorlopige hechtenis van jeugdigen in uitvoering, Een onderzoek naar de juridische status van de Nationale Politie, Developing a social media response to radicalization, Criminele beïnvloeding van het openbaar bestuur’, zijn zomaar enkele titels van studies door het WODC. Er wordt dus door het Ministerie van Veiligheid en Justitie opdracht gegeven voor belangrijke onderzoeken in het kader van radicalisering van jongeren, misdaad en terrorisme. Onderzoeken waarvan de uitkomst de kern moet zijn van voorlichting aan de Tweede Kamer en het bepalen van beleid. En het blijkt dat sommige onderzoeken worden gemanipuleerd door de ambtenaren van het ministerie óf, en dat is nog krasser, door de minister zelf.

    Dat betekent dus dat de Tweede Kamer verkeerd wordt voorgelicht en verkeerd beleid kan worden gevoerd. We hebben al gezien in de driedelige serie ‘Carrière in de Jeugdzorg'(door Dupont op deze website) hoe jongeren kunnen worden opgesloten in jeugdinstellingen om behandeld te worden tegen radicalisering en hoe er veel geld wordt verdiend aan die behandelingen en er bovendien een ware baantjesjacht plaatsvindt rondom die jeugdzorginstellingen.

    Soms worden wetenschappers ook gebruikt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie om misdaden wit te wassen. Zo overleed twee jaar geleden de Arubaanse toerist Mitch Henriquez aan de gevolgen van een aanhouding door de politie met een nekklem. Hoewel de officier van justitie aangaf dat hij zich niet kon voorstellen dat de agenten die meneer Henriquez aanhielden werkelijk geloofden dat het grapje van Henriquez over een wapen ernst was en zich dus ook niet bedreigd voelden, was de dood van Henriquez volgens hem niet te wijten aan de agenten. Algemeen Dagblad op 15 december 2017: ‘ Aanvankelijk werd gedacht dat Mitch Henriquez overleed na de nekklem door de agenten. Maar uit videobeelden van de arrestatie zou volgens deskundigen blijken dat die nekklem niet zo lang heeft geduurd, dat de Arubaan er aan kon overlijden. Stress en hartfalen zouden hem volgens het OM uiteindelijk fataal zijn geworden.’

    Opnieuw haalt Justitie er wetenschappers bij. En wat zeggen die wetenschappers? Nee, hoor, Mitch Henriquez overleed gewoon door hartfalen en stress. Hetzelfde Algemeen Dagblad zegt in hetzelfde artikel: ‘Professor Armand Girbes van het VU Medisch Centrum, professor Jan Bakker van de New York University, professor Diederik Gommers van het Erasmus MC en cardioloog-intensivist Rémon Baak van het Haga-ziekenhuis plaatsen hun vraagtekens bij de conclusies van forensisch deskundigen in de zaak-Henriquez. De drie hoogleraren zeggen dat er informatie ontbreekt, waardoor de precieze doodsoorzaak lastig te bepalen is. Acute stress kan volgens hen echter nooit de doodsoorzaak zijn. ,,Ik ben specialist in intensive care-geneeskunde, en ik ken die aandoening niet”, aldus Armand Girbes van het VU Medisch Centrum. ,,Om het netjes te zeggen: het is niet een gedefinieerde ziekte of syndroom. In gewoon Nederlands: het bestaat niet. En je kunt niet aan iets overlijden dat niet bestaat.” Rémon Baak beaamt dat. Hij was degene die Henriquez behandelde nadat hij werd binnengebracht in het ziekenhuis.’

    Voor de goede lezer: Eén van de artsen die Mitch Henriquez heeft behandeld in het ziekenhuis bestrijdt de ‘wetenschappelijke conclusies’ van de ‘experts’ die het Openbaar Ministerie inzet om de daders van de doodslag op Henriquez vrij te pleiten. Het mankeert er nog maar aan dat die arts straks als ware schuldige wordt veroordeeld.

    Op 15 april 2017 werd door Politie.nl een ander wetenschappelijk onderzoek op internet gepubliceerd. ‘Criminele carrière leden motorbendes onderzocht’, is de kop die hierboven staat. Om de vermeende criminele inslag van leden van motorclubs te onderzoeken hebben onderzoekers, wetenschappers, van de Universiteit Leiden opdracht gekregen een onderzoek uit te voeren. De conclusies liegen er natuurlijk niet om: ‘Leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG) zijn crimineler dan leden van gewone motorclubs. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden. Doorgaans geven leiders van OMG’s aan dat hun clubs niet verschillen van andere motorverenigingen. Maar nu toont de wetenschap het tegendeel aan.’

    Maar hoe verliep dat ‘wetenschappelijk onderzoek’? ‘Hoogleraar criminologie Arjan Blokland van de universiteit en zijn onderzoekers en vergeleken in samenwerking met de politie, de criminele geschiedenis van 601 bij de politie bekende OMG-leden. Daar legden ze de historie van een vergelijkbare groep van 300 “gewone” motorrijders van dezelfde leeftijd naast.’, zegt de politie op zijn website Politie.nl.

    Er is dus onderzoek gedaan naar 601 bij de politie bekende OMG-leden. Dat zijn dus 601 OMG-leden die bij de politie bekend zijn. En, zoals iedereen weet, wanneer je bekend bent bij de politie…ja, dan ben je bekend bij de politie. Bekenden van de politie zijn doorgaans niet bij de politie bekend omdat de politie over ze heeft gelezen in de krant. Doorgaans is er dan iets gebeurt, waardoor de betrokkene werd opgenomen in de bestanden van de politie. ‘De politie heeft sinds de start van de integrale aanpak 562 verdachten gehoord in opsporingsonderzoeken welke geleid hebben tot 308 strafzaken die alle OMG-gerelateerd waren. De gehoorde verdachten waren allen lid van een OMG of supportclub.’zegt de politie in de Integrale landelijke voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) juni 2015. Er waren 562 verdachten, bekenden nu dus van de politie, die sinds de start van de integrale aanpak zijn onderzocht door de politie. Dat zijn dus die 601 leden die zijn onderzocht, begrijpt u?

    Er zijn bij de politie dus veel meer leden van OMG’s bekend dan die 601 die worden vergeleken met een ‘vergelijkbare groep van 300 gewone motorrijders’. Je neemt dus een groep verdachten en die leg je neer naast een groep mensen die niet verdacht zijn. Om het ‘wetenschappelijke’ karakter van dit onderzoek nog verder te benadrukken geven wij aan hoeveel leden van motorclubs de politie zelf inmiddels heeft geteld. In de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2016 zegt de politie zelf: ‘Op 1 januari 2016 waren er een kleine 1700 leden in beeld. Begin 2017 blijkt dit aantal te zijn gestegen tot ruim 1900 leden.’

    Er zijn dus geen 601 leden van OMG’s bekend bij de politie, maar er zijn er al meer dan 1900. Maar voor het wetenschappelijk onderzoek naar de criminele antecedenten van leden van OMG’s zijn maar 601 leden onderzocht en vergeleken met 300 ‘gewone motorrijders’. 601 leden die tevens verdachte waren. De 1300 andere bij de politie bekende leden van OMG’s zijn niet vergeleken met de ‘300 gewone motorrijders’. Zo kom je wel aan alarmerende uitkomsten. Wetenschappelijk?

    Het Algemeen Dagblad van 15 december 2017 berichtte nog eens over hoe het Ministerie van Justitie en Veiligheid omgaat met leden van motorclubs. De Nationale Ombudsman onderzocht namelijk een klacht van Veterans MC en oordeelde dat de club niet crimineel is. ‘Het rapport dat vandaag verschijnt is een gevoelige tik op de vingers voor de minister van Justitie en Veiligheid.’ Jarenlang is tegen beter weten in de club in verband gebracht met criminaliteit. Leden van de club, soms actief dienende militairen, werden geschoffeerd door de Inspecteur der Krijgsmacht op een veteranendag in Hilvarenbeek (zie artikel Dupont ‘Met de machthebbers op het bordes van 1 november 2017), werden jarenlang geweerd onder bedreiging met politie-inzet van de Nationale Veteranendag in Den Haag, waarbij een andere ‘wetenschapper’, historicus Christ Klep ze eigen schuld verweet, ze werden lastig gevallen op hun werk door hun werkgever, de Koninklijke Marechaussee oordeelde na gedegen onderzoek al eerder dat de club niet crimineel was, maar de politie bestreed dit. En nu blijkt na onderzoek van de Nationale Ombudsman dat politie en justitie er bewust naast gezeten hebben.

    In 2004 publiceerde auteur John Cornwell het boek ‘Hitlers wetenschappers: Wetenschap, oorlog en het duivelse pact’. Hét centraal thema in Cornwells boek is de vraag naar de morele verantwoordelijkheid van de Duitse wetenschappers voor het misdadige regime van hun land. Minutieus onderzoekt hij de beweegredenen van de geleerden die tijdens de jaren 1930 besloten in het land te blijven. De kritiek op zijn vorig boek indachtig hoedt hij zich voor een uitgesproken stellingname. Toch meent Cornwell dat de wetenschappers zich direct of indirect schuldig hebben gemaakt aan de wandaden van het nazi-regime.(http://www.go2war2.nl/artikel/1181/Hitlers-wetenschappers.htm)

    Het kan dus maar zo dat in een verre toekomst onderzoek gaat uitwijzen hoe hard Nederlandse wetenschappers hebben geprotesteerd tegen het verkrachten van hun onderzoeksresultaten. Dan is het echter te laat.

    De raadsheer die om de hoek van het clubhuis woonde (1)

    Motorclub Veterans MC heeft aangifte gedaan tegen de politie en korpschef Bouman, omdat dezen een crimineel etiket plakken op de motorclub. Gebleken is de club namelijk dat zij, als Veterans MC, evenals Black Sheep MC geen onderwerp zijn van gerechtelijke onderzoeken. Bovendien is het percentage leden met een strafblad bij Veterans MC veel lager dan de politie beweert en zit het op het normale landelijke gemiddelde. Geen 80% dus, maar ongeveer 20%. Echter, er is afgezien van vervolging door het Openbaar Ministerie. Om toch vervolging te eisen wegens laster en smaad werd een pleitnota beklag niet-vervolging ingediend. Deze zaak diende begin vorige maand in Den Bosch. Op 14 oktober 2015 is uitspraak gedaan door het hof met een negatief resultaat voor de eiser. Volgens Omroep Brabant: ‘Volgens het Hof maakt de eiser geen schijn van kans, omdat zijn club deel uit maakt van de zogeheten Raad van Acht. Hierin zijn ook andere motorverenigingen vertegenwoordigd. Bovendien manifesteren de leden van de Veterans zich als lid van een club, die niet getolereerd wordt door de wet, zo bepaalde het Hof.’

    Omdat de Veterans niet getolereerd worden door de wet? Wij zullen u laten zien hoe vooringenomen in ieder geval één vertegenwoordiger van die wet is!

     

    Op de zitting op 2 september 2015 in Den Bosch was woordvoerder Joseph Raaijmakers van de Veterans MC aanwezig met de advocaat mr. Michael Ruperti. Op zijn blog Mediavrijheid.nl beschrijft Raaijmakers hoe raadsheer Henk Marquart Scholtz het woord kreeg van de voorzitter en meteen van wal stak. Marquart Scholtz: ‘Wat zit er daar rechts op uw vest?‘ Raaijmakers: ‘Oh, dat is ons embleem. Wij noemen dat de MURPHY.’ Marquart Scholtz weer: ‘Is dat een doodshoofd?’ Raaijmakers: ‘Ja, een doodshoofd met een baret en daarachter gekruiste zwaarden. De afbeelding staat ook in Outlawbikers in Nederland, het document wat nu ter tafel ligt en waar deze casus in belangrijke mate over gaat.’ Marquart Scholtz: ‘Waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘De symboliek hierachter is: de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’ Marquart Scholtz opnieuw: ‘Maar waarom een doodshoofd?‘ Raaijmakers: ‘Een doodshoofd is behoorlijk symbolisch voor ons. Ik denk hier aan een foto van mijn broeder in Cambodja te midden van tienduizenden, misschien wel honderdduizenden schedels. Voor hem zal dit voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met zijn uitzending en zijn ervaringen.’ Waarop Marquart Scholtz zijn ware gezicht liet zien: ‘U weet dat in 40-45 ook mensen rondliepen met een doodshoofd op hun uniform?’

    Raaijmakers beschrijft vervolgens op zijn blog hoe hij totaal verbijsterd en aangeslagen is: www.mediavrijheid.nl Even leek de tijd stil te staan. Beledigde een raadsheer van het hof mij nu? Wil hij me provoceren? Waar heb ik of waar hebben wij dit aan verdiend? Waarom vraagt hij dat op deze manier? Veel tijd had ik echter niet om na te denken dus ik antwoorde: ‘Ik neem hier aanstoot aan. Ik ga hier niet op reageren!’

    Wij kunnen de woede van Joseph Raaijmakers goed begrijpen. Een raadsheer, een onafhankelijk rechter, die onmiddellijk het insigne van een motorclub gelijkstelt met het insigne van de Waffen-SS. Alleen al de vraag stellen is hem eigenlijk beantwoorden. Zo denkt meneer Marquart Scholtz blijkbaar over de Veterans MC.

     

    Wie is wie?

    De motorclub

    Wij gaan proberen u duidelijk te maken wie de hoofdrolspelers zijn in dit drama. Wij zullen beginnen met de Veterans MC. Deze motorclub wordt meestal genoemd ‘Veterans’, maar heet officieel ‘Veterans MC Netherlands, en bestaat uit minder dan honderd leden die allen veteraan zijn van het Nederlands leger. Van deze club kun je alleen maar lid worden, wanneer je aan tenminste één buitenlandse missie van de Nederlandse krijgsmacht hebt deelgenomen. Vijftig procent van de leden is actief-dienend militair. Op hun website zegt de club dit over zichzelf: ‘Veterans MC is een vastberaden groep motor enthousiastelingen die allen als gemeenschappelijke achtergrond hun land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, danwel hebben deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We houden vast aan de broederschap en kameraadschap die we hebben leren kennen in het leger, waarin we ervaren hebben om onder moeilijke omstandigheden de man langs je te vertrouwen. Hierdoor zijn we gegroeid tot een sterke en succesvolle groep die bereid is alles te geven voor elkaar, de club en de broederschap waar we voor staan. Veterans MC is de ENIGE militaire MC in Nederland.’                                                                                                         Veterans MC is nauw bevriend met veteranenmotorclubs in het buitenland als Patriots MC uit Groot-Brittannië, Allied Veterans MC uit België, Veterans MC uit Canada en Veterans MC uit Noorwegen. Al deze clubs hebben een doodshoofd in hun logo. Geen van allen zullen zij de suggestie op prijs stellen dat dat iets te maken zou hebben met ‘mensen in ’40-’45 die ook een doodshoofd op hun uniform hadden’.                                                                                                           De club is een vereniging die staat ingeschreven op het adres van hun clubhuis in Haren. Dat is op de Rijksstraatweg. Onthoudt u even dat adres?

    Waarom een doodshoofd als embleem?

    In de wereld van de motorclubs is het een traditie dat een insigne wordt ontworpen dat de club herkenbaar maakt. Ditzelfde fenomeen zie je ook bij voetbalclubs, hockeyclubs, tennisclubs of bij de Rotary. De Veterans kozen een embleem dat bestaat uit een doodshoofd met een baret en daaronder zwaarden. Zoals Raaijmakers uitlegde: ‘de lachende doodskop staat voor het feit dat wij de dood lachend in de ogen hebben gekeken; de baret met daarop een Nederlandse vlag t.b.v. de militaire uitstraling en de 2 zwaarden omdat we allen “onder de wapenen” zijn geweest.’

    Het is bij motorclubs veelvoorkomend om een doodshoofd te gebruiken als onderdeel van het clubembleem. Internationaal worden doodskoppen gebruikt door clubs als de Hells Angels, Outlaws, Highwaymen, Brother Speed, Grim Reapers, Gypsy Jokers, Rebels, Nomads Australia, Blue Angels en dichter bij huis gebruiken Nederlandse clubs als de Outsiders en Trailer Trash Travellers de doodskop ook. Van al deze clubs is er geen enkele verboden. Ook Lex Legio MC, een motorclub waarvan je alleen lid kunt worden wanneer je politieagent bent, heeft een doodskop in zijn clublogo. Zelfs in de televisieserie over de Amerikaanse motorclub ‘Sons of Anarchy’ wordt de doodskop gebruikt in het clubembleem. Naast de doodskop wordt ook meestal een klinkende naam voor de club gekozen. Vaak is zo’n naam een scheldnaam die als geuzennaam wordt gebruikt, zoals bij Trailer Trash of de Outsiders, maar soms is de naam ook afkomstig van militaire eenheden waar de oprichters vroeger bij hebben gediend. De kleuren van Bandidos MC zijn bijvoorbeeld de kleuren van het Amerikaanse Korps Mariniers. Het gebruik van een doodshoofd is dus verre van uniek en heeft niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Een uitzondering daarop is de doodskop van de Hells Angels, die in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door een eenheid bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, genaamd Hell’s Angels. Daar komt ook de naam van de motorclub vandaan.

    Het gebruik van doodskoppen door militaire eenheden gaat nog veel verder terug. Werd heel vroeger de doodskop gebruikt door piraten, later werd de doodskop vooral een ereteken dat loyaliteit tot in de dood uitdrukte. Al in 1740 hadden Pruisische huzaren doodskoppen op hun uniform. Ook Britse cavalerie-eenheden gebruikten een doodskop op hun insigne met de woorden ‘Death or Glory’. Nog tegenwoordig hebben sommige Amerikaanse Special Forces-eenheden een doodshoofd in hun embleem.

    Al dit heeft helemaal niets te maken met de Waffen-SS. Het gebruik van doodshoofden in emblemen is bij motorclubs in binnen- en buitenland wijdverbreid, net als bij militaire eenheden in binnen- en buitenland. Voor een motorclub bestaande uit louter militaire veteranen is het gebruik van een doodshoofd dus geenszins vreemd. Integendeel, bij de combinatie van militair verleden en lidmaatschap van een motorclub ligt het voor de hand.

    Af en toe komt het ook voor dat gewone burgers met een doodskop rondlopen. Zoals captain of industry Jan Timmer, destijds president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, (NS staat hier dus niet voor No Surrender, meneer Marquart Scholtz). Op 24 mei 2015 berichtte NRC daarover: “Tijdens een gesprek waarin Netelenbos kenbaar maakte dat het kabinet niks zag in het [zijn] plan, trok Timmer zijn jasje uit waardoor zijn zwarte bretels met doodskoppen zichtbaar werden.”

    Insinueren dat het gebruik van doodskoppen iets te maken heeft met de Waffen-SS of ‘mensen die in ’40-’45 rondliepen met een doodskop op hun uniform’, getuigt daarom van zeer kwade wil en een grote vooringenomenheid. Weet deze magistraat dat ook in ’40-’45 mensen rondliepen met een zwarte toga?

    De onafhankelijke raadsheer

    Mr. Marquart Scholtz heeft een lange carrière als jurist. Hij liep stage bij een advocatenkantoor in Maastricht, hij was officier van justitie op tal van plaatsen, waaronder de Nederlandse Antillen, en hij was auditeur-militair bij het Militair Gerechtshof in Arnhem. Hij was in 1980 gestationeerd op de Antillen, toen in Amsterdam de Kroningsrellen plaatsvonden. Marquart Scholtz stak zijn ongezouten mening niet onder stoelen of banken. ‘Rapaille’, was zijn kwalificatie van de demonstranten. Jaren later was de gereformeerde ijzervreter diaken en fulmineerde hij in die hoedanigheid tegen totaalweigeraars en actievoerders tegen het regiem in Zuid-Afrika. Misschien omdat de kerken, vooral de gereformeerde, leegliepen, verlegde Marquart Scholtz zijn uitgesproken protesten en meningen naar de ingezonden brieven in landelijke dagbladen. Hij trok fel van leer tegen alles wat in zijn ogen onfatsoenlijk was.

    De raadsheer schrijft brieven

    Marquart Scholtz is een actieve brievenschrijver die vooral in NRC regelmatig van zich laat horen. Eén van zijn eerste ingezonden brieven was een woedend betoog in de Antilliaanse krant Amigoe op 6 oktober 1981. De krant plaatste braaf het epistel van substituut-officier van justitie Marquart Scholtz, maar voegde daar aan toe: ‘U laat zich in uw weerwoord leiden door wetsartikelen. Wij hebben ons laten leiden door de gebruikelijke omgangsvormen’. Terug in Nederland ging de jurist verder met schrijven. Zoals op 6 mei 2006 in NRC, waar hij naar aanleiding van een seksueel getinte bijdrage in de krant spreekt over een ‘treurniswekkend onvolwassen jongmens’ en NRC beticht van het willen meedoen aan de ‘zogenaamde jeugdscene’. Ook Trouw neemt brieven van de verontruste Harenaar op. Meestal gaan die over geloofszaken of politiek. Op 11 mei 2002 schreef een woedende Marquart Scholtz opnieuw naar NRC. Het ging deze keer over de moord op Pim Fortuyn: ‘Direct medeverantwoordelijk voor moord bent u weliswaar niet, maar met linkse politici die Fortuyn met Le Pen en Haider vergeleken en zelfs Anne Frank erbij haalden, heeft ook deze krant mede een klimaat geschapen waarin deze politicus, iemand die voor het eerst de echte maatschappelijke problemen benoemde en bespreekbaar wilde maken, vogelvrij werd verklaard.’ Blijkbaar vond de Harense briefschrijver dat NRC door zijn suggestieve berichtgeving een klimaat had geschapen waarin iemand vogelvrij werd verklaard. Dat gebeurt op dit moment ook met motorclubs. En niet alleen bij NRC.

    De kritische Harenaar schreef op 6 november 2006 opnieuw een boze brief. Deze keer ging het om de sloop van het gemeentehuis van Haren. Marquart Scholtz ontpopte zich als een fel tegenstander van sloop van het oude en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Tevens bleek hij onvermoede inzichten te bezitten in architectuur. Bovendien bleek dat hij met zijn maatschappij-kritische oprispingen steeds dichter bij huis kwam.

    Henk is niet de enige in zijn familie die graag brieven schrijft. Barbara, de oud KLM-stewardess, B.R. Marquart Scholtz, Mieke Poelman-Marquart Scholtz en W.J.P. Marquart Scholtz zijn allen fervente ingezonden brievenschrijvers.

    De raadsheer komt op de televisie

    Henk Marquart Scholtz doet in 1978 samen met zijn broer mee met de kwis ‘Twee voor Twaalf’. Hij vind dit blijkbaar zo leuk dat hij in 1994 opnieuw meedoet met een televisiekwis. Deze maal is het ‘Per seconde wijzer’. Blijkbaar zoekt Henk graag de publiciteit op om te laten zien hoeveel hij weet.

    De raadsheer voert actie

    Het briefschrijven is weliswaar een goede manier om je naam in de krant te krijgen, maar soms moet je als oppassend burger verder durven gaan. Dat deed Marquart Scholtz dan ook op 12 november 2011. Hij kwam die dag niet alleen in de krant, ditmaal Haren de Krant, maar ook bleek Marquart Scholtz inmiddels lid van het Comité Omwonenden Biologisch Centrum. De zeer verontruste buurtbewoner kwam in het geweer, nadat hem en zijn buren was gebleken dat de gemeente een studentenhuis wilde vestigen in ‘zijn’ buurt. Gedaan zou het zijn met de rust. Lallen en brallen zou volgens het artikel de toekomst van zijn nachtrust zijn.

    Omdat de lezer zich vast afvraagt wat voor buurt dat kan zijn die hardwerkende studenten huisvesting misgunt, even een inkijk. De buurt waarover wij het hebben is de omgeving van de Kerklaan. Op loopafstand van ‘zijn eigen’ PKN-gebouw. De naaste buren van Marquart Scholtz zijn allemaal van zeer goede stand. Hij woont tussen de holdings, hypotheekservices, investment bv’s, financieel management en financiële consultant-bedrijven. De rietgedekte villa van de raadsheer met zijn keurige heggen en grindpad past daar goed tussen. Sinds medio jaren ’90 zijn de huizenprijzen in deze straat verdubbeld. Hoewel in deze buurt alleen vergunningen zijn afgegeven voor wonen, lijkt het wel op een bedrijventerrein. De waarde van de huizen in zijn straat liggen zo rond de 500.000 euro. Daarom was zijn straat misschien ook wel het meest inbraakgevoelig in 2012. Het is duidelijk dat mensen die nog iets moeten bereiken, zoals studenten, niet in een dergelijke buurt kunnen wonen. Wat zouden die buren van Marquart Scholtz denken van de vestiging van een motorclub bij hen in de buurt? Wij komen daar zo nog even op terug. Blijft u bij ons?

    ‘Wij hebben hier geen behoefte aan dictatortjes.’, was het slot van een ingezonden brief in Haren de Krant op 5 oktober 2012. Of hieruit zijn vrijheidslievendheid sprak, of veeleer zijn streven om zich vooral het zwijgen niet op te laten leggen, weten wij niet. In de brief werd ook nog gesproken van ‘vrijheid van meningsuiting’, dus wij gaan er van uit dat hij in ieder geval ons niets kwalijk neemt.

    De raadsheer wordt belaagd

    Hoe dichtbij onheil soms komt, bleek wel uit de Harense Facebook-rellen. Op 21 september 2012 nodigde een meisje via Facebook haar vrienden uit voor haar verjaardagsfeestje. Dit liep uit op een enorme stormloop op het dorp. De Harense raadsheer moest wel in de pen klimmen, want dit ongenoegen kwam niet steeds dichter bij huis. Nee, dit was bij zijn huis. Bij hem in de straat. Bij hem in de tuin.

    Henk Marquart Scholtz schreef een razende open brief, waarin hij het aftreden eiste van de betrokken bestuurders. De kwalificaties voor de in zijn ogen verantwoordelijken logen er niet om. ‘Amateurisme en volledige onderschatting’, noemde hij het. ‘Immers, het bevoegd gezag, de Burgemeester en loco-Burgemeester van Haren, de Hoofdofficier van Justitie te Groningen en Korpschef Haren (de “driehoek”), is bij de gezagshandhaving tijdens die avond en bij de voorbereiding op die avond in zeer ernstige mate in gebreke gebleven en heeft na de avond lange tijd geen blijk gegeven van enig inzicht in het eigen falen. Het bevoegd gezag heeft de burgers van Haren in de steek gelaten nu het het evenement van 21 september heeft onderschat en volstrekt onvoldoende was voorbereid op de geweldpleging en plunderingen die Haren teisterden. Daardoor is grote schade veroorzaakt aan personen en goederen, een grote financiële schade voor Haren en is Haren’s goede naam onnoemelijk veel schade gedaan.’ Wij vragen ons af of Marquart Scholtz ook zou vinden of de goede naam van ‘zijn’ dorpje schade gedaan zou zijn, wanneer zich een motorclub zou vestigen in het dorp. Maar daarover zo meteen meer.

    De mokkende magistraat had ook een aantal oplossingen bedacht om het ‘tuig’ tegen te houden. Die maatregelen logen er echter niet om:

    ‘Waarom was er vanaf 19.00 geen 200 of 400 man ME? – Waarom werden waterwerpers niet ingezet? – Waarom werd er geen traangas gebruikt? – Waarom waren de toegangswegen naar Haren niet afgesloten? – Er was te weinig politie, te weinig ME en er waren geen bijzondere bijstandseenheden van de KMar.’                 Er zijn wekelijks voetbalwedstrijden met opstootjes, er zijn geregeld demonstraties overal in het land. Maar wanneer het ‘tuig’ in de buurt komt van zijn huis, bij zijn buren de ruiten eruit vliegen en er mensen door zijn tuin lopen is het oorlog. Letterlijk. Alsof de raadsheer met zijn dochter had overlegd, die ook officier is. Niet bij de rechtbank, maar in het leger. Er waren ordetroepen nodig, zonder doodshoofden op hun uniformen weliswaar.

    De raadsheer ging nog verder in zijn brief, want ook de juridische maatregelen en vooral de rechterlijke uitspraken tegen de daders van de vernielingen waren in zijn ogen volstrekt onvoldoende. De ene raadsheer bekritiseerde hier dus ongemeen fel de andere raadsheer. Ja, kom niet aan de spulletjes of in de tuin van een boze magistraat.

    De raadsheer en de korte broek

    Op 28 september 2012 nam Haren de Krant opnieuw een ingezonden brief op van de razende rechter. ‘In Haren de Krant van september maakt zelfbenoemd dorpsgoeroe Van ’t Hek (niet Joep-noot van de redactie) de lezers deelgenoot van zijn afkeer van de volgelingen van Calvijn, en vooral van die volgelingen die zich op politiek vlak hebben begeven.’ ‘Daargelaten de volstrekte irrelevantie van de politieke voorkeur van Van ’t Hek rijst toch de vraag waarom hij meent deze aan de lezers van de krant te melden. Zou hij wellicht als schuchter misdienaartje door een hitsige zwartrok ooit in zijn korte broekje zijn gegrepen? Of lijdt hij aan een ander ernstig trauma dat hem deze diepe afkeer van christelijke politiek heeft bezorgd? Hopelijk groeit hij eindelijk eens over zijn frustraties heen en valt er lezers niet langer mee lastig.’                  Vooral deze laatste brief is bijzonder. De boze dorpsbewoner vraagt zich hier af of een journalistieke tegenstander van hem ‘in zijn korte broekje zou zijn gegrepen door een hitsige zwartrok’ en of deze daarvan een trauma heeft opgelopen. Een ‘treurniswekkend onvolwassen oudmens’ zouden we kunnen zeggen met zijn eigen woorden bij een dergelijke ongepaste uitspraak. Maar hier is meer aan de hand.

    Het schrijven van brieven om de wereld te willen verbeteren is een prachtig streven. Een collega-rechter toeroepen dat zijn straffen niet streng genoeg zijn is in juristenland eigenlijk not done. Mensen beledigen per brief is al heel wat minder. Maar als Gereformeerde ex-diaken, de Katholieke Kerk beschuldigen van misbruik gaat veel verder. Het verkneukelende commentaar van een door de Luxaflex van zijn villa naar buiten glurende fatsoensrakker over iemand die ‘lijdt aan een ander ernstig trauma’ is zeer ongepast voor iemand die uit eigen ervaring weet wat het betekent om te worden misbruikt door iemand uit de eigen kerk.

    De raadsheer aan het werk

    Op 29 september 2013 schrijft hetgoedenieuws.nl namelijk het volgende: ‘Volgens het in augustus dit jaar verschenen Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek Handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk heeft oud officier van justitie mr. Marquart Scholtz in het verleden de omvangrijke zedenzaak van pater L. die jonge jongens in binnen en buitenland misbruikte en werkzaam was in de jeugdzorg ten onrechte geseponeerd. Hieronder enkele opvallende citaten uit het Eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie Bij Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk in verband met mr. H.A. Marquart Scholtz die thans als plaatsvervangend raadheer deelneemt aan de strafkamer in verband met misbruik van een minderjarige door medewerkers van Bureau Jeugdzorg: ‘Dat in deze zaak voorwaardelijk is geseponeerd wekt verbazing. De feiten waren ernstig en strekten zich over langere tijd uit. De officier van justitie baseerde zich bij zijn beslissing louter op het rapport van de reclassering en op het psychiatrisch rapport. De verdachte werd door de psychiater in vrij sterke mate ontoerekeningsvatbaar geacht. Maar daartegenover stonden de ernst en de omvang van de feiten. Dat de officier van justitie de feiten kennelijk niet ernstig genoeg achtte valt niet goed te begrijpen. De zaak had in de gemeenschap van Brunssum grote beroering gewekt.‘ ‘Het OM zelf heeft zich inmiddels over de afloop van deze zaak uitgelaten. Het College van procureurs-generaal heeft in 2010 bij monde van de toenmalige voorzitter mr. H. Brouwer in een persbericht laten weten dat het voorwaardelijk sepot in deze zaak geen juiste beslissing lijkt te zijn geweest.’ Amateurisme en volledige onderschatting? In 2010 vertelde Henk aan Dagblad De Limburger nog steeds achter zijn toenmalig besluit te staan en nam hij het OM kwalijk dat ze het daarin niet met hem eens waren.

    Er was een ernstig misbruik in de Katholieke Kerk waar Harense Henk weet van had. Er was een misbruik van kinderen waar hij iets tegen had kunnen doen. Er was een misbruik van jonge jongetjes in hun korte broek waarvoor hij een zware straf had kunnen eisen. Maar hij deed het niet. Hij seponeerde. En dat was dus ten onrechte.

    De raadsheer en de motorclub

    In 1993 was Hendrik Marquart Scholtz procureur-generaal in een strafzaak tegen een motorclublid uit de omgeving van Harlingen. Deze man, lid van Rockers Northcoast MC, werd beschuldigd van meerdere feiten geweldpleging en Marquart Scholtz ging maar meteen voor de hoofdprijs, te weten anderhalf jaar achter slot ende grendel. In hoger beroep bleek er weinig bewijs te zijn en werd de woesteling vrijgesproken.

    En nu we toch bezig zijn met motorrijders. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde op 14 mei 1994 het volgende vreemde bericht over Henk: ‘Zou hij trouwens nog steeds vinden dat de TT verboden moet worden?’ Wij vonden verder niets over zo’n verbod en we vragen ons nu af waarom de raadsheer de TT zou willen verbieden. Heeft hij een hekel aan motorrijders? Of heeft hij gewoon een hekel aan herrie, feestvieren, uitbundigheid en vrolijkheid? Als dat zo is, lijkt de raadsheer wel een beetje een autist.

    De raadsheer onder vuur

    Op 19 juni 1998 kopte het Nieuwsblad van het Noorden : ‘Top-aanklager beschuldigd van malafide huizenhandel.’ Het artikel ging over een moeilijk ontwarbaar verhaal over een kapitaal pand in Groningen, waar Hendrik Marquart Scholtz samen met zijn secretaresse in woonde. In het pand hield ook de International Association of Prosecuters (IAP) kantoor. Het pand werd gekocht, er werd flink winst gemaakt (twee ton guldens) en hulp werd geboden door een ‘vriend’ die toevallig ook lid was van de IAP en die bovendien bij een bank werkte. Inmiddels was op het pand ook beslag gelegd. Volgens brave Hendrik Marquart Scholtz zelf was er niets aan de hand.

    De raadsheer vandaag

    Tegenwoordig is mr. Marquart Scholtz rechter bij drie verschillende strafkamers. Een man die bij anderen insinueert dat ze misschien een trauma hebben van een greep in hun korte broek, mag in drie verschillende strafkamers uitspraken doen. Een man die insinueert dat een embleem van een motorclub iets te maken heeft met de Waffen-SS, mag in drie strafkamers zijn onafhankelijke en weldoordachte en vooral onbevooroordeelde oordeel vellen over medeburgers. Een man die vooral in actie lijkt te komen wanneer ‘zijn’ eigen straatje schoon moet worden geveegd, is sinds april 2008 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn werk voor een rechtvaardig Nederland is Henk Marquart Scholtz ook actief bij de ‘Fight against organised crime and corruption’ als senior projectleader en is hij special adviser bij de International Association of Prosecutors (IAP). Dat getuigt op zijn minst, gezien de beschuldigingen tegen motorclubs van georganiseerde criminaliteit, van enige vooringenomenheid of partijdigheid.

    De woonplaatsen van de raadsheer en de motorclub

    O, en hebt u dat adres van de vereniging Veterans MC onthouden op de Rijksstraatweg in Haren? Mr. Henk Marquart Scholtz woont praktisch om de hoek in de Botanicuslaan, een zijstraat van de Rijksstraatweg. Het zijn dus bijna buren. Zo dicht komt het nieuws dus bij hem. Gezien zijn eerdere acties en uitspraken bij in-de-buurt-komend nieuws zijn wij dus niet verbaasd over zijn oordeel. (wordt vervolgd)

     

     

     

    Het goede voorbeeld (2)

    Kiest de NOS zelf nogal vaak partij voor de overheid en is het nieuws dat deze staatszender brengt veelal eenzijdig, op Veteranendag 2015 maakte de NOS het wel weer heel bont. De Veteranendag werd live op televisie gepresenteerd door ‘militair historicus’ Christ Klep. Toen tijdens het veteranendéfilé de veteranenmotorrijders voorbij kwamen beschuldigde Klep dezen ervan eigenlijk verklede Veterans MC te zijn. Dat deze motorclub zo werd vervolgd door Justitie en de media was volgens Klep hun eigen schuld. Klep:’Ze hebben het over zichzelf afgeroepen.”Ze schurken aan tegen de beruchte clubs.’ De uitspraken van Klep vielen zo slecht bij de Veterans MC dat werd besloten een persbericht uit te laten gaan: ‘Afgelopen zaterdag vond de Nederlandse Veteranendag plaats. Heel Nederland heeft het commentaar kunnen horen van de NOS. Wederom werden we neergezet als “crimineel” en we zouden het aan ons zelf te wijten hebben. In ons kielzog werden vele veteranenmotorrijders eveneens door het slijk gehaald.’, aldus het persbericht. Extra triest is dat ‘historicus’ Klep beter weet. Hij zit namelijk in de redactieraad van het veteranentijdschrift ‘Checkpoint’. En uitgerekend dat blad berichtte afgelopen jaar uitvoerig over de problematiek rond Veteranendag en de Veterans MC.

    Het is niet voor het eerst dat Christ Klep uitspraken of beschuldigingen doet die voor veel veteranen onverteerbaar zijn. In november 2011 zondt de KRO een reportage uit waarin overste Karremans door zijn voormalige superieuren door het slijk werd gehaald. Ook Christ Klep bemoeide zich ermee. De website isgeschiedenis.nl meldt daarover: ‘Militair historicus Christ Klep beweert dat ‘alle Dutchbatters’ wisten dat de moslims vermoord zouden worden, dus ook Karremans. De ex-commandant loog hierdoor onder ede tegen het Joegoslavië Tribunaal en de parlementaire enquêtecommissie, toen hij zei dat hij dacht dat de mannen ongedeerd zouden blijven. Karremans blijft echter bij zijn eerdere woorden. Hij probeerde daarop tevergeefs de KRO-uitzending te laten verbieden.’ ‘Militair historicus’ Christ Klep beschuldigd dus overste Karremans van liegen onder ede, en dat hij en ‘alle’ Dutchbatters wisten dat de moslims vermoord zouden worden. Dit is een enorm gebrek aan respect voor de veteranen die betrokken waren Srebrenica.

    Het LIEC-RIEC staat voor Landelijk Informatie en Expertise Centrum-Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Deze organisatie houdt zich bezig met de bestrijding van gezagsondermijnende activiteiten en de georganiseerde misdaad. Eén van de aandachtspunten van deze organisatie is de bestrijding van ‘motorbendes’. In Limburg is Wim Smits directeur van deze organisatie. Wim Smits kennen wij nog uit de Landlord-zaak. Dit was een enorme operatie tegen vastgoedhandelaar Joep Janssen uit Kerkrade waarbij 134 panden, auto’s, geld en oude munten in beslag werden genomen. Tijdens de rechtszaak werden de twee officieren van Justitie Wim Smits en Bas Janssen door de rechter beschuldigd van liegen. De zaak-Landlord liep daarmee totaal stuk en alle verdachten werden vrijgesproken.

    Gerlof Leistra is ‘misdaadverslaggever’ van het vroegere kwaliteitsblad Elsevier. Wij hebben het in onze artikelen verschillende malen over Leistra gehad. Leistra is feitelijk helemaal geen misdaadverslaggever, maar probeert door de artikelen die hij schrijft stemming te maken tegen wat hijzelf criminaliteit vindt. Zo zegt Gerlof op 17 september 2014 bij RTV Drente: ‘De gemeente Emmen moet zich zorgen maken over de komst van de Hells Angels naar Emmen. Misdaadjournalist Gerlof Leistra van Elsevier noemt de komst van de van oorsprong Amerikaanse motorclub onheilspellend. De clubs vinden Emmen een interessante plek, omdat het dichtbij Duitsland ligt en dat een belangrijke afzetmarkt is voor wiet. Leistra: ‘Ik denk dat de Hells Angels willen laten zien dat zij daar ook een vinger in de pap hebben.’ De misdaadjournalist denkt dat de gemeente Emmen moet kijken of de motorclubs een gevaar zijn voor de openbare orde. In dat geval zouden zij geen clubhuis mogen openen.’ Leistra denkt dat, Leistra vindt het onheilspellend, Leistra ziet dat Emmen vlakbij Duitsland ligt dus is er misdaad, Leistra waarschuwt de gemeente alvast voor het clubhuis. Er is geen enkel feit in zijn artikel, maar baserende op het artikel wordt wel de noodklok geluid. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

    Robert Bas is de ‘misdaadverslaggever’ van de NOS. Een indicatie dat de NOS zelf ook wel behoefte heeft aan iets beter misdaadnieuws is de advertentie met de vacature voor misdaadverslaggever. Robert Bas komt in ieder geval over de motorclubs niet verder dan te roepen dat een Harley Davidson tussen de 60.000 en 70.000 euro kost en dat het lidmaatschapsgeld van motorclubs enkele tienduizenden euro’s per jaar kost. Daarom moet je volgens Robert Bas wel crimineel zijn als lid van zo’n club.

    Gerard Bouman is de eerste korpschef van de nieuwe Nationale Politie en tevens de eerste met de rang van hoofdcommissaris. Het bijzondere aan Bouman is zijn carrière. Bouman begon als 17-jarige als agent bij de Gemeentepolitie in Rotterdam, volgde in de avonduren een cursus rechten en stapte uiteindelijk over naar het Openbaar Ministerie waar hij hoofdofficier van justitie werd. Hij keerde daarna terug naar de politie en werd enige jaren later hoofd van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst). Enige jaren later keerde hij opnieuw terug naar de politie en werd deze keer korpschef van de Nationale Politie. Bouman riep als korpschef van de Nationale Politie dat hij achter de door de rechter veroordeelde schietende agent bleef staan die door de rechter tot twee jaar cel was veroordeeld. Het is heel opmerkelijk dat meneer Bouman op deze manier redeneert en je kunt je wat dingen afvragen: Een oud-hoofdofficier van justitie die een oordeel van de rechter onacceptabel vindt. Een oud-hoofd van de AIVD, die een oordeel van de rechter onacceptabel vindt. Een korpschef van de Nationale Politie die een oordeel van de rechter onacceptabel vindt. Wat is dat voor een man die er zulke denkbeelden op na houdt in een democratische rechtsstaat? Wat zegt dit over de gang van zaken bij het Openbaar Ministerie? Wat zegt dit over de mentaliteit bij de AIVD? Gewoon je gang gaan en je zo weinig mogelijk aantrekken van de rechtsstaat? Meneer Bouman ging dit jaar voor een bespreking naar de Tweede Kamer en werd door de beveiliging gewezen op het feit dat hij zijn dienstpistool niet mee naar binnen mocht nemen. De reactie van meneer Bouman was veelzeggend en karakteriserend: hij zegde zijn afspraak af en ging weg. De wet geldt voor iedereen, behalve voor meneer Bouman. Deze man wil macht, maar geeft aan dat in een democratie zijn macht ongewenst is. Het laatste nieuws over boeman Bouman is dat hij volgend jaar afscheid neemt. Misschien heeft dit te maken met het debacle van de geldverslindende reorganisatie bij de politie.

    Rienk de Groot is regionaal recherchechef bij de politieregio Zeeland West-Brabant. Deze man is een hardliner en afkomstig van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) van de politie. Als plaatsvervangend BBE-commandant was hij betrokken bij de belegering van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier in 2004. Rienk doet uitspraken in de krant van 8 augustus 2015 (bndestem.nl) die niet kloppen met wat de politie elders verklaart. ‘De Groot zegt dat het aantal criminelen in de regio de afgelopen jaren ‘helemaal niet is toegenomen’: “Ze hebben alleen een hesje aangetrokken en zich bij een motorbende aangesloten. Het enige voordeel daarvan is wel dat ze voor ons nu duidelijk herkenbaar zijn.’ De Groot heeft het in het artikel alleen maar over No Surrender en Satudarah. Het artikel kopt dan ook spectaculair: ‘No Surrender en Satudarah zware bedreiging’, recherche Zeeland-West-Brabant waakt voor motorgangs.’ Volgens de voortgangsrapportages die de politie regelmatig opstelt en verspreid staat juist dat ook clubs als Hells Angels, Veterans, Demons of Red Devils criminele motorbendes zijn. Verder noemt Rienk de Groot een aantal van 1200 leden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s), waar de laatste voortgangsrapportage van de politie er juist 1800 noemt. Hij geeft wel weer aan dat 80% van die leden een strafblad heeft. Wat zijn nu de cijfers? 1800 of 1200 en wat is dan het percentage met een strafblad? Het lijkt er op dat de politie helemaal de juiste cijfers niet heeft.

    Een directeur met ballen!

    Deze week diende een rechtszaak tegen de politie aangespannen door Veterans MC. De Veterans MC beschuldigen de politie van laster en een eerdere aangifte leidde niet tot vervolging. De motorclub ondervindt schade van het eenzijdige negatieve beeld dat wordt geschapen door de politie. Leden en vrienden van de club worden langzamerhand door velen gezien als criminelen.

    De invloed die dat heeft is veelzijdig. De leden van de club ondervinden in vriendenkring opgetrokken wenkbrauwen. Werkgevers, waaronder Defensie, oefenen druk uit op de leden van de club om te kiezen. Óf je baan, óf je club! Leden die beveiligingswerk doen ondervinden grote hinder met hun beveiligingspas, die immers door hetzelfde instituut wordt verstrekt dat ook de lasterlijke aantijgingen doet, namelijk de politie. Horeca-ondernemers worden door gemeenten en politie onder druk gezet om geen leden van motorclubs met clubkleding te accepteren. Zo worden eerlijke mensen gecriminaliseerd en gemarginaliseerd.

    Het is juist voor veel veteranen zeer belangrijk om in de burgermaatschappij mee te kunnen doen. Om je weer ergens thuis te voelen. Om af te kunnen kicken van Defensie. Om je weer welkom in Nederland te voelen na missies in het buitenland. Om geaccepteerd te worden, ondanks je korte lontje. Om erbij te horen, ondanks soms een in jezelf gekeerde afwezigheid. Het lidmaatschap van een motorclub is voor sommigen daarvoor dé manier.

    Precies die wens om weer bij de maatschappij te horen, om weer mee te doen. Mee te doen met werk, met wonen, een relatie, gewoon je eigen plek. Precies die wens komt in de verdrukking wanneer je telkens maar weer wordt gemarginaliseerd. Beschuldigd. Gelijkgesteld met het ergste geboefte. En dat gebeurt met opzet. De daders zijn gewoon landgenoten. De binnenlandse vijand blijkt daarbij ongrijpbaar, onaantastbaar, onverslaanbaar, meedogenloos. Daarom zijn een rechtszaak en procedures noodzakelijk.

    Van overheidswege is er geen enkele steun. De media laten die mannen, die veteraan zijn en motorrijden, in de steek. Defensie laat zijn mannen in de steek. Al enige jaren worden de Veterans MC geweerd bij het Veteranendefilé op de jaarlijkse Veteranendag. Het gaat veel mannen niet in de kouwe kleren zitten. Nog dit jaar verklaarde ‘militair historicus’ Christ Klep tijdens zijn live-commentaar voor staatsomroep NOS over de Veterans MC: ‘Ze schurken tegen de beruchte clubs aan, ze gaan een biertje drinken met ze, ze lijken wel erg veel op ze’, en tenslotte ‘Ze roepen het over zichzelf af’. Waarmee Klep opnieuw illustreerde hoe weinig hij feitelijk, naast het bestuderen van de doelgroep, echt op heeft met de veteranen. Al eerder deed hij uiterst negatieve uitlatingen in de pers over kolonel Karremans en Dutchbatt tijdens het Srebrenica-drama.

    Wanneer dus iedereen tegen je lijkt te zijn. Wanneer het hoekje waarin je zit steeds kleiner wordt. Wanneer mensen stoppen. Wanneer de Amerikanen zouden zeggen: ‘When the going gets tough, only the tough get going!’ Ja, op dat moment wordt je soms opgemerkt. Opgemerkt door een wapenbroeder. Een geloofsgenoot. Een bondgenoot daarmee ook.

    Vandaag viel bij veel veteranen weer de ‘Checkpoint’ in de bus. Het blad voor de Nederlandse veteranen. Op bladzijde 34 een schrijven van de directeur van het Veteraneninstituut, én veteraan, Frank Marcus. Op de bijgeplaatste kleurenfoto zit hij in uniform achterop een motor tijdens het Veteranendefilé. Frank Marcus beschrijft hoe hij de hele tweedaagse veteranenmotorrit meemaakte dit jaar. En hoe geweldig hij het vond. Hoe hij genoot van de gesprekken van de motorrijders. Van de sfeer. En dan zegt hij: ‘Waar ik me echter in toenemende mate aan ben gaan ergeren, is het uiten van allerlei beschuldigingen aan het adres van (motor)clubs, zonder dat daar concrete aanklachten op volgen en/of individuele leden van zo’n club gerechtelijk worden vervolgd.’ Frank Marcus legt uit dat al die motorrijders veteranen zijn. Mensen die iets hebben gedaan voor dit land. Die op missies zijn geweest.

    Wat een verschil met Christ Klep en zijn slappe verweer in diezelfde ‘Checkpoint’ enige weken geleden. Wat een verschil met al die napraters bij de media. Wat een verschil met al die goedgelovige bestuurders. Wat een verschil met de hard-liner-mentaliteit bij de politie. Wat een mooie man!

    Wij gaan de rechtszaak van de Veterans MC volgen. Wij gaan de andere clubs volgen met hun perikelen met deze overheid. Wij stellen graag onrecht aan de kaak. Wij wijzen graag, na terdege onderzoek, naar de schuldigen van machtsmisbruik en onderdrukking. Maar wij laten het ook weten wanneer iemand de moed heeft gehad boven zichzelf uit te stijgen.

    Ontmenselijking maakt van vreedzame mannen moordenaars

    Sinds enige jaren worden motorclubs door de overheid anders genoemd. Men zou toch zeggen dat de namen die de clubs zelf hebben gekozen veelzeggend genoeg zijn. Zo is de naam ‘Hells Angels’ synoniem met motorclubs in het algemeen, Harley-Davidson-Rijders, bikers of zelfs Onepercenters. Namen als ‘Demons’, ‘Outlaws’, ‘Veterans’ of zelfs ‘Mongols’, nazaten van de Mongoolse hordes die de oude wereld overspoelden, zijn allemaal vanzelfsprekend genoeg. Dat de overheid zelf een andere naam voor al dat motorvolk bedacht heeft is daarom bijzonder. ‘Outlaw Motorcycle Gangs’, oftewel afgekort ‘OMG’s’, worden de motorclubs genoemd door de Nederlandse overheid. Afgekeken van de Amerikanen, die dezelfde term gebruiken.

    In de geschiedenis zijn tal van voorbeelden te vinden van het geven van een andere naam aan bevolkingsgroepen. Het had bijna altijd een negatieve bedoeling en het ging veelal samen met de voorbereidingen voor oorlog. Er was altijd een regeringsbeleid gericht op het bestrijden van deze groepen. Een militaire aanval zat in de lucht, nieuwe wetgeving zat er aan te komen. In gevallen waar het de overheid juist goed uitkwam om die mensen niet zwart af te schilderen werd vaak wetgeving juist gebruikt om de bijnamen, scheldwoorden feitelijk, wettelijk te verbieden. Want, zo stelde men, het was discriminatie.

    Het geven van bijnamen was dus een vorm van ontmenselijking, die voorafging aan maatregelen door de overheid. Wat is nu ontmenselijking en wat is het nut? Zapruder.nl geeft een definitie van dit fenomeen: ‘Ontmenselijking begint vaak door de ander slecht af te schilderen door stereotypen te gebruiken en elke vorm van nuance achterwege te laten. De aanstichters creëren, met behulp van propaganda, een psychologische constructie in de psyche van mensen zodat zij die anderen transformeren in vijanden. Met behulp van woorden en beelden wordt een vijandbeeld gecreëerd waarbij angst en woede voor een vreselijke gevoed worden die het gemunt heeft op de persoonlijke veiligheid en identiteit. De stereotypen die gebruikt worden als ‘terrorist’, ‘ongelovige’, ‘barbaar’, ‘beest’ dienen om een stereotype beeld te creeëren waarbij iedere zweem van menselijkheid vermeden dient te worden. Ook abstractie helpt om de tegenstander verder te ontmenselijken; men praat niet eens meer over vreselijke (menselijke) eigenschappen maar over concepten als communist of het Warschau Pact of islam. Het gaat er dus om iedere eigenschap weg te strippen waarbij men zich zou kunnen identificeren met de vijand. Alleen een concept van puur kwaad kan men gerechtvaardigd vernietigen.’

    Het geven van bijnamen aan bevolkingsgroepen, in dit geval dus motorvolk, heeft dus een diepere betekenis. In de bakermat van de motorcycleclubs, de Verenigde Staten van Amerika, probeert de overheid al vele decennia deze clubs af te schilderen als crimineel. Politie-agenten worden in de stemming gebracht door road-blocks te bemannen en bikervolk aan te houden, nadat talloze rapportages de noodzaak daarvan hebben aangetoond. Er zijn ondanks al die aandacht van de overheid en de politie nog steeds geen clubs door de wet verboden. Wel is de verhouding tussen clubs en politie door wantrouwen vertroebeld.

    Het decennialang afschilderen van motorrijders als outlaws, gangs, criminelen, gewelddadig, heeft op de politieagenten het effect gehad van ontmenselijking. Veel agenten zien de motorrijders niet meer als gewone mensen. Door de liberale wetgeving in verband met wapenbezit, zijn ook nog eens veel mensen in het bezit van een vuurwapen. Een extra reden om maar voorzichtig te zijn. Te grote voorzichtigheid, samengaand met jarenlange propaganda en ontmenselijking kan leiden tot excessen. Dat hebben we gezien in het Texaanse Waco. Deze plaats werd al wereldberoemd na de bestorming van de Kerk van de Zevende Dag Adventisten door de politie in 1993. Bij die bestorming van andersdenkenden, die vuurwapens hadden, vielen 76 doden. Oorlog tegen je eigen burgers.

    Mei 2015, Waco opnieuw, 22 jaar later. Tweehonderd leden van twee motorclubs komen samen in een wegrestaurant om problemen te bespreken. Allen zijn leden van de Bandidos MC en de Cossacks MC. Beide clubs hebben een geduchte reputatie. Volgens de overheid zijn het ‘Outlaw Motorcycle Gangs’, criminelen, zijn ze gewelddadig en hebben ze wapens. Bij het naar buiten komen van de clubleden opent de zenuwachtige politie plotseling, zonder aanleiding, het vuur. Er wordt niet teruggeschoten door de bikers, waarvan sommigen wel degelijk een wapen hebben. Niet zo raar in Texas, waar je gewoon met je holster over straat mag.

    Eén van de politiecommandanten vertelt meteen aan de snel aanwezige pers dat het een schietpartij onder de bikers zelf is geweest. ‘Ze begonnen plotseling op elkaar te schieten!’ Een golf van woede verspreidt zich over de wereld. ‘Weer die levensgevaarlijke bikers!’ ‘Weer die OMG’s!’ ‘Wanneer komen we nu eens met een verbod!’ Wanneer de rook optrekt liggen negen dode mensen op straat en zijn achttien mensen gewond geraakt. Allen bikers. Volgens iedereen is het hun eigen schuld. Daarna ebt de woede weg met het nieuws. Enkele dagen na de schietpartij werden veertien politieagenten gearresteerd en in onderzoek geplaatst. Er was maar kort onderzoek nodig om te concluderen dat niet één biker, geen éen motorrijder, zijn wapen had gebruikt. Negen mensen waren dood, allemaal alleen maar door de politie.

    Afgelopen zaterdag was er weer de jaarlijkse Veteranendag in Den Haag. Dit is de dag van en voor de veteranen. Alle veteranen zijn hier welkom. Behalve veteranen met colors van een motorclub, want dat wil de burgemeester van Den Haag niet. ‘Militair historicus’ Christ Klep, nota bene lid van de redactieraad van het veteranenblad ‘Checkpoint’ dat vorig jaar al uitgebreid berichtte over de perikelen met de Veterans MC, was ingehuurd door de NOS om de dag live te verslaan voor de televisie. Tijdens het veteranendéfilé waaraan ook de Veteranenmotorrijders deelnamen, kwam Klep met enige mooie uitspraken. Deze wetenschapper, eens als ’embedded’ historicus in dienst van Defensie, had wel een mening over die motorrijders. ‘Ze schurken tegen de beruchte clubs aan, ze gaan een biertje drinken met ze, ze lijken wel erg veel op ze’, en tenslotte ‘ze roepen het over zichzelf af’.

    Klep had helemaal niet in de gaten dat de veteranenmotorrijders die hij voorbij zag komen in groen gevechtspak allerminst leden waren van Veterans MC. Een motorrijder, een rel over motorrijders, een overheid die roept dat motorclubs crimineel zijn. ‘Ze hebben het over zichzelf afgeroepen!’

    Eén van de doden in het Texaanse Waco was Jesus Delgado Rodriguez, veteraan van de mariniers en onderscheiden met de medaille Purple Heart na een verwonding tijdens een missie. De man was 65 jaar. Hij was lid van een motorclub, maar had geen strafblad, stond juist bij iedereen zeer goed bekend. Maar ja, hij had het over zichzelf afgeroepen.

     

    Veteranendag, veteranen, Veterans MC, criminelen en een militair historicus die de feiten niet kent

    Gisteren was het weer 27 juni. En dan is het Nationale Veteranendag. Op die dag worden de vele duizenden Nederlandse veteranen geëerd die in Nederlandse dienst uitzendingen of missies volbrachten. Jarenlang was er in Nederland helemaal geen veteranenbeleid. Veteranen werden aan hun lot overgelaten. Dat resulteerde in een steeds groter wordend gevoel voor onvrede onder veteranen en hun partners, maar ook in talloze schadeclaims ingediend door mensen die fysieke of psychische schade opliepen door hun militaire missies. Enige jaren geleden besloot men dus in Den Haag, als residentie, een grote veteranenbijeenkomst te houden. Compleet met défilé. De Nationale Veteranendag was hiermee een feit.

    Elk jaar kwamen tienduizenden veteranen naar Den Haag, namen deel aan het défilé, bezochten de diverse stands en kiosken, ontmoetten na soms vele jaren opnieuw elkaar en leefden maandenlang naar deze dag toe. Tijdens het défilé dat werd afgenomen door het staatshoofd, de laatste jaren is dat onze koning, marcheerden actief dienende veteranen, oud-militairen en groepen veteranenmotorrijders mee. Eén van de groepen motorrijders was de motorclub Veterans MC. Het deelnemen door de Veterans MC was voor velen een spectaculair gebeuren. De ronkende Harleys van deze bikers die soms nog in actieve dienst, maar altijd veteraan waren, de trotse houding van deze mannen, het leverde applaus op. Applaus en rillingen over je rug.

    De Veterans MC is een motorclub die, de naam zegt het, bestaat uit veteranen. Alleen maar veteranen. Om lid te kunnen worden van deze motorclub, moet je minimaal aan één uitzending hebben deelgenomen. Sommige leden van de club hebben aan vele missies deelgenomen. Libanon, Irak, Bosnië, Cambodja, Afghanistan, Mali, om er maar enkele te noemen. In dienst van de Lucht Mobiele Brigade, het Korps Mariniers, het Korps Commando Troepen of infanterieregimenten bestaande uit dienstplichtigen. Om maar een paar van de eenheden te noemen. Vele leden van de club zijn oud-militair, maar er zijn ook actief dienende militairen lid van de club. De club is internationaal verbonden met gelijkgezinde motorclubs in het buitenland als Patriots MC of Military Veterans MC. Al deze clubs hebben met elkaar gemeen dat de leden veteraan zijn. Veterans MC heeft in Nederland vier afdelingen en minder dan honderd leden.

    Sinds enige jaren heeft de overheid specifiek beleid ontwikkeld tegen motorclubs. Zij brengt motorclubs in kaart, doet allerlei onderzoeken, probeert de media zodanig te beïnvloeden dat er een storm aan berichten ontstaat die een ‘grote maatschappelijke onrust’ moet teweegbrengen, en zij komt met een strategie die motorclubs moeten bestrijden. Bij het in kaart brengen van de motorclubs in Nederland heeft de overheid besloten dat een aantal motorclubs speciale aandacht verdient. Deze clubs houden zich volgens de overheid niet aan de wet en hebben, naar Amerikaans voorbeeld, de bijnaam ‘Outlaw Motorcycle Gang’, oftewel ‘OMG’ gekregen. Bij de ‘OMG’s’ in Nederland worden gerekend Hells Angels, Satudarah, Black Sheep, Demons, Red Devils, Gringo’s, Rogues, Trailer Trash (Travellers), No Surrender en de Veterans.

    In de aanloop naar de Nationale Veteranendag 2013, was een veteranenmotorrit georganiseerd. Deze rit, waaraan uitsluitend veteranen deel zouden nemen, zou zich uitstrekken over twee dagen. Eén overnachting was gepland in het Wallaardt Sacré Kamp in Huis ter Heide vlakbij Utrecht, dit is een kazerne. De volgende gebeurtenissen zijn gereconstrueerd naar aanleiding van een WOB-verzoek en zijn dus feitelijk de eigen woorden van de minister van VenJ, toentertijd meneer Opstelten. Een naam die zijn betekenis eer aan doet. De gebeurtenissen:

    “1. Aanleiding

    Sinds 21 juni 2011 wordt door de MPZ kamer het fenomeenonderzoek BARM uitgevoerd. Dit betreft een onderzoek naar de aard en omvang van geregistreerde defensiemedewerkers bij of gelieerd aan 1%-Motorclubs. De 3 chapters van de Veterans MC en het chapter van de Demons MC worden in beeld gebracht. Dit gezien het militaire component dat aanwezig is bij deze 4 chapters. Daarnaast alle personen, die werkzaam zijn voor het Ministerie van Defensie, lid zijn van een 1% MC of gelieerd zijn aan een 1% MC, in beeld brengen en monitoren. Inmiddels zijn we met het onderwerp in een andere fase terecht gekomen, namelijk de integrale aanpak op de lange termijn. De integrale bestrijding van ondermijning en schijnbare onaantastbaarheid.

    2. Situatie

    Op zaterdag 29 juni 2013 vindt de Nederlandse Veteranendag plaats in Den Haag. Voorafgaand aan deze Veteranendag willen een groot aantal veteranen/motorrijders overnachten op het Wallaardt Sacre Kamp in Huis ter Heide, te weten een defensiecomplex. De volgende dag zullen zij zich verplaatsen naar de Nederlandse Veteranendag te Den Haag. Een precies aantal deelnemers in hier nog niet bekend, maar uit informatie van de brigade Utrecht kan het gaan om een groep van tussen de 200 a 300 mensen. Het is bekend dat onder deze veteranen/motorrijders een groot aantal leden aanwezig zullen zijn van de 1% Motorclub de Veterans MC. Mogelijk zullen er hierbij ook leden van andere 1% Motorclubs aanwezig zijn (bijvoorbeeld: Demons, Hells Angels en Satudarah). Naar aanleiding van de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid, de dato 25 januari 2012, aangaande de geïntegreerde aanpak van de zogenaamde Outlaw Bikers, is er een plan van aanpak gemaakt, aangaande de bestrijding van 1% Motorclubs. In dit plan van aanpak staat onder andere dat 1% MC’s zo ook betrokken zijn bij de organisatie van motordagen. De inzet is dat de overheid evenementen van 1% MC’s of waar 1% MC’s bij betrokken zijn,niet faciliteert, om ze op die manier ook geen podium te geven.Verder is de focus op leden van 1% motorclubs in overheidsdienst een van de speerpunten van dit plan van aanpak. Aansluitend hierop is namens DOPS MPD een nota gemaakt met betrekking tot de stand van zaken landelijke aanpak 1% MC. Onder punt 16 van deze nota staat vermeld dat strafrechtelijk handhaven vooralsnog niet van toepassing is tenzij activiteiten op militaire terreinen. Een overleg tussen het organiserend comite en de kazernecommandant van het Wallaardt Sacre Kamp vindt nog plaats. Vanuit de MPZ kamer hebben wij relevante informatie verstrekt aan het BIK van de brigade Utrecht, teneinde de kazernecommandant te kunnen adviseren in deze.

    3 Inwinopdracht

    In het geval de kazernecommandant toestemming geeft dat deze groep op het Wallaardt Sacre Kamp mag overnachten, wordt er verzocht een handhavingactie te houden bij het Wallaardt Sacre Kamp op 28 juni 2013. Mogelijk worden er door de kazernecommandant regels gesteld met betrekking tot de toegang van het kamp door de veteranen/motorrijders. Het verzoek hierbij is om: AIle kentekens te verzamelen van de voertuigen van de Onepercenters. De herkenbare 1% MC leden te identificeren en vast te stellen wat hun relatie is ten aanzien van het gebruikte voertuig. Hierhij kan gebruik gemaakt worden van het 1%-Motorclubs zakboekje. Aangeven wat de bezoekers voor colours/rockers/patches dragen aan de hand van het 1%-Motorclubs zakboekje. Het inwinnen van de informatie kan aan de hand van een verkeerscontrole, mogelijk in samenwerking in met de Nationale Politie, Eenheid Flevoland-Utrecht, danwel met de Landelijke Eenheid. De MPZ Kamer heeft contactpersonen bij Landelijke Eenheid. Daarnaast beschikt de MPZ Kamer over een draaiboek van een verkeerscontrole gericht op een inwinopdracht bij een 1%-Motorclub. De MPZ Kamer houdt zich op de hoogte met betrekking tot het aanstaande overleg met de kazernecommandant.”

    Het resultaat van deze handhavingsactie was dat veteranen zich niet alleen moesten legitimeren. Zij moesten tevens een formulier invullen waarop stond aangegeven van welke motorclub zij lid waren en welke functie zij daarin vervulden. De verontwaardiging was enorm onder veteranen en medestanders. De ‘handhavingsactie’ werd gezien als een klap in het gezicht van veteranen die het vaak al jaren zeer moeilijk hadden met werk, relaties en financieel. Hun veteranenstatus mocht niet baten, zij werden allen aangehouden voor onderzoek om in kaart te brengen wat niet waar was. Deze mannen waren veteraan en gingen defileren voor de koning in Den Haag en werden nu gelijkgesteld met criminelen. Alsof criminelen geen veteranen zouden kunnen zijn en alsof deze mensen iets op hun geweten hadden. Het formulier werd opgestuurd naar veteranentijdschrift ‘Checkpoint’ en daarin afgedrukt.

    Het moest en zou veranderen, was de algemene opinie. En dat gebeurde dan ook. In 2014 gaf de gemeente Den Haag te kennen geen toestemming te geven aan Veterans MC om mee te doen aan het défilé op Veteranendag. Veterans MC spande een rechtszaak aan, maar in deze zaak is nog steeds geen definitief oordeel geveld. Opnieuw was de verontwaardiging onder veteranen en medestanders groot. De burgemeester van Den Haag baseerde zijn beslissing op het nieuwe beleid van de overheid om motorclubs te bestrijden. Er kon dus niet meegewerkt worden aan deelname van de Veterans MC aan het défilé. Boven hebben wij al uitgelegd wat voor club de Veterans MC is en wat voor leden zij hebben. Veteranen werd verboden deel te nemen aan Veteranendag in de kleding van hun keuze. Zo was de keuze van Jozias van Aartsen, burgemeester van Den Haag. Zouden er clubleden met hun colors opduiken dan zou de politie worden ingezet. Uit protest weigerde de Stichting Veteranenmotorrijders ook aan het défilé mee te doen. Symbolisch reed één motorrijder mee in het veteranendéfilé. Een symbolische daad die velen tranen in de ogen bracht. Een défilé van één motorrijder voor de koning, die overigens zwijgt over de hele zaak. De zaak werd belicht in het veteranenblad ‘Checkpoint’.

    Nu naar Veteranendag 2015. Die zielige vertoning met die ene motorrijder moeten we zien te voorkomen, hebben de organisatoren besloten. Bedacht werd dus dat alle deelnemers aan het défilé verplicht in militair tenue moesten. Zonder colors of andere burgerkleding. En zo gebeurde het dat het défilé van veteranen een indrukwekkende, ronkende stoet zag van veteranen op motoren. Allen gekleed in het legergroen. Geen enkel lid van Veterans MC was aanwezig. Althans niet tijdens het défilé. Want velen hadden toch besloten naar hún dag te gaan. Hún dag, want zij waren veteraan. En zij lieten zich die dag niet zomaar ontnemen. Maar anderen besloten niet te komen op hún dag, want Veterans MC was niet welkom. Evenals veteranen die met colors van andere clubs rondlopen. Ben je Hells Angel, Satudarah, Black Sheep of Demon? Dan ben je in de ogen van deze overheid crimineel en niet welkom in je colors. De overheid bepaalt dus op jóuw dag, wat je voor kleding aan moet trekken. Ónze veteranendag? Laat me niet lachen!

    Om de veteranendag te verslaan had de NOS de ‘militair-historicus’ Christ Klep aangetrokken. Meneer Klep zit in de redactie van het veteranenblad ‘Checkpoint’, dat eerder publiceerde over de narigheid in verband met clubcolors en Veterans MC. Klep was ook als historicus in dienst van Defensie, mooi uitgangspunt voor onpartijdige verslaggeving, en gaf in een reportage van de KRO enige jaren terug aan niet veel begrip te hebben voor overste Karremans. Meneer Klep nu maakte een aantal rake opmerkingen over de Veterans MC tijdens de uitzending die hij presenteerde. Ik laat hierover aan het woord Joseph Raaijmakers, lid van Veterans MC op zijn Facebookblog.

    Allereerst reageert Raaijmakers verbolgen over de opmerking van Klep dat de beslissing om in uniform mee te rijden een polder-model is. Raaijmakers: ‘Men heeft inderdaad besloten om in uniform te defileren. Dat dit echter tot stand is gekomen middels een polder-model zoals hier gesuggereerd wordt, is absoluut niet waar. Dit is opgelegd om inderdaad de discussie uit de weg te gaan, zoals men tot op heden altijd de inhoudelijke discussie uit de weg gaat. Vergeet niet: de discussie over Veteranendag 2014 ligt nog steeds voor aan de Raad van State. En nee, we hebben de rechtszaken NIET verloren. De gemeente Den Haag claimt niet ontvankelijkheid omdat we geen rechtstreeks belang zouden hebben. De bestuursrechter oordeelde eveneens niet ontvankelijk. Er is dus nog altijd geen inhoudelijk vonnis over dit onderwerp. Wel is het zeker dat er geen sprake is van een polder-model of overleg op enigerlei wijze. Hij (Christ Klep dus) vervolgt met ‘IK DENK’en dan gaan we volledig de mist in. Christ Klep: ‘Ik denk dat de gemeente Den Haag dit niet leuk vind’. Raaijmakers:’Je kunt absoluut niet verder van de realiteit zitten. De gemeente Den Haag heeft dit zo bepaald en is hier dus dolgelukkig mee!’

    ‘Maar het is natuurlijk nog steeds zo dat dit wel de club is die de gemeente liever niet tijdens dit defile zou zien.’, aldus Klep.’WEER FOUT! Niemand van de motorrijders in het Defile is lid van de Veterans MC. Wel op andere plekken in het defile, op plekken in de Ridderzaal, op het Binnenhof, met hun eigen eenheid e.d. Ook kan ik je met zekerheid vertellen: onze jongens waren heel erg dicht bij diverse zeer prominente personen. De HOOGSTE hoogwaardigheidsbekleders van ons land, wel te verstaan. Maar ze gaven, niemand een onveilig gevoel. Hij heeft overigens wel een klein puntje:’Ik kan vanuit hier niet zien wie van de motorrijders tot die specifieke club behoren.’Tja, dat wil de gemeente toch? Heb ik ook al meermaals opgemerkt: Als de colors uitgaan is dan het probleem opgelost? Of heb je dan gewoon een probleem gecreëerd dat je het overzicht kwijt bent?’

    ‘Dan de klassieker: ‘Maar het probleem is er natuurlijk nog steeds.’ WELK PROBLEEM? BENOEM DAN EENS EEN KEER WELK PROBLEEM! Alle klassieke argumenten voorgeschoteld door de welbekende politie-rapporten, passeren de revue: ‘Ze schurken tegen de beruchte clubs aan, ze gaan een biertje drinken met ze, ze lijken wel erg veel op ze’, en tenslotte ‘ze roepen het over zichzelf af.’ Ik dacht oprecht dat deze man een wetenschapper was. Men noemt hem tenslotte Militair Historicus. Maar hier ventileert hij, ongeremd door enige kennis en achtergrondinformatie, precies wat het OMG-beleid voorschrijft. Hij is een aanwinst voor de staatsomroep genaamd NOS. Toch zou ik graag zien dat een wetenschapper vooraf zich even informeert in het vervolg. Hij kan me bellen en ik zal hem voorzien van juiste informatie. Dan kan hij, t.a.v. dit onderwerp, ook de Nederlandse bevolking voor de TV, van correcte info voorzien, zoals een goed wetenschapper betaamt.’, aldus een boze Joseph Raaijmakers van Veterans MC.

    De overheid ziet ze als criminelen, de burgemeester van Den Haag geeft alleen toestemming aan verbolgen politiemensen die met wapens en dienstmaterieel het Binnenhof omsingelen om meer loon af te dwingen, de NOS doet gewillig mee aan de strategie van de politie om ‘grote maatschappelijke onrust’ te scheppen en Christ Klep? Die weet van toeten noch blazen.